IJmuider Courant Zaterdag 15 Maart 1924. 2e blad. Watustand UaaUtn Maart 1924 H. water L. water Dagen v.m. n.m. v.m. n.m. 16 11.39 6.30 7.26 17 0.19 0.46 7.55 8.37 18 1.15 1.32 8.56 9.29 19 1.57 2.13 9.47 10 13 20 2.36 2.50 10.30 10.55 21 V.M. 3.13 3.30 11.13 11.34 1.26 22 3.52 4.07 11.58 Een en ander over het Burgerlijk Schaalarmbestuur en het Roomseh- Eatholiek Armbestuur te Velsen. Men schrijft ons het volgende: „Aangezien het niet uitgesloten is, dat de hereeniging onzer beide armbe sturen in de naaste toekomst in den raad ter sprake zal worden gebracht, is het niet van belang ontbloot, eens iets te vertellen omtrent de oorzaak der scheiding en de pogingen die sindsdien gedaan zijn om de beide armbesuren wederom te vereenigen. Hoe de scheiding tot stand kwam? Bijna twee eeuwen geleden, in het jaar 1738 waren als aalmoesmeesteren ;Tan de gemene armen in de ambagts- heerlijkheid „Velsen ende Santpoort" twee personen in functie, n.l. Gijsbert van Kalker en Willem Schuil. Tegen hen was bezwaar ingekomen, omdat zij eenige „roomse kinderen, staande onder hun alimentatie, in de gerefor meerde religie deden opbrengen." Deze zaak is toen, om tot eene oplos sing te komen, voor Schout en Sche penen" op den Regtshuyse te Velsen" 28 Januari 1739 behandeld. Van Room- sche zijde werd verzocht: indien 't niet anders conde wesen, om van den anderen te schey- den als door de eerste comparanten (n.l. de aalmoesmeesteren van de ge mene armen) aan haar (de Room- schen) wierd afgestaan en overgele verd, drie vierden van alle 't gene de i gemenen armen competeerd." I Deze scheiding kwam toen door tus- schenkomst van Schout en Schepenen en met voorweten van den Ambagts- heer tot stand. Er werd toen nog be paald: „dat van alle 't gene den armen was competeerende een inventaris in dubbel zal worden gehouden ter Se cretarie om in 't vervolg bij te voegen de onroerende goederen of obliga- tiën die den armen zal comen te er ven; dat er vier armmeesteren zouden zijn, als twee voor de gereformeerde en twee voor' de roomsgezinde; dat de roomse armmeesteren tel ken jare vóór Paschen bii Schout en Schepenen een dubbeltal zouden moeten indienen, waaruit door den t Ambagtsheer een armmeester zou worden benoemd; dat behoorlijk rekening enz. zou worden gedaan; dat de roomse armmeesteren zou den bedeelen alle dengenen, welke in 't vervolg eenige alimentatie mogten noodig hebben en behooren tot dp roomse religie en gereformeerde armmeesteren evenzoo ben, hehoo- rende tot de gereformeerde religie." Voorts zijn eenige bepalingen ge- I maakt betreffende de opbrengst van collecten en armbussen en is overeen gekomen en vastgesteld, „dat de room se armmeesteren gene onroerende goe deren of obligatiën aan de armen be borende,, vermogen te vercopen of transporteeren, als met voorweten en aprobatie van Schout en Schepenen te I Velsen". Van dezen tijd af, dus reeds sedert 1739, dateert het ontstaan van het Roomsch-Katholiek Armbestuur. Bei de staan, zoo ais we gezien hebben, on der plaatselijke overheid. In 1855 moest, ingevolge art. 3 van - de wet van 28 Juni 1854 een lijst van in stellingen van weldadigheid worden opgemaakt,. Het gemeentebestuur bracht bei,de instellingen in rubriek a: gemeente^instellingen. In het.zelfde jaar, later nog eens in 1857 is gewezen van de hand een ver zoek van het Parochiaal Armbestuur van Driehuis „om het beheer over de Rooansch Caftholieke armen van Vel- l sen te mogen voeren." Het is nu al weer ruim 15 jaar gele, Iden, dat de :raad van Velsen besloot, 1 eene commis ale ad hoe te benoemen, welke commi: isie zou hebben te onder zoeken de r ongelijkheid van de her eeniging var i het Burgerlijk Schaal armbestuur e ,n het Roomsch-Katholiek I-Armbestuur. Deze commissie kon niet tot overeenst emming komen. De meer derheid wer ischte de hereeniging, de minderheid was daarvoor alléén dan te vinden, wanneer de eigendommen van het R.K. Armbestuur zouden over gaan bij het R.K. Parochiaal Armbe stuur. Het door genoemde commissie opge maakte rapport werd behandeld in de raadsvergadering van 30 Juli 1908. De tegenstand van den kant der Katholie ken was groot. Na breedvoerige bespre king werd echter met 9 tegen 5 stem men aangenomen het voorstel van B. en W. en de commissie om in beginsel te besluiten tot vereeniging van heide armbesturen, alsmede aan B. en W. op te dragen, de noodige voorstellen te doen tot wijziging van het reglement, het ontslag en de benoeming van arm- meesters enz. Gedeputeerde Staten van Noordhol land, van genoemd raadsbesluit in kennis gesteld, dachten er echter an ders over. In de raadszitting van 23 Februari 1909 stellen B. en W. den raad in ken nis van een aan hen gericht schrijven van opgemeld college, waarin wordt te kennen gegeven, dat het beginsel besluit van den gemeenteraad, om de op oude convenanten rustende burger lijke armbesturen te vereenigen tot één burgerlijk armbestuur, ernstige be zwaren ontmoet bij G. S. en een regle ment, op vorenstaand beginsel steu nende, de instemming van G. S. niet zou kunnen verwerven. De tegenstanders van de vereeniging zijn van meening, dat de zaak hierme de is afgedaan; van katholieke zijde wordt echter nog te kennen gegeven, dat zij alléén dan haar verdere mede werking zal verleenen, indien de bezit tingen van het R.K. Armbestuur door het R.K. Parochiaal Armbestuur mo gen worden beheerd. Andere leden zijn van meening dat het schrijven, als zijnde gericht aan B. en W„ voor kennisgeving dient te wor den aangenomen. Het einde van het lied is echter, dat B. en W. aan de meergenoemde com missie ad hoe mededeeling zullen doen van het standpunt van Gedeputeerde Staten. En hiermede schijnt de geheele ver- eenigings-geschiedenis van de baan te zijn. Of de commissie zich heeft laten afschrikken door het standpunt van G. S.? Ter raadszitting van 13 Decem ber 1910 deelde de voorzitter den raad nog mede, dat de commissie met het reorganisatieplan nog niet gereed is gekomen. Uit niets blijkt, dat bedoelde reorga nisatieplannen den raad hebben be reikt, immers kort daarop, den 21 Fe bruari 1911 wordt besloten, beide arm besturen te hooren over een nieuw re glement." Ten slotte vraagt inzender of een van de raadsleden, die deze geschiede nis hebben meegemaakt hij meent dat dit de heeren Schuitenmaker, Ver meulen en Sluiters zijn hieromtrent niet iets naders kan mcdedeelen. De P. E. G. E. M. Naar „Het Volk" meldt, hebben de afgeloopen week opnieuw eenige vergaderingen plaats gehad van com missarissen der Naaml. Vennootschap P. E. G. E. M. In deze bijeenkomst is tusschen de vertegenwoordigers van de gemeente Haarlem en die van de provincie eenerzijds en van de gemeen te Amsterdam anderzijds uitvoerig van gedachten gewisseld over de door Amsterdam noodzakelijk geachte uit breiding van de electrische centrales in de hoofdstad. Naar men weet, be stond een vrij ernstig geschil van mee ning over de vraag, of de P.E.G.E.M dan wel de gemeente Amsterdam deze uitbreidingsplannen moet financieren „Het Volk" kan medeedeelen, „dat, thans op dit punt een voorloopige overeenstemming is bereikt, zij het dan ook, dat de houdbaarheid van het tot stand gekomen compromis betref fende deze aangelegenheid pas in de toekomst zal kunnen blijken." Regeeringssteun voor de Engelsche visscherij. Dinsdag is bij het Lagerhuis door een der leden een motie ingediend, waarin de regeering uitgenoodigd wordt, de visscherij te steunen door het openen van buitenlandsche markten voor door Britsche onderdanen gevan gen visch en een internationale rege ling te treffen met betrekking tot de territoriale wateren. Buxon, de minister van Landbouw verklaarde, dat het departement in nauwe relatie met de bij de visscherij betrokken kringen staat. Volgens de meening van den minister kan steun verleend worden op grond van de Tra- i de Facilities Act. j Door verscheidene leden werd ge protesteerd tegen het onwettige vis j schen van buitenlandsche schepen, welke gaarne bereid zijn tot betaling van de boete, wanneer zij worden aan gehouden. Duncan Millar gaf zijn voor nemen te kennen, een wetsontwerp tot verhooging der boetes in te dienen. Na gevatte koude gebruike men onmiddellijk eenige Tabletten SANAPIRIN (Mijnhardt). Koker 75 ct. Bij apothekers en drogisten De zoekgeraakte chéque. Bij het wetsontwerp tot wijziging van de Waterstaatsbegrooting voor 1922 bracht de heer v. Gijn (v. b.) ter sprake het gebeurde met de chéque van f 127.100, die aanvankelijk ge kocht was, omdat men hoopte, dat de mark zou stijgen, doch later op het bureau van den hoofdingenieur-direc teur van den Rijkswaterstaat was zoek geraakt. Spr. was er verheugd over, dat de Rekenkamer deze onge rechtigheid met de chéque had ont dekt. Ware dat niet geschied, dan vreesde spr., dat men het bedrag op de begrooting had weggedoezeld. Geen haan had er dan naar gekraaid. Spr. wees op de verschillende fouten in dezen bedreven, den risico-koop, de afwijking, dat men de valuta, waarin de betaling aan Duitschland van het bestelde dok voor IJmuiden moest ge schieden, niet door de Ned. Bank liet koopen, het zenden van de chéque aan een hoofdingenieur in de provincie, het zoek raken in een dossier. De Minister van Waterstaat, de heer v. Swaay erkende dat hier fouten be gaan waren die niet zijn goed te pra ten. Den aankoop achtte spr. niet de grootste fout, wel het houden van de chéque die men niet meer noodig heeft. Ministers voorganger vond des tijds geen reden aanwezig om dien hoofdambtenaar te straffen. Het wetsontwerp werd daarop aan genomen. INGEZONDEN. Buiten verantwoordelijkheid der redactie Jeugdbeweging Jongelieden Geheel-Onthouders Bond. Aan de jongens en meisjes van 1423 jaar in de gemeente Velsen. Indien gij Zondagsmiddags naar Velseroord of Velsen gaat, en passeert „Tivoli" dan ziet gij daar meestal een groep jolige luidjés. Dan vraagt men zich wel eens af, wat en wie dat zijn. Wel makkers, dat zijn J. G. O. B'ers. In clit stukje zal ik trachten uiteen te zet ten, het doel en streven van bovenge- noemden Bond. Voor ik daartoe overga wil ik even afdwalen. Indien gij een vergadering, wandel tocht e.d. wilt meema-kc-ïi, dan komt gij maar. Gij zijt welkom. De Bond, waartoe wij behooren, heet J. G. O. B. Makkers, er zijn dingen in ons leven, die ons mooi toeschijnen, maar die, bij aanschouwen le vensvijandig bleken. Ook zijn er din gen, waarvan we de levensvijandig- keid niet behoeven te onderzoeken. Dat zijn de struikelblokken, die wij eerst opzij moeten werpen, zal onze strijd voor jeugdverheffing slagen. Zulk een helsche macht schuilt in den drank. Geen poging tot levensverhef fing, tot levensvermooiïng helpt, als wij niet eerst den drank opzij schuiven. Het is onnoodig nog verder over de ellende, veroorzaakt door den drank, uit te wijden. Dag in, dag uit ziet en hoort men, hoe de moeders en vooral de jeugd gebukt gaat, onder den druk van God Bachus. Zoo kunt gij meer gevallen opnoemen. Er is zooveel wat ons leven verstikt. Veel waar wij jon- s:eren, vragend haar staren, maar wij niets of weinig van begrijpen. J. G. O. B. wil u helpen in uw pogingen boven het gewone sleurleven uit te komen, hij wil u gelegenheid geven, u zelf tot zoo'n mensch te doen uitgroeien die den strijd aandurft binden voor meer geluk en schoonheid voor ieder. Jeugd, van alle kanten wordt ge be dreigd door Koning Alcohol. En de J. G. O. B. roept u op tot verzet in daad. De alcohol klopt bij u aan als een groot vriend, doch als gij éénmaal s-ehoor hebt gegeven, dan wordt gij ge heel overmeestert! En er zijn zoo wei nig die aan zijn greep ontkomt. Daarom nogmaals: Komt in verzet. We vragen van jullie een daad. Een daad van moed. Een daad van liefde. Laat den drank staan. Wordt Geheel onthouder. Als het je ernst is een flinke kerel te zijn en je jeugdgenooten tot even flinke jongens en meisjes tot stoere vechters te maken; weest dan niet bang voor spot en schijn dan wat ze .noemen: flauw; breekt met de drink gewoonte! J. G. O. B. wil je helpen in die moei lijke stijging naar omhoog. In J. G. O. B. zult ge vinden warme kameraad schap en een ernstig streven naar alles wat schoon is en goed. In tegenstelling met de bedenkelijke omgang van de jongens en meisjes op de straat, willen wij werken voor een b. Wij willen onze vrije uren niet slij ten in bioscopen, kroegen of danshui zen. Samen trekken we naar buiten, om te genieten van spel, van jolige frischheid, sport en muziek. Of als het winter is komen wij bij elkaar en spreken elkaar over de groote pro blemen van den tijd, of luisteren naar schoonheid van boeken en gedichten, om ons er mee te versterken. In J. G. O. B. krijgt gij gelegenheid uw karakter te vormen, uw levens richting te kiezen, vrij en zelfstandig. Jongeren van 14—23 jaar breekt met sleur en valsch fatsoen, sluit u aan bij J. G. O. B. J. G. O. B. stelt zich ten doel: a. Het bevorderen van de idee, van geheel onthouding van alcohol houdende dranken onder de jon geren. De zedelijke, geestelijke en licha melijke ontwikkeling van zijn leden. c. Door een kameraadschappelijke omgang onder zijn leden het be sef van een eenheid en saam- hoorigheid met hun medemen- schen op te wekken en te verster ken. En tracht dit doel te hereiken door: a. De persoonlijke Geheelonthou ding van zijn leden. b. Zijn leden kennis bij te brengen, betreffende vraagstukken van onzen tijd. c. Het uitgeven van een orgaan. d. Het houden van vergaderingen, lezingen, cursussen enz. e. Het samenwerken met andere organisaties. f. Alle verdere wettig geoorloofde middelen. In politiek of Godsdienstig oogpunt taat de Bond geheel Neutraal. Indien gij nadere inlichtingen wenscht. kunt gij deze verkrijgen bij onze Afdeelings-Secretaresse Lena van Doorn, Van Speyckstraat, Velseroord. Henk Blok, Jac. v. Heemskerkstr., IJmuiden. De Zlekenhuiskwesfie. Wij vragen eenige plaatsruimte om een oproep te doen tot onze ingezete nen, om ons te helpen bij de verzame ling van handteekeningen voor het pe titionnement. In IJmuiden zullen een 50 a 60 per sonen noodig zijn, in Velseroord 30 a 40, in Velsen en Wijkeroog ook een 30 en te Santpoort een 10 k 20, die wij te Santpoort al hebben. Deze zaak moet de volgende week in orde komen. Wij verwijzen naar de ad verten tie in dit blad, waarin de adres sen voorkomen, waar men zich kan aanmelden. Laten velen zich nu opge ven, want vele handen maken licht werk. Als een tweetal personen enkele straten voor zijn rekening neemt, is het werk gauw gedaan. We rekenen Maandagavond op onze vrijwilligers op mensehen, die ook wat voor de goe de zaak willen doen. En de meerderjarige ingezetenen wekken we op allen op onze lijsten te teekenen. Het Comité. Salarisverlaging Rijkspersoneel. Het Comité van Tien, voortgekomen uit de Centrale van Hoogere Rijksamb tenaren, de R.K. Centrale van Burger lijk Overheidspersoneel, het Perma nent Comité van Christelijke organisa ties van personeel in Publieken dienst, het Comité van Neutraal O verheids personeel en het Comité ter beharti ging van de algemeene belangen van Overheidspersoneel, te zamen verte genwoordigende ruim 50.000 rijksamb tenaren, onderwijzers en rijkswerklie den, verzoekt ons, ter voorlichting de burgerij, het navolgende door het Co mité aan de Regeering verzonden schrijven te publiceeren, in welk schrij ven het standpunt der organisaties ten aanzien der voorgenomen salarisver laging nog eens duidelijk wordt uiteen gezet: Ondergeteekenden ontveinzen zich niet dat door het vastloopen der in de jongste vergadering der Cenrale Com missie gevoerde besprekingen over de voorstellen der Regeering tot verlaging van de inkomsten van het Rijksperso neel een moeilijke situatie is ontstaan. Hieraan moet echter dadelijk worden toegevoegd, dat dit vastloopen der be sprekingen zijn diepere oorzaak vindt in het feit, dat de Regeering het over leg met de Centrale Commissie, waar aan door Haar, blijkens in de Tweede Kamer door Minister Ruys de Beeren- brouck gehouden redevoeringen, hooge waarde wordt toegekend, aan twee zoodanige beperkingen heeft gebonden, dat van het plegen van overleg een- j voudig geen sprake is kunnen zijn. Ondergeteekenden hebben hierbij het oog op de door de Regeering in de gedane mededeeling. Staten-Generaal zuivere kameraadschappelijke, eerlijke j dat artikel 40 van het Bezoldigingsbe- verhouding tusschen jongens en meis- j sluit op ieder gewenscht oogenblik jes. kan worden ingetrokken, hetgeen naar het oordeel der Regeering, tevens zal neerkomen op een tenietdoen van de. uit artikel 40 voortvloeiende rechten. Verder hebben ondergeteekenden het oog op de andere mededeeling der Re geering, dat, hoe het overleg tusschen Regeering en Centrale Commissie ook moge worden gevoerd, en welke argu menten daarbij ook naar voren mogen komen, over 1924 een bedrag van circa 14 millioen gulden op de post „salaris sen" zal moeten worden bespaard. Nu achten ondergeteekenden in het stadium, waarin de besprekingen over inkomstenvermindering zich thans be- inden, de aankondiging, dat artikel 40 zal verdwijnen, daarom van zoo vi tale beteekenis, wijl hierdoor aan den voor 1924 te treffen bezuinigingsmaat regel het karakter van noodmaatregel geheel ontnomen wordt. Immers moeten ondergeteekenden tot hun leedwezen vaststellen, dat, ten spijt van door de Regeering te kennen gegeven leedbetuigingen, door Haar van den aanvang af wordt aangestuurd op blijvende verlaging van het salaris peil, hetgeen verder hieruit blijkt, dat ook nu reeds voor de Regeering vast staat, dat uit de ter band genomen wijziging van het Bezoldigingsbesluit over 1925 een blijvende besparing van 35 millioen gulden zal moeten worden verkregen. ongeacht le. den economische toe stand; ongeacht 2e. het feit, dat het eerste woord over de hoogte van de salarissen van het rijkspersoneel in vergelijking met die van gemeente- en provinciale ambtenaren en van vergelijkbare groe pen in de vrije bedrijven en over het verloop der duurte-curve, sinds eerst genoemde salarissen op den grondslag van het duurtepeil van Maart 1919 wer den vastgesteld, nog gesproken moet worden; ongeacht 3e. het verzoek der organi saties, nadere bezuinigingsmogelijkhe den aan te mogen geven. Waarom kan het tijdstip van een eventueele intrekking van artikel 40 niet bepaald worden teeeliik met, de wijziging van het geheele BezoVHennes- besluit en met andere voorgenomen verslechteringen, welke de Reeeerin^ in haar schriiven van 21 Februari 1924 aan de CentraleCommissie kenbaar maakte? Waarom moet er een zwa ard van Da mocles gehaneren worden hoven de hoofden der organisatie-vertegenwoor digers? Ziin deze laatsten onhandelbaar ge bleken bii het overleef? Valt er met hen niets aan te vangen? De Regfeering weet beter. Ondergeteekenden hebben in de ver- eaderinef der Centrale Commissie zeer veel toenadering betoond. Zij hebben de Regeering de hand toe gestoken, zooals een der leden van het Comité van Tien zich bij die gelegen heid uitdrukte. Zij hebben zich op het standpunt ge plaatst, da men de oogen voor de moei lijkheden, waarin het land verkeert, niet mag sluiten en zij zijn er daarom toe gekomen, zich bereid te verklaren, tegenover de leden der in aanmerking komende organisaties, het eventueel brengen van een offer over 1924 te ver dedigen, mits: le. de uitvoering van het voornemen tot intrekking van art. 40 zou worden opgeschort, tot over de a.s. wijzigingen van het geheele Bezoldigingsbesluit en andere voorgenomen verslechteringen, zooals die in het schrijven van de Re geering d.d. 21 Februari 1924 zijn me degedeeld, zou zijn beslist; 2e. niet van te voren vast zou staan, dat het bedrag van circa 14 millioen gulden in elk geval opgebracht zal moeten worden: 3e. de gelegenheid tot het houden van ruggespraak met de leden zou worden verleend en de datum van 6 Maart derhalve eenigszins zou worden verschoven. Ondergeteekenden wenschen er met grooten nadruk op te wijzen, dat geen dezer 3 desiderata genade heeft kun nen vinden in de oogen van den verte genwoordiger der Regeering, Minister Westerveld, wiens laatste woord was, dat los van eenig beding der organisa ties, het meermalen genoemde bedrag van circa 14 millioen gulden, vermeer derd met een door het personeel der Staatsbedrijven te brengen evenredig offer, door het Rijkspersoneel zal moe ten worden opgebracht. Na deze starre afwijzing bleef er voor de vertegenwoordigers der organisaties niets anders over, dan de verklaring af te leggen, dat van verdere besprekin gen over de ondcrwerpelijke aangele genheid geen heil werd verwacht. Men zou tegenover de personeelsor ganisaties een zeer groote onrechtvaar digheid begaan, zoo men haar, na ken nisneming van het bovenstaande, er van zou beschuldigen, in deze moeilij ke situatie geen voldoende soepelheid, geen voldoende tegemoetkomendheid te hebben betoond. Het tegendeel is het geval geweest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 5