toch wel een parallel te trekken. Want
toen in 1873 de heer Schroder Visser,
secretaris van de Factory te Batavia,
een inspectiereis in Deli had gemaakt,
schreef hij aan de directie der Neder-
landsche Handel-Maatschappij: „De
heer Straatman heeft op mij den in
druk gemaakt van een kundig en ijve
rig administrateur, onvermoeid den
veldarbeid dagelijks nagaande, the
right man in the right place, terwijl
den nu reeds gunstig bekenden heer
Cremer ook een woord van lof toekomt
voor het nauwkeurig comptabel be
lieer, dat in weerwil van de uitbreiding
der zaken, zich door eenvoudigheid
kenmerkt."
De grondslag van de administratie
door den jongen Cremer gelegd, is zoo
degelijk en proefhoudend gebleken, dat
die boekhouding merkwaardigerwijze
in hoofdzaak behouden en in stand ge
bleven is tot den huidigen dag. Het
vertrouwen in Cremer's administratie
ve bekwaamheden van den aanvang
gesteld, is meer -dan vervuld; hij heeft
zich een uitnemend beheerder getoond
Hij is de man geweest, die orde schiep
in ongeregelde toestanden, hij werd de
oprichter van de Deli Planter s-Vereeni-
ging, de stichter van de Deli-Spoor.
Blijft Nieuhuys de pionier, de ontdek
ker van de Deli-tabak, Cremer is de
grondlegger van de geordende tabaks
cultuur. Nooit is hij in gebreke geble
ven, de belangen van het cultuurland
te behartigen, te bevorderen met al zijn
kracht en naar zijn beste kunnen. Deli
'had zijn liefde en zijn onverflauwde be
langstelling. Als er moeilijke tijden
dreigden, stond hij steeds gereed om de
leiding te nemen, ook in de vergader
zaal. Wij wisten allen, dat wij ons vol
komen aan hem konden toevertrouwen
en in dat besef gevoelden wij ons veilig.
Geen leidsman of voorganger had on
der ons zoo'n groot gezag, omdat zijn
oordeel steunde op ruime ervaring en
groote kennis van zaken, volkomen on
persoonlijk en onpartijdig. Men kon op
hem bouwen als op een rots.
Hoe hoog hij mocht stijgen, en waar
hij zich bevond, Deli beschouwde hij
als de bakermat van zijn loopbaan. Die
overtuiging heeft hij eens kernachtig
uitgedrukt, toen hij als gezant te Was
hingon, op 1 November 1919 bij het
gouden feest van de Deli-Maatschappij,
deze woorden over den oceaan zond:
„Ik beschouw de jaren in Deli door
gebracht als de belangrijkste van mijn
leven, zij hebben mij geschikt gemaakt
voor mijn lateren arbeid."
Behoeft het nog verklaring, dat wij
uitdrukking willen geven aan de ge
voelens, die ons voor Cremers nage
dachtenis bezielen? Zoo ja, dan heb
ben wij slechts mede te deelen, dat de
oproeping de grootst mogelijke instem
ming heeft gevonden bij oud-Delianen
hier te lande en bij vele honderden ter
Oostkust van Sumatra, van onder
scheiden landaard, hoog of laag ge
plaatst. De deelneming heeft alle ver
wachtingen verre overtroffen. Zoo mo
gen wij dan spreken namens geheel
Deli, wanneer wij de familie verzoeken,
dit huldenlijk te willen aanvaarden als
een blijvend teeken van dankbaarheid
van het gewest en van allen, die zich
daaraan verbonden gevoelen.
Jacob Theodoor Cremer, kleinzoon
en naamgenoot van den man, die hier
rust, ik noodig u uit, het gedenkteeken
te onthullen.
Nadat de 22jarige kleinzoon aan deze
uitnoodiging had voldaan en het ge
denkteeken geheel zichtbaar was ge
worden, sprak de heer Röell verder: Iri
onvergankelijk marmer staat, gegrift,
opdat het niet voor het nageslacht ver
loren zal gaan, wat wij thans nog een
maal luid willen uitspreken: „Aan Ja
cob Theodoor Cremer, een man van
grooten bedrijve, besogne, memorie en
directie, ja singulier in alles, is dit ge
denkteeken toegewijd -door het dankba
re Deli".
De heer Grijzen zeide daarop:
Wanneer ik hier het woord neem,
dan doe ik dat, om als oud-gouverneur
van de Oostkust van Sumatra, ook van
de zijde van de ambtenaren, die vroeger
of later in Deli gediend hebben, een
woord van diepgevoelde hulde te
brengen aan de nagedachtenis van Ja
cob Theodoor Cremer.
Ik heb niet de eer gehad, tezamen
met Cremer in Deli werkzaam te zijn;
ik kwam daar jaren nadat hij het land
reeds had verlaten. Doch des te beter
was ik daardoor in staat, de resultaten
waar te nemen, die de openlegging van
Deli waarin Cremer zulk een over-
heerschend aandeel heeft genomen
voor dat land heeft gehad. Die resulta
ten waren in één woord schitterend en
die werden mij steeds wel het allerdui
delijkst, wanneer ik bij wijze van con
trast zoo van tijd tot tijd het nijvere,
welvarende cultuurgebied verliet, om
een bezoek te brengen aan die deelen
van Sumatra's Oostkust, die nog niet
door Europeeschen durf en energie
waren onsloten en waar alles nog
doodsch was en verlaten.
Ook van de zijde van de ambtenaren
wordt volmondig erkend, dat wat Deli
thans is, het hoofdzakelijk te danken
heeft aan zijne pioniers, onder wie
Cremer dan wel de invloedrijkste
plaats heeft ingenomen. Dat is ook de
reden, die van dien kant zoo gaarne en
zoo algemeen is deelgenomen aan de
opriohung van dit gedenkteeken, dat
bedoeld is als een blijvende, dankbare
hulde van Deli, aan den man, die zoo
enorm veel tot de ontwikkeling en bloei
van dat land heeft bijgedragen.
Vervolgens sprak de heer J. T. Cre
mer Jr.:
Waar mij de hooge eer te beurt is ge
vallen, het gedenkteeken te mogen ont
hullen, dat Deli heeft willen stichten
voor mijn onvergetelijken grootvader,
heeft mijn vader mij verzocht u allen
uit naam van mijn grootmoeder en het
jonge geslacht Cremer dank te zeggen
voor het door uw daad eeren van zijn
nagedachtenis. Van zijn nagedachtenis
die de heeren Röell en Grijzen in hun
hartelijke woorden hebben weergegeven
van het dankbare Deli, het Deli, dat
mijn grootvader steeds zoo lief was en
dat zulk een groote plaats in zijn hart
innam. Immer hebben wij kleinkinde
ren, die hem gekend hebben niet voor
namelijk als staatsman, maar meer als
hoofd van het gezin, ondervonden, dat
de ontwikkeling van Deli voor groot
vader, alsmede voor grootmoeder, het
meest dierbare was, waaraan zij heb
ben medegewerkt. Nogmaals, mijne
heeren Röell en Grijzen, onzen oprech
ten dank voor uwe waardeerende woor
den en onze groote erkentelijkheid je
gens allen, die aan het tot stand komen
van deze zoo sympathieke hulde heb
ben deelgenomen.
Het gedenkteeken, dat zich achter het
omsloten graf verheft als een obelisk-
vormige zuil, vertoont aan de voorzijde
in medaillon het portret van den over
ledene naar plaquette van Toon Dupuis
Daaronder leest men het opschrift.
Het monument is ontworpen en uitge
voerd door den heer L. M. van Tettero
de te Watergraafsmeer.
Onder de vele aanwezigen merkten
wij op van de Deli Maatschij. de hee
ren J. Nieuwhuys, pres.-commissaris
(de nu 88-jarige pionier van Deli), Jhr.
H. W. Röell en E. Enthoven, ge-del.
commissaris en Dr. C. W. Janssen en A.
de Stoppelaar Blijdenstein, commissa
ris; van de Deli Spoorweg Mij. Jhr. van
Kretsclimar van Veen, directeur; Mr.
van Kreel, secretaris; Mr. J. H. Bool,
Mr. A. Tabeling; W. H. M. Schadeé, de
Fremery en C. H. de Vreeze, commis
sarissen; de heer Lusink, oud-agent der
Ned. Handels Mij. in Deli, Mr. J. J. de
Heer, advocaat te Medan; Jhr. IJ. Lou
don, oud-directeur der Kon. Ned. Pe
troleum Mij., Jhr. Röell, oud-inspecteur
der Deli Mij.; de heer W. Cremer, vroe
ger te Palembang, de heer Knappert,
oud-inspecteur van den Arbeid in Ned.
Indië, de heer Aberson, oud-hoofdad
ministrateur der Deli-Tabak Mij., de
heer P. C. Bruyn van de Holl. Ameri-
kaansche Plantage Mij.; de heeren
Hartsen v. d. Hoop, Port, Steenstra, de
Ruyter, Zelvelder en Pfundt, allen oud
administrateur der Deli Mij.
Voorts Dr. G. A. van den Bergh van
Eysinga te Santpoort, de heer W. A.
Dólleman, notaris te IJmuiden en tal
van andere belangstellenden.
Toen het monument overgedragen
was, legde Mevr. Röell een prachtige
krans daarbij.
Prof. Dr. G. A. v. d. Bergh van Eysinga.
Bestuurderen van het Haagsch Ge
nootschap tot verdediging van den
Christelijken Godsdienst, dat bij Kon.
Besluit van 30 December 1923 bevoegd
is verklaard tot het vestigen van drie
leerstoelen in de faculteit der Godge
leerdheid aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht, hebben thans, curatoren van
die leerstoelen gehoord, met ingang van
15 September e.k. benoemd Dr. G. A. v.
Bergh van Eysinga, Ned. Herv. pre
dikant alhier, privaat-docent aan de
Universiteit te Utrecht.
Wat dus verwacht werd, is geschied,
onze predikant is hoogleeraar gewor
den. Een eervolle onderscheiding, maar
die zeer zeker verdiend is, want het is
alleen onbegrijpelijk dat een geleerde
als Dr. v. d. Bergh van Eysinga niet
eerder een professorant heeft gekre
gen. Daarvoor is maar één verklaring,
n.l. dat het aantal vrijzinnige hoog
leeraren in de faculteit der godge
leerdheid in ons land betrekkelijk
zeer gering is. In Utrecht zullen de
eerste vrijzinnige professoren in de
godgeleerdheid zijn.
Dr. G. A. v. d. Bergh van Eysinga
werd in 1874 te 'sGravenhage gebo
ren. Hij bezocht de lagere school te
Niehove (Gr.) en daarna het gymnasi
um te Sneek. Hij studeerde aan de
Rijksuniversiteit te Leiden en werd
candidaat in Drente in 1899. Dr. v. d.
Bergh van Eysinga zette zijn studee-
ren voort te München en Berlijn, o.a.
bij prof. Kuhn, den Sanskritist. Hij j
promoveerde in 1901 aan de Universi-1
teit te Leiden tot doctor in de godge
leerdheid op een proefschrift „Oud-
Christelijke verhalen."
Op 10 Maart 1901 aanvaardde Dr. v.
d. Bergh van Eysinga zijn ambtswerk
te Oss, vertrok in 1911 naar Helmond
en is sinds 10 Januari 1915 alhier
werkzaam. In 1904 werd Dr. v. d.
Bergh van Eysinga benoemd tot pri
vaat-docent aan de Universiteit te
Utrecht voor de geschiedenis der let
terkunde vóór hex Christendom.
Dr. v. d. Bergh van Eysinga zal te
Utrecht onderwijs geven in de wor
dingsgeschiedenis van het Christen
dom. Zijn verdiensten op wetenschap
pelijk gebied zijn veie, zoo is hij een
der stichters en bewindvoerders van
de Internationale schooi voor Wijsbe
geerte te Amersfoort en voorzitter van
net bestuur dezer stichting. Vanaf de
oprichting van het Nieuw iheoiogisch
iijdschriix maakt Dr. v. d. Bergh van
Eysinga deel uit der redactie en is
daarvan secretaris.
Behalve zijn dissertatie, waarover
onlangs nog in Duitschland eenige
publicaties verschenen, schreef Dr. v,
d. Bergh van Eysinga „Radical Views
about the New Testaments", „Die Hol-
landische Radikale kritiek des Neuen
Testaments", een boek over Clemens
en Aiexandrinus en andere publicaties,
o.a. in de serie Redelijke Godsdienst,
bijdragen in het Theologisch Tijd
schrift, in de Duitsche Theologische
Monatschrifte.
Bekend is ook zijn boek Vóór chris
telijk Christendom. Sinds de oprich
ting maakt Dr. v. d. Bergh van Eysin
ga ook deel uit der redactie van het
Tijdschrift voor Wijsbegeerte.
Dr. v. d. Bergh van Eysinga zal pre
dikant der Ned. Herv. Gemeente al
hier blijven.
De oudste inwoner van ons dorp,
de heer G. B. A. Woltering en diens
echtgenoote -Mej. WolteringSmit
vieren bij leven en welzijn den 6en Mei
e.k. hun gouden huwelijksfeest. De hr.
Woltering is een te bekend dorpsge
noot wie herkent hem in de verte
reeds niet aan zijn sneeuwwit baardje?
om te volstaan met de eenvoudige
vermelding van het feit. De bruid is
niet zoo bekend, omdat zij „minder aan
den weg timmert", aangezien zij zich
minder gemakkelijk verplaatst.
Voor de Santpoorters, wier heugenis
meer dan twintig jaar reikt, is Wolte
ring „veldwachter Woltering". Ruim
28 jaar heeft hij, zoo al niet den scep
ter dan toch de politie-sabel gezwaaid
over Jan Gijsenvaart, Santpoort en
Driehuis. Toen hij ruim 48 jaar geleden
onder burgemeester Enschedé tot ge
meenteveldwachter werd benoemd
voor dien tijd was hij 2 jaar rijksveld
wachter met deze gemeente tot stand
plaats telde Velsen twee gemeente
veldwachters, Woltering en Van Schin
kel, den in Velsen zoo bekenden „Gijs",
die later bode op 't gemeente-huis is
geworden.
Dat Wolterings taak geen gemakke
lijke was laat zich begrijpen, als men
weet, over welk een uitgebreide streek
hij ordebewaarder was. En ook toen
waren er dorpsgenooten, meer nog dan
thans, die uit zich zelf zich niet
ordelijk konden gedragen. Zoo af en
toe hadden de Santpoorters het wel met
de „Vaarters" (Jan Gijsenvaart) te
kwaad en dan was Holland in last. Ook
moest hij regelmatig toezicht houden,
dat de café's op tijd werden gesloten.
De meeste „stamgasten" wilden zich
niet eer verwijderden, vóór Woltering
geweest was. Kwam dan het ,,-bon-
nenboek" voor den dag, ja, dan wisten
zij van opschieten.
Woltering was vóór zijn huwelijk mi
litair, eerst in Holland, toen in Indië.
Dertien jaar heeft hij in de tropen
doorgebracht en bereikte den rang van
sergeant-majoor.
Leed is het gouden echtpaar niet be
spaard gebleven. Maar zij hebben er
den moed in gehouden en thans zijn zij
weer, evenals 50 jaar terug, bruid en
bruidegom. Woltering en echtgenoote,
onze hartelijke gelukwensc'hen.
De 29-jarige M. v. O., huisvrouw
van M. L. P., wonende alhier had op 9
Maart bij een melkhandelaar melk wil
len halen.
Daar bekl. bij dien melkhandelaar
voor f 50 in het krijt stond, wat deze
maar steeds niet betaald kreeg, zeide
de melkhandelaar, dat zij die f 50 maar
een moest betalen, en hij haar anders
geen melk meer op crediet gaf. Bekl.
had toen iets gezegd en het gevolg was
een woordenwisseling, die zoo hoog
liep, dat de melkhandelaar haar som
meerde zijn woning te verlaten.
Bekl. vertikte het, en toen had hij
haar beet gepakt om haar er uit te
gooien. Daar dit den man (hij was zie
kelijk) niet gelukte, kwamen zijn zoons
er op af, en hadden het werk overgeno
men. Door het vele slaan was bekl. op
den grond gevallen.
De getuige, een van de zoons van den
melkboer, zeide, dat het op den grond
gaan liggen, allemaal maar kunsten
waren geweest. Men had haar heele-
maal niet geslagen, alleen maar de
deur uitgezet.
Politierechter tot bekl.: „Komt u
daar nog melk halen?"
Bekl.: „Nee nou niet meer."
Get.: „Omdat ze weet dat ze het toch
niet krijgt."
Politierechter. „Is die f 50 nu al be
taald."
Bekl.: „Nee, mijn man zegt, nu zij
zoo zijn opge h eden, krijgen zij het hee-
lemaal niet meer."
Politierechter. „Maar dat is toch
schandelyk. Die melkhandeiaar is toch
m zijn voiste recht, om betaling te Krij
gen voor ue nieiK aie hij geleverd heen.
riet woora is aan aen officier van
justitie.
Deze zeide, dat de houding van bekl.
niet was zooais zij wezen moest, in-
piaats van schuld te bekennen, nam ze
nier een houding aan ais de beieedigde
onschuld. Zij muest niet éen, maar ve
le toontjes lager hebben gezongen, zoo
wel hier ais dij den meiKhanuelaar.
hen en ander in acht nemende vroeg
de ufiicier bekrachtiging van het
reeds eerder gesproken vonnis van
1' 30.boete suds. i0 dagen.
De Politierechter zeide nog eens de
uiterste clementie in acht te willen ne
men, gezien de werkloosheid van haar
man, en veroordeelde bekl. tot f 10 boe
te, bij niet-betaiing 5 dagen hechtenis.
Bekl. moest eerst nog eens met haar
man overleggen of zij in hooger be
roep zou gaan. N. Hl. Ct.
VOETBAL.
STORMVOGELS—ENSCHEDE 2—1.
De Oostelijke kampioenen hebben
zich in IJmuiden van een heel wat be
tere zijde laten zien, dan op hun eigen
terrein. Trainer Julian had Buygers,
den rechtsbuiten, laten vervangen en
eenigen der andere heeren een nieuwe
plaats gewezen. Het geheeie elftal
speelde daardoor een klasse beter.
Stormvogels' spel heeft in de afge-
loopen competitie dikwijls op hooger
peil gestaan. Er kan o.i. niet genoeg op
gewezen worden, dat het spel meer
open moet worden. Zoo verviel Blink-
hoff Sr. Zondag weer veel te veel in de
fout als tweeden midvoor te fungee-
ren en vrijwel eiken bal op Sint te
spelen, in plaats van het leder ook
eens naar Visser en Oldenburg te plaat
sen. Daardoor verkeerde Sint vaak in
een moeilijk parket meermalen ont
ving hij het leder, als een eerewacht
van Enschedéërs om hem heen stond
zoodat de verdediging der tegenpar
tij telkens haar terrein kon zuiveren.
Een ander voornaam onderdeel, dat
nog veel te veel door de Stormvogels
verwaarloosd wordt, is het zuiver langs
den grond plaatsen. Slechts Struys
kon ons Zondag in dit opzicht bekoren.
Willen de Stormvogels ook tegen
hun zwaarste concurrenten Feijen-
oord succes (hebben, dan zullen zij
onder leiding van hun eminenten trai
ner, Mr. Magner, nog eens ernstig moe
ten trainen. Bij hem is, dit weten we
zeker, alle goede wil aanwezig. Het
woord is thans aan de spelers.
Tot ons genoegen zagen we den heer
Galis als scheidsrechter optreden. Ook
thans deed hij zich als een goed leider
kennen.
De wedstrijd.
Nadat door Enschedé een lauwer
krans is aangeboden, stellen de elftal
len zich als volgt op:
de Wit
de Groot Stuve
Averink, Damstra, Keppels
Frölich, Wevers, Veldkamp, de Boer,
ter Horst.
Oldenburg, Visser, Sint, Blinkhoff Sr.,
Sprokkreeff
Bakker Snoeks Struys
Koster Blinkhoff Jr.
v.. -d. Wint
Zoowel Stormvogels als Enschedé
vallen direct fanatiek aan. De eerste
minuut blijft het spel nog even in het
middenveld, doch dan brengt Visser in
combinatie met Oldenburg fraai op.
Een voorzet van Visser volgt, de Wit
overziet snel de situatie, loopt uit en
onderschept het leder. Enschedé brengt
het voorlooplg niet verder dan de
Stormvogels-backs, die nu en dan min
der trapvast blijken. Als Snoeks den
bal naar Sprokkreeff plaatst, passeert
deze vlug Keppels, om dan voor 't
doel te plaatsen. Sint snelt toe en
schiet ontzettend hard over de lat.
Het begin doet voor Stormvogels het
beste hopen. Edoch, langzamerhand
vervalt men weder in de fout het spel
te kort te houden en Enschedé
gaat vlugger spelen. De nieuwe opstel
ling blijkt goed te voldoen zoodat de
Stormvogels-verdediging het druk
krijgt. Wanneer Koster een vrije trap
slecht plaatst en dan verzuimt aan te
vallen, neemt Veldkamp den bal mee
en voor de verdediging van haar ver
bazing is bekomen, ligt de bal achter
v. d. Wint (0—1).
Enschedé blijft even de meerdere.
De Boer geeft een langen center naar
Frölich, die een goede kans krijgt,
maar komt te vallen. Kort daarop is het
weer de Boer, die opbrengt. Hij pas
seert Blinkhoff Jr., doch stuit op den
toesnellenden Koster.
Struys verplaatst dan het spel. Een
lange center naar Sint volgt en een di
to van dezen naar Sprokkreeff, die
mooi voorzet. Blinkhoff Sr. en Sint
snellen toe en een hevige worsteling
voor het Enschedé-doel vangt aan.
Eenige malen wordt de bal ingezet,
doch even zoovele malen weer terug
getrapt en jhet slot van den aanval is,
dat de Eiischedé-voorhoede er
vandoor gaat. De Stormvogels-verdpd'
ging is in tegenstelling met ander!
wedstrijden niet te best, op drePf
Zoowel Bakker als Blinkhoff Jr. rak
eenmaal den bal slechts half, de Boe
kogelt hard in, maar v. d. Wint iaG!
zich niet voor de tweede maal ve
schalken. Enschedé weet dan nog J
corner te forceeren, die Blinkhoff 2
wegkopt. rj
De Stormvogels-voorhoede werkt w
hard, maar weinig succesvol, eendeei
door het zeer goede spel van Averint
de Groot en Stuve, anderdeels door b
korte, slechte plaatsen. Een corner
het meest tastbare resultaat, •welk8
de Wit netjes opvangt. Sprokkreeff
heeft rechts nogal eens vrij spel, dorh
ook dit feit brengt geen goals.
Vlak voor de rust nog even een naa
stevige Enschedé-aanvallen, beid
malen geleid door Frölich. Deii eerste
keer kopt Wevers schitterend in
kan v. d. Wint slechts met moeite cop
ner werken, den tweeden keer schie
de Boer hard tegen de paal. Rust 0—i
De tweede helft is voor een groot J
deelte de Stormvogels-helft geworder
Na een paar aardige aanvallen de
Oostelijken, waarbij blijkt, dat Koste
en Blinkhoof Jr. heel wat trapvaste
zijn, nemen Snoeks c.s. het spel in han
den. De linkerwing, vooral „Saall
ziet eenige malen kans Averink te pa*
seeren. Uit een zijner voorzetten krijg
Sprokkreeff een zeer goede kans, doe
schiet ontzettend slecht. Een tweed
uitval van Oldenburg stelt Sint üi(
gelegenheid te doelpunten. Damstra
hem echter te vlug af. Tenslotte
beert Oldenburg het zelf, doch,
goed het schot ook is gericht, de
laat zich niet passeeren. Na uitsteken
werk van Snoeks volgt een mooie
val van Visser—Sint, eerstgenoemd
schiet hard tegen de Groot en een
ner is slechts het resultaat. Even late
heeft Visser meer succes, wanneer
na een snellen rush zijn voorzet doo
Sprokkreeff ziet ingetrapt (1—1).
Van weerskanten wordt nu nog een
extra aangepakt. Be resp. voorhoede
doen flinke aanvallen. De Boerb
door talmen eeii goede kans verlor*
gaan. Voorts liggen de Sportclub'*
geweldig met den buitenspelregel ove
hoop. Een schitterend door Struys i
nomen vrije trap wordt niet mind-
schitterend door de Wit gestopt. D:
goede voorzetten van Oldenburg \vo
den resp. door Sprokkreeff, Blinkho
Sr. en Sprokkreeff, - oVergétrapt, óy*
gekopt ënnaastgetrapt.
Frölich leidt dan nogmaals een as
val, de voorzet bezorgt de Boer
goede kans, doch v. d. Wint grijpt
bal juist voor hem weg. Tenslotte h
Stormvogels nogmaals succes,
door Sint ingeschoten voorzet spri
van de Wit terug en Sprokkreeff di
punt (21).
De laatste minuten verstrijken om
groote spanning. De Boer en Ter Hc
loopen elkaar hij een voorzét van
vers geducht in den weg. Tegen
einde rent Sprokkreeff alleen op
Wit af. Hij ziet nog kans een scho:
lossen, dat de Wit stopt, en wordt
bijna tegelijkertijd „gevloerd". Dii
hierop is het tijd.
Visser „internationaal".
In het - elftal, dat Zondag a.s. te;
de Belgen speelt,, staat Visser op
ihks-binnenplaats. We wenschen
Stormvogel toe, dat hij speelt
Woensdag j.l. tegen Sparta in Rot
lam. Help Nederlands voetbaleer
succes ophouden, Visser!
In de week van 1419 April 192^
werden in de Badinrichting aan de
Snelliusstraat, IJmuiden, gebruikt
36 kuipbaden, 48 douchebaden.
Tarief:
Kuipbad 45 cent.
Kouchébad 25 cent
VISSCHERIJ.
Gedurende de week van 10 t|i
April 1924, kwamen alhier de na|
gende vaartuigen binnen:
76 Hollandsche-, 3 Duitsche stot
trawlers, 2 IJslanders, 28 zeil-, 3,
torloggers, 8 stoombeugers, 9 sloe)
1 Deensche motorkotter en 32 kusl
sellers. I
De besommingen waren als vols
Hollandsehe stoomtrawlers van l!
tot f 4308; Duitsche stoomtrawlers!
f 1950 tot t 2766; IJslanders van ft
tot f 18752; zeilloggers van f 2»
f 988; motorloggers van f 614 tot f 1
stoombeugers van f 1093 tot f S
sloepen van f 402 tot t 1435, Deens
motorkotter van f tot f 367,
wijl de kustvisschers totaal f 6®'
somden.
De aanvoer bestond uit 536.76;)
trawlvisch, 150440 K.G. IJslan®
visch en 41950 K.G. beugvisch.
De totaal opbrengst bedr. f 27 M*