toch wel een parallel te trekken. Want toen in 1873 de heer Schroder Visser, secretaris van de Factory te Batavia, een inspectiereis in Deli had gemaakt, schreef hij aan de directie der Neder- landsche Handel-Maatschappij: „De heer Straatman heeft op mij den in druk gemaakt van een kundig en ijve rig administrateur, onvermoeid den veldarbeid dagelijks nagaande, the right man in the right place, terwijl den nu reeds gunstig bekenden heer Cremer ook een woord van lof toekomt voor het nauwkeurig comptabel be lieer, dat in weerwil van de uitbreiding der zaken, zich door eenvoudigheid kenmerkt." De grondslag van de administratie door den jongen Cremer gelegd, is zoo degelijk en proefhoudend gebleken, dat die boekhouding merkwaardigerwijze in hoofdzaak behouden en in stand ge bleven is tot den huidigen dag. Het vertrouwen in Cremer's administratie ve bekwaamheden van den aanvang gesteld, is meer -dan vervuld; hij heeft zich een uitnemend beheerder getoond Hij is de man geweest, die orde schiep in ongeregelde toestanden, hij werd de oprichter van de Deli Planter s-Vereeni- ging, de stichter van de Deli-Spoor. Blijft Nieuhuys de pionier, de ontdek ker van de Deli-tabak, Cremer is de grondlegger van de geordende tabaks cultuur. Nooit is hij in gebreke geble ven, de belangen van het cultuurland te behartigen, te bevorderen met al zijn kracht en naar zijn beste kunnen. Deli 'had zijn liefde en zijn onverflauwde be langstelling. Als er moeilijke tijden dreigden, stond hij steeds gereed om de leiding te nemen, ook in de vergader zaal. Wij wisten allen, dat wij ons vol komen aan hem konden toevertrouwen en in dat besef gevoelden wij ons veilig. Geen leidsman of voorganger had on der ons zoo'n groot gezag, omdat zijn oordeel steunde op ruime ervaring en groote kennis van zaken, volkomen on persoonlijk en onpartijdig. Men kon op hem bouwen als op een rots. Hoe hoog hij mocht stijgen, en waar hij zich bevond, Deli beschouwde hij als de bakermat van zijn loopbaan. Die overtuiging heeft hij eens kernachtig uitgedrukt, toen hij als gezant te Was hingon, op 1 November 1919 bij het gouden feest van de Deli-Maatschappij, deze woorden over den oceaan zond: „Ik beschouw de jaren in Deli door gebracht als de belangrijkste van mijn leven, zij hebben mij geschikt gemaakt voor mijn lateren arbeid." Behoeft het nog verklaring, dat wij uitdrukking willen geven aan de ge voelens, die ons voor Cremers nage dachtenis bezielen? Zoo ja, dan heb ben wij slechts mede te deelen, dat de oproeping de grootst mogelijke instem ming heeft gevonden bij oud-Delianen hier te lande en bij vele honderden ter Oostkust van Sumatra, van onder scheiden landaard, hoog of laag ge plaatst. De deelneming heeft alle ver wachtingen verre overtroffen. Zoo mo gen wij dan spreken namens geheel Deli, wanneer wij de familie verzoeken, dit huldenlijk te willen aanvaarden als een blijvend teeken van dankbaarheid van het gewest en van allen, die zich daaraan verbonden gevoelen. Jacob Theodoor Cremer, kleinzoon en naamgenoot van den man, die hier rust, ik noodig u uit, het gedenkteeken te onthullen. Nadat de 22jarige kleinzoon aan deze uitnoodiging had voldaan en het ge denkteeken geheel zichtbaar was ge worden, sprak de heer Röell verder: Iri onvergankelijk marmer staat, gegrift, opdat het niet voor het nageslacht ver loren zal gaan, wat wij thans nog een maal luid willen uitspreken: „Aan Ja cob Theodoor Cremer, een man van grooten bedrijve, besogne, memorie en directie, ja singulier in alles, is dit ge denkteeken toegewijd -door het dankba re Deli". De heer Grijzen zeide daarop: Wanneer ik hier het woord neem, dan doe ik dat, om als oud-gouverneur van de Oostkust van Sumatra, ook van de zijde van de ambtenaren, die vroeger of later in Deli gediend hebben, een woord van diepgevoelde hulde te brengen aan de nagedachtenis van Ja cob Theodoor Cremer. Ik heb niet de eer gehad, tezamen met Cremer in Deli werkzaam te zijn; ik kwam daar jaren nadat hij het land reeds had verlaten. Doch des te beter was ik daardoor in staat, de resultaten waar te nemen, die de openlegging van Deli waarin Cremer zulk een over- heerschend aandeel heeft genomen voor dat land heeft gehad. Die resulta ten waren in één woord schitterend en die werden mij steeds wel het allerdui delijkst, wanneer ik bij wijze van con trast zoo van tijd tot tijd het nijvere, welvarende cultuurgebied verliet, om een bezoek te brengen aan die deelen van Sumatra's Oostkust, die nog niet door Europeeschen durf en energie waren onsloten en waar alles nog doodsch was en verlaten. Ook van de zijde van de ambtenaren wordt volmondig erkend, dat wat Deli thans is, het hoofdzakelijk te danken heeft aan zijne pioniers, onder wie Cremer dan wel de invloedrijkste plaats heeft ingenomen. Dat is ook de reden, die van dien kant zoo gaarne en zoo algemeen is deelgenomen aan de opriohung van dit gedenkteeken, dat bedoeld is als een blijvende, dankbare hulde van Deli, aan den man, die zoo enorm veel tot de ontwikkeling en bloei van dat land heeft bijgedragen. Vervolgens sprak de heer J. T. Cre mer Jr.: Waar mij de hooge eer te beurt is ge vallen, het gedenkteeken te mogen ont hullen, dat Deli heeft willen stichten voor mijn onvergetelijken grootvader, heeft mijn vader mij verzocht u allen uit naam van mijn grootmoeder en het jonge geslacht Cremer dank te zeggen voor het door uw daad eeren van zijn nagedachtenis. Van zijn nagedachtenis die de heeren Röell en Grijzen in hun hartelijke woorden hebben weergegeven van het dankbare Deli, het Deli, dat mijn grootvader steeds zoo lief was en dat zulk een groote plaats in zijn hart innam. Immer hebben wij kleinkinde ren, die hem gekend hebben niet voor namelijk als staatsman, maar meer als hoofd van het gezin, ondervonden, dat de ontwikkeling van Deli voor groot vader, alsmede voor grootmoeder, het meest dierbare was, waaraan zij heb ben medegewerkt. Nogmaals, mijne heeren Röell en Grijzen, onzen oprech ten dank voor uwe waardeerende woor den en onze groote erkentelijkheid je gens allen, die aan het tot stand komen van deze zoo sympathieke hulde heb ben deelgenomen. Het gedenkteeken, dat zich achter het omsloten graf verheft als een obelisk- vormige zuil, vertoont aan de voorzijde in medaillon het portret van den over ledene naar plaquette van Toon Dupuis Daaronder leest men het opschrift. Het monument is ontworpen en uitge voerd door den heer L. M. van Tettero de te Watergraafsmeer. Onder de vele aanwezigen merkten wij op van de Deli Maatschij. de hee ren J. Nieuwhuys, pres.-commissaris (de nu 88-jarige pionier van Deli), Jhr. H. W. Röell en E. Enthoven, ge-del. commissaris en Dr. C. W. Janssen en A. de Stoppelaar Blijdenstein, commissa ris; van de Deli Spoorweg Mij. Jhr. van Kretsclimar van Veen, directeur; Mr. van Kreel, secretaris; Mr. J. H. Bool, Mr. A. Tabeling; W. H. M. Schadeé, de Fremery en C. H. de Vreeze, commis sarissen; de heer Lusink, oud-agent der Ned. Handels Mij. in Deli, Mr. J. J. de Heer, advocaat te Medan; Jhr. IJ. Lou don, oud-directeur der Kon. Ned. Pe troleum Mij., Jhr. Röell, oud-inspecteur der Deli Mij.; de heer W. Cremer, vroe ger te Palembang, de heer Knappert, oud-inspecteur van den Arbeid in Ned. Indië, de heer Aberson, oud-hoofdad ministrateur der Deli-Tabak Mij., de heer P. C. Bruyn van de Holl. Ameri- kaansche Plantage Mij.; de heeren Hartsen v. d. Hoop, Port, Steenstra, de Ruyter, Zelvelder en Pfundt, allen oud administrateur der Deli Mij. Voorts Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga te Santpoort, de heer W. A. Dólleman, notaris te IJmuiden en tal van andere belangstellenden. Toen het monument overgedragen was, legde Mevr. Röell een prachtige krans daarbij. Prof. Dr. G. A. v. d. Bergh van Eysinga. Bestuurderen van het Haagsch Ge nootschap tot verdediging van den Christelijken Godsdienst, dat bij Kon. Besluit van 30 December 1923 bevoegd is verklaard tot het vestigen van drie leerstoelen in de faculteit der Godge leerdheid aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, hebben thans, curatoren van die leerstoelen gehoord, met ingang van 15 September e.k. benoemd Dr. G. A. v. Bergh van Eysinga, Ned. Herv. pre dikant alhier, privaat-docent aan de Universiteit te Utrecht. Wat dus verwacht werd, is geschied, onze predikant is hoogleeraar gewor den. Een eervolle onderscheiding, maar die zeer zeker verdiend is, want het is alleen onbegrijpelijk dat een geleerde als Dr. v. d. Bergh van Eysinga niet eerder een professorant heeft gekre gen. Daarvoor is maar één verklaring, n.l. dat het aantal vrijzinnige hoog leeraren in de faculteit der godge leerdheid in ons land betrekkelijk zeer gering is. In Utrecht zullen de eerste vrijzinnige professoren in de godgeleerdheid zijn. Dr. G. A. v. d. Bergh van Eysinga werd in 1874 te 'sGravenhage gebo ren. Hij bezocht de lagere school te Niehove (Gr.) en daarna het gymnasi um te Sneek. Hij studeerde aan de Rijksuniversiteit te Leiden en werd candidaat in Drente in 1899. Dr. v. d. Bergh van Eysinga zette zijn studee- ren voort te München en Berlijn, o.a. bij prof. Kuhn, den Sanskritist. Hij j promoveerde in 1901 aan de Universi-1 teit te Leiden tot doctor in de godge leerdheid op een proefschrift „Oud- Christelijke verhalen." Op 10 Maart 1901 aanvaardde Dr. v. d. Bergh van Eysinga zijn ambtswerk te Oss, vertrok in 1911 naar Helmond en is sinds 10 Januari 1915 alhier werkzaam. In 1904 werd Dr. v. d. Bergh van Eysinga benoemd tot pri vaat-docent aan de Universiteit te Utrecht voor de geschiedenis der let terkunde vóór hex Christendom. Dr. v. d. Bergh van Eysinga zal te Utrecht onderwijs geven in de wor dingsgeschiedenis van het Christen dom. Zijn verdiensten op wetenschap pelijk gebied zijn veie, zoo is hij een der stichters en bewindvoerders van de Internationale schooi voor Wijsbe geerte te Amersfoort en voorzitter van net bestuur dezer stichting. Vanaf de oprichting van het Nieuw iheoiogisch iijdschriix maakt Dr. v. d. Bergh van Eysinga deel uit der redactie en is daarvan secretaris. Behalve zijn dissertatie, waarover onlangs nog in Duitschland eenige publicaties verschenen, schreef Dr. v, d. Bergh van Eysinga „Radical Views about the New Testaments", „Die Hol- landische Radikale kritiek des Neuen Testaments", een boek over Clemens en Aiexandrinus en andere publicaties, o.a. in de serie Redelijke Godsdienst, bijdragen in het Theologisch Tijd schrift, in de Duitsche Theologische Monatschrifte. Bekend is ook zijn boek Vóór chris telijk Christendom. Sinds de oprich ting maakt Dr. v. d. Bergh van Eysin ga ook deel uit der redactie van het Tijdschrift voor Wijsbegeerte. Dr. v. d. Bergh van Eysinga zal pre dikant der Ned. Herv. Gemeente al hier blijven. De oudste inwoner van ons dorp, de heer G. B. A. Woltering en diens echtgenoote -Mej. WolteringSmit vieren bij leven en welzijn den 6en Mei e.k. hun gouden huwelijksfeest. De hr. Woltering is een te bekend dorpsge noot wie herkent hem in de verte reeds niet aan zijn sneeuwwit baardje? om te volstaan met de eenvoudige vermelding van het feit. De bruid is niet zoo bekend, omdat zij „minder aan den weg timmert", aangezien zij zich minder gemakkelijk verplaatst. Voor de Santpoorters, wier heugenis meer dan twintig jaar reikt, is Wolte ring „veldwachter Woltering". Ruim 28 jaar heeft hij, zoo al niet den scep ter dan toch de politie-sabel gezwaaid over Jan Gijsenvaart, Santpoort en Driehuis. Toen hij ruim 48 jaar geleden onder burgemeester Enschedé tot ge meenteveldwachter werd benoemd voor dien tijd was hij 2 jaar rijksveld wachter met deze gemeente tot stand plaats telde Velsen twee gemeente veldwachters, Woltering en Van Schin kel, den in Velsen zoo bekenden „Gijs", die later bode op 't gemeente-huis is geworden. Dat Wolterings taak geen gemakke lijke was laat zich begrijpen, als men weet, over welk een uitgebreide streek hij ordebewaarder was. En ook toen waren er dorpsgenooten, meer nog dan thans, die uit zich zelf zich niet ordelijk konden gedragen. Zoo af en toe hadden de Santpoorters het wel met de „Vaarters" (Jan Gijsenvaart) te kwaad en dan was Holland in last. Ook moest hij regelmatig toezicht houden, dat de café's op tijd werden gesloten. De meeste „stamgasten" wilden zich niet eer verwijderden, vóór Woltering geweest was. Kwam dan het ,,-bon- nenboek" voor den dag, ja, dan wisten zij van opschieten. Woltering was vóór zijn huwelijk mi litair, eerst in Holland, toen in Indië. Dertien jaar heeft hij in de tropen doorgebracht en bereikte den rang van sergeant-majoor. Leed is het gouden echtpaar niet be spaard gebleven. Maar zij hebben er den moed in gehouden en thans zijn zij weer, evenals 50 jaar terug, bruid en bruidegom. Woltering en echtgenoote, onze hartelijke gelukwensc'hen. De 29-jarige M. v. O., huisvrouw van M. L. P., wonende alhier had op 9 Maart bij een melkhandelaar melk wil len halen. Daar bekl. bij dien melkhandelaar voor f 50 in het krijt stond, wat deze maar steeds niet betaald kreeg, zeide de melkhandelaar, dat zij die f 50 maar een moest betalen, en hij haar anders geen melk meer op crediet gaf. Bekl. had toen iets gezegd en het gevolg was een woordenwisseling, die zoo hoog liep, dat de melkhandelaar haar som meerde zijn woning te verlaten. Bekl. vertikte het, en toen had hij haar beet gepakt om haar er uit te gooien. Daar dit den man (hij was zie kelijk) niet gelukte, kwamen zijn zoons er op af, en hadden het werk overgeno men. Door het vele slaan was bekl. op den grond gevallen. De getuige, een van de zoons van den melkboer, zeide, dat het op den grond gaan liggen, allemaal maar kunsten waren geweest. Men had haar heele- maal niet geslagen, alleen maar de deur uitgezet. Politierechter tot bekl.: „Komt u daar nog melk halen?" Bekl.: „Nee nou niet meer." Get.: „Omdat ze weet dat ze het toch niet krijgt." Politierechter. „Is die f 50 nu al be taald." Bekl.: „Nee, mijn man zegt, nu zij zoo zijn opge h eden, krijgen zij het hee- lemaal niet meer." Politierechter. „Maar dat is toch schandelyk. Die melkhandeiaar is toch m zijn voiste recht, om betaling te Krij gen voor ue nieiK aie hij geleverd heen. riet woora is aan aen officier van justitie. Deze zeide, dat de houding van bekl. niet was zooais zij wezen moest, in- piaats van schuld te bekennen, nam ze nier een houding aan ais de beieedigde onschuld. Zij muest niet éen, maar ve le toontjes lager hebben gezongen, zoo wel hier ais dij den meiKhanuelaar. hen en ander in acht nemende vroeg de ufiicier bekrachtiging van het reeds eerder gesproken vonnis van 1' 30.boete suds. i0 dagen. De Politierechter zeide nog eens de uiterste clementie in acht te willen ne men, gezien de werkloosheid van haar man, en veroordeelde bekl. tot f 10 boe te, bij niet-betaiing 5 dagen hechtenis. Bekl. moest eerst nog eens met haar man overleggen of zij in hooger be roep zou gaan. N. Hl. Ct. VOETBAL. STORMVOGELS—ENSCHEDE 2—1. De Oostelijke kampioenen hebben zich in IJmuiden van een heel wat be tere zijde laten zien, dan op hun eigen terrein. Trainer Julian had Buygers, den rechtsbuiten, laten vervangen en eenigen der andere heeren een nieuwe plaats gewezen. Het geheeie elftal speelde daardoor een klasse beter. Stormvogels' spel heeft in de afge- loopen competitie dikwijls op hooger peil gestaan. Er kan o.i. niet genoeg op gewezen worden, dat het spel meer open moet worden. Zoo verviel Blink- hoff Sr. Zondag weer veel te veel in de fout als tweeden midvoor te fungee- ren en vrijwel eiken bal op Sint te spelen, in plaats van het leder ook eens naar Visser en Oldenburg te plaat sen. Daardoor verkeerde Sint vaak in een moeilijk parket meermalen ont ving hij het leder, als een eerewacht van Enschedéërs om hem heen stond zoodat de verdediging der tegenpar tij telkens haar terrein kon zuiveren. Een ander voornaam onderdeel, dat nog veel te veel door de Stormvogels verwaarloosd wordt, is het zuiver langs den grond plaatsen. Slechts Struys kon ons Zondag in dit opzicht bekoren. Willen de Stormvogels ook tegen hun zwaarste concurrenten Feijen- oord succes (hebben, dan zullen zij onder leiding van hun eminenten trai ner, Mr. Magner, nog eens ernstig moe ten trainen. Bij hem is, dit weten we zeker, alle goede wil aanwezig. Het woord is thans aan de spelers. Tot ons genoegen zagen we den heer Galis als scheidsrechter optreden. Ook thans deed hij zich als een goed leider kennen. De wedstrijd. Nadat door Enschedé een lauwer krans is aangeboden, stellen de elftal len zich als volgt op: de Wit de Groot Stuve Averink, Damstra, Keppels Frölich, Wevers, Veldkamp, de Boer, ter Horst. Oldenburg, Visser, Sint, Blinkhoff Sr., Sprokkreeff Bakker Snoeks Struys Koster Blinkhoff Jr. v.. -d. Wint Zoowel Stormvogels als Enschedé vallen direct fanatiek aan. De eerste minuut blijft het spel nog even in het middenveld, doch dan brengt Visser in combinatie met Oldenburg fraai op. Een voorzet van Visser volgt, de Wit overziet snel de situatie, loopt uit en onderschept het leder. Enschedé brengt het voorlooplg niet verder dan de Stormvogels-backs, die nu en dan min der trapvast blijken. Als Snoeks den bal naar Sprokkreeff plaatst, passeert deze vlug Keppels, om dan voor 't doel te plaatsen. Sint snelt toe en schiet ontzettend hard over de lat. Het begin doet voor Stormvogels het beste hopen. Edoch, langzamerhand vervalt men weder in de fout het spel te kort te houden en Enschedé gaat vlugger spelen. De nieuwe opstel ling blijkt goed te voldoen zoodat de Stormvogels-verdediging het druk krijgt. Wanneer Koster een vrije trap slecht plaatst en dan verzuimt aan te vallen, neemt Veldkamp den bal mee en voor de verdediging van haar ver bazing is bekomen, ligt de bal achter v. d. Wint (0—1). Enschedé blijft even de meerdere. De Boer geeft een langen center naar Frölich, die een goede kans krijgt, maar komt te vallen. Kort daarop is het weer de Boer, die opbrengt. Hij pas seert Blinkhoff Jr., doch stuit op den toesnellenden Koster. Struys verplaatst dan het spel. Een lange center naar Sint volgt en een di to van dezen naar Sprokkreeff, die mooi voorzet. Blinkhoff Sr. en Sint snellen toe en een hevige worsteling voor het Enschedé-doel vangt aan. Eenige malen wordt de bal ingezet, doch even zoovele malen weer terug getrapt en jhet slot van den aanval is, dat de Eiischedé-voorhoede er vandoor gaat. De Stormvogels-verdpd' ging is in tegenstelling met ander! wedstrijden niet te best, op drePf Zoowel Bakker als Blinkhoff Jr. rak eenmaal den bal slechts half, de Boe kogelt hard in, maar v. d. Wint iaG! zich niet voor de tweede maal ve schalken. Enschedé weet dan nog J corner te forceeren, die Blinkhoff 2 wegkopt. rj De Stormvogels-voorhoede werkt w hard, maar weinig succesvol, eendeei door het zeer goede spel van Averint de Groot en Stuve, anderdeels door b korte, slechte plaatsen. Een corner het meest tastbare resultaat, •welk8 de Wit netjes opvangt. Sprokkreeff heeft rechts nogal eens vrij spel, dorh ook dit feit brengt geen goals. Vlak voor de rust nog even een naa stevige Enschedé-aanvallen, beid malen geleid door Frölich. Deii eerste keer kopt Wevers schitterend in kan v. d. Wint slechts met moeite cop ner werken, den tweeden keer schie de Boer hard tegen de paal. Rust 0—i De tweede helft is voor een groot J deelte de Stormvogels-helft geworder Na een paar aardige aanvallen de Oostelijken, waarbij blijkt, dat Koste en Blinkhoof Jr. heel wat trapvaste zijn, nemen Snoeks c.s. het spel in han den. De linkerwing, vooral „Saall ziet eenige malen kans Averink te pa* seeren. Uit een zijner voorzetten krijg Sprokkreeff een zeer goede kans, doe schiet ontzettend slecht. Een tweed uitval van Oldenburg stelt Sint üi( gelegenheid te doelpunten. Damstra hem echter te vlug af. Tenslotte beert Oldenburg het zelf, doch, goed het schot ook is gericht, de laat zich niet passeeren. Na uitsteken werk van Snoeks volgt een mooie val van Visser—Sint, eerstgenoemd schiet hard tegen de Groot en een ner is slechts het resultaat. Even late heeft Visser meer succes, wanneer na een snellen rush zijn voorzet doo Sprokkreeff ziet ingetrapt (1—1). Van weerskanten wordt nu nog een extra aangepakt. Be resp. voorhoede doen flinke aanvallen. De Boerb door talmen eeii goede kans verlor* gaan. Voorts liggen de Sportclub'* geweldig met den buitenspelregel ove hoop. Een schitterend door Struys i nomen vrije trap wordt niet mind- schitterend door de Wit gestopt. D: goede voorzetten van Oldenburg \vo den resp. door Sprokkreeff, Blinkho Sr. en Sprokkreeff, - oVergétrapt, óy* gekopt ënnaastgetrapt. Frölich leidt dan nogmaals een as val, de voorzet bezorgt de Boer goede kans, doch v. d. Wint grijpt bal juist voor hem weg. Tenslotte h Stormvogels nogmaals succes, door Sint ingeschoten voorzet spri van de Wit terug en Sprokkreeff di punt (21). De laatste minuten verstrijken om groote spanning. De Boer en Ter Hc loopen elkaar hij een voorzét van vers geducht in den weg. Tegen einde rent Sprokkreeff alleen op Wit af. Hij ziet nog kans een scho: lossen, dat de Wit stopt, en wordt bijna tegelijkertijd „gevloerd". Dii hierop is het tijd. Visser „internationaal". In het - elftal, dat Zondag a.s. te; de Belgen speelt,, staat Visser op ihks-binnenplaats. We wenschen Stormvogel toe, dat hij speelt Woensdag j.l. tegen Sparta in Rot lam. Help Nederlands voetbaleer succes ophouden, Visser! In de week van 1419 April 192^ werden in de Badinrichting aan de Snelliusstraat, IJmuiden, gebruikt 36 kuipbaden, 48 douchebaden. Tarief: Kuipbad 45 cent. Kouchébad 25 cent VISSCHERIJ. Gedurende de week van 10 t|i April 1924, kwamen alhier de na| gende vaartuigen binnen: 76 Hollandsche-, 3 Duitsche stot trawlers, 2 IJslanders, 28 zeil-, 3, torloggers, 8 stoombeugers, 9 sloe) 1 Deensche motorkotter en 32 kusl sellers. I De besommingen waren als vols Hollandsehe stoomtrawlers van l! tot f 4308; Duitsche stoomtrawlers! f 1950 tot t 2766; IJslanders van ft tot f 18752; zeilloggers van f 2» f 988; motorloggers van f 614 tot f 1 stoombeugers van f 1093 tot f S sloepen van f 402 tot t 1435, Deens motorkotter van f tot f 367, wijl de kustvisschers totaal f 6®' somden. De aanvoer bestond uit 536.76;) trawlvisch, 150440 K.G. IJslan® visch en 41950 K.G. beugvisch. De totaal opbrengst bedr. f 27 M*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 2