enjong Tandarts Stark De Wiskottens' Oliehandel „D1LO" Units?! I ap dl Haerlemsche Baokv@r@enipg IIJmüldbn Beverwijk j RENTEVERGOEDING) Het adres voor alle soorten Smeerolie en Ya-: ennmolie, Gas-, Motor- en Liehtolie, Benzol enz. Alleen te Haarlem F~ H.W.HolsmulIePn Alkmaar, opgericht 184-2. Het Kantoor voor Rechtszaken Noordhollandsch Landhonwcrediet Deposito dagelijks opeischbaar 2pCt. voor één maand vast Prolongatiekoera. voor drie maanden vast 4 pCt. voor een jaar vast 4'/, met een jaar opzegging 5 Spaardeposito (Spaarbankboekjes tot maximum f 2500.-) 4 pCt. j TEL. 415. WILHELMINAKADE 23. HOC JltCNTS G€LDlQ TOT \X/0 EN SO AG iSaW Alleen in onze filialen te IJmuiden en Velseroord. OROOTE MARKT 5 Spreekuur 9—11 en 24 dagelijks is HET adres voor goede Tand heelkunde en Kunsttanden tegen een laag tarief tot bestrijding van praktijken van onbevoegden. 126 Sabina Tbee en Sabina Koffie zijn beide succes merken. Zoowel de ervaren fijnproevers en proef- sters uit de provincie als ook de jongelui uit de steden zijn verrast over de kwaliteit van Sabina. U hebt nu zoo veel over Sabina ge hoord. Hebt U zelf ook al eens een proef genomen? Sabina Thee wordt in drie soorten verkocht. Sabina koffie ook. Vraagt Uw winkelier eens. Thee Groen Merk 40 ets. Thee Blauw 35 Thee Oranje 30 Koffie Groen Merk 60 ets.] Koffie Blauw 52'/» Koffie Oranje 42'/» per ons WILHELMINAKADE No. 29 IJMUIDEN Belast zich met INCASSO'S, RECHTSBIJSTAND, ADVIESEN, CRED1ETEN, INFORMATIÊN, ASSURANTIËN, BELASTINOEN, PROCEDEEREN, CONTRACTEN, BEHANDEL1NO VAN ERFENISSEN EN BEMIDDELINO TER VOORKOMING VAN FAILLISSEMENTEN Vraagt prQs en Inlichtingen. HoofdkantoorAlkmaar BijkantorenHaarlem, Leiden, 's Gravenhage, Delft, Rotterdam en Hoorn Verstrekt handelscrediet onder diverse zekerheid als HYPOTHEC AIR-VERBAND, BORGSTELLING ENZ. SPAARBOEKJES RENTE 4'/, Agentschap IJmuiden Kantoor Kerkstraat 5 99 34. door RUDOLF HERZOO. „Ik doe ook met een glas wijn be scheid. Wat zegt u er van, vader Wis kotten?" „Daaraan houd ik u, dominee. Moe der geef eens glazen. Nee, nee, ik heb geen jicht, ik doe maar net zoo." Juffrouw Wiskotten bracht de wijn glazen. Hoofdschuddend had zij den loop van het gesprek gevolgd. Nu meende zij voor haren oudste een verontschuldiging te moeten uiten. „Ik begrijp volstrekt niet, hoe onze Gustav op zoo iets komt? Daarover heeft hij toch vroeger niet nagedacht." „Misschien wel, omdat Ewald weg- geloopen is. Hoe komt een mensch soms plotseling op gedachten?" „Hebt u van uw zoon uit Düsseldorf al iets gehoord?" vroeg dominee Schirrmacher, zijn glas aan den mond zettend. Hij wilde den oude tijd laten om te antwoorden. Juffrouw Wiskotten echter zat met stijf saamgeknepen 'lippen en staarde, met een gezicht als of ze niets gehoord had, strak naar de lucht. „Ik heb door middel van Kölsch van hem gehoord," antwoordde Gustav Wiskotten voor zijne moeder. „De zoon van onzen onder-opzichter is eveneens in Düsseldorf op de academie. Hij heeft geschreven, dat Ewald aangeko men is en in de Bolkerstraat bij een zekeren Zinters kamers gehuurd heeft. Het ging hem oogenschijnlijk goed." „Dus voorloopig geen reden tot be zorgdheid!" „Tot bezorgdheid? De jongen is toch een Wiskotten. Hij zal alleen maar zijne horens er af loopen, gladweg tot op zijn dikken schedel. Als die hem maar eerst pijn doet, zal hij wel tot in keer komen." „Voor de theologie is hij niet gebo ren," zeide dominee Schirrmacher, en hij wiegde het hoofd heen en weer. „Hij kan toch wel een flinke kerel worden," lachte Gustav. „Energie heeft hij. Dat heeft hij bewezen. De vraag is maar, hoe ver die reikt." „Je schijnt veel van hem te houden." „Ik houd van iedereen, die energie bezit. Dat is nooit slecht materiaal. Bovendien: wij broers kibbelen slechts onder elkander, om zoo te zeggen uit overgroote liefde. Tegenover de buiten wereld waakt de een ijverzuchtig voor den ander." „Nu zie je, beste Gustav," zeide de dominee, terwijl hij zijn glas leeg dronk, „dat ook bezoeken in huizen met naambordjes somtijds niet zonder nut zijn. Ik ten minste moet bekennen, dat ik den middag goed besteed heb. Zes uur is het geworden. Houd u altijd zoo kalm, beste vader Wiskotten, en God late u uw tevreden gemoed behou den. Adieu, juffrouw Wiskotten. Gus tav, je komt zeker wel eene lange pijp bij me rooken?" „Nu ga ik Wilhelm uit de veeren ja gen," zeide Gustav Wiskotten, toen dominee Schirrmacher vertrokken was. „De kerel slaapt als een os. Ha, eindelijk!" Wilhelm verscheen, zorgvuldig ge schoren, met goed verzorgde bakke baarden. Zijn donkerbruin costuum was volgens streng Engelschen snit. „Dacht je soms," lachte Gustav Wis kotten tegen hem, „dat we de fabriek stil konden laten staan, om jou te be groeten?" Hij schudde zijn broer krachtig de hand. „Dag, Wilhelm. Je ziet er uit om door een ringetje te ha len. Een branie als schoppenkoning. Maar dat doet er niet toe, als het hart slechts op de rechte plaats zit. Alle achting, Wilhelm!" „Goeden dag, Gustav. Hij knikte zijne ouders toe. „Valt er gauw wat te eten, moeder?" Juffrouw Wiskotten verbaasde zich. „Wel jochie," schertste de oude Wis kotten, „wat wou je dan hebben? Mor genkoffie? Een twaalf uurtje? Mid dageten of avondeten? Als het zijn moet beginnen we nog eens van voren af aan." „Alles tegelijk, vader, in den vorm van een biefstuk." „Maar het is toch nog geen acht uur? Daar komen de jongens al aan?" August, Fritz en Paul Wiskotten stormden de trap op. „Is Wilhelm wakker geworden? Goeien dag, Wilhelm! Dag jongen! Dag Englishman! Gezegend zij de dag," begon Fritz Wiskotten met luider stem, „die heden ons verschenen is En krachtig viel het koor in: „Wiede- boem, wiedeboem, wiedeboem!" De oude Wiskotten straalde van vreugde. De moeder hield haar ooren dicht eri haastte zich naar de keuken, om de meid bevel te geven terstond den biefstuk te braden. Daarna zat de geheele familie rondom de tafel en drong Wilhelm tot spreken. „Maar de jongen is nog zoo flauw als iets," voer de oude vrouw aan. Fritz schoof hem de wijnflesch toe. „Drink eens. Een slokje op de valreep diedeldiedeldom! Klaar tot den aan val." „Dat maakt hem toch beschonken!" „Dat telt bij een twaalftal niet. Wat zeg jij, oude whiskyzoon? Of poets je tegenwoordig je tanden met sodawa ter?" „Ik begrijp niet," zeide Wilhelm lang zaam, „dat jullie je maar absoluut geen vormen aan kunt wennen." „Vormen! Moeder, Wilhelm is wer kelijk flauw." „Ik bedoel," ging Wilhelm Wiskotten voort, „dat men toch moet kunnen on derscheiden of men zich in een goede familie bevindt of in eene herberg." „Moeder," zeide Gustav Wiskotten met gedempte stem, „pas op, u krijgt de orde van den Kouseband." „Hoe krijg je het in je hoofd zoo on eerbiedig over je moeder te spreken," wees de oude vrouw hem geërgerd te recht. „Toch, toch! En vader wordt pair van Engeland." „Dat begrijp ik niet. Dat zijn zeker weer praatjes." De broers lachten. Zelfs August Wis kotten vertrok den smallen mond. Toen echter klopte hij op de tafel. „We zijn toch geen uur vroeger uit de fabriek gekomen om gekheid te ma ken, maar om rustig naar Wilhelm te luisteren. Jullie konden werkelijk wel wat ernstiger zijn. Hier gaat het om de zaken." Toen werd het stil rondom de tafel. „Ik heb regelrecht bericht gezonden," bëgon de teruggekeerde. „In den be ginne gingen de zaken even als altijd, j Onderkruipingen der concurrentie, langdurige onderhandelingen. Allerlei.] bijzondere verlangens der afnemers, ergernis met de agenten. Toen kwam3 August's dépêche dat in het Wup4, per dal 's avonds de werkstaking uij| zou breken, dat Gustav met inspaif ning van alle krachten bij ons de orde- hersteld had en wij nu de eenigen wa-J ren, die prompt konden leveren, er. door middel van nachtploegen twee maal zooveel als anders. Den.volgen-e den morgen nam ik een rijtuig en reecj alle afnemers af, den geheelen dagQ Ieder hunner toonde ik de dépêc'hen Ze hadden de tijding reeds door de, morgen-édities der bladen vernomen" en waren zeer bezorgd of ze wel ter^ rechter tijd hunne bestellingen zouderij ontvangen, om prijscouranten en rei* zigers uit te kunnen zenden. Wel, tthiÉ speelde ik natuurlijk den grootmoed I ge. Onze machines waren wel reeds inj beslag genomen, doch om oude klan-, ten ter wille te zijn, zou ik ook nog[ hunne bestellingen er bij nemen, in-- dien het geen stoornis veroorzakende! kleinigheden, maar belangrijke op-| drachten betrof, en wat ik nog meeij voor mooie woorden verzinnen kon.. Het meest imponeerde het den Engel-: schen, dat bij ons de orde gehand-E haafd bleef. Toen vertelde ik hun, daV Gustav de raddraaiers zoo maar me{ de koppen tegen elkander bonsde, tot-l( dat hun hooren en zien verging „Maar zoo is het volstrekt niet gej gaan," wierp juffrouw Wiskotten te-* gen. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 4