ORGAAN VOOR D No. 67 5^' Zaterdag 21 Juni 1924 9« IJMUIDER COURANT Jaargang VAN OEN WACHTTOREN. Andere heeren in Frankrijk, Door den uitslag der verkiezingen van 11 Mei is Frankrijks eerste minis ter Poincaré gedwongen geworden heen te gaan. Een der machtigste mannen van Europa is op den achtergrond ge treden, Is het de geest van verzoening, die hem heeft teruggedrongen?. Of zijn 't de belastingbetalers, die hun vader land liefhebben maar meer nog hun beurs. Een minister, die zwaarderen belastingdruk uitoefent, komt gewoon lijk zelf allereerst in den druk. Millerand is nog president der Fran- sche republiek, maar waarschijnlijk is hij reeds bezig zijn koffers te pakken en alles gereed te maken voor een aan staande verhuizing. Een president moet boven de partijen staan. De nederlaag van Poincaré zal ook wel den val van Millerand ten gevolge hebben, al weet hij zich nog kort wankelend staande te houden. De nieuwe meerderheid in de Kamer van Afgevaardigden zal hem het blijven wel onmogelijk maken. Tar- dieu, nog onverzoenlijker dan Poinca ré, die nog hardhandiger tegen Duitsch- land zou willen optreden dan deze ge daan heeft, heeft na de verkiezingen verzucht: Het linker Bloc heeft de meerderheid, des te erger voor Frank rijk. Europa denkt daar anders over. De linkerzijde zal de verhouding tegen over Duitschland definitief willen rege len, billijker en vredelievender zijn dan Poincaré, welwillender tegenover En geland, wat ook voor vrede en herstel van Europa zeer gewenscht is. Harriot, de aangewezen opvolger van Poincaré heeft ronduit verklaard voor het aannemen van het program van scha devergoeding, door een commissie van deskundigen (rapport-Dawes) vastge steld, zonder voorwaarden te zijn. Het zelfzuchtige nationalisme heeft in Frankrijk een duchtigen slag ge kregen. Europa gaat al beslister den weg der demokratie op en die weg leidt naar den vrede. De invloed der arbeidende klasse in het staatsleven is groot in Engeland, Denemarken, Frankrijk, Oostenrijk en Duitschland. De arbeidende klasse wil wel strijd, maar niet met het zwaard. Zij heeft in '14 den oorlog niet kunnen keeren, maar is waakzaam en vast voorne mens, om een tweeden wereldoorlog te voorkomen. De nieuwe voorzitter der Fransche Kamer van Afgevaardigden, de oud- minister Painlevé heeft zich zeer voor zichtig uitgelaten: Als het plan der deskundigen eenmaal in werking is, zal de noodzaak om troepen te houden aan den Roer al meer verdwijnen, als onze bondgenooten slechts waarborgen dat zij met ons zullen willen optreden, als Duitschland in gebreke blijft. Dat is staatsmanstaai, voor ver schillende verklaring vatbaar, opzet telijk voorzichtig en vaag gehouden. In elk geval spreekt er bereidwillig heid uit, om het plan Dawes te aan vaarden. Aardig is de taal der spotplaten over de verandering van heeren in Frank rijk. Er hangt een zwaard aan den muur, om gevest en punt is een spin- neweb geweven. Is de bedoeling, dat het zwaard thans langen tijd zal kun nen rusten? Of dat slechts een dun weefsel van zwakke draden het zwaard in de schede houden? In een ring staat een geweldenaar, een bokser van reusachtige afmetin gen met een dom, eigenwijs gezicht; zijn naam is: vraagstukken, die de oorlog naliet. Om den ring heen op den grond liggen de vechters, die getracht hebben den reus er onder te krijgen, Italianen, Franschen, Engelschen en Duitschers. De beurt is thans aan Her- riot. Zal hij gelukkiger zijn? De reus is zeker min of meer vermoeid en men heeft zijn zwakke plekken leeren zien. Wellicht zullen de problemen van na den oorlog, nu de geallieerden het met elkander eens zijn, eindelijk opgelost kunnen worden. Engeland en Frankrijk staan naast het altaar der vrijzinnigheid en ont steken aan zijn vuur hun fakkels. In derdaad is er in beide landen een ster ke demokratische strooming gekomen en die fakkels zullen niet spoedig ge- doofd worden. Men is in beide landen al het gehaspel en gekibbel en gekrib over schadevergoeding en herstel meer dan moe. Nog een plaat met een pedante haan op een torenpunt: de Gallische haan, zinnebeeld van Frankrijks trots en kracht. Vier richtingen worden aange duid. Harde maatregelen is er een En verzoening een ander. De haan wijst beslist naar de laatste richting. We hopen, dat de haan niet zal draaien en nu eens boven alle staten van Europa steevast blijft wijzen in de richting van vrede en verzoening. Hij mag zoo wel vastroesten, zoodat geen storm hem meer naar een anderen kant be weegt. PLAATSELIJK NIEUWS. IJMUIDEN. |0pening Schaftlokaal. Er was jaren over de wenschelijkheid gesproken. Eens heeft een som op de staatsbegrooting gestaan, doch de aange broken tijd van malaise deed het plan weer overgaan. Bijna zou men geneigd zijn te denken, dat er nooit een warm lokaal scheen te komen, waarin de arbeiders in donkere nachten wachtende of er ook een schip voor hun binnenkomt, een rustige warme schuilplaats kunnen vinden. Tot een onder nemende particulier, den kans ziende daarin een stuk brood te verdienen, vergunning vroeg en kreeg om een schaftlokaal te mogen bouwen. En zoo verrees in eenige maanden het gebouw bij den kop van de haven, achter de zich aldaar bevindende dienstwoningen en kantoren. In uren van wachten zeker wel de mooiste plek van geheel ijniuiden. Dinsdagmiddag waren daar door den eigenaar een aantal belangstellenden genoodigd om eenigszins plechtig het gebouw te openen. We zagen o.a. van het gemeentebestuur wethouder Dunnebier en verschillende leden van den gemeenteraad. Een aantal bloemstukken waren gezonden, als zoovele blijken van belangstelling, w.o. wij zagen van verschillende organisaties van havenarbeiders. Nadat eerst gelegenheid was geweest om onder leiding van de bouwers, de leden der firma P. Heere, aannemers alhier, het gebouw te bezichtigen, vereenigden allen zich in het frissche zaaltje en nam de heer C. van der Steen, voorzitter der afd. IJmuiden van den Ned. Bond van Chr. Fabrieks en Transportarbeiders het woord, die zeide gaarne gehoor te hebben gegeven aan het verzoek bij deze gelegenheid een enkel woord te willen spreken. In de eerste plaats feliciteerde hij den eigenaar, den heer De Leeuw met het keurig ingerichte lokaal en voegde daaraan den wensch toe dat de arbeiders, werkzaam aan de visschershaven en het publiek er in ruime mate gebruik van zullen maken. Ten tweede een woord van dank aan den directeur der Rijksvisschershaven, de heer Schneiders, namens alle havenarbeiders, voor diens medewerking om het lokaal tot stand te brengen, waardoor aan een lang gekoesterde wensch is voldaan en tijdens de gure winternachten een onderdak te hebben bij een warme kachel. Wie dat wachten wel eens meegemaakt heeft, geleund tegen een koude ijzeren paal, weet wat dat zeggen wil en gevoeld dat hier aan een groote behoefte is tegemoet gekomen. Spr. hoopt dan ook dat allen hunne medewerking zullen betoonen opdat de heer De Leeuw niet teleurgesteld mag worden. Tevens een woord van dank aan de aannemers die zich geen moeite hebben ontzien, om te zorgen dat de aflevering niets te wenschen overlaat. Wie zich in de toekomst een badhotel wil aanschaffen, kan zich gerust tot de firma Heere wenden, die zulk werk is toevertrouwd. Een woord van dank ook aan hen, die door hunne aanwezigheid belangstelling betoonen. En ten laatste een beroep op alle haven arbeiders, om dit werk op prijs te stellen niet alleen door er te komen, doch ook door het als een tehuis te beschouwen, waarin zindelijkheid betracht moet worden, om het den ondernemer iets meer gemak kelijk te maken, daar dit uw aller belang is. En hiermede verklaar ik het lokaal te zijn geopend. Vervolgens verkreeg de heer D. F. O. Schilling het woord, die zei wel eenige wrok te gevoelen dat het rijksbedrijf gedurende 25 jaren geen gelegenheid heeft gevonden iets op deze wijze voor de arbeiders te doen, hoewel millioenen aan zorg voor doode materialen zijn verbruikt. Maar naast dat gevoel van ontevredenheid staat een gevoel van dank voor dien parti ticulier, die iets wil doen om verbetering te brengen in het'lot van die arbeiders, die bij nacht en dag moeten wachten aan de haven of er voor hun en hun gezin ook een stuk brood is te verdienen. Dat wachten is zwaarder dan de meesten der hier aan wezigen zich kunnen voorstellen. Met den wensch dat de heer De Leeuw door wel slagen van zijn onderneming beloond mag worden voor dit streven naar verbetering, eindigde deze spreker. Nadat ook nog de heer De Leeuw zelve een woord van dank had gesproken was het officiëele deel geëindigd en werden de aanwezigen onthaald op wat het buffet biedt, tevens ten bewijze dat de consumptie van goede kwaliteit is. Ons rest nu nog even een korte beschrij ving van het vriendelijk aandoende gebouw. Uit militaire noodzaak, op grond van de kringenwet, mocht het niet van steen opgetrokken worden. Vandaar dat op het steenen fundament een houten beschot is opgetrokken. De buitenwanden zijn dubbel gebouwd, waar tusschen, voor het trekken van het hout op dit zonnig en winderig hoekje, vulling is aangebracht. Achter het frissche lokaal is een nette woning met slaapkamers, keuken, enz. voor den exploitant gebouwd. Alles is naar behoefte met open slaande of schuiframen voorzien. Wij voor ons gelcoven zeker, dat niet alleen de havenarbeiders maar ook menig ander wel gaarne eens vertoeven zal in dit nette lokaal met het heerlijke uitzicht over de buitenhaven. B. en W. van Amsterdam hebben het uitvoeren van werken ten behoeve van het op hoog peil brengen van een gedeelte der Boerenwetering opgedragen aan de Amst. Ballast Mij. voor f 129777. Een minderjarige jongen was van zijn pleegouders alhier weggeloopen. Hij is in Amsterdam aangehouden en wordt nu onder toezicht van zijn voogd in Amsterdam gesteld. In de Woensdag gehouden jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders der N. V. Industrieele Maatschappij Hera alhier werden de balans en de winst- en verliesrekening over het boekjaar 1923 goedgekeurd en aan directie en commis sarissen décharge verleend. De heer H. Polderman te Rotterdam werd als commis saris herkozen. VELSEROORD. Bij de Woensdag in het Friesche Koffiehuis alhier ten overstaan van notaris Boerlage gehouden verkooping werden twee woonhuizen aan de Kalverstraat gekocht door den heer j. J. Glas alhier voor f 3800vier huizen, waarbij slagerij met slachtplaats en gronden aan den Zeeweg en Koekoeksweg, gekocht door den heer E. Loendersloot alhier voor f 12051 j een leegstaand huis aan den Koekoeksweg gekocht door den heer J. v. d. Boogaard alhier voor f 2460. VELSEN. Raadsverslag. Onze lezers zullen wel opgemerkt hebben dat het raadsverslag in ons blad van Woensdag ongecorrigeerd moest worden opgenomen Wij kunnen niet alle drukfouten, als pendanterie enz. gaan verbeteren, maar moeten wel enkele fouten herstellen. Zoo staat erwaar de secretaris der school voor Chr. Volksonderwijs Hervormd is, enz voor Hervormd had Gereformeerd moeten staan. Verderop staat in de rede van den heer LandeweertIn de bestaande school zijn in alle klassen voor hun zaak berekende onderwijzers. Inplaats van zaak had taak moeten staan. Verderop laat dezetterden heer Vermeulen zeggen dat B.enW. ambtenaren gevonden hebben om de handtteekeningen te contro leeren. Dit moet gezonden zijn. Ten slotte hebben wij vermeld, dat bij de stemming over de aanvrage voor de nieuwe school op Wijkeroog tegen het voorstel van B. en W. om daarop afwijzend te beschikken, stemden de heeren Vermeulen en Landeweert. De lezer zal wel begrepen hebben, dat dit moest zijn de heeren Vermeulen en Wardenaar. INGEZONDEN. Buiten verantwoordelijkheid der redactie Geachte Redactie Uit uw blad van Zaterdag 14 Juni j.l. blijkt me, dat het stukje over „Contröle", de oorzaak is geweest, dat eenige venijn- sluizen zijn opengezet. Mijn stukje was een beschouwing over controle als begin sel, geïnspireerd door de uiting van den heer Albarda, die ik zoo mooi vond, dat ik het nuttig oordeelde, dat ze in wijder kring bekend werd. Ik heb daarin volstrekt niet gegeneraliseerd, heb gesproken van „bij onderwijzers", wat iets anders is als: bij de onderwijzers. En ten overvloede heb ik later nog eens uitdrukkelijk gezegd: Gelukkig zijn er ook wel gunstige uitzon deringen. Ook de heer Albarda spreekt van „heel velen" en „die vele onderwijzers". Ik denk maar zoo, mijnheer Klimp„Wien de schoen past, trekke hem aan", en zal dan misschien neiging voelen om te gaan schelden, dat hangt van iemands wellevend heidsgraat af; wien de schoen niet past, die zal zich rekenen tot die gunstige uit zonderingen, wier aantal gelukkig ook vele is. En hij zal zwijgen, omdat hij zich niet bedoeld weet. ik ben alleszins bereid met ieder onbe vooroordeeld persoon te polemiseeren over het beginsel. Gaat men het schrijven daar over echter te baatnemen als een dank bare gelegenheid, om een serie hatelijk heden te luchten, zijn woorden doorspek kend met termen als„stelletje grofheden, geleerdheden, uitkramerij, kostelijke pendan terie, innerlijk valsch, onwaar, lomp, on zuivere geest daaraan nog toevoegend een groot aantal insinuaties, waarvoor men geen enkel bewijs bijbrengt, dan acht ik mezelf te fatsoenlijk daarop terug te komen. Een paar misvattingen moet ik echter recht zetten. Zeker, het woord controle is een Fransch woord en deze taal Fransch komt van den Latijnschen stam. Slaat men een goed woordenboek op, dan vindt men achter contröle, de contre et röle. Kijkt men deze twee samenstellende deelen weer na, dan vindt mencontre (lat. contra) tegen, röle (lat rotulus), rouleau, rol, lijst, register. Verder staaf er voor rouleau rolstok, rolhout, rolsteen, land bouwwerktuig. De letterlijke beteekenis is dus wel degelijk tegenrol, en heeft met „oprollen" niets te maken. Waar ik verder sprak van aan den rol gaan en tegenrol daar heeft iedere welwillende lezer begrepen, dat dit gedeeltelijk een woordspeling is, doch als geheel figuurlijk moet worden opgevat. De tegenrol is het toezicht, de critiek. En of nu datzelfde woord verder ook nog beteekentdubbel register, tegen- boek, tegenrekening, post van een tegen boekhouder, ambt van een controleur, naamlijst van een regiment, een compagnie, conduite-lijst en stempel op goud en zilver werk, dat doet aan de oorspronkelijke beteekenis niets af. De heer Klimp snapt het beeld niet en gaat dan schimpen. Iemand, die in zoo'n klein bestek zooveel scheldwoorden weet te plaatsen, moet ver der maar zwijgen van „fijne innerlijke beschaving en zedelijken levenswil". Voor ieder is het duidelijk, dat hij door een regen van scheldwoorden de aandacht tracht af te leiden van de gulden woorden van den heer Albarda, die voor „die vele onderwijzers" een bittere pil vormen om te slikken, een, die wel eens een beetje kon kroppen. De heer Roelse wil het doen voorkomen, alsof het stukje een uitvloeisel zou zijn van de overplaatsing van een onderwijzeres, Niets is minder waar, zie boven. Maar ook de heer R. neemt de gelegenheid gaarne te baat om zijn oordeelvellingen, niet voor de zaak, maar over den persoon in de wereld te slingeren. Hij spreekt hoofd zakelijk over de wijze van controleeren, waar mijn stukje niet over rept, verwart dus beginselen en toepassing volkomen. Als mijn bestuur van de school toch zoo slecht is, waarom heb ik dan het eerste en eenige conflict, dat er aan de school ge weest is, gewonnen Waarom heeft Roelse dan nooit eens aan B. en W. gevraagd om dat rapport over die zaak van twee jaar geleden eens te publiceeren Nadat de voor mij gunstige en voor de betrokken onderwijzers zoo ongunstige conclusie der commissie van onderzoek was gepubliceerd, nooit meer een kik over het rapport. En hoe komt hij aan 4 overplaatsingen Één werd overgeplaatst niet op eigen verzoek, tegen zijn zin, een ander heeft uit vrijen wil gesolliciteerd naar Wijkeroog, om rede nen buiten mij staande, heeft integendeel voor mij een zeer gunstige en voor mijn tegenpartij een zeer ongunstige verklaring afgelegd voor de commissie van onderzoek, En verder is er alleen de laatste overplaat sing, die nog onderzocht moet worden. Het stukje van den heer Roelse ademt denzelfden geest als zijn woorden in den Raad over de overplaatsing, een van vaag heid en verdachtmaking. Kom met feiten en steek uw licht eens op ruimer schaal op, dan zoudt u tot oordeelen bevoegd zijn, doch zoogoed als zeker doen, wat gedaan werd na de verschijning van het bovengenoemde rapport:zwijgen, om eigen standje te redden. Geachte Redactie voor de welwillende plaatsing van dit mijn laatste woord in dezen, mijn hartelijken dank. J. W. VAN OOSTROM WITTE KRUIS. Stel niet uit lid te worden van het Witte Kruis tot dit noodig is. Ziekte kom onverwachts, het noodlidmaat- schap kost u dan f 4. Voor f 1.50 Contributie per jaar dus 3 cent per week is men lid en heeft dan recht op kostelooze hulp van een der wijkzusters en teven gebruik van ver- pleegmateriaal. Opgave van lidmaatschap gelieve men te richten aan den Administrateur- den heer J. F. de Liefde, Lagerstraat 12 te Velseroord. Mijnheer de Redacteur Verzoeke beleefd eenige plaatsruimte voor hel onderstaande, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Naar aanleiding van het in uw blad voorko mende stukje van 21 Mei j.l, „achteruit gang der visscherij", kan ik niet nalaten de Hollandsche toestanden hiermee te toetsen. Mijn conclusie is, dat het hier ook niet beter gesteld is. Hoe kan het ook anders hoe staat het hier ook met de loonen in 1 visscherijbedrijf Ze zijn ver beneden het redelijke, ver beneden andere bedrijven. Armoe en nog eens armoe onder de vis- schersbevolking. Om bewijzen daarvoor te krijgen, moet men als de maand om is en 't is rekenen, maar eens aan de loketten van de gagebureaux luisteren. Daar kart men stof krijgen voor een drama in vijf bedrijven. Tekorten en nog eens tekorten is het devies. Er staat te IJmuiden een prachtige visscherijschoolik vraag mij af „waarvoor?" Ik zal als visscherman de laatste zijn om er mijn kinderen naar toe te sturen. Niet voor de opleiding die zij daar krijgen, houdt mij ten goede, de op leiding is absoluut niet te becriticeeren, maar om deze reden„Zoolang er niet meer voor den visscherman gedaan wordt, is er niets mee te bereiken. Wat wordt er voor de visschers door de regeering gedaan Letterlijk nietsWat voor een rechtspositie heeft de schipper, en dat is toch de hoogste functie welke door een visscherman te berei ken is. Worden zij niet dagelijks door de ambtenaren van de visscherijinspectie op hun plichten als schipper gewezen Ooed, maar laten onze autoriteiten dan eerst beginnen den schipper een betere rechtspositie aan boord te verschaffen, de schipperswet te wijzigen en een verplicht diploma in te voeren, en hun daardoor een sterkere positie te verzekeren, wat toch wel wenschelijk is. Dan zouden onze jonge zeelieden er tenminste iets voor gevoelen om er zich voor te bekwamen. Wat heeft een schipper op 't oogenblik voor zeker heid Begonnen als kleine jongen, te varen met het doel voor oogen eens schipper te worden, het hoogste te bereiken wat te krijgen is, dan is zijn ideaal bereikt. Men brengt het zoover, stel je voor, je heele jonge leven op zee gesleten, altijd op zee zwalken, maar je hebt je doel bereikt, inen wordt schipper. Het ligt in den aard der zaak opgesloten, dat men in de meeste gevallen niet de beste schepen krijgt als men pas begint. Je hebt het ongeluk een paar slechte reizen te doen, dan wordt men bedankt en je ziet je heele toekomst in duigen vallen, voorwaar om van te watertanden. Indien het niet beter wordt als op het oogenblik, dat er een betere rechtspositie verkregen wordt, dan kan iemand met een helder brein daar zijn kinderen niet voor grootbrengen, ik pas er tenminste voor, zoolang de nood niet dringt. Toevallig las ik in uw zelfde blad een stukje overgeno men uit de Rott. Courant, van den WelEd. heer Hub. Dirkzwager, die verklaarde en bovengenoemde heer is wel iemand die het weten kan dat de Noordzeevisscherij voor Holland veel meer beteekend als de Kon. Holl. Loyd. Welnu, dan wordt het toch tijd dat daar de aandacht eens op gevestigd wordt, terwijl het nog niet te Iaat is. Alleen dat ben ik niet met den heer Dirkzwager eensHij schrijft dat er in 1913 100.000 werknemers een flink stuk brood in de visscherij verdienden, maar daar zal hij toch zeker niet de zeeman mee bedoelen, want als er één een goed loon verdiend heeft, de zeeman zeker niet. De zeeman heeft wel een ander aan een flink stuk brood geholpen, maar in de visschersgezinnen heeft zoolang de vis scherij bestaat nooit anders geweest als gebrek en nog eens gebrek en zijn pensioen is de Prins Hendrik-Stichting, mits er een plaatsje is. Met dank voor de plaatsruimte, teeken ik, Een zeeman die niet voor het eerst komt kijken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 1