ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN No. 80 Woensdag 6 Aug. 1914 9e Jaargang IJ MUIDER COURANT OFFICIEEL. AFSLUITING WEGEN. Burgemeester en wethouders van Velsen maken bekend, dat op 27 Augustus a.s. de Achterbuurtweg, de Molenstraat en de Middendorpsiraat te Santpoort voor het openbaar verkeer gesloten zullen zijn van des voormiddags 0 tot des nam. 6 uur. Velsen, den 30 Juli 1924. Burgemeester en Wethouders voornoemd, de Secretaris, de Burgemeester, J. Kostelijk. Rijkens. Ingekomen perionen. Aantal m. v. T. van der Vis, C. Zeestraat 26 2—4 Wed. Lauwers, geb. Boone, C. Rijksstraatweg 31—1 W. M. Nueboer, C. Kanaalstr 138 1—2 H.J. Tietjens, A. Bloemend.str.weg47 1—1 E. Zwart, C. Kennemerlaan 31 1—2 C. v. d. Stelt, C. Prins Hendr.str. 4 23 D. Reisig, H. Hagelingerweg 228 3—3 PLAATSELIJK NIEUWS. IJMUIDEN. POSTKANTOOR IJMUIDEN. Lijst van onbestelbare brieven en j briefkaarten, van welke de afzenders onbekend zijn. Brieven Binnenland. Glastra, O.Amsterdam. Inspecteur L. O.Haarlem, j de Vries, W.Hilversum. Briefkaarten Binnenland. Milinkerntsch, Mej.Amsterdam, v. Overloop, C. de Wit, Mej.Rotterdam. Briefkaarten Buitenland. leende, With.; Plaven. Het Chr. Fanfarecorps Wilhelmina af Zaterdagavond ter eere van den ver ardag der Koningin-Moeder een concert in de tent op het Willemsplein, waarbij tal 'van vadtrlandsche en geestelijke liederen verden gespeeld. Wij vernemen, dat onze vroegere plaatsgenoot C. Schol, thans woonachtig e Noordwijk aan Zee, is geslaagd voor het Mulo-examen, 31 Juli in den Haag gehouden. i IJMUIDEN. j Vorige week deelde een loods aan de politie mede dat een jongen, S. genaamd, die hier logeerde, in de kleine sluis in 't water gevallen was tusschen de steenen muur en een daar in liggend Engelsch schip. De ste ward van het schip wierp den jongen direct een lijn, met een kurkezak er aan, toe, waaraan de jongen weer op t droge kwam. Laat dit een waarschuwing voor de en de ouders zijn. De jongens klimmer) vaak op de schepen in de sluis en dat dit niet zonder gevaar is, is nu weer gebleken. Vrijdag werd door den heer K., wonende te Velseroord, aangifte ge- laan, dat hij in de Kennemerlaan was langereden door een jongen, die los op :ijn rijwiel zat en die links van den weg reed. De jongen is zekere M., wo llende alhier. Het rijwiel van K. werd beschadigd n hij riep de bemiddeling der politie n, om deze schade vergoed te krijgen. Voor het examen onderwijs in li chaamsoefeningen M. O., is te 's Gra- lfenhage geslaagd Mej. M. Dammers al- ier. Voor het examen nuttige hand werken is te Amsterdam geslaagd lej. M. Hulsman alhier. Wij hebben onlangs op gezag van de Rott. Ct. vermeld, dat het lijk van en op 13 Julitj.l. bij het baden in zee erdronken S. uit Amsterdam, gevon- en was. Dit is gebleken niet juist te ;ijn. Zondag toch werd aan de politie ennis gegeven, dat bij den Noorder- jtrekdam een lijk dreef. Het werd op- en later door die gewaar- chuwde familie als dat van S. her end. Het lijk werd naar de Alg. Begraaf- laats alhier overgebracht. ing Kennemerland NeiJ. Jongelings verbond. Deze ring vergaderde Maandagavond a het vereenigingsgeb/ouw te IJmui- m. Na een kort openingswoord hield de eer Selling uit IJmuitie» een bijbel inleiding over Openbaring 5. Daarop was in een pauze gelegenheid voor de deden van de verschillende afdeelingen met elkaar kennis te maken voor zoo ver dat noodig was. Medegedeeld werd dat, in combina tie met de ring Zaanstreek, op Zater dag 16 Aug. een ledendag gehouden zal worden op Rooswijk en Zaterdag 27 September een te Zaandam. De heer van Heyst uit Velsen las een opstel voor getiteld: De bijbel die moeder hem gaf. De heer Vos uit IJmuïden droeg een „Sproke" voor en de heer Prins uit IJmuiden leverde een opstel over Obadja. Nadat nog over de mogelijkheid van het oprich ten eener afd. Velseroord was gespro ken werd deze goed bezochte ring- vergadering met gebed gesloten. Verloting. De Christelijke Jongemannen Ver- eeniging organiseert ten bate harer bi bliotheek een verloting van een drietal kunstvoorwerpen. Door B. en W. is voor die verloting, hij besluit van 29 Juli, toestemming verleend. De prijzen, een uitgesneden kleerhan ger, een theeblad en een ets zijn voor belangstellenden in de etalage van den heer Tismeer te zien. Voor het goede doel is het te hopen dat deze verloting een flink batig saldo voor de biblio thecaris opbrengt. Knapenvereeniging der C. J. M. V. Maandagmorgen vertrok een der lei ders met 11 leden der knapenvereeni- ging naar Apeldoorn om een week te kampeeren in het jongenskamp van het Ned. Jong: Verb, te Hoenderloo. De laatste jaren waren de jongens van hier steeds naar Leersum geweest zoo dat het voor de afwisseling gewenscht was thans eens weer in een andere streek te kampeeren. Jammer is het dat door het achterblijven van enkelen op het laatste moment deze uitstapjes steeds een financiëele schadepost voor de vereeniging opleveren. Ds. K. Groen te Zwijndrecht heeft voor het beroep naar de Chr. Geref. kerk alhier bedankt. VELSEROORD. De Ziekenihuiskwesfie. Onze courant heeft een getrouw ver slag gegeven van de openbare zitting van Gedeputeerde Staten, waarin liet protest der tegenstemmende raadsle den tegen het bekende raadsbesluit werd behandeld. Alleen van de rede van den heer Roelse hebben wij geen verslag gegeven, omdat het ondoenlijk was het stuk in z'n geheel op te nemen. Wij willen nu het voornaamste uit het betoog van den heer Roelse vermel den en in een laatste artikel daaraan eenige beschouwingen vastknoopen. Het breede betoog van den heer Roelse was een veel breedere uiteen zetting van het door 9 raadsleden inge diende bezwaarschrift tegen het raads besluit. Deze breedere uiteenzetting .was noodig naar aanleiding van wat Burgem. en Wethouders onzer ge meente d.d. 25 Maart op het bezwaar schrift hebben geantwoord. Over de weerleggingen van B. en W. kunnen we kort zijn. Ze zijn kort, om dat ze alle feitelijk één antwoord heb ben: het is niet waar. B. en W. zeggen dat geen schending van art. 43 der gemeentewet heeft plaats gehad, want de zaak was niet geheim. Onvoldoende voorbereid was de zaak evenmin, meenen B. en W. Al hetgeen de raad voor zijn beslissing noodig had, lag steeds voor de leden ter visie. Van verboden delegatie van macht is geen sprake, zeggen B. en W. Zij aarzelen niet als hun meening uit te spreken, dat wat aan hen ter nadere regeling (met de Mariastichting) is overgelaten, niets anders is dan uit- voering der gemeentewet. Wat het bezwaar betreft van de re- geling zonder goedkeuring van Gedep. Staten zeggen B. en W. dat het niet op hun weg ligt om zelfstandig eene be slissing te nemen omtrent de vraag, of in deze goedkeuring van Gedep. Sta ten noodig was. Zij hebben een ex. van het raadsbesluit aan Ged. Staten ge zonden. B. en W. zeggen niet te kunnen be vroeden dat 'de raad bij het nemen van het besluit den toestand der gemeente- financiën zou hebben voorbijgezien. Het college althans was zeer ernstig doordrongen van den ernst der ge meentelijke financiëele postitie en B. en W. hebben dan ook getracht den duur der subsidie te verkorten, wat ge lukt is, daar de Mariastichting goed vond dat de termijn van 50 tot 40 jaar werd teruggebracht. Wat het bezwaar der partiëele voor ziening betreft, die voor langen tijd zwaar drukken zal op het gemeente- lijk budget geven B. en W. toe dat de' getroffen regeling geen afdoende op lossing van het ziekenhuisvraagstuk in de gemeente brengt. Maar zij was een stap in de goede richting, waartoe men genoopt was door het dreigende tekort aan ziekenhuisruimte te Haar lem. Het bezwaar der practische onmoge lijkheid om voorshands een neutraal ziekenhuis te stichten of te subsidi-, eeren onderschrijven B. en W. niet. Zij meénen dat niet mag worden ge schroomd om op de begrooting een zoodanig bedrag uit te trekken, dat in de behoefte aan ziekenverpleging vol doende wordt voorzien. De terzijdestelling van de mogelijk heid eener voordeeliger en rationeeler oplossing van het vraagstuk, ook in de toekomst, zagen B. en W. ook niet als een bezwaar, daar h.i. een andere wij ze van voorziening niet doenlijk is. Wat betreft het nemen van eene be slissing, zonder dat -de bevolking in de gelegenheid was gesteld, bezwaren daartegen te doen gelden, B. en W. zeggen hierop, dat er toch een gelijk soortig raadsbesluit van 1920 was. Toen kwam er geen verzet bij de be volking en B. en W. meenden dus ge- reedelijk te kunnen aannemen, dat het principe geen bezwaar zou ontmoeten. Het prae-advies werd op 20 Febru ari aan de pers toegezonden. Het bezwaar, als zou het besluit in vermoedelijke strijd met de overtui ging der burgerij zijn,- zeggen B. en W. niet te kunnen beoordeelen, maar zij stellen voorop dat de leden van den raad de wettige vertegenwoordigers der bevolking zijn en dat uitsluitend met de inzichten der raadsleden reke ning behoort te worden gehouden. Het elfde bezwaar, de behartiging van een partijbelang, inplaats van het algemeen belang, noemen B. en W. een verdachtmaking en daarop, zeggen zij, kan gevoeglijk het zwijgen worden ge daan. En het laatste bezwaar, dat aan de religieuze overtuiging van een groot deel der bevolking geweld wordt aan gedaan, weerleggen B. en W., door op te merken dat alle-patiënten, zonder onderscheid van gezindheid of le vensopvatting, in het ziekenhuis kun nen worden opgenomen. De heer Roelse nu begon met op te merken dat het. advijes van B. en W., hetwelk geheel het karakter droeg van een verweer, over verschillende be zwaren wel heel licht heenstapt en bij andere, door partiëele belichting en door ze niet in onderling verband te bezien, aan de beteekenis van meer dere aangevoerde bezwaren en daar mede aan den ernst van het bezwaar schrift in zijn geheel te kort doet. Daarna worden de ingebrachte be zwaren nogmaals uitvoerig toegelicht, waarbij de heer Roelse er bij blijft dat de behandeling der zaak geheel het ka rakter van geheimhouding heeft ge dragen. In die'hesloten vergaderingen werd nog een andere zaak aan de orde gesteld en het zou B. en W. zeker moeilijk vallen te verklaren, dat ook daaromtrent de raadsleden niét tot geheimhouding verplicht zouden zijn geweest. Als B. en W. de notulen der beslo ten vergadering als bewijs aanhalen en opmerken dat enkele niet-raadsle- den, leden der ziekenhuiscommissie, met de zaak in kennis werden gesteld, zegt de heer Roelse dan te willen aan halen een opmerking van den voorzit ter in de besloten vergadering van, 24 Januari, luidende als volgt: „De voorzitter zegt dat tenslotte toch een beslissing moet worden genomen. In de eerste plaats over de geheimhou ding, n.l. of met de Mariastichting moet worden gesproken om de geheim houding op te heffen.'' Als dan, zegt de heer Roelse, de op merking wordt gemaakt, dat dit alleen voor de ziekenhuiscommissie wen- schelijk zou zijn, zegt de voorzitter „dat de ziekenhuiücommissie het recht van onderzoek heeft'', hierbij blijk baar doelende op de in de besloten zit ting van 8 Januari onder verplichting tot geheimhouding aan de commissie gegeven bevoegdheid. Maar veel sterker nog, dan in de be knopte notulen tot uiting komt, is, zegt de heer Roelse, bij de vrij langdu rige besprekingen in de besloten ver gaderingen tot uitdrukking gekomen, dat men met vertrouwelijke mededee- lingen van de Mariastichting te doen had, die slechts onder geheimhouding werden meegedeeld en die niet voor verdere publiciteit vatbaar waren, al eer de Mariastichting het vertrouwe lijk karakter van die mededeelingen had afgenomen, uit vrees de belangen der Mariastichting anders te schaden.. „Dit laatste is niet een gevolgtrek king onzerzijds, het is in die vergade ringen herhaaldelijk en met, zooveel woorden door de raadsleden gezegd en onweersproken gebleven door den Voorzitter. De hierboven aangehaalde woorden van den Voorzitter in de ver gadering van 24 Januari zijn een be wijs, dat deze meening ook door 's Raads voorzitter werd gedeeld. Zoo sterk heeft men dat doorgevoerd, dat als sommige raadsleden, om een hun gegeven opdracht te vervullen, wel eenige mededeeling hierover aan met. naam genoemde derden moésten'doen, ysteeds is gevraagd hen voor dat geval van de verplichting tot geheimhouding te ontheffen. Zulks is geschied ten op zichte van drie leden, niet-raadsleden van de ziekenhuiscommissie, die met 3 raadsleden samen die ziekenhuis commissie vormden, met verplichting wederom van die heeren tot geheim houding, zooals moge 'blijken uit dé woorden, waarmee het raadslid Nijs- sen lid dier commissie, bedoelde mede leden inlichtte. En zelfs hiertegen werd op grond van de mogelijkheid, dat aldus de geheimhouding zou kun nen worden geschonden, in den Raad nog bezwaar gemaakt. Zulks is ook ge vraagd ter inlichting van de leden der Haarlemsche Raadscommissie, ter op lossing van het ziekenhuisvraagstuk aldaar benoemd en met welke commis sie overleg zou worden gepleegd. Waarvan intusschen niet is gekomen, daar met den in Velsen met. deze zaak betrachten spoed niet kon worden ge wacht tot bedoelde raadscommissie, na het binnenkort te verwachten her stel van haar Voorzitter, de Burge- meeser van Haarlem, haar werkzaam heden zou hebben aangevangen. Het beste bewijs, hoe stipt de geheimhou ding is betracht is wel, dat voordien de plaatselijke pers door toezending van het openbaar prae-advies van Burgemeester en Wethouders van het voorstel kennis, nam, ook zij geheel on kundig was van de hierover gevoerde besprekingen, terwijl zij toch anders nog wel eens kennis neemt van het een en ander, dat nog niet voor verde re publiciteit geschikt is. Nu mogen Burgemeester en Wethou ders in hun advies trachten de mee ning ingang te doen vinden, dat slechts bij sommige raadsleden, en dan nog h.i. ten onrechte, de meening zou hebben post gevat, dat de wettelij ke plicht tot geheimhouding bestond uit bovenstaande blijkt uit de toepas sing van die geheimhouding, uit hun absolute geslotenheid hierover naar buiten, wel overtuigend, dat die op vatting door allen werd gedeeld. Door alle raadsleden zonder uitzondering. En trouwens toen ook door dien Voor zitter, getuige de hierboven aangehaal de uitlating van dezen in de vergade ring van 24 Januari. En ware dit bij laatstgenoemde niet het geval ge weest, dan had de Voorzitter er toch zeker wel eens, op gewezen, waar dit punt zoo dikwijls ter sprake kwam, dat de wettelijke plicht tot geheimhou ding niet bestond. En zulks te eerder, waar in die besloten vergaderingen door verschillende raadsleden herhaal delijk tegen de opgelegde geheimhou ding is, geprotesteerd, met het oog op de daaraan verbonden bezwaren. Op die bezwbren komen wij bij de punten 2 en 9 van het advies van B. en W. nog terug. De Burgemeester had dan toen zeker niet volstaan, dat een besluit over het voorstel toch in openbare raadsvergadering zou worden geno- cnm en dat hij voordien ruimschoots den tijd zou geven, de raadsleden om in wijdec kring zich over deze zaak óp de hoogte te stellen on de publieke opinie om in de pers of op andere wij ze van haar meening té doen blijken. Wij komen thans tot het door Bur gemeester en Wethouders gemaakte onderscheid tusschon vertrouwelijk en geheim in dezen. Dagteekent dit on derscheid niet van lateren tijd? Men moet dit welhaast aannemen, als men •dé hierboven aangehaalde uitlatingen van den Voorzitter, respectievelijk in de vergaderingen van 8 en van 24 Ja nuari, met elkaar vergelijkt. In de eene vergadering spreekt de Voorzitter van vertouweiijk, in de laatste van ge heim. Dat wijst er toch op, dat men hier met twee woorden te doen heeft voor hetzelfde begrip. En als B. on W. thans dit onderscheid maken, zouden wij toch willen opmerken, dat de Gemeen tewet in artikel 43 slechts spreekt van door don Raad aan zijn leden opgeleg de geheimhouding 'en de wijze waarop die Wordt gewaarborgd, zonder dat ergens in die wét, voorzoover ons be kend, ter onderscheiding van vetrou- welijke besprekingen wordt gewag ge maakt, hetgeen tot dezelfde conclusie leidt.. Trouwens, we kunnen ons niet voorstellen, hoe men het vertrouwelijk karakter van eenigerlei mededeeling anders dan onder geheimhouding kan bewaren. Het hierin dan ook thans dooi- B. en W. gemaakte onderscheid kunnen wij dan ook niet anders dan gefingeerd noemen. Wij vinden het slechts terug, hetgeen wij nogal op merkelijk achten, in een ingezonden stuk in de IJmuider Courant van 12 Maart 1.1., waarin de raadsleden, die vóór de directe afdoening van de sub- 9id'ie?aanvraag en vóór het voorstel to t verleen ing van die subsidie stem den, dus nadien het besluit was geno men, liun houdir" motiveerden, ter wijl juist hun woordvoerder, die dit stuk ook onderteekênde, in de beslo ten vergadering van 8 Januari zelfs bezwaar had. om de leden der zieken huis-commissie, voor zoover zij geen raadslid waren, op de hoogte te bren gen, uit vrees dat daardoor aan de ge heimhouding kon worden te kort ge daan. Wij moeten hier dus vasthouden aan onze opvatting, dat de Raad in dezen wel degelijk zijn leden geheimhouding heeft opgelegd. Staat dit vast, dan is de wijze, waarop de Voorzitter die ge heimhouding heeft opgeheven, in strijd met het wettelijk voorschrift, neergelegd in artikel 43 der Gemeen tewet, waarbij uitdrukkelijk is be paald, dat alleen de Raad zelf kan be sluiten de vroeger opgelegde geheim houding weer op te heffen. Alvorens tot publicatie van het prae- advies te dezer zake, den 20 Februari, over te gaan, had de Voorzitter den Raad daartoe een voorstel moeten doen. Waar dit niet is geschied, inte gendeel dit voorstel zonder meer in de openbare raadsvergadering van 26 Fe bruari aan de orde is gesteld, moeten wij de hierop genomen besluiten als onwettig beschouwen.'' Wij hebben gemeend de geheele toe lichting van dit punt te moeten over nemen, omdat dit voor ons wel 't al lervoornaamste is, n.l. hoe B. en W. én hoe de meerderheid van den raad deze zaak in 't geheim bekonkeld heb ben, toen zij 't voorstel Zaterdags pu bliceerden, terwijl zij verzekerd waren, dat een meerderheid het Dinsdags avonds aan zou nemen. En toen de 9 tegenstemmende raadsleden zoo leelijk beetgenomen waren en zich daartegen verzetten en vroegen het voorstel nog drie weken aan te houden, opdat ook de ingezetenen er voldoende kennis van zouden kunnen nemen, werd daar niet op ingegaan en de zaak er doorge jaagd. En nu zeggen B. en W. dat er geen geheimhouding was en dat de in gezetenen deze raadsleden, die het be sluit namen, verleden jaar pas geko zen hebben. Het is goed om dit alles te onthouden. De andere punten zullen wij in een volgend artikel behandelen. G. V. VELSEN. RIJKSPOSTSPAARBANK. Aan het postkantoor Velsen en de daar onder ressorteerende hulppostkantoren werd gedurende de maand Juli 1924 ingelegd f 19.704,48. Terugbetaald f 20.514,14. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 8328.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 1