IJmuider Courant
De Semaphoor
Zaterdag O Augustus 1024. 2e blad.
RAADSOVERZICHT.
Zitting van 5 Aug. 1924.
„Een Anti-Roomsch relletje".
Het was te verwachten, dat de uitla
ting van onzen burgemeester in de
vergadering van Gedeputeerde Staten,
waarin de bekende ziekehhuiskwestie
werd behandeld, zooals die in de pers
{was weergegeven, een punt van ern
stige bespreking in deze raadszitting
Izou uitmaken.
I Ofschoon wij ons persoonlijk, van
den beginne af op het standpunt heb-
jben gesteld, dat Gedeputeerden niet
i nders zouden kunnen doen, dan dit
in alle vormen wettig raadsbesluit,
goed te keuren, erkennen we toch, dat
we perplex hebben gestaan over de
'wijze, waarop de burgemeester de ac-
jtie tegen dit raadsbesluit heeft ge
ineend te moeten kwalificeeren. Doch
{ook is ons vermoeden gevestigd, dat
hier een misverstand heerschte, dat in
{dezen raad wel opgehelderd zou wor-
jden, n.l. dat de uitlating van den bur
gemeester niet heeft gegolden, de ac
tie van de tegenstemmende raadsle
den, doch wel die van de burgerij. En
!ofschoon de burgemeester wel ver
klaarde, dat hij geen tittel of jota van
zijn gezegde wenschte terug te nemen,
moet hij toch den indruk hebben ge
kregen, dat zoowel door de meeste
raadsleden als door de niet-Katholie-
ke burgerij hem deze uitdrukking zeer
euvel is geduid.
Aan de linkerzijde van den raad ont
breekt de kalme, bezadigde, doch
vlijmscherpe redenaar, die in daarvoor
passende woorden, de ontstemming bij
den raad en de burgerij, zóó heeft we
ten te doen uitkomen, dat, de indruk
bi den burgemeester moest worden
gevestigd, dat hij willens of onwillens
n groot deel van de burgerij heeft
gegriefd en wat erger is, van zich j
eft verwijderd. Het eenig raadslid,
i daartoe, redelijk en kalm genoeg
stond in deze affaire aan de zijde
Katholieken. We zouden den heer
ermeulen wel eens hebben willen
fooren, als zulks niet het geval was
geweest. Thans wist hij niet veel meer
te zeggen dan dat de gewraakte woor
den: „een anti-Roomsch relletje*', de
actie wel scherp, maar dan. toch juist
getypeerd hadden.
De heer Schilling liet zich helaas bij
zijn begrijpelijke verontwaardiging
door zijn vurig temperament te ver
voeren en deed hem uitdrukkingen
bezigen, waarvoor hij door den voor
zitter tot de orde werd geroepen en ten
slotte het woord zag ontnemen. Toen
hij den burgemeester toevoegde, dat
men met evenveel recht zou kunnen
zeggen, dat hij, de burgemeester, niet
èoo gesproken zou hebben als wij een
ander ministerie hadden en dat de
burgemeester bij ons ministerie in het
gevlij wenschte te komen om een
grootere gemeente te kunnen krijgen,
heeft hij zeker weergegeven, de ge
dachte, die bij een deel van de burge
rij heeft postgevat. Zeker ten onrechte,
want de burgemeester heeft zich niet
doen kennen als iemand die het huikje
naar den wind laat hangen. Hij lachte
hartelijk om deze beschuldiging; noch-
thans is de schijn tegen hem.
Ook de heeren Schuitenmaker en
Bosman sprake onverholen hun afkeu
ring over de uitlatingen van den bur
gemeester uit.
De heer Visser vroeg, welke feiten
den burgemeester aanleiding hadden
gegeven tot die conclusie.
De heer Groeneveld was er geheel
naast, toen hij zeide, dat de heele actie
een hetze tegen den burgemeester was.
Wat klonk dat vleierig. Toch speet het
hem, dat de burgemeester die woorden
gesproken had.
De burgemeester, die den recht-
schen raadsleden in overweging gaf
niet op de linksche uitvallen in te gaan
het leek ons geheel overbodig dien
wenk te geven, want geen enkele aan
val was tegen te Katholieke raadsle
den gericht want, dat hij persoon
lijk op de tegen hem gerichte aanval
len zou antwoorden, begon met het bo-1
ven door ons genoemde misverstand
op te helderen, n.l. dat zijn uitlating
geenszins het optreden van de linksche
raadsleden had gegolden, doch de ac
tie uit en onder de burgerij. Zijn gezeg
de was een antwoord op een vraag van
den voorzitter van Gedep. Staten, wel
ken indruk de burgemeester van deze
actie had gekregen, waarop hij heeft
geantwoord, dat hij den indruk had,
dat het deels een drijven was naar een
gemeentelijk ziekenhuis, dat z.i. de
gemeente zou ruïneeren, deels een anti-
Roomsch-Katholiek relletje. Den in
druk voor het laatste dit in ant
woord aan den heer Visser had hij
gekregen, door artikelen in De Dage
raad en van de Evangelische gemeen
te. De burgemeester zegt daarop: „Als
ik daar een raadslid mede gekrenkt
heb, dan spijt me dat," doch van de ge
sproken woorden neem ik geen tittel
of jota terug, omdat zij mijn indruk
weergeven."
Wij voor ons willen dat wel gelooven,
doch dat het verstandig is in het open
baar alles te zeggen, wat men denkt,
gelooven we niet. Wij achten het op
zijn minst een onvoorzichtige uitlating,
die den burgemeester een deel van zijn
verworven sympathie zou kunnen
kosten.
*ÏBij een volgend punt, waarover op-
meuw veel stof werd opgejaagd, kwam
men den wethouder van Onderwijs
vlagen door hem aan het adres van
liet hoofd van school D gebezigde uit
drukkingen weer in te slikken, wat
o£>k deze manhaftig weigerde.
;De kwestie OosteromRomijn is
weer in den treure besproken. Naar
aanleiding van onze opmerkingen over
deze aangelegenheid in een vorig over
zicht, had zekere „Pluvus" in Velsen's.
Weekblad verklaard ons niet te zullen
steenigen, noch bewieroóken, doch de
lust om met een klein stukje modder
naar ons te gooien, heeft hij toch niet
kunnen bedwingen. Wij gunnen hem
dat vermaak.
Kruidjes roer me niet pakt men niet.
aan en met betweters is het slecht re
detwisten en ieder, die niet praat en
denkt als „Pluvus" weet er uiets van.
Die dooddoeners gaan langs ons heen.
Maar de waarheid van onze beweerin
gen is onomstootelijk bewezen in de
raadszitting van heden, waar zonder
onderscheid alle S. D. sprekers den
banvloek over den heer Van Oostorom
hebben uitgesproken en Mej. Romijn
hebben verheerlijkt. Wij we.nschen den
heer van Oosterom dan zedelijken
moed toe zich hoofd der schooL te blij
ven toonen, terwijl we zeker weten,
dat in het particulier.bedrijf het optre
den van Mej. Romijn met ontslag ge
straft zou zijn.
Naar de voorzitter mededeelde is de
heer van Oosterom een stroef, onaan
genaam strak man. Dat zal hem van
zelf reeds moeilijke oogenblikken ge
noeg bezorgen, want om met perso
neel van diverse pluimage goed om te
gaan is groote tact noodig. Waar thans
beide partijen door de overplaatsing
bevredigd waren, was het opjagen van
zulke groote stofwolken overbodig.
Aan de R. H. B. S. zal een literair-
economische af deeling verbonden wor
den, waardoor het mogelijk zal zijn,
dat leerlingen, die moeite hebben met
de zware wiskundige en natuurkundi
ge vakken, toch den geheelen cursus
zullen kunnen volgen met kans op
einddiploma. Dit zal de gemeente, een
lieve duit kosten, als het aantal leer
lingen in de hoogste klassen niet toe
neemt. Daarvoor is echter, naar de
xVethouder van Onderwijs mededeelde,
alle kans en komen dan de hooge kos
ten voor rekening van het rijk.
Ten slotte hopen we, dat de ernstige
beschuldiging, die de heer Schilling
aan het adres van de stichting St. Jo
annes de Deo heeft geuit een bevredi
gende oplossing zal krijgen en dat bij
gebleken onjuistheid in aanmerking
genomen dient te worden, dat deze
woorden in feilen drift zijn gesproken.
De Raadsoverzichter.
VISSCHERIJ.
Gedurende de week van 31 Juli tot
en met 6 Augustus 1924, kwamen al
hier de navolgende vaartuigen binnen:
64 Hollandsche-, 1 Duitsche stoom
trawler, 2 IJslanders, 1 zeil-, 4 motor-
loggers, 4 sloepen, 5 Deensche motor-
kotters, 8 zeil-haringloggers en 121
kustvisschers.
De besommingen waren als volgt:
Hollandsche stoomtrawlers van
f 1090 tot f 4205; Duitsche stoomtraw
ler van f tot f 2877; IJslanders v.
f 7013 tot f 7551; zeillogger van f
tot f 157; motorloggers van f 385 tot
961; sloepen van f 550 tot f 590; Deen
sche motorkotters van f 912 tot f 1813;
zeil-haringloggers van f 3123 tot f 7293,
terwijl de kustvisschers totaal f 7851
besomden.
17
door Carel Brensa
JAAP CO,
De Feestmaaltijd!
(Een Niet-waar
Geschiedenis).
gebeurde
Er was eens èrregens in IJmuiden
jeen pas getrouwd paar. De man
i voer op 'n trawler en was den dag na
i de bruiloft, zooals dat bij eenvoudige
menschen gebruikelijk is, uitgevaren.
Dat was nu twaalf dagen geleden.
Vanavond of vannacht zou Margereta
Y.M. 2345 binnenvaren en dan zou de
jong getrouwde man voor het eei A bij
j zijn vrouwtje terugkomen en eigmlijk
voor de eerste maal in de inmiddels
j ingerichte echtelijke woning treden
Daar had het jonge vrouwtje op ge
rekend. Ze was nog onervaren in het
vak van de huishoudelijkheid, maar
ze had zich na den rompslomp van de
trouwpartij de laatste tien dagen flink
ingewerkt. Het huisje zag er tiptop
uit. De meubeltjes waren knus in de
rondte gezet Het jonge vrouwtje
was over zich zelf tevreden
Het wachten was nu nog maar op
het binnenvaren van den jeugdigen
echtgenoot! Het beloofde een feest te
worden van hartelijk weerzien!
Maar de jonge huisvrouw was pien
ter genoeg om te beseffen, dat „alles
in de puntjes" nog niet genoeg was. Er
moest nog was bij: 'n prettige verras
sing!
Wat zou dat wezen? 'n Half pondje
fijnen tabak? 'n paar pantoffels 'n
Geranium in 'n pot? Nee! Niks
hoor!
'n Lekker maal eten! Dat kwam bij
'n visscher nooit onpas als-ie van
boord en van zee kwam!
Zoo gezegd zoo gedaan! De jonge
vrouw liep naar haar man's moeder en
vroeg wat Janus altijd graag gelust
had.
Gort, Ketrien zei de schoon
moeder Daar was-tie altijd dol op.
Goed zei Ketrien en verder
zei ze niks. Ze wachtte nadere berich
ten af. En toen in den loop van den
middag bericht kwam van 't kantoor
via de Semaphoor dat de „Marge
reta" in zicht was toen ging de jon
ge vrouw naar haar nieuwbakken
kruidenier en kocht 'n pond gort.
'n Pond Gort!
En thuis gekomen, keek ze op de
klok en dacht, dat het al wel zoowat
tijd zou wezen om de gort maar met
een op te zetten!
Ze nam dus een van de spiksplinter
nieuwe ge-emailleerde pannetjes
deed daar 't pond gort in, goot 'r wat
water op en zétte 't op 't stel
Janus was nogal 'n flinke eter
had ze wel van moeder gehoord
o -
Gelukkig kwam ie twintig minuten
later toevallig in d'r keukentje. De
gort begon te zwellen en liep over 't
pannetje heen. Ze schepte 'n tweede
pannetje vol en zette dit op 'n ander
stel
Maar tien minuten later liep alles
alweer over
'n Pond is rijkelijk veel be
greep Ketrien en schepte voorzich
tig de groote groente-emmer vol. 'f
Bleek nog te weinig
De soepterrien van 't nieuwe servies
moest er ook aan te pas komen om
de al maar zwellende en rijzende en
over de randen heen komende gort op
te vangen
'n Half uur later moest er alweer
nieuwe ruimte worden gezocht.
De gort op de twee stellen bleef maar
dikker worden Ketrien stond er
met groote oogen naar te kijken
Maar kijken hielp niet want het grau
we mengsel hief zich al hooger en
hooger in de pannen en dreigde iedere
minuut over de randen heen te gaan....
Gauw zocht Ketrien nieuwe potten
en bajes om de omhoog borrelende
massa uit te scheppen De ruim
te op de kleine keukentafel werd te
klein. Ze proefde nu en dan. De gort
was nog lang niet gaar Ze zwelde
alleen maar.'Het werd 'n pure rijst er.
brijberg, 't Scheen gewoon te leven
't Werd de jonge huisvrouw wat be
nauwd om 't hart.
Wat 'n raar goed is dat die
gort zei ze zenuwachtig tegen
zichzelf. En ze schepte maar voort
Het duurde niet lang of om haar
heen stonden zeven pannetjes van ver
schillenden vorm vol met half gare en
vanwege het water nog steeds zwel
lende gort. Daarnaast stond de groen
te-emmer afgeladen. Plus de soepter
rien. En 'n bloemenvaas, die Ketrien
maar in de gauwigheid gegrepen had,
omdat de boel 'r overheen kwam. Het
stel droop van de gort. De stralen van
warme en dikke gort liepen langs het
splinternieuwe zeiltje en vielen in
dikke druppels op den grond. Het leek
wel 'n uitbarsting van de Vesuvius.
De warme gort was de lava
En het hield niet op.
Al drie keer had de jonge vrouw de
pannen afgenomen, maar dan bevond
ze, dat de gort nog bij lange niet gaar
was. En aanstonds zou Janus komen....
Dan gingen ze weer op 't vuur
En het langzaam overstroomen begon
opnieuw! Heele plassen lagen er al
op het heldere vloertje van de nieuwe
woning Ketrien depte en schepte
en dweilde maar gort. De kopjes van
't theeblad stonden op 't laatst alle
maal op 'n rijtje vol met half gare
gort. De melkkan en de spoelkom,
diepe borden en allerlei schalen, de
bloemenvaas, de groente-emmer, de
groote pan en de kleine pan De
vloer en 't tafeltje van het stel de
randen van de pan, de pollepel en de
boterspaan alles dreef en droop en
zwom en golfde en koekte van de gort.
Van de warme, half gare, nog maar
steeds door zwellende gort
,n Pond Gort!...
En toen Janus 'n uur later welge
moed van boord kwam en z'n jonge
woning binnen stapte om zijn eigen
vrouw voor de eerste maal in z'n le
ven van de reis te komen goeiendag
zeggen toen vond hij z'n jonge vrouw
snikkend en bijna van d'r zelf geval
len op 't ledikant liggen
En in het kleine keukentje zag Ja
nus een ruïne van warme, rookende
borrelende, stroomende, pruttelende,
grauwe brij, die door den rook heen
van de walmende stellen, neerliep
vanuit de pannen, langs de stellen en
het tafelzeil en de pooten tot op den
vloer van het keukentje en al de nog
overgebleven ruimte tusschen de scha
len en de emmers en de potten en
koppen en bloemvazen met overloopen-
de gort langzaam begon op te vullen....
Brensa.
IJMUIDEN VOORUIT!
Ja Nogal glad!
Aldus voorloopig besloten sluit
de voorzitter de bijeenkomst en gaat
naar de soiree dansante in het Bad
paviljoen
3.
OP 'T WACHTUUR.
De Nieuwe Sport!
De Plannen van de „S. C."
Notulen van de gehouden vergade-
ring en comité general in Duin- j
pan Nó. 11 van het Bestuur van de j
„S. C." inzake de vraagstukken „IJmui- j
den als Badplaats1'.
Aanwezig: Iedereen. Na dit te hebben
geconstateerd, opent de voorzitter de
bijeenkomst en raad de aanwezigen
aan te fluisteren inplaats van te spre
ken, aangezien er wel eens 'n lid van
de „R.-C." tusschen het helm kan lig
gen.
De volgende discussie ontspint zich:
Mannen-broeders Wat zullen
we doen?
Niks!
Is er nog niemendal bekend van
de plannen van de „R.-C."?
Geen steek. Ze zwijgen als
Ssstttt! Wordt er al gewerkt
aan de wederoprichting van de V. V. V.
V.?
Niks van bekend Ze wach
ten tot het seizoen voorbij is.
Wordt er nu voeling gezocht en
samenwerking voorgesteld: aan al die
menschen, die studie van IJmuiden
gemaakt hebben zooals meneeer
Schilling in de raadsvergadering ge
zegd heeft?
Ze weten niet waar ze wonen!
Zullen wij doorgaan met de door
ons uitgewerkte plannen verder in de
„IJmuider" te publiceeren^ terwijl
Neen Dat zullen we niet. We
zullen onze plannen voorloopig voor
ons zelf bewaren en ons houden aan
den vroeger gemaakten afspraak!
Wat was die afspraak?
Dat we eerst zouden zien: wat de
„R.-C." deed.
En afwachten of de IJmuidénar'-n
werkelijk de bedoeling hebben een
bloeiende Vereeniging voor het
Vreemdelingenverkeer in het leven te
rug te roepen
Dus r
Dus het woord is nog altijd ira de
eerste plaats aan de „R.-C." en aan de
V. V. V. V. 1
Goedgevonden?
Van Alkmaar begint de Victorie!
Dat is al jaren lang zoo geweest.
Geen sterveling, die het niet weet of
die het zou durven tegenspreken.
Ook nu is dit weer het geval ge
weest. We weten het allen: Wat de vo
rige week in Alkmaar gebeurd is, dat
is nog nooit en nergens ter wereld
vertoond!
Ze hebben daar eenvoudig 'n in den
wegstaanden toren 'n meter of wat op
zij gezet. Meer niet!
En als dat altijd zoo goed blijkt te
gaan als deze keer, dan kom ik met
'n oud voorstel terug, waarover ik
vroeger al eens in de „IJmuider" 'n
balletje opgegooid heb:
In het belang van den groei en
bloei van IJmuiden als badplaats zou
het zeer wenschelijk zijn een andere
oplossing te vinden ten opzichte van
de mooie, groote, fuime, belangrijke en
interessante maar ietwat lastige
Trawlerhaven
Naar mijn meening liggen IJmuiden
de haven, 't strand en de zee in een
e enigszins verkeerde volgorde. In
ieder geval moest IJmuiden, 't strand
en de zee dichter bij elkaar liggen.
En aangezien nu in Alkmaar 'n nieu
we methode is uitgevonden, geef ik in
overweging het zelfde in IJmuiden toe
te passen. En eenvoudig „Oud-IJmui-
den" op rollen te leggen over 'n paar
Differdinger binten en dan het heele
zaakje met Willemsplein en politie
bureau en de leege muziektent
enfin: 't heele zwikkie naar de andere
kant van de havens te rollen
Zoo ongeveer op die groote leege
duinplek achter de barakken en 't
badpaviljoen
Dat was kijk-af zou ik denken!
Ik geef de idee alweer gratis-kadoo^
voor-niks om te houden aan de Raads
commissie
B.
De Letterkunst!
Maar één ding is me opgevallen! Na
tuurlijk heb ik met groote interesse
het uitvoerig verslag in de IJmuider
Courant gelezen over de Toren-verrol-
lerij. En ik kon alles goed begrijpen.
Behalve één ding! Er waren veel
nieuwsgierigen, natuurlijk. Op alle
mogelijke manieren zocht men „goed
zicht" te hebben op de rolpartij
Maar nu lees ik in het verslag:
„Voor vijftig cent mocht men
uit een der ramen van de huizen
op de Bierkade hangen!"
Dan moet je toch razend veel lief
hebberij hebben om dat grapje te zien,
dunkt me. Ik verzeker u al had ik
van de heele rolpartij niets gezien
dan zou ik nog niet Nee nog
voor geen tien gulden toe! Hangen uit
een van de ramen van de huizen op de
Bierkade
't Is gewoon om er niks meer van na
te vertellen!
B.
DOOR DEN KIJKER.
De „Y.Z.C. De Vrije Slag",
Nu begin ik toch eindelijk ook te ge
looven dat het mij ten eenemale man
keert aan een greintje menschenken-
nis. En dat zoowel mijn goedgezinde
vriend uit de Zeestraat zal ik finaal de
vlag zullen moeten strijken voor het
helder doorzicht in deze van mijn
vrouw.
Die al vaker getoond heeft 'n ietsje
gochem te wezen Ik herinner maar
aan die dros-partij van de Spitsbergen
steenkool-expeditie
Want zooals u weet heb ik op deze
plaats voor veertien dagen geleden,
opgestookt door den zwem-enthousiast
uit de Zeestraat de IJmuider Zwem-
club „De Vrije Slag" opgericht en de
gelegenheid voor inschrijving openge
steld. Ik heb kampioenzwemmen in
uitzicht gesteld en verbetering voor
kleeden, het houden van wedstrijden
etc. etc.
En weet u hoeveel inschrijvingen ik
heb gekregen in veertien dagen?
G e en e en
En dat heeft nu m'n vrouw van te
voren gezegd! D'r zal geen sterveling
op schrijven zei ze.
Waarom niet vroeg ik?
Watervrees?
O! nee antwoordde ze Maar
d'r is geen gokkie bij. Je had 'r 'n
soort Broekhuisloterij van moeten ma
ken, dan had half IJmuiden ingeschre
ven
Nu geloof ik stellig dat ze gelijk heeft,
't Is schande voor heel IJmuiden.
Enfin: Ik zal 'r 'n reuzegokpartij
van maken. Let op!
Maar 'n schande blijf ik 't vinden!
Meer zal ik er niet van zeggen.
En ik betuig mijn deelneming aan
mijn eerlijke vriend in de Zeestraat
B.
CORRESPONDENTIE.
L. v. D. Omtrent plaatsing in de
„IJmuider Courant" kan ik mij niet
bij voorbaat uitspreken, zonder uw
werk te kennen. Zend mij particulier
iets toe met vermelding van adres
voor retourzending dan zal ik het
gaarne lezen.