ORGAAN ¥OQR DE GEMEENTE VELSEN No. 93 Zaterdag 20 September 1914 9« Jaargang AAN DE TROUWEN. en aroma IJ MUIDER COURANT VAN DEN WACHTTOREN. De Fidac. De Fidac ie een bond van oorlogs- eteranen der geallieerde landen. De udgedienden kunnen het best oordee- ■n over het kwaad van den oorlog en en zegen van den vrede en in meerde- landen hebben zij zich vereenigd, iet alleen om voor hun belangen, ensioenen enz. op te komen, maar ek om vereenigd te strijden voor het ehoud van den vrede. Zij hebben iet leeren zingen: Och, wat een vreug- e soldaat te zijn! Zij keerden terug it den oorlog met den eisch: Nooit ïeer oorlog! De Engelsche generaal Sir Jan Ha- ïilton heeft ook genoeg van volkeren- m-log en haat. Het is bekend, dat de aat der burgers veel feller is dan van e soldaten. Het gemeenschappelijk jden van den oorlog heeft verzach- md op de soldaten gewerkt. Zij wa rn vijanden maar tevens lotgenooten ellende. Zoo is het ook Sir Hamil- >n, die thans pleit voor de opname an Duitsche oudgedienden in de Fi- ac. Deze bond telt reeds vijf millioen udstrijders. Die hebben meer dan ge- oeg van het geweld en willen heil inden bij orde en wet en niet bij lacht. De Engelsche generaal is over- ïigd, dat de oudstrijders veel krach- ger den oorlog bestrijden dan de bur- irs. Dezen zijn nog vol bitterheid te- m de Duitschers, maar de oudstrij- ers verlangen met hen samen te wer en voor een duurzamen vrede. De Fidac komt deze week in Londen imen en we mogen verwachten, dat andaar een roepstem over het kanaal il klinken: Broeders, we hebben sa- ien geleden door den oorlog, laten ij nu samen strijden voor den vrede! Hoe voorkomt men oorlogen? Het is voortreffelijk, dat het vraag- :uk van oorlog en vrede thans mid- en in de publieke aandacht staat, aat er maar veel over gesproken en ischreven en ook gedacht worden, en kan zonder overdrijving zeggen, at dit vraagstuk opgelost moet wor- en, of het zal de wereld oplossen. De ereld kan een tweeden oorlog niet erdragen vooral niet met de ontzetten- e oorlogsmiddelen, die reeds gevon- en zijn en zeker nog gevonden zullen orden. Die vraag is ook besproken te Bern p de Intern. Conferentie, een bijeen- amst van parlementsleden uit ver killende landen. Een studiecommis- e, waarvan ons Tweede Kamerlid Mr. utgers ook lid was, heeft daar bij tonde van den Duitscher, Prof. W. chücking gesproken jover 'ide parle ientaire zeggenschap in de buiten- ndsche politiek. De commissie ging larbij van het standpunt uit, dat de ulkcn den oorlog niet willen. Op een ipaakl oogenblik, wanneer een min- srheid, die den oorlog wel wcnseht, e volkeren zenuwachtig heeft ge aakt, kunnen zij oorlogszuchtig wor- in, maar uit koelen bloede welover- ogen sturen zij niet op oorlog aan De grootst mogelijke openbaarheid in het buitenlandsch beleid is de iste waarborg tegen den oorlog. Daar- n moeten de volkeren in de buiten- ndsche politiek belang leeren stellen, ij moeten de gevolgen van een of an ire handeling ten opzichte van oorlog vrede leeren begrijpen. Zij moeten irg dragen, dat er geen avontuurlijke ilitiek wordt gevoerd en dat hun re iering een eerlijk vredesprogram in •epassing brengt. Terecht werd dan ook op de confe- ntic openbaarheid en demokratie mbevolen ter verzekering van den •ede. De volkeren moeten in zake de litenlandsche politiek evenzeer het ift in handen hebben als in de bin- ndsche. Wij zijn het geheel hiermee eens, aar men moet niet vergeten, dat dit :n zijde van het vraagstuk is, een an- ire is het gevaar van een oorlogs- ichtige pers. Als men door de kranten ederlanders tegen Belgen ging ophit- n, zou -de verhouding, die toch al niet te vriendelijk is, tusschen de beide eine buren in West-Europa er niet 'ter op worden. Een prikkelend be- cht, dat een Nederlander in België n pak slaag kreeg, een mededeeling van annexionistische stoutigheden metsten de landbouw aan de samenleving j wat booze, dreigende woorden door-j bewijst. Men ziet dan ook thans beter spekt en gekruid, zou allicht de stem-iu, dat industrie, handel en landbouw ming hier tegen de Belsen zeer vijan-de drie goede machten zijn, die de dig maken. En dan is helaas maar een menschheid verzorgen. Men kan ze ook kleinigheid noodig, om de oorlogsge-niet van elkaar scheiden. Ze hebben dachte aan het werken te maken. Dc elkander noodig. Zonder den handel smeulende vonk wordt allicht de hoo-zcu de landbouw tegenwoordig geen ge vlam. De pers is een der groote j effect hebben. Ook moet de landbouw krachten, die ons den vrede kan doen voortdurend door de industrie gehol- behouden maar ook in de oorlogshel j pen worden; men denke slechts aan kan jagen. j machines, zuivelfabrieken, en ook de eenvoudigste werktuigen. In het li- De persoon en zijn handschrift. cbaam onzer samenleving kan geen Wij zijn erg gauw geneigd iets onmo-1 orgaan ontbreken, gelijk en onzin te noemen, dat van het1 Sterk drong mr. Linthorst aan op gewone afwijkt en door ons niet be- landontginning, waardoor de opbrengst grepen wordt. We zeggen dan maar: van den landbouw zeer vermeerderd Dat is natuurlijk bijgeloof! en dan zijn j kan worden. Ontginning kost zeer veel we van verder onderzoek af. Dat men geld, maar schept ook waarde. Eerst een persoon uit zijn handschrift zou komen de loonen en vrachten en latei- kunnen leeren kennen, lijkt ons ook de hoogere opbrengst van den bodem, onzin toe, ook een bijgeloof, waar een j Het ontginningswerk verhoogt zoo het verstandig en verlicht menscli boven nationaal vermogen. De werkloozen verheven moet zijn. vinden er werk door en rijk, provincie Maar een onderwijzer, die eiken dag i en gemeente hebben, al is het niet on vele handschriften nauwkeurig beziet, middellijk, er voordeel van, wanneer zal ons kunnen zeggen, dat over het j door ontginning waardelooze grond algemeen het handschrift van meisjes tot vruchtbaren grond wordt gemaakt, iets eigens heeft, dat aan dat der jon- j De werkloosheid in den landbouw is gens ontbreekt. Ook weet hij ons te een ernstig kwaad. De gewone seizoen zeggen, dat zelfs bij jonge kinderenwerkloosheid gedurende de winter- geen twee handschriften volkomen maanden zal blijven, maar midden in gelijk zijn. den tijd van zaaien, groeien en oogsten De Duitsche professor G. Schneide-loopen er dit jaar velen in het land- miihl heeft in een medisch tijdschrift INGEZONDEN MEDEDEELING. Vereenlging tot bestr. der Tuberculose een artikel gewijd aan de graphologie, dat is de wetenschap van het hand schrift- Met Duitsche grondigheid gaat i hij eerst door de eeuwen en bij vele volken na, wat men in het -handschrift heeft gezien. Dan wijst hij op het ver- schijnsel, dat ieder kind reeds een persoonlijk handschrift heeft; dat bouwbedrijf rond. Mr. Linthorst wil dit kwaad niet bestrijden door emigratie; hij acht ontginning althans een beter middel er tegen. Aan het slot van zijn rede verheer lijkte hij het landbouwbedrijf in Pooti- aansche opgetogenheid. Hij haalde de versregels van Cats aan: ,,de besten van het volk, de eersten van het land, zij hebben 't veld geploegd en bosschen blijft zoo, al gaat hij met de andere hand schrijven, ja al gebruikt hij een j aangeplant." En hij prees aldus het stukje krijt tusschen de teenen, om de werk van den boer. Welk werk is ver heffender, veredelcnder en ondanks zijn zwaarte, dankbaarder dan het werk in de vrije natuur, waar elke ar beid op korten termijn zijn zichtbare vruchten afwerpt! Of alle boeren in dezen tijd van re gen zonder ophouden, van een oogst, die op het land bederft, althans in waarde achteruitgaat, de huren hoog zijn, mond- en klauwzeer wel doorloo pend schijnt te woeden op die woorden zullen aanheffen: Dat 's mooi gezegd, dat's d mooi gezegd! ondanks alle letters te vormen. Altijd vindt men in het schrift dan hetzelfde karakter. De dijne schrijfbewegingen geven ons in zicht in het innerlijk leven. Ziekte kan den heelen mensch veranderen, flinke, standvastige menschen worden er onverschillig door, hun stem ver liest haar glans, hun vroolijkheid maakt plaats voor somberheid, orde lijke personen worden -door ziekte slordig. Met deze veranderingen gaan wijzigingen in het handschrift samen. Het handschrift kan zoo den dokter dienen, om ziekte te ontdekken en ook moeilijkheden en teleurstellingen hun om herstel op te merken. i bedrijf zoo liefhebben? De boer klaagt De hoogleeraar geeft het voorbeeld t liever, dan dat hij jubelt, maar in de van een vriend, die bijzonder veel van zen tijd heeft hij ook meer stof tot ge uiterlijke versierselen- hield en tal klaag dan gejubel, van haaltjes en streepjes aan zijn let- j ters fabriceerde. In een brief, waarin Redenen tot echtscheiding, hij het overlijden zijner moeder mee- j pje Vereeniging van Staatsburgeres- deelde, ontbraken ze geheel; de smart son beeft in '20 een rapport uitgegeven maakt eenvoudig en nederig en doodt 0ver de huwelijkswetgeving; thans is den lust, om wat te lijken en te pron- ^et tweede deel daarvan verschenen, ken! Duidelijk kan men ook de kordaat heid van karakter uit het resolute van het handschrift zien. Maar al leert het handschrift den grapholoog wel iets omtrent het wezen van den mensch, het tilt niet meer dan een tipje van den sluier op, die het karakter verbergt. Menigeen leest in het karakter van het handschrift meer dan erin staat; hetzelfde gebeurt ook al vaak met de woorden zelf van het handschrift. Goed lezen is niet zoo makkelijk en het verklaren der bijzondere kenmer ken van het handschrift nog veel min der. De beteekenis van den landbouw. Bij het veertigjarige jubilé van het Kon. Ned. Landbouw-Comité heeft mr. J. T. Linthorst Homan een eenvoudig woord gesproken over de plaats van den landbouw in de samenleving. Men ziet vaak laag op den landbouwer neer en zijn werk vindt niet altijd voldoen de waardeering. Men spreekt van boe renkinkel, dommen boer, boerenkaffer enz. en doelt daarmee op achterlijkheid en onbeschaafdheid. Omgekeerd heb ben de boeren vaak de gedachte, dat hun werk de steunpilaar is der maat schappij en ze Hebben gelijk, maar moeten daarbij niet vergeten, dat geen enkel huis en zeker niet het groote ge bouw der maatschappij op slechts een pilaar kan steunen. Mr. Linthorst wees er op, dat de oor log geleerd heeft, welke groote dien- Hierin worden ook de gronden tot echtscheiding behandeld. De commis sie, die het rapport samenstelde, heef! de echtscheiding niet gemakkelijk willen maken, toch wel minder moei lijk, dan bij de bestaande wetgeving het geval is. Zij stelt voor, dat niet al leen overspel maar ook andere onze delijke handelingen van even ernsti gen aard als grond voor echtscheiding zullen gelden. Gedwongen samcnle ving is bij het aanwezig zijn van die handelingen een grooter kwaad voor al voor de kinderen dan de scheiding. Onze wet noemt als grond de kwaad willige verlating, die vijf of meer jaren heeft geduurd. De commissie noemt als termijn drie jaar. De wet noemt als reden tot echtscheiding een vrijheids straf van vier jaar of meer; decommis- sie wil vier in twee veranderen. Als nieuwen grond stelt de commissie voor: ernstige verzaking van de ver plichtingen tegenover de andere echt genoot en het gezin. In het rapport staat als toelichting, dat hier bedoeld wordt voortdurend wangedrag als her haalde dronkenschap, het verslaafd zijn aan bedwelmende middelen als cocaine, morphine enz., waardoor het echtelijk leven absoluut ondermijnd wordt. De commissie heeft dezen grond echter weinig scherp en duide lijk omschreven. Door de vage bewoor dingen zou naar dit voorstel echt scheiding uitgesproken kunnen wor den, als de vrouw weigerde de kleeren van het gezin te herstellen of te was- Door C. DEKKER. |Sabina"-thee en „Sabina"- koffie, zijn een melange van het beste, wat de wereldoogst oplevert. Neem nu deze week eens een proef! ttplTjE-TIIEfl Ijy^JhhnuL'ei iïJkjuarOpjpi ichl ISi2 schen of de man als onverbeterlijke luiaard zijn gezin liever honger liet lij den, dan zich in het zweet te werken. In beide gevallen is er toch ernstige verzaking der verplichtingen aanwe zig. Verder wil de commissie het moge lijk maken, dat echtscheiding zonder bepaalden genoemden grond kan plaats vinden bij onderling goedvin den, indien het huwelijk minstens drie jaar heeft geduurd, terwijl tusschen het verzoek tot echtscheiding en de in williging minstens een jaar moet ver loopen zijn. Dit is een vrij gevaarlijk artikel. Er komen in de meeste huwelijken wel eens tijden voor, waarin beide partijen meenen gelukkiger zonder dan met el kaar te zullen zijn. Welnu, ze kunnen dan met eenig geduld een eind maken aan hun verhouding. Hier wordt de weg geopend tot de lichtvaardige echtscheidingen, die allereerst een groot kwaad zijn voor de kinderen Verder noemt de commissie nog krank zinnigheid zonder redelijke hoop op herstel, mits deze minstens drie jaar gedurende het huwelijk heeft geduurd En eindelijk nog geslachtsziekten van ernstigen aard, wanneer de erhtge- noot wetend, dat hij eraan lijdt, de an dere aan besmetting heeft blootgesteld De commissie veroordeelt het te recht, dat bij de bestaande wetgeving echtscheiding mogelijk is door voor gewend overspel van een der heidon. Een dergelijk comediespel acht zij aan den ernst der zaak onwaardig. Ook heeft zij gelijk, dat echtscheiding te verkiezen is boven ondragelijke en on maatschappelijke verhoudingen, die den naam van huwelijk niet verdienen Toch vragen wij ons af, of zij door de gronden, di(? zij voor scheiding cischt, deze niet al te makkelijk maakt. De Duitschers noemen het huwelijk een vogelkooi, waar men makkelijker in dan uit komt. Als het deurtje echter zoo makkelijk opengaat, zal er menig een aan het vliegen gaan zonder een reden, die het huwelijk inderdaad tot een blijvende mislukking en kwaad maakt. Wie zich aan een ander spie gelt, spiegelt zich zacht. En andere landen zijn ons hier een waarschu wend voorbeeld. De bestaande wet maakt het wel wat erg moeilijk, om uit de kooi te ontsnappen. Maar dat is nochtans beter dan het tegendeel. In het rapport wordt terecht opgemerkt, da de voorgestelde wijzigingen vol strekt niet bijzonder in het belang der vrouw zijn. De ervaring leert, dat veel al de vrouw meer geschaad wordt in haar maatschappelijke positie door scheiding dan de man. Maar vooral mag men het belang van het kind niet vergeten bij de regeling der echtscheiding en bijna altoos is de scheiding voor het kind een groot kwaad. Daardoor houdt het kind vaak vader en moeder samen. Wij kennen de statistiek ervan niet, maar durven wel onderstellen, dat het aantal schei dingen van kinderlooze huwelijkeh grooter is dan van huwelijken, waar het kind een band te meer is, die de echtgenooten aan elkaar verbindt. Af deeling Velsen II. Houd Uw woning rein en zinde lijk en spuw niet op den grond. Joag geen stof op bij het schoon maken. Stof is gevaarlijk voor de longen. Natuurlijk was er heel wat studie noodig om aan te toonen, dat men zich niet had vergist, toen men in dat kleine levende wezentje, met een vreemd woord tuberkelbacil genaamd, den verwekker der ziekte zag. Maar dank zij veel noesten arbeid in de werk plaatsen der wetenschap staat dit feit nu zoo vast, dat niemand er meer aan twijfelt en men zeggen mag: zonder den tuberkelbacil geen tuberculose. In alle lichaamsdeelen, die door tu berculose ziek zijn gemaakt en dat kunnen zoowat alle zijn vindt men dat kleine wezentje en omgekeerd kan men, door het in een gezond dier te brengen, dit tuberculose bezorgen en op die wijze de proef op de som ge ven. Toen men eenmaal den tuberkel bacil als de oorzaak kende, vroeg men zich weldra af: waar komt dat kleine plantje vandaan en hoe komt het in het lichaam van den mensch? Welnu, men heeft gevonden, dat het in staat is, in levenden toestand het lichaam van den lijder aan tuberculo se te verlaten en over te gaan op an dere menschen. Hoe 't dit doet? In den regel, tenminste in verreweg de meeste gevallen, nestelt het zich bij den mensch in de longen en daaruit kan het bij hoesten en niezen met het speeksel en voorts met de fluimen, die bij het hoesten worden opgebracht, naar buiten komen. Verder kan ook het vee, waaronder veel tuberculeuze patiënten voorko men tot de verbreiding der bacillen bijdragen vooral door de melk. Zijn die kleine plantjes eenmaal in de lucht gekomen dan gaan ze niet di rect dood. Integendeel: ze kunnen bij voorbeeld heel goed tegen uitdrogen en het hindert hun weinig, wanneer ze, eenmaal op den vloer terecht gekomen, daar vermengd met ander stof blijven liggen. Evenmin gaan ze dood, wan neer ze in de melk van zieke runderen voorkomen. En zoo kunnen de onge- wenschte gasten, doordat zij inge ademd worden of met het voedsel naar binnen geraken, in het lichaam van den mensch dringen. Nu zou men geneigd zijn te denken, dat waar zooveel menschen en dieren aan deze ziekte lijden, ook iedereen wel eens in de gelegenheid zou moeten zijn op zijn levenspad die noodige, kleine wezentjes te ontmoeten en dan aan de ziekte zou moeten gaan lijden. Het eerste is ook wel zoo wij allen zijn zeker zonder uitzondering die on zichtbare booswichten tegengekomen. Maar het tweede is niet waar: geluk kig worden wij allen door die ontmoe ting niet ziek gemaakt. Hoe dit komt zullen wij later zien. Onthoud eerst maar goed, dat de tu berculose, de geesel van de mensch heid, veroorzaakt wordt door een klein plantje, tuberkelbacil genaamd, dat voorkomt in het lichaam van men schen en dieren, welke aan de ziekte lijden, langs verschillende wegen naar buiten kan komen en in het lichaam van andere menschen dringen. Hoe komt het, dat de eene mensch die tuberkelbacillen in zich opnoemt, daardoor niet ziek wordt gemaakt, en de ander daarentegen in zoo hevige mate, dat hij somtijds het leven er bij inschiet? Wanneer de mensch wil zaaien op de dorre heide, dan zal hij ervaren, dat de meeste zaadkorrels niet gedij en. Eerst moet hij door bemesting en watertoevoer den grond zoodanig ver anderen, dat deze geschikt wordt om liet zaad te doen ontkiemen. En zooals met den zaadkorrel, gaat het met den tuberkelbacil. Vindt deze bij zijn in-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 1