sm muerae HEPTIWUSSTRflflT - TEL. 301 - IJMUIDER Heeren-ülsters - Winterjassen en Jekkers Wie prijzen, kwaliteit en pasvorm vergelijkt koopt bij ons! Reuzen voorraad Heeren, Jongeheeren en Kinder-Regenjassen De Wiskottens' Onze overgroots voorraad loeren» en Kinder-Trulen munten uit in kwaliteit en prijs Speciale afdeeiing HEERENKLEE0IN6 NAAR MAAT. Het Woonhuis met erl Nutsspaarbank tart HEEREN-UL8TERS f 7.00, 9.00, 12.00, 15.00, 19.00, 2300, 27.00, 32.00, enz. HEEREN-WINTERJASSEN f 9.00, 12.00, 14„00, 16.00, 18.00, 21.00, 2L00, 29.00, 33.00, enz. MOTORJEKKERS f 7.00, 9.75, 12.50, 15.00, I7.50, 21.00, 23.00, M.00, 30.00, enz. JONGEHEER!» JASSEN f 6.00, 8.00, I2.00, I4.00, I7.00, 21,00, 26.00, enz. KINDERJASJES en JEKKERS vanaf f 3 00 tot 28.00. In Garbardien, Wiphcord en Gnmmi. Renzen sorteering Hoeden en Petten tegen prjjzen beneden elke concnrrentie Pracht Kinder-Trni met staande en liggende kraag roet Das f 1.30, 1.60, 1.80, 1.95, 2.30, 2.70, eiz. enz. Ontvangen: Wollen Vesten in de nieuwste Dessins, met en zonder mouwen 1 Voorlooplg kosteloos. Bij vonnis van de Arrondisse- ments-Rechtbank te Haarlem dd, 7 Oct. '24 is verklaard in staat van faillissement de N. V. Bioscoop „FLORA", gevestigd te Velseroord, met benoeming van den E. A. Heer Jhr. Mr. R. de Marees van Swinde- ren tot rechter-commissaris en van ondergeteekende tot curator. Mr. K. Westerling. IJmuiden, Kanaalstraat 37. TE IJMUIDEN krachtens art. 1223 B.W. op Vr||da( 24 October 1924 des middags 2 uur (precies) in Hotel „NUMMER EEN" ten overstaan van notaris W. DóLLEMAN te IJmuiden van te IJmuiden, gemeente Velsen, Kon. Wilheiminakade No. 44, groot 1.31 A Behoorende tot het faillissement van den heer J. Visser Dz. te IJmuiden. Aanvaarding in gebruik direct na betaling. Betaling koopsom voor of op 5 December a.s. Bezichtiging: 15,16 en 21 October a.s. van 2—4 uur. Nadere inlichtingen ten kantore van genoemden notaris. IJMUIDEN VELSEROORD Zitdag voor IJmuiden: 'a Maandags 7—9, Hclmstr. 9 Velseroord 's Woensdags 7-9, Wlllebr.str. 6 R EMTE 4 BELASTINOBETALERS neemt een boekje en stort daarop geregeld een zeker bedrag. Daarmede doet ge een verstandige daad. Wanneer de tijd gekomen is voor het betalen van Uw belastingen dan kunt ge beschikken over het geld, dat ge geleidelijk hebt bijeengebracht. Tevens ontvangt U 4RENTE Desverkiezende kan een spaarder zijn belastingbiljetten op het kantoor der Spaarbank in bewaring geven De bank belast zich dan met de betaling, zoolang er een tegoed is op het boekje. TIMMERMAN, METSELAAR I—I EN AANNEMER I—I WILLEM BARENDSZSTRAAT 16 TELEFOON No. 467. Een advertentie geplaatst in de IJMUIDER COURANT heeft steeds succes. GEBR. BISCHOFF OVERWELDIGENDE KEUZE 99 65 door RUDOLF HERZOO. Plotseling schrok ze op. De man nen waren aan een bijzonder grappig gedeelte gekomen. Hun luid gelach dreunde door het vertrek. „Hemel, wat ben ik geschrokken!" Gustav Wiskotten draaide zich om. „Fameus, juffrouw Anna!" Hij sprong op en raapte de teekeningen op, die van haar schoot waren gevallen. „Eenig!" Die weet, wat humor is! Men zou willen lachen en huilen tegelijk." „Dank u," zeide ze en nam de teeke ningen aan. „U hebt zeker een beetje gedroomd? Waren de teekeningen zoo mooi? Wat is 't? „Eerste liefdesverlangen?" Of soms 'n heilige Genoveva met prins Smartenrijk?" Daar kruisten zich hunne blikken. „Meisje," zeide Gustav Wiskotten, „als ik me vroolijk gemaakt heb over iets wat jou dierbaar is: het was niet kwaad gemeend." „U moogt ze gerust zien, mijnheer Wiskotten." Maar toch reikte ze hem de teekeningen nog slechts aarzelend toe. Gustav Wiskotten weerde schert send af. Daar viel zijn oog op een der vellen papier, en zijn blik werd strak ker. „Wat is dat nu voor een zon derlinge meisjesdweperij?" Nu trad ook de opzichter naderbij. Zijne wenkbrauwen trokken zich sa men. Hij knipte met de oogen, alsof hij niet goed zag. „Wat is dat nou, An na? Hoe kom je daar aani „Is dat dan zooveel bijzonders?" De opzichter nam de teekeningen, S keek er verbaasd naar, staarde sprake loos naar Gustav Wiskotten, die ze 1 hem snel uit de hand nam, en nu ke- ken beiden er naar. „Maar dat is dat zijn „Kölsch, wat zeg jij er van?" „Ja, mijnheer Wiskotten. - Zegt u het maar eerst!" „Maar dat is onbetaalbaar, dat zijn ontwerpen van een pracht van lijnen en eene verscheidenheid van dessins kijk hier eens, deze kostbare lint versiering, en hier, deze phantastisch mooie kant! Dat is een fonkelnieuwe stijl! Dat stelt alles in de schaduw, wat men tot nu toe in dit genre gehad heeft! Waar komen die dingen van daan? Aan wie behooren de ontwer pen?" „Mij," zeide Anna. Ze was plotseling even opgewonden als de mannen. „U?" „Jou?" „Kunt u ze werkelijk gebruiken, mijnheer Wiskotten?" „Meisje, doe niet zulke verschrikke lijk domme vragen. Je bent je van hun gewicht volstrekt niet bewust! Of ik ze gebruiken kan! Ik lig reeds weken als een struikroover op de loer en zou innig verheugd zijn geweest, indien ik slechts de helft van zooveel origineele schoonheid ontdekt had. En ondertus- schen berust deze geheele rijkdom hier in de hand van een klein meisje. Weet je dan heelemaal niet wat dat voor een zonderlinge achterhoudendheid is? Verduiveld, lach toch niet!" „Jawel! Jawel! Als ik nu eenmaal blij ben!" „Voor den dag er mee! Wien behoo ren deze ontwerpen?" „U, mijnheer Wiskotten. Ik schenk ze u." „Verkoop geen gekheid! De zaak is ernstiger dan je gelooft! Zijn de teeke ningen vrij? Zijn ze voor de concur rentie bereikbaar? Meisje, spreek toch eens een enkel oogenblik verstandig." „Mijnheer Wiskotten, ja! De teeke ningen zijn vrij. Geen mensch heeft ze gezien. Ik heb ze cadeau gekregen, pas kort geleden, en en voor mij waren ze een aandenken. Ik had er geen ver moeden van, dat ze voor u zooveel waarde konden hebben. En nu ver heug ik mij evenzeer als u, ach, nog veel, veel meer. En slechts u behooren ze nu toe." Gustav Wiskotten wierp de teekenin gen op tafel en greep het meisje bij de schouders. „Anna! Wat moet dat beteekenen? Er staat veel op het spel, bedenk dat wel. Het bruist mij in het hoofd, alsof er ergens een gat. in geslagen is en alle somberheid er nu uit kan. Is het waar? Kan ik de patronen gebruiken?" „Ja, mijnheer Wiskotten, duizend maal ja!" Gustav Wiskotten stiet een schreeuw uit. Als een valk, die een prooi be- meestert. En toen drukte hij het meis je tegen zich aan, dat ze in zijne plot selinge omhelzing een kreet slaakte. „Je bent als de goede fee uit het sprookje! Een Paaschengel! Anna, kind, waar heb je die schatten van daan?" „Van van „Anna, dien man moet je een kus geven." „Nu zeg ik 't niet." j „Geef hem dan geen kus. Hoe heet de schelm, die met zoo iets speelt?" „Hij zal 't niet weer doen." I „Wat j „Hij teekent geen ontwerpen "meer. Dat was slechts spelen voor hem. Hij hij „Wie?" „Ewald!" Van verrassing liet hij haar los. Hoogrood stond ze voor de mannen en streek beur haar naar achteren. Kölsch klopte haar op den schouder. Zijne oogen straalden. Spreken kon hij niet. Toen sloeg Gustav Wiskotten zich f met de vlakke 'hand krachtig op het dijbeen. f „Ewald! Ewald!" 5 „Nu wilt u de teekeningen zeker niet?" vroeg ze angstig, en het bloed verdween uit hare wangen. „En al heette de man Beëlzebub, Lu cifer, Duivelsdrek! Wat geef ik om een naam? Maar WiskottenHij haalde diep adem. „Wiskotten is mij liever Toen viel het meisje hem om den hals, en na hem haar vader. „Nu is alles goed!" „Nee, nu zal 't pas goed worden. Kölsch, man, ouwe, trouwe Hagen, sta niet zoo vaderlijk ontroerd! De wind slaat om! Nu zullen we de zeif, len hijschen „Mijnheer Gustav, als we met dig prachtige nouveauté's komen, pateiig nemen, kan Scharwachter zich wel opg bergen. Dat breekt hem den nek." g „Laat hij ons dat maar nadoen Kölsch! Nu kan hij toonen of hij pham tasie be2it of alleen maar inbeeldinge Geen hoen en geen haan zal naar zijig ouwen rommel nog kraaien, als wi^, met de lokvogels komen. Wie koop^. winkeldochters, al krijgt men ze halT cadeau! Haha, Scharwachter, not heb ik je." Hij nam de teekeningen op, de een nï? de ander, hield ze ver van zich af, hielc, ze dicht hij de oogen, en Kölsch volgdr zijn voorbeeld. „Ik zou de jongens uit bed tromme? len, Kölsch, als vader zijn slaap nied hebben moest. Maar morgen! Was heH maar reeds morgen! Ik ben maar blij,1 dat dat moeder De oude knikte. „Zij heeft u trouw ter zijde gestaan." „Ja, moeder 1 „En Ewaldvroeg Anna: heel zacht. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 4