AAN DE TROUWEN.
°<e GEMENGD NIEUWS.
-ezi
11(1 Stennconcerten:
SIJ1Haarlejnsche Orkestvereen. (H. O. V.)
ee Zooals aan velen reeds bekend is
'hiheeft het Bestuur der H. O. V. steun-
sclconcerten gearrangeerd met de bedoe-
-ejing dat de leden der H. O. V. en verder
'kalle ingezetenen van Haarlem en om-
geleidelijk kunnen bijdragen
ooiot de instandhouding van ons Haar-
wilemsch Orkest. Het eerste dezer be
langrijke concerten zal plaats hebben
hop Donderdag 16 October aanstaande
Uin het Gemeente Concertgebouw, op
triwelken avond de jeugdige Amerikaan-
lasche Violiste, Eugenie Wellerson als
d&oliste zal optreden. Dat de animo, om
deze wijze bij te dragen aan het bo-
bivenbedoelde doel, zeer groot is, bewijst
thet feit dat reeds velen om kaarten ge-
iclvraagd hebben, hetgeen het bestuur
heeft doen besluiten om nu al met de
«kaartverkoop te beginnen. Bij de fir-
Alphenaar, Kruisweg en Lange-
veld, Gr. Houtstraat zal van nu af ge-
gelegenheid bestaan tot het nemen van
'eitoegangsbewijzen a f 1.75 voor niet-
reileden, terwijl aan het bureau der con-
icertzaal de Leden op vertoon van hun
^lidmaatschapskaart, entreekaarten
kunnen verkrijgen a f 1.— pl. r. en
tekunnen daar ook plaatsen worden be
ld Het bestuur der H. O. V. vertrouwd
arten volle op het welslagen dezer steun
concerten en twijfelt niet aan de ge-
Hwaardeerdc medewerking van de tal-
aii'ijke muziekminnaars van Haarlem
omliggende gemeenten.
O] Laat zien dat het gelijk heeft gehad
Iaën toont dat het u ernst is om de mu-
ïzziekkunst te Haarlem hoog te hou-
ieden.
Onze margarine-industrie.
ei Een groot deel der bewoners van ons
island van melk en boter, gebruikt zel-
jjkien of nooit natuurboter. De eens zoo
ipveiachte margarine geholpen dooi' de
ejfluurte heeft in de laatste jaren de bo-
ojtervlootjes tot margarinepotjes ge
smaakt, al blijven we den ouden naam
Vroeger vonden de meesten
margarine goed als wagensmeer, en
lamisschien deugde ze zelfs daarvoor
einiet. Men uitte zjjn afkeer ervan zelfs
in een straatdeuntje, een variant van
re een revuemoppie: O margarien, o na-
boter! Er schijnt vroeger
wel eens ondeugdelijk dierlijk vet bij
eide margarine-fabricatie gebruikt te
itzijn, zoodat er reden was, om de mar-
agarine te versmaden. Het oude voor
Aoordeel is echter grootendeels verdwe
ernen. De margarine-industrie heeft een
geweldigen omvang gekregen en men
houdt het niet langer voor een schan-
Z(de, margarine te gebruiken.
Het Tijdschrift der Ver. Ned. Fabri
kaat geeft bijzonderheden van deze in
dustrie, waarin Nederland vooraan
estaat. Do naam van den Bergh, die in
een kunstboterfabriek opende, is
dok in het buitenland bekend. In 1890
c werd de zaak in Rotterdam gevestigd.
clDaar kan iedere week 1500 ton bereid
1 worden. Zusterondernemingen zijn in
"Engeland, België en Duitsehland ge
hvestigd en de onderneming der Firma
d. Bergh, die thans een N.V. is, be-
hoort tot de grootste der wereld. Ze
"werkt met een kapitaal van 75 mini
koen. Zij voorziet in de helft der behoef-
te van het geheele Duitsche volk. Door
rde enorm hooge natuurboterprijs
Jmaar ook door de zuivere waar, die de
margarine tegenwoordig is, zal het
wei eldverbruik ervan zeker nog meer
d toenemen.
De grondwet der fabriek is reinheid.
1 an de eerste bewerking der grond-
u stoffen af tot het dichtspijkeren der
n kistjes toe raakt geen hand het pro-
duet aan. Door de uiterst zindelijke
bereiding en het gebruik van zuivere
grondstoffen kan de N.V. van dim
n Bergh thans een uitstekend product
- aanbieden. Wie het niet weet, smult
i van de margarine als van natuurboter,
e In Rotterdam wordt iederen dag een
zee van 200000 Liter melk verwerkt. De
leverancier, die vuile melk durft lève-
i ren, krijgt een foto thuis met het vuile
watje, waardoor zijn melk is gezeefd,
De gesmolten vetten worden door fil-
ters gereinigd; de massa gaat door ze-
- ven van flanel heen. In houten wagen-
tjes wordt de massa vervoerd naar een
i zaal, waar ze na de bereiding een poos-
e„ m°i staani d wagentjes worden
telkens na gebruik in een stoom dou
che schoon gemaakt. De verpakking
i geschiedt machinaal. De machine pakt
70 pakjes van een pond per minuut.
De kistjes worden ook machinaal in
twee seconden dicht gespijkerd. Voor
reclame, verpakking enz. heeft van
den Bergh een eigen drukkerij, een
dei grootste van Rotterdam. Dat de
Firma de kunst van reclame verstaat,
bewijst wel de wereldbekendheid van
Blue Band in weinige maanden. De
Blue-Band-poststempel is ook een
voortreffelijke vondst geweest en het
verzet ertegen maakt nog eens bekend,
dat Blue Band er is. Aan de Rotter-
damsche zaak zijn 1200 personen ver-
bondenr de vrouwen doen allen in ge-
heel witte kleeding hun werk
lauden6"1,igt Van dün Be,'Sh van Hol-
landsche koopmanschap en Holland-
sche zindelijkheid, een combinatie die
geen windeieren legt. Wat voedings
waarde betreft, doet de margarine
voor natuurboter niet onder, terwijl de
smaak niet veel verschill. Ze is veel
goedkooper en om die redenen eten
thans de meesten hun boterham met
„nagemaakte boter".
Het debat in den Dierentuin.
Er is over het debat tusschen den
professor en den generaal heel wat na-
gedebateerd. Bijna algemeen keurt
men liet af, dat de laatste geen gelegen
heid kreeg, om te repliceeren, omdat
de vergadering verliep en tumult
maakte en dat men, toen hij de eerste
keer aan het woord was, heftig en
soms onhebbelijk interrumpeerde
Men is met wijs, niet billijk, niet waar
dig opgetreden tegen den man, die ka
rakter en moed getoond heeft door
openlijk op te treden voor een zaak
weermacht en weerbaarheid, die sterk
in discrediet is geraakt.
Bet is niet makkelijk een vergade
ring van duizenden met vele bewogen
gemoederen goed te leiden. Er is voor
noodig een stem als een klok en een
overheerschende persoonlijkheid. Mr.
Werker beantwoordde 'daaraan zeker
met. Ook behoort er zelfbeheersching
toe, om urenlang te luisteren nu eens
gloeiend van instemming, dan weer
verbitterd om woorden, die ergeren en
daarbij rustig te blijven zitten en zijn
mond te houden. Was de vergadering
steviger geleid en liad zij minder lang
geduurd, dan zou ze een beter verloop
gekregen hebben.
Menigeen acht zoo'n openbaar debat
van nul en geenerlei waarde. Het is
een hanengevecht, waarhij het publiek
zich vermaakt; hoe vinniger er ge
vochten wordt, des te grooter het ge
noegen. Men brengt er de zaak niets
verder mee. Ieder heeft en houdt zijn
eigen overtuiging. Debatten prikkelen
maar leeren niet.
Deze meening komt ons echter niet
juist voor. Velen zullen de beide rede
voeringen in de zaal of per radio ge
noord of in de uitvoerige verslagen ge
lezen en nieuwe inzichten gekregen
hebben in de kwestie van ontwapening
of landsverdediging. De debatten wer
den waardig, scherpzinnig en met
kracht van overtuiging van weerzijden
gevoerd. Men kan zich van de kwestie
maar met eenvoudig afmaken door te
zeggen: De oorlog is gruwelijk, weg
met het leger! Maar evenmin door de
redeneering: Als je aangevallen wordt,
heb je liet recht terug te slaan en als
men je vrouw of kinderen aanrandt,
dan heb je zelfs den plicht daartoe!
Het debat heeft velen kunnen leeren,
dat er veel meer aan de kwestie vast
zit, dan men gewoonlijk meent; zoo
heeft het kunnen helpen, om een wel-
overwogon, eigen overtuiging in deze
belangrijke zaak te krijgen.
Zie je wel, dat ontwapening onzin is.
Zelfs in deze debatvergadering brak
immers strijd uit, de voorstanders van
ontwapening bleken zeer vechtlustig
en werkten met de stik- en stinkgassen
van scheldwoorden en onhebbelijkhe
den tegen den generaal!
Handig is daarop geantwoord, dat
het verloop der vergadering juist sterk
aangetoond heeft, -dat ontwapening
noodig is. Stel je toch eens voor, dat de
duizenden in de zaal van den Dieren
tuin wapenen hadden gehad!
Men kan daaraan toevoegen, dat de
ontwapening niet wil zeggen, dat er
geen strijd meer zal zijn en alle men
schen en volkeren elkaar in alle op
zichten broederlijk zullen behandelen.
De voorstanders van ontwapening
weten, dat menschen en volken zelf
zuchtig en vaak ook onverdraagzaam
zijn. Maar ze willen, dat niet het ge
weld van den oorlog maar het recht
dien strijd zal beslechten.
De Wereldvrede zit in de lucht.
Het is tegenwoordig niet mogelijk
een krant in handen te krijgen, waarin
niet een of andere beschouwing over
den wereldvrede staat. Dat het Haag-
sche debat zoo buitengewoon de aan
dacht trekt, komt ook, omdat de we
reldvrede thans in de lucht zit. Men
zou beter kunnen zeggen, omdat de
vrede als een sterk verlangen, als een
dringende eisch leeft in het hart der
menschen.
Vier jaren hebben de volken oorlog
gevoerd, zes jaar hadden ze daarna
noodig, om de oorlogsstemming te
overwinnen, in dit jaar heeft de vre-
desgedachte aan invloed gewonnen.
Wanneer'het dagenlang donker, re
genachtig en koud is geweest en men
ziet eindelijk een lichte plek, de zon
diingt naar voren, zware wolken moe
ten voor haar afdeinzen, dan verheugt
men zich, al is de zon nog lang niet
onbewolkt en al dreigen er nog buien.
Zoo zien we de zon van den vrede
door de zware zwarte wolken van vol-
kereukaat en trots heenbreken. Tel
kens ziet men wolken afdrijven, de zon
aan klaarheid en kracht winnen. Do 1
Volkenbond begint werkelijk een sterk i
verbond van volken te worden en de 1
kans, dat Duitsehland spoedig zal toe-1
treden, is groot. Dan zal men den bond 1
met meer voor een geallieerde affaire
kunnen houden met de neutralen als
kleine aandeelhouders. Als een drie-
eenheid worden arbitrage, veiligheid
en ontwapening geleerd. De ministers
van oorlog in de meeste landen hebben
geen prettigen tijd. Ze hebben bij het
opstellen hunner begrootingen het ge
voel, dat zij hun testament opmaken.
Daarin staan de laatste wenschen en
opdrachten. Is het zoo onmogelijk, dat
J de -veelverbeterde internationale
verhoudingen, bij het verlangen naar
ontwapening bij een groot deel van het
publiek, over een paar jaar enkele der
kleinere staten van Europa de wapens
neerleggen?
Wie had het mogelijk geacht, dat
vooraanstaande mannen in Duitseh
land openlijk zouden waarschuwen te
gen nationale zelfverheerlijking, eiken
oorlog onvoorwaardelijk afkeuren en
de aaneensluiting der volken tot een
menschengemeenschap eischen? En
toch hebben mannen als Prof. Martin
Rade en vele anderen dit dezer dagen
g^GQcici'n.
Wie had gedacht, dat Poincaré zoo
spoedig vergeten zou worden en zijn
strenge, hatelijke houding tegenover
Duitsehland ook door zijn eigen volk
zou worden afgekeurd? Dat in Duitseh
land een congres voor den wereldvre
de zou worden gehouden, zich uitspre
kende voor radicale ontwapening met
behoud slechts van een politiemacht?
Dat de man, die eens tegenover een
groot deel van zijn volk durfde staan
en bij velen in ongenade viel, omdat hij
openlijk den oorlog afkeurde, nog eens
eerste minister zou worden en in ge
heel Europa toegejuicht zou worden
om zijn pacifistische politiek en dit
alles kan van McDonald gezegd wor
den?
De wereldvrede zit in de lucht, maar
hoe komt hij op aarde? Zoover is het
nog niet. En al zijn er teekenen, dat de
zon van den wereldvrede gaat doorbre
ken, er zijn nog groote, duistere wol
ken. Maar het licht is'sterker gewor
den en men mag hopen, dat het win
nen zal.
Dit jaar wordt een jaar van kente
ring en ommekeer; eindelijk weer een
goed jaar na de vele boozen.
Te veel eters aan tafel.
Het vraagstuk der overbevolking
zal ongetwijfeld in de komende jaren
dikwijls en ernstig besproken worden.
Men kan wel luchtig zeggen, dat het
met overbevolking zoo'n vaart niet
loopen zal en men genoeg heeft aan
eigen kwaad en zich het hoofd maar
met breken moet met de moeilijkheden
van onze kindskinderen, maar een
ernstig man redeneert zoo niet. Een
gi oot deel van ons leven en werken
en zeker het beste daarvan is gericht
op het welzijn van komende geslach
ten, hoe zouden we ons dan niet be
kommeren op een ernstig gevaar dat
hen eens schijnt te zullen bedreigen?
Van 1790 tot 1920 nam de bevolking
der Ver. Staten toe met meer dan 100
millioen zielen. Rusland had in 1800
40 en in 1900 106 millioen inwoners in
Europa. Duitsehland steeg in de ne
gentiende eeuw van 27 tot 56 millioen
zielen. Dat zijn cijfers, die te denken
en te vreezen geven. De bevolkings
toename van zwarten, gelen en brui
nen gaat nog sneller dan van blanken.
De bevolking van Indië nam in een
eeuw tijd toe van 100 tot 300 millioen
De aarde is reeds bewoond door ruim
1 milliard menschen; waar gaat dat
heen? De toename zal echter op den
duur niet meer zoo snel gaan. Het ge
boortecijfer neemt af bij do beschaaf
de volkeren; dat geldt ook van het
sterftecijfer, maar de daling daarvan
zal spoedig veel minder vlug gaan, om
dat door de hygiene reeds meerdere
oorzaken van de groote sterfte zijn
weggenomen of verzwakt. Malthus
heeft vooral alarm gemaakt tegen het
gevaar van overbevolking, maar sinds
Malthus hebben we geleerd veel meer
menschen op denzelfden bodem een
plek, om te leven en te werken, <te ge
ven dan vroeger. In een eeuw tijd geeft
de bodem tweemaal meer producten.
Overbevolking is geen vraagstuk van
een aantal menschen en ruimte, om
op te wonen. Er kan met een klein aan
tal bewoners overbevolking zijn in een
gioote woestijn en een dichte bevol
king kan brood vinden op een kleine
oppervlakte vruchtbaren bodem. Over
bevolking beteekent meer monden
dan voedsel, om ze te vullen. Nog doet
het kwaad van overbevolking zich niet
voelen. Immers het tegenworodige ge
slacht is minder onderhevig aan ziek
ten, zijn levensduur is langer; de men
schen zijn zwaarder in gewicht en
hun lengte is grooter dan een eeuw ge
leden.
Zoo kan het gevaar van overbevol
king het best bezworen worden door
den strijd voor meer welvaart. Ook mo
gen we aannemen, dat de wetenschap'
..r°°Lln de toekomst zal helpen 1
meer iijkdommcn te halen uit de on-'
uitpultclijke schatkamers der natuur.
w °ns best beschermen tog"»
het gevaar van overbevolking.
Naweeën van den Atjehoorlog.
Er zwerven nog altijd door het uit
strekte gebied van Atjeh met zijn
wilder nissen en moerassen onverzoen-
uiot '1 -n° f'e Zlch aan ons gezag
met willen onderwerpen. Vele verzets-
lieden hebben zich gemeld en het
hoofd gebogen; velen ook zijn door on
ze militairen gedood. Maar er zijn er
ook, die liever als achtervolgden rond
zwerven dan ons gezag aanvaarden.
Tolt ®tn onverzoenlijke Atjcher is
Toekoe Radja Tampo, die reeds jaren
door patrouilles gezocht maar nooit
gevonden is. De Atjehers schrijven de
zen volksheld de wonderkracht toe,
zich onzichtbaar te kunnen maken. Om'
zekerder aan de vervolging te ontko
men, zwerft hij liefst alleen of met zijn
vrouw rond. Dij vormt geen bende om
zlc heen, die toch makkelijker ont
dekt zou kunnen worden. Het is be-
gnjpelijk, dat alle Atjehers hem ver-
eeren en heimelijk voorthelpen bij
zijn eindelooze vlucht. Gevaarlijk is
hiJ 'h zoo verre niet, dat hij geen gc-
weldaden pleegt. Maar zijn geest van
verzet is een voortdurend gevaar voor
onze machtspositie. De hoop blijft
daardoor bij de Atjehers, -dat zij een
maal uit onze macht bevrijd zullen
worden en hun vrijheid en zelfstan
digheid terugwinnen'.
Om die reden wordt deze Toekoe
voortdurend gezocht; maar de Deli
Crt. zegt, dat men dien man in het bin
nenland van Atjeh, voortgeholpen
door zijn volksgenooten evenmin zal
vinden als een speld in den Indischen
Oceaan.
Ei- zijn ook onverzoenlijker!, die de
gelegenheid tot wraakoefening niet
laten voorbijgaan en wel geweld ge
bruiken, als de gelegenheid hun daar
toe gunstig schijnt. De Atjehers zijn
dweepziek en bijgeloovig. Een zekere
Teungkoe Oebit wist een aantal Atje
hers te belezen, dat zij voor het dooden
i van een kafir (heiden) recht hadden op
i een bijzondere onderscheiding hierna
maals en hij verwees hun niet alleen
naar het geluk hierna, zij zouden hier
j tot belooning voor hun heele leven
vrijgesteld worden van belasting. Met
een kleine bende volgelingen heeft hij
t in Juni een troep onzer soldaten over-
vallen, waarbij twee der onzen zwaar
I gewond werden. Deze Atjehers zijn
daarna door patrouilles achternagezet
en gevonden.
Men is geneigd, om hier weer uit te
varen tegen die zwarte sloebers, die
gevaarlijke moordenaars, elementen,
die een voortdurend gevaar blijven
voor den vrede en daarom uitgeroeid
moeten worden. Het gaat nu immers
in Atjeh goed en die rakkers stokei
maar onrust. Maar dat is een oordeel
van eer.. zijde, er is ook een andere zij
de. Wij zullen hier niet de oorzaak en
schuld van den Atjehoorlog gaan uit
pluizen. Maar vrijwel algemeen wordt
erkend, dat gelijk in zoo menigen ko
lonialen oorlog de beschaafden, de
blanken zonder rechtmatige reden het
zwaard trokken.
We hebben een dapper, vrijheidslie
vend volk overweldigd na een langdu-
rigen en bitteren strijd. De redenen
tot den oorlog, zeerooverij, zijn onvol
doende geweest. Gruwelen en wreed
heden zijn, gelijk in eiken oorlog, door
beide partijen begaan. De Atjehers
hebben gevochten voor hun land en
hun vrijheid en den strijd tegen onze
moderne wapenen verloren. De mees
ten hebben zich onderworpen en er
kennen thans ons gezag. Maar er zijn
ook Atjehers, die liever sterven dan
buigen. Ze trekken door de rimboe, ze
vluchtten overal uit onze nabijheid,
ze geven alle gemakken van het wonen
in een huis en dorp prijs uit liefde voor
f hun vrijheid en hun recht. Ze weten
nergens veilig te zijn, overal achterna
j gejaagd ite worden, dat onze regeering
j hen niet zal straffen maar als ieder
J ander behandelen, wanneer zij hun
j verzet willen opgeven en zich melden
j en ons gezag erkennen. Maar zij blij-
i ven de vreeselijke eenzaamheid, de
vermoeienissen en eindelooze gevaren
der wildernis verkiezen.
Het is te begrijpen, dat hun volk in
hen helden en -heiligen ziet.
Wij kunnen ons thans niet meer uit
Atjeh terugtrekken, maar wel recht
vaardig en mild regeeren, vijandschap
door goedheid overwinnen en het At-
jehsche \olk helpen door goed onder
wijs, door allerlei cultuurarbeid, om
rijp te worden voor zelfbestuur. Dat is
ook de beste manier, om een eind te
maken aan de onverzoenlijkheid en
het gcweldadige of lijdelijke verzet.
We hebben een-s -de Atjehers door
het zwaard overwonnen; thans moetim
we een edeler overwinning op hen be
halen, hen winnen door wijsheid en
rechtvaardigheid.
Afdeeling Velsen
Vereen!ging tot bestr. dor Tuberculose
Door C. DEKKER.
IV.
Wees zindelijk op Uw lichaam
en vooral op Uw handen!
Wij hebben nu in grove omtrekken
gezien, op welke wijze de vijandelijke
paitij afbreuk wordt gedaan, laat ons
mans kennismaken met dc wijze
waarop de aangevallene in staat kan
worden gesteld zich zoo krachtig mo
gelijk te verweren.
Hierboven is reeds gezegd: het ge
zonde, krachtige lichaam bezit ver
weermiddelen, die in den strijd met de
binnengedrongen tuberkelbacillen de
rtT nu annen berechten. Konden wij
stmirl nm°ns m zoodanigen toe
stand biengen, dan'was het gedaan
Sart O rt dan zou dU nooHottig
zaad ondergaan wegens gebrek aan
wiklSen bodem on> zich te ont-
°m dit V' bereiken, moet aan tal van
ooi waarden worden voldaan. Wii
zonrtn'nnat d?,.rd^ die mensctf Re-
n?-ni„ krachtig is, die vanaf zijn
rtli h. «g .ln funstl«e omstandighe
den heeft geleefd, die vanaf den zuige-
lingsleoftijd op oordeelkundige wijze
is gevoed, gekleed, gehuisvest die ar!
matig'leeft!""' VerStandi« verd<*»
weHre^ hieronder-valt. te verstaan en op
«elke wijze gij 1„ deze kunt medewer-
ken, willen wij thans eens nader be
zien en daartoe allereerst een en an-
u'bespreken" d°e,ma"*e met
renLiCCnv/der Vand3ch"ften van de
Lent!ale Vereemging staat te lezen'
Laat uw voeding, voor het geld, dat gij
zijnl°°r fleven> z0° floed mogelijk
Zeer velen zullen dezen raad eenigs-
zms overbodig achten: men heeft daar
!Tl?f J,d.°P gelet; het sPreekt toch
uitgeeft;' m°n Zijn geld "iet °nnut
Maar wie zoo redeneert, verliest een
zeer belangrijk punt uit het oog: dat
het namelijk niet zoo gemakkelijk is
om te weten, wat in dit opzicht nuttig
mag heeten en wat dien naam niet
verdient.
Wanneer men langen tijd als genees
heer in de wereld heeft rondgezien,
dan weet men maar al te goed, hoe 011-
doelmaüg en eentonig de volksvoeding
dikwijls is, hoe waar het is in 't alge
meen, dat de kookkunst en de keuze
der spijzen van de dochter die der
moeder niet veel overtreffen.
Zelfs het dienstmeisje, eenmaal
huisvrouw geworden, valt in den re
gel terug tot het peil der kookkunst
van het ouderlijk huis, omdat zij de
middelen mist, om de aangeleerde be
reidingswijze in toepassing te brenger;
en niet geleerd heeft, zoo goedkoop
mogelijk, smakelijke, doelmatige spij
zen klaar te maken.
Het wandschrift onzer Vereeniging
is daarom allerminst overbodig en
waar wij gezien hebben, dat een goede
voeding een der eerste vereischten
voor ons is, om een gezond en krachtig
mensch te worden, willen wij thans
op dit punt wat nader ingaan.
De mensch heeft van de geboorte tot
den dood behoefte aan voedsel, al mo
gen de eischen, die daaraan worden
gesteld, verschillend zijn voor de ver
schillende tijdperken van het kind.
Het kind vraagt een andere voeding
dan de volwassene: hij die veel li-
chaamsarbeid verricht heeft andere
behoeften, dan wie een zittend leven
leidt; de ziekte stelt bizondere voor
waarden aan zijn voedsel.
Maar altijd door is het noodig dat
wij een zekere hoeveelheid spijs en
drank tot ons nemen, en geschiedt dit
met in voldoende mate, of te overvloe
dig, dan komen wij niet tot volkomen
ontwikkeling en hebben minder weer
stand tegen invloeden, die ons leven
bedreigen.
Vandaar dat slecht gevoede men
schen in verhoogde mate gevaar loo
pen, om in den strijd tegen de tuber
kelbacillen, die, naar wij zagen, bij
verreweg de meesten onzer wel eens
aanwezig zijn, het onderspit te delven.
In hooge mate geldt dit voor het
kind. Wanneer dit door ondoelmatige
voeding en hieronder moet gij zoo
wel verstaan te veel als te weinig
zijn weerstandsvermogen tegen ziek
ten, dat toch reeds minder groot is
dan bij den volwassene, heeft verloren,
dan wordt zijn lichaam een geschikte
voedingsbodem voor tuberkelbacillen.
Wordt vervolgd.
Velseroord, October 1924.
PROP.
IS U AL LID 7