AAN DE TROUWEN. °<e GEMENGD NIEUWS. -ezi 11(1 Stennconcerten: SIJ1Haarlejnsche Orkestvereen. (H. O. V.) ee Zooals aan velen reeds bekend is 'hiheeft het Bestuur der H. O. V. steun- sclconcerten gearrangeerd met de bedoe- -ejing dat de leden der H. O. V. en verder 'kalle ingezetenen van Haarlem en om- geleidelijk kunnen bijdragen ooiot de instandhouding van ons Haar- wilemsch Orkest. Het eerste dezer be langrijke concerten zal plaats hebben hop Donderdag 16 October aanstaande Uin het Gemeente Concertgebouw, op triwelken avond de jeugdige Amerikaan- lasche Violiste, Eugenie Wellerson als d&oliste zal optreden. Dat de animo, om deze wijze bij te dragen aan het bo- bivenbedoelde doel, zeer groot is, bewijst thet feit dat reeds velen om kaarten ge- iclvraagd hebben, hetgeen het bestuur heeft doen besluiten om nu al met de «kaartverkoop te beginnen. Bij de fir- Alphenaar, Kruisweg en Lange- veld, Gr. Houtstraat zal van nu af ge- gelegenheid bestaan tot het nemen van 'eitoegangsbewijzen a f 1.75 voor niet- reileden, terwijl aan het bureau der con- icertzaal de Leden op vertoon van hun ^lidmaatschapskaart, entreekaarten kunnen verkrijgen a f 1.— pl. r. en tekunnen daar ook plaatsen worden be ld Het bestuur der H. O. V. vertrouwd arten volle op het welslagen dezer steun concerten en twijfelt niet aan de ge- Hwaardeerdc medewerking van de tal- aii'ijke muziekminnaars van Haarlem omliggende gemeenten. O] Laat zien dat het gelijk heeft gehad Iaën toont dat het u ernst is om de mu- ïzziekkunst te Haarlem hoog te hou- ieden. Onze margarine-industrie. ei Een groot deel der bewoners van ons island van melk en boter, gebruikt zel- jjkien of nooit natuurboter. De eens zoo ipveiachte margarine geholpen dooi' de ejfluurte heeft in de laatste jaren de bo- ojtervlootjes tot margarinepotjes ge smaakt, al blijven we den ouden naam Vroeger vonden de meesten margarine goed als wagensmeer, en lamisschien deugde ze zelfs daarvoor einiet. Men uitte zjjn afkeer ervan zelfs in een straatdeuntje, een variant van re een revuemoppie: O margarien, o na- boter! Er schijnt vroeger wel eens ondeugdelijk dierlijk vet bij eide margarine-fabricatie gebruikt te itzijn, zoodat er reden was, om de mar- agarine te versmaden. Het oude voor Aoordeel is echter grootendeels verdwe ernen. De margarine-industrie heeft een geweldigen omvang gekregen en men houdt het niet langer voor een schan- Z(de, margarine te gebruiken. Het Tijdschrift der Ver. Ned. Fabri kaat geeft bijzonderheden van deze in dustrie, waarin Nederland vooraan estaat. Do naam van den Bergh, die in een kunstboterfabriek opende, is dok in het buitenland bekend. In 1890 c werd de zaak in Rotterdam gevestigd. clDaar kan iedere week 1500 ton bereid 1 worden. Zusterondernemingen zijn in "Engeland, België en Duitsehland ge hvestigd en de onderneming der Firma d. Bergh, die thans een N.V. is, be- hoort tot de grootste der wereld. Ze "werkt met een kapitaal van 75 mini koen. Zij voorziet in de helft der behoef- te van het geheele Duitsche volk. Door rde enorm hooge natuurboterprijs Jmaar ook door de zuivere waar, die de margarine tegenwoordig is, zal het wei eldverbruik ervan zeker nog meer d toenemen. De grondwet der fabriek is reinheid. 1 an de eerste bewerking der grond- u stoffen af tot het dichtspijkeren der n kistjes toe raakt geen hand het pro- duet aan. Door de uiterst zindelijke bereiding en het gebruik van zuivere grondstoffen kan de N.V. van dim n Bergh thans een uitstekend product - aanbieden. Wie het niet weet, smult i van de margarine als van natuurboter, e In Rotterdam wordt iederen dag een zee van 200000 Liter melk verwerkt. De leverancier, die vuile melk durft lève- i ren, krijgt een foto thuis met het vuile watje, waardoor zijn melk is gezeefd, De gesmolten vetten worden door fil- ters gereinigd; de massa gaat door ze- - ven van flanel heen. In houten wagen- tjes wordt de massa vervoerd naar een i zaal, waar ze na de bereiding een poos- e„ m°i staani d wagentjes worden telkens na gebruik in een stoom dou che schoon gemaakt. De verpakking i geschiedt machinaal. De machine pakt 70 pakjes van een pond per minuut. De kistjes worden ook machinaal in twee seconden dicht gespijkerd. Voor reclame, verpakking enz. heeft van den Bergh een eigen drukkerij, een dei grootste van Rotterdam. Dat de Firma de kunst van reclame verstaat, bewijst wel de wereldbekendheid van Blue Band in weinige maanden. De Blue-Band-poststempel is ook een voortreffelijke vondst geweest en het verzet ertegen maakt nog eens bekend, dat Blue Band er is. Aan de Rotter- damsche zaak zijn 1200 personen ver- bondenr de vrouwen doen allen in ge- heel witte kleeding hun werk lauden6"1,igt Van dün Be,'Sh van Hol- landsche koopmanschap en Holland- sche zindelijkheid, een combinatie die geen windeieren legt. Wat voedings waarde betreft, doet de margarine voor natuurboter niet onder, terwijl de smaak niet veel verschill. Ze is veel goedkooper en om die redenen eten thans de meesten hun boterham met „nagemaakte boter". Het debat in den Dierentuin. Er is over het debat tusschen den professor en den generaal heel wat na- gedebateerd. Bijna algemeen keurt men liet af, dat de laatste geen gelegen heid kreeg, om te repliceeren, omdat de vergadering verliep en tumult maakte en dat men, toen hij de eerste keer aan het woord was, heftig en soms onhebbelijk interrumpeerde Men is met wijs, niet billijk, niet waar dig opgetreden tegen den man, die ka rakter en moed getoond heeft door openlijk op te treden voor een zaak weermacht en weerbaarheid, die sterk in discrediet is geraakt. Bet is niet makkelijk een vergade ring van duizenden met vele bewogen gemoederen goed te leiden. Er is voor noodig een stem als een klok en een overheerschende persoonlijkheid. Mr. Werker beantwoordde 'daaraan zeker met. Ook behoort er zelfbeheersching toe, om urenlang te luisteren nu eens gloeiend van instemming, dan weer verbitterd om woorden, die ergeren en daarbij rustig te blijven zitten en zijn mond te houden. Was de vergadering steviger geleid en liad zij minder lang geduurd, dan zou ze een beter verloop gekregen hebben. Menigeen acht zoo'n openbaar debat van nul en geenerlei waarde. Het is een hanengevecht, waarhij het publiek zich vermaakt; hoe vinniger er ge vochten wordt, des te grooter het ge noegen. Men brengt er de zaak niets verder mee. Ieder heeft en houdt zijn eigen overtuiging. Debatten prikkelen maar leeren niet. Deze meening komt ons echter niet juist voor. Velen zullen de beide rede voeringen in de zaal of per radio ge noord of in de uitvoerige verslagen ge lezen en nieuwe inzichten gekregen hebben in de kwestie van ontwapening of landsverdediging. De debatten wer den waardig, scherpzinnig en met kracht van overtuiging van weerzijden gevoerd. Men kan zich van de kwestie maar met eenvoudig afmaken door te zeggen: De oorlog is gruwelijk, weg met het leger! Maar evenmin door de redeneering: Als je aangevallen wordt, heb je liet recht terug te slaan en als men je vrouw of kinderen aanrandt, dan heb je zelfs den plicht daartoe! Het debat heeft velen kunnen leeren, dat er veel meer aan de kwestie vast zit, dan men gewoonlijk meent; zoo heeft het kunnen helpen, om een wel- overwogon, eigen overtuiging in deze belangrijke zaak te krijgen. Zie je wel, dat ontwapening onzin is. Zelfs in deze debatvergadering brak immers strijd uit, de voorstanders van ontwapening bleken zeer vechtlustig en werkten met de stik- en stinkgassen van scheldwoorden en onhebbelijkhe den tegen den generaal! Handig is daarop geantwoord, dat het verloop der vergadering juist sterk aangetoond heeft, -dat ontwapening noodig is. Stel je toch eens voor, dat de duizenden in de zaal van den Dieren tuin wapenen hadden gehad! Men kan daaraan toevoegen, dat de ontwapening niet wil zeggen, dat er geen strijd meer zal zijn en alle men schen en volkeren elkaar in alle op zichten broederlijk zullen behandelen. De voorstanders van ontwapening weten, dat menschen en volken zelf zuchtig en vaak ook onverdraagzaam zijn. Maar ze willen, dat niet het ge weld van den oorlog maar het recht dien strijd zal beslechten. De Wereldvrede zit in de lucht. Het is tegenwoordig niet mogelijk een krant in handen te krijgen, waarin niet een of andere beschouwing over den wereldvrede staat. Dat het Haag- sche debat zoo buitengewoon de aan dacht trekt, komt ook, omdat de we reldvrede thans in de lucht zit. Men zou beter kunnen zeggen, omdat de vrede als een sterk verlangen, als een dringende eisch leeft in het hart der menschen. Vier jaren hebben de volken oorlog gevoerd, zes jaar hadden ze daarna noodig, om de oorlogsstemming te overwinnen, in dit jaar heeft de vre- desgedachte aan invloed gewonnen. Wanneer'het dagenlang donker, re genachtig en koud is geweest en men ziet eindelijk een lichte plek, de zon diingt naar voren, zware wolken moe ten voor haar afdeinzen, dan verheugt men zich, al is de zon nog lang niet onbewolkt en al dreigen er nog buien. Zoo zien we de zon van den vrede door de zware zwarte wolken van vol- kereukaat en trots heenbreken. Tel kens ziet men wolken afdrijven, de zon aan klaarheid en kracht winnen. Do 1 Volkenbond begint werkelijk een sterk i verbond van volken te worden en de 1 kans, dat Duitsehland spoedig zal toe-1 treden, is groot. Dan zal men den bond 1 met meer voor een geallieerde affaire kunnen houden met de neutralen als kleine aandeelhouders. Als een drie- eenheid worden arbitrage, veiligheid en ontwapening geleerd. De ministers van oorlog in de meeste landen hebben geen prettigen tijd. Ze hebben bij het opstellen hunner begrootingen het ge voel, dat zij hun testament opmaken. Daarin staan de laatste wenschen en opdrachten. Is het zoo onmogelijk, dat J de -veelverbeterde internationale verhoudingen, bij het verlangen naar ontwapening bij een groot deel van het publiek, over een paar jaar enkele der kleinere staten van Europa de wapens neerleggen? Wie had het mogelijk geacht, dat vooraanstaande mannen in Duitseh land openlijk zouden waarschuwen te gen nationale zelfverheerlijking, eiken oorlog onvoorwaardelijk afkeuren en de aaneensluiting der volken tot een menschengemeenschap eischen? En toch hebben mannen als Prof. Martin Rade en vele anderen dit dezer dagen g^GQcici'n. Wie had gedacht, dat Poincaré zoo spoedig vergeten zou worden en zijn strenge, hatelijke houding tegenover Duitsehland ook door zijn eigen volk zou worden afgekeurd? Dat in Duitseh land een congres voor den wereldvre de zou worden gehouden, zich uitspre kende voor radicale ontwapening met behoud slechts van een politiemacht? Dat de man, die eens tegenover een groot deel van zijn volk durfde staan en bij velen in ongenade viel, omdat hij openlijk den oorlog afkeurde, nog eens eerste minister zou worden en in ge heel Europa toegejuicht zou worden om zijn pacifistische politiek en dit alles kan van McDonald gezegd wor den? De wereldvrede zit in de lucht, maar hoe komt hij op aarde? Zoover is het nog niet. En al zijn er teekenen, dat de zon van den wereldvrede gaat doorbre ken, er zijn nog groote, duistere wol ken. Maar het licht is'sterker gewor den en men mag hopen, dat het win nen zal. Dit jaar wordt een jaar van kente ring en ommekeer; eindelijk weer een goed jaar na de vele boozen. Te veel eters aan tafel. Het vraagstuk der overbevolking zal ongetwijfeld in de komende jaren dikwijls en ernstig besproken worden. Men kan wel luchtig zeggen, dat het met overbevolking zoo'n vaart niet loopen zal en men genoeg heeft aan eigen kwaad en zich het hoofd maar met breken moet met de moeilijkheden van onze kindskinderen, maar een ernstig man redeneert zoo niet. Een gi oot deel van ons leven en werken en zeker het beste daarvan is gericht op het welzijn van komende geslach ten, hoe zouden we ons dan niet be kommeren op een ernstig gevaar dat hen eens schijnt te zullen bedreigen? Van 1790 tot 1920 nam de bevolking der Ver. Staten toe met meer dan 100 millioen zielen. Rusland had in 1800 40 en in 1900 106 millioen inwoners in Europa. Duitsehland steeg in de ne gentiende eeuw van 27 tot 56 millioen zielen. Dat zijn cijfers, die te denken en te vreezen geven. De bevolkings toename van zwarten, gelen en brui nen gaat nog sneller dan van blanken. De bevolking van Indië nam in een eeuw tijd toe van 100 tot 300 millioen De aarde is reeds bewoond door ruim 1 milliard menschen; waar gaat dat heen? De toename zal echter op den duur niet meer zoo snel gaan. Het ge boortecijfer neemt af bij do beschaaf de volkeren; dat geldt ook van het sterftecijfer, maar de daling daarvan zal spoedig veel minder vlug gaan, om dat door de hygiene reeds meerdere oorzaken van de groote sterfte zijn weggenomen of verzwakt. Malthus heeft vooral alarm gemaakt tegen het gevaar van overbevolking, maar sinds Malthus hebben we geleerd veel meer menschen op denzelfden bodem een plek, om te leven en te werken, <te ge ven dan vroeger. In een eeuw tijd geeft de bodem tweemaal meer producten. Overbevolking is geen vraagstuk van een aantal menschen en ruimte, om op te wonen. Er kan met een klein aan tal bewoners overbevolking zijn in een gioote woestijn en een dichte bevol king kan brood vinden op een kleine oppervlakte vruchtbaren bodem. Over bevolking beteekent meer monden dan voedsel, om ze te vullen. Nog doet het kwaad van overbevolking zich niet voelen. Immers het tegenworodige ge slacht is minder onderhevig aan ziek ten, zijn levensduur is langer; de men schen zijn zwaarder in gewicht en hun lengte is grooter dan een eeuw ge leden. Zoo kan het gevaar van overbevol king het best bezworen worden door den strijd voor meer welvaart. Ook mo gen we aannemen, dat de wetenschap' ..r°°Lln de toekomst zal helpen 1 meer iijkdommcn te halen uit de on-' uitpultclijke schatkamers der natuur. w °ns best beschermen tog"» het gevaar van overbevolking. Naweeën van den Atjehoorlog. Er zwerven nog altijd door het uit strekte gebied van Atjeh met zijn wilder nissen en moerassen onverzoen- uiot '1 -n° f'e Zlch aan ons gezag met willen onderwerpen. Vele verzets- lieden hebben zich gemeld en het hoofd gebogen; velen ook zijn door on ze militairen gedood. Maar er zijn er ook, die liever als achtervolgden rond zwerven dan ons gezag aanvaarden. Tolt ®tn onverzoenlijke Atjcher is Toekoe Radja Tampo, die reeds jaren door patrouilles gezocht maar nooit gevonden is. De Atjehers schrijven de zen volksheld de wonderkracht toe, zich onzichtbaar te kunnen maken. Om' zekerder aan de vervolging te ontko men, zwerft hij liefst alleen of met zijn vrouw rond. Dij vormt geen bende om zlc heen, die toch makkelijker ont dekt zou kunnen worden. Het is be- gnjpelijk, dat alle Atjehers hem ver- eeren en heimelijk voorthelpen bij zijn eindelooze vlucht. Gevaarlijk is hiJ 'h zoo verre niet, dat hij geen gc- weldaden pleegt. Maar zijn geest van verzet is een voortdurend gevaar voor onze machtspositie. De hoop blijft daardoor bij de Atjehers, -dat zij een maal uit onze macht bevrijd zullen worden en hun vrijheid en zelfstan digheid terugwinnen'. Om die reden wordt deze Toekoe voortdurend gezocht; maar de Deli Crt. zegt, dat men dien man in het bin nenland van Atjeh, voortgeholpen door zijn volksgenooten evenmin zal vinden als een speld in den Indischen Oceaan. Ei- zijn ook onverzoenlijker!, die de gelegenheid tot wraakoefening niet laten voorbijgaan en wel geweld ge bruiken, als de gelegenheid hun daar toe gunstig schijnt. De Atjehers zijn dweepziek en bijgeloovig. Een zekere Teungkoe Oebit wist een aantal Atje hers te belezen, dat zij voor het dooden i van een kafir (heiden) recht hadden op i een bijzondere onderscheiding hierna maals en hij verwees hun niet alleen naar het geluk hierna, zij zouden hier j tot belooning voor hun heele leven vrijgesteld worden van belasting. Met een kleine bende volgelingen heeft hij t in Juni een troep onzer soldaten over- vallen, waarbij twee der onzen zwaar I gewond werden. Deze Atjehers zijn daarna door patrouilles achternagezet en gevonden. Men is geneigd, om hier weer uit te varen tegen die zwarte sloebers, die gevaarlijke moordenaars, elementen, die een voortdurend gevaar blijven voor den vrede en daarom uitgeroeid moeten worden. Het gaat nu immers in Atjeh goed en die rakkers stokei maar onrust. Maar dat is een oordeel van eer.. zijde, er is ook een andere zij de. Wij zullen hier niet de oorzaak en schuld van den Atjehoorlog gaan uit pluizen. Maar vrijwel algemeen wordt erkend, dat gelijk in zoo menigen ko lonialen oorlog de beschaafden, de blanken zonder rechtmatige reden het zwaard trokken. We hebben een dapper, vrijheidslie vend volk overweldigd na een langdu- rigen en bitteren strijd. De redenen tot den oorlog, zeerooverij, zijn onvol doende geweest. Gruwelen en wreed heden zijn, gelijk in eiken oorlog, door beide partijen begaan. De Atjehers hebben gevochten voor hun land en hun vrijheid en den strijd tegen onze moderne wapenen verloren. De mees ten hebben zich onderworpen en er kennen thans ons gezag. Maar er zijn ook Atjehers, die liever sterven dan buigen. Ze trekken door de rimboe, ze vluchtten overal uit onze nabijheid, ze geven alle gemakken van het wonen in een huis en dorp prijs uit liefde voor f hun vrijheid en hun recht. Ze weten nergens veilig te zijn, overal achterna j gejaagd ite worden, dat onze regeering j hen niet zal straffen maar als ieder J ander behandelen, wanneer zij hun j verzet willen opgeven en zich melden j en ons gezag erkennen. Maar zij blij- i ven de vreeselijke eenzaamheid, de vermoeienissen en eindelooze gevaren der wildernis verkiezen. Het is te begrijpen, dat hun volk in hen helden en -heiligen ziet. Wij kunnen ons thans niet meer uit Atjeh terugtrekken, maar wel recht vaardig en mild regeeren, vijandschap door goedheid overwinnen en het At- jehsche \olk helpen door goed onder wijs, door allerlei cultuurarbeid, om rijp te worden voor zelfbestuur. Dat is ook de beste manier, om een eind te maken aan de onverzoenlijkheid en het gcweldadige of lijdelijke verzet. We hebben een-s -de Atjehers door het zwaard overwonnen; thans moetim we een edeler overwinning op hen be halen, hen winnen door wijsheid en rechtvaardigheid. Afdeeling Velsen Vereen!ging tot bestr. dor Tuberculose Door C. DEKKER. IV. Wees zindelijk op Uw lichaam en vooral op Uw handen! Wij hebben nu in grove omtrekken gezien, op welke wijze de vijandelijke paitij afbreuk wordt gedaan, laat ons mans kennismaken met dc wijze waarop de aangevallene in staat kan worden gesteld zich zoo krachtig mo gelijk te verweren. Hierboven is reeds gezegd: het ge zonde, krachtige lichaam bezit ver weermiddelen, die in den strijd met de binnengedrongen tuberkelbacillen de rtT nu annen berechten. Konden wij stmirl nm°ns m zoodanigen toe stand biengen, dan'was het gedaan Sart O rt dan zou dU nooHottig zaad ondergaan wegens gebrek aan wiklSen bodem on> zich te ont- °m dit V' bereiken, moet aan tal van ooi waarden worden voldaan. Wii zonrtn'nnat d?,.rd^ die mensctf Re- n?-ni„ krachtig is, die vanaf zijn rtli h. «g .ln funstl«e omstandighe den heeft geleefd, die vanaf den zuige- lingsleoftijd op oordeelkundige wijze is gevoed, gekleed, gehuisvest die ar! matig'leeft!""' VerStandi« verd<*» weHre^ hieronder-valt. te verstaan en op «elke wijze gij 1„ deze kunt medewer- ken, willen wij thans eens nader be zien en daartoe allereerst een en an- u'bespreken" d°e,ma"*e met renLiCCnv/der Vand3ch"ften van de Lent!ale Vereemging staat te lezen' Laat uw voeding, voor het geld, dat gij zijnl°°r fleven> z0° floed mogelijk Zeer velen zullen dezen raad eenigs- zms overbodig achten: men heeft daar !Tl?f J,d.°P gelet; het sPreekt toch uitgeeft;' m°n Zijn geld "iet °nnut Maar wie zoo redeneert, verliest een zeer belangrijk punt uit het oog: dat het namelijk niet zoo gemakkelijk is om te weten, wat in dit opzicht nuttig mag heeten en wat dien naam niet verdient. Wanneer men langen tijd als genees heer in de wereld heeft rondgezien, dan weet men maar al te goed, hoe 011- doelmaüg en eentonig de volksvoeding dikwijls is, hoe waar het is in 't alge meen, dat de kookkunst en de keuze der spijzen van de dochter die der moeder niet veel overtreffen. Zelfs het dienstmeisje, eenmaal huisvrouw geworden, valt in den re gel terug tot het peil der kookkunst van het ouderlijk huis, omdat zij de middelen mist, om de aangeleerde be reidingswijze in toepassing te brenger; en niet geleerd heeft, zoo goedkoop mogelijk, smakelijke, doelmatige spij zen klaar te maken. Het wandschrift onzer Vereeniging is daarom allerminst overbodig en waar wij gezien hebben, dat een goede voeding een der eerste vereischten voor ons is, om een gezond en krachtig mensch te worden, willen wij thans op dit punt wat nader ingaan. De mensch heeft van de geboorte tot den dood behoefte aan voedsel, al mo gen de eischen, die daaraan worden gesteld, verschillend zijn voor de ver schillende tijdperken van het kind. Het kind vraagt een andere voeding dan de volwassene: hij die veel li- chaamsarbeid verricht heeft andere behoeften, dan wie een zittend leven leidt; de ziekte stelt bizondere voor waarden aan zijn voedsel. Maar altijd door is het noodig dat wij een zekere hoeveelheid spijs en drank tot ons nemen, en geschiedt dit met in voldoende mate, of te overvloe dig, dan komen wij niet tot volkomen ontwikkeling en hebben minder weer stand tegen invloeden, die ons leven bedreigen. Vandaar dat slecht gevoede men schen in verhoogde mate gevaar loo pen, om in den strijd tegen de tuber kelbacillen, die, naar wij zagen, bij verreweg de meesten onzer wel eens aanwezig zijn, het onderspit te delven. In hooge mate geldt dit voor het kind. Wanneer dit door ondoelmatige voeding en hieronder moet gij zoo wel verstaan te veel als te weinig zijn weerstandsvermogen tegen ziek ten, dat toch reeds minder groot is dan bij den volwassene, heeft verloren, dan wordt zijn lichaam een geschikte voedingsbodem voor tuberkelbacillen. Wordt vervolgd. Velseroord, October 1924. PROP. IS U AL LID 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1924 | | pagina 7