TRICOT ONDERGOED
DEKENS
De Wiskotiens
^eptuDiisstraat, IJmuiden.
GEMOLTON NEERD GEBREID NORMAAL
SIccpgh Hemden
Jongens Borstrokken en Pantalons aQT.y^L3kT4520
Dames Pantalons 1.45, 1.55, 1.70, 2,20, 2.75, 3.25
Prima Wollen Dekens
Groene Wollen Dekens
Gewatteerde Dekens
Grijze Halfwollen Dekens
2,40, 2.75, 3.25, 4.75, 5.75, 6.50, 7.25, 8.75 en hooger.
WED. S. J. GROEIIJJHUIDEN
Noordhoüandseh Landbouwcrediet
Soa. Ned, Hoogovens ea Staalfabrieken.
te mm
parelko'oks a 12,- per 1000 K. G.,
GEBR. BiSCHOFF
KINDER
vindt U nergens zoo voordeelig.
Prima flanel,
1.15, 1.25, 1.35, 1.45, 1.55
Mooie wollen stof 1.80, 2.20, 3.25,
4.50, 5.75, 6.50, 7.25, 8.75, 9.50
Exira mooi koord- en keperfluweel
2.90, 3.25, 3.75, 4.50, 5.50, 6.75, 8.75.
OOK MET PELLERIEN 13.75, 17.75, 19.75, 22.75 tol 45.—.
HBEREN PAITTALOKS en BOH8TIM >HKKI*
1.60, 1.75, 2.30, 2.75 3.50, 3.75, 5.20, 6.25 1.75, 2.00, 2.75, 3.25, 4.30
MOLTON
1.87, 2.15, 2.45
BAAI
5.90, 6.25, 7.75, 8.50
TW&isiAB Panfainnsi OEMOLTONNEERD NORMAAL
-un.<S7i<5|0» A. aUUitiUUSI 0 69, 0.72s, 0.77s, 0.95, 1.20 0.97', 1.15, 1.25, 1.55
4.90, 5.75, 6.75, 7.25, 8.75, 9.50, 11.50, 13.75, 16.75
3.75, 3.90 LEtDSCHE 11.50
5.90, 6.90, 7.75. 9.50, 13.50
2.45, 2.55, 2.75
TELEFOON No. 5
TELEFOON No. 5
GROOTHANDEL IN STEENKOLEN.
AGENTUUR VAN STEENKOLEN VOOR HET VERKOOPKANTOOR
DER STAATSMIJNEN IN LIMBURG.
DE MEEST AANBEVELINGSWAARDIGE STEENKOLEN
VOOR STOOMTRAWLERS.
HoofdkantoorAlkmaar
BijkantorenHaarlem, Leiden, 's Gravenhage, Delft, Rotterdam en Hoorn
Verstrekt handelscrediet onder diverse zekerheid als
HYPOTHECA1R-VER6AND, BORGSTELLINO ENZ.
SPAARBOEKJES RENTE 4%
Agentschap IJmuiden Kantoor Kerkstraat 5
af te halen aan de fabriek, bij den porfier fusschen 8—12 uur
en 1'/»-—5 uur, contante betaling.
9»
67.
door
RUDOLF HERZOO.
„Koetsier houd even stil."
Oustav Wiskolten steeg uit. Zonder aar
zelen schreed hij dwars tusschen de rij
werklieden door, die hem nijdig nakeken.
Nu had hij den jongen man met de kar
bereikt. Hij legde hem zwaar de hand op
den schouder. „Ewaid
Deze wierp de trekriemen af en wende
zich bliksemsnel om. Ontsteld keek hij zijn
broer aan. Toen verdween het schaamrood,
dat hem plotseling in het gelaat gestegen
was, hij drukte de lippen op elkaar, en zijn
blik werd vijandig.
„Wat moet dat beteekenen?" Oustav
Wiskolten stiet met den voet tegen den
kruiwagen.
„Qaat 't jou wat aan?"
„Hoho? op dien toon fluiten wij niet!
Wat moet dat beteekenen, dat je onder het
volk daar verkeert Hè
„Je ziet het. Ik werk."
„Je bent zeker vergeten, wat je den naam
Wiskolten verschuldigd bent! Heb je je
verstand verloren? Ik ben hier wel ter
rechter tijd gekomen. Marsch mee
„ik heb je niet geroepen. Stoor mij hier
niet, of ik roep den opzichter."
Wat Wil je weerspannig zijn Oustav
Wiskotten greep hem met ijzeren greep bij
zijne jas. „Draai je eens om. Zie je dat
rijtuig? Fritz zit er in en Wilhelm met zijne
vrouw. Die zal zich verheugen haar jongste
zwager te kunnen begroeten."
I Ewaid Wiskotten beefde. Hij had de
j dame bemerkt. „Los" stiet hij uit, „dadelijk
losIk ga niet mee. zal je me los iaten
j Help MenschenHierheen Te hulp
5 De wegwerkers kwamen met hunne spaden
"naderbij. „Laat dien man los!"
„Om den drommel nietDie gaat mee
Voorwaart
„Ik heb niets met hem te makenDie
wil mij van hei recht om te werken berooven.
Zijn we hier solidair cf niet?"
„Laat ios dien man I Maar vlug wat!"
Spsdestelen werden dreigend tegen Oustav
Wiskotten opgeheven. Doch hij hield vast.
Daar vloog hem een schep aarde in het
gezicht. Hij liet ios en wischte zich het
voorhoofd af. Nieuwescheppen aarde vlogen
door de lucht, knuppels werden gezwaaid,
dertig stemmen brulden om hem heen.
Midden in de loop vloog hij, om zich
een doortocht te banen. Wilhelm en Fritz
sprongen over het rijtuigportier en stormden
naderbij. Een woedend gehuil ontving hen,
aardklompen en steenen. Doch ze rukten
Oustav tusschen den hoop uit en naar het
rijtuig toe. Als een lawine kwam de schaar
arbeiders achter hen aan, alle hartstochten
plotseling ontketend. Te midden van hen
Ewaid Wiskotten als in een roes. De broers
bereikten het rijtuig. Mabel stond hoog op
gericht en hield haar lorgnet voor hare
oogen. Dit bracht den troep tot het uiterste.
„Dat wijf d'r uit! Dat wijf!"
Oustaf Wiskotten klom op den bok. Hij
rukte den ontstelden koetsier teugels en
zweep uit de hand. Midden tusschen den
uit elkander siuivenden troep doorstuurde
hij de paarden, en links en rechts ranselde
hij er met den zweep op. Achter den weg-
rijdenden landauer aan vlogen aardklompen
en steenen
„Wat was dat?" vroeg Mabel verbaasd.
„O oQustav Wiskotten kon
de woorden bijna niet uitbrengen. „Alleen
maar eene kleine ovatie, die je jongste
zwager je bracht."
„Wat zijn jullie Wiskotiens toch amusante
menschen..."
De troep wegwerkers had zich gekal
meerd. De opzichter liet zich het voorge
vallende berichten.
„Dat waren je broers?" vroeg hij. Spot
tend keek de troep naar Ewaid Wiskotten
en keerde zich, op den grond spuwend,
van hem af. „Maak gauw dat je naar huis
komt
Ewaid Wiskolten keek hen versuft aan.
„Oa heen," zeide de opzichter kortaf,
„je hoort hier niet!"
Toen verwijderde hij zich zwijgend. Je
hoort hier niet! Waar hoorde hij dan eigen
lijk? Hier niet, daar niet. Hij had het koud.
Zijne kniëen werden moe. Wankelend volg
de hij den zich uren ver tot Düsseldorf
uitstrekkenden straatweg, geheel alleen. En
kroop als een geranselde hond in zijn hok.
HOOFDSTUK IV.
,Je kunt niet zeggen, Oustav, dat ik je
ooit lastig gevallen ben."
Zeker niet, dominee."
,Toen het ongeluk, het misverstand tus
schen jou en je vrouw over je kwam, zeide
ik tot mezeltMannen als Oustav Wiskotten
moeten het begrip van recht en onrecht
uit zichzelf krijgen, als het bestendig wil
zijn. Wordt het van buitenaf aan hen opge
drongen, dan gevoelen zij het als eene
vernedering. En juist hun speelt de lieve
ijdelheid het makkelijkst parten, omdat zij
er zich vrij van wanen."
,Ik ijdel, dominee! Dezen keer hebt ge
u vergist."
.Beste Oustav, leer jij me toch niet de
ijdelheid van den man kennen. Wij gaan
aan dit euvel veel erger mank dan de
vrouwen. Bij de vrouwen kweeken wij deze
neiging aan; wij phantaseeren in fluweel
en zijde, linten en kanten om hen mooi te
maken; de geheeie industrie van ons dal,
de halve industrie der wereld wedijvert om
haar te streeien. Zooals men een mooi kind
streelt, waar men zijne vreugde aan beleeft.
De ijdelheid der vrouw wordt dus in den
grond voortgebracht door de ijdelheid van
den man. ja, ja, dat is zoo. Zij zijn ijdel
ter wille harer schoonheid. Men noemt dat
wel eens een eeredienst. De heeren der
schepping echter gaan er troisch op, dat
deze eeredienst om hunnentwille geschiedt,
en zijn zeer slecht geluimd, als hun de
heimelijke wierook, waar ze zoo van uit
de hoogte op neerzien, niet dag aan dag
aangenaam in den neus stijgt. De ijdelheid
der vrouw is de vreugde van het wegschen
kende kind, de ijdelheid van den man
het egoïsme van den veeleischenden heer
en gebieder."
„U bent niet slecht thuis op dat gebied,
dominee."
„Omdat Ik de dingen in vogelvlucht zie,
beste Oustav. Een dominee is in zeker
opzicht van een even onzijdig geslacht als
een arts, waarvoor men zich niet geneert.
Wij zijn als 't ware de neutrale toeschou
wers, die hoogstens aan hunne goedkeuring
of hun misnoegen uiting mogen geven, en
ook wel eens tot objectieve critiek ver
gunning krijgen, als de vertooner twijfel
koestert. Doch gevolgd wordt de raad van
den zielzorger slechts in hoogst enkele
gevallen. En dringt men zich op, dan wordt
je de entréekaart ontnomen."
„Daartoe bestaat in mijn huis geen vrees."
„Neen, een verwijt voor jou hielden mijne
woorden ook niet in. Maar wat helpt het
in je huis te zijn, als jij achter de schermi
blijft
„Ik ben mezelf als publiek bijna reel
te veel."
„Dat vreesde ik reeds. Je wilt naar
zelf liever niet meer luisteren. Omdat
twijfel bij je opgekomen is, of je melod
nog de rechte is. Oustav, laten we eei
openhartig met elkander praten. Het g
beurde tusschen jou en je vrouw valt w
zeer te betreuren, maar is toch niet zo
ontzettend tragisch, dat uit den steen dl
aanstoots een muur opgericht moet wordei
Integendeel Slechts de ijdelheid van dt
man ziet een berg, de liefde ziet een stofje
„Ik luister naar u, dominee, omdat u i
nu eenmaal bent en omdat u het got
meent. En daarom antwoord ik u ook. Hi
kan zijn, dat het de egoïst is, die uit ir
spreekt. Maar dan moet men mij toch ai
de andere zijde de liefde toonenEmili
heeft zich door mij veronachtzaamd gevoeli
Is dat wonder, ais men zich volstrekt nii
wil Iaten vinden Ik houd niet van vei
stoppertje spelen. Wellicht val ik te rui
met de deur in huis. Dan is hei toch d
taak eener verstandige vrouw, de fijne iijne
te hersteilen, zoodat wij gelooven, dat z
ons bovendien nog wat schenkt, en bi
schaamd en dubbel verliefd zoete broodje
bakken. Doch - in 't geheel geen lijn
Geen in elkaar loopende Wat blijft
dan over, dan ieder voor zich in afzonde
Iijke werelden rond te dwalen, totdat me
zichzelf tot last wordt
Wordt vervolgd.