ORGAAN VOOR DE Qï
Zatardag 7 M a&rt 19S5
No. 36
10e Jaargang
IJ MUIDER COURANT
Abonnementsprijs: f I.— per 3 maanden, franco per postf 1.35
Abonnementen worden aangenomen aan het Bureau en bij de
Agenten. Tot plaatsen van advertentiên van Buiten de gemeente
VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertentie
bureau P. F. C. ROELSE, IJMU1DEN,
Advertentiên uiterlijk in te zenden
WOENSDAO tot 0 uur v.m. en VRIJDAGS tot 4 uur n.m.
Verseh^nt WoemsdsgB Zaterdags
Uitgave van de N. V. UITGEVERS Mij. „IJMUIDEN"
ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE
N. V. DRUKKERIJ SINJEWEL -
Willemsplein 11 Telefoon 153 IJmuiden
Ingezonden mededeelingen 40 ets. per regel Advertenties v. 11. en m. 5 regels
f 1.—, iedere regel meer 20 ets. Compact gezette advertenties van 11. en m. 5
regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichten
zoomede vereenigings advertenties uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbeta
ling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75, iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante
betaling worden de gewone prijzen berekend. Advertenties „adres bureau van
dit blad" 10 ets. extravoor bezorging van op advertenties ingekomen brieven
wordt 10 ets. In rekening gebracht Bovenstaande regelprijzen worden met
5 ets. verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Velsen.
VAN DEN WACHTTOREN.
Het land der antikwiteiten en der
curiositeiten.
Het behoeft ons niet te verwonderen,
dat men in het buitenland zoo weinig
van ons weet. Men meent er, dat Am
sterdam in België ligt, dat Dutch en
Duitscher op hetzelfde neerkomt, dat
al onze wegen polderwegen of dijken
zijn en dat we alleen door een leger van
molens lustig te laten draaien het
hoofd hoven water kunnen houden.
We' lachen om die dwaasheden van
vreemden, maar wat weten wij van IJs
land, Bolivië of Marokko, die toch vele
malen grooter zijn dan ons land?
Maar niet alleen, dat vreemdelingen
ons land niet kennen,ze hebben er
zulke rare denkbeelden over. De N. Rt.
Ct. is voor een rijkssubsidie van een
millioen voor de Olympische spelen,
omdat die sportfeesten vele buiten
landers hierheen zullen trekken en de
zen dan zullen zien, dat wij geen land
je zijn van rariteiten, geen gemeen
schapje van pofbroeken, klompen en
beschilderde booomen. Inderdaad stel
len vele buitendanders ons voor als
menschen met een pet op als een lucht
ballon, klompen aan als schuiten, een
pijp in den mond als een mast, een
pofbroek aan als een baalzak. Zoo kuie
ren we over onze dijken langs einde-
looze reeksen molentjes of we rusten
uit in onze kamers, proper als een por
seleinkast na de schoonmaak, bij een
dikken bom- jenever. Onze vrouwen
dragen allen een nationaal costuum,
a waartoe een gepantserde laag van ze-
I ven wollen rokken behoort. Ieder huis
i is stikvol met allerlei antikwiteiten.
's Winters doen we niets dan sleden,
—arren en schaatserijden. In onzen vrij-
en tijd zorgen voor koeien en kippen
en we eten ons. rond en vet aan Edam
mertjes, boter en eieren.
Dat de vreemdelingen ons voor zul-
jjjke zonderlinge kwibussen houden, is
onze eigen schuld. We doen alles, om
Jt in het buitenland als een volk van ra-
riteiten bekend te staan. We voeren
I balen prentbriefkaarten van Holland
fluit en stapels schilderijen en ze stellen
li allen dansende Urkers en slenterende
(l Volendammers voor, mannen met bal-
_lonpetten, wijde broeken, klompen, die
aan een enorme pijpesteel zuigen, mo
lentjes en dijkjes en vaartjes met een
orden.
sti Hoe maakt b.v. de Official Tourist
iel Office in The Hague, het bureau voor
n vreemdelingenverkeer in onze residen
ce tie reclame voor Nederland? Door een
keurig verzorgd boekje met mooie
^plaatjes. Maar al die plaatjes stijven
de het buitenland in zijn traditioneele
^voorstelling van Holland. Het eerste
plaatje stelt voor een vaart met een
er molen op den voorgrond, het tweede
zeven meisjes met hullen op en reuzen-
klompen aan, het derde een boerderij
Ij^aan een meer vol waterlelies, het vier-
lgï-de een ringvaart om een polder met
iujeen kalen weg, het vijfde twee Volen-
^dammertjes van een jaar of vijf als
eeoude menschjes gekleed, dan het Rijks-
B jinuseum maar vooral over een wijde
igracht heen gezien en Nijmegen over
^de rivier vol schepen en een boerin in
^costuum aan een ouderwetsche haard
met tegeltjes^ en een Bunschoter vis-
scher met zijn verloofde in costuum
enz. Het is alles water en schepen en
menschen in kleederdracht voor een
i^historischen optocht, in kleeding, die
al]imen al zeldzamer ziet. Het is zoo onze
eigen schuld,, als de vreemdeling ons
voor een gecostumeerd volk houdt,
waarvan de ziel klopt in Volendam en
Marken en dat als lakkers midden in
het water zit. Misschien dat hij door de
Olympiade een anderen indruk van
ons krijgt en ons minder curieus en
YfTaar gaat vinden.
Het veilige vliegtuig.
Een kind, dat voor het eerst een
sneltrein ziet hollen langs de lijn, da
verend over bruggen heen, voortjakke
rend zelfs over breede wateren, ruk
kend en stootend door de wissels, voelt
vrees, om daarmee ooit te reizen. Maar
zit men in den trein, prettig en gemak
kelijk met. een uitzicht door breede rui
ten, dan is alle vrees weg, ook al ziet
men schepen en water, menschen en
wagens onder zich.
Zal het zoo ook niet gaan, als men
eens een reisje met een vliegtuig mee
maakte. Men stelt zich voor, dat men
ergens in een nauw hoekje wordt vast
gebonden met een leeren jas aan en
een valhoed op. Daar zit men te mid
den van een motregen van oliedrup
pels en niet in staat, een woord te zeg
gen of te verstaan van wege het ron
ken en razen van den motor. Als we
dan ook een vliegtuig zien zweven, is
de eerste gedachte: Dat nooit!
Maar toevallig kregen we een mooi
reclameboekje van de Kon. Luchtv.
Mij. in handen met den titel: How to
see Holland? Hoe moet Nederland ge
zien worden? Het eerste plaatje geeft
een foto weer uit een vliegtuig geno
men van eindelooze weiden met sloo-
ten en kanalen en natuurlijk weer mo
lens overal. Maar dan volgt een afbeel
ding van een cabine van een K.L.M.-
Fokker, den hut voor de passagiers be
stemd. Waren alle hutten maar zoo ge-
noegelijk en gemakkelijk. Het is geen
hut maar een salonnetje. Een breed
venster geeft een vrij uitzicht. Een
vaas met bloemen ontbreekt niet.
Langs den wand een prettig zitje met
leeren rug- en zitkussens en twee heel
ruime fauteuils. Mijn liefje, wat wil je
nog meer? Ik kan nergens een spoor
ontdekken van zeker meubel, dat noo
dig kan zijn bij vlieg- of luchtziekte,
als het vliegtuig wat al te heftig
schommelt en stoot. Wie zou in dat sa
lonnetje met een heerlijk uitzicht niet
durven zitten, wie zou daar nog denken
aan vallen en ongelukken? Daarin
zweeft men immers zalig op zijn ge
mak door het luchtruim. Als men valt,
dan blijft men in den makkelijken
stoel rustig wachten; de kussens in
den stoel, de wanden van de cabine
zullen den stoot wel breken. Een blik
in zulke vliegcoupé's helpt alle hoog
tevrees overwinnen.
Men krijgt berouw van zijn eed, nooit
zich in een vliegtuig te wagen. Want in
zulke gezellige cabine wordt zelfs een
luchtheld degene, die anders al duize
lig wordt en om zich heen grijpt, als hij
bovenop een stoel moet staan. Als hét
nu ook maar met het stooten en schom
melen meevalt! Wie wil graag zeeziek
zijn honderden meters boven de zee!
De kunst van etaleeren
Wie eens door een stad heenloopt,
blijft nu en dan even voor een winkel
staan. Ook in de dorpen kan een win
kel publiek trekken, maar daar zijn
minder wandelaars en bovendien zijn
de winkels meest te klein, om de aan
dacht bijzonder te trekken. Een heer
zal niet staan blijven voor een winkel
van dameshoeden, ten minste niet als
hij alleen is. Een dame neemt geen
kijkje voor het raam van een sigaren
winkel, tenzij soms tegen Sinterklaas.
Maar er zijn winkels, die trekken en
winkels, waarvoor geen kip blijft
staan. Sommige winkelramen geven
altijd iets fijns en smaakvols te zien,
of iets origineels en vreemds of bijzon
dere koopjes. Degene, die voor een uit
stalling staan blijft, wordt allicht een
klant. Of hij herinnert zich ergens iets
aardigs gezien te hebben of een bijzon
der goedkoop voorwerp en noemt in
een gesprek het adres. Zoo is de uit
stalling een uitnemende i*eclame. Maar
lang niet iedere winkelier verstaat de
kunst ervan. Voor sommige winkels is
het altijd hetzelfde. Bij anderen vindt
men allerlei dingen en waren bijeenge-
propt, alsof het uitstalraam een soort
pakhuis ware. Goed etaleeren is lang
niet ieders werk en daarom heeft de
heer G. Muller, een deskundige onlangs
over die kunst gesproken.
Onze voorouders hadden winkels
met kleine ramen en zoo goed als ge-
i heel zonder uitstalling. Ze moesten de
aandacht trekken door uithangbor
den. Die waren vaak leuk bedacht en
men kon er grappige opschriften op
lezen. Eerst toen de industrie de groo-
te ruiten leverde, begon men veel werk
te maken van hett uitstallen. De volks
zaken laten veel zien en vestigen de
aandacht vooral op de prijzen. In de
voorname zaken ziet men geen prijs.'
Daar worden de dingen fijn aangebo
den. Ze lokken daar meer door hun
schoonheid dan door hun goedkoopte.
Zooals de uitstalling, zoo is de winkel
zelf, al zijn het niet alleen de bakkers,
die hun mooiste broodjes voor het
venster leggen.
Volgens den heer Muller maken de
winkeliers na den oorlog minder werk
van hun etalages, omdat zij ook al aan
getast zijn door den geest van moede
loosheid en onverschilligheid. Zou er
nog niet een andere reden zijn? Tij
dens den oorlog behoefden de winke
liers over het algemeen niet het publiek
door bijzondere middelen te trekken.
Immers de koopers kwamen uit zich
zelf wel. Er was veel kooplust en wei
nig koopwaar. De winkelier kreeg
meer en de kooper minder te zeggen.
De overgroote beleefdheid van gene
zijde werd toen meer aan deze zijde
van de toonbank betoond. Dat heeft
nog een pookje nagewerkt. Door de
malaise zijn na den oorlog zeker vele
winkeliers genoopt geweest, zooveel
mogelijk op de uitgaven voor reclames
te bezuinigen. Dat hebben de kranten
gemerkt, die veel minder advertenties
kregen en ook aan het etaleeren, dat
eveneens geld kost^ werd minder zorg
besteed. Toch is het noodig, om klanten
te trekken en te houden.
Op de kleur der etalage moet vol
gens den heer Muller bijzonder gelet
worden. Een uitstalling zonder kleur
is grauw en lomp; vooral in den win
ter zorge men voor vroolijke kleuren.
Met het gebruik van bloemen moet
men voorzichtig zijn. De winkelgordij
nen verdwijnen al meer; het publiek
moet vrij in de winkel kunnen zien.
Velen stoppen de etalage te vol, wat
een rommeligen indruk maakt. Ook
kost het geld, om dat de goederen door
het licht en de warmte bederven. Bij
het gebruik van waspoppen moet men
waken tegen het belachelijke. Banket
bakkers maken nog veel te weinig
werk van uitstallen, terwijl hun waar
zich daar toch goed voor leent. Een af
gesloten uitstallingskast beschermt de
goederen tegen insecten. Men moet de
toonbank vrijhouden en er geen uit
stalling van maken. De winkelweken
van voor den oorlog worden weinig
meer gehouden, maar de heer Muller
drong aan op het houden van techni
sche etalagewedstrijden.
Als een winkelier er eens op lette,
hoeveel menschen voor zijn ramen blij
ven stil staan en hoeveei daarna over
zijn drempel komen, zou hij het nut
van goed en smaakvol etaleeren wel
inzien. Het is niet voldoende, om het
publiek te laten stilstaan; dat is een
klein kunstje, dat men met een of an
der plaatje of den uitslag van den laat-
sten voetbalwedstrijd ook gedaan
krijgt. Maar de etalage moet niet alleen
het publiek voor het raam, maar ook
voor de toonbank brengen.
Verschil moet er biijvon.
Er wordt tegenwoordig heel wat af-
geredeneerd over de vraag, welken ti
tel wij de vrouw zullen geven. Alle ge
huwden mevrouw noemen? Of alleen
de voornamen zoo en de rest juffrouw?
Heeft de man gestudeerd' of behoort
hij tot de hoogere ambtenaren «en mili
tairen, dan is zijn vrouw mevrouw. Ook
het geld g*:eft recht op diern titel. Met
welk bedrag de juffrouw in mevrouw
overgaat, is een heel moeilijke kwes
tie. Men moet dan wel eens bij aan
spraak de eerste lettergreep inslikken
en dan wa t duidelijker vrouv/ zeggen.
Velen zijl voor de oude onderschei
ding, want. verschil moet er blijven!
Zoo denkt de raad van. Indië er ook
over. De igouvernementsreizigers kos
ten v eel ge ld. Daarom wit men hen eer
ste of twfïede klas laton reizen naar
hun aantal dienstjaren en hun bezol
diging. Maar daarbij bestaat de vree-
selijke mogelijkheid, dat luitenants
met onderofficieren moeten samen-
reizen! De krijgstucht verzet zich
daartegen, heeft de raad van Indië
verklaard. Als een onderofficier eens
met. een luitenant aan dezelfde tafel
kwam te zitten of, erger nog, denzelf
den hut deelde, dan zou hij den eerbied
voor den meerdere licht uit het oog
verliezen en verschil moet er blijven.
Er is een oplossing gevonden. Men
laat men de eene mailboot alleen on
derofficieren en met de andere alleen
luitenants reizen; dan blijven de bok
ken van de schapen gescheiden. Want
onderscheid moet er zijn!
SPORT.
VOETBAL.
R. C. H Stormvogels 2-
Stormvogels is uitgebekerd.
0.
is uitgebekerd. 't Dient
erkend, dat zij in dezen wedstrijd zich ook
niet den waren „cup-vechter" heeft getoond
Daarvoor toonde vooral de voorhoede te
weinig „fighting-spirit". Sprokkreeff was
als rechtsbuiten zeer onvoldoende. Zijn
voorzetten waren steeds „achterzetten".
Oldenburg zou heel wat meer bereikt
hebben, als hij het niet zoo mooi had
willen doen, terwijl ook Sint ons niet zoo
bijzonder kon bekoren. Visser heeft weer
hard gewerkt, maar wilde het te veel alleen
doen, wat meestal mislukte. Van Strien
heeft op de voor hem vreemde plaatslang
niet onverdienstelijk gespeeld.
De voorhoede van R. C. H. toonde zich
vooral voor de rust gevaarlijker. Zij was
dit doordat ze in Koning een beter rechts
buiten had en in Roelfsema een beter
spelverdeeler en doordat de middenlinie
haar beter steunde. Bij Stormvogels was in
de middenlinie vooral Bakker een zwak punt
Koster had het daardoor verre van gemak
kelijk, maar heeft zich desondanks goed
geweerd. Haak toonde zich als back een
veel nuttiger speler dan als half-back. Hij
had uitstekend zijn buitenman in bedwang.
Van der Wint heeft druk werk gehad, wat
hem uitstekend afging. Zijn collega in het
R. C. H.-doel had het veel minder zwaar,
maar toonde bij het weinige zich zeer safe.
in z'n beide backs had hij een goeden steun.
Over 't geheel genomen was R. C. H.
voor de rust het meest in den aanval. Toen
beleefde het Stormvogels-doel tal van be
nauwde momenten. Na de thee was gedu
rende een half uur Stormvogels aan het
woord. R. C. H. bepaalde zich tot snelle
uitvallen, welke zeer gevaarlijk waren. Het
liep Stormvogels in deze periode niet mee
en R. C. H. verdedigde bovendien uitstekend.
Een der Haarlemsche uitvallen leverde kort
voor het einde nog een doelpunt op.
Toén waarom niet eer? ging Visser
midvoor spelen, maar het baatte niet.
R. C. H. won tenslotte verdiend, al had 2—1
de verhouding beter weergegeven.
De wedstrijd.
De volgende elftallen stelden zich op
Erdsieck
Kuyt Hazevoet
Geutskens Nieuwenhuis Krom
Koning v. Dam Roelfsema
nauwd oogenblik. Snoeks zet Sprokkreeff
aan 't werk. Deze zet goed voor, waardoor
Visser een kans krijgt. Geutskens ontneemt
hem die, maar plaatst den bal naar Sint,
die op zijn beurt Visser nogmaals een kans
geeft. Deze schiet nu keihard in, maar ook
hij vindt Erdsieck op z'n plaats.
Bij de aanvallen van R. C. H., die nu
volgen, blijkt ras, dat Haak als back best
voldoet. Met Struys houdt hij den R.C H
linkerwing goed in bedwang. De rechter
wing der Haarlemmers geniet meer vrijheid,
daar Koster hier vrijwel alle werk moet
verrichten. Een voorzet van Nachtegeller
kopt van Dam schitterend in, maar v. d.
Wint redt op niet minder fraaie wijze. De
bal is echter nog niet voor het Stormvo
gels-doel vandaan. Een hoogen voorzet
van Nachtegeller mist v. d. Wint. Koning
krijgt een prachtkans. Hij schiet hard in,
maar Haak voorkomt een zeker doelpunt.
Na dit R. C. H. offensief komt Stormvo
gels er ook weer wat in. De aanvallen zijn
echter niet zoo gevaarlijk als van R. C. H.
Daarvoor steunt de middenlinie te slecht.
Van der Wint heeft het dan ook heel wat
drukker dan zijn collega. Een paar kogels
van Brugman en van Dam stopt hij uit
muntend. Ook een vrije trap wijst hij
resoluut af. Twaalf minuten voor rust heef:
R. C. H. dan succes. Na een stevige attaque
zet Krom over v. d. Wint hetn voor. Van
Dam heeft den bal slechts voor het in
koppen, wat hij naar behooren doet (1 0).
Stormvogels doet een paar pogingen gelijk
te maken. Met een hiervan heeft ze bijna
succes. Via v. Strien en Visser komt de
bal bij Sprokkreeff. Deze loopt naar binnen
en schiet dan, buiten bereik van den keeper,
rakelings naast de paal. Rust 10.
De tweede helft begint met een heftig
Stormvogels-offensief, waardoor R. C. H.
genoodzaakt is alle zeilen bij te zetten.
Het dient gezegd, dat de verdediging zich
goed weert. Geen oogenblik wordt de
Stormvogels gelegenheid tot schieten ge
laten. Alleen Sprokkreeff krijgt den bal
nog al eens vrij, doch hij zet het leder
steeds achter. Dan wordt ook Sint een
oogenblik vrijgelaten. Een keihard schot
vliegt in de richting van het R. C. H.-dcel,
waar Erdsieck prachtig stompt. Direct zet
Van Strien voor. Erdsieck loopt uit en
slaat den bal weg. Voor hij is teruggekeerd,
schiet Visser ontzettend hard tegen een
der backs.
R. C. H. bepaalt zich tot enkele uitvallen,
die zeer gevaarlijk zijn. Roelfsema, die een
doorlóópend en een dóórloopend gevaar
is, houdt het spel goed open. Van der
Wint, Haak en Koster kunnen dan ook
verre van werkeloos toezien. Maar Storm
vogels blijft in de meerderheid. Van Strien
komt er steeds beter in. Jammer, dat Visser
het te veel alleen wil doen.
Een corner schiet Snoeks, die met z'n
partners thans heel wat beter steunt dan
voor de rust, in, maar Krom trapt juist voor
de lijn weg.
Hoewel Stormvogels zeker een doelpunt
verdient had, is het juist R. C. H. dat haar
voorsprong vergroot. Na een doorbraak
zet Koning keurig voor. Nachtegeller vangt
den bal kalm op en plaats naar Roelfsema
die v. d. Wint geen kans geeft (2—0).
Stormvogels is thans geslagen. Wel doet
Van Strien Visser Sint Oldenburg
Sprokkreeff
Bakker Snoeks Struys
Koster Haak
v. d. Wint.
R, C. H. is dus compleet. Stormvogels
heeft invallers voor Blinkhoff Sr. en Asbeck.
Stormvogels gaat direct tot den aanval
over. Visser plaatst naar Van Strien, die
goed voorzet. Sint krijgt reeds direct de
kans van den dag, maar hij schiet hoog
over. In het volgend oogenblik zit Stormvo
gels weer voor Erdsieck, Sint doet nu beter.
Hij schiet hard in, doch de Haarlemsche
keeper stopt.
R. C. H. komt er nu ook in. Het spel
gaat vlug op en neer, zoodat het publiek
een aardige wedstrijd krijgt te aanschouwen.
Een snellen aanval besluit Nachtegeller
met een keihard schot in 't zijnet. Het
R. C. H.-doel beleeft vervolgens een be-
Rnicrmannog enkele aanvallen, waarbij Oldenburg
Nachtepeller eens rakelings over schiet» doch het groot-
8 jste enthusiasme is verdwenen. Trouwens
'den geheelen wedstrijd hebben we in de
voorhoede vooral naar de bekende Storm-
vogels-fighting spirit gezocht. R. C. H. krijgt
nog een penalty te nemen, doch Nachte
geller schiet naast.
Dan is het einde spoedig daar.
WITTE KRUIS
Stel niet uit lid te worden van het
Witte Kruis tot dit noodig is Ziekte
komt onverwachts, het noodiidmaat-
schap kost u dan f 4.
Voor f 1.50 Contributie pei iaar dus
3 cent per week is men lid en heeft dan
recht op kostelooze hulp van een der
wijkzusters en tevens gebruik van ver-
pl^egmateriaal.
Opgave van lidmaatschap gelieve
men te richten aan den Administrateur
den heer J. Woltman, Willebrordstr. 64
te Velseroord.