VISSCHERIJ EN SCHEEPVAART Uw gezondheid WYBERT WATERSTAND IJMUIDEN. Maart 1925 H. water L. water Ds^en v.m. n.m. v.m. n.m 15 6.10 6.28 1.45 2.12 16 6.49 7.16 2.22 2.48 17 L. K. 7.37 8.05 3.00 3.30 18 8.33 9.16 3.49 4 26 19 9.55 10.53 4.57 5.50 20 11.41 6.37 7.34 21 0.26 0.57 8.06 8.53 VISSCHERIJ. De toestand der zeevisscherij in Januari 1925. Naar de afdeeling Visscherijen van het Departement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ons mededeelt, werd de zeevisscherij in Januari 1.1, met meer vaartuigen uitgeoefend dan in Januari van het vorige jaar. Hoe veelheid en waarde der aangevoerde visch bedroegen volgens voorloopige opgaven respectievelijk 2.726.300 K.G. en f 722.600 (2.822.000 K.G. en f 1.221.800 in Januari 1924). In verband met de werkstaking van de bemanningen der stoomtrawlers was slechts een klein aantal van deze vaartuigen, n.l. 33, in bedrijf; na de opheffing der staking op 3 Januari gin gen de schepen, welke hadden stilge legen, weer allengs naar zee. Niettegenstaande onze stoomtraw lers hun vangsten uitsluitend hier te lande losten, was hun aanvoer dien tengevolge gering. Deze bedroeg slechts 417.300 K.G., opbrengende f 205.500 tegen 1.592.500 K.G., opbren gende 1' 762.300 in dezelfde maand van het vorige jaar. De vangsten onzer stoomtrawlers in de Noordzee waren over het alge meen ruimer dan toenmaals. Gemid deld per reisdag bedroegen zij 734 Kg. (655 K.G. in Januari 1924). Daar de prijzen bovendien hoog waren, werd ook meer (besomd, n.l. f 389 per reisdag tegen toenmaals f 315. Er namen minder loggers doch meer kustvisschers aan de trawlvisscherij deel, dan verleden jaar Januari; voor al het aantal trawlende motorkust- visschers was veel grooter. De zeil- kustvisschers besomden over het alge meen minder dan in Januari 1924, de loggers en motorkustvisschers hadden daarentegen veel meer succes. Gemiddeld per reisdag vingen de zeilloggers 251 (verleden jaar Januari 168) K.G., gemiddeld per reis de motor en zeilkustvisscherij respectievelijk 1.210 en 211 (verleden jaar Januari 486 en 181) K.G. De vangsten der kustvis schers bestonden weer voor een groot deel uit schardijn. Aan de visscherij met de zeevi-ch- zegen namen 3 motorvaartuigen deel, terwijl -de beugvisscherij werd uitge oefend door 22 (verleden jaar Januari 20) stoom- en 3 (verleden jaar Januari 9) zeilschepen. De vangsten der beugers waren thans over het algemeen veel schra ler; zoodat de besommingen gering waren. Gemiddeld per reisdag bedroe gen vangst en besomming respectieve lijk voor de stoomschepen 352 K.G. c-n f261 (754 K.G. en f 423 in Januari 1924) en voor de zeilvaartuigen 78 K.G. en f 58 (191 K.G. en f 116 in Januari 1924). Van de drijfnetvisschersvloot waren nog 18 stoom- en 5 motorloggers (ver leden jaar Januari 5 stoomloggers) in bedrijf, die intusschen in den loop der maand de visscherij beëindigden. In totaal voerden deze schepen nog aan 945.700 K.G. visch, waarvan 9.418 kantjes gezouten haring ter waarde van f 174.000 (verleden jaar Januari 130.000 K.G., waarvan 1.299 kantjes gezouten haring, ter waarde van f 29.000). De heer Duymaer van Twist heeft den Minister van Waterstaat de vol gende vragen gesteld: Is de Minister bereid mededeelingen te doen over de werking van de aan schrijving, gericht tot de burgemees ters van 58 gemeenten, aan en om de Zuiderzee gelegen, betreffende het ver krijgen van nijverheidsonderwijs door belanghebbenden, die zich voor een anderen werkkring willen bekwamen. Iloe groot is het aantal verzoeken van belanghebbenden, dat bij het De partement binnenkwam? Hoeveel verzoeken zijn ingewilligd geworden en hoeveel verzoeken wer den afgewezen? Zoo afwijzing plaats vond, op welke gronden geschiedde deze dan? Is de Minister bereid voortaan den belanghebbenden, die een afwijzende beschikking op hun verzoek ontvan gen, de redenen der afwijzing mede te deelen* 1 Dinsdagmiddag bemerkten vis- schers in de zee ten Noorden van Hui zen een omgeslagen botter, waarvan de identiteit niet kon worden vastge steld. Uit Bunschoten werd later dooi een visscher een zeil aangebracht, waaruit bleek, dat de boot behoorde aan Isaac Veerman en diens zoon Pie- ter Veerman, die beiden verdronken zijn. De zoon was eenige weken geleden in het huwelijk getreden. Toen de stoomtrawler „Joh. N. Klein" IJ.M. 201 reeds achteruitstoom- de om ter visscherij uit te varen, spron gen naar we in Hl. Dbl. lezen, twee le den der bemanning, n.l. de stoker en de kok op het laatste oogenblik van boord om zich op een anderen trawler te verhuren. De „Joh. N. Klein" was dientengevolge genoodzaakt, weer vast te maken en de reeder kon niet anders doen, dan een paar andere menschcn aan te nemen, hetgeen natuurlijk de noodige vertraging opleverde. Onlangs werd door nauwkeurige onderzoeken naar den oesterstand in de Limfjord in Denemarken gecon stateerd, dat de hoeveelheid oesters bedenkelijk achteruitgegaan is, waar door het noodzakelijk geworden is om de oestervangst in deze fjord aanzien lijk te beperken. Een deel van dat ge bied zal voor de naaste jaren geheel moeten gesloten blijven voor de vis scherij en in andere deelen mag de vangst niet hooger bedragen dan een ~l„ millioen stuks, terwijl in de oorlogs jaren 5—6 millioen stuks geproduceerd werd. Buitenlandsche firma's zullen dus waarschijnlijk een goed arbeids veld, wat den oesterimport betreft, in Denemarken kunnen vinden, even als in vroeger jaren. Volgens een opgave van Dr. H, Lissner te Hamburg is de trawlharing- visscherij der Duitschers in de Noord zee gedurende 1924 betrekkelijk min der voordeelig geweest dan in 1923. De vangsten kwamen laat en de kwaliteit der haring was niet zoo goed. De aanbrengsten hadden vooral plaats te Geestemünde, Altona, Ham burg, Cuxhaven en Bremerhaven, van begin Augustus tot einde November. Het aantal reizen was 1415 (971), de vangst 28.975.000 K.G. (25.018.000), dus gemiddeld per reis 20.500 K.G. (25.750). De getallen tussehen haakjes zijn over 1923. In den winter en het voorjaar van 1924 bedroeg de vangst in het Skager- Rak in 200 reizen 1.189.000 K.G. (3.450.000). De totale aanvoer van trawlharing In 1924 was dus 30.800.000 K.G. (28.950.000). Voor de rookerijen en andere con- serveer-inrichtingen in Duitschland beteekenen deze hoeveelheden versche haring een druk en voordeelig seizoen. Onder den naam van „Compania industral -de Pesca La Estrella de Chile" is te Santiago een maatschappij gevestigd, die den vischrijkdom dei- aangrenzende zee benutten wil met ge bruikmaking der modernste hulpmid delen. De directeur is de vroegere ge- neraal-directeur van het visscherij- ministerie, de heer Albert, die niet al leen bekend is met de visscherij-toe- standen in Chilli, maar ook met die in Europa en verscheidene jaren in Duitschland doorgebracht heeft. liet grondkapitaal bedraagt l'/5 millioen Gld. Bij de haven van Quinteros, 18 mijl ten Noorden van Valparaiso, is een terrein van 3 H.A. aangejcocht voor de vereischte aanlegplaatsen en gebou wen, alsmede voor een conservenfa- briek, nettendrogerij, rookerij, netten- fabriek en ijs-fabricatie. N. VI. Ct. Gedurende de week van 5 t/m. 11 Maart 1925 kwamen de navolgende vaartuigen aan den afslag. 96 stoomtrawlers, 5 Duitsche stoom trawlers, 12 stoombeugers, 1 sloep, 2 motorloggers, 36 zeilloggers, 1 motor- kotter, 1 Engelsche stoomharingdrif- ter en 67 kustvisschers. De besommingen waren als volgt: Stoomtrawlers van f 6137 t. f 774.95, Duitsche stoomtrawlers van f 5584 tot f 1941; stoombeugers van f 1885 tot f 298; sloepen van f 454 tot f mo torloggers van f 1270 tot f 652; zeillog gers van f 907 tot f 89; motorkotters van f 104 tot f Engelsche stoom- drifters van f 2891 tot. f terwijl de kustvisschers f 952.61 besomden. De aanvoer bestond uit 804.248 K.G. trawlvisch, 14.385 K.G. beugvisch en 53.060 K.G. drijfnetvisch. De totaal op brengst bedroeg f 285.577.09. Het beheer van de stoomtrawler Annie", IJ.M. 8, is opgedragen aan de Viucherij Maatichappij „Alcmaria", alhier. De stoomdrifter Pan, IJ.M. 261, die Dinsdagmorgen naar zee was gegaan, keerde in den namiddag in de haven terug voor reparatie. Nadat de pogingen van den schipper, om een nieuwe bemanning aan te werven mislukt waren, omdat de reederij nog geen garantie voor een loon van 17 per week tot 1 October wilde geven, is besloten dat ook de sloep Nely, M.A. 57, de visscherij zal beëindigen, en, bij gunstige wind, naar Maassluil terugkeeren. De Noordster, M.A. 175, die reeds als vrachtschip een lading haring uit Noorwegen gehaald heeft, zal opnieuw een dergelijke reis maken. Ren stormdag te IJmuiden. De storm deed ons Zondag nog eens gevoelen en zien dat we in een open zee plaats wonen. De scherpe wind gierde over de daken en die zich op de straat waagde had moeite om op de been te blijven. Daarbij deden afwisselend regen-, hagel-en sneeuwbuien het overige om te zorgen dat, wie kon, binnen bleef. Daarbuiten was echter het opgezweepte element te zien in al zijn woesten groot heid. Donkergrauw was het woeste water in de ruime buitenhaven. En in de verte, achter de pieren, waren de groote rollers en brekers te zien, die den toeschouwer met angst vervullen voor hen, die daar tussehen dat wilde spel zich bevinden op de schepen. Hoog op stegen zuilen van schuim tegen de pieren, naar de zwaar bewolkie lucht. Toen in den namiddag de vloed opzette, rees de waterstand tot boven het schutpeil. Het gezicht werd te imposanter, omdat de windrichting gunstig was voor binnen komende schepen, en dus veelal schepen in het zicht. Oedurende den lijd dat schutten onmo gelijk was lagen dan ook aldra eenige schepen te wachten, die slechts met moeite, dwars van de wiijd, in de vaargeul ge houden konden worden. Een groot Russisch sovjet-schip kon het een oogenblik niet houden, zoodat het aan lager wal kwam. Met behulp van sleep booten werd echter een stremming der vaart voirkomen. Eveneens druk was het met het binnen komen der visschersschepen. Hun aantal was zeifs zoo groot dat men alles niel eens Maandag verkocht heeft en 9 booten over bleven liggen tot Dinsdag. Wellicht tengevolge van bovengenoemde gunstige omstandigheid zag men ook niet veel averij. Een trawler, de „Zwarte Zee", Ij.M. 27, kwam binnen met verlies van vischborden en eene andere, omdat men kolen van minder goede kwaliteit scheen te hebben en niet voldoende stoom verkreeg. Dat het echter geen kinderspel daarbuiten was en nog steeds het visschen een levens gevaarlijk beroep is, als het stormt, bleek ons nog eens weer uit het verhaal van zijn wedervaren, ons gedaan door een opvarende van de stoomtrawler „Zeemeeuw" IJ.M. 32, die in den namiddag binnenkwam. Men stoomde voor den wind huiswaarts en was bezig alles gereed te maken voor de haven. Ongeveer bij de brulboei, op de grens der territoriale wateren was men voor het laatst bezig verbrand sintels en asch buiten boord te gooien, bij welk aschwippen, als het ruw weer is en op een boot van deze soort, een matroos h; Ipt. Plotseling duikt de toot onder in ren grondzee en de overstroomende watervloed sl urt bedoelde matroos van zijn werk over het dek, tot de man zich, bij de achtergalg, aan de vischborden wis! vast Ie grijpen. Om uit dia netelige p itie bevrijd tf worden moest de boot eerst achte uitstoo men, waarna de bemanning kon constateeren dat men, als door een wonder, zonder verlies aan menschenlevens kon binnen komen. Doch onze zegsman uitte de verzuch iing: de visch wordt duur betaald. Het Staatsvisschershavenbedrijf 11 IJ m u i d e n. Verschenen is het Verslag der Commis sie voor de Staatsuitgaven betreffende de rekening van inkomsten en uilgaven van het Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden over 1923. De commissie vestigt er de aandacht op, dat het verlies van dit staats bedrijf over 1923 f288.629.361/, bedraagt, en weerlegt het betoog van den Minister in zijn Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer betreffende de begrooting voor dit staatsbedrijf voor 1924 met betrek king tot de groote tekorten die ook op die begrooting voorkomen. De vraag is bij de commissie gerezen, in hoeverre alle nieuwe havenwerken die in de laatste 10 jaren zijn aangelegd inder daad voor hef Rijk noodig waren. De commissie is van de noodzakelijkheid niet overtuigt, in het bijzonder niet ten aanzien van de z.g. Haringhaven. Dit haven zou wellicht niet aangelegd zijn althans niet ten laste van het bedrijf gebracht, indien er een commissie van bijstand ware geweest, die over de noodzakelijkheid van die werken had kunnen adviseeren. De commissie stelt voor den Minister nogmaals met aandrang uit te noodigen de commissie voor dit bedrijf te reorgani- seeren tot een commissie van bijstand. kunt U tegen de ge varen van verkoudheid het beste beschutten met de desinfecteerend en oplossend werkende TABLETTEN Groote doozen 65 Ctii Op 16 Januari j.l. is het stalen stoomvisschersvaartuig „Witte Zee", van 170 ton, in de IJmuider visschers- haven in aanvaring gekomen met den treiter „Dirk Jacobus" IJ.M. 267. De schipper van de „Witte Zee" ver klaarde Donderdag voor den Raad voor de Scheepvaart, dat het eenigszins mistig weer geweest was. Men kon slechts drie scheepslengten vooruit zien. De vaart van de „Witte Zee" be droeg ongeveer 3 mijl. De schipper beweerde, den machi nist tijdig te hebben gewaarschuwd om „volle kracht achteruit te slaan". Het werken van de machine heeft z.i. evenwel te lang op zich laten wachten De machinist van do „Witte Zee" deelde mede, dat hij naar de brug ge gaan was om den schipper te zeggen dat er een lekke vlampijp was. Toen getuige in de machinekamer terug kwam, had hij gezien, dat de machine langzaam achteruit draaide. De Raad zal over de schuldvraag na der heslissen. De stoomtrawler Hasenkamp IJM. 80 keerde gistermorgen uit zee terug met defecte ketel. Thans is ook de Wilhelmina IJ. M. 34 van de V. E. M. naar IJsland vertrokken voor de zoutevisch-vangst. De vroegere stoomlogger Gerard, door den heer W. Nijgh verkocht aan de Maatschappij „Vooruitgang", heet thans Tonijn en blijft varen onder de merken K.W. 128. De Tonijn heeft thans een reis ge daan als vrachtlogger en bracht hier, Donderdag, een lading versche haring aan uit Haugesund. Daar de prijzen in de markt echter niet loonend waren, werd de haring opgehouden en later onderhands ver kocht. Donderdag tegen den avond kwam hier binnen de botter U.K. 170. Des morgens omsti'eeks 3 uur was men aan het visschen geweest in de buurt van Ameland, toen een der opvaren den, de 20-jarige P. v. -U. met zijn rech terhand tussehen de lier kwam, waar door hem de onderste ledematen van 2 vingers ruw werden afgeknepen, zoo dat ze aan dek lagen. Het scheepje zette koers naar IJmuiden, waar Dr. van Leeuwen de eerste hulp verleende en vervolgens werd de gewonde naar een ziekenhuis te Haarlem vervoerd. Naar men ons mededeelde was de jongeman niet meer tegen ongevallen op zee verzekerd, sinds 1 Maart, omdat hij in den loop der maand in militairen dienst zou treden, en die verzekeringen die vrijwillig zijn, slechts over een ge heel jaar worden afgesloten. Geslaagd voor schipper op stoom- zeil-zeevisschersvaartuigen de heer D. P. J. Smits te IJmuiden. SCHEEPVAART. IJ m u i d e n. Aangekomen 6 Maart Gardar, stoomvrachtlogger, Haugesund, haring, Visschershaven, Gallium, it., Caen, ijzererts, Hoogovens8 MaartHelmwige, st. Rotterdam naar Stettin, als bijlegger wegens slecht weer. Vertrokken 7 MaartGallium, st., Swansea ledig. Tijdens het ruwe weder heeft Zondag te Amsterdam het stoomschip „Zeelandia" van den Kon. Holl. Lloyd bij de Neder- landsche dokmaatschappij een sleep bakken van de ballastmaatschappij aangevaren, komende van IJmuiden. Een der bakken is gezonken. Voorts kregen twee lichtboeien, de'K 1 en J 1 belangrijke schade. In de week van 2 tot 0 Maart zfn te IJmuiden uit zee binnen gekomen 50 stoom schepen en 2 zeelichters en naar zee ver trokken 60 stoomschepen. Donderdagmiddag ontstop gevolge van het verwisselen der ren in de nieuwe sluis, eenige stagnatie in de groote scheepva&i Aan de buitenzijde lag de bla^ per Adrastus geruim en tijd te ten om te kunnen schutten en aj binnenzijde lag eveneens een sto der Mij. Oceaan. GEMENGD NIEUWS. Onze economische positie, Niemand ontkent thans meet ons economisch leven bezig is g herstellen. Maar na. een zware gaat het herstel gewoonlijk lang en blijft oppassen de boodschap geldt ook voor Nederland. 1 De voorzitter der Kamer van handel te Haarlem, jhr. Molleru-1 onlangs in een rede op onzen menden invoer en, wat veiiblijde! onzen nog meer toegenomen ui; Veel koopen is een ding, maar v& koopen is nog beter! In '24 bedro:' ze invoer 355 millioen meer dan en onze uitvoer 358 millioen. De re uitvoer is vooral te zoeken., landbouw- en veeteeltvoortbrenj Onze varkens, boter, kaas, groenten, aardappelen zijn zfJ zocht en worden veel verkocht! door Duitschland, Engeland, An, België, Frankrijk en Indië. In oi dustrie is, volgens den heer Mo: een kleine opleving. De Duitschi currentie doet ons thans geen meer. De Ned. Spoorwegen sul nog altijd met tekorten, al worii kleiner. In '21 was het tekort rij, millioen, in '22 eveneens, in '23 it lioen en in '24 4 millioen; dati mooie sprong in de goede ritfj Maar gezond is een zaak zekei4 als men blij moet zijn met eent' van 4 millioen. Slapte van zaken' gere tarieven, de concurrent? vrachtauto's en verschillende maatregelen zijn de oorzaak va< nog steeds groote tekort. Onze koopvaardijvloot magei! ze is op vier na de grootste dé reld. Wij zijn dus nog steeds ee:^ van waterratten. De toestand:' steeds slecht, al valt er in '24- verbetering te constateeren. Merr dig is, dat in ons land de inóli voortdurend grooter en de lau:' kleiner plaats gaat imnemeji.. Hf:£ tal betrokkenen hij de eerste sneller toe dan bij den laatste. De financieele toestand van hi is door de maatregelen van mi Colijn, die niet precies ieders ii' ming en bewondering hebben v>: ven, veel sterker geworden. Deb ting voor den gewonen dienst ii tend gemaakt, voor den buiter nen dienst, Noordzeekanaal, jlt nalisatie enz. zal geleend moeters| den. i, De heer Mollerus berekende, f sociale wetten ons jaarlijks on( 100 millioen kosten, waarvan dej- de helft betaalt. Of hij het ern^ doelde, toen hij Nederland rijj, gend noemde met sociale wettee men nagaat, hoeveel nood wordt, hoeveel werkloozen van bedeeling of erger nog zijn hoeveel ouden van dagen m drre of vijf gulden in de week als renteniers zorgeloos kunnen maar toch een mooi steuntje o gen, moet men over die uitga1 100 millioen niet zuur kijken.! misch herstel ten koste van de krachtige elementen der samen is ook zeker het ware niet. Bij de opening der Utrechtsckf beurs zijn ook hoopvolle klank hoord; er werd zelfs van een misch morgenrood gesproken, zijn politieke rede heeft Mr. D huys dezer dagen ook gewezen f kenen van opleving. Er vaart tegenwoordig door reld een geest van nieuw vertn en van moed; de zwartste tijd lij' ter ons, langzamerhand gaat hf het licht tegemoet. We moeten^ over de malaise ook maar de my Coué toepassen-en eiken mprgg gen: Ik vertrouw, dat ik in zichten iederen dag hoe langer! ter word. Als hij het vertrouw-- nog het willen en aanpakken^ zullen wij van herstellenden >f herstelden worden. Het goede er al vast. ->1 consultatie-buh! Vereeniging tot bestrijding'z Tuberculose. ei Brinlostraat, Velserooid n Dinsdags geopend van 2—3 Het onderzoek is kostelooi schledt door Dr. VAN SLOOT!* Haarlem. Onders laat vooral uw kinds a derzooken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1925 | | pagina 2