IJmuider Couran r Woensdag 1 April 1925. 2e blad. OFFICIEEL. BURGERLIJKE STAND. Huwelijksaangiften. ne Ambtenaai- van den Burgerlijken «tand. der gemeente Velsen brengt ter tennis van belanghebbenden., dat liet noodig is, dat bij de huwelijksaangifte He stukken worden overgelegu, die tnnr het huwelijk vereischt worden, teneinde onjuistheden of teleurstellin gen ten aanzien van de huwelijksaf kondiging of huwelijksvoltrekking te '"inlichtingen betreffende de ver achte stukken kunnen verkregen morden aan de afdeeling Burgerlijke Stand op eiken werkdag tusschen 9 „ur v.m. en 1 uur n.m._ Velsen, 23 Maart 1925. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand voornoemd, SUWERINK. HINDERWET. Burgemeester en Weihouders der gemeen le Velsen brengen ter openbare kennis dat er gemeentesecretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van J. Lindhout en I de Waa d, te IJmuiden, om vergunning 't het oprichten van eene inrichting voor machinale houtbewerking, waarin gebezigd zullen worden 2 electromotoren voor hel aandrijven van een vlakbank en een cirkel zaaebank in het gebouw kadastraal bekend gemeente Velsen, afdeeling IJmuiden, Sectie I No. 2493 en plaatselijk lekend Bik- en Arnoldkade, Wijk C. no. 47. Op Zaterdag, den 11 April 1925, des voormiddags te 11 uren, zal ten Gemeente- huize gelegenheid bestaar. om bezwaren legen dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. INGEKOMEN PERSONEN. m.v. J. van Ham, E Engelmundusw. 87 4—1 C. J. Vogelsang, D Trompstr. 108 W. H. P. M. v. Stuyvenberg, E Trompstraat 57 C W. M. Lobrij, C Pr. Hendrik straat 105 C. J. de Koeijer, B Brederood- scheweg 96 E. Reijns, A Bloemendaal- scheweg 27 P. Versluis, L Kanaalkade 16 E. v. d. Bosch, I27a (Velserpolder) J. T. Bouwens, M Kanaalstr. 4 H. F. K. Hagens, G Hagelinger- weg 68b 2—1 1—2 2—1 1—2 1—2 2—1 1—2 3—3 1—3 VAN DEN WACHTTOREN. Hei bevolkingsvraagstuk in Amerika. Niettegenstaande een nog voortdu rende daling van het geboortecijfer neemt onze bevolking vrij sterk toe en men heeft alle reden, om rekening te houden met een dreigende overbevol king. Men begrijpt, dat de toename dei- bevolking ondanks de afname der ge boorten een gevolg is van het dalende sterftecijfer in bijzonder voor zuigelin gen. In het veel dunner bevolkte Ame rika behoeft men voor overbevolking niet te vreezen, ook al omdat het zielen tal daar in de komende jaren vrijwel gelijk zal blijven. Men heeft het aantal landverhuizers sterk beperkt en zij juist hebben of krijgen groote gezinnen. Ook in Amerika is een trek naar de steden en daar is het aantal geboorten kleiner dan op het land. Hoeveel kinderen moeten er in eon huwelijk geboren worden, opdat het bevolkingscijfer ongeveer op dezelfde hoogte^ zal blijven? Die interessante vraag is beantwoord door Dr. L. I. Du blin, den statisticus van de Metropoli tan Life Insurance Company, een der grootste levensverzekeringmaatschap pijen der wereld. Het vraagstuk lijkt heel eenvoudig. De duizend vrouwen, die er bij komèn, moeten moeders van duizend kinderen worden. Maar de duizend kinderen van bet vrouwelijk geslacht, die erbij ko oien, blijven niet allen in het leven of ze sterven ongehuwd of ze huwen iaaa1* krijgen geen kinderen. Van de 1000 meisjes, die geboren worden, trou wen er later 788; op dezen rust de taak de bevolking met 1000 kinderen te ver meerderen. Dezelfde rekening passen we toe op de mannen; dan krijgen we .742 mannen, die vaders van 1Ó00 kin deren moeten worden. Duizend echtpa ren moeten dus 2618 kinderen voort brengen, om de bevolking op peil te houden. Het kindertal komt dus per gezin op 2,6. Maar nu is geen rekening gehouden met huwelijken, die kinder loos blijven. In een van de zes huwelij ken worden de echtgenooten geen ouders. Zoo moeten er in de andere ge zinnen ongeveer drie kinderen per Bcntpaar geboren worden, zal het be- roikmgsgetal stationair blijven. In Amerika daalt echter het gehoor-1 fetal snel, sneller zelfs dan het sterfte cijfer. Dit is voor een goed deel het ge volg van de trek naar de steden. De groote gezinnen moet men over het al gemeen op het land zoeken. De echte Amerikanen maken er zich niet er°- ongerust over, dat hun bevolking niet toeneemt cn zelfs gevaar loopt op den duur te zullen afnemen. Als ze hun j grenzen openzetten, stroomen immers f de landverhuizers uit Europa en Azië het land van den dollar binnen. Ook i zijn de Amerikanen goede rekenmees ters. Ieder krijgt een grooter part, naar mate er minder zijn, die recht hebben op een deel. De redeneering gaat echter in dit geval niet op. Want landverhui zers komen^ niet alleen om te doelen, maar ook om t-e werken, zoodat er wat te deelen valt. De Amerikanen hebben nog oen an dere reden, waarom ze niet op ceti ster ke vermeerdering hunner bevolking gesteld zijn. Amerika kent geen aris tocratie en titels en lintjes. Maar wel laat de Amerikaan er zich op voorstaan uit een oud en echt Amerikaansch ge slacht te zijn, af te stammen van En- gelschen of Nederlanders, die een paar eeuwen geleden zich in de nieuwe we reld vestigden. Zij zijn het uitverko ren volk en willen liefst niet door de anderen overvleugeld worden. Zij gaan uit van de stelling: Amerika voor de Amerikanen. Zij zijn het stuk vleesch in de hutspot van naties cn hoe meer hutspot er is, des te meer het klapstuk erin verdwijnt. Het grappige van'het geval is wel, dat zij eigenlijk ook vreemdelingen zijn en clat de rasechte en zuivere Ame rikaan de Roodhuiden zijn, die echter in plaats van een nationalen adel een zigeuners- en bedelaars volk je vormen. Van vreemde smetten vrij zijn er maar enkelen in Amerika en het is jammer, dat een groote*wereld, waar nog voor zoovelen werk en brood is, de deur voor de meesten gesloten houdt. Dat men niet iedereen als gast wil ontvangen, is natuurlijk. Maar men kan eischen stellen van welstand, gezondheid, ze delijkheid en er is geen reden, om hen te weren, die aan die eischen beant woorden. Heï eerste kievitsei. Welk ei is nu het eerst gevonden? Een paar weken geleden werd het eer ste ei gevonden. Maar deze week meldt de krant een tweede en zelfs al een derde eerste ei. Onder het kievitenvolk heerscht groote vroolijkheid en zij roe pen elkaar toe: Laten we nog gauw een paar eerste eieren leggen en dat vol houden tot den verboden tijd toe, dan wordt het eerst ernst met het leggen. Hebben we di jaar misschien drie eer ste eieren, omdat onze koninklijke fa milie uit drie personen bestaat? Maar commissarissen der koningin moeten ook het eerste eitje smullen en burge meesters en landheeren en allerlei no tabele persoonlijkbeden. Om niemand te ergeren, worden er daarom louter eerste eieren gevonden. Als de vinders nu maar voor de primeur betaald wor den, blijft het tweede ei zeker uit. Het is ook niet meer noodig, om een eitje van het vorig jaar te conserveer cn in kalk of waterglas en in het vroege voorjaar als in een kuiltje op de nog kale wei gevonden met verschuldigd en eerbied aan een hooge persoonlijkheid aan te bieden op hoop van zegen. Waarom zullen we over het alge meen ons houden aan de slechte ge vvoante, om er maar één eerste op na te houden? Het is voor leerlingen in 'n klas ook veel genoegeiijker als er tien e eisten zijn en bij iederen wedstrijd zal er veel mer animo wezen, als de kans, om den eersten prijs te halen aanzienlijk vermeerderd wordt. Eén premier in een ministerie is ook wel wat schraal. Wij hebben er allang twee. Minister Ruys en het Kamerlid Nolens, De gedachte verdient nadere overwe ging en uitwerking en geeft menigen middelmatige een kans, om ook eens nummer een te zijn. De t.b.c. met succes feestreden. lil- de oorlogsjaren is de sterfte aan t.b.c. ook in ons land toegenomen. In '15 stierven er op de 10000 zielen 11,03 aan deze ziekte. In '18 was dit cijfer gestegen tot 15,86. Daarna kwam de da ling, ongetwijfeld in verband met tien beteren voedingstoestand. Het sterfte cijfer was in '19 13,30 in '20 10,97, in '21 9,58, in '22 8,63, in '23 7,92 en in '24 7,99. Deze cijfers betreffen alleen de long- tuberculose, die trouwens verreweg de meeste slachtoffers maakt. In '24 dus een kleine stijging. Dat kan toevallig zijn. Het kan ook wezen, dat een groot aantal van deze lijders in cle oorlogs jaren en door de Spaansche griep vie len, wat voor de volgende jaren bete re cijfers gaf, welke invloed thans heeft uitgewerkt. Een gevolg daarvan kan wel 'n kleine stijging wezen i. d. komen de jaren. Dit behoeft ons niet te ver ontrusten. Wij zijn op den goeden weg. Er wordt beter gewaakt tegen besmet ting. Men weet, dat licht, lucht, rust, voeding voor de patiënten alles waard zijn. En bovenal past men ook het: voorkomen heter dan genezen toe. Het werk der gezondheidskolonies van kinderen neemt toe; zwakke kinderen, de bleekneusjes loopen groot gevaar Later t.b.c.-lijders te worden, maar ze kunnen vaak door een paar maanden verpleging in een kolonie genoeg weerstandvermogen opdoen, om het gevaar te overwinnen. Het is vooral Prof. Scheltema, die ons heeft leeren inzien, dat t.b.c. het best te voorkomen en ook te genezen is bij het kind en dat dit niet beter gedaan kan worden, dan door het kind een poosje in de meest gezonde omstandigheden te laten'ver- keeren en dat gebeurt in de gezond heidskolonies, die thans zomers en 's winters duizenden kinderen herber gen. Beter een gezondheidskolonic dan een sanatorium, beter het kwaad in den beginne te onderdrukken, dan het. la ter, als het sterk geworden is, tc be strijden. Men moet het een doen en het ander niet nalaten. Wordt echter het eerste nog meer en beter gedaan, dan zullen we in de toekomst zeker nog kleinere sterftecijfers voor t.b.c. krij gen, dan thans het geval is. Een gezond pak ransel. In het algemeen moet lichamelijke tuchtiging afgekeurd worden en op school, bij de vloot en in de gevange nis mogen dan ook geen lijsstraffen meer toegepast worden. Een goede, ze delijke uitwerking hebben ze bijna nooit. Men slaat er meer kwaad in dan uit. Een heel enkele maal, waar alle gehoorzaamheid geweigerd wordt en geen gezag en meerderheid erkend wordt, kan een pak slaag soms ge zond zijn. Dc verzetpleger voelt dan, dat iemand hem de baas is. Maar ove rigens kan men zeggen, dat iedere straf beter is dan met hand of stok. Kastij ding bepaalt zich gewoonlijk niet tot een enkel geval, maar wordt telkens weer meer en meer toegepast cn ont- aardt daardoor licht in mishandeling. In het Engelsche parlement is aan gedrongen op het straffen van hen, die zich aan afpersing schuldig maken, door middel van stokslagen. De chan tage komt in Engeland veel voor. Schurken maken gebruik van schan dalen, door de betrokkenen te achter volgen en te dwingen hun stilzwijgen te koopen tegen hooge sommen. Ze ke rnen telkens terug en hebben hun slachtoffers geheel in hun macht. Zon een stevig pak slaag hier ook niet ge zond werken? De tegenzin tegen der gelijke hardhandige straffen is zoo groot, dat de stokslagenstraf wel niet ingevoerd zal worden. Toch beginn< n steeds meerderen ervoor te voelen, om dat gevangenisstraf zoo weinig geeft Maanden en soms jarenlang moet de staat den gevangene voeden, kleeden enz. en al spoedig na zijn ontslag vr.I1 hij tot misdaad terug. Onze minister van justitie is van plan, vaker de straf van geldboete tot te pa.ssen. Dat geeft winst in plaats van verlies voor den staat. Bovendien is de portemonnaie voor menigeen de aller gevoeligste plaats. Er is veel voor te zeggen; alleen is er een.bezwaar. De geldboete is meer afkoópen van straf dan straf. De arme drommels zullen geen boete van beteekenis kunnen be talen, de welgestelden kunnen wel een paar honderd gulden missen en behoe ven er niet onder te lijden. Als het mogelijk was bij het vaststel len der boete rekening te houden met den welstand van den boosdoener en dus boete naar draagkracht te laten be talen, zou dit kwaad voorkomen kun nen worden. Inderdaad zou er dan vee! te zeggen zijn voor veelvuldiger toe passing van het boetestelsel. De boete werkt niet opvoedend, maar toch wel afschrikkend; de gevangenisstraf doet het laatste ook meer dan het eerste En menigeen zal een stevige greep in zijn beurs erger vinden dan een verblijf van een paar weken in de cel. Een desbetreffend ontwerp is door minister Heemskerk ingediend en ze ker zal minister Colijn ervoor zijn. daar hier een zoet winstje voor zijn schatkist valt te halen. Het schaakspel en records. Wij leven in een tijd van records. Op allerlei sportgebied tracht men voor gangers te overtroeven. Er is aan deze records een grens gesteld en er komt een tijd, waar in ze niet meer gemaakt zullen kunnen worden. Dan is hel hoogste punt van springen, werpen of vliegen bereikt en kan men zekeren afstand niet sneller rennend, vliegend, fietsend, paardrijdend enz. afleggen. Er wordt heel wat geestdrift, Ju'&cht moed en gezondheid gegeven om baas boven baas te blijven. Men kan bewon dering hebben voor cle recordhelden; men kan er dwaasheid in zien, een man, die een halve seconde of halve i centimeter gewonnen heeft op 'n voor- ganger daarom eervol in de pers der wereld te noemen, maar in elk geval j zal men toegeven, dat de record hou- derij zich tot de sport moet bepalen. De: man, die vijf en twintig eieren, vier li- ter melk en een kilo pannekoeken naar binnen weet te werken, verdient geen lof. En het is nog geen gebruik, dat er tusschen dirigenten een wedijver be staat, wie in de snelste maat en den kortsten tijd een stuk kan spelen. Ook is het niet bijzonder eervol voor een H. B. S.-cr een recordcijfer fouten be haald te hebben, drie en zestig in een repetitie. Het schaakspel, dat beiden kunst en wetenschap is, kent zijn wedstrijden en kampioenschappen. Dat geeft, mooi, fijn spel te genieten en brengt de groo te meesters der wereld bijeen en wekt den lust op tot. beoefening van dit moeilijke maar mooie spel. Maar ook hier begint men met re cords. Zoo lieeft in Amsterdam Eeuwe tegen 61 spelers tegelijk gespeeld. In den tijd van ongeveer vier uur had hij voortdurend vrij snel langs de lange rij borden loopend en snel een stuk verzettend 58 partijen gewonnen, twee verloren en een remise (kamp) ge maakt. Dat is een verspilling van denk kracht. Men moet ook zuinig zijn met zijn hersenen. Een schaker moet zich geestelijk geweldig inspannen en een simultaanspel tegen zoovele horden is ook spel met het beste, dat wij heb ben, onzen geest. Nog een andere beroemde schaak meester Rctti heeft te Sao Paulo een record behaald. ITij heeft 29 partijen tegelijk blind gespeeld cn daarvan slechts twee verloren. Dat is een ont zaggelijke prestatie van voorstellings vermogen. Daardoor alleen kon hij den loop der stukken op 29 borden volgen en telkens den meestal goeden zet aan geven. Straks komt er een mcester- schaker, die tegen 30 borden blind speelt enz. De meesters zullen hierbij wel het afmaak.stelsel huldigen en ie zwakste speler door ruilen der stukken zoo spoedig mogelijk verwij- leren. Maar niettemin hebben we oo hier een gewelidge geestesinspanning, dié zeker met goud betaald wordt ma even zeker schade doet. Voor zulke hardlooperseer en eerzucht is het schaakspel ook te hoog en te edel. Beschavingsgeschiedenis. De meeste onderwijzers der lagere school zijn niet tevreden over het gc schiedenisonderwljs," dat zij geven moeten. Het is niet zoo'n groote kunst, aan de kinderen een aantal feiten, na men en jaartallen in te pompen, voor al door de kracht van eeuwig repetee- ren. Maar leeren zij daardoor het ver leden kennen, gaat daardoor het ver leden voor hen leven? Begrijpen ze het, steken zij er iets van op, wordt de lust, om dieper in dc zeer interessante we reld achter ons door te dringen, erdoor 'gewekt? Krijgen de kinderen een goed beeld van de historie? Menig kind zal lot deze slotsom komen: er waren vroe ger veel ruzies tusschen de volken en de vorsten. Het verleden is een groote ruziemakerij. Daarbij komt het gevaar van verheerlijking van eigen volk cn vorst, het aankweeken van den gevaar lijken geest van nationalisme, die zelfs nog in onzen tijcl beschaafde menschor als wilde dieren elkaar doet aanvliegen en verscheuren, Steeds meer voelt de onderwijzer, dat er nog een andere geschiedenis geleerd moet worden dan van de internationa le politiek en de oorlogen, die daaruit zijn voortgekomen. Hoe de menschen vroeger leefden, woonden, werkten', hoe zij zich ontwikkelden, hoe zij kunst en wetenschap beoefenden, boe zij den weg vonden, die op ieder gebied leidt uit den donker naar het licht, dat zijn vragen, die met de kinderen behandeld moeten worden. Zoo leeren zij beschavingsgeschiedenis, die hun onze beschaving zal doen waardeeren en verlangen eraan deel te hebben en er nog verder in te vorderen. Zulk geschiedenisonderwijs behoort echter voor menigen onderwijzer nog tot de vrome wenschen. En toch dat het zoo kan en hoe het dan moet, leert ons een reeks boekjes: „Langs Op- waartsche Wegen" van C. Bruyn en N. Tj. Swierstra, waarmee we met bijzon der veel genoegen kennis hebben ge maakt. De ontwikkeling, van de menschheid en haar beschaving wordt bierm op prettige wijze en voor het kind begrijpelijk verteld. Het leert hier de geschiedenis van het vuur, het werktuig, het brood, jagen en visschnn, veehouderij en landbouw, bet huis en de kleeding. De verteltoon is levendig; er zijn goede plaatjes bij. Menige vol wassene zal het boekje graag lezen en er ook nog uit leeren. Het tweede deel tje vertelt den oorsprong van den Ne derland schen staat, hoe uit een war boel door de eeuwen, heen de eenheid ontstond; het derde deeltje behandelt den staat in onze dagen, de ontwikke ling \>an den strijd te land en ter zee, de strijdende groepen en den Volken bond, uit de geschiedenis van kerk en godsdienst, hoe het onderwijs zich ont Last van gal en slijm beslagen tong, een voortdurend onaan- genamen smaak, tragen stoelgang en een opgeblazen gevoel. Gebruik hierte gen de zonder eenige kramp werkende Mijnhaidt's Laseertafelstten, Doos ets. Bij apoth. en drogisten. 305 Er zijn reeds schoolboekjes, die in deze richting gaan; maar de nieuwe geest en het nieuwe beginsel van bet geschiedenisonderwijs worden in deze boekjes volledig toegepast, Het geschie denisonderwijs krijgt hierdoor pas waarde voor het kind en wij twijnden er geen oogenblik aan, of het zal zulk onderwijs verre verkiezen boven het dorre onderwijs van vroeger, dat geen ander leven wekte dan national n hoogmoed en militaire róemzia dat leven is zeker uit den booze. ht en Wat is een naam? Niets dan klank en rook en schijn, heeft Goethe gezegd. Maar we hechten wel aan den schijn en daarom ook aan den naam. Wie wil dienstmeisje zijn? Assistente in het huishouden klinkt be ter. De barbier of haarsnijder is allang coiffeur geworden. Hij doet het werk met hetzelfde scheermes! De timmer man is opgeklommen tot bouwkundige en de baker tot, kraamvrouwverpleeg- ster, ook al bezit zij geen diploma! On ze sigaren hebben voor een deel Spaan sche, Italiaansche, Zuid-Amerikaan- sche namen en als er dan nog een mooi bandje komt boven het ergerlijke blau we belastingbandje, is zij een heel fijne. We lazen do volgende verklaring van parel-cokes. Wanneer cokes geklopt wordt en uitgezeefd, blijven de kleine stukjes over met vele steentjes erin. De gasfabrieken konden er moeilijk af, totdat een leeperd er den naam parel- cokes aan gaf en van af dat oogenblik is het een gewild artikel geworden. De naam maakt zelfs de zieke inte ressant. Wie migraine heeft in plaats van hoofdpijn, bronchitis in plaats van hoesterigheid, hernea in plaats van een breuk, infectie in plaats van oen zweertje, is daarmee een veel belang wekkender persoon geworden. En wie een vervelend, onaangenaam humeur heeft, is neurasthenisch of melancho lisch en wordt ontzien en beklaagd. Men moet daarom niet zoo gauw zeg gen, dat het op den naam niet. aan komt. De naam is vaak alles. Een kwaad wijf. Verschillende gemeenten in Gronin gen hebben te Jipsinghuizen werkloo- zen aan het werk gezet, om grond to bewerken en te ontginnen. Die man nen wonen in keten, waar een keet vrouw zorgt voor het eten en de ver trekken schoonhoudt en de meeste ke ten, al maakt de een zijn bed mooier op dan de ander, zien zij er netjes uit. Maar ih een keet was het 'n beesteboet. De dir. der werkverschaffing, burge meester Buiskool heeft daar nu een nieuwe keetvrouw aangesteld, die voor geen tien man bang is cn orde op za ken zal stellen. In „De Gemeente" ver telt een bezoekster van deze Debora. De heer Buiskool noemde haar de zindelijkste, maar ook de kwaadste keetvrouw van de heele kolonie, een hellefeeks. Een vrouw, die dadelijk imponeerde, zoo vertelt de bezoekster: een prachtige vrouw, mooi gebouwd cn groot, een regelmatig, ovaal gezicht, een paar spottende, blauwe oogen. De ze keetvrouw was hier aan het hoofd gesteld, om de mannen, die het mak kelijker vinden in los stroo tc slapen, te dwingen stroozakken te stoppen, op dat de heele keet niet onder het stroo komt en het zal haar lukken ook. Wat deze vrouw aandurft, blijkt uit het vol gende voorval. In haar keet hadden de mannen kaart gespeeld om geld. Ze wou dat niet hebben. Jullie zult het geld van je vrouw en kinderen niet verdobbelen! had ze gezegd. De mannen wilden er niet mee ophouden. Toen had ze den bezem genomen en was erop losge trokken. Ze had de verschrikte man nen met fonkelende oogen toege schreeuwd: Spelen is goed. maar in mijn keet niet om geld! En ze had de heele keet leeggeveegd. Die eene vrouw was tien man te sterk geweest. Zij had gewonnen door haar wil. En daarom was zij aan het hoofd gesteld in cle eene vuile keet, waar ze de mannen ook wel klein zou krijgen. Zoo ver trouwde toch de directeur. Juist cle rechte vrouw op de rechte plaats. Een zacht, lief vrouwtje zou het hier niet bolwerken en zich doodongelukkig ge voelen. Maar zoo'n haaibaai met den vasten wil, dat er orde zijn zal in haar keet en dat de mannen hun gold, waar van vrouw en kinderen leven moeten, niet verpatsen zullen, doet daar praoh- wikkelde, ontdekkingsreizen en kolo- tig werk. Zij is van het hout gesneden, niën en de geschiedenis van de Neder landers tegen het water. De schrijvers geven geen geschiedenis van veld- en zeeslagen, maar gaan na, hoe de strijd zich van een vuistgevecht ontwikkelde tot den modernen oorlog. waarvan ook een Catharina. van Ru; land en Elizabeth van Engeland ge maakt waren. Mannen zijn niet altijd vrouwelijke teederheid en zachtheid waard en er zijn vrouwen zonder deze echt-vrouwelijke eigenschappen!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1925 | | pagina 5