IJmuider Couran
r
Woensdag 1 April 1925. 2e blad.
OFFICIEEL.
BURGERLIJKE STAND.
Huwelijksaangiften.
ne Ambtenaai- van den Burgerlijken
«tand. der gemeente Velsen brengt ter
tennis van belanghebbenden., dat liet
noodig is, dat bij de huwelijksaangifte
He stukken worden overgelegu, die
tnnr het huwelijk vereischt worden,
teneinde onjuistheden of teleurstellin
gen ten aanzien van de huwelijksaf
kondiging of huwelijksvoltrekking te
'"inlichtingen betreffende de ver
achte stukken kunnen verkregen
morden aan de afdeeling Burgerlijke
Stand op eiken werkdag tusschen 9
„ur v.m. en 1 uur n.m._
Velsen, 23 Maart 1925.
De Ambtenaar van den Burgerlijken
Stand voornoemd,
SUWERINK.
HINDERWET.
Burgemeester en Weihouders der gemeen
le Velsen brengen ter openbare kennis dat
er gemeentesecretarie ter inzage ligt een
verzoek met bijlagen van J. Lindhout en
I de Waa d, te IJmuiden, om vergunning
't het oprichten van eene inrichting voor
machinale houtbewerking, waarin gebezigd
zullen worden 2 electromotoren voor hel
aandrijven van een vlakbank en een cirkel
zaaebank in het gebouw kadastraal bekend
gemeente Velsen, afdeeling IJmuiden, Sectie
I No. 2493 en plaatselijk lekend Bik- en
Arnoldkade, Wijk C. no. 47.
Op Zaterdag, den 11 April 1925, des
voormiddags te 11 uren, zal ten Gemeente-
huize gelegenheid bestaar. om bezwaren
legen dit verzoek in te brengen en deze
mondeling en schriftelijk toe te lichten.
INGEKOMEN PERSONEN.
m.v.
J. van Ham, E Engelmundusw. 87 4—1
C. J. Vogelsang, D Trompstr. 108
W. H. P. M. v. Stuyvenberg,
E Trompstraat 57
C W. M. Lobrij, C Pr. Hendrik
straat 105
C. J. de Koeijer, B Brederood-
scheweg 96
E. Reijns, A Bloemendaal-
scheweg 27
P. Versluis, L Kanaalkade 16
E. v. d. Bosch, I27a (Velserpolder)
J. T. Bouwens, M Kanaalstr. 4
H. F. K. Hagens, G Hagelinger-
weg 68b
2—1
1—2
2—1
1—2
1—2
2—1
1—2
3—3
1—3
VAN DEN WACHTTOREN.
Hei bevolkingsvraagstuk in Amerika.
Niettegenstaande een nog voortdu
rende daling van het geboortecijfer
neemt onze bevolking vrij sterk toe en
men heeft alle reden, om rekening te
houden met een dreigende overbevol
king. Men begrijpt, dat de toename dei-
bevolking ondanks de afname der ge
boorten een gevolg is van het dalende
sterftecijfer in bijzonder voor zuigelin
gen. In het veel dunner bevolkte Ame
rika behoeft men voor overbevolking
niet te vreezen, ook al omdat het zielen
tal daar in de komende jaren vrijwel
gelijk zal blijven. Men heeft het aantal
landverhuizers sterk beperkt en zij
juist hebben of krijgen groote gezinnen.
Ook in Amerika is een trek naar de
steden en daar is het aantal geboorten
kleiner dan op het land.
Hoeveel kinderen moeten er in eon
huwelijk geboren worden, opdat het
bevolkingscijfer ongeveer op dezelfde
hoogte^ zal blijven? Die interessante
vraag is beantwoord door Dr. L. I. Du
blin, den statisticus van de Metropoli
tan Life Insurance Company, een der
grootste levensverzekeringmaatschap
pijen der wereld.
Het vraagstuk lijkt heel eenvoudig.
De duizend vrouwen, die er bij komèn,
moeten moeders van duizend kinderen
worden. Maar de duizend kinderen van
bet vrouwelijk geslacht, die erbij ko
oien, blijven niet allen in het leven of
ze sterven ongehuwd of ze huwen
iaaa1* krijgen geen kinderen. Van de
1000 meisjes, die geboren worden, trou
wen er later 788; op dezen rust de taak
de bevolking met 1000 kinderen te ver
meerderen. Dezelfde rekening passen
we toe op de mannen; dan krijgen we
.742 mannen, die vaders van 1Ó00 kin
deren moeten worden. Duizend echtpa
ren moeten dus 2618 kinderen voort
brengen, om de bevolking op peil te
houden. Het kindertal komt dus per
gezin op 2,6. Maar nu is geen rekening
gehouden met huwelijken, die kinder
loos blijven. In een van de zes huwelij
ken worden de echtgenooten geen
ouders. Zoo moeten er in de andere ge
zinnen ongeveer drie kinderen per
Bcntpaar geboren worden, zal het be-
roikmgsgetal stationair blijven.
In Amerika daalt echter het gehoor-1
fetal snel, sneller zelfs dan het sterfte
cijfer. Dit is voor een goed deel het ge
volg van de trek naar de steden. De
groote gezinnen moet men over het al
gemeen op het land zoeken. De echte
Amerikanen maken er zich niet er°-
ongerust over, dat hun bevolking niet
toeneemt cn zelfs gevaar loopt op den
duur te zullen afnemen. Als ze hun
j grenzen openzetten, stroomen immers
f de landverhuizers uit Europa en Azië
het land van den dollar binnen. Ook
i zijn de Amerikanen goede rekenmees
ters. Ieder krijgt een grooter part, naar
mate er minder zijn, die recht hebben
op een deel. De redeneering gaat echter
in dit geval niet op. Want landverhui
zers komen^ niet alleen om te doelen,
maar ook om t-e werken, zoodat er wat
te deelen valt.
De Amerikanen hebben nog oen an
dere reden, waarom ze niet op ceti ster
ke vermeerdering hunner bevolking
gesteld zijn. Amerika kent geen aris
tocratie en titels en lintjes. Maar wel
laat de Amerikaan er zich op voorstaan
uit een oud en echt Amerikaansch ge
slacht te zijn, af te stammen van En-
gelschen of Nederlanders, die een paar
eeuwen geleden zich in de nieuwe we
reld vestigden. Zij zijn het uitverko
ren volk en willen liefst niet door de
anderen overvleugeld worden. Zij gaan
uit van de stelling: Amerika voor de
Amerikanen. Zij zijn het stuk vleesch
in de hutspot van naties cn hoe meer
hutspot er is, des te meer het klapstuk
erin verdwijnt.
Het grappige van'het geval is wel,
dat zij eigenlijk ook vreemdelingen
zijn en clat de rasechte en zuivere Ame
rikaan de Roodhuiden zijn, die echter
in plaats van een nationalen adel een
zigeuners- en bedelaars volk je vormen.
Van vreemde smetten vrij zijn er maar
enkelen in Amerika en het is jammer,
dat een groote*wereld, waar nog voor
zoovelen werk en brood is, de deur voor
de meesten gesloten houdt. Dat men
niet iedereen als gast wil ontvangen,
is natuurlijk. Maar men kan eischen
stellen van welstand, gezondheid, ze
delijkheid en er is geen reden, om hen
te weren, die aan die eischen beant
woorden.
Heï eerste kievitsei.
Welk ei is nu het eerst gevonden?
Een paar weken geleden werd het eer
ste ei gevonden. Maar deze week meldt
de krant een tweede en zelfs al een
derde eerste ei. Onder het kievitenvolk
heerscht groote vroolijkheid en zij roe
pen elkaar toe: Laten we nog gauw een
paar eerste eieren leggen en dat vol
houden tot den verboden tijd toe, dan
wordt het eerst ernst met het leggen.
Hebben we di jaar misschien drie eer
ste eieren, omdat onze koninklijke fa
milie uit drie personen bestaat? Maar
commissarissen der koningin moeten
ook het eerste eitje smullen en burge
meesters en landheeren en allerlei no
tabele persoonlijkbeden. Om niemand
te ergeren, worden er daarom louter
eerste eieren gevonden. Als de vinders
nu maar voor de primeur betaald wor
den, blijft het tweede ei zeker uit.
Het is ook niet meer noodig, om een
eitje van het vorig jaar te conserveer cn
in kalk of waterglas en in het vroege
voorjaar als in een kuiltje op de nog
kale wei gevonden met verschuldigd en
eerbied aan een hooge persoonlijkheid
aan te bieden op hoop van zegen.
Waarom zullen we over het alge
meen ons houden aan de slechte ge
vvoante, om er maar één eerste op na
te houden? Het is voor leerlingen in 'n
klas ook veel genoegeiijker als er tien
e eisten zijn en bij iederen wedstrijd
zal er veel mer animo wezen, als de
kans, om den eersten prijs te halen
aanzienlijk vermeerderd wordt. Eén
premier in een ministerie is ook wel
wat schraal. Wij hebben er allang twee.
Minister Ruys en het Kamerlid Nolens,
De gedachte verdient nadere overwe
ging en uitwerking en geeft menigen
middelmatige een kans, om ook eens
nummer een te zijn.
De t.b.c. met succes feestreden.
lil- de oorlogsjaren is de sterfte aan
t.b.c. ook in ons land toegenomen. In
'15 stierven er op de 10000 zielen 11,03
aan deze ziekte. In '18 was dit cijfer
gestegen tot 15,86. Daarna kwam de da
ling, ongetwijfeld in verband met tien
beteren voedingstoestand. Het sterfte
cijfer was in '19 13,30 in '20 10,97, in '21
9,58, in '22 8,63, in '23 7,92 en in '24
7,99.
Deze cijfers betreffen alleen de long-
tuberculose, die trouwens verreweg de
meeste slachtoffers maakt. In '24 dus
een kleine stijging. Dat kan toevallig
zijn. Het kan ook wezen, dat een groot
aantal van deze lijders in cle oorlogs
jaren en door de Spaansche griep vie
len, wat voor de volgende jaren bete
re cijfers gaf, welke invloed thans heeft
uitgewerkt. Een gevolg daarvan kan
wel 'n kleine stijging wezen i. d. komen
de jaren. Dit behoeft ons niet te ver
ontrusten. Wij zijn op den goeden weg.
Er wordt beter gewaakt tegen besmet
ting. Men weet, dat licht, lucht, rust,
voeding voor de patiënten alles waard
zijn. En bovenal past men ook het:
voorkomen heter dan genezen toe. Het
werk der gezondheidskolonies van
kinderen neemt toe; zwakke kinderen,
de bleekneusjes loopen groot gevaar
Later t.b.c.-lijders te worden, maar ze
kunnen vaak door een paar maanden
verpleging in een kolonie genoeg
weerstandvermogen opdoen, om het
gevaar te overwinnen. Het is vooral
Prof. Scheltema, die ons heeft leeren
inzien, dat t.b.c. het best te voorkomen
en ook te genezen is bij het kind en dat
dit niet beter gedaan kan worden, dan
door het kind een poosje in de meest
gezonde omstandigheden te laten'ver-
keeren en dat gebeurt in de gezond
heidskolonies, die thans zomers en
's winters duizenden kinderen herber
gen. Beter een gezondheidskolonic dan
een sanatorium, beter het kwaad in den
beginne te onderdrukken, dan het. la
ter, als het sterk geworden is, tc be
strijden. Men moet het een doen en het
ander niet nalaten. Wordt echter het
eerste nog meer en beter gedaan, dan
zullen we in de toekomst zeker nog
kleinere sterftecijfers voor t.b.c. krij
gen, dan thans het geval is.
Een gezond pak ransel.
In het algemeen moet lichamelijke
tuchtiging afgekeurd worden en op
school, bij de vloot en in de gevange
nis mogen dan ook geen lijsstraffen
meer toegepast worden. Een goede, ze
delijke uitwerking hebben ze bijna
nooit. Men slaat er meer kwaad in dan
uit. Een heel enkele maal, waar alle
gehoorzaamheid geweigerd wordt en
geen gezag en meerderheid erkend
wordt, kan een pak slaag soms ge
zond zijn. Dc verzetpleger voelt dan,
dat iemand hem de baas is. Maar ove
rigens kan men zeggen, dat iedere straf
beter is dan met hand of stok. Kastij
ding bepaalt zich gewoonlijk niet tot
een enkel geval, maar wordt telkens
weer meer en meer toegepast cn ont-
aardt daardoor licht in mishandeling.
In het Engelsche parlement is aan
gedrongen op het straffen van hen, die
zich aan afpersing schuldig maken,
door middel van stokslagen. De chan
tage komt in Engeland veel voor.
Schurken maken gebruik van schan
dalen, door de betrokkenen te achter
volgen en te dwingen hun stilzwijgen
te koopen tegen hooge sommen. Ze ke
rnen telkens terug en hebben hun
slachtoffers geheel in hun macht. Zon
een stevig pak slaag hier ook niet ge
zond werken? De tegenzin tegen der
gelijke hardhandige straffen is zoo
groot, dat de stokslagenstraf wel niet
ingevoerd zal worden. Toch beginn< n
steeds meerderen ervoor te voelen, om
dat gevangenisstraf zoo weinig geeft
Maanden en soms jarenlang moet de
staat den gevangene voeden, kleeden
enz. en al spoedig na zijn ontslag vr.I1
hij tot misdaad terug.
Onze minister van justitie is van
plan, vaker de straf van geldboete tot
te pa.ssen. Dat geeft winst in plaats van
verlies voor den staat. Bovendien is de
portemonnaie voor menigeen de aller
gevoeligste plaats. Er is veel voor te
zeggen; alleen is er een.bezwaar. De
geldboete is meer afkoópen van straf
dan straf. De arme drommels zullen
geen boete van beteekenis kunnen be
talen, de welgestelden kunnen wel een
paar honderd gulden missen en behoe
ven er niet onder te lijden.
Als het mogelijk was bij het vaststel
len der boete rekening te houden met
den welstand van den boosdoener en
dus boete naar draagkracht te laten be
talen, zou dit kwaad voorkomen kun
nen worden. Inderdaad zou er dan vee!
te zeggen zijn voor veelvuldiger toe
passing van het boetestelsel. De boete
werkt niet opvoedend, maar toch wel
afschrikkend; de gevangenisstraf doet
het laatste ook meer dan het eerste
En menigeen zal een stevige greep in
zijn beurs erger vinden dan een verblijf
van een paar weken in de cel.
Een desbetreffend ontwerp is door
minister Heemskerk ingediend en ze
ker zal minister Colijn ervoor zijn.
daar hier een zoet winstje voor zijn
schatkist valt te halen.
Het schaakspel en records.
Wij leven in een tijd van records. Op
allerlei sportgebied tracht men voor
gangers te overtroeven. Er is aan deze
records een grens gesteld en er komt
een tijd, waar in ze niet meer gemaakt
zullen kunnen worden. Dan is hel
hoogste punt van springen, werpen of
vliegen bereikt en kan men zekeren
afstand niet sneller rennend, vliegend,
fietsend, paardrijdend enz. afleggen.
Er wordt heel wat geestdrift, Ju'&cht
moed en gezondheid gegeven om baas
boven baas te blijven. Men kan bewon
dering hebben voor cle recordhelden;
men kan er dwaasheid in zien, een
man, die een halve seconde of halve i
centimeter gewonnen heeft op 'n voor-
ganger daarom eervol in de pers der
wereld te noemen, maar in elk geval j
zal men toegeven, dat de record hou-
derij zich tot de sport moet bepalen. De:
man, die vijf en twintig eieren, vier li-
ter melk en een kilo pannekoeken naar
binnen weet te werken, verdient geen
lof. En het is nog geen gebruik, dat er
tusschen dirigenten een wedijver be
staat, wie in de snelste maat en den
kortsten tijd een stuk kan spelen. Ook
is het niet bijzonder eervol voor een
H. B. S.-cr een recordcijfer fouten be
haald te hebben, drie en zestig in een
repetitie.
Het schaakspel, dat beiden kunst en
wetenschap is, kent zijn wedstrijden
en kampioenschappen. Dat geeft, mooi,
fijn spel te genieten en brengt de groo
te meesters der wereld bijeen en wekt
den lust op tot. beoefening van dit
moeilijke maar mooie spel.
Maar ook hier begint men met re
cords. Zoo lieeft in Amsterdam Eeuwe
tegen 61 spelers tegelijk gespeeld. In
den tijd van ongeveer vier uur had hij
voortdurend vrij snel langs de lange
rij borden loopend en snel een stuk
verzettend 58 partijen gewonnen, twee
verloren en een remise (kamp) ge
maakt. Dat is een verspilling van denk
kracht. Men moet ook zuinig zijn met
zijn hersenen. Een schaker moet zich
geestelijk geweldig inspannen en een
simultaanspel tegen zoovele horden is
ook spel met het beste, dat wij heb
ben, onzen geest.
Nog een andere beroemde schaak
meester Rctti heeft te Sao Paulo een
record behaald. ITij heeft 29 partijen
tegelijk blind gespeeld cn daarvan
slechts twee verloren. Dat is een ont
zaggelijke prestatie van voorstellings
vermogen. Daardoor alleen kon hij den
loop der stukken op 29 borden volgen
en telkens den meestal goeden zet aan
geven. Straks komt er een mcester-
schaker, die tegen 30 borden blind
speelt enz. De meesters zullen hierbij
wel het afmaak.stelsel huldigen en
ie zwakste speler door ruilen der
stukken zoo spoedig mogelijk verwij-
leren. Maar niettemin hebben we oo
hier een gewelidge geestesinspanning,
dié zeker met goud betaald wordt ma
even zeker schade doet. Voor zulke
hardlooperseer en eerzucht is het
schaakspel ook te hoog en te edel.
Beschavingsgeschiedenis.
De meeste onderwijzers der lagere
school zijn niet tevreden over het gc
schiedenisonderwljs," dat zij geven
moeten. Het is niet zoo'n groote kunst,
aan de kinderen een aantal feiten, na
men en jaartallen in te pompen, voor
al door de kracht van eeuwig repetee-
ren. Maar leeren zij daardoor het ver
leden kennen, gaat daardoor het ver
leden voor hen leven? Begrijpen ze het,
steken zij er iets van op, wordt de lust,
om dieper in dc zeer interessante we
reld achter ons door te dringen, erdoor
'gewekt? Krijgen de kinderen een goed
beeld van de historie? Menig kind zal
lot deze slotsom komen: er waren vroe
ger veel ruzies tusschen de volken en
de vorsten. Het verleden is een groote
ruziemakerij. Daarbij komt het gevaar
van verheerlijking van eigen volk cn
vorst, het aankweeken van den gevaar
lijken geest van nationalisme, die zelfs
nog in onzen tijcl beschaafde menschor
als wilde dieren elkaar doet aanvliegen
en verscheuren,
Steeds meer voelt de onderwijzer, dat
er nog een andere geschiedenis geleerd
moet worden dan van de internationa
le politiek en de oorlogen, die daaruit
zijn voortgekomen. Hoe de menschen
vroeger leefden, woonden, werkten',
hoe zij zich ontwikkelden, hoe zij
kunst en wetenschap beoefenden, boe
zij den weg vonden, die op ieder gebied
leidt uit den donker naar het licht,
dat zijn vragen, die met de kinderen
behandeld moeten worden. Zoo leeren
zij beschavingsgeschiedenis, die hun
onze beschaving zal doen waardeeren
en verlangen eraan deel te hebben en
er nog verder in te vorderen.
Zulk geschiedenisonderwijs behoort
echter voor menigen onderwijzer nog
tot de vrome wenschen. En toch dat
het zoo kan en hoe het dan moet, leert
ons een reeks boekjes: „Langs Op-
waartsche Wegen" van C. Bruyn en N.
Tj. Swierstra, waarmee we met bijzon
der veel genoegen kennis hebben ge
maakt. De ontwikkeling, van de
menschheid en haar beschaving wordt
bierm op prettige wijze en voor het
kind begrijpelijk verteld. Het leert hier
de geschiedenis van het vuur, het
werktuig, het brood, jagen en visschnn,
veehouderij en landbouw, bet huis en
de kleeding. De verteltoon is levendig;
er zijn goede plaatjes bij. Menige vol
wassene zal het boekje graag lezen en
er ook nog uit leeren. Het tweede deel
tje vertelt den oorsprong van den Ne
derland schen staat, hoe uit een war
boel door de eeuwen, heen de eenheid
ontstond; het derde deeltje behandelt
den staat in onze dagen, de ontwikke
ling \>an den strijd te land en ter zee,
de strijdende groepen en den Volken
bond, uit de geschiedenis van kerk en
godsdienst, hoe het onderwijs zich ont
Last van gal en slijm
beslagen tong, een voortdurend onaan-
genamen smaak, tragen stoelgang en
een opgeblazen gevoel. Gebruik hierte
gen de zonder eenige kramp werkende
Mijnhaidt's Laseertafelstten, Doos
ets. Bij apoth. en drogisten.
305
Er zijn reeds schoolboekjes, die in
deze richting gaan; maar de nieuwe
geest en het nieuwe beginsel van bet
geschiedenisonderwijs worden in deze
boekjes volledig toegepast, Het geschie
denisonderwijs krijgt hierdoor pas
waarde voor het kind en wij twijnden
er geen oogenblik aan, of het zal zulk
onderwijs verre verkiezen boven het
dorre onderwijs van vroeger, dat geen
ander leven wekte dan national n
hoogmoed en militaire róemzia
dat leven is zeker uit den booze.
ht en
Wat is een naam?
Niets dan klank en rook en schijn,
heeft Goethe gezegd. Maar we hechten
wel aan den schijn en daarom ook aan
den naam. Wie wil dienstmeisje zijn?
Assistente in het huishouden klinkt be
ter. De barbier of haarsnijder is allang
coiffeur geworden. Hij doet het werk
met hetzelfde scheermes! De timmer
man is opgeklommen tot bouwkundige
en de baker tot, kraamvrouwverpleeg-
ster, ook al bezit zij geen diploma! On
ze sigaren hebben voor een deel Spaan
sche, Italiaansche, Zuid-Amerikaan-
sche namen en als er dan nog een mooi
bandje komt boven het ergerlijke blau
we belastingbandje, is zij een heel fijne.
We lazen do volgende verklaring van
parel-cokes. Wanneer cokes geklopt
wordt en uitgezeefd, blijven de kleine
stukjes over met vele steentjes erin.
De gasfabrieken konden er moeilijk af,
totdat een leeperd er den naam parel-
cokes aan gaf en van af dat oogenblik
is het een gewild artikel geworden.
De naam maakt zelfs de zieke inte
ressant. Wie migraine heeft in plaats
van hoofdpijn, bronchitis in plaats van
hoesterigheid, hernea in plaats van een
breuk, infectie in plaats van oen
zweertje, is daarmee een veel belang
wekkender persoon geworden. En wie
een vervelend, onaangenaam humeur
heeft, is neurasthenisch of melancho
lisch en wordt ontzien en beklaagd.
Men moet daarom niet zoo gauw zeg
gen, dat het op den naam niet. aan
komt. De naam is vaak alles.
Een kwaad wijf.
Verschillende gemeenten in Gronin
gen hebben te Jipsinghuizen werkloo-
zen aan het werk gezet, om grond to
bewerken en te ontginnen. Die man
nen wonen in keten, waar een keet
vrouw zorgt voor het eten en de ver
trekken schoonhoudt en de meeste ke
ten, al maakt de een zijn bed mooier op
dan de ander, zien zij er netjes uit.
Maar ih een keet was het 'n beesteboet.
De dir. der werkverschaffing, burge
meester Buiskool heeft daar nu een
nieuwe keetvrouw aangesteld, die voor
geen tien man bang is cn orde op za
ken zal stellen. In „De Gemeente" ver
telt een bezoekster van deze Debora.
De heer Buiskool noemde haar de
zindelijkste, maar ook de kwaadste
keetvrouw van de heele kolonie, een
hellefeeks. Een vrouw, die dadelijk
imponeerde, zoo vertelt de bezoekster:
een prachtige vrouw, mooi gebouwd cn
groot, een regelmatig, ovaal gezicht,
een paar spottende, blauwe oogen. De
ze keetvrouw was hier aan het hoofd
gesteld, om de mannen, die het mak
kelijker vinden in los stroo tc slapen,
te dwingen stroozakken te stoppen, op
dat de heele keet niet onder het stroo
komt en het zal haar lukken ook. Wat
deze vrouw aandurft, blijkt uit het vol
gende voorval.
In haar keet hadden de mannen
kaart gespeeld om geld. Ze wou dat
niet hebben. Jullie zult het geld van je
vrouw en kinderen niet verdobbelen!
had ze gezegd. De mannen wilden er
niet mee ophouden. Toen had ze den
bezem genomen en was erop losge
trokken. Ze had de verschrikte man
nen met fonkelende oogen toege
schreeuwd: Spelen is goed. maar in
mijn keet niet om geld! En ze had de
heele keet leeggeveegd. Die eene vrouw
was tien man te sterk geweest. Zij had
gewonnen door haar wil. En daarom
was zij aan het hoofd gesteld in cle
eene vuile keet, waar ze de mannen
ook wel klein zou krijgen. Zoo ver
trouwde toch de directeur. Juist cle
rechte vrouw op de rechte plaats. Een
zacht, lief vrouwtje zou het hier niet
bolwerken en zich doodongelukkig ge
voelen. Maar zoo'n haaibaai met den
vasten wil, dat er orde zijn zal in haar
keet en dat de mannen hun gold, waar
van vrouw en kinderen leven moeten,
niet verpatsen zullen, doet daar praoh-
wikkelde, ontdekkingsreizen en kolo- tig werk. Zij is van het hout gesneden,
niën en de geschiedenis van de Neder
landers tegen het water. De schrijvers
geven geen geschiedenis van veld- en
zeeslagen, maar gaan na, hoe de strijd
zich van een vuistgevecht ontwikkelde
tot den modernen oorlog.
waarvan ook een Catharina. van Ru;
land en Elizabeth van Engeland ge
maakt waren. Mannen zijn niet altijd
vrouwelijke teederheid en zachtheid
waard en er zijn vrouwen zonder deze
echt-vrouwelijke eigenschappen!