IJ. V. V. STORMVOGELS
Visschery en Scheepvaart
I
J.
gemeen dat er de noodige toespraken
gehouden worden. Meestal worden er
dan ook bloemen of herinneringen
aangeboden. Tevens worden er dan
eenige autoriteiten uitgenoodig-d, zoo
als hier ook het geval was. Maar nü
heb je een zeker categorie van men
sehen (een bekend spreekwoord duidt
ze aan als die van niet tot iet enz.), die
zich ook voornaam voelen, 'k Zou
haast meenen, omdat spreekwoord
recht te doen, dat ze dit als basis aan
nemen en ze meer recht hebben als an
deren.
En Zondag demonstreerden ze dit
ten minste ook, door overal met hun
neus bovenop en voor te gaan staan,
maar tevens een ander het uitzicht be
lommeren. Zoo was het Zondag tijdens
de huldiging en gedurende den wed
strijd ook het geval. Bijna den gehee-
len duur van het gebeuren hebben zp
met hun breede. steekwagenruggen,
zooals een mijnheer terecht opmerkte,
over het draad voor de overdekte tri
bune gehangen en er voorgestaan.
Voor de menschen, die op de Weste
lijke onoverdekte tribune zaten, was
dit zeer vervelend, daar het uitzicht
ten zeerste belemmerd werd. Of het le
den waren weet ik niet, maar dan heb
ben ze mijns inziens nog niet meer
recht als een gewoon betalend bezoe
ker.
Daar ik zelf ook bestuurslid van een
vcreeniging ben, weet ik natuurlijk dat
men bij dergelijk gebeuren wel eens
voor moeilijke feiten komt te staan en
niet alom vertegenwoordigd kan zijn.
Daarom schreef ik dan ook in het be
gin van dit stuk, dat het niet de bedoe
ling is om het bestuur te blameeren
Maar gaarne zou ik zien dat het be
stuur bij dergelijke wedstrijden eeni
ge bevoegde personen neerzette om
dergelijk volkje met de noodige tact
hun plaats te wijzen.
Een antrétje.
voor het einde zag v. d. Kolk kans zich
door de achterhoede heen te wringen,
schoot naar voren en met een snellen
ren deed v. Pel wederom z'n plicht.
2—0.
Onmiddellijk hierna scoorde B. P. C.
haar eerste en tevens laatste tegen
punt. Aan dezen goal zat echter vol
gens veler meening een „luchtje" aan,
Na hevig geappelleer handhaafde de
scheidsrechter echter zijn beslissing.
Vermelding verdient nog een mira-
kuleus schot van Asjes, dat echter geen
doel trof. Spoedig hierna was het tijd,
A.s. Zondag speelt Stormveld II te
gen een Amsterdamsche vereeniging
om een zilveren voetstuk.
OFFICIEELE MEDEDEELINGEN.
In het Haarl. Voetbalbonds-elftal
welke a.s. Zondag te half elf op het
Ilaarlemterrein een wedstrijd speelt
tegen het Leidsche Voetbalbonds-elftal,
is gekozen als linksbuiten ons werkend
lid A. v. d. Velde.
fret 2e elftal speelt morgen waar
schijnlijk een vrienschappelijke wed
strijd. Overige elftallen geen wedstrij
den.
Gedurende de afwezigheid van den
2en secretaris den heer Stafleu, wor
den diens werkzaamheden tot 24 Mei
waargenomen door den heer W. Chr.
Suwerink, Visseringstraat 12.
Aan allen die hebben meegewerkt tot
de goede orde bij den wedstrijd Storm
vogels—Wimbledon en de'ontvangst
der gasten, betuigt het bestuur haren
hartelijken dank.
Stormveld.
Maandag, 2e Paaschdag hadden twee
medaille-wedstrijden plaats op het
Stormveld-terrein, tusschen Storm
veld II en B. P. C. II (3e kl. A. v. B.) en
tusschen Stormveld I en B. P. C. I (2e
kl A. V. B.).
Te 12 uur had eerstgenoemde wed
strijd plaats, die door Stormveld II
met 6—2 werd gewonnen. Do achter
hoede was dezen middag niet erg op
dreef, de voorhoede daarentegen kan
op een goeden wedstrijd terugzie;).
Vooral de gebr. de Wolff lieten goed
individueel werk zien. Ook Horemans
was goed. Een beetje meer snelheid
zou hem echter niet kwaad doen.
Na dezen wedstrijd had de tweede
genoemde plaats, die niet al te fraai
was, en door Stormveld I met 2—1
werd gewonnen. Voor het begin nam
één der bestuursleden van B. P. C.
even het woord. Met het aanbieden van
een „herinnerings-beker", sprak hij de
hoop uit, dat deze wedstrijd een onver
getelijke mocht zijn en dat bij het zien
van dezen beker, men steeds met eert
"prettige herinnering aan B. P. C. terug
zou denken.
Een driewerf hoera volgde hierop.
Over het verloop der wedstrijd even
het volgende:
Onmiddellijk na het beginsignaal
kon men. zien dat beide partijen aan el
kaar gewaagd waren. Het spel golfde
snel heen en weer. Uit een doelwor-
steling, waarin Heiligers in buiten
spelpositie stond, wist v. Pel te scoren.
Den scheidsrechter was het echter niet
ofitgaan, dat het buitenspel was.
Stormveld was echter niet ontmoedigd.
Tot. half-time was Stormveld het
meest in het offensief. B. P. C.'s verde
diging was echter hecht.
Na rust een kalm gelijk opgaand
spel. Na één der weinige voorzetten
van Molenaar kreeg Heiligers den bal,
gaf over aan v. Pel en deze wist zijn
club de leiding te geven, met een hard,
doch houdbaar schot. 10.
Dit scheen B. P. C. niet erg te beval
len, want zij zetten er alles op, echter
zonder succes. Ongeveer 20 minuten
HET NUT VAN DE
LICHAMELIJKE OPVOEDING.
Vroeger en thans.
Johann Bernhard Basedow, (1723
1790), werd in Hamburg geboren. Hij
studeerde aanvankelijk in de theologie
en werd benoemd tot professor aan de
academie te Sorrö op Seland. Daar
leerde hij de daar gebruikelijke li
chaamsoefeningen kennen en beval
deze aan, in zijn „Practische philoso
phie voor alle standen" (1758).
Was hij aanvankelijk uitsluitend
schrijver over godsdienstige onder
werpen, naarmate de tegenstand die
hij daarbij ondervond grooter werd
bewogen zijn geschriften zich meer op
het gebied van het schoolwezen. In de
ze werken worden lichamelijke oefe
ningen besproken als: zwemmen, klim
men, evenwichts-oefeningen, paardrij
den, het nemen van terrein-hindernis-
sen met of zonder polsstok, het dra
gen van lasten en balspelen. Hij be
veelt aan, dat ook de volwassenen aan
de spelen der kinderen zullen deelne
men. Door Hertog Leopold Frans werd
Basedow naar Dessau geroepen, waar
in 1774 zijn vierdeelig werk over ge
zondheid en lichamelijke oefeningen
het licht zag en waarin ook een reeks
van bewegingsspelen was opgenomen.
Den 17en December van hetzelfde
jaar werd in Dessau het Phylantropi
um gesticht, een model-inrichting
waar de lichamelijke oefeningen een
integreerend deel van het opvoedings
systeem vormden. Reeds in 1776 draagt
hij de leiding over. Zijn streven was
steeds de vervolmaking van de gan-
sche menschelijke natuur. De gymnas
tiek moest in samenwerking met de
overige opvoedingsmiddelen, lichaam
en geest van de jeugd vormen, dus den
geheele-n mensch omvatten en in de
zin der klassieke volken, zoowel ge
zondheid en kracht als geestelijke
deugden diénen.
Zijn werk werd onder meer voortge
zet door Saltzmann (17441811).
Basedow eindigde zijn leven zooals
hij het als jongeman begonnen was,
n.l. met het schrijven van .theologische
vraagstukken.
Johann Heinrich Pestalozzi, (1745—
1827), werd den 12 Januari 1745 te Zu
rich als zoon van een geneesheer ge
boren. Hij studeerde in de rechten en
de godgeleerdheid, doch na het misluk
ken van zijn eerste preek ging hij zich
toeleggen op de opvoedkunde en werd
zoodoende de grondvester van het
volksschoolwezen.
In 1775 vestigde hij te Neuhof in
Aurgau een opvoedings-inrichting
voor arme kinderenhij had er 50 leer
lingen. Door gebrek aan middelen
moest hij deze inrichting in 1780 slui
ten. Door het succes van zijn litterairen
arbeid was hij in staat in 1798 te Stang
met 80 kinderen weer een school te
openen, die hij echter door oorlogs-
noodzaak gedwongen was naar Burg-
dorf en noch later naar Ifferten te ver
plaatsen. Deze instelling werd door
heel Europa beroemd, waardoor Pesta-
lozzi's methode vele aanhangers ver
wierf. Hij hield er de leiding tot 1825.
Zijn systeem van opvoeding wil „in
overeenstemming met de natuur in
werken op de ontplooiing der men
schelijke krachten", dat wil zeggen
ontwikkeling der geestelijke en licha
melijke krachten moeten hand aan
hand gaan, zoodat eenzijdige vaardig
heden word'en vermeden. Zijn manier
van opvoeden omvat de zedelijke, gees
telijke en lichamelijke opvoeding. De
beteekenis van Pestalozzi was vooral
gelegen in z'n methodische werkwijze;
hij heeft groote invloed uitgeoefend op
zijn tijdgnooten en op hen, die na hem
kwamen. Op elk gebied van onderwijs
en opvoeding zijn de sporen van zijn
werkzaamheid en methode aan te wij
zen. C. F. S.
Wordt vervolgd.
WATERSTAND IJMUIDEN.
April
1925 H.
water
L.
water
Dagen
v.m.
n.m.
v.m.
n.a
18
11.24
0.22
7.29
19
0.08
0.38
7.50
8.41
20
1.12
1.35
9.01
9.36
21
2.01
2.21
9.56
10.23
11.58
22
2.43
3.03
10.40
11.00
0.41
VISSCHERIJ.
Gedurende de week van 9 t/m. 15
April 1925, kwamen alhier de navol
gende vaartuigen binnen:
65 stoomtrawlers, 2 IJslanders,
motor-, 50 zeilloggers, 5 stoombeugers,
1 sloep en 53 kustvisschers.
De besommingen waren als volgt:
Stoomtrawlers van f 31 tot f 4715
IJslanders van f 3828 tot f 7331; mo
torloggers van f 597 tot f 638; zeillog
gers van f 12 tot f 312; stoombeugers
van f 1521 tot f 2935; sloepen van f
tot f 1512, terwijl de kustvisschers to
taal f 2669,00 besomden.
De aanvoer bestond uit 608.960 K.G.
trawlvisch, 39.364 K.G. IJslandsche
visch en 23325 K.G. beugvisch.
De totaal opbrengst bedr. f 150.486,
De toestand der zeevisscherij in
Februari 1925.
BESTEL UW DRUKWERK
BIJ DE
N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL
IJMUIDEN - WILLEMSPLEIN
Naar de afdeeling Visscherijen van
het Departement van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw ons mededeelt,
werd de zeevisscherij in Februari met
minder vaartuigen uitgeoefend dan in
Februari van het vorige jaar. De hóe
veelheid en opbrengst der aangevoerde
visch bedroegen volgens voorloopige
opgave respectievelijk 3.023.200 K.G. en
f 1.271.675.(verleden jaar Februari
3.741.000 K.G. en f 1.219.600.—)
De maand kenmerkte zich, vooral in
den beginne, door een vermindering
der vangsten. Gemiddeld per reisdag
bedroegen deze voor de Noordzee-
stoomtrawlers, in zooverre deze hier
hun vangsten losten, slechts 635 K.G.
(698 K.G. in Februari 1924. De visch-
prijzen waren over het algemeen hoog,
alleen daalden de prijzen der platvisch
in het laatst der maand in verband met
de aanvoeren van Zuiderzee-haring.
De besommingen der stoomtrawlers
waren meestal onbevredigend; zij be
droegen voor de bovenbedoelde
stoomtrawlers gemiddeld per reisdag
f 282.(f 284.— in Februari 1924).
Er waren 148 stoomtrawlers in be
drijf, waarvan 2 een deel van hun
vangsten in Engelahd losten; in Fe
bruari van het vorige jaar voerden van
de 134 stoomtrawlers, die in de vaart
waren, 3 uitsluitend en 18 ten deele in
Engelsche' havens aan.
Hier te lande brachten onze stoom
trawlers in het geheel 2.087.000 K.G.
visch aan, welke f 921.500.opbracht,
in Februari 1924 minder, n.l. 1.939.400
K.G. met een opbrengst van f 788.500.-.
Het stormachtige weder had in het
algemeen een ongunstigen invloed op
de vangsten. Vooral zeilschepen had
den hiervan uiteraard veel last. Des
niettemin vingen en besomden de zeil
loggers gemiddeld meer dan verleden
jaar Februari; bedroegen hun gemid
delde vangst en besomming.per reis
dag toenmaals respectievelijk 152 K.G.
en f 51.thans waren deze 204 K.G
f 61.De kustvisschers vingen
aanvankelijk nog wat schardijn, doch
hadden thans minder succes dan ver
leden jaar Februari. Gemiddeld per
•eis vingen de motor- en zeilkustvis-
chers respectievelijk 501 en 175 K.G.
(1.103 en 306 K.G. in Februari 1924)
Zoowel de zeilloggers als de motor-
kustvisschers en de zeilkustvisschers
namen thans in kleiner aantal aan de
trawlvisscherij deel dan in Februari
an het vorige jaar.
De visscherij met de zeevischzegen
was niet van'beteekenis. Aan de beug-
visscherij namen 23 stoom- en 3 zeil-
chepen (verleden jaar Februari 22
stoom- en 9 zeilschepen) deel. Ook de
vangsten der beugers waren klein. Ge
middeld per reisdag bedroegen zij
voor stoom- en zeilschepen slechts res
pectievelijk 284 en 23 K.G. (411 en 127
K.G. in Februari 1924).
In verband hiermede waren óndanks
de hooge vischprijzen de besommin
gen, althans voor de zeilbeugers on
voldoende.
In het geheel leverde de beugvis-
scherij op 159.100 K.G., opbrengende
f 135.550 (233.700 K.G. met een op
brengst van f 143.300.— in Februari
1924).
Als naar gewoonte werd in deze
maand van Nederlandsche havens uit
geen haringvisschbrij uitgeoefend. Bij
wijze van proef nam intusschen een
Vlaardingsch haringschip van Schot
land uit, deel aan de winterharingvis-
scherij bij Shetland. De resultaten van
deze proef zijn onbekend.
De VLsseherij-Examens.
Door Voorzitter en Secretaris der
Reedersvereeniging te Vlaardingen is,
handelende namens en in opdracht
van het bestuur dier vereeniging, aan
den Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen een adres gericht
van den volgenden inhoud:
Volgens de desbetreffende bepalin
gen moet degene, die aan een vissche-
rij-examen wenscht deel te nemen,
o.m. overleggen:
a. voor stuurman op zeilzeevis-
schersvaartuigen een bewijs dat hij 36
maanden ter zee heeft gevaren, waar
van ten minste 18 maanden op zeilzee-
visschersvaartuigen;
b. voor schipper op zeilzeevisschers-
vaartuigen een bewijs, dat hij ten min
ste 48 maanden op zeevisschersvaar
tuigen heeft gevaren, waarvan 12
maanden als schipper of als stuurman
op zeilzeevisschersvaartuigen;
c. voor stuurman op stoomzeevis-
schersvaartuigen een bewijs, dat hij
ten minste 36 maanden ter zee heeft
gevaren, waarvan ten minste 18 maan
den op zeevisschersvaartuigen en van
deze 18 maanden ten minste 12 maan
den op stoomzeevisschersvaartuigen;
d. voor schipper op stoomzeevis
schersvaartuigen een bewijs, dat hij
ten minste 48 maanden op zeevis
schersvaartuigen heeft gevaren, waar
van ten minste 12 maanden als schip
per of als stuurman op stoomzeevis
schersvaartuigen.
Iemand in 't bezit van een stuur
mansdiploma kan daarmede volgens
de nieuwe Schipperswet varen als
schipper, doch slechts binnen de gren
zen der Noordzee en het Engelsche Ka
naal.
Het wil den ondergeteekenden voor
komen, dat het uit practische overwe
gingen gewenscht zou zijn, indien ir
deze bepalingen eenige verandering
werd aangebracht, speciaal ten aan
zien van de stoomzeevisschersvaartui
gen.
Bedriegen de teekenen toch niet, dan
zal in de toekomst met twee mogelijk
heden in de ontwikkeling van het zee
visscherij bedrijf rekening gehouden
moeten worden.
In de eerste plaats met de toeneming
van het aantal stoom- (of althans me
chanisch voortbewogen) visschers-
vaartuigen, en in de tweede plaats met
uitbreiding van het vischgebied buiten
de grenzen van de Noordzee cn het En
gelsche Kanaal, zulks in verband met
en als gevolg van de voortgaande ver
arming van de Noordzee.
Deze beide factoren maken het ge
wenscht om het den zeelieden niet
moeilijker dan noodig is te maken om
het diploma als stuurman en schip
per op stoomzeevisschersvaartuigen te
behalen, en de behaalde bevoegdheden
niet al te zeer te beperken tot een be
paald zeegebied.
Indien, bij uitbreiding van het aan
tal stoomvaartuigen, de schippers
hiervoor gerecruteerd zouden worden
uit het. corps schippers van zeilvaar-
tuigen, zou het bezwaar worden on
dervonden dat velen hunner de vaar-
tijd ontbreekt als stuurman op een
stoomschip, en zouden zij dus ver
plicht zijn eerst ten minste wëer een
jaar als stuurman op een stoornvaar-
tuig te gaan varen. Deze eisch kan,
naar de ondergeteekenden meenen,
veilig vervallen; in visscherijkringen
wordt geen of weinig waarde gehecht
aan de grootere practische kennis van
een stuurman op stoomvaartuigen bo
ven die van een schipper op zeilvaar-
tuigen, en stellig niet als deze laatste
ook nog als matroos op een stoomvaar-
tuig gediend heeft.
De praktijk heeft bovendien reeds
lang bewezen, dat alle belangen het
meest gediend worden als de keuze
van schippers zoo ruim mogelijk kan
geschieden.
Het is op deze gronden, dat zij Uwe
Excellentie verzoeken het daarheen te
willen leiden, dat:
Naar de Secretaris der Reeder
eeniging te Vlaardingen ons
zal het op prijs worden gesteld
neer andere corporaties van jLf
hebbenden er toe kunnen bes]!
van hun instemming met den
van dit adres bericht te zenden
den Minister van Onderwijs, Km
en Wetenschappen.
Artikel 8, 1ste lid der Schip»
wet bepaalt, dat diploma's van 2
man voor de kleine vaart medei
nen worden verkregen door her
toonen van een bewijs van te ijjj
voldaan aan een eind- of overtó
examen van bij Koninklijk besluit
te wijzen zeevaartscholen.
Voor het tijdvak van 1 Januari i
tot 1 Januari 1926 zijn nu bij jjj
klijk besluit de voorwaarden J
steld, waaraan die scholen daa3
moeten voldoen en zijn o.m. als j
len daarvoor aangewezen de zeei]
school te Scheveningen en de vjJ
rijscholen te Vlaardingen en IJm||
De eerste kolharing.
Dinsdag is de eerste kolhl
door een stoombeuger te IJnJ
aangevoerd. Deze haring is naar ijl
dingen vervoerd en aldaar veil
voor f 130.a f 134.90 per kantjff
Als directeur van de Visjs
Maatschappij „De Vooruitgang!
IJmuiden zijn uitgetreden de
C. van der Plas en R. Arnken j
zoodanig is benoemd de heer L.;
vliet te Hamburg. Als cmmnii
dier maatschappij is benoemd
W. A. L. Butenschön te Hambr
tot beheerder de heer J. M. Ba
te IJmuiden.
Volgens de „Mitt. des Der
Seefischerei-Vereins" is bij een
rentie van Noorweegsche en i
sche vertegenwoordigers vair
wegen een overeenkomst herein
gaande een reductie op vrachi;
bij vischtransport per spoor. Zotj
Noorwegen als in Zweden
Spoorwegtarieven voor de ven]
van versche visch met 20 vet
Deze bepaling geldt op de Noor—
sche staatsbanen, op de Dalslani
en de Berglandsbaan ook voor;!
haring, terwijl Zweden tot hedJf
dit artikel maar 5 reductie tl
Ook is een tweede verminderii
20 in het vooruitzicht gestel®^
neer de Duitsche spoorwege:^1
eens hun tarieven voor vischtrl I
zullen verlagen. Ter bereiking ®rc
vrachtprijs-herzieningzijn \een
Scandinavische spoorwegmaalan
pijen reeds onderhandelingen js
Duitsche maatschappijen Dve
knoopt. Tot nu toe zijn de voor.ian
ten op een gunstig resultaat tf J
niet groot. N. fken
ide
mac
POSTERIJEN,
POSTKANTOOR TE IJMUItztgl
Lijst van onbestelbare tri
briefkaarten, van welke d"lvan
onbekend zijn.
Terugontvangen in de lehellt: bini
pril 1925. Hij
Brieven Binnenland,
bek
sla a
Astl
ten eersite, om tot het examen voor
schipper op zeilzeevisschersvaartuigen
te worden toegelaten, de eisch vervalle
van ëen diensttijd van 12 maanden als
schipper of als stuurman op zulk een
vaartuig;
ten tweede, om tof het exataen voor
stuurman op stoomzeevisschersvaar
tuigen te worden toegelaten de eisch
vervalle van een diensttijd van ten
minste 12 maanden op zulk een vaar
tuig;
ten derde, om tot het examen voor
schipper op stoomzeevisschersvaartui
gen te worden toegelaten de eisch ver
valle van een diensttijd van ten minste
12 maanden als schipper of stuurman
op zulk een vaartuig.
Worden bedoelde wijzigingen aange
bracht, dan zullen dus voor de examens
behalve de gevorderde theorethische
kennis, in hoofdzaak slechts gelden
zekere eischen van practische ervaring
als zeevisscher, waarmee, naar de on-
dergeteekende meenen, gezien de on
dervinding, ook kan worden volstaan.
1. L van Vessum,
Briefkaarten Binnenlaiigmg
2 Mej M. Bakker, man
Brieven Buitenland, zamt
3. Hans Smislad, Portin®^
steil,
lilwi
geva
z«ng
in i:
Postkantoor te Vete
Lijst van onbestelbare bri
briefkaarten, van welke de
onbekend zijn.
Terugontvangen in de le Uosj(
maand April 1925: ^sth
Briefkaarten BuitenlfflS|ei](
Jocobus Duk, Willemshaven. £ij
wijdi
proe
hun
Bloemenfeest te UitjK brief
man
Voor de derde maal maakt dtm
Uitgeest zich op om groos
menfeesten te gaan vieren.
De beide vorige feesten, i-
1911 gehouden, waren een]
woon succes en deze fees I
nog veel schitterender wordtl
Een hoofd-comité en aclij
voor buurtvereenigingen W'j
rig, om het feest in alle deel»
slagen.
Het geheele dorp zal in Ml met
prijken en alle straten zulte! aam,
zijn. Tevens zullen er optódj pIacj
den gehouden van versierde!
auto's, fietsen enz.
Alle plaatselijke muziek
vereenigingen, een 10-tal, zei
werken tot opluistering van-
De verwachting is, dat
duizenden vreemdelingen fflf
dagen, de datum wordt nadf
naar Uitgeest zullen komen
gratis, zooveel moois te ku®