Feddema
Ziet onze uitgebreide Etalages.
is in
Door onze duideljjk leesbare verkoop-
prjjzen, zfja de Uitverkoop voor doelen
door iedereen te controleeren, vandaar
ook de opvallende belangstelling en
drukte in onze UiTVERKOOPEN.
Tel. 480,
Verslag van het
St aats-Vissc hershaven-Bedrijf.
Het totale aantal vaartuigen, dat in
■het afgeloopen jaar in de Vissclierslia-
ven binnenkwam, bedroeg 13.722 tegen
12.424 in het jaar te voren en vermeer
derde dus met 1.298.
Het totale aantal binnengekomen
stoomtrawlers was grooter, dan in het
voorafgaande jaar. Het bedroeg thans
3.984 tegen 3.641 in 1923 en vermeerder
de dus met 343.
De toestand van de voor deze haven
belangrijke stoomtrawlvisscherij
was in het afgeloopen jaar over het
algemeen gunstiger, dan in het vorige.
Wel werd ernstig geklaagd over
geringe vangsten als gevolg van den
achteruitgang van den vischstand op
de Noordzee, doch [hier stond tegen
over, dat eenerzijds de vischprijzen
meestal zeer hoog waren, zoodat
besommingen in doorsnede een loo-
nen peil bereikten en dat anderzijds
de kolenprijzen in den loop van het
jaar aanzienlijk daalden, n.l. met onge
veer 20 wat uiteraard eene aanmer
kelijke verlichting in de exploitatie
kosten gaf.
Het verslagjaar begon reeds met gun
stige vooruitzichten voor dezen tak van
visscherij.
In verband met de verbetering van
den economischen toestand in Duitsch
land vertoonde de voorheen zoo belang
rijke, doch in de crisisjaren geheel ver
lamde, exporthandel in versc-he visch
op dat land weder teekenen van ople
ving. Aangezien het herstel van dezen
export altijd beschouwd werd als een
der noodzakelijke voorwaarden voor
een nieuwen opbloei van het visscherij
bedrijf alhier, waren de verwachtingen
omtrent den invloed van de hervatting
van den Duitschen export op het vis
scherij bedrijf alhier hoog gespannen,
Deze verwachtingen weiden echter niet
ten volle verwezenlijkt. De levering aan
Duitschland bleef n.l. voortdurend zeer
beperkt en kon dus nog niet de groote
beteekenis herwinnen, welke zij voor
heen voor het bedrijf alhier had. De
hooge vischprijzen op deze markt en
de vaak groote ge ld schaars chte onder
de afnemers in Duitschland waren de
voornaamste oorzaken, dat de handel
in versche visch op dit land nog niet
tot zijn ouden bloei kon worden terug-
gebrach. De gedwongen beperking van
den Duitschen export bleek echter wei
nig schadelijke gevolgen voor het be
drijf alhier te hebben. De vraag toch
naar visch zoowel uit het binnenland,
als yit Engeland en België, was aan
vankelijk zoo levendig, dat de aanvoer
vaak niet voldoende bleek, om de be
hoefte van den handel te dekken, waar
door uiteraard een sterke stijging der
vischprijzen in de hand gewerk werd.
Hierbij was het een gelukkige omstan
digheid voor de reederij, dat de Duit
sche stoomtrawlers hun vaart op deze
haven gestaakt hadden, zoodat zij aan
deze concurrentie niet meer het hoofd
behoefde te bieden.
In het laatst van Januari, tijdens de
Engelsche spoorwegstaking, ontving de
hier gevestigde handel belangrijke be
stellingen van de Londensche handela
ren, die wegens het ontwrichte spoor
wegvervoer in Engeland niet meer vol
doendie door hunne gewone leveran
ciers in de Engelsche visscherijhavens
bediend konden worden. Aangezien 'de
weg voor de vischzcndingen van hier
naar Londen via Hoek van Holland en
Harwich, open bleek te blijven, kon de
hier gevestigde handel gedurende be
doelde spoorwegstaking voordeel trek
ken uit de schaarschte van visch op de
Londensche markt en belangrijke hoe
veelheden daarheen exporteeren. Mede
in verband met deze staking nam ook
de aanvoer van visch op deze markt
toe, daar een aantal van de hier thuis-
behoorende stoomtrawlers, welke toon
dertijd gewoonlijk op Engelsche ha
vens markten, zich wegens de daling
der vischprijzen aldaar genoodzaakt
zag om de vangsten alhier te gaan aan
voeren.
Dank zij de bijzonder groote vraag in
die dagen had deze grootere aanvoer
echter geen nadeeligen invloed op de
vischprijzen.
In Februari en het begin van Maart
had de trawlvisscherij herhaaldelijk te
kampen met zeer ongustige weersom
standigheden, waardoor de vangsten
vaak bijzonder gering waren. Later,
toen het weder verbeterde en de Deen-
sche snurrevaadvisschers daardoor ge
legenheid kregen om hunne visscherij
uit te oefenen, begonnen deze visschers
hunne vangsten op de Engelsche mark
ten aan te voeren, wat tengevolge had,
dat de vischprijzen aldaar belangrijk
daalden. De markt alhier ondervond
a.1 spoedig den terugslag daarvan. De
vraag uit Engeland verminderde en
hield ten slotte tijdelijk geheel op. Bij
vrij °roote aanvoeren daalden in ver
band daarmede ook hier de prijzen, wat
nog in sterkere ihate het geval werd,
toen buitengewoon groote vangsten
van haring op de Zuiderzee in het
voorjaar aanleiding gaven tot een ruim
aanbod van goedkoope bokking in ons
land. Een derde ongunstige factor was
de aanzienlijke daling van de Belgi
sche valuta, waardoor de belangrijke
Tegen Slapenloosheld, Overspanning, gejaagdheid Prikkelbaarheid en Examenvrees,
gebruikt men de Zennwatlllende en Zenuwsterkende Mljnhardt's Zewuwtabletten
consignatie naar België alleen was vol
te houden bij lage prijzen op de markt
alhier. In de maanden April en Mei
werd de toestand van de stoomtrawl
visscherij dientengevolge zeer ongun
stig beïnvloed. Aangezien bij normalen
aanvoer in dien tijd geene loonende re
sultaten meer behaald konden worden,
werd een gedeelte van de stoomtraw-
lervloot opgelegd.
In het midden van Juni trad echter
eene verbetering van den toesand in.
Wegens de beëindiging van de haring-
visscherij op de Zuiderzee hield het
ruime aanbod van bokking op en nam
de vraag uit het binnenland naar ver
sche zeevisch belangrijk toe. Ook wer
den de omstandigheden voor den ex
port naar Engeland weder gunstiger.
De handel op België ondervond ech
ter nog steeds veel moeilijkheden van
den lagen stand der Belgische valuta,
terwijl ook de export naar Duitschland
niet tot ontwikkeling kon komen, we
gens de geldschaarschte daar te lande.
De betrekkelijk geringe aanvoer van
trawlvisch als gevolg van de meestal
zeer schrale vangsten was echter oor
zaak, dat de vischprijzen in den loop
van den zomer, bij stijgende vraag,
voornamelijk uit het binnenland, Bel
gië en Engeland, geleidelijk weer op
loonend peil kwamen.
De in de maanden April en Mei op
gelegde trawlers werden opnieuw in de
vaart gebracht, 'zoodat op het einde van
den zomer de geheele vloot weder aan
de visscherij deelnam. Gedurende de
maanden September en October kwam
eenige verbetering in de vangsten,
Aangezien de prijzen daarbij voortdu
rend hoog bleven, konden over het al
gemeen loonende besommingen wor
den gemaakt. In sommige gevallen wa
ren de resultaten zelfs bijzonder goed.
In het late najaar werden de vang
sten weliswaar weder geringer, doch.
de hooge prijzen konden zich, dank zij
deon voldoende aanvoeren tegenover de
ruime vraag, zoowel uit het binnen- als
buitenland gemakkelijk handhaven
zoodat de besommingen ook in dien
tijd reden tot tevredenheid gaven.
Nadat reeds in het begin van het jaar
en in Augustus conflicten waren ontT
staan tusschen reeders en bemannin
gen in verband met de loonregeling,
welke conflicten echter weinig of geen
stoornis in het bedrijf brachten, brak
op 8 December, nadat een verzoek der
zeelieden-organisaties om loonsverhoo-
ging door de reeders was afgewezen,
eene ernstige staking uit, welke tenge
volge had, dat verreweg het grootste
deel der stoomtreilervloot werd opge
legd. Deze staking duurde op het einde
an het jaar nog voort en berokkende
uiteraard groote schade aan het vis-
scherijbedrijf en de nevenbedrijven, als
mede aan den vischhandel en de werk
nemers.
Ofschoon zich dus in het verslagjaar
nog verschillende moeilijkheden voor
deden^ was zooals hiervoren reeds
werd opgemerkt, de toestand van liet
bedrijf over het algemeen bevredigend
dank zij voornamelijk de hooge visch
prijzen eenerzijds en de daling van de
kolenprijzen anderzijds. In verband
met de verbeterde omstandigheden al
hier, voeren de stoomtreilers meer ge-
egeld op deze haven dan in vorige ja-
en. De vaart op de Engelsche havens,
welke in die jaren vrij druk was, werd
thans nagenoeg geheel gestaakt. Hier
toe werkte ook de sterk verminderde
komst van Duitsche stoomtreilers me
de, zoadat van overvoering van de
markt alhier geen sprake meer was.
In den loop van het verslagjaar wer
den verschillende proeven genomen
met gewijzigd vischtuig. Deze proeven
hadden echter geen bevredigend resul
taat. De in vorige jaren genomen proe
ven met 'de snurrevaad-visscherij wer
den in het daarvoor gunstige seizoen
met een, tweetal kleine stoomtreilers
voortgezet, doch de uitkomsen gaven
geen aanleiding tot de verwachting, dat
deze wijze van visschen door de hier
gevestigde vloot op ruime schaal zal
worden toegepast.
Door een viertal stoomtreilers werd
het haringseizoen met het treilnet
op haring gevischt in navolging van
een sinds eenige'jaren bestaande ge
woonte in het bijzonder bij de Duitsche
stoomtreilvisschers, 'die met deze vis
scherij vaak zeer gunstige resultaten
behaalden. De proeven door de hier
thuisbehoorende st.treilers met deze
visscherij genomen, loopen nog over te
korten tijd, om een oordeel omtrent het
slagen te kunnen vormen.- Intusschen
werden eenige malen belangrijke vang
sten versche haring aangebracht en
hooge besommingen gemaakt.
In den loop van het verslagjaar werd
de stoomtreilervloot door geen enkele
ramp getroffen, welke het verlies van
schip tengevolge had. Wel kwamen
aan boord eenige ongevallen voor,
waarbij het verlies van menschenle-
vens te betreuren was.
Het aantal binnengekomen treillog-
FAAM"
gers bedroeg 819 tegen 1834 in het vo
rige jaar en verminderde dus met 1015.
Deze vermindering was het gevolg
van den terugkeer van normale toe
standen voor de haringvischerij. De
vooruitzichten voor -deze visscherij bij
het begin van het seizoen waren n.l.
dermate verbeterd, dat de reeders beslo
en het grootste deel der haringvloot
weder ter haringvisscherij te zenden.
Aangezien in de vorige jaren, in ver
band met den ongunstigen toestand
van de haringvisscherij het grootste
deel der haringvloot ook in den zomer
en het najaar de treilvisscherij bleef
uitoefenen en het aantal binnenkom
sten. van treilloggers daardoor buiten
gewoon boog was, moest het cijfer dier
de uitoef ening van de visscherij, zoodat
belangrijke stoornissen, tengevolge van
ongunstige weersomstandigheden, zoo
ais gewoonlijk in het najaar het geval
is, thans weinig voorkwamen.
Het aantal binnengekomen stoom-
beugers verminderde van 197 in 1923
tot 195 in 1924. Deze schepen markten
deels te IJmuiden, deels te Vlaardingen
in welke plaats zij thuis behooren.
Nog werd de beugvisscherij uitge
oefend door eenige zeilsloepen van
Maassluis. De zeilbeugvisscherij ge
raakte echter door de moeilijkheid, om
voldoende vangsten te bemachtigen,
steeds meer in verval. De verdiensten
der bemanningen werden gaandeweg
zoo gering, dat het grootste deel van
binnenkomsten, nu de haringloggers in het nog kleine aantal in de vaart zijnde
genoemden tijd niet meer aan de treil-zeilbeugers genoodzaakt was het be
visscherij deelnamen, wel belangrijk j drijf te staken. De eens zoo belangrijke
verminderen. I zeilbeugvisscherij kan hiermede welïe-
Evenals voorheen u nil er normale schouwd worden als tot liét verleden
omstandigheden werd thans de treil-1 te behooren.
visscherij door haringloggers weder j Aan de haringvisscherij namen van
bijna uitsluitend in de winter- en voor- IJmuiden 3 stoom-, 1 motor- en 15 zeii-
jaarsmaanden uitgeoefend. De resulta- loggers deel en 1 drifter in het najaar
ten waren als gewoonlijk wisselvallig, aan de verschvisscherij.
doch over het algemeen niet onbevredi- Ofschoon dit aantal schepen zeer ge-
gend, hierbij in aanmerking genomen, ring was in vergelijking met de sterkte
dat deze visscherij voornamelijk uitge- van de haringvloot alhier voor eenige
oefend wordt, om de bemanningen der jaren, toonde het cijfer toch weder voor
haringschepen in den winter aa.n het uitgang. Door de zeer ernstige crisis,
werk te houden. welke de haringvisscherij in de laatste
Motorkotters kwamen ten getale van jaren heeft moeten doormaken, zijn de
37, waarvan 23 Deensche en 1 Duitsche hier gevestigde haringreederijen zeer
binnen, tegen 104 in 1923. j in verval geraakt en het zal blijkbaar
Het aaptal binnengekomen motorlog-1 meer moeite kosten, om dezen tak van
;rs was' iets hooger dan in het vorige I bedrijf alhier weder tot ontwikkeling
gers was' iets hooger dan in het vorige
jaar, n.l. 130 tegen 120.
De resultaten van dezen tak van vis
scherij kwamen overeen met die, door
de zeilvaartuigen behaald.
te brengen, dan het geval was bij de
stoomtreil visscherij.
De Katwijksche haringvloot, welke
hier in den regel de vangsten aan-
Het verkeer van de kustvlsschers prengt, nam weder ongeveer op de oude
was, vergeleken bij het vorige jaar, be
langrijk toegenomen. Het aantal bin
nenkomsten van deze vaartuigen be
droeg thans 5216 tegen 4253 in 1923.
Deze vooruitgang moet voornamelijk
worden toegeschreven aan een zeer
drukke visscherij op de kust op sardijn
en zeebliek in de voor- en najaars-
maanden van het verslagjaar. Of
schoon ook vroeger waarschijnlijk wel
geregeld groote scholen van deze visch
op onze kust zijn voorgekomen, heb
ben de kustvissc-hers, welke hier have
nen, voor 1923 nooit op sardijn en-zee-
bliek gevischt. De vaak gunstige resul
taten door een deel dier visschers in
het voorjaar van 1923 met bedoelde
visscherij behaald, waren echter oor
zaak, dat in het verslagjaar zeer alge
meen aan de sardijn- en bliekvisscherij
door de kustvlsschers werd deelgeno
men.
Aangezien deze visscherij vlak onder
de kust wordt uitgeoefend en de vang
sten dadelijk ter markt worden ge
bracht, gaf zij aanleiding tot een zeer
druk verkeer dier visschers. Hierbij
kwam nog als een gunstige omstandig
heid, dat het langdurig kalme weder in
het najaar gelegenheid gaf tot geregel-
sterkte aan de haringvisscherij deel.
i Het aantal binnengekomen haring
schepen, wat motor- en zeilloggers be
treft, vermeerderde in verband met de
uitbreiding, welke in het verslagjaar
aan de haringvisscherij werd gegeven,
aanzienlijk, Het bedroeg thans voor de
motorloggers 59 en voor de zeilloggers
467. tegen resp. 28 en 157 in het jaar te
voren. Deze toename was voor een deel
ook het gevolg van het grooter gebruik,
dat de Katwijksche vloot van deze ha
ven moest maken.
Aangezien toch in het belang der
scheepvaart op het Noordzeekanaal,
het lossen der vangsten in dat kanaal,
wat tot dusver voor de Katwijksche
vloot gewoonte was, niet meer kon wor
den toegestaan, was die vloot genood
zaakt, om de vangsten in de Visschers-
haven te lossen. Evenals vroeger werd
de aangevoerde haring voor het groot
ste deel per motorvaartuig naar de
Katwijksche markt vervoerd.
Het aantal stoomloggers vermeer
derde van 256 tot 479. Dit aantal be
stond hoofdzakelijk uit Britsohe stoom
loggers of drifters.
Ofschoon de prijken van de versche
haring, door deze vuarttm,^
bracht, op de Engelsche
hoog waren en daarom de ami
die haring op de markt alM?
bleef, viel, vergeleken be h "7
jaar, een groote vooruitga*; r®1 k
ken. Bestond n.l. in 1933 te
van de financiëele moeilijk?8"
Duitschland nog nagenoeg V*
genheid tot export van versche!
naai' dit land, in het najaar'
verslagjaar daarentegen konjJj
hand met de verbetering van?
nomischen toestand in Duits?
weder betrekkelijk belangrijk h
heden van die haring door den
handel alhier aan de Duitsch'
mers worden geleverd.
Dientengevolge kon ook bij
aanvoeren op vaste en hoogo i,
worden gerekend, wat uiteraard 1
derlijk werkte op het bezgek d»
sche visschers. Aan den -
echter werd dit bezoek, zooals 1
ren werd opgemerkt, beperkt
over het algemeen ook zeer h
ringprijzen op de Engelsche n»
De totale inhoud van de biM(r
men schepen was 3.307.334 1»
3.242.611 M3 in het jaar te voren
De opbrengst van de intó
vischhal afgeslagen visch
de jaren:
1911 f 5.379.029,
1912 6.974.39»
1913 6.995.7851
1914 7.134.465.11
1915 17.887.7092
1916 36.602.5553
1917 13.763.678.2j
1918 18.497.098t
1919 24.034.4791
1920 15.006.2533
1921 11.294.4353
1922 11.012.3511
1923 10.837.732J
1924 13.410.801i
De visschersvloot te IJmuidti
op 31 December 1924:
162 stoom- en motorvaartuig
65 zeilvaartuigen,
tegen aan het einde van het jast
154 stoom- en motorvaartuig)
79 zeilvaartuigen.
In den loop van het v
derhalve verminderd met 6 vaarl
WATERSTAND IJMUI3E
Juli 1925
H.
water
L.
Dagen
V.Bi.
B.H.
V*
12 L.K.
7.43
8.13
3.21
13
8 44
9.13
412
14
9.48
10.19
505
15
10 56
11.29
6.11
16
0.09
7,24
17
0.36
1.10
822
18
1.06
1 52
9.1!
Qeen Zomeitijd.
SCHEEPVAART.
Veisen. In het eerste balfjiï
1925 zijn alhier aangekomen 14
schepen en 1 motorschoener, ra
3 geladen met houtstof, 2 met
hout, 1 met pyriet, 1 met cemen
wijl 8 schepen ledig aankwamei
Er vertrokken ook 14 stoomst!
en 1 motorschoener, waarvan 2
stant-lading, 5 met een lading
se, 3 met een lading aardbeien,
schepen ledig vertrokken.
In het eerste halfjaar van 193
men 26 stoomschepen aan, waaru
leen 20 geladen waren met steel
De aanvoer van steenkolen uil"
land is nu geheel afgeloopen.
In Haarlems Dagblad I
bericht voor over de scheepvaart!
alhier, waarin gewezen wordt
drukte der scheepvaart aan de
ovens, papierfabriek en nu ook 1
aardbeienexport. En dan word'
„In dezen tijd van het jaar kuur
léén Botterdam en Amsterdam!
in aantal overtreffen. In geen 4
dere havens is de scheepvaartlw
zoo belangrijk, zoodat Velseni
oogenhlik de .derde havenplaa!
ons land genoemd mag worden,'
Öit nu is lichtelijk overdreven,
zouden- wij het gaarne wenschi
is onjuist, daar Vlaardingen'
Delfzijl onze gemeente verre
fen met de scheepvaart. Vooral'
dingen, dat thans de derde haveiif
van ons land is.
IJmuiden. In het eerste
van 1925 zijn in de haven val
Hoogovenbedrijf aangekomen
stoomschepen, waarvan 49
waren met ijzererts en 1 met f<«
met steenkolen, terwijl 5 schep"1
kwamen om te laden.
Er vertrokken in dit haM'1
stoomschepen, waarvan 5 niet f
ding ijzer, terwijl 51 schepen Ie®!
trokken.
In het eerste halfjaar van
men aan 39 stoomschepen, waar 1
geladen waren met steenkolen
met ijzererts. De ertsaanvoer 1»
eerste halfjaar van 1925 dus Mia»
grooter geweest.
Bovendien kwamen hier in
ste halfjaar nog verschillende
zeeschepen aan, geladen met n
zout enz.
iD