ORGAAN VOOR DE Qi
Jffc
88
Saterdag 5 September 1935
30e Jaargang
IJMUIDER COURANT
Jéóentsprijs! f 1.per 3 maanden, franco per post f 1.35. Abonnemen
ten aaangenomen aan het bureau en bij de Agenten.
'lentiën 2 maal achtereenvolgend opgegeven op het gewone tarief,
!(j kosteloos nog een derde keer opgenomen in het eerstvolgend
sdagDuromer-
3,eBtiën voor de Adreslijst 6 plaatsingen van dezelfde tekst (onveran-
i j 4_.13 plaatsingen (dus 3 maanden achtereen) f 8.
lentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 9 uur v.m. en
pAGS tot 4 uur n.ra,
"ysêfl van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad
tend gerechtigd het Advertentie-bureau P. F. C. Roelse, IJmuiden.
J' III.CIIIMIll«II I III II I
Vereeh'jgnt Woensdags Zaterdags
Uitgave van de N.V. UITGEVERS-MIJ. „IJMUIDEN"
Adres voor Redactie en Administratie
N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL
WILLEMSPLEIN 11 TELEFOON 153 IJMUIDEN
Ingezonden mededeelingen 40 ets, per regel Advertenties van 1 tot en
met 5 regels f 1,iedere regel meer 20 ets. Compact gezette adverten
ties van 1 t, en m. 5 regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine
advertenties en familieberichten zoomede vereenigings-adverlenties uit de
gemeente, uitsluitend bij vooruitbetaling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75,
iedere regel meer 15 ets, Bij niet contante betaling worden de gewone
prijzen berekend. Advertenties „adres bureau van dit blad" 10 ets. extra;
voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets, in
rekening gebracht. Bovenstaande regelprijzen worden n:et 5 cent
verhoogd voor advertenties van bui t e n de gemeente Veisen,
dringend verzoek
bjj verhuizing het oude en
nieuwe adres, NIET aan
looper, doch aan ons bu-
i WILLEMSPLEIN 11, op te
{7eD> De Administratie.
Kleine Advertenties
Familieberichten kosten bij
VOORUITBETALING
15 Cent per regel.
OFFICIEEL.
HINDERWET.
gester en wethouders der gemeente Vel
gen ter openbare kennis dat ter gemeen-
ie ter inzage liggen de verzoeken met
van de Naaml. Vennootschap „Acetyle-
kestigd te Amsterdam, om vergunning tot
[richten van eene ondergrondsche benzine-
jplaats met bovengrondsche aftapinrichting
op het trottoir, gelegen voor de percpelen
llraatweg, Wijk L no. 283-285 en kadastraal
gemeente Velsen, Sectie B no. 1533;
ide Naamlooze Vennootschap „Acetyle-
Vestigd te Amsterdam, om vergunning tot
ichten van eene ondergrondsche benzine-
jlaats op het erf van- en een bovengrond-
iapinrichting vóór het gebouw, kadastraal
gemeente Velsen, afdeeling IJmuiden, Sec-
fc, 240 en plaatselijk bekend Prins Hen-
lat, Wijk C no. 89.
ihnderdag, den 17 September 1925, des
Idags te elf uren, zal ten gemeentehuize
heid bestaan om bezwaren tegen deze ver-
!in te brengen en deze mondeling en schrif-
i'i te lichten,
den 3 September 1925,
meester en wethouders voornoemd,
secretaris, de burgemeester,
RIJKENS.
VAN DEN WACHTTOREN.
De bevolking der aarde.
De bevolking der aarde' kan niet ge
teld 'cn moet dus geraamd worden.
Daarbij moet men niet op eenige dui-
i
wereld
zich van liet kleine van eigen
en persoon bewust wordt.
De sterrekimdigc loopt het minst ge-
713 millioen bruinen, gelen en halfbloe
den. Bovendien nog 75-l/a millioen Se
mieten, die tot de blanken gerekend
kunnen worden. Maar de toename der j vaar hoogmoedig en pedant te worden,
gekleurde rassen gaat sneller dan van Want in de wereldruimte zijn wel af-
de blanken. Maar in „raszuiverheid"standen, zoo groot zelfs, dat we ze met
gaat de mcnschheid achteruit. De ras- onze gewone maat niet meten kunnen
zenden en tienduizenden letten. Het Sen worden meer dooreengemongd dan j De sterrekunde meet den afstand bij
Poolgebied', dat ongeveer U/a maal groo-vroeger en het aantal huwelijken van j lichtjaren. Dat is de afstand, die het
ter is dan heel Europa, is voor een "deel
ook 'bewoond. Men weet echter van het
zielental in do wereld van ijs en sneeuw
nog niets met zekerheid:. Zelfs in Euro
pa gebeurt de volkstelling nog niet in j
alle landen zoo punctueel, dat men het
aantal Europeanen precies kan vast
stellen. Er zijn tegenwoordig geen afstanden
Voor ons ligt een opgave van de be- meer! hoort men vaak zeggen na een
volking der aarde in een Amerikaansch snelle en voorspoedige reis. Uit alle
handboek, The World van 1924 en de deelen van het land het Noorden van
jongste berekening van het Internati- S Groningen en uit Zeeuwsch Vlaanderen
verschillende nationaliteit en zelfs van
ras neemt voortdurend toe. De liefde
overwint alles! Zelfs de wederzijdsche
antipathie der rassen.
Afstanden.
Bouwvergunningen).
burgemeester en wethouders van Vel-
de navolgende bouwvergunningen ver-
onaal Instituut voor Statistiek, dat in
den Haag is gevestigd. Volgens de eer
ste raming telde Europa in '24 476 mil
lioen zielen, volgens de laatste 462227000
Op het groote cijfer is het verschil niet
zoo bijzonder groot. Volgens het Int.
Instituut wordt onze aarde thans door
1894 millioen zielen bewoond. Er is een
voortdurende toename, het geringste
voor Europa en het grootst voor Ame-;"
rika. Die toename is door oorlog enk
griep een weinig geremd maar niet ge
stopt.
Volgens The World is Europa het
dichtst bevolkt, n.l. 122,9 zielen per
vierk. mijl. Deze bevolkingsdichtheid is
het kleinst in Australië, n.l. 2,7 zielen.
Voor Azië is het cijfer 53,5, voor Noord-
Amerika 53,5 en voor Zuid-Am erika 8,4.
Men behoeft dus in de eerste eeuwen
nog niet voor overbevolking der aarde
te vreezen. Europa is maar weinig groo-
reist men naar Borculo. Autobussen vol
nieuwsgierigen rollen door ons vader
land heen en binnen een etmaal is men
uit en thuis. En een autohus kruipt
vergeleken bij een sneltrein en een
sneltrein sjokt vergeleken bij een vlieg
tuig. In een goeie drie uur vliegt men
immers van Amsterdam naar Londen.
Voor een vliegtuig zijn er eerst recht
geen afstanden meer.
Alles is betrekkelijk. In minder dan
geen tijd brengt de trein 'ons van het
eene deel van het land naar het andere,
wanneer men dit vergelijkt bij de oude
postwagen. Maar wereldreizigers mop
peren over onze sneltreinen, waarin
geen schol zit, omdat zij hun gang ver
gelijken, hij de vaart tf&n de bliksem-
treinen in het buitenland, die tegen de
100 K.M. in het uur maken. Natuurlijk
zijn en blijven er afstanden; zij veran
deren geen millimeter, al zou de
w i "'-■"i'-i". ik; muui "'"O i; Lx O
ter dan Australië, in dit laatste wereld- mensch nog tienmaal sneller ze afleg
gen. Maar de indruk, dien zij maken,
wijzigt zich, naar mate men ze in min
der tijd aflegt. De andere kant van
straat of dorp lijkt menigen kleinen
hummel, die nog in 'de kruipperiode
deel wonen slechts 9 millioen menschcn
weinig meer dan in ons kleine Neder
land.
k Naamlooze Vennootschap Vereenigde A®? IS Vrij dicllt bevolkt: er WOllCll
eken tot het verbouwen van het gebouw 44o millioen zielen meer dan in ons we
ide C 19 tot koelhuis en het oprichten van j relddeel. Vooral Japan is dichtbevolkt; verkeert, enorm ver en voor hem is het
vandaar o'ok de zucht naar expansie' een Wereldreis, om 'dien afstand af te
van dit jonge, strijdlustige rijk. leggen. Dat afstanden inkrimpen door
De blanken heersehen over de aarde, j vergelijking, blijkt ook bij het bladeren
Maar die heerschappij 'begint meer en in een atlas. Nederland is maar een
meer te wankelen. De andere kleuren 1 vlekje op de wereldkaart. Maar y^at is
winnen het in aantal nog niet van de de aarde gedacht in de eindelooze we-
witmenschen. Er zijn 821 millioen blan-reldruimte? Het is wel eens goed zich
ken op aarde, 139 millioen negers en - in dat groote te verdiepen, omdat men
l
J. Graman. te Driehuis, tot het bouwen
j woon- en winkelhuis aan den Zeeweg,
J, A. A. Warmerdam, te Haarlem, tot het
van een woonhuis aan den Hagelinger-
Santpoort.
P, Keers, te Santpoort, tot het bouwen van
rkplaats met bovenwoning aan den Rijks-
aldaar.
licht in een jaar aflegt met oen snel
heid van 300000 K.M. per seconde. In
een seconde kan het licht zevenmaal
den aardbol omvliegen. Daarbij verge
leken staat zelfs het snelste vliegtuig
stil. Dat de sterrekundige bij zijn bere
keningen de aardsche maat niet gebrui
ken kan, blijkt wel hieruit, dat een
lichtjaar 10000000000000 K.M. is. Als
men met zulke getallen moet gaan re
kenen, zou, men allicht in de war raken
en geen papier genoeg hebben. De
Alpha Cent au ri in de ster, die zich het
dichtst bij de aarde bevindt, n.l. 4'/2
lichtjaar.
Wij zien dus die ster niet, gelijk
ze thans is maar gelijk ze 4l/2 jaar gele
den was. Het-klinkt zeer ongerijmd en
is toch zeer goed mogelijk, dat wc een
ster zien, die er allang niet meer is.
Boven en onder en rondom ons en
overal strekt zich de oneindigheid uit
on overal zijn hemellichamen en groe
pen ervan, hemellichamen, die komen
en gaan. En in de wereldruimte is onze
aarde een stofje en op dat stofje bevin
den wij ons. Wat verschil is er eigenlijk
tusschen den grooten mensch en de on
zichtbare micrope
Het groote van den mensch is, dat
hij over die oneindigheid, zich verwon
deren kan en zich een weinig kennis
en inzicht over die wonderwereld weet
te vergaderen. Door de sterrekunde
leert men een en ander over de afstan
den in het hemelruim en beschei
denheid
Evenwicht tusschen tic beide
geslachten.
In vele landen, ook in het onze zijn
aantal wel te verstaan. Menige man
ervaart in ander opzicht de opperheer
schappij der vrouw eiken dag.
I-Ioe komt het, dat in en onmiddel
lijk na den oorlog gewoonlijk meer jon
gens dan meisjes geboren worden? De
bepaling van het geslacht ligt builen
menschelijke macht. \ienigeen ver
langt naar een dochtertje en do vijfde
of zesde zoon verschijnt n alleen de
hoop blijft over, dat het zesde of ze
vende kind eindelijk een „Zij" zal we
zen. Maar wat den mensch onmogelijk
is, schijnt de natuur te kunnen dom.
Zij treedt regelend op, als er gevaar
is, dat een der beide geslachten in do
minderheid dreigt te komen. Dat is
een verklaring, die niets verklaart.
Immers wat is die natuur, die knapper
is dan de mensch? Houdt zij er oen sta
tistiek op na, zoodat zij het aantal man
non en vrouwen kent? Dooi' welke
macht kan zij het gehoor tenth l van
een bepaald geslacht vermeerderen of
verminderen, al naar zulks voor hel
evenwicht der beide geslachten noodig
is?
Uit die vragen blijkt wel onze on
kunde. Er zijn echter ook geleerden,
die een ander verband leggen tusschen
oorlog en een groot aantal geboorten
van jongens.
In „La Vie Medicinale" schrijft De. ,T.
Regnaul-t hierover.
Hij ontkent, dat er verband is tus
schen oorlog en grooter aantal geboor
ten van jongens. Immers na don Rus
sisch-Japanschen oorlog werden er in
Japan veel meer meisjes dan jongens
geboren. Hij geeft een andere verkla
ring. In tijd van voedselschaarschte
worden meer jongens, in tijd van over
vloed meer meisjes geboren. De jongens
hooren dus bij het gebrek en de meis
jes bij de welvaart. Na den Russisch-
Japansehen oorlog genoot Japan een
buitengewonen overvloed.
Tegen deze verklaring zijn echter be
denkingen in te brengen. Immers als
ze juist was, zouden in arme gezinnen
thans meer vrouwen dan mannen, meer jongens en in welvarende gezin
maar er worden meer jongens dan nen meer meisjes geboren moeten
meisjes geboren; het evenwicht tus- worden en dit is toch niet het geval,
schen de beide geslachten is bezigt Het feit blijft bestaan, dat na eert
zich te herstellen; het mannelijke ge-1 oorlog, als er vele mannen gevallen
slacht behoeft niet te vrcezen door het zijn, het aantal jongens, die geboren
vrouwelijke overvleugeld te worden, in worden, dat der meisjes overtreft en
jdraiïiH wm Glosaow
9 <rs« M. BOOSTSffl-MAKlM®,
lts der armoede maakt iemand
Maar ik moest Wijven, om geen
ite wekken en moeder niet onge
il maken. En zoo ben ik, zooveel
«gelijk was, in de nabijheid van
w von Glossow gebleven, niet
om mijn kalmte te bewaren,
ook, omdat de overmoedige,
«ie uitvallen van freule Lanie
likwijls tot het uiterste prikkel-
jij mag dezen toon tegenover de
'0 goedvinden, en misschien
pen velen niet beter; maar in
nen van ganscher harte lief-
loet het dubbel pijn. Mijn eenige
[is, flat zij niet weet, hoe het er
fit hart uitziet. Ziezoo, Rolf, nu
minste alles tusschen ons in het
En dat is het voornaamste, ik
ik niet graag jou erbij verliezen!
■'on Gerlach haalde diep adem
vroolijk lachje lag op zijn ge
il® Hans wij kunnen ons ten-
Wen en voor geld laten zien
'«en, als de grootste dwazen der
jij ook, je behoeft niet
'e spreken. Verder kan ik je he-
*ts zeggen, omdat mijn tong ge-
19 door mijn eerewoord. Maar
1 je spoedig het bewijs leveren,
heel dwaas bentKom nu ech-
lr huis, mijn, oude, 'beste Hans.
pis wist, hoe verlicht mijn hart
t? °U<J® eensgezindheid vervolg-
"l au hun weg, Rolf zou zijn
vriend graag verteld hebben, wat hij
met Lanie vóór diens aankomst had
besproken. Maar hij mocht clat niet
doen, daar hij Lanie beloofd had te
zwijgen. Maar hij wilde hetzij door La
nie, hetzij door Hans, van zijn belofte
ontheven worden en hen dan helpen
elkaar te vinden.
Zoo heel duidelijk was het hem nu,
hoe Lanie en Iians voor elkaar voel
den. Hij hoopte innig, dat ook tusschen
hem en Sanna één woord volstaan zou,
om alle bezwaren opzij te zetten. Zoo
eenvoudig was zijn geval nu echter
niet, maar de doffe, martelende druk
van den naijver was toch van zijn hart.
genomen. Toen de beide vrienden,
thuis kwamen, hoorden zij van de gra
vin, dat Lanie dadelijk na het ontbijt
was gaan rijden.
„Heel alleen?" vroeg Rolf.
„Ja, heel alleen."
„Weet u ook, welken kant zij is opge
gaan, beste tante?"
De gravin drukte de hand tegen het
voorhoofd, als orn na te denken.
„Ja, zij heeft het gezegd. Zij wilde
eerst naar het strand rijden en dan
over de Trollkloof naar Glossow, om
juffrouw von Glossow een bezoek te
brengen."
I „Over de Trollkloof?" vroeg Hans
von Seltiz verschrikt en zijn frisch ge-
i laat verbleekte.
„Dat zei mijn dochter. Ze was van
plan vandaag een weg te gaan, die
haar reeds lang had geprikkeld."
i „In Godsnaam toch niet die steile
helling?" riep Seltiz buiten zichzelf,
j Nu werd de gravin ook ongerust.
„Dat weet ik niet. Maar waarom
schrikken jullie zoo?"
„Omdat dat een zeer gevaarlijke weg
is, beste tante, dien ik Lanie streng
verboden heb," antwoordde Rolf zeer
ongerust.
„Wanneer is freule Lanie vertrok
ken?" vroeg Seltiz haastig.
„Zoowat een kwartier geleden."
Seltiz floot den rijknecht, die de
paarden wilde wegbrengen en gaf hem
bevel zijn paard terug te brengen.
„Ik rijd freule Lanie zoo snel ik kan
achterna. Jij hebt nu iets te doen, Rolf
en kunt niet gemist worden. Ik zal
dwars door het bosch regelrecht naar
de Trollkloof rijden en hoop haar in te
halen, eer zij die bereikt zal hebben."
De gravin was zeer ontsteld.
„Mijn God, ik heb geen vermoeden
gehad dat dit zoo'n gevaarlijke weg is!
En buitendien kwam Lanie mij van
daag zoo zenuwachtig voor. Och, beste
mijnheer von Seltiz haast u toch, ik
ben u zoo dankbaar, dat u de moeite
doen wilt."
„Dat spreekt toch vanzelf, mevrouw!
Wees u gerust, indien freule Lanie
eerst naar het strand is gereden en zij
me niet verder voor is, haal ik haar in.
Met deze woorden sprong Seltiz snel
in het zadel.
„U moet haar niet toestaan dien ge
vaarlijken weg te berijden!" riep de
gravin toe.
„In geen geval!" riep Seltiz cn reed
snel weg.
Rolf had geen poging gedaan om hem
terug te 'houden, of in zijn plaats te
gaan. Hij probeerde nu de gravin ge
rust te stellen, hoewel hij zelf in groote
onrust verkeerde. Reeds dikwijls had
Lanie dezen weg willen gaan, maar
hij had' 't haar steeds verboden en
haar duidelijk gemaakt, dat een dame
te paarcl daar onmogelijk kon afrijden.
En nu wilde het stijfkopje blijkbaar
toch dit waag-stukje uitvoeren, oen
waagstuk, dat in elk geval mislukken
moest, daar was hij zeker van.
Niet minder vast stond het echter bij
hem, dat Seltiz op leven en dood naar
de Trollkloof zou rennen en daar stel
lig eerder dan Lanie zou zijn.
Zoo trachtte hij de gravin gerust te
stellen en zichzelf moed in te spreken,
HOOFDSTUK XXIII.
Gravin Lanie was langzaam door het
bosch naar de zee gereden en liet het
paard nu stapvoets verder gaan op het
effen, vochtige zand. Zij had geen haast
om haar doel te bereiken. Zij had Ger-
lacthsherm verlaten, o-mdat zij in een
troostelooze stemming was, die haar'
de tranen in 'de oogen deed komen,
zoodra iemand tegen haar sprak. En
zij vreesde Hans von Seltiz in deze
stemming te ontmoeten. Ofschoon zij
zich steeds meer in een spottenden,
trotsehen toon inwerkte en hem ver
achtelijk wilde afweren, voelde zij toch
van dag tot dag duidelijker, hoe lief zij
hem had. En zij leed onzegbaar, dat zij
ihem, naar zij meende, haar achting
moest onthouden en niet minder door
het vermoeden, dat hij naar 'de hand
van Sanna von Glossow dong. Het
hielp haar niets, dat zij zich achter
haar trots verschool en zich wilde wijs
maken, dat hij haar onverschillig was
en dat zij hem verachtte.
Nadat zij aan het strand op de plek
was gekomen, waar zij -wist, dat achter
de duinen de Trollkloof lag, reed zij
dwars over het strand naar de duinen.
Langzaam reed het paard over de dui
nen naar de Trollkloof en nu wilde
Lanie het smalle pad oprijden, dat
langs de kloof omhoog leidde cn bij den
gevaarlijken, steilcn weg eindigde.
Kort voordat zij dezen weg had be
reikt, kwam plotseling tusschen de
boomen Hans von Seltiz te voorschijn,
die door het bosch was komen aanren
nen en met zijn paard vlak voor haar
staan bleef. Het dier was met schuim
bedekt on Hans trilde over zijn heele
gezicht van zenuwachtigheid, Maar hij
toonde niet hoe gelukkig hij was, dat
hij haar, blijkbaar nog op het laatste
oogenblik den gevaarlijken weg had
kunnen afsnijden.
„Goeden morgen, freule Lanie!" stiet
hij ademloos uit.
Ze was inééngekrompen, toen ze hem
zag, en een hooge blos bedekte plotse
ling haar gelaat.
„Goeden morgen, mijnheer von Sel
tiz! Hoe komt u hier? U bent zeker met
Rolf naar 'de akkers gereden?"
„Juist. Maar toen wij thuis kwamen
vertelde uw moeder ons, dat u het plan
hadt geuit, over (le Trollkloof te rijden.
Rolf had geen tijd en toen ben ik
hierheen gerend om u van dit plan af
te houden. Goddank kom ik nog juist
op tijd. U weet toch hoe gevaarlijk de
weg is? Reeds dit smalle pad omhoog
is een waagstuk, vooral voor een dame.
Het paard behoeft maar één misstap te
doen en dan stort u met het dier in de
kloof. Heel zeker komt u langs den
steilen weg niet beneden in een dames
zadel. Dat heeft Roll u toch reeds ge
zegd?"
Wordt vervolgd.