J A liet nummeriek evenwicht tusschen de beide sexen zich altijd weer herstelt. Maar de verklaring ontbreekt nog. In I de 17e eeuw had men er al 262 verkla- ringen van; er zijn er nog ettelijken bijgekomen. Maar hoe meer verklarin-1 gen, hoe minder klaarheid. Tegen kiespijn, rheuniatiek, verkoudheid,] hoofdpijn heeft men ook honderden ge neesmiddelen, omdat er geen genees-1 middel tegen is! Zelfontbranding van den meusch. Weinig jongensboeken hebben mijn jeugd zulken diepen indruk ge maakt als Jacob Eerlijk van Marryat. De kleine schippersjongen, wiens moe der door misbruik van brandewijn ver brandde en wiens vader overboord sloeg en verdronk, nam alles met wijs- geerige kalmte op en stond als een rots in zijn vele moeilijkheden. Gedane za ken nemen geen keer! Neem het koel- Ijes op! waren zijn lijfspreuken, die hij te pas en ook wel eens te onpas aan haalde. Ik was Jacob eigenlijk al ver geten, zijn persoontje en avonturen waren weggeborgen in mijn onderbe wustzijn, toen ik in de Revue interna tionale contre l'alcoolisme van Juli- Aug. zijn naam ontmoette: Jacob le fidéle. Maar dat moet mijn oude vriend Jacob Eerlijk zijn en inderdaad hij is 't. In een studie over het vreeselijke ver schijnsel, de alcoholische zelfontbran ding, waaraan zijn moeder stierf, wordt het boek van Marryat, dat al bijna een eeuw oud is, genoemd. Natuurlijk moest ik het artikel nu nauwkeurig lezen en ik herinnerde me daarbij nog mijn ontzetting, toen ik als kind las, dat Jacob zijn moeder als een hoopje asch in de kajuit vond. Ik had er als kind nooit van gehoord, dat men door veel alcohol in den brand kan vliegen en toen ik ouder en critischer was geworden, begon ik aan de moge lijkheid ervan te twijfelen. Over de zelfontbranding van drin kers schrijft Dr. J. Scharffenberg van Oslo in genoemde Revue. PI ij geeft als ondertitel: Een vreemd en oud bijge loof. Daarin vindt men al dadelijk het re sultaat van zijn onderzoek. Men heeft vroeger gemeend, dat bij den dronk aard plotseling een inwendige brand kan ontstaan, waar na een vlam uit den mond of andere openingen van liet lichaam schiet en er van het lichaam niets overblijft dan wat beenderen en asch. Tot aan dc negentiende eeuw worden er verschillende gevallen van gemeld en geleerden hebben naar een wetenschappelijke verklaring ervan gezocht. Het bestuur van de hooge- school van Kopenhagen heeft in de ze ventiende eeuw een geval van zelfver branding onderzocht en in het rapport erover staat o.a.: Hoewel het niet twijfelachtig is, of iemand kan door buitensporig gebruik van brandewijn zijn eigen dood bewer ken, zelfs al komt er geen vlam uit zijn hals en al zijn zijn lippen niet ver koold, kunnen wij toch niet verklaren, dat Peder Pe der son gestorven is door misbruik van brandewijn. Over een speciaal geval durven de Kopenhaagsche professoren niet oor- deelen, maar ze erkennen toch de mo gelijkheid van de alcoholische zelfver branding. Dit wordt ook gedaan in we tenschappelijke geschriften van later tijd en in propagandageschriften der drankbestrijders. Maar in het midden der negentiende eeuw heeft de be roemde scheikundige Liebig aange toond, dat we hier met een wetenschap pelijk bijgeloof te maken hebben. De vraag werd zeer actueel in verband met een misdaad. Men vond de gravin Görlitz verbrand. Een geneesheer gaf voor het gerecht als zijn meening te kennen, dat zij door zelfontbranding den dood had gevonden. Het büeek ech ter, dat zij vermoord was en door den misdadiger, om elk spoor van bewijs weg te nemen, daarna verbrand. Liebig toonde aan, dat een mensch van 120 pond ongeveer 90 liter water in zich heeft, wat zelfontbranding uitsluit. Dr. Scharffenberg voegt er nog aan toe, dat dronkaards niet meer dan 0,5 al cohol in hun bloed hebben en dat deze geringe hoeveelheid bij een lichaams temperatuur van 37 C. niet ontbranden kan. Zelfs Zola in zijn bekende serie Rou- gon-Macquart is er ingevlogen, in het oude, zonderlinge bijgeloof namelijk. Zijn romans willen uitgaan van weten schappelijk inzicht omtrent den mensch, zijn ontaarding, erfelijkheid enz. Zoo beschrijft hij ook den alcohol- brand in Macquart. H?ij verbrandde in- j wendig van hoofd tot voeten; het vuur! verteerde hem als een spons in brande wijn gedrenkt. Zelfs! Zola met zijn! evangelie dor wetenschap, in het net van middeleeuwsche dwaling gevan gen! En de brave, dappere Jacob, dien ik als jongen zoo biewonderde, heeft zijn moeder niet verloren in een alco hol brand. Marryat, del schrijver is ook de dupe geworden van het bijgeloof, dat zelfs de mannen der wetenschap zoolang gesteund hlebhen. Neem het koeltjes op! zou Jacofo zeg&en. RAADSOVERZICHT. Zitting van 1 September 1925. Was 't niel bij tien vrede van Rijswijk, dal de Fransche algevaardigde hooghartig durfde zeggen, over ons land sprekende: „V/ij onderhandelen bij U, over U, doch zonder li". Daaraan dachten wij onwillekeurig in deze raadszitting bij liet groote onderwijsdebat, speci aal over de verhoudingen en benoemingen aan School D en School Dl te Velseroord, tusschen enkele raadsleden en den Wethouder van Onder- I wijs. De Voorzitter had gevraagd of de leden ook voor dit bepaalde punt een besloten vergadering wenschten, doch men vond dit niet noodig. Toch meenen we, dat, hoezeer we ook afkeerig zijn eelvuldige of niet strikt noodzakelijke ge heime vergaderingen, ten opzichte van veel var het gesprokene, het beter geweest ware de deu ren tijdelijk te sluiten of zich bij de besprekingen wat te beperken. In deze zitting is over onderwijzers, dus amb tenaren in dienst der gemeente gesproken, dat beter geweest ware niet tot de pers en het publiek te laten doordringen. De heer Roelse is de onderwijs specialiteit van de Soc. Dein. raadsfractie, treedt tenminste over dit métier als haar woordvoerder op. Welnu, de heer Roelse had een lijvig requisitoir opgesteld. hij een reeks van bezwarende feiten meende te moeten naar voren brengen, die èn den Wethouder van Onderwijs en enkele leerkrachten aan School D, in staat van beschuldiging moesten stellen, als handelende in strijd met de belangen van het openbaar lager onderwijs en wat ten opzichte van den soc. dem. Wethouder van On derwijs nog sterker sprak, handelende in strijd met de inzichten, de wenschen en wenken van zijn partijgenoolen in den raad. 't Was zelfs een oogenblik plechtig stil in de als rechtzaal aan doende raadsvergadering toen de openbare aan klager de heer Roelse, als Officier van Justitie zijn eisch deed hooren: „dat het B. en W. moge behagen hun voordracht tot benoeming van den heer de Mooy tot hoofd van School Dl in le trekken"; ,dat, op grond van de omstandigheid, dat de heer van Oosterom misschien een goed onder, wijzer, doch een slecht schoolhoofd is, de be staande toestand aan School D worde herzien Doch de aan de beklaagden van Oosterom en de Mooy, ambtshalve toegevoegde verdediger heer Landeweert, Wethouder van Onderwijs, hield een niet minder fel pleidooi ten gunsie dier heeren onderwijzers, dan de heer Roelse, als openbaar aanklager tegen hen had gehouden en met klimax in zijn stem en onder ademlooze stilte, donderde de verdediger den Raad toe: „Dat het nu maar eens uit moest zijn met dat geintrigeer aan en tegen School Dl. Verder verklaarde hij, dat hij zich verantwoor delijk stelde voor de goede gang van zaken aan school D, indien de heer de Mooy bij zijn benoe ming tot hoofd den steun vond bij den raad, door hem met een groote meerderheid van stemmen te benoemen. Hetwelk de Raad deed, door den heer de Mooy te benoemen met 15 stemmen tegen 6. Tegen stemden de soc. dem. raadsfractie (de heer Landeweert uitgezonderd) en de heer Bosman. Ofschoon de Wethouder van Onderwijs niet alleen zelfs niel in de eerste plaats invloed uit oefent op de onderwijsbenoemingen de Inspec teur van het Onderwijs oefent daarop grooten invloed uit was deze benoeming toch wel in zooverre een slag in het aangezicht van de soc. dem. raadsfractie, dat zij haar partijgenoot- wethouder de voordracht daartoe met klem on traden had. De heer Schilling ging zelfs zóó ver den soc. dem. wethouder Landeweert te betich ten van systematische tegenwerking van soc. dem. sollicitanten. Hetgeen bewijst, dat het heel moeilijk is „tout le monde et son père te bevre digen, „Als er twee kijven, hebben beiden schuld .gt de Vox Populi en als de verhouding tus schen hoofd- en klasseonderwijzers aan school D niet, zelfs verre van rooskleurig is, dan moeten beide partijen de hand maar in eigen boezem steken. Gelukkig lijdt het onderwijs er niet onder, naax we vernemen en heeft school D bij de ouders der schoolgaande kinderen een goede reputatie. ITebt ge wel eens gehoord van „kapitaalkrach tige" menschen, die onbewoonbaar verklaarde woningen bewonen. De heer ten Broeke kent ze zeker. Sprak er althans van toen de gratis-water, levering aan bewoners van zoodanige krotter tér sprake kwam. De heer Roelse had daartoe het initiatief geno men, doch op zijn verzoek om zulks niet te be perken tot het door hem genoemde speciaal geval, doch in algemeenen zin toe te passen, wenschte de wethouder van openbare niet in te gaan. Bij dit dispuut sprak de heer ten Broeke .Kapitaalkrachtige" bewoners van zoodanige woningen, die het water wel zouden kunnen be- Zullen we nog iets zeggen over het verzoek van den heer Tusenius om de hondenverordening zoodanig te wijzigen, dat het geoorloofd zoude werken zijn honden in onze gemeente los te laten loopen, wanneer deze onder geleide en hoede van hun eigenaars zijn? Laten we volstaan met het feit dankbaar te memoreeren en de wenk van den raad niet min der dankbaar ter harte nemen om er zoo min mogelijk tover te schrijven en te spreken. „Un bon entendeur etc" is voldoende voor onze trouwe, aanhankelijke viervoeters en voor den RAADSOVERZICHTER. DE BEVERS VAN EUROPA. Een bezoek aan de nieuwe sluiswerken van IJmuiden. Ratelende heikarren, rammelende cementmo- lens en beton, veel beton, overweldigend veel beton. Ziedaar den eersten indruk; dien men krijgt, wanneer men op 't oogenblik een bezoek brengt aan den .grooten kuil, welke zich straks vermoedelijk in 1928 zal presenteeren als de grootste sluis ter' wereld, grooter nog dan die in 't Suez-kanaal Onder de prettige en bekwame leiding van hoofdingenieur Ringers en de heeren Van der Laan en Scholten hebben wij gisteren dezen rom melpot van beton, /ijzer en zand kunnen doorvor- schen en in onze verbeelding 't machtige werk zien uitdijen tot wat het worden zal: een der meest grootsche scheppingen van Hollandsche ingenieurskunst. „Holland op zijn best" schreven we niet lang geleden na een bezoek aan de Zuiderzee-werken bij Wieringen en we zouden het thans willen herhalen: wie den arbeid ziet, die zich in dit af gelegen oord voltrekt en vluchtig kennis heeft genomen van de ontzaglijke, vaak voorbeeldlooze moeilijkheden, waarvoor men zich bij dit werk zonder weerga geplaatst ziet, die moet wel in extase komen voor wat steeds de roem en trots onzer natie is geweest: vernuft en durf, waar het geldt onzen vriend-en-vijand-tegelijk: bet water. Een Engelschen landbouwer hebben wij eens hooren uitroepen, toen hij op een excursie door den JHaarleJmmermeer .vernam, dat de grond on der zijn voeten ettelijke meters beneden den zee spiegel lag: „Jullie bent de bevers van Europa!" En zoo is 't: de noodzakelijkheid, die alom zoo vele „eigenschappen van het soort" deed ont staan, maakte den Hollander tot een waterbou wer. Ook hier was 't weer de noodzakelijkheid, die den stoot gaf tot „het aangaan van dit werek van menigherley geval." Immers: De bestaande sluizen, drie in getal, zijn niet langer toereikend voor het moderne scheepvaartverkeer. Voor de oceaanstoomers zijn n.l. twee van de drie reeds lang te klein geworden, zoodat deze uitsluitend de derde sluis passeeren en dat hierin een groot risico ligt besloten met het oog op schadevaring e, d. spreekt wel van zelf. De in aanbouw zijnde sluis nu welke ten Noorden der bestaande komt, krijgt een lengte van 400 M. bij een breedte van 50 M. en een diepte van 15 M.De bestaande z.g. „groote sluis" is 225 V 25 X 10 M. en de kleine sluizen resp, 69 X 12 X 5 en 119 X '8 X 8 M. De sluis in 't Suez-kanaal ten slotte, tot dusver de grootste, meet „slechts" 305 X 33 X M« De vraag doet zich nu voor: zouden we nu ein delijk aan 't eind zijn óf zal ook deze sluis op den duur weer vervangen moeten worden door een nóg grootere? Minister Lelie is het geweest, die deze kwestie indertijd grondig onder de oogen heeft gezien en de vraag stelde, waar de grens zal liggen van den voortgaanden groei der zeesche pen. Deze grens nu ligt in de zee, immers de diep gang der schepen kan uit den aard der zaak nim mer grooter worden, dan de minimale diepte van den zee-toegangsweg tot IJmuidens haven. Daar om heeft men de diepte van de nieuwe sluis vastgesteld op 15 M.( en in verband daarmede de breedte en de lengte bepaald. De nieuwe sluis zal voorzien worden var. drie schuifdeuren; in verband met de enorme breedte den grooten waterdruk is het n.l. niet wel mogelijk, het oude systeem der z.g. punt- of draaideuren toe te passen. .Elk dezer deuren krijgt de respectable lengte van 54 M, bij een breedte van 7 M, en een hoogte van 27 M. Zij schuiven weg in detirkassen, welke in den kolk- muur zijn ingebouwd en afgesloten kunnen wor den, zoodat de deuren in hun eigen kassen gemon teerd en later gedokt zullen kunnen worden. In elk sluishoofd komen twee kassen, d w.z. twee voor de eigenlijke sluisdeuren, één voor de servedeur en één reserve-kas. Men krijgt eenig idee van de afmetingen dezer deuren, wanneer men bedenkt, dat ze 1.25 millioen K-G. per stuk zullen wegen en elk plm. f 350.000 zullen koster- Zij worden te Rotterdam bij de firma Burgerhout gemaakt (liggende) en zijn verdeeld in een aarla" waterdichte luchtkamers, zoodat ze ia ikooi drijvende en door een sleepboot getrokken naar IJmuiden kunnen worden vervoerd en na opstel ling in de kassen vrijwel zullen drijven, d. v bij lange na niel met hun volle gewicht op den vloer zullen drukken. De vloer, die uit een on geveer 3 M. dikke betonlaag zal bestaan, wordt voorzien van zware rails, waarlangs de deuren heen en weer worden geschoven, volkomen op de wijze van suitedeuren, alleen echter met dit ver schil, dat hier één deur de volle breedte van den sluiskolk afsluit. Toen men in 1920 begon met de afgraving van het terrein, dat gelegen is ter hoogte van de zand haven der Amst. Ballast Mij., had dit gemiddeld een boogie van 8 M. boven N. A. P., zelfs liep er een duinrug van 20 M. hoogZoo kwam liet, dat er niet minder dan 191/n millioen kubieken meter zand moest worden verzet, d.i. het vierde deel der culebra-doorgraving van 't Panama kanaal. Gelukkig echter kon Amsterdam veei zand ge bruiken voor opspuiting der bouwterreinen in de nieuwe stadsgedeelten. Reeds is ongeveer 12 millioen kub. M. zand weggegraven. Dit sehiedt met behulp van zware excavateurs, een soort „baggermolens op het droge", die op t oogenblik nog dag en nacht doorwerken en 2500 M3 per uur uitgraven. Elk zoon gevaarte kan in tien minuten tijds een zandtreintje, beslaande uit 14 kipkarren, volstorten beneden N. A. P. Zij rusten op duizenden zwaar bewapende palen, waar overheen eerst een dikke betonvloer is gelegd en pas daarop staan de zwa re kolkmuren, die aan de buitenzijde worden ge schraagd door dito beeren. Maar aangezien de sluisdiepte 15 M. wordt, zou het gevaar bestaan, dat bij verdere uitdieping later de grond onder den vioer, dus tusschen de fundeeringspalcn in den kolk zou worden gedrukt. Daarom is onder den binnensten onderrand van de kolkmuren een z.g. schort aangebracht, d.i. een rij van „manne tje aan mannetje" ingeheide betonpalen, voor. zien van messen en ploegen, waardoor ze in el kaar grijpen en den achterliggenden grond dus beletten, later naar den kolk uit te puilen; schort, fundeeringspulen, vloer, muur en beeren vormen zoo één compact geheel. Wij gebruikten telkens het woord „heien' doch in zekeren zin is dit niet juist; de betonpa- len n.l. die eveneens op het terrein zelf wor den vervaardigd worden als 't ware in den grond „gespoten": wanneer de paal n.l, verticaal op zijn plaats is gezet, worden aan weerszijden twee ijzeren straalpijpen van dezelfde lengte ge zet, waardoor onder een druk van 9 atmosfeer en een capaciteit van 2 X 15 L. per seconde water wordt gespoten. Deze buizen, welke den paal op zijn weg in den grond vergezellen, spuiten voort durend den grond onder de stompe paalpunt weg, waardoor deze door zijn eigen gewicht, ver meerderd door een zwaar blok van 4,000 K.G. „van zelf" in den grond wegzakt. (Spoelwater zand komen naast de buis naar boven en worden weggepompt). Eerst wanneer de paal na plm. M. de z.g. eerste kleilaag ontmoet, komt het hei blok in actie, om hem met een paar fiksche sla gen daar doorheen te slaan, maar daarna wordt de paal verder op diepte gespoten. Men zal be grijpen, dal dit al een zeer g'eruischlooze wijze van heien is! Het uittrekken der spuilbuizen met hun stervormige slraalpijp geschiedt door de hei machine, welker ijzeren stelling de respectabele hoogte heeft van 33 M, In groote trekken kan men de sluiswerken ver- deelen in het buitenhoofd, waarvoor men op 't oogenblik nog bezig is het zand weg te graven, verder de 400 M. lange sluiskolk, waarvan reeds een gedeelte der muren staat en ten slotte het binnenhoofd, welks bouw is aangenomen voor f 3 millioen. De bouwkosten der schutkolkmuren bedragen f 1.6 millioen van het buitenhoofd, over eenige maanden aan te besteden, f 5 millioen naar ra ming. Ten einde nu te voorzien in een snellen en re- gelmatigen beton-aanmaak, is men thans begon nen met het bouwen van een 80 M. hoogen toren, aan welks voet twee reusachtige betonmolens worden opgesteld. De specie zal dan met behulp van een transportband boven in den toren wor den gebracht, om vervolgens van daaruit in iede re gewenschte richting via trechters en goten naar het werk te vloeien. Ook omdat men dag en nacht zal doorwerken, wordt daardoor dan bereikt, dat het aantal stortnaden tot een minimum beperkt kan worden. Dank zij de enorme capaciteit dezer centrale betonmakerij plm. 60 a 70 Ms per uur zal het mogelijk zijn, gietstukken 3 a 4000 M;! te gelijk en aan één stuk te maken Elke kolkmuur b.v. zal bestaan uit 22 blokken, waar- tusschen telkens een met asfalt bekleede krimp- naad, zulks n.l, met het oog op de z.g. werking van het beton, waardoor anders krimpscheuren zouden ontstaan. Wat betreft de samenstelling van het gebruik te beton, kan in de eerste plaats worden opge merkt, dat met hel oog op de inwerking van het zeewater met speciale eischen moet worden re kening gehouden. Alleen daarvoor is op het ter rein een volslagen laboratorium aanwezig, waar in trek- en drukproeven worden gedaan. Voort durend n.l. worden van elke partij beton, welke gegoten wordt, blokjes van 30 c.M. in 't kubiek genomen, welke men op geheel dezelfde wijze laat verharden als het gietstuk zelf. Deze blokjes wor den dan genummerd en van datum voorzien, om dan na bepaalden tijd door een speciale beproe- vings-machine, die een druk van een half mil lioen K.G. kan ontwikkelen, te wórden beproefd op drukvastheid. Andere apparaten beproeven de trekvastheid en- de waterdichtheid, zoodat men ten allen tijde en van elk onderdeel van 't werk weet, of inderdaad wel deugdelijk materiaal is gebruikt. Wij hebben oa. twee stukjes beton gezien, die beiden een half jaar lang in 't water hadden ge hangen, het een in zee, het andere in zoetwater; duidelijk was waar te nemen de inwerking der wieren en algen met hun plantenzuren en van de kristalvorming in de betonporiën. Dit verschil werd bovendien nog in cijfers gedemonstreerd door een trekproef. Ten einde deze inkankering door 't zeewater zooveel mogelijk te beperken, gebruikt men cement met een hoog kiezeizuur- gehalte, vermengd met tras en een ietwat ver hoogde zanddosis. Als bijzonderheid kan nog worden gemeld, dat hier voor 't eerst gebruik wordt gemaakt van duinzand bij de betonberei- ding. Eén derde gedeelte van bet rivierzaud is nl. vervangen door het ter plaatse meer dan jvervloedig aanwezige duinzand en dat het mate riaal niettemin sterk is bleek wel, toen we een proefblokje eerst onder een druk van ruim 270.000 K.G. zagen scheuren De sluiskolkmuren zijn gefundeerd op 7l/0 M. Ten slotte willen we nog wijzen op een groote moeilijkheid, welke bij dit werk wordt ondervon den. De grond, zooals men die op 7*/0 M. bene den N.A.P. ziel, bestaal oogenschijnlijk uil zand. Echter is gebleken dat ongeveer 9 M. daar bene den een kleilaag ligt. Boort men in die laag eep gat, dan welt onmiddellijk water op, dat tot N. A. P. stijgt, wel een bewijs dus, dat het Artesische water daar beneden onder een hoogen druk staat, n.l. 18 ton. Verder borende Jieeft men op een diepte van 40 M. beneden N.A.P. wederom een kleilaag gevonden. Maar nu moet de onderkant van de sluis ongeveer ter diepte van die eerste kleilaag komen te liggen. Graaft men nu den grond geheel of ge. deeltelijk boven de laag weg, dan wordt het even wicht verbroken en breekt hij naar boven door, zoodat het water met groote kracht zou opspui ten, niet alleen, dat daardoor een richlige afwer king onmogelijk zou worden, maar bovendien zou den de omliggende prises d'eau der provinciale waterleiding en van de industrie een lekort aan water krijgen (alleen de papierfabrieken onttrek ken per dag meer water aan den grond, dan d' stad Haarlem per 24 uur consumeert en voor di gezamenlijke ijsfabrieken is dit kwantum nóg een: zoo groot!) Men heeft er toen het volgende op gevonden: het water tusschen de twee kleilagen staat door de bovenliggende zandlaag van 18 M. dik onder een druk van 18 ton; wil men dus plaatselijk een laag van 7*/0 M weggraven, dan dient eerst de waterdruk verminderd te worden tot 10 ton en wel door middel van afzuiging. Dit afgezogen water wordt afgepompt naar de filters van het Prov. Waterleidingbedrijf te Wijk aan Zee. welke het ontijzeren en vervolgens ter consump tie in het buizennet pompen. Bij het leggen van de vloeren der deurkassen echter moet men reeds nü op een diepte van plm 18 M. beneden N. A. P. komen, hetgeen dus al leen mogelijk is, wanneer men althans plaatse lijk allen druk ontneemt door het Artesische water weg te pompen. Dit nu bereikt men op de volgende wijze: rondom de plaats waar de deur- kas komt, wordt een afsluiting gemaakt n.l. door een rij platte ijzeren damwandplaten, weikei tanden nauw in elkaar passen, zóó diep in di grond te heien, dat hun voet in de onderste klei laag rust. Hierdoor wordt dus bereikt, dat het grondwater binnen den damwand geen comnmni- catie meer heeft met dat daarbuiten. Het water wordt dan afgemalen en zonder gevaat voor „spuiters" kan men den grond afgraven tot op o! zelfs onder de eerste kleilaag. De gebruikte dam wandpalen zijn speciaal voor dit werk gemaakt en hebben een lengte van26 M. Dank zk dit stelsel van drukvermindering en afdamming kan het werk thans rustig voortgaan en loopt de duinwaterwinning niet het minste gevaar. Ten slotte nog iets over den toegang lot d> nieuwe sluis van zee uit. Deze waren niet ten buiging in zuidelijke richting tot juist binnen de noordelijke pier aangelegd, welke laatste daartoe over een korten afstand iets zal worden omgelegd. De diepte wordt voorloopig niet grooter d: plm. 12 M. maar kan later gemakkelijk word: bijgebaggerd tot 15 M., doch dit is voorloopig nog niet noodig, Ook ligt het in de bedoeling, de toegang tot de sluis in de toekomst recht naar zee door te trekken, dus buiten de bestaande noorderpier, zoodat alsdan een nieuwe pier zal moeten worden aangelegd, die tevens langer zal. moeten worden dan de tegenwoordige. De Zui- der pier blijft dan op de zelfde plaats en dient dus alleen verlengd te worden. Deze veranderin. gen zijn echter nog niet aan de orde. De kosten van het geheele werk, die in 1911 op f 15 millioen en negen jaar later op f 28 a 30 millioen werden geschat, zullen thans waarschijn lijk niet meer dan f 18 a f 20 millioen bedragen, waarvoor ons land dan in 't algemeen en de hoofdstad in 't bijzonder niet alleen een werkstuk rijker zal zijn geworden, waarop het Nederland sche volk met recht trotsch kan zijn, maar óók een inrichting, die voor den handel en de scheep vaart der Rijks-hoofdstad van onschatbare waar de zal blijken te zijn. Tel. Het Prov. Electrïcïteits Bedrijf. Verschenen is het Verslag over het Boekjaar 1924 van het Provinciaal Electriciteilsbedrijf van Noord-Holland. Aan het daarin voorkomend al gemeen overzicht is het volgende ontleend: Met voldoening kunnen wij cons.tateeren, dat ons Bedrijf over het afgeloopen jaar in het alge meen op bevredigende wijze aan zijn bestemming: de voorziening van het vasteland der Provincie van electrische energie, voorzoover die voorzie ning niet plaats heeft door Amsterdam en Haar lem, heeft voldaan. De stroomverkoop is in het afgeloopen jaar rond 9 grooter geweest dan in het daaraan voorafgaande, een resultaat dat ons reden tot tevredenheid geeft. Voor de verbetering van de bedrijfszekerheid werd een nieuwe drievoudige verbinding tusschen Naarden en Hilversum en een nieuwe verbinding tusschen Haarlem en Zandvoort en de in de om geving daarvan gelegen pompstations van de Amsterdamsche Waterleiding aangebracht ter wijl enkele bovengrondsche lijngedeelten door kabel werden vervangen. Verschillende contracten met gemeenten, welke in den loop van het jaar eindigden, werden door nieuwe vervangen. Een vrij groot aantal gemeenten trad in onderhandeling over de overneming electricileitsbedrijven door de Provincie "m" meer wint in dit gewest, evenals in ancT 6 vincies, de overtuiging veld, dat een d stroomvoorziening het best kan worden°h indien het aantal schijven tusschen den cent en den consument zoo klein mogelSl- P.ro4 gemaakt. w<>n In de gemeente Bennebroek en het dor V zou men reeds lang van de elect het - van het gemeentebestuur van Bennebroek vinden, die het noodig maakte te trachten vereischte vergunningen door bemiddeli s"5 lenzang energie hebben kunnen genieten, ware h t dat wij daar een betreurenswaardigen teis n' van het gemeentebestuur van Bennebroek vinden, die het noodig maakte te trachter vereischte vergunningen door bemiddeli hooger gezag te verschaffen. Hierdoor Wprd V de voorziening van Vogelenzang, alwaar v gemeen de aansluiting aan het P.E.R,.neiri'1 verlangen werd tegemoet gezien, tegengeho I Een groot deel van den stroom werd d'°f- door bemiddeling van de N.V. „P.E.G.EM"1' de Centrale van de Koninklijke Nederla Hoogovens en Staalfabrieken ie Velsen ken, waarbij de verbindingen van ons K jJ tusschen VelsenUitgeestWormerveer-; sterdam tevens als koppeling tusschen de~C*J trale van de Hoogovens en de Centrale N0ü Amsterdam dienst deden. Naar aanleiding van de financieeie result meent de directie de verwachting te mogen teren dat door het rentelooze voorschot f 240.000 hetwelk de Provincie telken jate 1 het Bedrijf uitkeert als vergoeding voor he het van verschillende gemeenten minder onl dan bij toepassing van een redelijk tarief jJ! val zou zijn, door de geleidelijke stijging VJ omzet en door de voortdurende zorg besle^ de economie van het bedrijf, de periode van] liezen tot het verleden zal behooren. Er js reden, te verwachten, dat deze geleidelijke uitgang zal voortduren, tenzij internatiè verwikkelingen, economische depressie, revolt of andere dergelijke verschijnselen hierin |L zouden brengen, Aan de verdere mededeelingen ontleenen nog dat de definitieve inbreng van de Ceni. in de N.V. P.E.G.E.M. ook dit jaar nog stand kwam. De definitieve stroomleverinf de Centrale der Hoogovens nam in Januari: een begin. Tengevolge daarvan traden in U, meer verliezen op dan er bij levering yj« Centralen Amsterdam en Haarlem uit zoude geweest. Er werden er totaal van de PE(i; in 1924 ingekocht 58.149.635 K.W.U., w'aaj van Centrale Haarlem 9.117.675 tegen lo!i> 1923: 55.704.993 K.W.U. Van de G.E.B. H« werd aangekocht 16.151 K.W.U. tegen 12» 1923. De balans per 31 December 1924 is opgei; tot een totaal bedrag van f 26.224.789. 18 1' de balans komt voor een Provinciale bijdrafc f 240.000. Verder vermelden wij de volgende po Verliessaldo volgens balans op 31 December f 1.699,324. 72 1/2 en verliezen uit oorzaken 1921 geconstateerd vóór 1 Jan. 1923: f 1.235,891 liet een winstsaldo van f 244.148.88. In werk» i heid bedraagt de winst f 342.458.24. Zooals het verslag opmerkt, maakt een t :ichtige bedrijfspolitiek het gewenscht een tt l van f 98.309.36 wegens verlies op buiten gib i gestelde netten rechtstreeks ten laste vaj verlies- en winstrekening te brengen, f De exploitatierekening geeft een eindcijfer f 3.725.565.79 1/2 en de verlies- en winslreto een van f 504.479.38 1/2. INGEZONDEN. Buiten verantwoordelijkheid der Rt Geachte redactie! Gaarne verzoek ik van I een klein plaati.t uw blad, bij voorbaat mijn oprechten dank. J 't Was feest in onze plaats, 't was 31 Aof I en men kon het zien aan den feesttooi, vlij enz. en de advertenties in de courant gaven welke zaken er dien dag of 's middags ges' zouden zijn, als bijv., bankinstellingen, tl loketten postkantoor, enz. Zoo was ik d stellig van meening, geen avondcouranl l( ontvangen en wel om dezen reden: daar i een van de plaatselijke bladen gelezen i dat door de feesten de avondbestellin' (1 werd uitgevoerd. Zoo mocht ik dit van IJo ook denken. Maar neen, om kwart voor sci v 't drukke straatgewoel van feestvierenden,! de dienstgetrouwde besteller mij me f brengen. Ik sprak hem hier over aan o vertelde mij dat er wel sprake van was gn maar dit kon de kleine handelsmenschii j eens schade berokkenen, zoodoende is iJ. gebeurd. En waarom de groote handeh:" 8 niet? vroeg ik. Wel dat zijn in den regdi p houders. Maar dan kunnen ze toch wei d merkte ik op. Dit ja, mijnheer, zoo is 'l! Ja, ja, net als altijd de werkbijen, die 1 de honig niet, die houd de imker. Toch ik van ganscher harte, dat als 't grootste van menschen feest viert, men hen niet en zij die het verkeer gaande houden en H de agenten ik weet het niet van hier. in Haarlem daar wordt na de drukte, wa f een dienstvrijheid kon worden gegeven, c door dienstvrijheid vergoed. Een vriend van den amblt!1 NIEUWE UITGAVEN. Geïll. Gemeenteblad, dir.-uitgever H. 's Gravenhage, Het Augustus-nr. bevat- meesterswoning te Medan; AmstelodamiaS gratie: Gelderland in de 18e eeuw; Ee ziekenhuis te Heerenveen; De ontwikkel Assen. Nijverheid en Handel, Maandblad van mer van Koophandel en Fabrieken voor en Omstreken. Het Augustus-nr. bevat: Kamer; Naar een Ministerie van Landbou». geving; Arbeidsbemiddeling voor handels": en -agenten; Het verslag der Staatscomnii^ 30 Mei 1921 (over de electriciteitsvoorziej11- ons land); Iets over het congres der Ipk nale Kamer ver Koophandel; Jaarbeurzen, toonstellingen; Uitvoerhandel; Lijst van ten en handelsvertegenwoordigingen; r°s Verkeerswezen, Waarschuwingen. Van Smit en Co's Bouwbureau te Gw Jp ontvingen wij een brochure, met we. voornamelijk beoogd is een uiteenzetting wijze waarop genoemd bouwbureau we en het doel, dat het nastreeft. Gids voor Castricum. Van de Vereenig^! Vreemdelingenverkeer „Castricum vingen wij een gids voor Castricum- dat tot doel heeft meerdere bekende het gunstig gelegen dorp Ui j zijne schoone omgeving, ziet er keung vat tal van mooie illustraties. Disc. trekkelijk korten afstand, gelooven velen onzer inwoners dit mooie mW hebben bezocht. Nu er een weg naar bezoek aan Castricum aan te bevelco.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1925 | | pagina 2