J
A
liet nummeriek evenwicht tusschen de
beide sexen zich altijd weer herstelt.
Maar de verklaring ontbreekt nog. In I
de 17e eeuw had men er al 262 verkla-
ringen van; er zijn er nog ettelijken
bijgekomen. Maar hoe meer verklarin-1
gen, hoe minder klaarheid. Tegen
kiespijn, rheuniatiek, verkoudheid,]
hoofdpijn heeft men ook honderden ge
neesmiddelen, omdat er geen genees-1
middel tegen is!
Zelfontbranding van den meusch.
Weinig jongensboeken hebben
mijn jeugd zulken diepen indruk ge
maakt als Jacob Eerlijk van Marryat.
De kleine schippersjongen, wiens moe
der door misbruik van brandewijn ver
brandde en wiens vader overboord
sloeg en verdronk, nam alles met wijs-
geerige kalmte op en stond als een rots
in zijn vele moeilijkheden. Gedane za
ken nemen geen keer! Neem het koel-
Ijes op! waren zijn lijfspreuken, die hij
te pas en ook wel eens te onpas aan
haalde. Ik was Jacob eigenlijk al ver
geten, zijn persoontje en avonturen
waren weggeborgen in mijn onderbe
wustzijn, toen ik in de Revue interna
tionale contre l'alcoolisme van Juli-
Aug. zijn naam ontmoette: Jacob le
fidéle. Maar dat moet mijn oude vriend
Jacob Eerlijk zijn en inderdaad hij is 't.
In een studie over het vreeselijke ver
schijnsel, de alcoholische zelfontbran
ding, waaraan zijn moeder stierf,
wordt het boek van Marryat, dat al
bijna een eeuw oud is, genoemd.
Natuurlijk moest ik het artikel nu
nauwkeurig lezen en ik herinnerde me
daarbij nog mijn ontzetting, toen ik als
kind las, dat Jacob zijn moeder als een
hoopje asch in de kajuit vond. Ik had
er als kind nooit van gehoord, dat men
door veel alcohol in den brand kan
vliegen en toen ik ouder en critischer
was geworden, begon ik aan de moge
lijkheid ervan te twijfelen.
Over de zelfontbranding van drin
kers schrijft Dr. J. Scharffenberg van
Oslo in genoemde Revue. PI ij geeft als
ondertitel: Een vreemd en oud bijge
loof.
Daarin vindt men al dadelijk het re
sultaat van zijn onderzoek. Men heeft
vroeger gemeend, dat bij den dronk
aard plotseling een inwendige brand
kan ontstaan, waar na een vlam uit
den mond of andere openingen van liet
lichaam schiet en er van het lichaam
niets overblijft dan wat beenderen en
asch. Tot aan dc negentiende eeuw
worden er verschillende gevallen van
gemeld en geleerden hebben naar een
wetenschappelijke verklaring ervan
gezocht. Het bestuur van de hooge-
school van Kopenhagen heeft in de ze
ventiende eeuw een geval van zelfver
branding onderzocht en in het rapport
erover staat o.a.:
Hoewel het niet twijfelachtig is, of
iemand kan door buitensporig gebruik
van brandewijn zijn eigen dood bewer
ken, zelfs al komt er geen vlam uit zijn
hals en al zijn zijn lippen niet ver
koold, kunnen wij toch niet verklaren,
dat Peder Pe der son gestorven is door
misbruik van brandewijn.
Over een speciaal geval durven de
Kopenhaagsche professoren niet oor-
deelen, maar ze erkennen toch de mo
gelijkheid van de alcoholische zelfver
branding. Dit wordt ook gedaan in we
tenschappelijke geschriften van later
tijd en in propagandageschriften der
drankbestrijders. Maar in het midden
der negentiende eeuw heeft de be
roemde scheikundige Liebig aange
toond, dat we hier met een wetenschap
pelijk bijgeloof te maken hebben. De
vraag werd zeer actueel in verband
met een misdaad. Men vond de gravin
Görlitz verbrand. Een geneesheer gaf
voor het gerecht als zijn meening te
kennen, dat zij door zelfontbranding
den dood had gevonden. Het büeek ech
ter, dat zij vermoord was en door den
misdadiger, om elk spoor van bewijs
weg te nemen, daarna verbrand. Liebig
toonde aan, dat een mensch van 120
pond ongeveer 90 liter water in zich
heeft, wat zelfontbranding uitsluit. Dr.
Scharffenberg voegt er nog aan toe,
dat dronkaards niet meer dan 0,5 al
cohol in hun bloed hebben en dat deze
geringe hoeveelheid bij een lichaams
temperatuur van 37 C. niet ontbranden
kan.
Zelfs Zola in zijn bekende serie Rou-
gon-Macquart is er ingevlogen, in het
oude, zonderlinge bijgeloof namelijk.
Zijn romans willen uitgaan van weten
schappelijk inzicht omtrent den
mensch, zijn ontaarding, erfelijkheid
enz. Zoo beschrijft hij ook den alcohol-
brand in Macquart. H?ij verbrandde in- j
wendig van hoofd tot voeten; het vuur!
verteerde hem als een spons in brande
wijn gedrenkt. Zelfs! Zola met zijn!
evangelie dor wetenschap, in het net
van middeleeuwsche dwaling gevan
gen! En de brave, dappere Jacob, dien
ik als jongen zoo biewonderde, heeft
zijn moeder niet verloren in een alco
hol brand. Marryat, del schrijver is ook
de dupe geworden van het bijgeloof,
dat zelfs de mannen der wetenschap
zoolang gesteund hlebhen. Neem het
koeltjes op! zou Jacofo zeg&en.
RAADSOVERZICHT.
Zitting van 1 September 1925.
Was 't niel bij tien vrede van Rijswijk, dal de
Fransche algevaardigde hooghartig durfde zeggen,
over ons land sprekende: „V/ij onderhandelen bij
U, over U, doch zonder li".
Daaraan dachten wij onwillekeurig in deze
raadszitting bij liet groote onderwijsdebat, speci
aal over de verhoudingen en benoemingen aan
School D en School Dl te Velseroord, tusschen
enkele raadsleden en den Wethouder van Onder-
I wijs.
De Voorzitter had gevraagd of de leden ook
voor dit bepaalde punt een besloten vergadering
wenschten, doch men vond dit niet noodig. Toch
meenen we, dat, hoezeer we ook afkeerig zijn
eelvuldige of niet strikt noodzakelijke ge
heime vergaderingen, ten opzichte van veel var
het gesprokene, het beter geweest ware de deu
ren tijdelijk te sluiten of zich bij de besprekingen
wat te beperken.
In deze zitting is over onderwijzers, dus amb
tenaren in dienst der gemeente gesproken, dat
beter geweest ware niet tot de pers en het publiek
te laten doordringen.
De heer Roelse is de onderwijs specialiteit van
de Soc. Dein. raadsfractie, treedt tenminste over
dit métier als haar woordvoerder op. Welnu, de
heer Roelse had een lijvig requisitoir opgesteld.
hij een reeks van bezwarende feiten
meende te moeten naar voren brengen, die èn den
Wethouder van Onderwijs en enkele leerkrachten
aan School D, in staat van beschuldiging moesten
stellen, als handelende in strijd met de belangen
van het openbaar lager onderwijs en wat ten
opzichte van den soc. dem. Wethouder van On
derwijs nog sterker sprak, handelende in strijd
met de inzichten, de wenschen en wenken van
zijn partijgenoolen in den raad. 't Was zelfs een
oogenblik plechtig stil in de als rechtzaal aan
doende raadsvergadering toen de openbare aan
klager de heer Roelse, als Officier van Justitie
zijn eisch deed hooren:
„dat het B. en W. moge behagen hun voordracht
tot benoeming van den heer de Mooy tot hoofd
van School Dl in le trekken";
,dat, op grond van de omstandigheid, dat de
heer van Oosterom misschien een goed onder,
wijzer, doch een slecht schoolhoofd is, de be
staande toestand aan School D worde herzien
Doch de aan de beklaagden van Oosterom en de
Mooy, ambtshalve toegevoegde verdediger
heer Landeweert, Wethouder van Onderwijs,
hield een niet minder fel pleidooi ten gunsie
dier heeren onderwijzers, dan de heer Roelse,
als openbaar aanklager tegen hen had gehouden
en met klimax in zijn stem en onder ademlooze
stilte, donderde de verdediger den Raad toe:
„Dat het nu maar eens uit moest zijn met dat
geintrigeer aan en tegen School Dl.
Verder verklaarde hij, dat hij zich verantwoor
delijk stelde voor de goede gang van zaken aan
school D, indien de heer de Mooy bij zijn benoe
ming tot hoofd den steun vond bij den raad, door
hem met een groote meerderheid van stemmen te
benoemen. Hetwelk de Raad deed, door den heer
de Mooy te benoemen met 15 stemmen tegen 6.
Tegen stemden de soc. dem. raadsfractie (de heer
Landeweert uitgezonderd) en de heer Bosman.
Ofschoon de Wethouder van Onderwijs niet
alleen zelfs niel in de eerste plaats invloed uit
oefent op de onderwijsbenoemingen de Inspec
teur van het Onderwijs oefent daarop grooten
invloed uit was deze benoeming toch wel in
zooverre een slag in het aangezicht van de soc.
dem. raadsfractie, dat zij haar partijgenoot-
wethouder de voordracht daartoe met klem on
traden had. De heer Schilling ging zelfs zóó ver
den soc. dem. wethouder Landeweert te betich
ten van systematische tegenwerking van soc.
dem. sollicitanten. Hetgeen bewijst, dat het heel
moeilijk is „tout le monde et son père te bevre
digen,
„Als er twee kijven, hebben beiden schuld
.gt de Vox Populi en als de verhouding tus
schen hoofd- en klasseonderwijzers aan school D
niet, zelfs verre van rooskleurig is, dan moeten
beide partijen de hand maar in eigen boezem
steken. Gelukkig lijdt het onderwijs er niet onder,
naax we vernemen en heeft school D bij de
ouders der schoolgaande kinderen een goede
reputatie.
ITebt ge wel eens gehoord van „kapitaalkrach
tige" menschen, die onbewoonbaar verklaarde
woningen bewonen. De heer ten Broeke kent ze
zeker. Sprak er althans van toen de gratis-water,
levering aan bewoners van zoodanige krotter
tér sprake kwam.
De heer Roelse had daartoe het initiatief geno
men, doch op zijn verzoek om zulks niet te be
perken tot het door hem genoemde speciaal
geval, doch in algemeenen zin toe te passen,
wenschte de wethouder van openbare
niet in te gaan.
Bij dit dispuut sprak de heer ten Broeke
.Kapitaalkrachtige" bewoners van zoodanige
woningen, die het water wel zouden kunnen be-
Zullen we nog iets zeggen over het verzoek
van den heer Tusenius om de hondenverordening
zoodanig te wijzigen, dat het geoorloofd zoude
werken
zijn honden in onze gemeente los te laten loopen,
wanneer deze onder geleide en hoede van hun
eigenaars zijn?
Laten we volstaan met het feit dankbaar te
memoreeren en de wenk van den raad niet min
der dankbaar ter harte nemen om er zoo min
mogelijk tover te schrijven en te spreken. „Un bon
entendeur etc" is voldoende voor onze trouwe,
aanhankelijke viervoeters en voor den
RAADSOVERZICHTER.
DE BEVERS VAN EUROPA.
Een bezoek aan de nieuwe
sluiswerken van IJmuiden.
Ratelende heikarren, rammelende cementmo-
lens en beton, veel beton, overweldigend
veel beton. Ziedaar den eersten indruk; dien men
krijgt, wanneer men op 't oogenblik een bezoek
brengt aan den .grooten kuil, welke zich straks
vermoedelijk in 1928 zal presenteeren als de
grootste sluis ter' wereld, grooter nog dan die in
't Suez-kanaal
Onder de prettige en bekwame leiding van
hoofdingenieur Ringers en de heeren Van der
Laan en Scholten hebben wij gisteren dezen rom
melpot van beton, /ijzer en zand kunnen doorvor-
schen en in onze verbeelding 't machtige werk
zien uitdijen tot wat het worden zal: een der
meest grootsche scheppingen van Hollandsche
ingenieurskunst.
„Holland op zijn best" schreven we niet lang
geleden na een bezoek aan de Zuiderzee-werken
bij Wieringen en we zouden het thans willen
herhalen: wie den arbeid ziet, die zich in dit af
gelegen oord voltrekt en vluchtig kennis heeft
genomen van de ontzaglijke, vaak voorbeeldlooze
moeilijkheden, waarvoor men zich bij dit werk
zonder weerga geplaatst ziet, die moet wel in
extase komen voor wat steeds de roem en trots
onzer natie is geweest: vernuft en durf, waar het
geldt onzen vriend-en-vijand-tegelijk: bet water.
Een Engelschen landbouwer hebben wij eens
hooren uitroepen, toen hij op een excursie door
den JHaarleJmmermeer .vernam, dat de grond on
der zijn voeten ettelijke meters beneden den zee
spiegel lag: „Jullie bent de bevers van Europa!"
En zoo is 't: de noodzakelijkheid, die alom zoo
vele „eigenschappen van het soort" deed ont
staan, maakte den Hollander tot een waterbou
wer. Ook hier was 't weer de noodzakelijkheid,
die den stoot gaf tot „het aangaan van dit werek
van menigherley geval." Immers: De bestaande
sluizen, drie in getal, zijn niet langer toereikend
voor het moderne scheepvaartverkeer. Voor de
oceaanstoomers zijn n.l. twee van de drie reeds
lang te klein geworden, zoodat deze uitsluitend
de derde sluis passeeren en dat hierin een groot
risico ligt besloten met het oog op schadevaring
e, d. spreekt wel van zelf. De in aanbouw zijnde
sluis nu welke ten Noorden der bestaande komt,
krijgt een lengte van 400 M. bij een breedte van
50 M. en een diepte van 15 M.De bestaande z.g.
„groote sluis" is 225 V 25 X 10 M. en de kleine
sluizen resp, 69 X 12 X 5 en 119 X '8 X 8 M.
De sluis in 't Suez-kanaal ten slotte, tot dusver de
grootste, meet „slechts" 305 X 33 X M«
De vraag doet zich nu voor: zouden we nu ein
delijk aan 't eind zijn óf zal ook deze sluis op den
duur weer vervangen moeten worden door een
nóg grootere? Minister Lelie is het geweest, die
deze kwestie indertijd grondig onder de oogen
heeft gezien en de vraag stelde, waar de grens zal
liggen van den voortgaanden groei der zeesche
pen. Deze grens nu ligt in de zee, immers de diep
gang der schepen kan uit den aard der zaak nim
mer grooter worden, dan de minimale diepte van
den zee-toegangsweg tot IJmuidens haven. Daar
om heeft men de diepte van de nieuwe sluis
vastgesteld op 15 M.( en in verband daarmede de
breedte en de lengte bepaald.
De nieuwe sluis zal voorzien worden var. drie
schuifdeuren; in verband met de enorme breedte
den grooten waterdruk is het n.l. niet wel
mogelijk, het oude systeem der z.g. punt- of
draaideuren toe te passen. .Elk dezer deuren
krijgt de respectable lengte van 54 M, bij een
breedte van 7 M, en een hoogte van 27 M. Zij
schuiven weg in detirkassen, welke in den kolk-
muur zijn ingebouwd en afgesloten kunnen wor
den, zoodat de deuren in hun eigen kassen gemon
teerd en later gedokt zullen kunnen worden. In
elk sluishoofd komen twee kassen, d w.z. twee
voor de eigenlijke sluisdeuren, één voor de
servedeur en één reserve-kas. Men krijgt eenig
idee van de afmetingen dezer deuren, wanneer
men bedenkt, dat ze 1.25 millioen K-G. per stuk
zullen wegen en elk plm. f 350.000 zullen koster-
Zij worden te Rotterdam bij de firma Burgerhout
gemaakt (liggende) en zijn verdeeld in een aarla"
waterdichte luchtkamers, zoodat ze ia ikooi
drijvende en door een sleepboot getrokken naar
IJmuiden kunnen worden vervoerd en na opstel
ling in de kassen vrijwel zullen drijven, d. v
bij lange na niel met hun volle gewicht op den
vloer zullen drukken. De vloer, die uit een on
geveer 3 M. dikke betonlaag zal bestaan, wordt
voorzien van zware rails, waarlangs de deuren
heen en weer worden geschoven, volkomen op de
wijze van suitedeuren, alleen echter met dit ver
schil, dat hier één deur de volle breedte van den
sluiskolk afsluit.
Toen men in 1920 begon met de afgraving van
het terrein, dat gelegen is ter hoogte van de zand
haven der Amst. Ballast Mij., had dit gemiddeld
een boogie van 8 M. boven N. A. P., zelfs liep er
een duinrug van 20 M. hoogZoo kwam liet,
dat er niet minder dan 191/n millioen kubieken
meter zand moest worden verzet, d.i. het vierde
deel der culebra-doorgraving van 't Panama
kanaal.
Gelukkig echter kon Amsterdam veei zand ge
bruiken voor opspuiting der bouwterreinen in de
nieuwe stadsgedeelten. Reeds is ongeveer 12
millioen kub. M. zand weggegraven. Dit
sehiedt met behulp van zware excavateurs, een
soort „baggermolens op het droge", die op t
oogenblik nog dag en nacht doorwerken en 2500
M3 per uur uitgraven. Elk zoon gevaarte kan in
tien minuten tijds een zandtreintje, beslaande uit
14 kipkarren, volstorten
beneden N. A. P. Zij rusten op duizenden zwaar
bewapende palen, waar overheen eerst een dikke
betonvloer is gelegd en pas daarop staan de zwa
re kolkmuren, die aan de buitenzijde worden ge
schraagd door dito beeren. Maar aangezien de
sluisdiepte 15 M. wordt, zou het gevaar bestaan,
dat bij verdere uitdieping later de grond onder
den vioer, dus tusschen de fundeeringspalcn in
den kolk zou worden gedrukt. Daarom is onder
den binnensten onderrand van de kolkmuren een
z.g. schort aangebracht, d.i. een rij van „manne
tje aan mannetje" ingeheide betonpalen, voor.
zien van messen en ploegen, waardoor ze in el
kaar grijpen en den achterliggenden grond dus
beletten, later naar den kolk uit te puilen; schort,
fundeeringspulen, vloer, muur en beeren vormen
zoo één compact geheel.
Wij gebruikten telkens het woord „heien'
doch in zekeren zin is dit niet juist; de betonpa-
len n.l. die eveneens op het terrein zelf wor
den vervaardigd worden als 't ware in den
grond „gespoten": wanneer de paal n.l, verticaal
op zijn plaats is gezet, worden aan weerszijden
twee ijzeren straalpijpen van dezelfde lengte ge
zet, waardoor onder een druk van 9 atmosfeer en
een capaciteit van 2 X 15 L. per seconde water
wordt gespoten. Deze buizen, welke den paal op
zijn weg in den grond vergezellen, spuiten voort
durend den grond onder de stompe paalpunt
weg, waardoor deze door zijn eigen gewicht, ver
meerderd door een zwaar blok van 4,000 K.G.
„van zelf" in den grond wegzakt. (Spoelwater
zand komen naast de buis naar boven en worden
weggepompt). Eerst wanneer de paal na plm.
M. de z.g. eerste kleilaag ontmoet, komt het hei
blok in actie, om hem met een paar fiksche sla
gen daar doorheen te slaan, maar daarna wordt
de paal verder op diepte gespoten. Men zal be
grijpen, dal dit al een zeer g'eruischlooze wijze
van heien is! Het uittrekken der spuilbuizen met
hun stervormige slraalpijp geschiedt door de hei
machine, welker ijzeren stelling de respectabele
hoogte heeft van 33 M,
In groote trekken kan men de sluiswerken ver-
deelen in het buitenhoofd, waarvoor men op 't
oogenblik nog bezig is het zand weg te graven,
verder de 400 M. lange sluiskolk, waarvan reeds
een gedeelte der muren staat en ten slotte het
binnenhoofd, welks bouw is aangenomen voor f 3
millioen.
De bouwkosten der schutkolkmuren bedragen
f 1.6 millioen van het buitenhoofd, over eenige
maanden aan te besteden, f 5 millioen naar ra
ming.
Ten einde nu te voorzien in een snellen en re-
gelmatigen beton-aanmaak, is men thans begon
nen met het bouwen van een 80 M. hoogen toren,
aan welks voet twee reusachtige betonmolens
worden opgesteld. De specie zal dan met behulp
van een transportband boven in den toren wor
den gebracht, om vervolgens van daaruit in iede
re gewenschte richting via trechters en goten naar
het werk te vloeien. Ook omdat men dag en nacht
zal doorwerken, wordt daardoor dan bereikt, dat
het aantal stortnaden tot een minimum beperkt
kan worden. Dank zij de enorme capaciteit dezer
centrale betonmakerij plm. 60 a 70 Ms per
uur zal het mogelijk zijn, gietstukken 3 a 4000
M;! te gelijk en aan één stuk te maken Elke
kolkmuur b.v. zal bestaan uit 22 blokken, waar-
tusschen telkens een met asfalt bekleede krimp-
naad, zulks n.l, met het oog op de z.g. werking
van het beton, waardoor anders krimpscheuren
zouden ontstaan.
Wat betreft de samenstelling van het gebruik
te beton, kan in de eerste plaats worden opge
merkt, dat met hel oog op de inwerking van het
zeewater met speciale eischen moet worden re
kening gehouden. Alleen daarvoor is op het ter
rein een volslagen laboratorium aanwezig, waar
in trek- en drukproeven worden gedaan. Voort
durend n.l. worden van elke partij beton, welke
gegoten wordt, blokjes van 30 c.M. in 't kubiek
genomen, welke men op geheel dezelfde wijze laat
verharden als het gietstuk zelf. Deze blokjes wor
den dan genummerd en van datum voorzien, om
dan na bepaalden tijd door een speciale beproe-
vings-machine, die een druk van een half mil
lioen K.G. kan ontwikkelen, te wórden beproefd
op drukvastheid. Andere apparaten beproeven
de trekvastheid en- de waterdichtheid, zoodat men
ten allen tijde en van elk onderdeel van 't werk
weet, of inderdaad wel deugdelijk materiaal is
gebruikt.
Wij hebben oa. twee stukjes beton gezien, die
beiden een half jaar lang in 't water hadden ge
hangen, het een in zee, het andere in zoetwater;
duidelijk was waar te nemen de inwerking der
wieren en algen met hun plantenzuren en van de
kristalvorming in de betonporiën. Dit verschil
werd bovendien nog in cijfers gedemonstreerd
door een trekproef. Ten einde deze inkankering
door 't zeewater zooveel mogelijk te beperken,
gebruikt men cement met een hoog kiezeizuur-
gehalte, vermengd met tras en een ietwat ver
hoogde zanddosis. Als bijzonderheid kan nog
worden gemeld, dat hier voor 't eerst gebruik
wordt gemaakt van duinzand bij de betonberei-
ding. Eén derde gedeelte van bet rivierzaud is
nl. vervangen door het ter plaatse meer dan
jvervloedig aanwezige duinzand en dat het mate
riaal niettemin sterk is bleek wel, toen we een
proefblokje eerst onder een druk van ruim
270.000 K.G. zagen scheuren
De sluiskolkmuren zijn gefundeerd op 7l/0 M.
Ten slotte willen we nog wijzen op een groote
moeilijkheid, welke bij dit werk wordt ondervon
den. De grond, zooals men die op 7*/0 M. bene
den N.A.P. ziel, bestaal oogenschijnlijk uil zand.
Echter is gebleken dat ongeveer 9 M. daar bene
den een kleilaag ligt. Boort men in die laag eep
gat, dan welt onmiddellijk water op, dat tot N.
A. P. stijgt, wel een bewijs dus, dat het Artesische
water daar beneden onder een hoogen druk
staat, n.l. 18 ton. Verder borende Jieeft men op
een diepte van 40 M. beneden N.A.P. wederom
een kleilaag gevonden.
Maar nu moet de onderkant van de sluis
ongeveer ter diepte van die eerste kleilaag komen
te liggen. Graaft men nu den grond geheel of ge.
deeltelijk boven de laag weg, dan wordt het even
wicht verbroken en breekt hij naar boven door,
zoodat het water met groote kracht zou opspui
ten, niet alleen, dat daardoor een richlige afwer
king onmogelijk zou worden, maar bovendien zou
den de omliggende prises d'eau der provinciale
waterleiding en van de industrie een lekort aan
water krijgen (alleen de papierfabrieken onttrek
ken per dag meer water aan den grond, dan d'
stad Haarlem per 24 uur consumeert en voor di
gezamenlijke ijsfabrieken is dit kwantum nóg een:
zoo groot!) Men heeft er toen het volgende op
gevonden: het water tusschen de twee kleilagen
staat door de bovenliggende zandlaag van 18 M.
dik onder een druk van 18 ton; wil men dus
plaatselijk een laag van 7*/0 M weggraven, dan
dient eerst de waterdruk verminderd te worden
tot 10 ton en wel door middel van afzuiging. Dit
afgezogen water wordt afgepompt naar de filters
van het Prov. Waterleidingbedrijf te Wijk aan Zee.
welke het ontijzeren en vervolgens ter consump
tie in het buizennet pompen.
Bij het leggen van de vloeren der deurkassen
echter moet men reeds nü op een diepte van plm
18 M. beneden N. A. P. komen, hetgeen dus al
leen mogelijk is, wanneer men althans plaatse
lijk allen druk ontneemt door het Artesische
water weg te pompen. Dit nu bereikt men op de
volgende wijze: rondom de plaats waar de deur-
kas komt, wordt een afsluiting gemaakt n.l. door
een rij platte ijzeren damwandplaten, weikei
tanden nauw in elkaar passen, zóó diep in di
grond te heien, dat hun voet in de onderste klei
laag rust. Hierdoor wordt dus bereikt, dat het
grondwater binnen den damwand geen comnmni-
catie meer heeft met dat daarbuiten. Het water
wordt dan afgemalen en zonder gevaat voor
„spuiters" kan men den grond afgraven tot op o!
zelfs onder de eerste kleilaag. De gebruikte dam
wandpalen zijn speciaal voor dit werk gemaakt
en hebben een lengte van26 M. Dank zk
dit stelsel van drukvermindering en afdamming
kan het werk thans rustig voortgaan en loopt de
duinwaterwinning niet het minste gevaar.
Ten slotte nog iets over den toegang lot d>
nieuwe sluis van zee uit. Deze waren niet ten
buiging in zuidelijke richting tot juist binnen de
noordelijke pier aangelegd, welke laatste daartoe
over een korten afstand iets zal worden omgelegd.
De diepte wordt voorloopig niet grooter d:
plm. 12 M. maar kan later gemakkelijk word:
bijgebaggerd tot 15 M., doch dit is voorloopig
nog niet noodig, Ook ligt het in de bedoeling, de
toegang tot de sluis in de toekomst recht naar
zee door te trekken, dus buiten de bestaande
noorderpier, zoodat alsdan een nieuwe pier zal
moeten worden aangelegd, die tevens langer zal.
moeten worden dan de tegenwoordige. De Zui-
der pier blijft dan op de zelfde plaats en dient
dus alleen verlengd te worden. Deze veranderin.
gen zijn echter nog niet aan de orde.
De kosten van het geheele werk, die in 1911
op f 15 millioen en negen jaar later op f 28 a 30
millioen werden geschat, zullen thans waarschijn
lijk niet meer dan f 18 a f 20 millioen bedragen,
waarvoor ons land dan in 't algemeen en de
hoofdstad in 't bijzonder niet alleen een werkstuk
rijker zal zijn geworden, waarop het Nederland
sche volk met recht trotsch kan zijn, maar óók
een inrichting, die voor den handel en de scheep
vaart der Rijks-hoofdstad van onschatbare waar
de zal blijken te zijn. Tel.
Het Prov. Electrïcïteits Bedrijf.
Verschenen is het Verslag over het Boekjaar
1924 van het Provinciaal Electriciteilsbedrijf van
Noord-Holland. Aan het daarin voorkomend al
gemeen overzicht is het volgende ontleend:
Met voldoening kunnen wij cons.tateeren, dat
ons Bedrijf over het afgeloopen jaar in het alge
meen op bevredigende wijze aan zijn bestemming:
de voorziening van het vasteland der Provincie
van electrische energie, voorzoover die voorzie
ning niet plaats heeft door Amsterdam en Haar
lem, heeft voldaan. De stroomverkoop is in het
afgeloopen jaar rond 9 grooter geweest dan in
het daaraan voorafgaande, een resultaat dat ons
reden tot tevredenheid geeft.
Voor de verbetering van de bedrijfszekerheid
werd een nieuwe drievoudige verbinding tusschen
Naarden en Hilversum en een nieuwe verbinding
tusschen Haarlem en Zandvoort en de in de om
geving daarvan gelegen pompstations van de
Amsterdamsche Waterleiding aangebracht ter
wijl enkele bovengrondsche lijngedeelten door
kabel werden vervangen.
Verschillende contracten met gemeenten, welke
in den loop van het jaar eindigden, werden door
nieuwe vervangen.
Een vrij groot aantal gemeenten trad
in onderhandeling over de overneming
electricileitsbedrijven door de Provincie "m"
meer wint in dit gewest, evenals in ancT 6
vincies, de overtuiging veld, dat een d
stroomvoorziening het best kan worden°h
indien het aantal schijven tusschen den
cent en den consument zoo klein mogelSl- P.ro4
gemaakt. w<>n
In de gemeente Bennebroek en het dor V
zou men reeds lang van de elect
het -
van het gemeentebestuur van Bennebroek
vinden, die het noodig maakte te trachten
vereischte vergunningen door bemiddeli s"5
lenzang
energie hebben kunnen genieten, ware h t
dat wij daar een betreurenswaardigen teis n'
van het gemeentebestuur van Bennebroek
vinden, die het noodig maakte te trachter
vereischte vergunningen door bemiddeli
hooger gezag te verschaffen. Hierdoor Wprd V
de voorziening van Vogelenzang, alwaar v
gemeen de aansluiting aan het P.E.R,.neiri'1
verlangen werd tegemoet gezien, tegengeho I
Een groot deel van den stroom werd d'°f-
door bemiddeling van de N.V. „P.E.G.EM"1'
de Centrale van de Koninklijke Nederla
Hoogovens en Staalfabrieken ie Velsen
ken, waarbij de verbindingen van ons K jJ
tusschen VelsenUitgeestWormerveer-;
sterdam tevens als koppeling tusschen de~C*J
trale van de Hoogovens en de Centrale N0ü
Amsterdam dienst deden.
Naar aanleiding van de financieeie result
meent de directie de verwachting te mogen
teren dat door het rentelooze voorschot
f 240.000 hetwelk de Provincie telken jate 1
het Bedrijf uitkeert als vergoeding voor he
het van verschillende gemeenten minder onl
dan bij toepassing van een redelijk tarief jJ!
val zou zijn, door de geleidelijke stijging VJ
omzet en door de voortdurende zorg besle^
de economie van het bedrijf, de periode van]
liezen tot het verleden zal behooren. Er js
reden, te verwachten, dat deze geleidelijke
uitgang zal voortduren, tenzij internatiè
verwikkelingen, economische depressie, revolt
of andere dergelijke verschijnselen hierin |L
zouden brengen,
Aan de verdere mededeelingen ontleenen
nog dat de definitieve inbreng van de Ceni.
in de N.V. P.E.G.E.M. ook dit jaar nog
stand kwam. De definitieve stroomleverinf
de Centrale der Hoogovens nam in Januari:
een begin. Tengevolge daarvan traden in U,
meer verliezen op dan er bij levering yj«
Centralen Amsterdam en Haarlem uit zoude
geweest. Er werden er totaal van de PE(i;
in 1924 ingekocht 58.149.635 K.W.U., w'aaj
van Centrale Haarlem 9.117.675 tegen lo!i>
1923: 55.704.993 K.W.U. Van de G.E.B. H«
werd aangekocht 16.151 K.W.U. tegen 12»
1923.
De balans per 31 December 1924 is opgei;
tot een totaal bedrag van f 26.224.789. 18 1'
de balans komt voor een Provinciale bijdrafc
f 240.000.
Verder vermelden wij de volgende po
Verliessaldo volgens balans op 31 December
f 1.699,324. 72 1/2 en verliezen uit oorzaken
1921 geconstateerd vóór 1 Jan. 1923: f 1.235,891
liet een winstsaldo van f 244.148.88. In werk» i
heid bedraagt de winst f 342.458.24.
Zooals het verslag opmerkt, maakt een t
:ichtige bedrijfspolitiek het gewenscht een tt l
van f 98.309.36 wegens verlies op buiten gib i
gestelde netten rechtstreeks ten laste vaj
verlies- en winstrekening te brengen, f
De exploitatierekening geeft een eindcijfer
f 3.725.565.79 1/2 en de verlies- en winslreto
een van f 504.479.38 1/2.
INGEZONDEN.
Buiten verantwoordelijkheid der Rt
Geachte redactie!
Gaarne verzoek ik van
I
een klein plaati.t
uw blad, bij voorbaat mijn oprechten dank. J
't Was feest in onze plaats, 't was 31 Aof I
en men kon het zien aan den feesttooi, vlij
enz. en de advertenties in de courant gaven
welke zaken er dien dag of 's middags ges'
zouden zijn, als bijv., bankinstellingen, tl
loketten postkantoor, enz. Zoo was ik d
stellig van meening, geen avondcouranl l(
ontvangen en wel om dezen reden: daar i
een van de plaatselijke bladen gelezen i
dat door de feesten de avondbestellin' (1
werd uitgevoerd. Zoo mocht ik dit van IJo
ook denken. Maar neen, om kwart voor sci v
't drukke straatgewoel van feestvierenden,!
de dienstgetrouwde besteller mij me f
brengen. Ik sprak hem hier over aan o
vertelde mij dat er wel sprake van was gn
maar dit kon de kleine handelsmenschii j
eens schade berokkenen, zoodoende is iJ.
gebeurd. En waarom de groote handeh:" 8
niet? vroeg ik. Wel dat zijn in den regdi p
houders. Maar dan kunnen ze toch wei d
merkte ik op. Dit ja, mijnheer, zoo is 'l!
Ja, ja, net als altijd de werkbijen, die 1
de honig niet, die houd de imker. Toch
ik van ganscher harte, dat als 't grootste
van menschen feest viert, men hen niet
en zij die het verkeer gaande houden en H
de agenten ik weet het niet van hier.
in Haarlem daar wordt na de drukte, wa f
een dienstvrijheid kon worden gegeven, c
door dienstvrijheid vergoed.
Een vriend van den amblt!1
NIEUWE UITGAVEN.
Geïll. Gemeenteblad, dir.-uitgever H.
's Gravenhage, Het Augustus-nr. bevat-
meesterswoning te Medan; AmstelodamiaS
gratie: Gelderland in de 18e eeuw; Ee
ziekenhuis te Heerenveen; De ontwikkel
Assen.
Nijverheid en Handel, Maandblad van
mer van Koophandel en Fabrieken voor
en Omstreken. Het Augustus-nr. bevat:
Kamer; Naar een Ministerie van Landbou».
geving; Arbeidsbemiddeling voor handels":
en -agenten; Het verslag der Staatscomnii^
30 Mei 1921 (over de electriciteitsvoorziej11-
ons land); Iets over het congres der Ipk
nale Kamer ver Koophandel; Jaarbeurzen,
toonstellingen; Uitvoerhandel; Lijst van
ten en handelsvertegenwoordigingen; r°s
Verkeerswezen, Waarschuwingen.
Van Smit en Co's Bouwbureau te Gw Jp
ontvingen wij een brochure, met we.
voornamelijk beoogd is een uiteenzetting
wijze waarop genoemd bouwbureau we
en het doel, dat het nastreeft.
Gids voor Castricum. Van de Vereenig^!
Vreemdelingenverkeer „Castricum
vingen wij een gids voor Castricum-
dat tot doel heeft meerdere bekende
het gunstig gelegen dorp Ui j
zijne schoone omgeving, ziet er keung
vat tal van mooie illustraties. Disc.
trekkelijk korten afstand, gelooven
velen onzer inwoners dit mooie mW
hebben bezocht. Nu er een weg naar
bezoek aan Castricum aan te
bevelco.