ORGAAN VOOR DE Gl Vergehfjnt Woensdags Zaterdags Beroepskeuze. |jfo*10° Zaterdag 17 Oetober 1985 10e Jaargang IJMUIDER COURANT ^nementsprija: f 1.per 3 maanden, franco per post f 1.35, Abonnemen- 6 gorden aaangenomen aan het bureau en bij de Agenten. jfjftentiên 2 maal achtereenvolgend opgegeven op het gewone tarief, trden koatelooa nog een derde keer opgenomen in het eerstvolgend osoidagnummer. jreftentiên voor de Adreslijst 6 plaatsingen van dezelfde tekst (onveran- N tfdl f plaatsingen (dus 3 maanden achtereen) f 8. wlentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 9 uur v.m. en RlJDAGS tot 4 uur n.m. plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente velsen in dit blad "uitsluitend gerechtigd het Advertentie-bureau P. F. C. Roelse, IJmuiden. Uitgave van de N.V. UITGEVERS-MIJ. „IJMUIDEN" Adres voor Redactie en Administratie N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL WILLEMSPLEIN II TELEFOON 153 IJMUIDEN OFFICIEER. Begrootingen voor 1926. jurjSemeester en wethouders van Velsen bren- (er openbare kennis, dat: [e, de begrooting van de inkomsten en uitga ven der gemeente; de begrooting van het Gasbedrijf; 1( de Waterleiding; het bedrijf Openbare Werken; it, de begrooting van het bedrijf Reinigings- en Ontsmettingsdienst; ie, de begrooting van het Grondbedrijf; 7e, van den ophaal- en stortingsdienst, jor het dienstjaar 1926, van heden af tot den ijl der behandeling in den Raad ter gemeente- icretarie voor een ieder ter lezing zijn nederge- |d.enr tegen betaling der kosten, algemeen ver ghaar zijn gesteld. Velsen, 14 October 1925. Burgemeester en wethouders van Velsen, je secretaris, de burgemeester, kostelijk. rijkens. BURGERLIJKE STAND. Huwelijksaangiften. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Wieente Velsen brengt ter kennis van belang- ebbenden, dat het noodig is, dat bij de huwe- jksaangllte de stukken worden overgelegd, die 0Br het huwelijk vereischt worden, teneinde njuistheden of teleurstellingen ten aanzien van e huwelijksafkondiging of huwelijksvoltrekking f voorkomen. Inlichtingen betreffende de vereischte stukken innen verkregen worden aan de afdeeling Bur- iiiijke Stand op eiken werkdag tusschen 9 uur m, en 1 uur n.m. De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand gornoemd, suwerink. VAN DEN WACHTTOREN, De trek naar de steden. In alle landen vindt men het ver- chijnsel, dat dorpelingen naar de stad rekken, terwijl het omgekeerde: 'bijna ooit gebeurt. Zelfs in de jaren van orlog en voedselnoo'd, toen men op het ind, didhter bij de bronnen van het oedsel, minder gebrek leed dan in de ad, bleef toch de trek naar de steden Op het Int. Steden-congres in Parijs erd als aantrekkingskracht der stad ffloemid: talrijker en gunstiger levens- mdities. In het bijzonder werd de idruk geleigd op de betere hygiënische estanden in de steden, waar het daar- 3or met ziekte en sterven beter ge leld is dan in de „gezonde'' dorpen, ixlerdaad is het sterftecijfer voor de 'ad lager dan voor het dorp, waar ié die lucht frisscher is, meer zon ge- ïten iwodt en men voordurend vertoeft i de natuur, dat groote en scdioone ïst- en herstellingsoord, waar de vdcken en zieken uit de stad voort- irend heil zoeken. Maar de hygieni- Ingezonden mcdedeelingen 40 ets. per regel Advertenties vau 1 tot en met 5 regels f 1.iedere regel meer 20 ets. Compact gezette adverten ties van 1 t. en m. 5 regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichten zoomede vereenigings-adverteaties uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbetaling, van 1 tot en met 5 regels 0.75, iedere regel meer 15 cl9. Bij niet contante betaling worden de gewone prijzen berekend. Advertenties „adres bureau van dit blad" 10 ets. extra; voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets. in rekening gebracht. Bovenstaande regelprijzen worden niet 5 cent verhoogd voor advertenties van bui t e n de gemeente Velsen. sche toestanden in vele dorpen zijn nog allerschandelijkst slecht. Toch zullen er wel weinigen naar de stad gaan, om dat het daar gezonder is. Die overwe ging telt niet mee in den trek naar de stad. De meesten gaan erheen, omdat zij hopen daar meer geld te verdienen en er meer van het leven te genieten v alt. De loon en in industrie, handel, bij het verkeerswezen enz. in de steden zijn aanmerkelijk hooger dan de loonen die op het land vooral voor landwerk betaald' worden. Ook de timmerman, schilder en anderen verdienen in de ste den hooger loon dan in het dorp. Voor verbetering der woningtoestan den, trouwens ook een hygiënische fac tor, is in de steden meer gedaan dan in de dorpen. Maar bovenal trekt de stad om haar vroolijker en levendiger karak ter. Er is veel meer gelegenheid, om er uit te gaan en zich te vermaken. Plet gaat dus als bij de Romeinen om „brood en spelen". Het valt vaak niet mee. Plet aantal werkeloozen in de stad is groot en wie zich van buiten in de stad ves tigt, moet vaak lang zoeken, voordat hij werk 'heeft. En van vele genietingen en vermakingen in de stad geldt het oude woord: Je moogt er naar kijken maar aankomen niet! voor degenen, die met de handen het brood voor de hunnen moeten verdienen. Wie zich echter een maal van het dorp in de stad heeft neer gezet, komt er niet licht toe, naar het dorp terug te keeren. Vooral voor Engeland is de trek naar de stad een belangrijk verschijnsel. Plet gaat John Buil tegenwoordig niet goed. In Frankrijk is de staat arm, maar het volk is finantieel sterk en gezond. In Engeland is het omgekeerde het geval. Het is misere in industrie en handel, er zijn buitengewoon veel werkloozen, de landbouw jeremieert en heeft er reden toe. De loonen zijn buitengewoon laag en de pachters kunnen het hoofd bijna niet boven water houden. Engeland heeft nog veel groot grond bezit; bij betere verdeeling van den bo dem zou deze veel meer kunnen op brengen. Men heeft goeden grond en werkkrachten, die nu gesteund moeten worden, omdat er in industrie en han del geen plaats voor hen is en toch moet het Engelsche volk het grootste deel van zijn voedsel uit het buitenland ontvangen en gaan er ieder jaar schat ten naar andere landen en werelddee- len voor graan, zuivelproducten!, eie ren, vruchten en andere levensmidde len, die Engeland zelf zou kunnen voortbrengen. Men berekent, dat Enge land ieder jaar voor 40 weken voedsel invoert, dus slechts voor 12 weken voortbrengt. Lloyd George heeft over dit vraag stuk nagedacht en zijn partij, de libe rale voor zijn oplossing gewonnen. Het leven op het land moet weer aantrek kelijker worden, De menschen moeten er werk en een goed bestaan vinden. Dat kan alleen door nationalisatie van den bodem. De Staat moet, den grond uit de macht van de heeren in de han den d. werkers overbrengen. Dan komt er werk voor de vele werkloozen en bovendien zullen industrie en handel er door gaan bloeien. PLAATSELIJK NIEUWS. IJMUIDEN De electriciteitsvoorziening door het Hoogo venbedrij f De stichting van het Hoogovenbedrijf te Velsen was voor de industriëele welvaart dier gemeente van meer dan gewone beteekenis en sinds de op richting is de bestaansmogelijkheid en productivi teit van het bedrijf in vele opzichten bewezen, waartoe niet alleen medewerkte de afzet van het Jioogoverproduct maar daarnaast vele bijkomende factoren een bron van inkomsten konden zijn door de aflevering der zgn. nevenproducten, waarvan het verstrekken van energie in den vorm van electriciteit tot de voornaamste gerekend kan worden. Waar in veel voorkomende gevallen bij menig belangrijk bedrijf de nevenproducten in vrij gerin gere orde ten opzichte van het hoofdproduct zijn te rangschikken, neemt het produceeren van elec- trische energie bij het Hoogovenbedrijf groote af metingen aan en is in dit verband in staat, niet alleen voor het bedrijf zelf, doch ook daarbuiten belangrijke diensten te bewijzen. Voor de provinciale voorziening van electrici teit is de productie door het Hoogovenbedrijf van groote waarde. Het jaarverslag van het Hoogovenbedrijf maakt hiervan melding. Daarin is o.m. het volgende op genomen: „De centrale van het hoogovenbedrijf heeft de belangrijke taak, naast de krachtvoorziening van de eigen fabriek, te zorgen voor aflevering van de in de gassen aanwezige energie in den vorm v,rin electrisch vermogen. Waar de maatschappij het daarvoor moet hebben van afzet in het Pro vinciale net aan de P. E. G. E. M., wordt met erkentelijkheid geconstateerd, dat van genoemde N. V. de gewenschte medewerking werd onder vonden om harerzijds de mogelijkheid tot ver grooting van het door haar af te nemen vermogen op te voeren tot aan de hoeveelheid, die de fa briek kan afleveren. Van Juni 1925 af mag worden aangenomen, dat het net in staat is, de niet in eigen bedrijf benoodigde energieproductie van één hoogoven volledig af te nemen. Aan de P. E. G. E. M. werden afgeleverd 27.600.000 K.W.U. Tot zoover het verslag van het Hoogovenbedrijf. Het scheen ons wel van belang schrijft de N. Hl. Ct, onzen lezers hieromtrent nog wat meer mede te deelen en bij informatie te bevoegder plaatse werd ons het volgende medegedeeld. De N. V. „P. E. G. E. M." is er steeds op uit, het Hoog ovenbedrijf zoovel mogelijk van den overtolligen stroom te ontlasten en men mag aannemen, dat het Hoogovenbedrijf over 1925 ongeveer 30.000.000 K.W.U, aan de P. E. G. E, M, zal leveren, waar mede vrijwel het maximum zal zijn bereikt, dat door den eenigen hoogoven, die thans in bedrijf is, kan worden geproduceerd, Daar het bedrijf van de Hoogovens nog niet van dien omvang is, dat reeds een tweede oven per manent in gebruik moet worden gesteld, kan de afgifte van stroom voorloopig de productie van i oven niet te boven gaan. Mocht in den loop der jaren ook een tweede hoogoven permanent in bedrijf worden gesteld, dan zal het Hoogovenbe drijf ongeveer tweemaal zooveel electriciteit kun nen leveren als thans geproduceerd wordt. Op dit oogenblik is echter nog niet te zeggen, wan ner dit het geval zal zijn. De door het Hoogovenbedrijf geleverde electri citeit wordt door de P, E. G, E. M. op haar beurt afgeleverd aan het Provinciaal Electricileilsbe- drijf, dat bij den tegenwoordigen stand van zaken jaarlijks 60 a 70 millioen K.W.U. noodig heeft. Oppervlakkig gezien, zou men dus meenen, dat het P, E. N., zoodra de tweede hoogoven perma nent in bedrijf zal zijn, alle benoodigde electri citeit van het Hoogovenbedrijf zou kunnen be trekken. Dit is echter in werkelijkheid niet zoo, want, terwijl de productie van de Hoogovens zeer gelijkmatig is, heeft het P. E. N. op verschil lende uren van den dag en op verschillende dagen van het jaar veel meer stroom noodig dan op an dere. Het Hoogovenbedrijf levert dus nu" eens (vooral in den nacht) meer stroom, dan liet P.E.N. gebruiken kan, dan weer (vooral des winters in de avonduren) veel minder stroom dan het P.E.N. noodig heeft. Om hierin te voorzien, zijn de centrales te Am sterdam (Noord) en Haarlem wat men noemt parallel geschakeld met de Hoogovencentrale. Men moet zich dit zoo voorstellen, dat alle drie centrales den stroom als het ware in de leidingen pompen, die die centrales verbinden en dat het P.E.N. op verschillende punten van die leidingen en Amsterdam en Haarlem aan hun centrales den stroom afnemen. Produceeren nu de Hoogovens te veel electriciteit voor de behoeften van het P.E.N., dan gaat dit teveel in de richting Amster dam of in de richting Haarlem, is de behoefte van het P.E.N, grooter dan de productie van de Hoog ovens, dan zenden de Centrales te Amsterdam en Haarlem stroom naar de punten, waar het P.E.N de electriciteit afneemt Wanneer men nu vraagt, of dit betrekken van electriciteit van het Hoogovenbedrijf een voor deel voor de P. E. G. E. M. en dus voor haar af nemers Provincie, Amsterdam en Haarlem oplevert, dan is het antwoord daarop niet in twee woorden te geven. Uit een oogpunt van al- gemeene economie is er natuurlijk een groot voor deel, want het zou in strijd met alle begrippen van economie zijn om de gassen, die bij het hoogovenproces ontstaan, niet te gebruiken. Maar de vraag is anders gesteld en nu is het een feit, dat door de levering door het Hoogovenbedrijf de machines in de centrales te Amsterdam en Haar lem niet meer gedurende even langen tijd als vroeger gebruikt worden en dat dus die centrales minder economisch moeten werken dan vroeger. Dit nadeel in cijfers om te zetten en af te wegen tegen het voordeel, dat door de Provincie, Am sterdam en Haarlem tengevolge van den betrek kelijk lagen prijs van den door het Hoogovenbe drijf geleverden stroom verkregen wordt, is uiterst moeilijk, doch alleen reeds om het aan de levering door de Hoogovens verbonden algemeen econo misch voordeel, dient zij te worden nagestreefd. Invloed van betekenis op de prijzen, die de Pro vincie, Amsterdam en Haarlem aan hunne afne mers moeten vragen, kan het echter niet hebben, als was het alleen maar uit hoofde van het feit, dat de productiekosten slechts een klein onder deel vormen van den prijs, dien de lichtverbruiker WITTE KRUIS. Iedere Woensdagmiddag van half drie tot drie uur stelt de Vereeniging het Witte Kruis, in de Chr. Nat. School te Velseroord moeders gralis in de gelegenheid om hun zuigelingen, welke aan voedingsstoornissen lijden, te laten onderzoeken door den Consulent, Dr. Hanneman. Voor kraamverzorging, welke ook door boven genoemde Vereeniging wordt uitgeoefend, wende men zich tot het bestuurslid der Vereeniging, Mevrouw Dijkstra, Trompstraat 77 te Velseroord. Tarief naar draagkracht f 5f 15. moet betalen, welke prijs .vooral beheerscht wordt door de z.g.n. distributiekosten, Een punt, dat met betrekking tot de levering door het Hoogovenbedrijf wel eens naar voren is gebracht, is de zekerheid en de stabiliteit van de levering. Men beschouwt de door dit bedrijf ge leverde electriciteit wel als „afval-electriciteit" en inderdaad is zij, zooals wij hierboven aan stipten, een afval, of bijproduct. Voor den afnemer is echter een K.W.U., dooi de Hoogovens geleverd, precies evenzoo goed als een K.W.U., door Amsterdam geleverd en de klanten van het P.E.N. in het noordelijk deel der Provincie hebben bovendien het voordeel, dat, als er onverhoopt eens iets in de Centr. Amster dam mocht gebeuren, zij', ook nog stroom van de Hoogovens kunnen krijgen. Aan den anderen kant spreekt het vanzelf, dat bij de Hoogovens het eigen bedrijf steeds de eer ste plaats inneemt. Uit het bovenstaande mag men dus de conclusie trekken, dat door de samenwerking tusschen het Hoogovenbedrijf en de P. E. G. E. M. een stand van zaken is geboren, die beiden bedrijven zekere voordeelen brengt en die uit een oogpunt van algemeene economie valt te waardeeren. - Woensdagavond woonden we, in het R.K- Vereenigingsgebouw aan de Mahuslraat, een uit voering bij van de R.K. gemengde zangvereeni- ging „Zang en Vriendschapdir. de heer Jan Nibbeling, uit Haarlem. De zaal was ongeveer geheel bezet. ITet was de eerste keer dat we een concert bijwoonden in deze nieuwe zaal: het was ook de eerste uitvoering van dit koor, onder leiding van dezen jongen dirigent. Wat de zaal betreft, de klankweerkaatsing was zeer goed, zoodat we, voor een concert van klei neren omvang, een mooie aanwinst voor IJmui den boekten. Het kan er intiem gezellig zijn. Nu het koor. De voorzitter, de heer E. N. J. Zwager, deelde daaromtrent in zijn openingswoord een en ander mede. Toen in het voorjaar dit gebouw gereed kwam, rees weldra het plan bij enkelen om een gemengde zangvereeniging oor Katholieken te stichten. Niet dat hier ter plaatse geci gelegen heid was om lid van een koor te worden, doch naar roomsch begrip is het aiet gewenscht lid van een neutraal koor te zijn. Het plan bleek dan ook in een behoefte te voorzien, niet minder dan 60 iedén gaven zich bij de oprichting up. Met eer.i- ge schommelingen veranderde dit aantal tot 50 thans. Een directeur werd gevonden in den heer Jan Nibbeling, een jong, gediplomeerd musicus in Haarlem en onder diens leiding wordt wekelijks trouw en ijverig gestudeerd en gerepeteerd. Van dien ijver getuigt het feit dat men nu reeds klaar is voor een concert, iels wat de beste optimisten zelfs niet verwacht hadden. Het koor hoopt geregeld 2 uitvoeringen per seizoen te geven; na dit concert begint men met het instudeeren van een kerstoratorium. De liederen, die dezen avond ten gehoore wer- Nu ook in onze gemeente teekenen illen waar te nemen die wijzen op een «lemende belangstelling v. beroeps- me, is wellicht de tijd gekomen om ffl belangrijke kwestie wat nader te tien. Temeer waar binnen afzienba- n tijd een daartoe ingestelde com- issie belangstellenden: zal oproepen te geraken tot een' vereeniging voor foepskeuze, ot anderszins, en wel- 'ht dit artikel kan bijdragen tot het fgrooten van het aantal dengenen e voorlichting bij beroepskeuze men- lelij'k en noodig achten, ff ij zullen in het volgende allereerst 'gaan de lactoren die tot dusver be- «pakeuze beheers dhten, daarna een knopt overzicht geven van de wijze strop het onderzoek, noodig voor het 'ten van advies, plaats vindt, om ten- otte de voordeelen aan te geven die een goede voorlichting het gevolg "Wen zijn. Om nu de zaak zoo zuiver mogelijk ^tellen schijnt het menschelijk aller- ftt de vraag: wat mag men van den ma verwachten? te beantwoorden. Want alleen als blijkt dat de wijze 'wop tot dusverre ©enig 'beroep ver- werd boven een ander, onmoge- er toe kan leiden dat de in dit ant- •°t<t genoemde eischen ook mam- ten deele vervuld worden, en dat dit moge lijk wordt door het instellen van een goede voorlichting, alleen dan kan, maar ook moet deze voorlichting aan vaard worden als te zijn noodzakelijk. Arbeid nu moet brengen algemeen welzijn. Arbeid moet niet alleen zijn het mid del ter bevrediging van stoffelijke be hoeften, maar ook bevrediging schen ken aan den geest. In en d'oor den arbeid moet het ons mogelijk zijn te werken aan de vervol making van ons zelf. Arbeid dient te zijn geestverheffend en schenkt slechts bevrediging voor zoover ize dit is. Nu is dit alles binnen redelijke gren zen zeker mogelijk. Wie telt echter do gevallen waarin thans de arbeid is een d'agelijlcsch te- rugkeerende kwelling, zoowel lichame lijk als geestelijk? Aan hoevelen schenkt de arbeid niet alleen geen bevrediging, maar is liet een foltering 'die duurt tot het einde der dagen? Niemand zal dit kunnen en willen ontkennen. Wie zou dan niet willen helpen hierin verbetering te brengen indien zulks mogelijk is? Gaan wij thans na welke factoren tot dusver beroepskeuze beheerschten. Het meerendeel der jonge menschen wordt op 13-14 jarigen leeftijd voor be roepskeuze gesteld. Het betreft hier kinderen van arbeiders wier middelen niet toereikend zijn 'hen ander d'an la ger onderwijs te laten volgen, of die met het bekostigen hiervan vrijwel aan het eind van hun 'draagkracht zijn ge komen en reeds hebben uitgezien naar het oogenblik waarop hun kind zal kunnen helpen 'het gezinsinkomen te vermeerderen. Hoe lost men hier de vraag der be roepskeuze op? In zeer vele gevallen bepalen de ou ders welken arbeid hun kind zal ver richten. Bij verreweg de meesten is de keuze afhankelijk van de meer of min dere belooning die in rail voor kinder lijke werkkracht gegeven wordt. Zoolang het maatschappelijk onver mogen dezer ouders hen niet veroor loofd andere motieven te laten gelden bij beroepskeuze, vallen deze kinderen helaas buiten de bemoeiingen der bu reau's tot voorlichting. Ook gebeurt het dat ouders voor hun kinderen een vak kiezen waarin ze straks wat men noemt „een goed stuk brood" kunnen verdienen. Het is te denken dat hierbij een gebleken' voor liefde van het kind voor een 'bepaald vak gewioht in de schaal legt. Een be trekkelijk klein deel dezer ouders ge troost zich de dikwijls zeer groote op offering hun kinderen naar Ulo, Mulo of Nijverheidsscholen te zenden. Rest de groep kinderen wier ouders hehooren tot de „gezeten arbeiders", d'e middenstand en de hoogei-e standen, kinderen die na 'de lagere school ande re scholen bezoeken. Van deze kinderen worden alleen die welke nijverheidsonderwijs willen vol gen direct voor beroepskeuze gesteld. Voor het meerendeel is de brandende vraag verschoven en komt het er pas op lateren leeftijd voor te staan. Evenwel mag men niet uit het oog verliezen dat bij het beantwoorden der vraag of het kind verder zal loeren, en zoo ja, welke school het zal bezoeken, de beroepskeuze reeds om den hoek komt kijken. Immers als een kind een school, b.v. een H. B. S. gaat bezoeken, is daarmede minstens uitgemaakt dat men' hoopt straks plaatsing te vinden in een beroep dat zonder II. B. S.-oplei ding niet te vervullen is, maar ook een beroep waarvoor 'deze opleiding noodig is. Dat hiermede de keuze van beroep 'beperkt wordt is duidelijk. Naarmate nu de onderwijs-instelling -die het kind gaat bezoeken een hoogere plaats inneemt in de rij onzer instel lingen, zal straks de keuze meer be perkt zijn tot enkele beroepen. Voor opgesteld dat het te kiezen beroep in overeenstemming is met de genoten op leiding. Het is daarom wen'schelijk en noodig dat reeds bij de vraag: al ol niet stud'eeren? beroepskeuze onder de oogen maakt op het kind de geschiktheid be zit voor de te volgen studie. Wat nu bij dit alles vooral opvalt is het feit dat in 't algemeen de 'beroeps keuze afhankelijk is van de financiëele 'draagkracht der ouders. Immers waar de vraag van het vol gen van onderwijs na de lagere school grootendeels afhangt van de mogelijk heid der ouders dit te bekostigen, en men ten slotte in het geleerde een maat staf heeft, althans meent te hebben, bij 'de beoordeeling of iemand voor zeker beroep geschikt is, is het tenslotte de ii- nancieelo positie der ouders die d'e be roepskeuze beheerscht. Met het gevolg dat duizenden, ja mil- li'Oencn menschen arbeid verrichten die niet past bij hun aanleg en waartegen ze phsysiek niet bestand zijn. Met het gevolg dat onelbaren hun ar beid mechanisch verrichten en in hun arbeid 'bevrediging noch verheffing vin den. Ook met het gevolg dat op een gege ven oogenblik in het eene beroep ar beidskrachten te kort zijn, terwijl in het andere een overschot aanwezig is. v Laat ons thans nagaan waarop de bureaux voor beroepskeuze een te ge ven advies dienen te baseeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1925 | | pagina 1