an de tractie der S.D.A.P. niet de gelegenheid
ebben gegeven, op de wijze zooals 'zij dat wensch-
e, een candidaat te stellen.
Nog -een ander lid merkte in verband hiermede
>p. .dal in 1923 de linksche fracties geen enkelen
echtschen candidaat hebben overgenomen
kiarom niet zoo n hoögen toon behoefden aan te
laan.
Rapport van de 2e afdeeling.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
Een lid meende, dat, hoewel bij de verschil
er.de begrootingsposlen reeds het een en andei
11 het algemeen werd naar voren gebracht, hij
och op verschillende zaken de aandacht van
burgemeester en wethouders moest vestigen, ter-
vijl hij door het college gaarne zou worden 'oe-
centl gemaakt met hun meening daaromtrent. De
.'.'cischen, door hem naar voren te brengen, raken
jok hel beleid in het algemeen voor de naaste
toekomst en moeten dan ook in verband worden
beschouwd, met hetgeen door hem reeds bij de
behandeling van volgnummer 380 werd gezegd.
Zoo zou dit lid meer in het bijzonder de aan
dacht willen vragen voor de volgende zaken:
1. De uitbouw van het voorbereidend lager-,
het lager- en het uitgebreid lager onderwijs in
de gemeente; zijn hieromtrent reeds plannen ont
worpen en zoo ja, welke zijn deze?
2. Het stichten -van openbare leeszalen, niet
in dien zin, dat in elk kommetje zulk een inrich-
ting moet verrijzen, doch in de meer volkrijke
afdeelingcu der gemeente. Het cultureel belang
dezer instellingen wordt vrijwel algemeen inge
zien en behoeft daarom geen verdediging meer,
maar bijzonder mag nog wel eens nadruk worden
gelegd op het nul dezer instellingen voor de
rijpere jeugd, ter besteding van hun vrijen tijd.
3. Openbare kinderspeelplaatsen.
4. Het aanleggen van een exporthaven buiten
de nieuwe sluizen, waarbij de gemeente vooral
in de toekomst gPool belang heeft. Door de N.V.
Kon. Ned. Hoogovens en Staalfabrieken is thans
het begin met zulk een haven gemaakt en deze
Een ander lid kon zich geheel in deze be-
sehouwingen vinden en bepleitte voorts de wen-
schelijkheid van het stichten van weekmarkten
te IJmuiden, hetgeen vooral de arbeidsbevolking
zal ten goede komen.
Hierin vond een lid aanleiding om te wijzen op
de concurrentie te IJmuiden, die zulk .een week
markt overbodig maakt en aandacht te vragen
voor de belangen van den middenstand.
Ook de oprichting van een wachtlokaal voor
oude zeelieden enz. zal in een beslaande behoef
te voorzien. Het beslaande Is nog te weinig
wachtlokaal, omdat bijna niet gebruik is te maken
van tleze gelegenheid zonder iets te koopen.
Een meer uniforme regeling voor het netten
boelen, waarbij in de eerste plaats moet worden
gedacht aan hen, die daarvan uitsluitend moeten
bestaan, dient zooveel mogelijk te worden be
vorderd.
In verband met deze algemeene wenschen werd
door een lid opgemerkt, dal hij niet accoord kan
gaan met al de opgesomde wenschen deen ten op
zichte van een exporlhaven voor IJmuiden buiten
de sluizen en een behoorlijk wegenplan, gaarne
zijn instemming betuigt.
Dit lid wilde echter niet op al deze dingen
nader ingaan, omdat hij daarin meer ziet vragen
aan burgemeester en wethouders gesteld, tenein
de daaromtrent hun oordeel te vernemen.
Tenslotte verzocht dit lid de aandacht van het
college van burgemeester en wethouders voor
steigerruimte in het Noordzeekanaal nabij of in
het dorp Velsen, welke thans onvoldoende is.
Ook bij verbreeding van het Noordzeekanaal
zal deze aangelegenheid de aandacht van het ge
meentebestuur moeten hebben.
Daarna werd door weer een ander lid uitge
sproken de wenschelijkheid van het inrichten
van een of meer openbare speelplaatsen te IJmui
den. Het drukke autoverkeer maakt het spelen
op straat gevaarlijk en mogelijk is iets te berei
ken met medewerking van het Rijk, dat het
eerst-ter-beschikking-staande terrein voor andere
Toch is nog wel
gelegenheid moet worden aangegrepen om met doeleinden heeft aangewend,
medewerking van Hen Rijkswaterstaat tot uitbrei- ,eE" geschikt terrein e verzijgen,
ding van deze haven te komen. Het belang voor I .Dit lid zou overigens gaarne door de Comm.s-
dc gemeente ziet dit lid vooral hierin, dat, wan- ,s'e ,nzake steunverlening zien onderzoent, welke
neer de afsluitdijk in de Zuiderzee zal zijn tot categonèn van arbeiders het meest werkloos zijn
stand gekomen, deze haven zal kunnen worden wilde >n dlt verband nog eens bijzonder de
benut voor uitvoer van producten uit het Noor- .aandacht vestigen op het bij Hoofdstuk IX 2
di li van ons land en Noordholland, terwijl, als naar voren gebrachte omtrent ver eening van
men zich een rechte verbindingslijn denkt van steun aan bepaalde takken van industrie.
Hamburg via den afsluitdijk over deze haven j de plaats van de oefeningstocht met een
naar Engeland, het belang nog meer in het oog vaartuig door leerlingen van de Visschenjschool
springt j wilde hij een toeslag geven aan hen, die een
"5. De schuldenlast der gemeente, die omgere- reis ,.me' een >r^". °f ^erdoor
kend per hoofd der bevolking, „iel groot is, P'!t T, T" "K f* h°°él'
Do vraag dringt aich op, of voor de jaarlijksche le k"men hetgeen meer nut zal alwerpen
aflossingen der leeningen niet kan worden geleend, ee" oe ejl1 1
terwijl dan de hierdoor vrijkomende bedragen ?Ve,r!genS k°" .dl* zich vereenigen met de
kunnen worden aangewend voor verschillende ^dachte van inrichting van openbare waschhui-
nuttige doeleinden als versnelde woningbouw, Ze~
sneller verbetering en aanleg van wegen en den', wenschte nog een lid zijn instemming
bouw van een nieuw raadhuis. Meerdere sociale lc betu'éen met den wensch van het leenen voor
voorzieningen kunnen dan eerder ter hand wor- °P é^leemngen al te lossen bedragen en aan-
den genomen.
6. I11 dit verband kan ook worden gewezen op
de noodzakelijkheid van een woningtelling, die in
- eik geval 'effect zal sorteeren. Blijkt er n.l. een
lc kort, dan- moet dit aanleiding zijn om ten
spoedigste daarin te voorzien en is reeds een
voldoend aantal aanwezig, dan kunnen nog bij
na dagelijks voorkomende klachten op grond
van die uitkomst worden ontzenuwd.
7. Ook mag worden geïnformeer^, of nog niet
dt tijd gekomen is voor de instelling van een wo-
r.ingdienst, die, gelet op de klachten, welke tel
kens in den raad komen, nuttig werk zal kunnen
verrichten.
8; Gezondheidsdienst.
Bij volgnummer 306 werd reeds het een en an
der omtrent dit onderwerp gezegd, maar in dit
verband kan bovendien nog gewezen worden op
de noodzakelijkheid van tandheelkundige behan
deling bij schoolkinderen. Men moet niet denken
dal dit luxe zal zijn.
Het desbetreffend verslag van de gemeente
Amsterdam wijst uit, dat behandeling bij vele
kinderen vroeg noodig is, waardoor veel ziekten,
die direct of indirect het gevolg van slechte ge
bitten zijn, in veel gevallen afdoende worden
voorkomen, hetwelk in de toekomst ook voor de
gemeente van belang en voordeel is.
Ook de eenzijdigheid der schoolvoeding mag
hier worden vermeld. Het is gebleken, dat voor
sommige kinderen melkvoeding ongunstig werkt,
v/riarom meerdere variatie gewenscht is en op
advies van den schoolarts ook andere voeding
moet kunnen worden verstrekt.
Tenslotte kan hierbij ook nog de wenschelijk
heid worden uitgesproken van het oprichten van
kampen voor herstellende zieken en lijders aan
tuberculose of het verleenen van steun aan par
ticuliere vereenigingen voor dit doel.
Verpleging buiten de gemeente is, én voor de
betrokkenen én voor de gemeente, kostbaar,
9. De ideeën omtrent de mogelijkheid van het
kenbaar maken door de arbeiders van hun mee
ning ten opzichte van de leiding der onderne
ming verkrijgen meer vasten vorm, waarom de
toekenning van deze bevoegdheid dient te wor
den overwogen.
Weliswaar kan hierbij wellicht niet direct aan
alle bedrijven der gemeente worden gedacht,
maar het gasbedrijf en de waterleiding zullen
toch zeker wel geschikt blijken, om ten aanzien
van de leiding te profileeren van de kennis van
hel personeel. Als deze bevoegdheid ofiicieel
wordt toegekend zal de interesse voor den goe
den gang van het bedrijf worden vergroot, het
geen indirect de rentabiliteit ten goede zal ko-
Nader aangeduid moet hier worden gedacht aan
7, g. personeelsraden.
t0. De noodzakelijkheid der oprichting van
- unbare waschhuizen is reeds meermalen be-
nlVoor- enkele jaren is er een commissie ge
weest, die in deze richting, in combinatie met de
coöperatieve waschinrichting te IJmuiden, zou
w.-rkzaam zijn, doch om vruchtdragend werk te
v-r.-ichtcn en de noodige voorstellen te doen,
on!kraken de gegevens.
Dal echter hiervoor bij de bevolking wel be-
k msii-tkng bestaat, is indertijd wel gebleken.
Vooral nu den laatsten tijd veel kleinere wo
rn n worden gebouwd, waarin een behoorlijke
- t- voor de behandeling der wasch ontbreekt,
fiveritueele oprichting in een .werkelijk be
staande behoefte, voorzien, terwijl dit ook ten
goede komen aan het onderhoud der woningen.
ii. Tenslotte wenschte dit lid nog in het bij-
;:r.-d':r de aandacht te vestigen op hetgeen bij
Igt vinmer 82 werd gezegd omtrent den hoogen
.s c'ie vóór de electrische verlichting door de
-'-oen dezer gemeente moet worden be-
e:; verwachtte hij ernstige pogingen om
opheffing van dezen wantoestand te geraken.
1 e/.-meeütë kan propaganda maken' voor gas-
cbiiug en -verwarming en haar invloed aan-
din deze richting,- dat te bouwen htrtzen
hiervoor mede worden ingericht.
Ö'-'o-nnt de laatste wèthoudersbenoeming
wenschl, dit lid niet te spreken, omdat hij meen
de, dat daarop loch in de raadsvergadering zal
worden teruggekomen.
wending van de daardoor beschikbaar gekomen
gelden voor verschillende doeleinden, vooral
voor de verbetering der wegen.
Dit laatste was voor dit lid aanleiding om aan
burgemeester en wethouders te vragen, wat zij
denken over de invoering van een verkeersbe
lasting, waarbij hij dacht aan de eigenaars van
vrachtauto's enz. Deze zware voertuigen veroor
zaken een kort leven der straten en het is niet
meer dan billijk, dal in deze kosten door de
eigenaars wordt bijgedragen.
Ook dient naar zijn meening te worden over
wogen uitbreiding van de gemeentelijke vissche-
rijschool zoodanig, dat in deze gemeente de mo
gelijkheid van opleiding voor stuurman ter koop
vaardij zal bestaan, waarom dit lid eveneens om
trent deze aangelegenheid gaarne zou bekend
worden met de meening van het college van bur
gemeester en wethouder-s.
De gemeente breidt zich meer en meer uit en
een zeevaartschool mag niet langer ontbreken,
terwijl, wanneer de mogelijkheid van opleiding
voor de koopvaardij bestaat, de reederijen meer
aandacht aan de visscherijschool zullen gaan
schenken,
MEMORIE VAN ANTWOORD
van burgemeester en wethouders der
gemeente Velsen op de rapporten van
het verhandelde in de afdeelingen van
den raad, betreffende het onderzoek
der begrootingen voor het dienstjaar
1926.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
1. 1 el kens ontmoet men in de afdeelingsver-
slagen en redevoeringen, wanneer men het be
leid van burgemeester en wethouders bespreekt,
uitingen als: „volgens de lijnen van een vast plan",
„het uitstippelen van groole lijnen" enz. Het is
niet altijd duidelijk, wat met dergelijke zeer rek
bare en vage termen wordt bedoeld. Meent men
er mede het volgen van eene bepaalde richting,
zooals die te vinden is in de programma's van
de verschillende politieke partijen en die voor
een deel tot uiting komen in allerlei verlang
lijsten, neen, dan werkt liet college niet naar een
vast plan.
Bedoelt men echter, dat het college moet wer
ken om onze gemeente, die door haar snellen
aanwas van bevolking en de onvoordeelig'e posi
tie, die zij inneemt inzake de Rijksuitkeering,
stellig tot een der moeilijkst te besturen en te
adminislrateeren gemeenten van ons land behoort,
een behoorlijke plaats te doen innemen in de rij
van die gemeenten, door haar al het mogelijke
en dit is helaas niet al het wenschelijke te
verschaffen, haar schuldenlast niet al te zeer te
vermeerderen en de belastingen dragelijk te ma
ken, ja, dan meent het college in dien geest zijn
best te doen,
2. De voorziening in de woningbehoefte voor
arbeidersgezinnen in- deze gemeente heeft de
voortdurende aandacht van het college.
Van de 295 woningen, die zouden worden ge
bouwd, zijn thans 113 gegund, waarvan mededee
ling is gedaan in de raadsvergadering van 15 De
cember j.l. Wat het overige gedeelte der te bou
wen woningen betreft, worden door burgemeester
en wethouders pogingen gedaan om ook dit werk
spoedig tot stand te brengen.
Zij meenen, dat het den raad bekend is, dat
deze bouw geen voortgang kon hebben, omdat
de inschrijvingen het toegestane voorschot over
troffen.
Wanneer evenwel de resteerende 182 wonin
gen, en de 192 woningen, waarvoor door den
raad voorschot tegen 2e hypotheek is verleend,
zullen zijn verrezen en het bij burgemeester en
wethouders ingekomen verzoek betreffende
grondaankoop, teneinde 100 a 200 woningen te
jouwen, wordt toegestaan, zal er in de bedoelde
woningbehoefte zijn voorzien, wat toch niet weg
neemt, dat het college zijne zorg aan deze aange
legenheid blijft wijden.
3. De instelling van een woningdienst kan
pas overwogen worden, wanneer de gemeente
zelf een voldoend aantal woningen in exploitatie
heeft.
Bij Koninklijk Besluit van 3 April 1923, no. 24
is haar vrijstelling verleend van de verplichting,
bedoeld in artikel 11 der Woningwet, lot instel
ling van een woningbeurs.
Voor het houden van eene woningtelling is de
ze instelling echter niet noodig. De volgende ge
gevens omtrent het woningtekort in deze ge
meente kunnen n.l. worden medegedéeld:
De toestand op 1 December 1924.
1. Aantal inwoners 31061 4.5 6902 gezin
nen.
2. Noodig aantal 6902 woningen.
3. Beschikbaar aantal (niet onbewoonbaar-
verklaard) 6563 woningen.
Definitief tekort 339 woningen,
4. Aantal, volgens besluit van den-raad onbe
woonbaar verklaard, welk besluit gedeeltelijk
door Ged. Staten is vernietigd 61 woningen.
5. Aantal, voor onbewoonbaarverklaring in
aanmerking komende, indien er geen woningnood
was aanwezig geweest 18 woningen.
Totaal tekort 418 woningen.
Toestand op 1 December 1925.
1. Aantal inwoners 32073 4.5 7127 gezin
nen.
2. Noodig aantal 7127 woningen.
•j. Beschikbaar aantal (niet onbewoonbaar
verklaard) 6780 woningen.
Definitief tekort 347 woningen.
4. Aantal als boven onder 4 61 woningen.
5. Aantal als boven onder 5, na aftrek van 1
woning, welke onbewoonbaar werd verklaard 17
woningen.
Totaal tekort 425 woningen.
Op 1 December 1925 waren bouwvergunningen
loopende voor 240 woningen. Hiervan zijn in uit
voering 189, terwijl met den bouw van 39 nog
niet is aangevangen en het verleenen van vergun
ning voor een 12-tal voor onbepaalden tijd werd
verdaagd.
Op verzoeken om vergunning voor den bouw
van in totaal 102 woningen, is nog geen beslissing
kunnen worden genomen.
Bij de nog niet in uitvoering zijnde plannen
kunnen worden gevoegd die voor de 295 gemeen-
lewoningen, zoodat het totaal aantal woningen,
dat binnenkort, behalve de reeds genoemde 189,
in aanbouw zal kunnen zijn, is te stellen op 39
102 295 436.
4. Burgemeester en wethouders kunnen niet
inzien, dat het aanleggen en verbeteren van stra
ten en wegen niet niet de noodige vlugheid en
regelmaat geschiedt. De aandacht zij er op ge
vestigd, dat met de beschikbare middelen reke
ning moet worden gehouden.
5. Als een commissie voor een nieuw wegen
plan al noodig is, dan schijnt de commissie van
bijstand in het beheer der openbare werken
hiervoor het aangewezen lichaam.
6. Of het oprichten van waschhuizen van ge
meentewege niet te kostbaar zal worden, is een
vraag, die, gezien de financiëele resultaten in
andere gemeenten bereikt, met reden mag wor
den gesteld.
7. Wat het oprichten van openbare leeszalen
betreft, het college zal, wanneer de stichting van
dergelijke lichamen door particulieren ter hand.
wordt genomen, stellig den raad adviseeren, daar
toe mede te werken, rekening houdende met de
financiëele mogelijkheden.
Burgemeester ert wethouders staan gunstig
tegenover de gedachte van het aanleggen of sub
sidiëeren van kinderspeelplaatsen in deze ge
meente, zooals b.v. te Wijkeroog en Velsen is
geschied, A
9. De totstandkoming van een exporthaven,
buiten de sluizen te IJmuiden, zullen burgemees
ter en wethouders, zooveel in hun vermogen is,
bevorderen.
10. Voor het instellen van personeelsraden
schijnt de tijd nog niet gekomen. Men mag ech
ter van een goed bedrijfsdirecteur verwachten,
dat hij uit zich zlef wel eens het oordeel van
vooraanstaande vakarbeiders zal vragen over
technische en andere vraagstukken.
11. Burgemeester en wethouders zijn steeds
werkzaam om het gebruik van gas bij de inwo
ners en industriëelen meer ingang te doen vinden
en het gasdebiet te vergrooten. Zij meenen in dit
verband te mogen verwijzen o.a, naar hunne
voordracht, opgenomen in gemeenteblad no, 19*7
van 1925.
12. De bedoeling van het jaarlijksch leenen
van een bedrag, gelijk aan het totaalbedrag van
de jaarlijks verschuldigde aflossing van de lee
ningen, is burgemeester en wethouders niet recht
duidelijk. Bedoelt men er mee, dat de gemeente
zal leenen voor hel voldoen der aflossing van
elke leening, ongeacht het object waarvoor de
leening is aangegaan, dus ook voor een impro
ductief werk, dan meenen zij dit de meest ver
werpelijke manier van financieren der gemeente
Ie moeten achten. Ts het evenwel de bedoeling,
te leenen voor aflossingen terzake van schuld
voor grondaankoop, dan is daar niets tegen.
Trouwens, de ingediende begrooting levert hier
'het bewijs van.
13. Hel verstrekken van baden aan schoolkin
deren is door burgemeester en wethouders reeds
in 1922 onder de oogen gezien. Hun college kon
toen geen uitvoering geven aan de gemaakte plan
nen, omdat de kosten 1 5000 per /jaar zouden
moeten bedragen. Bovendien was het personeel
zou het advies dienen te worden ingewonnen van
den gemeentelijke geneeskundige, terwijl een on
derzoek omtrent de kosten van stichting en ex
ploitatie noodzakelijk is.
Teneinde den gemeentelijke geneeskundige in
slaat te stellen, bekend te worden met de wer
king der vereeniging tot bestrijding der tuber
culose, geven burgemeester en wethouders den
gemeenteraad in overweging, onder de voorwaar
den, tot verleening der subsidie, de bepaling op
te nemen, dat genoemde ambtenaar toegang heeft
tot alle bestuurs- en algemeene vergaderingen en
dat hem van het houden dier vergaderingen tij
dig mededeeling zal'worden gedaan. Burgemees
ter en wethouders meenen, dat door deze ver
tegenwoordiging de belangen der gemeente vol
doende zullen worden behartigd en nagegaan kan
worden of de uitgaven oordeelkundig geschieden.
17. Aangaande het verzoek, te overwegen of
de mogelijkheid bestaat, over te gaan tot vermin
dering van de kosten van het algemeen beheer
dezer gemeente, welke, volgens gedane mede
deeling, in 't algemeen genomen tamelijk hoog
zouden zijn, kan het volgende worden medege
deeld.
Het ware wqjt" van belang geweest, te weten,
waaruit de gegevens zijn geput, welke tot de bo
venvermelde conclusie hebben geleid. Indien men
daarvoor zou willen .gebruiken de overzichten,
uitgegeven door het centraal bureau voor de sta
tistiek over het jaar 1924, dient men eenigszins
gereserveerd te zijn in zijn oordeel. Er zijn zóó
veel factoren, in de verschillende gemeenten van
elkaar afwijkend, die tezamen vormen de alge
meene beheerskosten, dat het moeilijk gaat, ook
bij het nieuwe begrootingssysteem, om een juiste
gevolgtrekking te maken. Zoo is b.v. de rijks
uitkeering per inwoner, die voor deze gemeente
zoo buitengewoon laag is, een post van inkomst
onder het hoofdstuk „Algemeen beheer". Andere
gemeenten, die een hoogere uitkeering genieten,
hebben als gevolg hiervan een grootere bate on
der dit hoofdstuk te boeken, met dit gevolg, dat
het nadeelig saldo in die plaatsen ter zake van
algemeen beheer geringer is. Verder hangt het er
van af, of eene overschrijving van renten en af
lossingen naar de verschillende hoofdstukken, in
verband met de bestemming, streng is kunnen
worden doorgevoerd,
Overigens meenen burgemeester en wethouders
te moeten opmerken, dat, volgens de te hunner
beschikking staande gegevens, de gemeente Vel
sen, noch wat het aantal ambtenaren ter secre
tarie betreft, nog wat hun salaris aangaat, een
hoog rangcijfer heeft.
18. Burgemeester en wethouders moeten er
bezwaar tegen maken, dat wordt opgeheven het
stellen van de vraag over sollicitanten-gemeen
teambtenaar, of zij in de politiële op den voor
grond treden. Het college acht het noodig, er
tegen te waken, dat politiek antagonisme onder
de ambtenaren den goeden gang van zaken zou
belemmeren.
19. Blijkens eene mededeeling in het verslag,
zou de begrooting een tekort aanwijzen van
f 165.000. Burgemeester en wethouders kunnen,
zonder gespecificeerde opgave te hebben, niet na
gaan, waarin dit tekort schuilt. Zoo de mede
deeling juist is, moge zij aanleiding zijn om het
opvoeren der uitgaven tegen te gaan en alles te
doen, wat tot versterking der inkomsten van de
gemeente kan leiden.
De reserveering van de som van i 40.000, zijn
de een gedeelte van het batig saldo van den dienst
1924, hebben burgemeester en wethouders noo
dig geacht om eene te groote schommeling in de
saldi der verschillende jaren te voorkomen. Had
men toch jaarlijks een saldo van 50 a f 60.000,
het jaar 1924 leverde een overschot op van rond
f 114.000. Deze som geheel te doen strekken als
eerste post tot dekking der uitgaven voor 1926,
scheen burgemeester en wethouders niet juist
toe, omdat het geenszins vast staat, dat volgende
jaren een evengroot saldo zullen opleveren,
Richtte het gemeentebestuur zich nu naar dit
topbedrag bij het vinden der inkomsten, dan zou
wellicht voor volgende jaren eene versterking dier
baten met de daaraan verbonden belastingver-
hooging, niet zijn te ontgaan.
Nu evenwel bij de leden van den gemeenteraad
overwegend bezwaar bestaat, aan de reservee
ring een bepaald doel ten grondslag te leggen,
meenen burgemeester en wethouders niet te moe
ten vasthouden aan hun oorspronkelijk plan om
de som te bestemmen voor uitbreiding van het
gemeentehuis. Bij den betrokken post zal hierop
worden teruggekomen.
Ofschoon burgemeester en wethouders hopen,
dat de resultaten van het belastingjaar 1925/26
dien aard zijn, dat tot belastingverlaging kan
worden overgegaan, is zulks nog niet met zeker
heid te zeggen. Eerst in Mei 1926 zal kunnen
worden beoordeeld, of de wenschelijk geachte
belastingverlaging gevoegelijk tot stand kan ko
men.
20. Voorzoover burgemeester en wethouders
bekend is, bestaat nergens in de gemeente drin
gend behoefte aan uitbreiding van schoolruimte.
Zij zullen blijven zorg dragen, dat steeds een vol
doend aantal lokalen beschikbaar is en dat de
belangen van het onderwijs naar behooren wor
den behartigd. Ook overigens heeft de uitbouw
van het o.I. onderwijs de volle aandacht van bur
gemeester en wethouders. Het college zal een
onderzoek instellen omtrent de vestiging van
Richtingen voor u.l.o.-onderwljs in andere deelën
van één der scholen, waarbij in 1917 een proef jer gemeente, o.a. Santpoort. Men dient evenwel
rfonnmpn niot wiAor horo.'J tc zorgen< jat de bestaande u.l.o.-school te IJmui
\^as genomen, niet meer bereid zich beschikbaar
te stellen voor geleide naar] en van het bad, om
dat wel in het begin veel animo bestond, doch
het aantal deelnemers zich spoedig aanzienlijk
beperkte. (Zie gemeenteblad no. 96 van 1924).
14. Tandheelkundige behandeling bij school
kinderen, hoezeer ook burgemeester en wethou
ders die van belang achten, ontmoet bij hun col
lege bezwaar uit financiëele overwegingen.
15. Aan de kinderen der scholen, die daar
door in aanmerking komen, worden niet alleen
klompen verstrekt, maar, indien de gemeentelijk*
geneeskundige gebruik van melk noodig acht, ook
dit voedingsmiddel.
Bij rondschrijven van 20 Juni 1923 is aan de
hoofden der scholen gevraagd, of de wijze van
schoolvoeding aanvulling behoefde, b.v. door het
toedienen van een warmen maaltijd. Unaniem
luidde het antwoord, dat de gewone melkvoeding
voldoende was, welke meening ook werd gedeeld
door den gemeentelijke geneeskundige.
Aan één school is gedurende een korten tijd
aan een paar leerlingen bijvoeging verstrekt in
den vorm van brood en een ei.
Op aanvragen om beschikbaarstelling van klee
ding voor de kinderen is door burgemeester en
wethouders, behoudens eene enkele uitzondering,
steeds gunstig beschikt.
Het' reglement voor het verstrekken van voe
ding en kleeding aan schoolgaande kinderen, vol
gens artikel 36 der Leerplichtwet, is laatstelijk
gewijzigd bij besluit van burgemeester en wet
houders dd, 13 Maart 1923 no. 15. (Zie gemeente
blad no. 43 van 1923).
16. Omtrent het oprichten, van gemeentewe
ge, van een herstellingsoord voor zwakken, lich-1
te luberculose-lijders enz. kan op het moment nog
geene beslissing worden genomen. Daarover ook
den daardoor niet ontvolkt wordt en haar be
staansrecht dreigt te verliezen. Omtrent de ver
zorging van het gewoon lager onderwijs in de
afdeeling Wijkeroog is eene regeling met de ge
meente Beverwijk in voorbereiding. Zij, voor wie
men u.Jo.-onderwijs wenscht en die woonachtig
zijn in deze afdeeling, kunnen gebruik maken van
de bestaande openbare school in het villapark
te Beverwijk,
Nu de zaak van het bewaarschoolonderwijs te
IJmuiden inmiddels in den raad is besproken,
kunnen burgemeester en wethouders de daarom
trent in het verslag gestelde vraag gevoegelijk
voorbijgaan. Het geheele vraagstuk trouwens
wordt onder de oogen gezien door de commissie
van bijstand voor onderwijszaken.
21. Met genoegen constateerden burgemeester
en wethouders dat meerdere leden zich met hun
beleid over het algemeen kunnen vereenigen.
Zij meenen te moeten ontraden, de meerge
noemde som van f 40.000 te bestemmen voor be
lastingverlaging. Hierdoor toch, ontstaat het ge
vaar dat een volgend jaar tot belaslingverhooging
zou moeten worden overgegaan, wanneer de fi
nanciëele uitkomsten der begrooting minder gun
stig zouden zijn.
Ook burgemeester en wethouders ware het aan
genaam, eene toekomstige belastingverlaging tot
stand' te brengen door verhooging van den kin
deraftrek en den aftrek voor noodzakelijk levens
onderhoud, Allereerst dient echter door algemeene
belastingverlaging het oog te worden gericht op
het trekken van kapitaalkrachtige personen naar
deze gemeente, welke als woonoord zooveel aan
lokkelijks biedt. Zulks geeft ook aan de minder
gesitueerden voordeel.
22. Dat in het afgeloopen jaar weieens in
Velserbeek vergunning is gegeven voor het hou
den van motorraces enz. op Zondag is juist, maar
de reden, waarom dit geschiedde, is destijds aan
den raad medegedeeld. Deze was, om in den
beginne den buitenstaander zooveel mogelijk met
het landgoed bekend te maken. De meening,
dat dergelijke wedstrijden daar niet moeten plaats
hebben, kunnen burgemeester en wethouders
deelen.
Met de godsdienstige bezwaren van verschil
lende groepen uit de gemeente wordt, wat ver
gunningen betreft, zooveel mogelijk rekening ge
houden. Het meerendeel der leden van het col
lege is van meening, dat op Zondag geen meetings
in het park behooren te worden toegelaten. De
minderheid van het college is trouwens van oor
deel, dat in het geheel geen meetings in het park
moeten worden gehouden.
23. Omtrent de uitvoering van straatwerk kan
w-orden medegedeeld, dat dit werk, voorzoover
nieuw aan te leggen gedeelten betreft, in den
regel wordt aanbesteed, terwijl ook onderhouds
werk dikwijls aan straatmakers tegen tarief wordt
opgedragen.
Bij de uitvoering, niet in eigen beheer, is streng
toezicht naar het oordeel van burgemeester en
wethouders zeer wel te verdedigen, doch indien
dit tot plagerij overging, zou zulks afkeuring ver
dienen. Burgemeester en wethouders meenen
echter het vóórkomen van dit laatste met nadruk
te moeten ontkennen.
24. Burgemeester en wethouders kunnen zich
aansluiten bij den wensch tot groepeering van den
arbeiderswoningbouw. Wel gevoelen zij er voor,
om den hiertoe benoodigden grond tegen billijken
prijs beschikbaar te stellen, doch reductie daarop
te verleenen zou niet in het belang der gemeente
zijn,
25. Reeds geruimen tijd geleden is aan het
bouw- en woningtoezicht opgedragen, in verband
met de eischen van de practijk, eene wijziging
van de bouw- en woningverordening te ontwer
pen, waarbij o.a. de mogelijkheid zou worden ge
opend, dat ook achter een perceel, grootere ge
bouwen dan een schuurtje geplaatst kunnen wor
den. De wijziging zóóver uit te strekken, dat het
bouwen van afzonderlijke bovenwoningen in het
landelijke gedeelte der gemeente niet meer zal
zijn verboden, ontmoet stellig bij den Inspecteur
van de Volksgezondheid bezwaar; ook een deel
van het college staat op dit standpunt.
26. Het verkrijgen van een binnenhaven te
Velsen, voor een los- en laadplaats aldaar, heeft
nog steeds de aandacht van burgemeester en
wethouders.
27. Ook burgemeester en wethouders betreu
ren het, dat de woningen, gesticht met Rijks
voorschot, in verband met de gestelde limiet
geen grootere kamers kunnen hebben en daar
om voor groote gezinnen te klein zijn. Het geldt
hier echter eene omstandigheid, waarop aller
minst de gemeente invloed kan uitoefenen.
Ten opzichte van het schrappen van den
vacantiebijsla£ voor de werklieden kan worden
verwezen naar de toelichting bij volgno. 11 der
begrooting van het gasbedrijf. Met de bedoeling,
dat de raad zich omtrent de door Gedeputeerde
Staten noodzakelijk geachte intrekking zou kun
nen uitspreken, zijn de betrokken posten met de
sommen, vroeger voor bijslag uitgegeven, ver
minderd.
29. Bij raadsbesluit van 26 Mei 1925, no. 9,
werd laatstelijk eene regeling getroffen omtrent
de verpachting van het zeestrand ten zuiden van
het zuiderhavenhoofd te IJmuiden. Volgens de
overeenkomst, ingevolge dit raadsbesluit met E.
G. Beukman gesloten, heeft deze de bevoegdheid,
aan anderen gedeelten in onderhuur te geven
tot een maximum van in totaal 500 M., behou
dens goedkeuring van burgemeester en wethou
ders. Omtrent het gemis van een loyale onder
verhuur zijn bij het college geen klachten inge
komen, terwijl evenmin is gebleken van aanvra
gen terzake.
30. Bij uitvoerig schrijven van 27 November
1923 hebben burgemeester en wethouders aan
den Minister van Financiën verzocht, te willen
bevorderen, dat, in afwachting van eene algehee-
le herziening van de wet van 24 Mei 1897 (St.bl.
no. 156), reeds voor het jaar 1923 het noodige
aanpassingsvermogen wordt gegeven, om gemeen
ten als Velsen eene hoogere uitkeering te ver
zekeren, Naar de meening van burgemeester en
wethouders zou die wijziging kunnen gaan in de
richting van eene herberekening. Al worden ook
de grondslagen van bedoelde wet verouderd ge
acht, de onderscheidene officiëele lichamen, ge
roepen om ter zake te adviseeren, zijn er tot nu
toe niet in geslaagd, een deugdelijk stelsel te
ontwerpen. Daarom werd het dezerzijds wen
schelijk geacht, voorloopig het oog" gericht te
houden op de bestaande wet, maar ontdaan van
de beletselen, die haar thans voor opkomende
industriegemeenten zoonadeelig maken.
Aan burgemeester en wethouders is overgelegd
eene herberekening, naar de gegevens op 1 Janu-
1921, resp. 1 Januari 1922, en ingericht vol
gens de modellen^ nos.' 1 en 2, vastgesteld op
grond van artikel 14 van het Koninklijk besluit
van 29 December 1897, (St.bl. no. 200). Die her
berekening nu geeft, zonder verhooging op grond
van artikel 3 der wet, voor de gemeente Velsen
als eindbedrag aan f 3.635; wanneer echter een
tweetal als dubieus aan te nemen posten met
name de ontvangen nöoduitkeering en de onder-
wijsvergoeding daarvan wordt afgevoerd, dan
nog zou de som per inwoner over 1923 op ruim
f 3,zijn te stellen. Hierbij zij opgemerkt, dat het
vaste bedrag per ingezetene voor Velsen is be
paald op f 1.545;
De volgende gemeenten ontvangen de achter
hare namen vermelde bedragen:
Amsterdam f 4.593; Rotterdam f 3.91; 's Gra-
venhage f 3,33; Utrecht f 3.403; Groningen f 3,33a;
Haarlem f 3,03; Arnhem f 3.16; Nijmegen f 2.09;
Leiden f 2.853; Tilburg f 2.03?; Maastricht f 2.27"';
Dordrecht f 3.293; Eindhoven f 1.25; Apeldoorn
f 1.61; Delft f 2.73; Leeuwarden f 3.41; Enschedé
f 3,463; Emmen f 1.45; Schiedam f 3.063; Hilver
sum f 1.62; 's Hertogenbosch f 2.80; Zwolle f 3.185;
Heerlen f 1.59B; Deventer f 2.20; Amersfoort
f 2.895; Breda f 2.033; Zaandam f 3.25.
Burgemeester en wethouders hebben gecon
stateerd, dat de gemeente Velsen, wat de bevol
king betreft, onder de zustergemeenten de 28ste
plaats innam. (Thans de 26ste plaats). Doch ook
hebben zij moeten vaststellen, dat met uitzon
dering van Einhoven, Hilversum, Apeldoorn,
Heerlen en Emmen, dus plaatsen die in de laat
ste 25 jaar aanzienlijk in zielental zijn toegeno
men, als gevolg van opkomende industrie en an.
dere bijzondere omstandigheden alle gemeen
ten met een hooger bevolkingscijfer een bedui
dend grooter bedrag per inwoner van. het Rijk
ontvangen.
De Minister van Financiën berichtte echter bij
schrijven van 14 Juli 1924, dat het althans
voorloopig niet in de bedoeling lag, over te
gaan tot eene herziening van meergenoemde wet
in de richting van eene herberekening. Toen
daaromtrent geen verdere mededeeling werd ont
vangen, en bij de Troonrede van H. M. de Ko
ningin, den 15 September j.l. uitgesproken, is