T
Woensdag 13 Januari 1926. 2e blad
HINDERWET.
Burgemeester en wethouders der gemeente
Velsen, brengen ter openbare kennis dat ter Ge
meentesecretarie ter inzage ligt een verzoek met
bijlagen vaq de Koninklijke Nederlandsche Hoog-
ovens en Staalfabrieken te Velsen om vergunning
t tot het plaatsen van twee motoren van 3 P.K,
I voor het aandrijven van roetkrabbers en twee
motoren van 90 P.K. voor den zuigtrek in het
perceel kadastraal bekend gemeente Velsen, sec
tie A No. 1022 en plaatselijk bekend wijk M
j (ketelhuis).
Op Woensdag, den 20 Januari 1926, des voor
middags te elf uren, zal ten Gemeentehuize gele
genheid bestaan om bezwaren tegen dit verzoek
in te brengen en deze mondeling en schriftelijk
toe te lichten.
Velsen, den 26 Januari 1926.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
J. KOSTELIJK. RIJKENS.
HINDERWET.
Burgemeester en wethouders der gemeente Vel
sen brengen ter openbare kennis, dat de beslis
sing op het verzoek van de Bataafsche Import
Maatschappij te Amsterdam om vergunning tot
het in gebruik nemen van een benzinetankwagen
tje met een inhoud van x 230 Liter, op het per
ceel, kadastraal bekend gemeente Velsen, afdee-
ling IJmuiden, Sectie I, No. 2118, plaatselijk bé
kend Bloemstraat, wijk C no. 59, door hen is ver
daagd op grond dat het technisch onderzoek nog
niet is geëindigd
Velsen, den 2 Januari 1926.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
J. KOSTELIJK. RIJKENS.
VAN DEN WACHTTOREN.
Duitschland in de wereld der
wetenschap geboycot?
De Duitsche trots heeft een geduch-
ten knak gekregen, maar een mensch
kan in zijn vernedering trotsch blijven
en meent dan allicht, dat hij door ieder
verongelijkt en vermeden wordt. Dat
gevoel hebben sommige Duische ge
leerden tJhans.
Prof. Karo van Halle heeft een brochu
re geschreven met den titel: „De intel-
lektueele oorlog tegen Duitschland".
Men behoeft de brochure niet te lezen.
De titel zegt al genoeg.
De Fransche minister van onderwijs
de Monzie heeft een waardig en ridder
lijk antwoord op deze brochure gege
ven. Hij noemt de Franschen vrijhan
delaars in menschelijke gedachte. Zoo
waren de Franschen er voor dat in het
Intern. Instituut voor Intellekt. Samen
werking een zetel aan een Duitscher
werd aangeboden. Ook heeft de Monzie
bevolen, dat aan alle Duitsche geleer
den, kunstenaars en schrijvers alle ge
legenheid gegeven zal worden, om de
Fransche congressen bij te wonen en
aan Fransche instellingen deel te ne
men en dat zal geschieden in den geest
van een goeden Europeeschen kame
raadschap.
Ook in de wereld van wetenschap en
kunst uit zich nog wel eens de oude
haat tegen den verslagen vijand. De
Monzie schrijft, dat de reuk van het
slachthuis nog over de Westersche at
mosfeer hangt. De regeering kan geen
heerschappij voeren over zielen in
rouw en de harten niet veranderen.
Daarmee erkent hij dus, dat hier en
daar nog wel bezwaar is, om de con
necties in de wereld der wetenschap en
kunst met Duitschland weer aan te
knoopen. Maar gelukkig beginnen al
meer de geleerden en de kunstenaars
elkander over den Rijn de hand te rei
ken. En het is zeker schromelijk over
dreven te spreken van een boycot der
Duitsche wetenschap door de vroegere
vijanden.
Tegen de traditioneele
tuberculosebestrijding.
In het Orgaan der Ned. Ver. tot Be
strijd. der Tuberc. staat een ingezonden
stuk van Dr. H. W. Blote, dat zeker
niet alleen onze aandacht zal hebben
getrokken. Deze arts neemt daarin
zeer kras positie tegen de gebruikelij
ke wijze van tuberculosebestrijding. De
hedendaagsche bestrijding berust op
het voorkomen der besmetting, om zoo
doende de gevreesde ziekte uit te roeien.
Dr. Blöte acht dit faliekant verkeerd.
Hij herinnert aan een studie in het
Med. Weekblad van zijn hand, waarin
hij tot de slotsom komt, dat men de be
volking een slechten dienst zou bewij
zen, als men haar vrij kon maken van
de tuberculose door consultatiebu-
reaux, huisbezoeksters, woningdesin-
fectie en sputumprophylaxe. Hij
schrijft zelfs van een groot onheil, dat
zoo over ons volk gebracht zou worden.
Waarschijnlijk houdt deze dokter veel
van krasse wonderspreukige uitspra
ken. Zijn bedoeling is, dat het volk zijn
belangrijken graad van immuniteit
(onvatbaarheid), ten gevolge van de in
fectie met tuberkelbacillen, behouden
moet. Plij zou daarom alle eonsultatie-
bureaux in hun tegenwoordigen vorm
willen opheffen. Ook het geld voor de
huisbezoeksters acht hij weggegooid.
Dr. Blöte wil dus de immuniteit ver-
stérken en de voorwaarden daartoe ver
beteren. Met dat wapen wil hij de ge
vreesde en algemecne ziekte bestrijden.
Wat is nu aan te bevelen, tegen de
besmetting te beschermen, de ziekte
vooral bij het kind aan te vallen, gelijk
de school van Prof. Scheltema wil of
de onvatbaarheid sterk te maken? Zou
het niet verstandig zijn het een te doen
en het ander niet te laten! Bij een brand
kan de een raden met den motorspuit
te werken, de ander zal voor de brand
slangen zijn op de brandkraan beves
tigd, een derde den brand willen beper
ken door een muur omver te werpen.
Laat men alles tegelijk doen; er zijn
handen genoeg. De methode van Dr.
Blöte alleen is zeker niet zonder gevaar.
Het is min of meer het stelsel van laten
doorzieken. De sterksten zullen door
hun immuniteit veilig zijn, de zwak
ken ten gronde gaan. Toch schuilt er
echter ondanks de groote overdrijving
wel eenige waarheid in zijn critiek op
de traditioneele bestrijding.
De trek der Joden naar de steden
het grootst.
Bijna nergens vindt men thans Joden
meer op het platteland; de meeste Jo
den wonen in de groote steden. Voor
het Genootschap van Joodsche Weten
schap heeft de heer F. Boekman over
de verspreiding der Joden over ons land
interessante bijzonderheden meege
deeld. Nooit en nergens is het platte
land bij de Joelen als woonplaats ge
liefd geweest. Sommigen schrijven dit
toe aan rasseneigenschappen; het rus
tige land zou niet passen bij de bewe-
gelijkheid der Joelen. Anderen en ook
de heer Boekman zoeken hier econo
mische oorzaken. In Amsterdam wo
nen de meeste Joden, te weten 10 der
bevolking. In de laatste eeuw is er een
aanzienlijke verschuiving der Joden
naar de groote steden^ geweest. De
grootste daling der Joodsche bevolking-
toont Friesland. In '20 woonden 82
der Joden in Noord- en Zuid-Holland;
in 1830 was dit cijfer slechts 34 In
'20 was 77 der Joden burger der vier
grootste steden. Op het platteland
woonde er in '20 slechts 2 meer. In
de handelscentra is de Joodsche bevol
king het sterkst toegenomen. Dit staat
in verband met de economische revo
lutie door het verkeerswezen, het bank
wezen, groot-industrie enz. De Joden
zijn daar, waar zij zaken kunnen
doen. Zij kunnen zich uit de groote
steden snel verplaatsen. In de dorpen
hebben filialen van groote zaken, coo
perate en crediethanken hun concur
rentie aangedaan. Misschien heeft ook
de meerdere beschaving en het levens
gemak der steden hen getrokken. In
welstand zijn zij niet weinig toegeno
men. Het geboortecijfer is bij hen sterk
gedaald. Dat de Joden een zakenvolk
zijn, moet niet alleen uit hun onrustige,
levendige aard toegeschreven worden..
Oudtijds werd hun landbezit verboden;
de Jood als boer Jcomt daardoor bijna
niet voor. Hij heeft zich op' den handel
geworpen niet alleen door zijn -chran-
derheid, maar ook noodgedwongen.
Want van afkomst is de Jood een land
bouwer en veehouder. En de Joden, die
naar het heilige land terugkeeren,
wijden zich daar ook voornamelijk aan
tuinbouw en landbouw. Hier gelijk el
ders hebben zij zioh op den kleinhan
del geworpen en met succes. Zij vor
men een groot deel onzer groote-zaken-
mannen en bankiers.
PLAATSELIJK NïEUWS.
IJMUIDEN.
We zaten Woensdagavond op een vergade
ring te Velseroord, om verslag te maken. De re
denaar en zijn onderwerp boeiden onze gedach
ten. Plotseling hoorden we een luiden knal, iets
als een kanonschot ging door ons hoofd. Maar
we mochten en wilden niet nadenken over hei
onverklaarbare buiten, we hadden slechts den
spreker te volgen. Tot een deur open werd ge
daan en als een rauwe kreet naar Pinnen klonk:
„ze zeggen dat de hoogoven in de lucht gevlogen
is en alle menschen gaan naar den kanaalkant,
of ze iets kunnen zien. Nog steeds hoort men het
ijzer wegvloeien."
Even schrikte de vergadering op van dat be
richt, toen zou de spreker zijn interessante rede
vervolgen.
Kort bij ons zat een collega-verslaggever. Even
keken we elkander aan, daarna stonden we op
en verlieten de zaal. De spreker zou wel uitge
sproken raken, ons wenkte de plicht van
nieuws-reportagewerk, het nazoeken van het
vreeselijke onbekende. Weldra waren we op
straat. In de verte hoorden wij duidelijk het ge
signaleerde sissen. Om ons heen zagen we een
paniekstemming. Al wat loopen kon, bewoog
zich naar. het kanaal. De vlugsten hadden een
fiets gegrepen en ieder met groote vaart in de
richting van de plaats des onheils. Op den hoek
Kanaalweg—IJmuiderweg stonden zooveel men
schen, dat men bijna niet passeeren kon. Terwijl
we den weg naar IJmuiden volgden maakten wij
opmerkingen en gevolgtrekkingen.
Blijkbaar wist niemand veel van het ongeval af
en het suizen was verstomd. De een vertelde dat
er iets op het werk van de Ballast Mij. gebeurd
was, de ander begreep precies dat een ketel ge-
sprongen moest zijn. Een derde dacht dat een
locomotiei te water was gereden. Een bewoner
van den weg had de ontploffing gehoord en di
rect daarna een hevig opschietende vuurstraal
gezien.
Als geruststellend teeken merkten wij op dat
de lichtlijn niet onderbroken was en geen vuur
of onrust was waar te nemen, zoodat we reeds
vermoedden dat de ramp niet zóó groot zou zijn,
als men eerst dacht.
Inmiddels kwamen we te IJmuiden over de
Julianakade en het viel ons op dat, zoodra we
lusschen den stroom menschen uit Velseroord
waren vertrokken, er van een paniekstemming
geen sprake meer was. We ontmoetten rustige
wandelaars, die in beide richtingen gingen. We
kwamen in onze woning, waar men zich, na onze
mededeeling dat er een ongeluk aan de hoog
ovens gebeurd moest zijn, herinnerde een knal
gehoord te hebben, waaraan men geen aandacht
had geschonken. Nog meer bevreemdde het ons
toen men-aan het bureau van politie ons ver
zekerde dat men daar niets gehoord had en
slechts zijdelings van een ongeluk had hooren
spreken.
Bij de sluizen stonden, als steeds, eenige vlet-
terlieden grappen te verkoopen en in een wacht
lokaal zagen we menschen, die meer belangstel
ling toonden voor schoppen-aas dan voor het
vreeselijke ongeluk, dat zoo dichtbij had plaats
gevonden. Ja, bij de nieuwe sluis vertelde ons
een man dat hij wel iets gehoord had over een
ongeluk maar dacht dat het niet zoo erg was,
I Wij waren verbaasd. In Velseroord zagen we
een paniek, hier was het: hoe meer naderbij, des
te rustiger. Alleen wat meer fietsers dan gewoon
op dit uur in de donkere boschlanen. Op den
hoek der Hoflaan konden wij het bedrijf in actie
zien. Het was hetzelfde van altijd. De hoogovens
en windverhitters stonden als steeds, ze waren
dus niet in de lucht gevlogen; ja het laden en
lossen was gewoon doorgegaan. Eindelijk waren
we aan den ingang. Ja, er was iets gebeurd. Wat
het precies was, kon de portier ons niet zeggen,
wel wist hij dat een paar mannen, die zich
eénigszins bezeerd hadden, zoo juist loopende
vertrokken waren. Maar ook hij had opgemerkt
hoe ver weg zich een panische schrik van de
menschen had meester gemaakt, zelfs uit Bloe-
mendaal had men getelefoneerd om inlichtingen
over de gehoorde exploisie, die hier nauwelijks
hoorbaar was geweest.
Na eenigen tijd wachten verscheen een der
leiders van het bedrijf, Ir. Teiynk, die het onder
zoek had ingesteld. Toen deze bekomen was van
de verbazing, dat eenige persraenschen om een
zoo nietige zaak op dit uur daar aanwezig waren,
gaf hij ons op zijn gewone, welwillende wijze, een
verklaring van het gebeurde.
Een der blaasvormen was stuk gesprongen.
Met behulp van die blaasvormen wordt koude
lucht in de windverhitters gevoerd. Dat stuk
springen is op zichzelf volstrekt niet ernstig, al
leen doordat er verbinding komt tusschen de
buitenlucht en het inwendige, stroomen verschil
lende gassen naas buiten, die het gesis hebben
veroorzaakt. Doordat ze er toevallig vlak bij wa
ren, hebben vier der werklieden van die gassen
in hun gelaat gekregen en lichte verwondingen op-
geloopen. De fabrieksverbandmeester kou ze
echter voldoende helpen, waardoor niet. eens ge
neeskundige hulp noodig was. Het bedrijf kon
gewoon voortgaan,
i Dat was dus alles. Onze moeite om zoo spoe
dig, mogelijk het terrein van de ramp te berei
ken was dus vrij schraal beloond, gelukkig voor
onze medemenschen.
I Op den terugweg kwamen we een troepje slroc-
'pers tegen, blijkbaar verbaasd over deze late
wandelaars. Zouden ze dezen nacht meer succes
hebben dan wij?
Over de zaak zelve hebben we nog een oogen-
blilc nagedacht. De meest aannemelijke verkla
ring voor het feit dat men ver-weg de knal zoo
veel erger hoorde dan dichtbij schijnt ons te zijn
dat het geluid, als een golf, over IJmuiden is ge
gaan om later weer dichter bij de aarde te ko
men, terwijl ook de windrichting wel zal hebben
meegewerkt.
Voor de Haarlemsche rechtbank moest Vrij
dag terecht staan de Chineesche varensgezel
Chow-Ming. Beklaagde was echter niet versche
nen. Hem was ten laste gelegd dat bij in IJmui
den opium en morphine had ingevoerd. Getuige
B. had in een luchtkoker van een schip der Maat
schappij „Nederland" te Amsterdam twee pakjes
ruwe opium en een fleschje met morphine gevon
den. Daar deze getuige Chow-Ming niet had ver
hoord, kon verder geen licht op de zaak worden
geworpen.
De Chinees scheen echter verklaart* te hebben
dat hij de hoeveelheden opium cn jmorphine uit
Hamburg had meegebracht. Het schip waarop hij
zich bevond, had de route Oost-IndieHamburg-
Amsterdam afgelegd.
Het O.M. achtte het ten laste gelegde bewezen
en eischte een boete van f 100 subs. 10 dagen.
Tot een maand gevangenisstraf werd Chcw-
Ming veroordeeld. De in beslag genomen goede
ren werden verbeurd verklaard.
Dammen.
De D.C.IJ. speelde dezer dagen haar 13de
ronde der competitie.
In groep I won Joh. Kramer van den sterk spe
lenden P. Schaap in een zeer fraai gespeelden
wedstrijd. H. Muller won door zijn goede spel van
H. Schaap, waardoor deze een goede stap deed
naar de bovenste plaats.
In groep II won J. Snijders van W. de Graaf,
eerstgenoemde had er zin in, daar hij nadien nog
een uitgestelde partij wist te winnen van D. Ter
horst.
Uitslag der partijen van 29 December:
Groep I.
G. v. ZantenG. Kroon uitgest.
H. SchaapP. Schager 20
P. SchaapH. Muller uitgest.
D. OttJoh. Kramer 02
W. KemiulcP. Kemink 20
H. GroenendijkP. Visser uitgest.
Groep II.
J. SnijdersD. Terhorst 20
C, StrijkerJ. Wartenhorst 20
P. v. d. VeldeJ. Geiteman uitgest.
L, WartenhorstA. Schager 20
W. de Graaf—J. Ruiten uitgest.
Uitslag der partijen op 5 Januari:
Groep I.
W. KeminkG. v. Zanten 20
P. Kemink—D. Ott uitgest.
Joh, KramerP. Schaap 20
H. MullerH. Schaap 20
P. SchagerH. Groenendijk 02
P. VisserG. Kroon 20
Groep II.
W. de GraafJ. Snijders 02
J. RuitenL. Wartenhorst uitgest.
A. SchagerP. v. d. Velde 20
J. GeitemanC. Strijker 02
J. WartenhorstD. Terhorst 20
VELSEROORD.
De heer en mej. van Laar, wonende Kanaal-
weg alhier, hopen op 23 Januari hun gouden hu
welijksfeest te vieren.
Reorganisatie van den R.K. Volksbond.
Donderdagavond heeft de afdeeling van den
R.K. Volksbond een vergadering gehouden ter be
spreking van de reorganisatie va:, den R.K. Volks
bond alhier.
De heer Angenent, van liet hoofdbestuur, hield
een inleiding, waarin hij er op wees, dat men,
staande de vergadering, nog niet tot reorganisa
tie kan komen. Wit men deze afdeeling gaan re-
organiseeren, dan dienen de plaatselijke omstan
digheden te worden bezien en dan blijkt, dat er
andere afdeelingen bij betrokken worden.
We hebben hier in de gemeente Velsen drie
zelfstandige afdeelingen van den Ned. R.K. Volks
bond, n.l. te IJmuiden, Velseroord en Wijkeroeg.
Nu is dit op zich zelf niet zoo kwaad, en de vraag
zou gesteld kunnen worden, oi het niet beter is,
dezen toestand te bestendigen. In het verleden
zijn wel eens moeilijkheden ondervonden en wan
neer we de zaak goed bekijken aldus spr.
dan moeten we tot de conclusie komen, dal er,
bij een nauwere samenwerking, goed werk had
kunnen worden gedaan. Er zijn moeilijkheden in
het verleden geweest, doch er doen zich heden
ook moeilijkheden voor.
Spr. las de grondslagen voor, welke zijn vast
gesteld voor reorganisatie van afdeelingen. Het is
echter niet onmogelijk dat zij in de toekomst
noeilijkheden meebrengen, omdat het Doorluchtig
Episcopaat ze nog r.ict heeft goedgekeurd. Spr.
j |af 'n duidelijke uiteenzetting van de beteekenis
|van deze grondslagen en beantwoordde daarna
de vraag: hoe dient de reorganisatie tot stand
te komen. Volgens spr. is er maar een goede weg,
ïamelijk: één volksbond voor de geheele gemeen
te Velsen. Dus niet meer 3 zelfstandige afdeelin
gen te IJmuiden, Velseroord en Wijkeroog. Dan
vangt men alle vakveréenigingen onder één be
stuur samen en kan er gemakkelijk een bestuurs
raad gevormd worden.
Aan deze centralisatie zijn verschillende voor-
deelen verbonden. Men zal meer en voldoende
kracht kunnen ontwikkelen bij de behartiging van
plaatselijke belangen, wanneer gerequesireeid
moet worden naar de autoriteiten. En de grens
kwestie die al zooveel moeilijkheden bracht, zal
vervallen.
Weliswaar is het een bezwaar, dat men met een
uitgestrekt rayon te doen heeft en voor het be
stuur zal het niet gemakkelijk zijn, voldoende con
tact met de leden te houden hetzelfde wat
men in de groote steden ondervindt. Daar is men
aan de moeilijkheid tegemoet gekomen door het
vormen van z.g. „kringen", die zooveel mogelijk
parochiaal worden ingericht. Hetzelfde zal men
hier ook kunnen doen. Spr. zette de beteekenis
en de taak van deze kringen uiteen en vroeg
hiervan het oordeel van de vergadering voor dit
plan.
Een der aanwezigen merkte op, dat te Jan
Gijzenvaart (gemeente Velsen) een afdeeling
bouwvakarbeiders bestaat, waarvan de leden ge
deeltelijk tot de parochieën Schoten en Bloemen-
daal behooren. Een eigenaaridge moeilijkheid!
De heer Angenent legde er echter den nadruk
op, dat men zich dezen avond alleen bezig moest
houden met de vereeniging van de 3 afdeelingen;
later kan men de vorming van de kringen onder
de oogen zien.
Voorts merkt spr, nog op, dat er een uniforme
contributieregeling zal moeten komen, terwijl de
vraag moet worden beantwoord, waar de zelel
zal zijn gevestigd. Hierover zullen de andere af
deelingen mede hebben te oordeelen. Voor het
oogenblik moet evenwel een principiëele beslis
sing worden genomen; eerst dan kan met de an
dere afdeelingen in overleg worden getreden.
Nadat de geestelijke adviseur verklaard had,
zich met het principe geheel te kunnen vereeni
gen, keurde de vergadering met algemeene stem
men het plan tot reorganisatie goed en machtigde
het bestuur de noodige slappen te doen, die tot
de samenvoeging kunnen leiden.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
N. Haarl. ^Ct,
VELSEN.
Arbeidsbemiddeling Valser..
Als werkloos ingeschreven 9 Jan. 1926.
2 letterzetters, 14 schilders, 21 timmerlieden, 5
metselaars, 1 mach. houtbewerker, 1 kuiper, 1
boormeester, 5 bankwerkers, 1 loodgieter, 2
voorslaanders, 2 chauffeurs, 3 stokers, 1 bakker,
1 sigarenmaker, 4 macrozen, 3 kantoorbedienden,
90 diversen.
Burgerlijke Stand Velsen.
Geboorten: A. M. de Bruijnde Boer, z.;
D. BakkerSikkerk, d.; J. HartogBlinkhof, z.;
A. C. QuakkelaarOverbeeke, d.; P. Altink-Luik,
d.; C. C. M. OlivierMos, z.; K. BroekStam, d.;
G. ZeilmakerPost, d.; L. W. RoetmanAcker-
man, z.; J. M. MinderhoudGunst, d.; A. F. de
Wit—Kok, z.
Ondertrouwd: N. J. Zuurbier en E. C. v.
d. Meij; H. Schaap en A. E. C. Luster; C. Spoel-
stra en M. Gravemaker; A. C. Lap en A. A. Bruin.
Gehuwd: S. de Koning en M. de Bruijn; J.
van Deursen en H. Blootshoofd; A. A. M. van
Weezenbeek en A. M. Thoolen.
Bevolking der gemeente Velsen op 31 Dec. 1925.
Mannen Vrouwen totaal,
16301 15831 32132
De bevolking is dus in het jaar 1925 toegenomen
met 1055 zielen.
Na gehouden aanbesteding is het lossen en
vervoeren van materialen ten behoeve van het
bedrijf Openbare Werken, gedurende het eerste
halfjaar 1926, als volgt gegund:
de perc. 1, 2 en 3 aan F. W. Kochx te Driehuis;
perc. 4 aan G. Spanjaard te Santpoort; de perc.
5, 6, 7 en 8 en A 1, Bl, B2, B3, B4 en B5 aan
Gebr. Boon te IJmuiden en de perc. A5, Cl, C2,
C3 en C4 aan J. v. d. Veldt te Santpoort.
Naar Kenn. verneemt, zijn de Ver, Kon. Pa
pierfabrieken der Firma van Gelder Zonen, al
hier, overgegaan tot het aanschaffen van een zie
kenauto voor hel vervoer van zieken en gewon
den, zoodat men niet meer afhankelijk behoeft
te zijn van den een of anderen stalhouder.
Onder voorzitterschap van den heer H. J
Weenink, hield de afd. Velsen-IJniuiden van den
Algemeenen Bond van Politiepersoneel in Neder
land Vrijdagavond een openbare propaganda-
vergadering waar de heer Leeuwis, lid van hei
H.B. sprak over „Waarom en hoe georganiseerd".
Spr. begon naar Kenn. meldt, zijn rede met e. n
historisch overzicht van den toestand der a-bci-
ders en ambtenaren voor den lijd toer. er van
eenige beduidende organisatie sprake was. A ar*
dezen toestand is gelukkig thans cw. einde ge
komen, in de eerste plaais door het krachtdadig
optreden der arbeidersbeweging, waartoe «eiuk-
cig de ambtenaren en het overheidspersoneel,
zich ook voelt aangetrokken.
Door den druk der omstandigheden zegt spr.
was de regeering ook voor ons in 19tS vrijgevig
cn hadden de ambtenaren hun belang begrepen'
en hun organisaties op peil gehi udeii, dan zouden
er niet nu weer zoovele verslechteringen zijn in
gevoerd. Uitvoerig behandelt de heer Leeuwis de
beteekenis van den S-urendag, dit is van de
grootste beteekenis voor de ontwikkeling onzer
klasse zegt spr. en zijn belang voor de arbeiders
klasse zal zich op den duur zeker laten gevoelen.
Ook hel overheidspersoneel zal meer cn meer
tot de erkenning moeten komen dal elke verbete
ring van hunne positie van de bezittende klasse,
dit is voor hen de regeering, zal moeten worden
afgedwongen. Met kleine, categorische bondjes
komen wij er niet meer, deze kunnen niets doen
dan verzoeken en nog eens verzoeken, en komt
er niets van, dan kan men even gerust weer het
-ioofd in den schoot leggen.
Alleen sterke organisatie, ook van overheids
personeel, is in staat iets voor zijn leden ie doe
De A. B. v. P. in. N. heeft dit begrepen cn zich
daarom aangesloten bij het A.C.O.P. de grooie
centrale van overheidspersoneel in Nederland met
ruim 33000 leden, terwijl er ook ernstige pogin
gen worden aangewend om Internationaal de po
litiemannen te organiseeren. Financieel is ook de
A. B. de éenige organisatie die wat presterren
kan en het is daarom, aldus eindigde spr. de plicht
van eiken politieagent, voor dezen Bond propa
ganda te maken. Een luid en dankbaar applaus
volgde op deze rede. De vergadering was uitste
kend bezocht.
SANTPOORT.
Donderdagavond vergaderde de onlangs op
gerichte Gymnasliekvereeniging in „De Wcy-
man", o.m. ter vaststelling van statuten en huis
houdelijk reglement. Besloten werd de vereni
ging te noemen „Santpoortsche Turnvereenigirg"
Het bestuur werd uitgebreid met den heer Pels,
zoodat het thans bestaat uit de dames Kooper en
Bremerkamp en de heeren Ouwerkerk, Volmer en
Pels.
Dezer dagen is met eenige feestelijkheid
het Tehuis geopend, dat de Vereeniging ter Be
scherming van Joodsche Meisjes zich hier ge
slicht heeft.
Toen de voorzitster, mej, D. Sanson, de talrijke
aanwezigen verwelkomde, aldus meldt het „Hbl.
kon zij onder hen in het bijzonder noemen den
opperrabijn I. van J. Palache en A. S. Onderwij
zer, rabbijn S. Pb. de Vries Mzn. te Haarlem, dr,
J, H, J. Vos, wethouder van Amsterdam, prof. dr.
J. L. Palache, mr. A. J. Feith, kinderrechter te
's Gravenhage, A. J. Mendes da Costa, namens
het Portug. Israël. Kerkgenootschap en de Ver.
hulp voor onbehuisden, te Amsterdam, A. de Li
ma Hzn., voorzitter van de Joodsche gemeente te
Haarlem, A. van Creveld Mzn., lid van de centr.
commissie tot de algemeene zaken van het Ned.
Isr. Kerkgenootschap. De voorzitster las vervol
gens voor de ingekomen berichten van verhinde
ring, waaronder er waren van den minister van
'Justitie en van B. en W. van Velsen; waarna de
secretaresse mevrouw mr. S. J. van Creveld
Meijers enkele ingekomen stukken voorlas.
De opperrabbijn de heer Onderwijzer, hield nu
een uitvoerige rede waarin hij het Hebreeuwsche
woord tsenieoetb tot punt van uitgang nam. Dat
woord, zei spr., is een van de kostbaarste juwee-
len aan de kroon van het Jodendom; het is der
vrouwen recht en luister. Komende tot de eman
cipatie der vrouwen, wees spr. op het gevaar,
dat daarin schuilt voor de zwakken. En spr.
bracht in verband daarmee hulde en dank aan de
vrouwen, die de zware taak hebben op zich ge
nomen dit tehuis te leiden, waarin de geest des
Jodendoms zou leven.
Rabbijn De Vries, uit Haarlem, wees er op, dat
er een tijd was, waarin de Joden over het begrip
vallen en vallenden gaarne heengingen. Die gees
tesgesteldheid is nog niet geheel verdwenen.
Maar wij Joden, zei spr., konden ons ook niet
permitteeren gevallenen te hebben, omdat de
daad van den enkeling gewoonlijk aan de gemeen
schap wordt verweten. Dit tehuis zal trachten de
gevallenen weer op te richten; 'spr. zou daartoe
zijn krachten gaarne bijdragen, „Sta op maagd
Israëls", zij het devies van dit huis,
In de plaats van prof. D. Simons, die wegens
ongesteldheid verhinderd was, sprak prof. dr. Pa
lache namens de Mij. tot Nut der Israëlieten in
Nederland. Spr. bracht gelukwenschen over en
zei te hopen, dat deze inrichting er lang een zou
blijven van bescheiden omvang.
Dr. Vos, die eveneens zijn gelukwenschen aan
bood, herinnerde er aan, dat de zorg als dié hier
geboden zal worden, nog niet oud is. Een 5060
jaar geleden stelde men op de zonde straf; eersi
in het laatst van de vorige eeuw zijn het sociale
gevoel en het sociale bewustzijn wakker gewor
den. Spr. hoopte, dat de steun voor dit tehuis
niet alleen zou komen van godsdienstige, maar
ook van psychiatrische zijde.
Mevr. Ch, Polak—Roosenburg sprak vervol
gens namens de Vereeniging voor Onderlinge
Vrouwenbescherming; waarna de heer Ouenaller,
namens den Armenraad te Amsterdam en a.s
voorzitter van de Unie voor ongehuwde moeders
hartelijke woorden van waardeering uitsprak.
Namens de afd. Amsterdam der recipieerende
vereeniging voerde mevr. C. Wijzenbeek ^an~
ken het woord, en nadat uit naam van de afdee
lingen Amsterdam, Haarlem en Den Haag bloe
men aan de voorzitster en de secretaresse waran
aangeboden, spraken nog eenige dames en hee
ren gelukwenschen uit.
Ten slotte dankte de voorzitster, en zij vergat
niet haar erkentelijkheid te uiten voor de giften
geschonken door Haarlemsche winkeliers en par
ticulieren,
Het Tehuis is gevestigd in de voormalige villa
„Oakwood", gelegen in de nabijheid van het sta
tion. De woning is ruim en gezellig en zal als
tehuis aan de verwachting zeker beantwoorden.
Wij teekenen hier nog bij aan, dat in dit Te
huis worden opgenomen, meisjes, die niet meer
leerplichtig zijn, doch wier geestestoestand van
dien aard is, dat zij hulp en leiding niet kunnen
.ontberen. De meisjes moeten onder leiding van