-ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN Yerschgnt Woensdags Zaterdags lIJNHABDT's Geschikt voor alle - Boowdoeleioden - Steenfabriek 11 Butzer, Hoogovens IJmuiden. Jüjjk - ©a geen geld No. 43 Zaterdag 3 April 1916 lie Jaargang IJMUIDER COURANT ^onnementsprijs: f 1.per 3 maanden, franco per post f 1.35. Abonnemen- Igj worden aangenomen aan het bureau en bij de Agenten. ^vertentiën 2 maal achtereenvolgend opgegeven op het gewone tarief, morden kosteloos nog een derde keer opgenomen in het eerstvolgend ^oensdagnummer, Advertentiën voor de Adreslijst 6 plaatsingen van dezelfde tekst (onveran derd) f 4.13 plaatsingen (dus 3 maanden achtereen) f 8. Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 9 uur v.m. en VRIJDAGS tot 4 uur n.m. Tol plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertentie-bureau P. F. C. Roelse, IJmuiden. Uitgave van de N.V. UITGEVERS-MIJ. „IJMUIDEN*' Adres voor Redactie en Administratie N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL WILLEMSPLEIN 11 TELEFOON 153 IJMUIDEN Ingezonden mededeelingen 40 ets. per regel Advertenties van 1 tot en met 5 regels f 1.iedere regel meer 20 ets. Compact gezette adverten ties van 1 t, en m. 5 regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichten zoomede vereenigings-advertenlies uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbetaling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75, iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante betaling worden de gewone prijzen berekend. Advertenties ,,adres bureau van dit blad" 10 ets. extra; voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets. in rekening gebracht, Bovenstaande regelprijzen worden met 5 cent verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Velsen. VAN DEN WACHTTOREN. Het leest der hoop. IK stapte tegen een stijven, konden Oostenwind in, 'de kraag op en in dikke wanten de haniden. Het gras was wit van de vorst en over het jonge leven in de waterwereld lag een zerk van ijs. De kluiten der akkers waren nog har der dan gewoonlijk en enkele witte wolken aan de felblauwen hemel voor spelden sneeuw. Dat noemen ze nu lenteDichters zit ten zeker weer dicht bij de kachel mooie liedjes te maken! De almanak weet het weer op den dag af= 21 Maart liet begin der lente, 't Kon ook wel 21 December zijn! De schaatsen zijn te gauw in 't vet gezet en op den zolder geborgen. Zoo pruttelde en trapte ik ge lijkmatig door in het vroege morgen uur door een wereld, vrijwel aan een tochtigen ijskelder gelijk. Maar de wind ging een beetje liggen en de zon rees hooger boven den hori 2011 en Idle* winterstemining begon te wijken. Ik zag hier en daar dikke knop pön1 in de boomgaarden bij de boerde rijen, daar 'zitten de s oho one bloesems eri'de heerlijke vruchten in. En aan den slootkant op het Zuiden en in de luwte zag ik madelieven en speenkruid cn lammetjes, de lijfjes vol van warme melk huppelden sierlijk en vlug op hun lompe, logge pootjes en leeuwerikken trillerden hoogboven de aarde hun vreugde uit over de lente, die toch ko men zal en ik begon de wereld weidsch en schoon te vinden en dacht, ook al bleef de wind bar koud: En des al niet te min! En ik begon zelfs vroolijk te trappen opde maat van hei oude rijmpje: En des al niet te min en even wel nochtans. Waar die rare woorden thuis hooren, kan ik me niet recht herinneren, maar ze hoorden bij mijn betere stemming. Het izijn Paaschwoorden. Immers in allerlei vormen, leerstellingen en ge loofsuitingen vindt men; de Paasch- verzekerdheidDe booze, vernielende krachten mogen nog eens terugkeeren, ons nog eens verschrikken, maar ze( moet wijken. Het Christusleven eindigt niet met het kruis en het graf, dat is de hoop der Christenheid op dezen dag en in vele talen en verschillende ge loofsbelijdenis zal ze daarvan getuigen. Geweldig is de macht van den dood en aan de wet der eindigheid kan nie mand ontkomen. Tusschen den klei nen kleuter, die van louter levenslust niet weet, hoe dol en wild hij doen zal en het oude mannetje, dat kuchend en bevend op zijn stok steunt en wel lijkt voort te kruipen is maar eene stap, Met de geboorte begint eigenlijk al het sterven. En de jongen worden oud: en de ouden gaan héén. Midden door het wriemelende memschenbéweeg heen gaat de langzame begrafenisstoet, tus schen speelplein en werkplaats en markt en verkeersweg ligt het kerkhof en na weinige jaren vindt men in het graf niets dan een paar stukken ver molmd hout en wat beenderen. Het is den mensch gezet te te sterven! En evenwel nochtans Sterk is in de laatste tien jaar toege nomen de gedachte, dat de dood niet; een eindstreep is maar een grens, geen ondergang maar een overgang, een tweede geboorte, even wonderbaarlijk als de> eerste. Paschen doet ons de 011- vernietigbaarheid van het leven voe len, geeft ons vastheid, kracht en hoop zelfs tegenover den dood. Het leven is als een stroom, die door bergen moet heenbre'ken. En zijn kracht is niet te keeren. Dat geldt ook van het leven in de menschheid. Ibsen heeft dezen tijd eens vergeleken bij een schip, waar angst heerscht, want men heeft dooden aan boord en dat betee- kent volgens den bijgeloovigen zeeman ongeluk. En menigeen is het met het oordeel van Ibsen eens en ziet met be zorgdheid en vrees de wereld voort gaan op verkeerde wegen, naar onder gang tegemoet. Wij zullen waarlijk de wereld niet prijzen als de beste van allen. Wij zien ook teekenen des tijds, die heenwijzen naar een stormachtige toekomst. Wij merken wel op de machten van ver warring en bederf, die veel kwaad heb ben gedaan en zeker nog zullen doen. En des al niet te min! Gerechtigheid en vrede, broederschap Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Laxeer-Tabletten 60 ct. Zenuw-Tabletten 75 ot. Staal-Tabletten 90 ct. Maag-Tabletten 75 ct Bij Apoth. en Drogisten. en waarheid zijn ook krachten, die zich in sommige levens wonderschoon openbaren, van sommige bewegingen de ziel zijn, altijd, weer de wereld', als zij haar ondergang schijn te naderen, als loods aan boord veilig sturen. De wereld is toch niet geschapen tot on dergang. Al het werken en zoeken en streven der menschen is toch geen kin derspel. Blokken opeenstapelen en dan even een stootje en alles ligt weer. In de geschiedenis is een hoogere orde te .ontdekken en -deze is de lijn, waar langs de menschheid zich moet bewegen, die zij altijd weer opzoekt, van welke zij niet voor goed kan afwijken. Zoo komt Paschen met geruststelling, bemoediging maar ook met, roeping en opwekking. Wij hebben het leven te dienen, te bewaren, voort te stuwen, het leven, dat nog als een knop is op een kouden Maartdag maar die zich niettemin eens tot volheid en schoon heid zal ontvouwen. Laten we daarom ons sterken aan de waarheid van dat oude, diwaze rijmpje: En des al niet te min en evenwel noch tans. Ik v oeg eraan toe; We gaan het duister in; eens straalt de ochtend glans! Zoeker. Poolexpedities. Amerikanen zijn van plan de Pool wereld met vlegtuigen te bezoeken en te leeren kennen., Amundsen zal het probeeren met een luchtschip. De Pool blijft als een sterke magneet moedige mannen uit ■verschillende landen trek ken. Wat drijft hen? Zucht naai* eer en roem? De sporthartstociht, om de eer ste en voorste te zijn? Liefde voor de wetenschap? Al die -motieven werken zeker. Maar de Poolexpeditie is ook een zaak. Een der Amerikaansche vliegers heeft het ronduit verklaard, dat men land hoopt te ontdekken als aanleg- punten voor luchtroutes, die strate gisch en in handelsopzicht van groot e waarde kunnen zijn. Naast de edeler motieven drijven dus ook het zwaard en het goud. Instituut ter besiudeerincg van bet dienstbodertvraagshik. Ook de huisvrouwen hebben zich ge organiseerd en hun vereeniging ver heugt zich in grooten bloei. De Ned. Ver. van Huisvrouwen telt toch reeds 25000 leden. Huisvrouwen hebben vele belangen en moeilijkheden, die zij sa men kunnen bespreken eri behandelen. Een „brandend" vraagstuk is en blijft voor hen het dienstbode nvraagstuk. Daarover raken ze niet uitgepraat. De mannen maken er grapjes over maar de vrouwen zitten ermee. Het is een ingewikkeld vraagstuk. Hoe krijg ik een dienstbode? is al een moeilijke vraag. Maar 'dan komt de moeilijkere Hoe houd ik mijn dienstbode? Het is een kwestie van geld en van geest, van de belooning en van de goede verhou ding. De vereenigde huisvrouwen hebben een commissie benoemd, om dit vraag stuk op te lossen. Deze commssie be staat al een jaar maar het vraagstuk wacht nog op oplossing. Thans heeft de Vereeniging besloten tot de oprich ting van een instituut ter bestudeering van het diensthodenvraagstuk. Het zal onder leiding van 'n directrice gesteld worden. Straks krijgen we aan de uni versiteiten nog een privaat docent in het 'diensthodenvraagstuk, wordt er een internationaal congres over ge houden, misschien is het ook iets voor een commissie uit den Volkenbond. Eigenlijk bedoelt het instituut iets anders dan men uit zijn naam zou moe ten opmaken. Het zal alles probeeren, wat huiishoudel ijken arbeid vergemak kelijken kan, pogen de woninginrich ting te verbeteren, zoodat het werk der huisvrouw tot minimum wordt beprekt Men streeft dus naar 't doel, de dienst bode zooveel mogelijk overbodig te ma ken. Menige huisvrouw zal het echter niet zonder hulp kunnen doen. Als men de hulp en raad eens inriep van de PRIMA Direct leverbaar in groote en kleine partijen Forsche, lichte en spijkerbare Steee OOEDE VASTHEID CONCURREERENDE PRIJZEN Vertegenwoordiger voor Kennemerland J. v. Tiggelen, Trompstraat, Velseroord, vrouwen, die altijd prettig met hun dienstmeisjes samenwerken, nooit moeilijkheden hebben en jarenlang het zelfde houden. Daar zou men veel kun nen vernemen, niet om het vraagstuk geheel uit den weg te ruimen, maar wel om het veel kleiner te maken en zeker veel te verzachten. Er zijn toch wel van die 'gelukkigen, die wel dienstmeisjes hebben maar in huis toch geien dienst hodenvraagstuk kennen. VEILIGHEID EN GEZONDHEID. Voetganger! Loop op het trottoir rechts. Volg in smalle straten het rechtsche trottoir. Sta niet stil op het trottoir, daar, waar ge het passeeren van andere voet gangers belemmert of deze tot betreden van den rijweg dwingt. GEZONDHEIDSRAAD. (THE AMAZING QUEST) Uii het Engeisch door E. PHILIPS OPPENHEIM Vertaling van Mevr. M. J. Landré-Tollenaar. 40 „Dus nu ben je chauffeur," trachtte ze het gesprek te beginnen, terwijl de Miner den volgenden „gang" op tafel zette. „Ik ben hang, dat je nogal van variatie houdt eerst was je reizi ger, toen portier bij dien eigenaardigen ouden heer mr. Cockerilwat hen je eigenlijk nog meer geweest?" „Hulp in een groentenwinkel," vol tooide hij haar opsomming. „En dat zou mijn succesbetrekking geweest zijn als mijn voorganger niet weer onver wacht was komen opdagen." Frances zuchtte. „Ik geloof, dat je erg onpraclisch bent," zeide ze ernstig. „Dat kan ik niet tegenspreken, moest hij toegeven, „maar van van avond af hen ik van. plan mijn leven te beteren." „Iemand van jouw opvoeding," ging ze streng door, „moest hoogere aspira ties hebben dan chauffeur te zijn op een salaris van dertig shilling in de week." „Vergeet de fooien niet," zeide hij op gewekt. „Deze week héb ik a.1 zes shil ling aan fooien bijverdiend." „Volgens mijn opinie," zeide ze heel ernstig,„zijn fooien beneden je vyaar- digheid." Overbluft keek hij haar een oogenblik aan. „Voor ons zijn fooien iets heel ge# woons," stelde hij haar gerust. „Zoo iets als een dankoffer, dat de men schen veilig en wel op de plaats vaii bestemming zijn aangeland." Frances schoot in den lach. J.Iet leek wel alsof er gedurende dat laatste half uur een veel intiemere verhouding tus schen hen beiden ontstaan was. „Nu moet je me toch eens eerlijk ver tellen,zeide Frances, „waarom je bij mr. Masters vandaan gegaan bent, na dat je hem zoo vooruit geholpen had. Denk eens aan de positie, die je had kunnen hebben," ging ze neerslachtig voort, „wat zou alles dan nu anders ge weest zijn." Bliss boog zich iets tot haar over. „Ik zal je eerlijk de waarheid zeggen. Het geld, dat ik voor het slagen van mijn plan noodig had, heb ik geleend van mijn ergsten vijand, onder de voor waarde, dat ik op geen manier er per soonlijk van mocht pofiteeren." „Van je ergsten vijand heb je het ge leend," herhaalde ze verbaasd. „Wat ibezielide hem, om het jou te geven?" „De man had nu eenmaal zekere ver plichtingen aan me," legde Bliss haar uit, „die hij met geen mogelijkheid kon negeeren. Je kunt me gelooven, als ik je zeg, dat die vijfhonderd pond voor hem evenveel beteek enden als een pen ny voor ons. Hij is een type, dat in een royale bui dikwijls zulke sommen weg geeft, zonder er iets van te merken." „Zoo nu en dan," zeide ze, terwijl ze hem strak aankeek, „ben ik bang, dat je niet heelemaal goed bij je hoofd bent." „Wel, gewoonlijk ben ik er zeker van," lachtte Bliss. „Neem vanavond bijvoorbeeld. Hier in dat kleine restau rant, terwijl mijn eenige bezitting een paar shilling is en de kleeren die ik aanheb, heb ik een gevoel, alsof ik in het paradijs zitWat is er?" Met een ruk draaide hij zijn hoofd om. Zonder dat ze het gemerkt hadden, was een mager jongmensch, gekleed in een onsmakelijk uitziend werkpak, hun tafeltje genaderd. Terwijl hij de boodschap overbracht, leunde hij ver-' trouwelijk over Bliss heen. ,,'t Spijt den baas heel erg," begon hij met een schorre stem, „maar twee lui zijn d'r ziek en George moest met een wagen naar Yorkshire. Hij is daarnet opgescheld en nou moet jij rijden." Bliss knikte. „Over vijf minuten zal ik zorgen er te zijn," beloofde hij. De man verdween met een grijns, die zijn sympathie moest uitdrukken. „Ik moet weg," mopperde Bliss. „De menschen daar in de garage houden er niet de minste rekening mee, dat ik mijn vrijen avond heb." „Daar is nu eenmaal niets aan te doen,*' antwoordde Frances, terwijl ze haar handschoenen aantrok. „Wil je daar nog even blijven zitten?" vroeg hij. „Ik wil je goed in me opne men, zooals je bent. De man met de mandoline was weg gegaan, maar aan den anderen kant van het kleine zaaltje zat een groep jongelui, waarvan een een viool te voor schijn had gehaald, waarop hij zacht zat te tokkelen. Het zaaltje was nu stampvol, de atmosfeer was een eigen aardige mengeling van geuren, waar van tabaksrook en een gebraden- vleesch-en-uien-luchtje wel de twee koofdbestanddeelen waren. En 't v/as in zulk een milieu, dat Bliss voor 't eerst bewust de vrouw zag, door wie hij een geheel nieuw gevoel had leeren kennen. Ze was een slank en mooi ge bouwd meisje, wat door haar slechtzit- tend confectie-manielcostuum slechts ten deele verborgen werd. Achter tegen de blanke huid. van haar mooi geron- den hals lag een donkere krul, welke uit het zware gevlochten kapsel ont snapt was. Weliswaar zag ze wat bleek, maar haar karakteristieke -wilskrach tige mond sprak elke gedachte aan ziek zijn tegen. Ze 'had groote, heldere oogen, waarmee ze hem nu plotseling half-lachend, half-verontwaardigd aan keek, toen ze zijn blik onmoette. „Hoe durf je me zoo aankijken," pro testeerde ze. „Nog heel eventjes", -vroeg hij smee- kend. Hij keek naar haar eenvoudig zwart- vilten hoedje met zijn eenigszins ver bogen rand, dat als eenige versiering een klein verregend bosje viooltjes had. Daarna keek hij naar haar handschoe nen, welke ze juist aan 't dichtknoopen was; wat waren ze teekenend met hun vele stoppen! Hij keek zelfs naar de eenvoudige rijglaarzen met hun dikke zolen, waarvan de een met een zooge naamd onzichtbaar lapje prijkte. Nu lachte ze vrij-uit, waardoor een rij tan-! den te zien kwam, die miss Maisie Lin den haai* benijd zou hebben, „Ik denk er niet aan, om nog langer te blijven zitten", zeide ze quasi veront waardigd, terwijl ze meteen opstond. Bliss volgde haar voorbeeld. In zijn overmoedige bui drukte hij den kellner, die hem gedienstig aan zijn jas hielp, stalletjes six pence in de hand, met het prettige gevoel, dat hij eigenlijk iets deed, wat niet mocht. „Wees maar niet boos", zeide hij la chend, terwijl hij naast Frances de- deur uitging, „ik wou je alleen maar., even goed opnemen, zoodat ik me later precies zou kunnen herinneren, hoe je er op dat oogenblik uitzag." HOOFDSTUK XV. Toen Bliss aan de garage kwam, vond hij er denzelfden slanken en ele- ganten jongeman, die in het kantoor met een verveeld gezicht op hem zat te wachten. Hij keek nauwelijks op, toen hij Bliss hoorde binnenkomen. „Neem de zes cylinder Sun en ga naar Harl-ey street No. 7", zeide hij kortaf. „Moet ik den heelen nacht rijden?" vroeg Bliss. „Ik weet het niet," antwoordde de jongeman, „je moet een dokter naar de een of andere negorij brengen." Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1926 | | pagina 1