^Ma©GH[£)GKK§ n Adverteert in dit blai W. A. Verwoerd, Brandstoffen Laagste Zomerprjjzen van Anthra Deze pryzen gelden alleen by afname iij GOEDE WIJN BEHOEï GEEN KRANS Haco's Medicinale Bloedwjjn DAAR ZIJN WIJ WEER PRACHT-RECLAME! Eea groote Ontbijtkoek Cadeau! Amsterdsmsche Boter flaidel Rfjk - en geen geld HAARLEM J BLOEMSTRAAT 65 IJMUIDEN - TEL. 152, Prima Belgische Anthraciet afm. 20/30m.M,if225., ir 30/50 u ;i 2,50 Eerste soort Wales Anthraciet 20/30 en 30/50 f4,20 Eierkolen Alles franco bergplaats. if 1.30 In Juni worden ze met f 0.10 per H.L. verhoogd, in Juli ®.u en in Augustus en September met f 0.30 per H.L. Verder alle soorten brandstoffen tegen concurreerende pripu Beleefd aanbevelend, W. A. VERWOEI Indien U middelen tot versterking Uwer gezondt koopt, tracht men U dikwijls te misleiden. Probtt echter het jaren bekende, ook door vele Doklt, aanbevolen middel de echte Merk 1 „DE PLEEGZUSTER". Deze aangenaam te gebruiken en krachtig versterkend wijn, is het aangewezen middel bij BLOEDARMOED: BLEEKZUCHT, SLECHTE SPIJSVERTEERING 4 Eischt echter uitsluitend bovenstaand merk ondt controle van Dr. F. BASENAU. Alom verkrijgt® L met een Luistert U eens evenBij aankoop van slechts 1 POND A.B.H. MARGARINE it 60 CENT per pond geven wij van VRIJDAQ 14 MEI t.m. VRIJDAG 21 MEI a.s. Wat dunkt U? Ongetwijfeld moet U van zoo'n aanbieding profiteeren en eenmaal klant in onzen winkel dan blijft U dit ook, want wij zoeken steeds onze kracht in deze DRIE DINGEN 1. PRIMA WAREN; 2. CONCURREERENDE PRIJZEN; 3. NUTTIGE EN WAARDEVOLLE CADEAUX. IJMUIDEN KANAALSTRAAT C81. (THE AMAZING QUEST) Uit het Engelsch door E. PHILIPS OPPENHEIM Vertaling van Mevr, M. J. Landré-Tollenaar. 51 „Die blijft vannacht hier,'' zeide de man. „Ik moet je dit geven,'* ging hij voort, terwijl hij een sovereign uit zijn zak haalde, „en ik moest je zeggen, dat je naar Crawley moest gaan dat is ongeveer vijftien 'kilometer hiervan daan, dien kant op en 'dat je daar logies moest nemen in „the Bull's I-ïead".*' „En verder?*' „Morgenmiddag of liever vanmid dag zal je haar dan wel zien ver schijnen. Haar hroer zal haar hoogst waarschijnlijk wel brengen." „Woont haar hroer dan hier?" pro beerde Bliss te weten te komen. „Ja," antwoordde de ander. „Of schoon ik niet vind, dat het jou iets aangaat.*' Met een geeuw stond Bliss op, om zich wat uit te rekken. Daarna stapte hij uit, sloeg den motor aan en ging weer op zijn plaats zitten. Maar toen, met zijn hand al op den versnellingshandel en zijn voet op het debrayage-pedaal. kwam plotseling een gedachte bij hem op. Gesteld, dat deze man eens niet te vertrouwen was? Maar met een „dwaasheid" schoof hij deze gedachte terzijde. Doch toen hij weg wilde rijden en toevallig opkeek om zijn nieuwen bekende goedennacht te wenschen, werd al zijn wantrouwen, door de zon derlinge gelaatsuitdrukking van den man, weer opgewekt, 't Was, alsof die kleine, ongunstige oogen nu nog dich ter hij elkaar stonden dan eerst. Met dien grijns om den mond, waardoor twee rijen vuilgele, hier en daar afge brokkelde, tanden 'zichbaar werden, had hij het uiterlijk van een echten boef, die inwendig stond te genieten door het onverhoopte gelukken van een of ander boos opzet. Gedurende een paar oogenblikken bleef Bliss, die nu plotseling volkomen wakker was, on-, bewegelijk op zijn plaats zitten, toen liet hij zijn frictie inkomen. „Goedennacht", 'zeide hij. „Goedennacht", antwoordde de man. „Onthoud het goed, de „Bull's Head" in Crawley". Gedurende een minuut of vijf volgde Bliss den rechten weg welke over het plateau liep. Daarna keerde hij om en reed zoo zacht mogelijk terug, totdat hij weer op de plek stond, waar zijn metgezellin hem het laatst gezien had. Daar gekomen, doofde hij zijn lampen, stapte uit de auto en ging naar het hek, dat hij heel zacht opende, Aan den an deren kant bevond zich een grintpad, dat voorzoover hij zien kon aan weers zijden door den gransrand afgesloten was. Heel voorzichtig, op een grasrand loopend, bereikte hij het huis, dat op een vijftig meter afstand van den weg stond. Het was een laag, pretentieloos gebouw, met aan den achterkant een lange reeks bijgebouwen, waarvan de 'bestemming Bliss niet recht duidelijk was. Van het heele huis was alleen één van de benedenramen verlicht, daar om besloot Bliss, om eerst maar eens daar een kijkje te gaan nemen. Toen hij dichter bij kwam, zag hij, dat cr zich drie personen in de kamer bevonden. Het raam was geheel onbedekt, het! •had noch gordijnen, noch jalouziecn. Voor het eerst viel het. hem op dat het geheele huis een vervallen, ja eigenlijk een verlaten aanzien had. Voorzichtig stak hij het welig met onkruid begroei de voorplein over, stapte in een van de vele verwaarloosde bloembedden en keek verscholen achter een paar hees ters, de kamer binnen. Midden op het haardkleedje, met haar eene hand steunend op den schoorsteenmantel, stond de jonge vrouw. Tegenover haar stond de man, die hem het glas whis- ky-soda had gebracht; met een loeren de uitdrukking op zijn ongunstig ge zicht stond hij te luisteren naar wat ze izeide. Iets ter zijde, in een van de ge makkelijke stoelen, zat een jonge man. Ondanks zijn «enigszins verloopen uiterlijk en den slappen, lusteloozen trek om zijn mond, was de gelijkenis met het jonge meisje duidelijk te zien. Op dat oogenblik hief de jonge man in den gemakkelijken stoel het hoofd op en begon te spreken. Tot zijn groote verwondering bemerkte Bliss, dat hij woord voor woord verstaan kon. Met een drong de oorzaak daarvan tot hem door, hij keek omhoog en zag dat het raam aan den bovenkant geopend was. „Ik zou wel eens 'willen weten, wat je hier eigenlijk komt doen, Kate?*', zeide de jonge man op een knorrigen toon. „Eerst ga je weg, zonder eenig excuus, zonder een behoorlijke reden...*' „Neen, dat is niet juist," onderbrak het meisje hem, „ik had reden genoeg. Ik ben weggegaan omdat ik je compag non, Sam Brownley, niet uit kan staan. Daarin moeten we elkaar, nu even goed begrijpen. Je weet heel goed, dat vader met 't trainen van paarden naam had gemaakt, dat hij overal even goed be kend stond. En toen jij hem opvolgde, Jack, had je gemakkelijk dien goeden naam kunnen behouden, als je eerlijk gebleven was." „En wie durft te zeggen, dat ik niet eerlijk ben?" vroeg de jonge man. „Dat durf ik te zeggen", zeide het jon ge meisje. „Als je eerlijk had willen blijven, had je nooit zoo iemand als compagnon genomen". Meteen keerde ze den anderen man, die in een vloed van tegenwerpingen uitgebarsten was, den rug toe. Driftig sprong haar broer uit zijn leu ningstoel op. „Hoor eens even, Kate", zeide hij ver ontwaardigd, 't spijt me, dat Brown ley en jij niet samen kunen opschieten, maar ten slotte is de keuze van een compagnon toch iets, dat mij alleen aangaat. En je zou me een groot plezier doen, als je me wou vertellen, wat je hier in het holle van den nacht komt uitvoeren. Klets nu niet langer, maar vertel kort en góed, wat je eigenlijk wil". „Ik wil weten", zeide ze rustig, „waar om je morgen Mr. Pontifex voor New market Cup laat loopen en waarom jullie beiden meer geld op hem hebt ge zet, dan jullie ooit in je leven bij elkaar gezien hebt". Gedurende een paar oogenic heerschte er stilzwijgen, toen i Brownley uit: „Waar hebt u dat pracktverlia boord? Ik wil weten, wie u dien wijsgemaakt heeft". „Dat raakt de zaak niet", antw •het meisje. „Ik voor mij weet, en beste bronnen, dat je zooveel maar durfde op do gewone mat het paard gezet hebt en dat er elkaar nog van heel andere w) schappen sprake is. 't Gaat bi-: sommen, die bespottelijk hoog dat nog wel in dit geval, nu i&j; op zijn vingers kan natellen,^ paard niet de minste kans heeft „En om zooiets te vragen, ben i holle van den nacht hiernaartoe men", vroeg haar broer met verbazing. „Wel, 't an woord hooren. 't Is jou geld niet enhs zaak niet". „In elk 'geval is 't mijn zaak' hield het meisje vol, „of jij eerlijk; delt of niet, Jack, en nu is erin^e ste dagen een gedachte bij me opf men, die ik, 't koste wat het wil, zien kwijt te raken. En ik hen nk leen hier naar toe gekomen om woord op mijn vraag te krijgen, ik sta erop om Mr. Pontifex te zfc „Wat bezielt je, om plotseling paard te willen zien?*' vroesgdej man haastig. „Dat gaat jou nu weer niets i Maar ik ben niet van plan biet daan te gaan, voordat ik het diefj zien heb, dus hoe eerder je me ei'1" toe brengt, hoe beter". Wordt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1926 | | pagina 4