w
I
T.T V. V. STORMVOGELS
Vreest gesis
exooieo
IxiiJfm^RDT's
OFFICIEEL.
Aan de werkende leden van
„Stormvogels" I
Van verschillende zijden werd erop
gewezen dat vele werkende leden van
Stormvogels er prijs op zouden stellen
in de gelegenheid te worden gesteld
het cricketspel te kunnen beoefenen.
Daarom heeft het bestuur van Storm
vogels de heeren Groenendaal. Uitzin-
ger en Vos uitgenoodigd een commis
sie te willen vormen, ten einde te on
derzoeken hoe of aan dit verlangen kan
worden voldaan. Alles kost natuurlijk
geld, 50 procent van de noodzakelijk
ste uitgaven moet worden gedragen
door eenige supporters. De overige 50
procent moet worden betaald door de
deelnemers. De kas van Stormvogels
laat niet toe hiervoor gelden beschik
baar te stellen.
Zij die wenschcn deel te hemen, wor
den verzocht zich schriftelijk bij J. L.
IJitzinger, Julianakade 47, tot uiterlijk
.10 Juni a.s., te willen opgeven.
Als bijdrage in de kosten wordt hij
genoegzame deelname voorloopig vast
gesteld f 2.50 per persoon, welk bedrag
wordt gestort bij de aanmelding. Bij
onvoldoende deelname worden de gel-
don gerestitueerd. De speeldag zal
onderling, in overleg met den oefen-
moester Mr. Magner, worden vastge
steld op de eerste bijeenkomst.
IJmuiden, 23 Juni 1926.
Namens de Commissie,
J. L. UITZINGEB.
VOOR DEN RAAD.
doch merkt op, dat indien het schoolbestuur er
niet in mocht slagen, bouwterrein te verkrijgen
in het door dat bestuur aangegeven rayon, zij het
gewenscht acht, de aanbieding van een gedeelte
van school G in nadere overweging te nemen.
WATERSTAND IJMUIDEN.
Juni I92Ö
H.
water
L.
water
Dagen
v.m.
q.m.
v.m.
n.m.
26
3.01
3.30
11.07
11.29
27
3.46
4.16
11.48
28
4.31
5.00
0.12
0.36
29
5.18
5 47
1.00
1.22
1.48
2.11
30
6.08
6 37
4 02
Juli.
1
3 02
7.0Ó
731
2 40
2 L K.
8.01
8 34
3.30
3.57
üeen Zomertijd.
VISSCHERIJ.
De Noordzeeharingvisscherij,
Men schrijft aan de N. Roti. Cl.:
De Noordzeeharingvisscherij is weer begonnen,
hel meerendeel der schepen is reeds ter vissche-
Want er is een middel dat U
kalm maakt en kalm houdt,
terwijl Uw geest helder blijft
iZENUWT ABLETTBN
behoeden U voor zenuwachtigheid
Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
Wijziging der verordening, houdende eischen,
waaraan een localiteit moet voldoen om voor
„Vergunning" of „Verlof" in aanmerking te komen.
Hierover schrijven B. en W. aan den raad:
In verband met de toezegging, door ons gedaan
in Uwe vergadering van 11 Mei j.I., op het ver
zoek van den heer Nijssen, om wijziging van bo
venvermelde verordening, is door ons onder de
oogen gezien de vraag, in hoeverre het wensche.
lijk is, de gestelde eischen te verlagen. Naar onze
meening dient geen verandering gebracht te wor
den in de als norm bepaalde oppervlakte van 45
M2. Deze is indertijd aangenomen om kleine in.
richtingen te weren. Dit motief geldt thans nog'.
De hoogte van de localiteit is in het betreffen
de Koninklijk besluit gesteld op respectievelijk 3
Meter en 2.80 Meter, terwijl artikel 3 der veror
dening 4 Meter vordert. Deze eisch komt ons te
zwaar voor. Met een hoogte van 3.70 Meter kan
o.i. gevoegelijk worden volstaan.
Wij stellen dan ook voor, artikel 3 der verorde
ning te wijzigen in dien zin, dat gelezen wordt
„3.70 Meter" in plaats van „4 Meter".
Aanbieding van drie lokalen van de openbare
lagere school G te Wijkeroog, als afzonderlijk
schoolgebouw, aan de vereeniging tot oprichting
en instandhouding van scholen voor I.o. en m.u.
J.o. aldaar.
B. en W. schrijven aan den raad:
Nu bij Koninklijk besluit van 27 Maart 1926, is
beslist dat medewerking moet worden verleend
belreffgnde het verzoek van het bestuur der ver
eeniging tot oprichting en instandhouding van
scholen voor lager en meer uitgebreid lager on
derwijs te Wijkeroog, tot stichting van eene bij
zondere school aldaar, komt het ons gewenscht
voor, aan Uw oordeel te onderwerpen de vraag,
of gebruik zal worden gemaakt van de aan Uwen
Raad toegekende bevoegdheid, om een bestaand
gebouw, geheel of len deele, al of niet verbouwd,
als schoolgebouw beschikbaar te stellen.
Ten opzichte van deze zaak merken wij op, dat
school G te Wijkeroog 14 lokalen bevat, waarvan
9 in gebruik zijn, zoodat momenteel 5 lokalen
leeg staan. De toename van leerlingen voor deze
school is niet van dien aard, dat te voorzien is,
dat één of meer van deze leegstaande lokalen in
de naaste toekomst voor het openbaar onderwijs
in gebruik moeten worden genomen.
Het schoolbestuur heeft medewerking gevraagd
tot de slichting van eene school niet 3 lokalen.
Uit de bij de stukken gevoegde teekening'blijkt,
dat het mogelijk is, drie lokalen van school G als
afzonderlijk schoolgebouw beschikbaar te stellen,
bij welk plan er rekening mede is gehouden, dal
beide scholen van het gymnastieklokaal gebruik
kunnen maken, terwijl voor elke school een af
zonderlijk speelterrein en een aparte ingang be-
schikbaar is.
Daar nu in de betrokken afdeeling eenerzijd;
schoolruimte over is en anderzijds schoolruimte
wordt gevraagd, komt het ons gewenscht voor.
kosten van den bouw eener nieuwe school te ver
mijden door een gedeelte van school G als afzon,
derlijk schoolgebouw beschikbaar te stellen.
Wij stellen ons hierbij op het standpunt, dat, in
dien inderdaad in de omgeving, door het school
bestuur aangeduid, eene lagere school noodig is,
de gemeenteraad ernstig dient te overwegen, ter
plaatse ook eene openbare lagere school te bou
wen. Aangenomen toch mag woiden, dat een ge
deelte der ingezetenen, wonende in de omgeving
alwaar het schoolbestuur zijne school wenscht te
slichten, voor hunne kinderen openbaar onder
wijs verlangen. Nu valt het niet te ontkennen, dat
de nabijheid van eene school voor een groot aan
tal ouders veel meer den doorslag geeft voor de
plaatsing van hunne kinderen op die inrichting,
dan de richting v5n het onderwijs. In dit opzicht
zal de nieuw te stichten school een zekeren voor
rang hebben op de overige (bijzondere, zoowel
als openbare) scholen in deze afdeeling.
Wij zouden aan de beschikbaarstelling echter
de bepaling willen verbinden, dat de huisvesting
een voorloopig karakter zal dragen en dat bij uit
breiding van het openbaar onderwijs ter plaatse,
waardoor de gemeente over de lokalen weder de
beschikking zou moeten hebben, de vereeniging
het eerst aan de beurt komt voor de stichting
\v.;> een afzonderlijk schoolgebouw.
Aangezien de medewerking in den hierboven
bedoelden, vorm alleen kan worden verleend na
v--' laring van den Inspecteur van hel lager-
••nderwijs. Hat daartegen naar zijn oordeel geen
beswaar beslaat, heeft genoemde Inspecteur, op
o: s verzoek, de vereischte verklaring afgegeven,
w-ll.c mede bij de stukken is gevoegd.
Op grond van hel bovenstaande stellen wij U
v -, hel concept-besluit vast te stellen.
De commissie van bijstand voor onderwijszaken
kan zich met onze voordracht niet vereenigen,
veuiunnci, STST b
Het is weer geen groote vloot, welke het oude
bedrijf zal uitoefenen; het aantal schepen zal 350
niet overtreffen. Verleden jaar heeft een ongeveer
gelijk aantal de haringvisscherij uitgeoefend, in
1924 was het zelfs nog wat minder.
Volgens de pas bij Dorsman en Odé te Vlaardin-
gen verschenen „Naamlijst" bestaat ,de Neder-
landsche haringvloot uil 483 schepen; bijne een
derde deel blijft dus buiten hel bedrijf.
Blikken we nu eens enkele jaren terug, dan zien
we een geweldigen achteruitgang. Bovengenoem
de „Naamlijst" vermeldde in 1914 751 schepen, en
in 1916 zelfs 852 schepen. En in die jaren waren
dat ook allemaal varende vaartuigen; geen enkel
schip bleef toen in de havens, want het bedrijf
floreerde. Dat de vloot zoo geweldig ingekrom
pen is, en van dit zooveel kleinere aantal schepen
slechts ternauwernood twee-derde ter visscherij
uitgaat, wijst er op dat momenteel van bloei geen
sprake is.
De haringvisscherij heeft na den oorlog nog niet
veel voorspoed beleefd. De bedrijfskosten waren
vooral in de eerste na-oorlogsjaren, en zijn ook
thans nog zeer veel hooger dan vroeger, en de
bedrijfsuitkomsten zijn niet in evenredigheid daar
mee gestegen.
Hier komt bij, dat de jaren 1922, 1923 en vooral
1925 slechts zeer matige, om niet te zeggen slech
te vangsten hebben opgeleverd, welke niet ge.
compenseerd zijn door hooge prijzen.
De haring is een exportartikel, waarvan de
prijs bepaald wordt op de wereldmarkt; de inter
nationale verhoudingen, ook op handelsgebied, en
verschillende buitenlandsche muntwaarden nu zijn
niet van dien aard geweest, dat gemakkelijk
hooge prijzen waren te maken, vooral niet voor
een artikel als haring, dat volksvoedsel is.
Tal van haringreederijen hebben dan ook mei
vele moeilijkheden te worstelen gehad, en ver
schillende daarvan hebben het in die worsteling
moeten opgeven. Het Tweede Kamerlid mr. H. J.
Knottenbelt heeft in de Kamervergadering van .21
Mei j.I. een lijstje overgelegd, waaruit blijkt, dat
in de jaren 1923, 1924 en 1925 niet minder dan 43
haringreederijen met totaal 74 schepen den strijd
om het bestaan hebben moeten opgeven.
Vele andere ondernemingen zijn meer of min
der ingekrompen en, gelijk boven reeds werd op
gemerkt, bovendien worden vele haringschepen
buiten bedrijf gehouden. Vooral ook de sloopers
hebben in de achter ons liggende jaren vele log
gers afgemaakt. De verkoopingen, welke werden
gehouden, wezen uil dat vaak de houten zeillog-
gers nog slechts voor sloopwaarde van de hand
zijn te doen.
Een merkwaardig verschijnsel is, dat vooral met
de zeilschepen de meest-ongunslige bedrijfsresul
taten werden bereikt; het aantal hiervan is dan
ook zeer sterk teruggeloopen.
Dat der stoomloggers is onafgebroken gestegen.
Op dit oogenblik telt de haringvloot 60 stoom
schepen, waarvan te Vlaardingen alleen 49; ver
der zijn er 43* motorloggers, waarvan te' Scheve,
ningen 18 en te Katwijk 16. Ook hel aantal dezer
laatste neemt toe.
We zien dan ook in het Nederlandsche haring-
bedrijf een onmiskenbare ontwikkeling in de rich
ting van mechanisatie, welke belemmerd
door de hooge uitgaven, welke met nieuwen bouw
of verbouw der schepen zijn gemoeid. Op het
oogenblik is hier in Nederland echter het percen
tage der zeilschepen nog overheerschend.
We zullen ons niet wagen aan een voorspelling;
slechts wezen we hierboven op een duidelijk ver
schijnsel van de laatste jaren.
Velen meenen, dat de zeilloggers zich ook in dc
toekomst wel zullen handhaven en rendabel zul
len blijken te zijn, mits slechts de haringstand in
de Noordzee op peil zal blijven. Is dit .laatste niet
het geval, dan zal de heele haringvisscherij te
gronde gaan of althans belangrijk achteruit moe
ten gaan, even goed wal de mechanisch-voort-
bewogen schepen betreft als wat de zeilschepen
aangaat.
Bij handhaving of herstel"van het productief
vermogen der Noordzee zullen even goed als
vroeger de zeilschepen bevredigende bedrijf ui t-
komsten blijven opleveren.
Wij meenen dat inderdaad dit vraagstuk van
overwegende beteekenis is.
Statistisch is bewezen, dat de heele Noordzee-
visscherij op onrustbarende wijze achteruit gaat;
ook de haringvisscherij deelt in dezen achteruit
gang, al zijn voor dezen tak van het bedrijf niet
zulke duidelijke en overtuigende cijfers beschik
baar als voor de versche-vischvaart.
Dit laatste is mede oorzaak, dat ten aanzien
van de haringvisscherij geen onverdeelde een
stemmigheid bestaat. Ook in vroegere tijden zijn
er meermalen perioden geweest van zeer schrale
haringvangsten, welke echter altijd weer gevolgd
werden door tijden van goede en zelfs overvloe
dige visscherij.
Men hoopt dat dit verschijnsel zich zal herha
len, al ontveinst men zich niet dat de cijfers der
vangsten tegenwoordig over de heele linie onrust
barend zijn.
Gelijk we reeds opmerkten is vooral 1925 uiter
mate ongunstig geweest.
Maar thans doen zich verschijnselen voor, wel
ke -hier en daar optimistischer verwachtingen
hebben gewekt.
Tot heden toch is de vroege haringvisscherij
tamelijk overvloedig geweest, en bleek het gevan
gen product van uitnemende kwaliteit te zijn,
Verleden jaar, en ook in de vorige jaren reeds,
was dit heel anders; er werd weinig gevangen, en
de kwaliteit van de haring liet veel te wenschen
een goede kwaliteit van de vroege haring de
bode is van ruime vangsten gedurende de heele
teelt. Reeds kon men dan ook hier en daar de
opmerking hooren, dat alle gepraat over het
„doodvisschen" van de Noordzee toch eigenlijk
zonder eenigen grond moet worden geacht.
Ons dunkt, dat dit op z'n zachtst gesproken nog
wat voorbarig is.
Wel is thans, half Juni, reeds door 62 schepen
een hoeveelheid van niet minder dan 16090 kant
jes haring aangevoerd, hetgeen een ongekend*
hoeveelheid is, terwijl bovendien de kwaliteit uit
nemend is, waarbij komt, dat ook door de stoom-
beugschepen de niet onbelangrijke hoeveelheid
van ongeveer 2800 kantjes, eveneens goede, kok-
maatjesharing werd aangebracht, maar dit alles
is toch nog slechts een eersje begin; een goede
haringteelt levert toch ten minste 800.000 kantjes
haring op, en reeds dit getal zegt duidelijker dan
een lang betoog dat de proef op de som nog lang
niet gemaakt is.
Deze proef wordt o.i eerst geleverd door de
haringvisscherij op Doggersbank, de z.g. zand-
visscherij, welke in Augustus en September valt.
Door alle lijden heen is Doggersbank het gebied
geweest, waar het overwegend gedeelte van de
haring gevangen werd, en nu is het vooral zorg
wekkend, dat dit vischgebied de laatste jaren
zoo. droevig weinig haring opleverde.
En dit gebied is ook tevens de plaats waar de
sloomlreilers uit alle landen om de Noordzee hun
vernielend bedrijf voor een goed deel uitoefenen.
Tusschen deze twee feiten is door velen een
oorzakelijk verband gelegd, en sedert vele jaren
zijn dan ook, aan beide zijden van de Noordzee,
stemmen opgegaan, welke aandrongen op betere
bescherming van de drijfnetvisscherij, op betere
bescherming ook van paai- en broedplaatsen van
de haring.
Ook mr. Knottenbelt heeft in de Tweede Ka
mer daarop gewezen en er bij de regeering op
aangedrongen, dat ze zal trachten door internatio
nale samenwerking paal en perk te stellen aan de
sloomtreilvisscherij in hel belang van de haring
visscherij, althans tot een ernstig onderzoek te
komen naar hetgeen er waar is van de bewerin
gen omtrent de schadelijkheid van het treilen voor
de haringvisscherij.
Dit is een zaak van internationale beteekenis,
en er- zitten dus ongetwijfeld groote moeilïjkhe.
den aan vast. Het zou echter ten zeerste ge
wenscht zijn indien de Nederlandsche regeering
te dezen opzichte initiatief toonde.
Maar ook op andere dingen wordt gewezen,
welke de haringvisscherij aangaan.
Zoo beslaat op de Zuidhollandsche breede stroo
men de z.g. vischschrapperij; men vischt er op
zeebliek, welke van haar schubben wordt ont
daan ten einde deze te leveren aan de fabrikan
ten van valsche paarlen. .Het vischje :s verder
waardeloos.
Wetenschappelijk echter is vastgesteld, dat d
ze zeebliek niets anders fs dan jonge haring, on
dit wegvangen moet dus van zeer nadeeligen in
vloed zijn op den haringsland in de Noordzee. De
vischjes worden gedood, voordat ze volwassen en
aan de voortplanting toegekomen zijn; werden ze
in leven gehouden dan zouden ze na een paar
jaar waardevol voedsel zijn geworden en zich bo-
endien vermenigvuldigd hebben.
Onze Nederlandsche regeering is te dezen aan
zien heer en meester; ze kan de vangst, den aan
voer en het vervoer van deze ondermaalsche ion-
ge visch verbieden en op die wijze in belangrijke
mate medewerken tot bescherming -»un de haring.
Tot heden echter is alle aandrang in deze rich
ting vergeefsch gebleven.
Er zou op nog meer punten vin ondergeschikte
beteekenis gewezen kunnen worden om aan te
toonen, dat de regeering wel een «n ander kar
doen ter verbetering van den toestand der ha
ringvisscherij. Zoo is de tonijn ezn in de Noordzee
binnengedrongen roofvisch. welke heel vee
kwaad moet doen aan den haringstand, en ge
vraagd kan worden om een en ander te doen tol
zijn bestrijding. Zoo kan aangedrongen worden or
verbetering van het politietoezicht Ier visscherü
teneinde de haringvisschers ^neer bescherming te
verleenen tegen de sloomlreilers en ze dus inee;
gelegenheid te geven om hun bedrijf rustiger pr
met beter resultaat uit *e oefenen
In elk geval is de Noordzeeharingvisscherij
ouds van voldoende beteekenis om alles in hef
werk te stellen om het bedrijf in stand en op peil
te houden. Nog altijd verschaft haar bloei in bree-
den kring welvaart en arbeid, en de visscherij-
plaatsen ondervinden de laatste jaren zeer gevoe
lig aan den liive wat hel beteekent, als dit bedrijf
kwijnt en achteruitgaat.
Er wordt vurig gehoopt on verbetering; de gun
stige loon van het voorseizoen heeft deze hoon
verlevendigd, en met groote instemming en be
langstelling hebben de eerst betrokken kringen
kennis genomen van het warme pleidooi, don*-
mr. Knottenbelt in de Tweede Kamer gehouden
waarvan men verwacht dat de regeering er niel
doof voor zal blijven.
meent het bureau echter dat er van weinig be_ j
langstelling van de zijde van de belanghebbenden I
sprake is geweest, zoodat het beter geacht wordt
als het voorstel ingetrokken wordt.
De heer Klercq is van oordeel dat het hier par
ticuliere belangen geldt, er kan van de proefne
mingen niet gezegd worden, dat ze niet deugen,
maar nadere motiveering komt spreker toch wel
gewenscht voor.
De heer Bückman oordeelt dat de proefnemin
gen uitgebreider moeten worden voorgesteld. Niet
alleen het tanen der haringnetten, doch ook het
prepareeren van andere netten en touwwerken
moeten beproefd worden. Tot nu toe is er over 't
algemeen inderdaad weinig belangstelling voor ge
bleken. Spr. zou wel een subsidie willen verlee
nen, maar dan ook de toezegging willen vernemen
dat niet alleen met het besprokene tanen var
haringnetten proefnemingen gedaan zouden wor
den.
De Voorzitter merkt op dat hier alleen aan de
orde is het gevraagde subsidie voor tanen van
haringnetten. De Kamer is dus gewaarborgd als
ze afwijzend beschikt.
Een voorstel van den heer Burgersdijk om aan
de Reedersvereeniging te IJmuiden te berichten,
dal de Kamer een subsidieverleening eerst over
wegen zal, als belanghebbenden zich daarvoor
zouden opwerpen, wordt goedgekeurd.
WITTE KRUIS.
Iedere Woensdagmiddag van half drie
uur stelt de Vereeniging het Witte Kruis
Chr. Nat. School te Velseroord moeders «-
de gelegenheid raad te vragen omtrent de
aan haar zuigelingen. Het advies wordt
door den Consulent, Dr. Hanneman.
Voor kraamverzorging, welke ook door
genoemde Vereeniging wordt uitgeoefend Abi)
men zich tot het bestuurslid der Vereo
Mevrouw Dijkstra, Trompstraat 77 te VeljJj
Tarief naar draagkracht f 5f 15.
ve bevissching der zones door
A"
f
ïil»
Enkele weken geleden had een trawler met
hulpmotor visschende, drie mijl van Falmouth,
een vreemde vangst in het net. Het zeemonster dai
tot de familie der beroemde zeeslangen schijnt
te behooren, wordt als volgt beschreven: 20 voet
lang, met een staart van 8 voet; een bek wan
voet lang en 15 c.M. breed; vier pooten bedekt
met dikke schubben; een breede, platte rug voor
zien van licht-bruin haar, waarvan een gedeelte
aan. wal meegebracht werd.
De bemanning was niet in staat zich van het
beest meester te maken, dat het net stuk rukte,
en een bloedplas achterliet. De dierkundigen van
het Observatorium te Plymouth kunnen volgens
de gegeven beschrijving hel dier niet indeelcn.
trawlers ten gevolge hadden, en wij ter v! I
king niet over cijfers uit latere jaren bescV'
is het niet te loochenen, dat naar verhoudjy]
ze stoomschepen veel meer in deze zones vis^j
dan Britsche of Duitsche; hetgeen ook
uit valt af te leiden, dat, zooals boven
plm. 75 vaartuigen, of de heift van het aan..
IJmuiden, kleine kustbooten, z.g. scholL
zijn, die van het visschen in de s'rook ia^'L
continentale Noordzeekust hun bepaald £1
maken. Nederland zou, wanneer men lot
overgaat, verhoudingsgewijs het grootste v.
lijden. Maar men moet niet vergeten, dat he!
gemeen belang vóór moet gaan; er visschen
nog andere naties op de Noordzee. Vervol),
is er geen steekhoudend argument, waaroa]
scholbooten niet evengoed buiten het „Vl
den gebied" zouden kunnen visschen, waar
het geheele jaar een vangst van meer waat&l
te verkrijgen dan vlak onder de kust; Duid,
vangstatistieken hebben dit overtuigend ajJ
toond.U En ten slotte moet. naar alle
lijke
in de zones,
goede komen. Het is ongetwijfeld waar, dat
OFFICIEELS PRIJSNOTEERLNG
in de Rijksvischhallen le ljmuiicn.
Donderdag 24 Juni:
Trawlvisch.
Per 50 K G
41 kisten Tarbot f 59.f 38.—
13 Oriet 43.— 25.—
4 Gr. Schol 40.—
4 Middel Schol 45..-
18 Zetschol 35.— 32.
536 Kleine Schol 31.— 4 20
11 Bot 19.- 5.-
73 Schar 9— 2.40
38 Pieterm.Poontjes20.3.50
31 Gr. Schelvisch 26.50 19.
35 Mid. Schelvisch 19.— 16.
144 KI. mid. Schelv. 15.10.
410 Kleine Schelv. 9.— 4.60
58 Gullen (groote) 14.— 7.50
195 Gullen (kleine) 4.1,60
53 Wijting (groote) 4.50 2
3 Rog 20 stuks
13 Kabelj 125k.g. 59
151 stuks Gr. Tong k.g.
1804 Middel Tong
3939 ij Kleine Tong
20 Leng s!uk
5 Heilbot
69 Kool visch
4 Kreeft
zij
|5J«
J, tet
berekening, het sparen van de jonge intlll
p. zones, aan de visscherij daarbuitetT
et is ongetwijfeld waar, dat dllET
verwachting, hoe gezond dan ook, eenigszins J
culatief moet blijven, en men wil daarom de llEO
ting der zones 'als een experiment opvatte:, L-n
voorloopig voor drie jaren gehandhaafd zal
den. Voortdurende controle op de vang.-
den vischstand binnen en buiten de zones
noodzakelijk zijn, maar men zal op dei due]
noodige gegevens verkrijgen om de juistheid
proefneming aan te toonen.
12 kisten Gr.Schel visch f
4
4
1
5
2
476
539
74
Mid. Schelv.
KI.mid.Schelv
KI. Schelv.
Schar
1 ongschar
Gullen (g-
Gullen (kl
Kabelj. 125 kg
510 stuks Koolvisch stuk
11
10
9
Vleet
Leng
Heilbot
21.—
12.-
59
44
2.30
2.15
1-90
1 80
1 20
1.50
r
32 25
5.25
1 20
0 38
2 25
i s c h.
Per
50 K.G.
5
4.10
3 50
»i
3 50
2
9.—
4.30
13
4 60
1 30
2
1
30.—
12.-
0 43
0.12
1 82
0 44
n
13.33
1.20
tttck
[dtv
li vi
Ldi
De zee is vrij, de zee staat open voor iedetkn
zoo sprak Hugo de Groot, recht tegen de eT-nd
machtige opvattingen van sommige vorsten IP
zeventiende eeuw, zich uit. Zeker, de zee ij 'ïpOlt
als verkeersweg; buiten de territoriale watJ
van den Staat houdt zijn jurisdictie op. JU
daaruit kan en mag niet volgen, dat iedere*-
die open zee mag doen, wat hij wil. Staten
IJsland en Noorwegen, wier kusten vischrijk j
beschermen dien vischrijkdom met alle middt,
diepten dienste staan, voor hunne landgenoot]
Buiten de territoriale wateren kan alleen c'
gemeenschappelijk overleg tusschen de naties
bereikt worden. De Noordzee-conventie, i-oi]
genoemd, van 1883, bewijst dat er wel ieis
reikt is. Maar een gedeelte der vrije zee vooi
visscherij van alle naties le sluiten dat is
novum.
Toch had men onder de dir »ct-belanghcbbt,
reeds in 1890, toen er van overbevissching
niet ernstig sprake was, eenvoudig door meX
iets dergelijks kunnen bereiken. Geheel ui
beweging stelden toen de vereenigde BritiJ;
trawlreederijen aan de Oostkust aan andere
Noordzee bevisschende naties voor, een
der Duitsclïe Bocht niet te Levis.schen, en wek
gedeelte, dat in begrenzing merkwaardig ovénj
komt met wat thans door den Internalioi
Raad wordt voorgesteld. Dit voorstel is inde
door weigering van Duitschland, dat zipk in
opbloeiende zeevisscherij geen beperking wens
te op te leggen, niet aanvaard. Thans is de !.l gf
tand omgekeerd: Duitsche belanghebbe: joJ
hebben zich, eenmaal goed ingelicht, bij het*
aanhangige voorstel zonder tegenstand neeifltn.
legrl, en in Engeland bestaat vrij ernstige opp Wel;
tic, die zich, hoe men de zaak o >k bescho T
meer tegen de aantasting van het principe j»°
„vrije zee" dan tegen het door sommige reed fcflïi
en te lijden verlies richt. Intusschcn is men I
in Groot.Brittannië bereid de zaak met officiij
autoriteiten nader onder de oogen te zier..
De machtige Britsche trawlinduslrie heeftvT
tuurlijk een overwegenden invloed. Maar ook
derland is sterk bij de zaak betrokken, en
hier is tegenkanting tegen sluiting der zones
het licht gekomen. Laat ons van harte hopen, ij
ook deze tegenstand door kalm overleg, wra
eigenbelang niet te zeer op den voorgrond li
kan worden omgezet in loyale medewerking lil
een plan, dat, cp zeer goede gronden, de kw
nende trawlvisscherij der Noordzee tot
bloei hcopt te brengen.
Ml
toll
gev
De ervaring nu leert, volgens deskundigen, dat
UIT HET HANDELSREGISTER.
Opgericht de Naamlooze Vennootschappen:
a. Scheepvaart-Mij. „Merwede I" en Scheep
vaart-Mij. „Merwede» II" en Scheepvaart-Mij.
Merwede III" te IJmuiden, Stationsweg 70 k.
Doel: het exploiteeren van schepen. Maatschap
pelijk kapitaal van de twee eerste vennootschap
pen f 25.000,waarvan f 5000.geplaatst en
van de laatste f 20.000,waarvan f 4000.ge
plaatst. Directeur de heer J. Kelz te Den Haag.
Commissaris de heer G. J. van Vliet te Scheve-
ningen.
b. Stoomvisscherij „Lewiti" le Jmuiden, Mid-
denhavenstraat C 35. Maatschappelijk kapitaal
f 10.000.geheel geplaatst. Directeur de heer J,
M. Barneveld te IJmuiden. Commissaris de heer
W. P. Metz te IJmuiden.
Verder is opgericht de Commanditaire vennoot-
schap op aandeelen Vischveem IJmuiden te
IJmuiden, Stationsweg 70k: Kapitaal f 10.000.
geheel geplaatst. Beheerend vennoot de heer J.
Kelz te Den Haag.
In de Dinsdag gehouden vergadering der
Kamer van Koophandel en Fabrieken te Haarlem
kwam aan de orde een voorstel van het Bureau
der Kumer om in het waarborgfonds van proef
nemingen ten behoeve zeevisscherij deel te ne
men voor een bedrag ad f 200 onder de bepaling
dal het volledige waarborgfonds bijeen zal komen.
Oordeelend naar het advies der afgevaardigden
Een deel dsr NooTdzes ie sluiten voor
tie trawlvisscherij?
door Dr. J. J. Tesch.
VI. (Slot).
Wij komen thans tot een zeer belangrijk pufit:
hoe groot zal het verlies voor de* stoomtrawlers
zijn, wanneer de zones gesloten worden? Om
dit na te gaan moet man, liefst uit zoo recent
mogelüken tiid, van iederen aanvoer der stoom
trawlers in de Noordzee weten, waar zij, al is
het maar in hoofdzaak, gevischt hebben, hoe
groot (in vischsoorten per K.G.) hunne vangst is
en wat deze opbracht, tenminste voor een geheel j
jaar. Men heeft op deze wijze een maatstaf in
eder land, welk percentage in gewicht en op
brengst de te sluiten zones, in een jaar en maand
voor maand, vergeleken bij den totalen Noord-
zee-aanvoer hebben opgeleverd. Dit is dan het
„verlies" bij sluiting.
Britsche stoomtrawlers brachten uit de zones
aan: in 1921 0.9%, in 1922 en 1921 1.1% van
den totaal-aanvoer. Voor Duitsche vaartuigen
van dit type beschikken wij slechts over nauw
keurige opgaven over de jaien 1909 en 1913, toen
2.7 resp. 2.3 van den gehaelen Noordzec-
aanvoer uit de zones afkomstig was.
Wat Nederland aangaat, is het niet goed moge
lijk gebleken, volkomen betrouwbare cijfers der
vangsten uit de hier herhaaldelijk ter sprake ge-
brachte zones te verkrijgen; in de eerste plaats,
omdat onze gegevens daaromtrent uit de jaren
1920 en 1921 afkomstig zijn, jaren, toen de vis
scherij wegens nawerking van oorlogstoestanden
(opruiming van mijnenvelden en wrakken) nog
niet als normaal was te beschouwen jaren ook,
waarin de visscherij, verlokt door hooge visch-
prijzen en overvloed van visch, en daarbij gedre
ven door verhoogde exploitatiekosten, er gemak
kelijk toe kwam, de meer nabij gelegen visch-
gronden op te zoeken. In 1921 werden dan ook de
genoemde zones druk door de Nederlandsche
trawlers bevischt, zoodat 10.8 vau het ge
wicht der lotaalvangst en 10.3 van de op
brengst door deze gebieden geleverd werden.
Ondanks het feit dat de tijdsomstandigheden
van 1921 hoogstwaarschijnlijk een meer intensie-
Men heeft voor 1923/1924 de gemiddelde li
somming (maand voor maand berekend) voor
stoomtrawler per reisdag op deze bedragen
stcld: binnen de zones 352 Mark, buiten de
in de zuidelijke Noordzee 363 Mark.
N. VI. Cl,
Kamer van Koophandel en Fabriek^8
voor Haarlem en Omstreken.
Luchtpost.
Wij maken er belangstellenden op attent,
door het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrj
fie speciale strookjes worden uitgegeven met
vermelding „per luchtpost". Deze strookjes i
gratis op de postkantoren verkrijgbaar.
Zi
Bliksemschade van een half miljoaj
gulden-
Bij het naderende onweerseizoen vestigen
de aandacht van bewoners cn eigenaars van laf-
huizen en van andere geïsoleerde woningen op
feit, dat een gebouw een grootere trefkans vK
den bliksem bezit naarmate het zich verder bovc
zijn omgeving verheft. Hooge en verspreid gek
gen huizen loopen derhalve een grooter gevaar
Men bedenke verder, dat het mogelijk is J-:
tegen dit gevaar te beveiligen door den aan./
van bliksemafleiders. De beveiliging moge n.f
steeds volkomen zijn, het groote nut van bliksec
afleiders is reeds sinds tal van jaren door desks
digen van grooten naam boven alle twijfel V'
heven.
Voor ons land berekende Prof. Van Gulik j j
1904 de jaarlijksche bliksemschade op gemidfk-
een half millioen gulden. Hij vond verder, dat
toenmalige afleiders de kans op brand bij bki
seminslag zes- of zevenmaal kleiner maakten. Sr- i
dert hebben de afleiders nog een niet oribelanf-
rijke verbetering ondergaan, en de jaarlijksche oü-
weersverslagen van het Meteorologisch Inslik
te De Bildt leggen, telken jare opnieuw, voor om
land een onbetwistbaar getuigenis af van het nJ|
der bliksemafleiders.
Gezondheidsraad,