ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN
Vacant
So- 79
Ve,
m
Woensdag 14 Juli 192fi
lie Jaargang
«kit
'f-
toj
Jag,
«Pt
IJMUIDER COURANT
W.
OFFICIEEL.
dienstplicht.
naar de aanvullingsreserve
en inlevering van rijksgoederen.
R houdens onvoorziene omstandigheden, zul-
bn 00 1 October a.s. naar de aanvullingsreserve
,i0rdaan de gewone dienstplicntigen van de
bei i Smacht, behoorende tot de lichting 1911,
"jj tot de aanvullingsreserve behoorende dienst-
Ichligen zijn bestemd om in geval van mobili-
wer r .ie eersl na de algemeene oproeping in werke-
T)a»i rt«i dienst te worden geroepen en om dan op
J komen bij de depóts
ne aan deze dienstplichtigen verstrekte rijks
toederen zullen met uitzondering van het zak.
bje in December van dit iaar moeten wor.
Ui „2 ingeleverd. Blijkt bij de inlevering, dat er
d d1 Lderen ontbreken oi dat deze niet in den ver
ent v schten staat verkeeren, dan stelt de dienstplich-
0(| jje wien het aangaat, zich o a. aan bestraffing
eli! Nader zal aan belanghebbenden worden bekend
«maakt wanneer en waar de inlevering moet
es !iaais hebben.
L de hierbij betrokken dienstplichtigen wordt
me? 'aluin eiéen belang aanbevolen er intijds voor te
ip l. W#n< ^at ^un éoe(ieren auievering ge-
1 {«1 in orde zijn.
jen aanzien van den overgang naar de aan-
fiillingsreserve worden de dienstplichtigen, al
een' rerkeeren zij in een bijzonder geval,' niet gere-
lend te behooren tot een andere lichting dan die
e- F «arvoor zij zijn ingelijfd. Genoten uitstel van
bev eerste oefening, onderbreking van dienst, enz
j, lebben alzoo niet ten gevolge, dat de overgang
j een later jaar geschiedt.
Velsen, 8 Juli 1926.
De burgemeester van Velsen,
RIJKENS.
:ri
DIENSTPLICHT.
Uitspraken in zake vrijstelling.
De burgemeester van Velsen brengt ter alge-
Al neene kennis, dat eenige uitspraken op aanvra-
H| gen om vrijstelling van den dienstplicht, welke
uitspraken zijn gedagteekend 30 Juni 1926, Ier
secretarie dezer gemeente voor een ieder ter in-
d't Ujje zijn gelegd.
hllll Tegen elke uitspraak kan binnen tien dagen na
din dag van deze bekendmaking in beroep wor-
din gekomen:
VU n. door den ingeschrevene, wien de uitspraak
geldt, of door diens wettigen vertegenwoordiger;
b. door elk der overige voor deze gemeente
»oor dezelfde lichting ingeschreven personen of
;door diens wettigen vertegenwoordiger.
Het verzoekschrift moet met redenen omkleed
[lijn, Het behoeft niet gezegeld te zijn. Het moet
werden gericht aan de Koningin, doch worden
igediend bij den burgemeester, ter secretarie
an deze gemeente. De burgemeester zorgt voor
de doorzending.
Voor zooveel betreft uitspraken, door Gedepu
teerde Staten gedaan, kan5" bovendien de Com_
iraissaris der Koningin binnen denzelfden termijn
bij de Koningin in beroep komen,
Velsen, 10 Juli 1926.
De burgemeester,
RIJKENS.
bekendmaking.
drankwet.
Burgemeester en wethouders der gemeente
eisen brengen ter openbare kennis, dat op 10
'uli 1926 bij hen is ingekomen een verzoek-
chrift van Ch. P. J. Kuster, van beroep lunch-
oomhouder, wonende te IJmuiden, om verlof
oor den verkoop van alcoholhoudenden drank
nderen dan sterken drank in de navolgende lo-
aliteit: de benedenvoorkamer van het perceel,
laatselijk gemerkt C 24 en gelegen aan de Oranje-
Iraat aldaar.
Binnen twee weken na de dagteekening dezer
ekeudmaking kan een ieder tegen het verleenen
an dit verlof schriftelijk bezwaren bij burgemees-
er en wethouders inbrengen.
Velsen, den 10 Juli 1926.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de bürgemeester,
J. KOSTELIJK. RIJKENS.
Plaatsing op de lijst van
instellingen van weldadigheid.
Ter voldoening van art. 5 der Armenwet bren-
(';n burgemeester en wethouders van Velsen ter
openbare kennis, dat door" hen den 7 Juli 1926 is
plaatst op de lijst van instellingen van welda-
®<heid, als instelling eener kerkelijke gemeente,
'«nwege die kerkelijke gemeente geregeld en be-
j urd, onder no. 17, de Diaconie van de Gere
formeerde Kerk te Santpoort.
Velsen, 7 Juli 1926.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
J. KOSTELIJK. RIJKENS.
VAN DEN WACHTTOREN.
Sombere vooruitzichten voor den
landbouw
Voor de Gron. Mij. van Landbouw
Jeeft de heer E. H. Ebels gesproken
,Ver den slechten toestand, waarin de
oudbouw verkeert, die bovendien nog
ec^er dreigt te worden. Hij stelde het
Mexcijfer voor de landbouwproducten
'13 op 100, dan is dit cijfer thans
tv°or akkerbouw en veeteelt samen)
135. Maar de productiekosten zijn veel
hooger geworden naar verhouding; on
geveer 158. De loonen zijn verdubbeld.
Er moet dus op die uitgaven, ook op de
ldbnen bezuinigd worden. De heer Ebels
erkende, dat die loonen nog laag zijn en
betreurde het, als ze nog lager moeten
worden. Hij weet echter geen anderen
uitweg. De pacht, en koopprijzen zijn
nog steeds hoog. Er zijn te veel landar
beiders en daardoor veel werkloosheid;
vroeger gingen velen naar cle steden en
naar het buitenland. Daarom acht hij
emigratie zeer noodig. Hij noemde
Frankrijk en Canada. Hij waarschuw
de tegen ontginning van woeste gron
den, die later toch geen bestaan geven
en ried daarentegen het inpolderen aan,
waardoor de volkswelvaart gediend
wordt. Komt er geen verandering door
emigratie of een geweldige uitbreiding
onzer industrie, dan voorziet hij verdere
daling van liet inkomen van den huur-
boer en het loon van den landarbeider.
Weinig minder dan een ramp noemde
hij het, dat Engeland d. invoer van ge
slacht vee heeft verboden en op dun
stroocarton een zwaar invoerrecht
heeft gelegd.
Maar ondertusschen leeft de boer er
goed van.- Hij heeft zijn eigen auto. Hij
richt zijn woning modern in en gaat
gekleed als een heer. Vrouw en doch
ters zien er ook niet noodlijdend uit,
als men let op kleeding en sieraden
Er zijn echter boeren en boeren. Een
groot verschil tusschen den Groninger
boer, die in mooie villa's woont-en in
heel zijn uiterlijk leven den indruk
van welvaart en weelde maakt en zoo
menigen zandboer of armen huurboer
op beteren grond, die met de grootste
zuinigheid en liard werken nauwelijks
de huur kan maken. De heer Ebels
merkte op, dat de jongere boeren voor
al hun uitgaven voor luxe niet beper
ken niettegenstaande den slechten toe
stand van hipa bedrijf. Hij keurt het
niet af, dat zij meer levensgenot zoeken
dan'hun voorouders en profiteeren
van allerlei geriefelijkheden en genoe
gens van het leven. Maar, zeidc hij, die
uitgaven kunnen niet uit het bedrijf
bestreden worden, die weelde kan men
zich alleen veroorloovcn dank zij het
door de voorvaderen met zorg en moei
te -en het betrachten van groote sober-'
held vergaarde kapitaal.
Of de toestand inderdaad zoo slecht
is, als de heer Ebels het voorstelt? De
vette jaren zijn zeker voorbij maar de
boer is over het algemeen zoo geneigd
te klagen, dat wij geneigd zijn, er niet
alle waarde aan te hechten en allicht
geneigd zijn, te zeggen: Och, 't valt wat
mee! ook als er inderdaad alle grond is
tot de klacht.
Te veel francs en ministers van
financiën.
In korten tijd heeft Frankrijk negen
ministeries gehad. Briand ïs kabinets
formateur van beroep, in zijn laatste
ministerie is Caillaux weer minister
van fin an tien. Maar de franc laat zich
door geen enkelen minister meer tegen
houden, doch blijft in waarde dalen.
Dit moet uitloopen op een ramp voor
Frankrijk en het is voor vele Fronschen
reeds een ramp. Men denke alleen maar
aan de vele ambtenaren, wier salaris
feitelijk verlaagd wordt met iedere
waardevermindering van de franc. In
de laatste twee maanden zijn de levens-
kosten in Frankrijk met 10 gestegen.
Zij zijn zevenmaal zoo hoog ais voor
den oorlog. In ons land zijn ze hoog
stens tweemaal zoo hoog als voor 'J i.
In zijn oorlog voor de franc heeft
Frankrijk zijn Verdun gevonden. Het
geld is waardeloos geworden als in den
tijd der groote revolutie. Toen had men
45 millioen francs aan assignaten,
thans heeft men 52 mdliard of meer aan
papier geld. Sinds 15 Dec. '25 geeft de
staat iedere maand een milliard meer
uit dan cle inkomsten zijn. Andere sta
ten gooien ook geen geld in een bodem-
loozen put en leenen daarom Frankrijk
niet langer; integendeel ze willen het
reeds geleende geld wel terug hebben.
Een der oorzaken van den val van
het geld is het leger. Frankrijk heeft na
den oorlog enorme kapitalen uitgege
ven, om een sterke militaire mogend
heid te worden. Het heeft bovendien
nog twee legers in andere werelddee-
len te onderhouden, een in Syrië en een
in Marokko. Het heeft de sterkste lucht-
Ter verzachting en genezing van
stukgeloopen voelen, zadelpijn, schrij
nen en smetten der huid, muggebee-
ten en zonnebrand, moet men op reis
voorzien zijn van
Doos 30 cTube 80 c
vloot en ook voor marine vele millioe-
nen uitgegeven.
Zoo is het, thans militair dè sterkste
en finantieel de zwakste staat van
Europa. Rusland wellicht uitgezon
derd. Het staat sterk tegen iederen bui-
tenlandschen vijand, maar' het. -heeft
een gevaarlijken vijand bi.mon de gren
zen, die niet met kanonnen en geweren
te verslaan valt: zijn finantieele moei
lijkheden. De herhaaldelijke wisseling
van ministers van financiën
is een teeken van zijn wanliopigen
toestand. Deze wordt geestig aldus in
een carieatuur weergegeven. De franc
met een benauwd gezicht op de schijf
en heel magere armpjes en beentjes
zinkt weg in de zee van moeilijkheden.
Krampachtig houdt hij een geweer
vast, dat hem al verder naar de diepte
trekt door zijn zwaar gewicht. Op het
geweer staat militarisme en onder de
plaat: Dat gewicht veroorzaakt zeker
-een deel van zijn moeilijkheid.
De leuze, 'die Frankrijk redden kan,
luidt: De wapens neder en cle franc
omhoog!
PLAATSELIJK NIEUWS.
IJMUIDEN.
CONGER T
te geven door de Harmonie Concordia,
Directeur Sam. Vlessing,
op Donderdag 15 Juli a.s. 's av. 8 uur
in de Muziektent op het Willemsplein.
PROGRAMMA.
1. Summa cum Laude, marche, S. Vlessing
2. Ouverture Stradella, F. Flotuw,
3. Fantaisie sur l'Opera Qomiqué Rose Marie,
S. Vlessing.
4. Valse Interrompue, L. Montagne.
5. Ouverture Prés au* Clercs, Herold.
6. Souvenir de l'Arlesienne, Bizetdu Bourg.
7. Espana, Valse, E. Waldleufe!,
8. Potpourri Anno 1926.
Aan de R.K. Kweekschool der Duitsche zus-!
ters le Maastricht is geslaagd voor het examen
van onderwijzeres Mej, M, Hoogerduyn alhier.
Aan de Middelbare Technische School te
Haarlem zijn bevorderd: afd. Werktuigbouwkunde,
van het practische leerjaar naar het laatste stu
diejaar A. C. Meesters; aid. Electrotechniek, van
het eerste naar het tweede studiejaar C. L. Baljé,
van het tweede studiejaar naar het practische
leerjaar C. J. Prins, allen alhier.
De heer Ph. Vlessing, leerling van het Kon,
Vlaamsch Conservatorium te Antwerpen, behaal
de zijn einddiploma voor Violoncello en Solfège.
Wij lezen hieromtrent in de Niéuwe Gazet van
Antwerpen:
De uitgangsexamen in ons Koninklijk Vlaamsch
Conservatorium wekken nog steeds de grootste
belangstelling. Die van de pianoklassen zijn dit
jaar bijzonder schitterend geweest. Het is :nerk_
waardig hoeveel vreemdelingen tegewoordig aan
onze Vlaamsche muziekschool kornen studeeren,
in het bijzonder dan Nederlanders, Fn natuurlijk
houden ze eraan zich hier te onderscheiden. On
der de bekroonden in de cello-klas van den heer
Godenne is b.v. de heer Ph. .Vlessing, die bij zijn
examen jury en publiek ten hoogste door
zijn rijken toon en zijn virtuositeit bekoord heeft.
Wij vernemen dat hij thans naar zijn vaderland
is teruggekeerd en daar met zijn Antwerpsch
diploma zonder moeite een vaste betrekking in
een orkest van eersten rang zal vinden.
Het vreemdelingenverkeer op
Zondag j.l.
Het was een buitengewone dag, de Zondag die
nu voorbijging. Zaterdag had menigeen, wiens in
komsten ten deele of geheel afhankelijk zijn van
het vreemdelingenverkeer, met een angstig gezicht
naar de bewolkte lucht gekeken en somber ge
hoord naar den kouden bries, die het verblijf aan
het strand onmogelijk maakte. De zwartkijkers
hebben te vroeg den moed verloren. Zondagmor
gen verscheen de zon, stralend als van goud, aan
den Oostelijken hemel en een zacht koeltje biacht
ternauwernood een rimpeling in de groote water
vlakte. Het was aan alles te zien dat we een
echten, warmen zomerschen dag tegemoet gingen.
Dien morgen bewees de toevloed van bezoekers,
die naar IJmuiden kwamen, hoe de stelselmatige
propaganda de laatste jaren, de belangstelling ge
wekt heeft voor onze woonplaats, van velen die
eerst al hun genoegen in Zandvoord of Wijk aan
Zee zochten. Thans hadden duizenden stedelingen,
alvorens de zomerzon de straten kon benauwen
en de huizenzee vergiftigen, reeds besloten den
dag te IJmuiden en aan het strand door te bren
gen. Zij zijn gekomen, per spoor, per auto, per
fiets of met de boot. Voorheen, als men op een
warmen zomerdag, de Amsterdamsche boot, afge
laden b.v. met 1000 passagiers zag naderen, kon
men er gewis op aan dat 800 daarvan in Velsen
afstapten voor Wijk aan Zee, waarop men te
IJmuiden al erg tevreden was, dat toch ook 200
dagjesmenschen naar hier kwamen. Thans is die
verhouding verandert. Zondag de eerste boot, de
groote Prins Hendrik bracht ongeveer 1600 men-
schen naar hier. En zoo ging het voort, boot na
boot. Een zeer gematigde, deskundige schatting,
luidde dan ook dat er, omtrent den middag c.a.
15000 menschen op het strand waren. Het was
daar dan ook zeer druk en voor de betrokkenen
was er heel wat te verdienen.
Bijzonder druk hadden ook de overzetveren
het, zoowel die van Jaap, op den kop, als die van
de sluizen naar de semaphore. Meerdere malen
konden die niet spoedig genoeg den stroom ver
zwelgen, zoodat de steigers vol stonden.
Een woord -van lof, voor de kalme regeling op
die oogenblikken, komt hier zeer zeker aan de po
litie toe.
Waar in dit verband wel wat op aan te merken
was, scheen de regeling der havenautoriteiten.
Natuurlijk zien we van hun werk slechts den bui
tenkant, zoodat het wel zou kunnen zijn, dat we
zelve met de regeling belast, nog vreemder zou
den doen. Doch ter zake.
Het bleek dat Zaterdag hier een klein marine-
scheepje binnenkwam, waarvan de commandant
liet wel mogelijk achtte elders te leggen, doch de
havenmeester beval een der steigers daarvoor te
reserveeren. Het gevolg was dat de veerdienst,
op dezen drukken dag, slechts een steiger gebrui
ken kon, tegen anders altijd twee. We hopen dst
de havenautoriteiten een weinig meer toeschiete
lijk in dezen zullen zijn en de middelen aanwenden
om 'n herhaling daarvan te voorkomen en 't, door
velen zoo gewenschte groote veer, in stand ge
houden en op behoorlijke wijze geëxploiteerd kan
worden.
VELSEN.
Joseph in Dothan.
Hedenavond zal er voor de inwoners der ge
meente en de omgeving iets zeer buitengewoons
te genieten zijn. Een der mooiste stukken van ons
prachtige Velserbeek is ingericht voor openlucht-
tooneelspel. Reeds verwachten wij dat vele kin
deren al hebben genoten van Roodkapje. Doch
het stuk komt nog. Het mag reeds van voldoende
bekendheid worden verondersteld te zijn, dal
slechts stukken, wier draagkracht verder strekt
dan de kassa van een schouwburgonderneming,
voor de uitvoering in de vrije natuur, onder den
wijden hemelkoepel, voldoen.
De moderne, kleine tooneelspelen, die het suc
ces zijn van eén winterreportoire, vallen er, doch
voor de uitvoering der groote klassieken daaren
tegen, gaat van het openluchtspel een bekoring en
wijding uit, die in de tooneelzaal onmogelijk is.
Wc denken slechts aan „Oedipus", aan „Luci
fer'1 en aan de „Gijsbrecht". Daarom zijn we
„Onder ons" dankbaar, dat rtu ze haar bemidde
ling verleende voor deze uitvoering, ze tevens
zorgde voor een stuk en spelers, die deze weelde
kunnen dragen.
Dat is hier inderdaad het geval. Van de spelers
is dat genoegzaam bekend, het verband tusschen
„Sehouwtooneel" en „Zomerspelers" is te duidelijk
uit de namen te lezen.
En het stuk. Nu ja, de naam Vondel'slaat er op,
doch ook dat zegt voor velen nog weinig. Laten
we het direct zeggen: dit stuk is niet geschikt voor
de critiek van een ieder; ook leent het zich wei
nig voor foyer-conversatie.
Die hedenavond gaat, hij bedenke bij dit stuk
de bekende waarschuwing bij het naderen van dé
heilige plaats: trek uwe schoenen van de voeten,
want de plaats waarop gij staat is heilig. Deze
stemming slechts kan helpen om dezen avond den
prins onzer dichter te benaderen in zijn bijbelsch
treurspel. Men weet dat Vondel, nevens zijn histo
rische en mystieke tooneelspelen, waarvan velen
meer bekend zijn, nog een gansche serie bijbelver
halen tot "tooneelspelen heeft bewerkt. Hoezeer
de dichter ook bewezen heeft er in godsdienst
zaken een eigen meening op na te houden, voelde
hij toch als kind van zijn tijd, dat nergens de tra
gedie des levens benaderd werd, dan juist in die
oud-testamentische bijbelverhalen. Hij doorleefde
en gaf ze, in zijn kunstvorm, weer aan het publiek.
Doch van al die verhalen leefde geen enkele
zoozeer, en werd tot de groote levensvraag, als
het verhaal uit Genesis 37. Joseph, de op een na
jongste zoon van den aartsvader Jakob, door God
verkoren om de eerste te zijn onder de broeders,
wordt thuis verwend omdat Jakob hem, den oud
sten zoon van de vrouw zijner keuze, groot wilde
zien. Tengevolge van dien voorkeur, maar boven
al ook door de profetische droomen van Joseph,
haalt hij den haat zijner oudere broeders op zijn
hals. Dezen grijpen hem aan, als hij hun komt op
zoeken bij hunne kudden, beraadslagen moord,
doch werpen hem in een kuil, vanwaar zij hem
als slaaf verkoopen aan voorbijtrekkende Ismaëli-
tische kooplieden.
Vondel ziet het zóó. Jakob wil zijn jongste zoo
verheffen, tegen alle wet en recht in. Dat gaat
niet, dat moet God doen, niet Jakob. Joseph is
het prototype van Christus. Niet door voorspraak,
doch langs den weg der vernedering en der dienst
moet hij er komen. De broeders wilien Joseph
moorden en wegmaken. Dat gaat niet. Zij, vooral
Ruben, de oudste, vreezen de gevolgen. Wel zien
zij kans met de leugens van Levi er door te ko
men, doch zij weten dat wat voor menscnen ver
borgen is, voor God gezien wordt.
Juda, de man waarin het joodsche volk der toe
komst sluimert, de man uit wien zal voortkomen
de Verlosser moet, zijns ondanks, de man zijn die
ook in dezen de situatie redt.
.Zoo werd dit verhaal in Vondel den strijd, tus
schen den mensch die het doen wil en den weg
Gods, die naar het doel voert.
In het eerste bedrijf komt de inleiding met het
verschijnen van Joseph. Het tweede bedrijf tee
kent den raadslag der broeders. Het derde bedrijf
het hoogtepunt, brengt de botsing. In het vierde
bedrijf komt het tot den verkoop, terwijl het laat
ste bedrijf het verschil in opvatting der broeders
leekenl.
Wie door dit alles Vondel's blik wil zien, lette
op de reizangen, die ook dit spel kleuren.
We hebben hier boven reeds gezegd dat Vondel
in dit stuk, meer dan elders, er in geslaagd is dit
dramatisch gegeven tot een hoogtepunt te voeren.
We hopen dat velen dezen avond, door middel
van de openluchtopvoering, dichter bij dezen reus
en zijn werken zullen komen.
De levering van brandstoffen voor de ge
meentegebouwen is als volgt gegund: 60 ton Bel
gische anthraciet aan de N.V. Vereenigde Steen
kolenhandel te IJmuiden voor f 26 per ton; 300
Ion gietcokes aan de Kon. Ned. Hoogovens en
Staalfabrieken alhier voor f 18 per ton en 20.000
stuks haverstrooturf aan M. de Weers te Velser-
oord voor f 12.90 per 1000 stuks, alles franco berg
plaats.
- In den avond van 9 Juni j.l. bad te Santpoort
in de autobus van den ondernemer H. v. D. te Be
verwijk, plaats-genomen J. B. te Wijkeroog.
Toen dit voertuig, omstreeks het sluitingsuur
der herbergen, het stoompontveer te Velsen was
genaderd, had B. geen geduld tot wachten dat het
voertuig aldaar stopte, doch opende bij hei pasr
seeren van het café van den heer S.t het portier,
sprong uit de nog in beweging zijnde autobus en
smeet opzettelijk en met zoodanige kracht het
portier achter zich dicht, dat de daarin zich be
vindende glasruit totaal werd verbrijzeld en de
glasscherven de inzittende passagiers om de ooren
vlogen.
De autobusondernemer, die daardoor ecne
schade van f 12.10 werd berokkend, is door B. ge
rustgesteld dat de door hem aangerichte schade
zou worden vergoed.
Toen V. D. echter met de kwitantie bij hem
kwam werd hij door B. van de deur afgescheept.
13. die inmiddels naar Hilversum is vertrokken,
heeft niets van zich meer laten hooren.
Door den autobusondernemer is thans bij den
Brigadier der Rijksveldwacht aangifte gedaan, die
deswege tegen 6, wegens opzettelijke vernieling
procesverbaal heeft opgemaakt.
Aan de Middelbare Technische School te
Haarlem is bevorderd aan de afd. Weg- en Water
bouwkunde, van het tweede studiejaar naar het
practische leerjaar A. A. C. Janssen alhier.
Naar Hl. Dbl, verneemt moet het onderzoek
naar de aan den nieuwen hoogoven ontstane
schade hebben uitgewezen, dat op één plek de
ovensteen tot op den metalen mantel is wegge
brand. Deze oven is met Amerikaansche steen
bekleed. De weggebrande steen zal door dezelfde
steensoort, die nog uit Amerika moet worden
aangevoerd, worden vervangen.
Zooals wij indertijd reeds mededeelden, is het
ook met den eerstgebouwden oven niet in orde.
Ten behoeve' van een grondig onderzoek zal op
sommige plaatsen de dikte van de vuurvaste
binnenbekleeding worden gepeild, waarvoor het
noodig zal zijn, een aantal gaten door den metalen
te boren.
Om dit onderzoek mogelijk te maken, zou j.l.
Zaterdag de oven niet worden gestookt.
Als gevolg van de verminderde werkzaamheden
ontstaan door stilleggen van den nieuwen oven,
is reeds een groot aantal arbeiders ontslagen. Dit
zijn in hoofdzaak ongehuwden, wien echter door
de directie is toegezegd, dat ze zooveel mogelijk
aan de papierfabriek aan het werk zullen worden
gesteld, waarto'e de directie van genoemde fabriek
hare medewerking zal verleenen. Voor de talloo-
ze losse arbeiders, waarvan er dagelijks 100 h 200
werden aangenomen, naar gelang van de behoefte,
is het blusschen van de tweede oven echter een
groote schadepost, daar thans geen arbeiders
worden aangenomen.
Woensdag 14 Juli herdenkt de heer E. Bieren
broodspot te Wijkeroog, den dag dat hij 40 jaar
geleden, als 13-jarige jongen, in dienst kwam bij
de N.V. Ver. Kon. Papierfabrieken der firma van
Gelder Zonen te Wormer.
Na 'eerst ongeveer 10 jaar aldaar te zijn werk
zaam geweest, is de heer B. met de vestiging der
fabriek alhier, mee overgekomen, waarbij hij zijn
medewerking heeft verleend bij de installatie der
fabriek.
De heer B. die altijd werkzaam is geweest aan
de papiermachines, is thans papiermaker bij de
grootste machine, de zoogenaamde no. 14.
Het zal den jubilaris a.s. Woensdag zeker niet
aan blijken van belangstelling ontbreken.
Kenn.
Langs de straat.
Langs de wegen van IJmuiden,
Velsen, Santpoort, Wijkeroog,
Ziet men vele borden hangen
Die wel loopen in 't oog.
Zooals b.v. Stopplaats bussen,
Is in 't belang der burgerij;
Op vaste plaatsen staan te wachten
Ja, zoo noodig in de rij.
Rond de vischhal heen geloopen,
Zien wij bovert ingangen staan,
Verboden voor onbevoegden
't Is voor koopliên veel j
Maar nu verder gaan wij kijken,
Van de vischhal over de brug,
Of hier nog meer borden prijken,
Ja één, en dat is te stug!
Hier is nog een tweede vergeten,
Bij den aanvang van dit pad.
't Zij van Rijk of Gemeente
Die de borden geschreven had.
Bij den aanvang hier te plaatsen
'n Tweede bordje niet zoo groot,
't Is Verboden voor Wielrijders
Anders is de veiligheid in nood.
Een wandelaar