ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN "De arne kistna Annie Zaterdag 21 Aagnstrag 192fi lie Jaargang Yersclifjet Woensdags Zaterdags Waarschuwing tegen misleiding Geschikt voor alle Bouwdoeleinden - Steenfabriek H, Butzer, Hoogovens IJmuiden. Ko. 83 IJMUIDER COURANT Abonnementsprijs: f 1,per 3 maanden, franco per post I 1.35. Abonnemen- jgjj worden aangenomen aan het bureau en bij de Agenten. /tdvertentiën 2 maal achtereenvolgend opgegeven op het gewone tarief, gorden kosteloos 'nog een derde keer opgenomen in het eerstvolgend ^oensdagnummer. Advertentiën voor de Adreslijst 6 plaatsingen van dezelfde tekst (onveran_ derd) f 4.13 plaatsingen (dus 3 maanden achtereen) f 8. ^dvertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 9 uur v.m. ^n VRIJDAGS tot 4 uur n.m. j0t plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad jt uitsluitend gerechtigd het Advertentie-bureau P. F. C. Roelse, IJmuiden. Uitgave van de N.V. UITGEVERS-MIJ. „IJMUIDEN'' Adres voor Redactie en Administratie N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL WILLEMSPLEIN 11 TELEFOON 153 IJMUIDEN Ingezonden mededeelingen 40 ets. per regel Advertenties van 1 tot en met 5 regels f 1.iedere regel meer 20 ets. Compact gezette adverten ties van 1 t. en m. 5 regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichten zoomede verecnigings-advertenties uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbetaling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75 iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante betaling worden de gewone prijzen berekend. Advertenties ,,adres bureau van dit blad" 10 ets. extra; voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets. in rekening gebracht. Bovenstaande regelprijzen worden met 5 cent verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Velsen. ja tegenspraak met, kennelijk met jaeerlijke bedoelingen, verspreide ge- [ochten, dat de uitgave der ÏJmuider Courant binnenkort zou worden ge- laakt, te dezer plaatse onzerzijds de „jeest stellige verzekering, dat van de tpheffmg van ons blad geen sprake is, iodat deze ook nog nimmer met ernst jjor ons is overwogen. I Het moge voor ben* die voor liet ne pen van een abonnement op o£ het plaatsen van advertenties in het even- loeel te verschijnen nieuwe plaatselijke dagblad, (zooals men het voorspiegelt, ia werkelijkheid een Haarlemsche Cou rant, hier onder gewijzigd hoofd te be- lorgec, een z.g. „kopblad'* dus, als thans Eennemer Editie en volstrekt geen Agen" plaatselijke onderneming,) worden lastig gevallen, voldoende reden lijn, om ook do verdere beweringen en jchoone beloften van die heeren niet jan met de noodige restrictie te aan- laarden en zich niet in eenigerlei op licht te binden zonder eerst de proef nummers van het nieuwe blad te hefo- fcn afgewacht. De Raad van Beheer. VAN DEN WACHTTOREN. t De brief van Cleatnenceau. Clemenceau is Fran'krijks eerste mi nister geweest in de laatste oorlogsja ren. Hij was een der big men ('machtige mannen) te Versailles. Hij is de ziel van het aldaar gesloten vredestractaat. Voor 'den oorlog is 'bij een van Frank- rijks meest strijdbare politici geweest, opposi tieman er steeds op uit hem njandige regeeringen te doen vallen. Zijn bijnamen waren le {.ombeur, de omverwerper en ie tigre, de tijger. Hij, de tachtigjarige heeft zich in do eenzaamheid teruggetrokken en wensoht zijn laatsten levenstijd te be steden aan een werk over zijn leven. Geen nieuwsgierige journalist laat hij toe, zijn rust te verstoren. Over het ke gelspel met ministeries der laatste twee jaren heeft hij geen woord gesproken. Hij laat ministerdes omwerpen en weer opzetten en ziet zonder een woord toe. Maar thans heeft hij uit zijn eenzaam heid zijn stem nog eens krachtig doen hooren en wel in zijn open brief aan president Cooliidge. Een brief harts tochtelijk en onvoorzichtig, alsof ze van een achttienjarigen heethoofd en niet van een tachtigjarigen staatsman in ruste ware. Hij vraagt geen genade voor zijn volk maar reefht in zake de schuldregeling. Hij wijst er op, dat in zake de Fransch Amerikaansohe schuld enk westie an dere overwegingen dan finantieele moeten gelden. De oorlog was geen zaak, waarin geld gestoken werd en waarvoor geld geleend werd als voor den handel. Handelsschuld en oorlogs schuld maken toch verschil. Had Frankrijk misschien zijn vestin gen aan Duitsdhlan'd moeten afstaan, toen het met bedreiging van oorlogs verklaring dit eischte? Heeft Frankrijk niet goed gevochten? Heeft het niet al les, bloed en geld in den afgrond ge worpen? Is het Fransche grondgebied niet wetenschappelijk verwoest? Spre ken de dorpen van Frankrijk niet-van de eindeloo'ze lijst van dooden? Zoo bombardeert Clemenceau Coolidge, om aan te toonen, dat het even onrecht vaardig als schandelijk is, om nu van Frankrijk met zijn Ie eigen ka.s het volle pond te willen edschen. Of die brief veel helpen zal en Ame rika genadig zal stemmen tegen zijn schuldenaar? Coolidge heeft dien brief voor kennisgeving aangenomen en terzijde gelegd. De schuldregeling is een zaak der diplomaten der beide lan den, zoo heeft 'hij zakelijk en juist op gemerkt. Clemenceau is thans immers een ambteloos burger. Ook heeft men in Amerika zich allang geërgerd, dat Frankrijk ondanks zijn armoe schatten bleef uitgeven voor leger en vloot, als- DIEREN BESCHERMEN IS MENSCHEN BESCHAVEN! Wordt dus lid van de afd. Velsen en Omstr., der Ned. Vereen, tot bescher ming van dieren! Min. contr. f 1.25 per jaar- Secretariaat: Stationsweg K 86; Velsen. VAN H. COURTSS—MAHLER UIT HET DUITSCH VERTAALD DOOR J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM lil de plantsoenen "voor de warme te Wiesbaden wandelden de )ml lurgasten bij het ochtendconcert. liet g» ras een prachtige morgen in Mei, vol lentelucht, zonneglans en bloemengeur, (en voorjaarsmorgen, zooals dichters die bezingen. Hij tooverde een blij, hoopvol lachje op al die jeugdige en oude gezichten. De gezonden voelden ,zich nog sterker, en voor de zieken was het als een belofte op genezing. I Een groepje elegant gekleede heeren, die met een klein kwaaltje wat coquet- leerden, stond bij den ingang van de hei hronhal. Zij dronken langzaam, met gewichtige gezichten het lauwe bronwa ter uit hun genummerde glazen. Zij maakte daarbij grappen over den flau- 0 wen smaak, opmerkingen over de voor la óijgangers en lachten zóó vergenoegd, tat men hen onmogelijk als „lijden den" kon beklagen. Een slanke, jonge man, aan wien men dadelijk zag, dat hij een officier in ci viel was, en die zich 'bij de laatste ma noeuvres een lichten aanval van rheu- matiek op den hals had gehaald, dien hij hier met baden en drinkkuur hoop te te verdrijven, maakte de andere hee- ren levendig opmerkzaam op voorbij gaande vrouwelijke schoonheden. Met zekeren 'blik zocht hij er de elegantste voorjaarstoiletten uit en onderwierp die dooi- zijn opmerkingen in zekeren zin aan censuur. In de wandelhal verdrongen de men- schen elkaar. Daar de grond in 't park nog waj vochtig was, liepen zij, die hei gevoeligst waren, liever op de droge steenen tegels van de hal. Menig opvallende persoonlijkheid dook uit de nienigte op. De jonge offi cier scheen ben allen te kennen en gak inlichtingen. Daar de Bienschenstroom zich in ge regelde rijen, naar rechts uitwijkend, bewoog, was het gemakkelijk iedereen op te merken, en door ieder opgemerkt te worden. Nu weerklonk de wals uit de „Fleder- maus"- De heeren, die bij de bron ston den, neurieden de melodie mede, en de jonge officier gooide heimelijk zijn glas achter de struiken leeg. „Deze wals en een kuur apn een war me bron brr dat gaat niet samen", zei hij, terwijl hij rilde. De anderen lachten. „Ik zou ook liever champagne drin ken", antwoordde een ander. „Cham pagne en de wals uit de „Fledermaus" daar is harmonie in!" Maar zij haalden toch allen een nieuw glas uit de warme bron. Daarna namen ze hun plaats weer in, die hun. bijna dagelijks tot observatie post diende. Zij stonden er nog niet lang, of twee dames wandelden voorbij. „De Zon", fluisterde de luitenant. of het niet een leegc maar een boorde volle schatkist had. Maar wat de deur toe doet, er is voorloopig een schuldre geling tusscllien de beide oude bond'ge- nlooten tot stand gekomen, waarbij Amerika zeer billijke voorwaarden voor afbetaling heeft gesteld. Men heeft zelfs berekend, dat liet door die voor waarden aan Frankrijk feitelijk de helft der schuld kwijt scheldt. Tot verdere concessies is Amerika zeker niet bereid en de brief van Cle menceau zal eer kwaad dan goed doen. Het is niet genoegelijk, standjes te ont vangen van hem, die men royaal meent behandeld te hebben! Be kracht van het offer. In het gezin houdt men het meest van het kind, dat veel zorg vereisoht. De liefde neemt met het lijden toe. Men ziet dat ook in de geschiedenis. Hoe meer men voor 'n zaak moet lijden, des te meer men er aan gehecht is. Het bloed der martelaren is liet zaad der kerk. Die waarheid geldt van iedere zaak. Door martelaren - te maken, maakt men' zich gevaarlijke tegenstan ders. Op den Vlaamschen dag te Roozen- daal gehouden, zei Wies Moens, de Vlaamsche denker en schrijver, die voor de zaak van z'n volk geleden heeft dat Vlaanderens ideaal moet gaan langs een opgaande lijn, de lijn van sacraficie, het offer en heroïsme, den heldenmoed. Juist daardoor ook heb ben de Vlamingen zoo groote kracht ontwikkeld en staat hun zaak er beter voor dan voor den oorlog. Hetzelfde kan men opmerken ten op zichte van de kerk in Rusland. Prof. Dr. v. Arscniew zegt daarvan, dat de kerk door het lijden gelouterd is. Voor den oorlog waren de toestanden in de Russische Kerk niet zeer verblijdend. Aller blik werd op de jonge dame ge richt, op wier arm een zeer lijdend uit ziende vrouw van boven de vijftig jaar steunde. In de oogen der heeren was de grootste 'bewondering te lezen. Deze twee dames waren eiken morgen aan de warme bron. Maar zij spraken nooit met iemand, schenen niemand te kennen, en niemand kende blijkbaar' haar. Het jonge meisje, dat door den luitenant, „de Zon" werd genoemd, rechtvaardigde deze vleiende benaming door haal* schoonheid en de zonnige uit drukking op haar gezicht. Zij vermoed de zeker niet, dat de heeren zich zóó met haar bezig hielden, in elk geval sloeg zij er in het geheel geen acht op. Zij was een slanke, bevallige ver schijning van ongéveertwintig jaar. Vol liefde boog zij zich -naar de oude, geheel in het zwart gekleede dame, en reikte haar nu en dan het nog half vólle glas toe. Zij lachte daarbij zóó lief en aandoenlijk, dat de heeren ze nuwachtig van het éénc been op het andere gingen staan. Zij droeg een een voudig, maar zeer elegant donker blauw wandelpak en een breeden stroo hoed, met groote strikken opgemaakt, die haar zeer goed stond. Beide dames maakten beslist eenzeer gedistingeerde indruk. Na een korte wandeling was het glas leeg. Zij moesten nu vlak langs de groep heeren, om het voor den tweeden keer aan de bron te laten vullen. Be leefd deden de heeren 'n paar schreden terug, en keken haar na- Al hun belang stelling scheen zich op „de Zon" te con- centreeren. De kerk werd door den staat be schermd, maar deze rekende nu ook op de hulp en steun der kerk. Deze afhan kelijkheid van den staat deed aan de kerk geen goed. De vervolging daarna heeft een nieuwe geestelijke sfeer ge schapen. Een rustige, eenvoudige, oot moedige geaardheid openbaarde zich Geen zucht naar ophef, geen zoeken van het martelaarschap, maar ook geen vlucht, wanneer het noodzakelijk was. Een terugkeeren tot vurige onzui vere oorspronkelijke Christendom. Het gaat zoo ieder ideaal, iedere beweging, ze moeten als het ijzer op het aanbeeld gebeukt worden, dan pas worden ze sterk als staal. - VOOR DEN RAAD. Verleen en van machtiging ïot het doen rooien van boomen in de Molenstraat, te Santpoort. B. en W. schrijven aan den raad: - Door de vereeniging „De Hollandsche Molen", vereeniging tot behoud van molens in Nederland, te Amsterdam, is ons in overweging gegeven, met het oog op het behoud van den molen „De Zandhaas", te Santpoort, cle hoornen in de Molenstraat, aldaar, te doen irisnoei- en tot op de hoogte der hulzen. Bij het naar aanleiding hiervan inge steld onderzoek is evenwel gebleken, dat indien deze boomen worden inge snoerd, zoodanig dat zij voldoenden wind doorlaten, er niets meer overblijft dan een paar kale stammen, terwijl zij bovendien veel te dicht op de huizen staan. Het wil ons daarom, met de commisï sie van bijstand in het beheer der. open bare werken, gewenscht voorkomen, bedoelde boomen te doen rooien. In overeenstemming met het advies der gemelde Commissie stellen wij U dan ook voor, ons de daartoe noodige machtiging te verleenen. Verzoek om verplaatsing van een urinoir. Hierover schrijven B. en W.: Door S. Koster, te Santpoort, is bij schrijven del. 25 Juni 1926 aan Uwe vergadering verzocht, het tegenover zij ne woning aan den Rijksstraatweg staande urinoir te verplaatsen, aange zien dit, vooral in de zomermaanden, een onaangenamen reuk verspreidt. Bedoeld verzoekschrift werd bij Uw besluit van 29 Juni d.a.v., No. 2r, in on ze handen om praeadvies gesteld. Wij kunnen U thans ten aanzien bi er- wan mededeelen, dat verplaatsing van gemeld urinoir ons college niet raad zaam voorkomt, aangezien de tegen woordige plaats, ongeveer op den hoek van den Rijksstraatweg en den Slaper dijk, naar ops oordeel voor het doel de meest gunstige is. Mitsdien stellen wij U voor, op het verzoek afwijzend te beschikken. Ter vermijding van stank zal aan den Directeur van den reinigings- en ont- smettingsdienst worden opgedragen, het urinoir gedurende de zomermaan- den, zoo noodig, eenige keeren extra te doen schoonmaken. PRIMA Direct leverbaar in grooto en kleine partijen Forsche, lichte en spijkerbare Steen GOEDE VASTHEID CONCURREERENDE PRIJZEN Vertegenwoordiger voor Kennemerland J. v. Tiggeien, Trompstraat, Veheroord Het jonge meisje vulde het warme bronwater in het glas aan met koud water uit de steenen kruiken, die bij de bron gereed stonden, zoodat de oude dame het kon drinken, als zij wilde. Daarna hervatten zij haar wandeling, totdat ook het tweede glas leeg was. Het jonge meisje gaf het glas aan de cassa in bewaring, en moest daarom nog eens langs de groep heeren. Daarna verlieten de dames langzaam het park. „Jammer", zei een der heeren zuch tend. „De zon is ondergegaan", merkte een tweede op. De luitenant beproefde door ee4n spot tende opmerking de vroolijk'heid weer terug te roepen. „Er komt nu zeker een schilderij, dat wij „Na Zonsondergang" zullen noe men-, zeide hij. Een tamelijk gezet heer klopte hern op den schouder. „Iippladts van flauwe grappen te ver- koopen, Dewitz, had ge moeten trach ten uit te vinden, wiè die beide dames zijn". Dewitz haalde de schouders op. „1-Iet spijt mij zeer, maar geen menscli weet, wfe zij zijn Men ziet haar ner gens". „Nu laten wij ons dan troosten. De zon gaat eiken morgen weer op en al dus zal ons weerzien beschoren zijn". Het concert was uit en nu verlieten de heeren ook het park. Intusschen waren de twee dames de Taunusstrasse doorgegaan en de Wil- helmstrasse ingeslagen en liepen onder de colopnaden het theatre voorbij naar het Kurpark. Zij liepen heel langzaam, waarbij de oude dame stevig steunen moest op den arm der jongere. Nu lag het indrukwekkende Kurhaus voor haar. Zij gingen door een ingang rechts van het Kurhaus, het park in. „Zullen wij eerst een poosje op het Nizzapleintje uitrusten, Heve moeder?" vroeg het jonge meisje, met liefdevolle zorg. „Neen, laten wij nog eens 'n eind verder loopen, Annie, ik voel mij nog sterk ge noeg. O, wat is het een verrukkelijke morgen, mijn kind! De warmte van de zon doet mij zoo goed!" antwoordde de oude dame, terwijl zij haar fijngesne den, lijdend gelaat ophief. Annie Sundheim streelde teeder de magere hand, die op haar arm lag. „Wat'hen ik 'blij, dat gij u vanmorgen wat beter voelt! Loopen wij niet te gauw?" De oude dame glimlachte weemoedig. „Ach, mijn Annie, wat moet het je moeilijk vallen om je flinken pas te re gelen naar mijn tempo!" Annie schudde lachend haar hoofd. „In het geheel niet moeilijk. Niets' valt mij moeilijk, als ik het voor u doe. Zij waren voorbij de ramen van de leeszaal gegaan, waarin de groote Er- lersche muurschilderingen zijn aange bracht. In een rieten stoel voor een der ramen zat een oude dame te lezen. On willekeurig had zij opgekeken, toen moeder en dochter langzaam buiten voorbij gingen. Zij was even opge schrikt, toen zij in het gelaat der moe der keek- Nu stond zij verrast. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1926 | | pagina 1