'Luider Courant Ned. Protestanten Bond. Draadlooze wetenswaardigheden Scheepvaart jlird'ï 2 October 1926. 2e blad. PREDIKBEURTEN VOOR ZONDAG A.S. IJMUIDEN. red. herv. kerk. gr: Ds. Dijckmeester. #I; Ds. Bax, van Haarlemmermeer. 15DKERK (Koning WUlemshols). jrl de Heer Arends. ;jL,dagavond 8 uur: Bidstond. 1 gtopsgaz. Gom. Aid. Prot. Bond. Uur: Ds. P. H. Haumerse, v. Beverwijk. geref. kerk. |j Ds. S. van Leeuwen. ,rDezelfde. chr. geref. kerk. K,: Ds. T. A. Bakker, gr: Dezelfde. fanceusatie hoogeberg. Morgens 10 uur en 's avonds 7.30 uur: inkers de heeren Den Adel en Van ,j uit Leiden. jju der 8-daagsche conferentie, uur: Zondagsschool. VELSEROORD. ned. eerv. kerk. c Ds, W. Kroese. Doopsbediening. si Dezelfde. geref. kerk. g: Ds. J. Voerman, van Joure. («vestiging van den heer H. Holtrop. de heer H. Holtrop, intrede. VELSEN. ned. herv. kerk. ir; Ds. W. S. van Leeuwen. WIJKEROOG. geref. kerk. ir: Godsdienstoefening. W er: Ds. C. Brussaard, van Bloemendaal. SANTPOORT. ned. herv. kerk. i Prof. Dr. O. A. van den Bergh van Eyslnga. 1EF. KERK (LOKAAL BETHEL). uurGodsdienstoefening, uur: Hetzelfde. MNGELISATIE SANTPOORT. ar; Ds. J. de Oraaff, te Amsterdam. BEVERWIJK. DOOPSGEZINDE GEMEENTE, itn dienst. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Afd. IJmuiden. VRIJDAQAVOND 8 OCTOBER Algemeen e ledenvergsderia g in de consistorie van de Doopsgezinde Kerk, Helmslraat. BESTUURSVERKIEZING enz. Opkomst dringend verzocht. Aanvang 8 uur. waterstand ijmuiden. Oct. 1926 H. water L. water Dagen v.m. n.m. v.m. n.m. 2 0.29 7.48 8.11 3 0.57 1.28 8.53 9.12 4 1.49 2.12 9.44 9.59 5 2.26 2 42 10.22 10.35 6 N.M. 2 57 3.13 10 55 11.11 7 324 3.41 11.27 11.43 8 3.54 4.10 11.56 9 4.24 4.39 0.16 0.26 Geen Zomertijd. V isseherij. Visscherij op de Faröer. Het Lagting van de Faröer-eilanden heeft be sloten de aanvang van een Italiaansch visscherij- consortium, dat zijn hoofdkwartier op de eilan den wil vestigen, toe te staan. De voorwaarden zijn: le dat de te vestigen gebouwen de goed keuring van het Lagting behoeven, 2e dat het consortium zooveel mogelijk werkkrachten van de eilanden zal betrekken voor het bouwen, voor de visscherij-vloot en voor de twee op te richten factorijen. De concessie wordt verleend tot Januari 1938 en kan dan met telkens vijf jaar worden verlengd. Het consortium zal van Jan. 1927 jaarlijks 50.000 kronen aan de Faröer betalen. In de concessie staat verder dat voor het visschen in de kustwa teren van de eilanden dezelfde regeling geldt als in de Engelsch-Deensche overeenkomst van Ju ni 1901 is omschreven. De loodsboot No, 6, die als derde politie- vaartuig voor de visscherij op de Noordzee in dienst gesteld is, zal morgen van Nieuwediep naar zee vertrekken. DE TRAWLVISSCHERIJ. Men schrijft aan Hl. Dbl. van hier: Het gaat den laatsten tijd met de Noordzee- visscherij beter dan het in jaren is geweest. Ter wijl deskundigen beraadslagen over maatregelen tegen het doodvisschen der Noordzee, komen de trawlers met rijke vangsten binnen, waarmee de theorie van vele onderzoekingen, door de prak tijk waarneembaar door de aanvoeren in de hallen van den Rijksvischafslag wordt gelogen straft, En juist de soort, die de laatste jaren zoo uitermate schaarsch was, de, schelvisch, is thans weer overvloedig. Woensdag kwamen achter elkaar vele traw lers met groote vangsten binnen, o,a, de Luther door D. Radeloos. 3 te komen tot de voornaamste we- vaardigheden van de radio, die reen moet weten om ©enigszins met tijd mee te gaan, moet ik wel be leninet een en ander te vermelden telegrafeeren per draad. Zoolang slechts per draad mogelijk was, be- ade geen sterveling zich er mee en m weinigen hadden zich van tele- ie een voorstelling gemaakt. Van oogenblik af, dat er telegrammen de lucht werden geseind, zijn er lierigen en belangstellenden ópge- 3, die voor liefhebberij die tele- imen trachtten op te vangen. Toen rs meer draadlooze telegrafie op grooter afstanden op te vangen ffl, toen er telefonie, muziek en bij kwam, heeft zich het aantal s-amateurs ontzettend uitgebreid, is er mee gegaan als met de f oto- jf ie; was deze vroeger slechts het ter poor de.menschen van het vak, te- Wordig zijn er massa's amateur- rafen, die in die kunst ver gevor- zijn. Zoowel fotografie als radio ie vruchten van de steeds toene- le menschelijke kennis der na- waarin de krachten aanwezig wa- Na deze wonderen tot stand te brenf beoefening in wijderen kring fotographie en radio, bracht dan Telen tot een grootere kennis van natuurkunde, hetgeen op zich zelf ivan even groote waarde is, als de :-?ens van fotografie- en radiosport 11 er achter te komen, wat radio ptijk is, is voor een gewoon, onbe- kerd mensch, een lastige questie. üoet beginnen, zich op de hoogte te van electriciteit, want gewone telegrafie en telefonie, zoowel als radio is niets anders dan een van de vele toe passingen van electriciteit. Aan de vraag „wat is radio?" moet dus vooraf gaan „wat is electriciteit?" Hoewel wij allen dagelijks met electriciteit omgaan, kunnen we deze vraag maar niet zoo dadelijk bantwoorden, ja het is nog maar sinds enkele jaren, dat de groot ste geleerden het wezen der electriciteit hebben leeren kennen. We kennen elec- trische spoorwegen, trams, motoren en dynamo's, electrische verlichting en verwarming, stofzuigers en haardro gers, op onze fiets hebben we elektro magnetische verlichting en in onzen zak dragen we de electrische zakbatte- rij, 't is allemaal electriciteit. Zoo is de heele telegrafie ;en telefonie electriciteit en de radio is tenslotte ook niets anders. Laten we daarom eerst eens zien, wat de tegenwoordige wetenschap van elec triciteit weet te vertellen. Merkwaardigerwijze 'geeft zij een de finitie van electriciteit die veel overeen komt met die uit vroeger dagen, toen de mensch de eerste schreden op dit nieu we terrein van techniek zette. Men meende toen twee soorten electriciteit te ontdekken en noemde die positieve en negatieve electriciteit. Men zag deze beide zich met groote snelheid verplaat sen door of langs metalen draden en daarom zag men in electriciteit een ge heimzinnige vloeistof, die in metalen draden vloeit en men sprak daarom van electrische stroomen, een positieve stroom ©n e'en negatieve stroom, die tegen elkander in door zoo'n draad vloeien. Later is aangetoond dat er maar één soort electriciteit is, doch dat deze wer kelijk een soort vloeistof moet zijn. Zoo als iedere andere vloeistof steeds zoekt naar een evenwichtstoestand en bij verbreking daarvan van de eene plaats naai* de andere stroomt om het even wicht te herstellen, zoo is 't ook met die onzichtbare, geheimzinnige electrische vloeistof. Is deze uit zijn evenwicht ge met 900 manden. De Balder, die j.l. Vrijdag was vertrokken, had eveneens een goede vangst. Deze gunstige resultaten zijn eendeels het ge volg van een verbetering van den vischstand, anderdeels is ook de toepassing der „Fransche" netten van grooten invloed op de vangsten. Het is met het gebruik van deze netten een eigen aardige geschiedenis, Eenige jaren geleden werd met deze netten, de „Vigneron Dahl" patentnet- ten, een proefreis gemaakt aan boord van den stoomtrawler „Mies en Truus" van de reederij V.E.M. Alhoewel de uitkomsten gunstig waren, werd het patentnet dat reeds eerder op Duitsche en Engelsche trawlers was ingevoerd, door de maatschappij, die het hier als proef had gebruikt, niet aangenomen. Men maakte zelf een net, dat berustte op hetzelfde systeem, de directie der maatschappij engageerde een schipper (buitenlan der) die met deze netten bekend was en daar mede deed het gewijzigde systeem „Vigneron Dahl" zijn intrede in Holland, De goede resulta ten die met het „Fransche" net werden bereikt, maakten, dat al spoedig meer booten van de V.E. M. met deze netten werden uitgerust. Tot nu toe visschen alleen de booten van genoemde reederij met deze netten. Het bijzondere kenmerk van deze netten is iti de eerste plaats, dat ze niet geteerd zijn. Dit is al een belangrijke verbetering. Meermalen toch was bij de met geteerde netten gevangen visch een carbolsmaak waarneembaar, veroorzaakt door de netten. Doch ook de werkwijze bij het visschen is zeer verschillend met de oude methode. De Fransche netten zijn niet direct achter de visch- borden verbonden. Ze zijn daaraan bevestigd met herculestouw ongeveer 50 vadem van de borden verwijderd. Verder worden deze netten niet over den bodem der zee voortgetrokken, waardoor de zware „klossepees" onnoodig is geworden. Het net wordt met glazen bollen en licht verticale bord jes juist boven den bodem der zee zwevende ge houden. De voordeelen van deze methode zijn duidelijk. Er is voor het voorttrekken minder energie noo- dig, de netten hebben yeel minder te lijden, door dat ze niet met den bodem in aan.raking komen en het voortbewegen geschiedt veel rustiger. Een bezwaar is dat met deze netten niet in de „stee- nen" gevischt kan worden; men is aangewezen op plaatsen met vlakken bodem. De resultaten zijn echter van dien aard, dat verwacht mag worden, dat steeds meer trawlers met deze netten zullen worden uitgerust. De superioriteit is dikwijls op vallend, hetgeen het best is te constateeren, wanneer twee booten, respectievelijk uitgerust met oude en nieuwe netten, in eikaars nabijheid visschen. Het „Fransche" net geeft dan in den regel een veel betere uitkomst. Ook bij het haringtrawlen is het Fransche net reeds toegepast; ook daar is bet- resultaat zeer gunstig. De Duitsche politiekruiser Zieten is te Wil helmshaven aangekomen en tijdelijk buiten dienst gesteld. De Marine-tender M. 138 is nu ter ver vanging naar de IJslandsche wateren in zee ge gaan. Hr. Ms. „TRITON". Aan het reisrapport Hr, Ms. „Triton" van 16 Aug. tot 4 Sept, ontleenen wij: Geneeskundige hulp werd aan tien Nederland- sche vaartuigen verleend. Voor den patient op één dezer vaartuigen werd hulp een tweede maal ingeroepen. Technische hulp werd aan twee Ne- derlandche vaartuigen verleend, Hr. Ms. „VULCANUS". Het praairapport Hr, Ms, „Vulcanus" luidt: Tus- schen 55 gr. 2' en 54 gr. 58' Nbr, en 1 gr, 38' en 1 gr, 22' 01, SCH. 23, 4 last; SCH, 79, nog niet geschoten; SCH. 136, 10 last; SCH, 159, 17 last; SCH. 264, 5 last; SCH. 297, 7 last; SCH. 307, 9 last; SCH. 447, 4 last; VL. 83, 13 last; VL. 181, 13 last; VL. 217, 11 last; KW. 36, 5 last; KW. 101, 12 last. Verbetering. In het gedicht „Aan de visschers van IJmui den opgedragen", van den heer George Haak, heeft de zetter bij de correctie een fout laten staan in den derden regel onderaan. Er staat ge drukt: „Met geheel hun krachtig leven", dit moet zijn: „Met geheel uw krachtig leven". Wij laten het hieronder nogmaals volgen: AAN DE VISSCHERS VAN IJMUIDEN OPGEDRAGEN. Stoere visschers, Sterke mannen, Die de gróóte zee bevaren, En bij storm en woeste winden Heldenmoed aan flinkheid paren, Die door d'eeuwen heen de zee, Met Uw schepen als doorploegen, En hoe ook de golven joegen Altijd trouw ter zeeë gaat, O ij, „de mannen van de d a a d 1 Stoere visschers, Sterke knapen, Die de gróóte zee doorprangen, En hoe ook de Stormen woeden, Nimmer klagen, nimmer b&ngen. Die de donk're diepten peilt, En der Stroomen duistere banen Trots de stormen en orkanen, Altijd weer ter zeeë gaat, O ij, „de mannen van de daad!" Stoere visschers, stoere knapen, Die geen wind en stormen vreezen, En der zeeën donk're diepten, Als doorschouwen in haar wezen, Die de zee zoo innig eert, Als een bron van rijke zegen En bij "winden, voor en tegen, Altijd weer ter zeeë gaat, O ij, „de mannen van de daad!' Stoere visschc-rs, sterke mannen, Die de gróóte zee bevaren, En bij storm en woeste winden, Heldenmoed aan flinkheid paren, Die zich geven aan de zee Met uw ijver en uw streven, Met geheel uw krachtig leven, Blijf, die altijd trouwe gaat, B1 ij f t g ij „mannen van d e d a a d Naar a. van s. oeorge Haak. Nadruk verboden. HOUT VOOR SCHEEPSBOUW. Het is algemeen bekend, dat, naar men aan Schuttevaer van deskundige zijde mededeelde, Teakhout botanisch Tectona Grandis Linn ge naamd het hout is, dat bij voorkeur in den scheepsbouw gebruikt wordt daar waar hout noodig is. De keuze van juist deze houtsoort, wordt op zichzelf door de lange ervaring reeds voldoende verklaard. Sedert meer dan drie eeu wen toch kent de Nederlandsche Scheepsbouw dit voortreffelijke materiaal reeds. Het was de Vereenigde Oost-Indische Compag nie, die op haar werven op Java begon het 't eerste te gebruiken. Uit oude archiefstukken van de V. O. C. blijkt al, dat men toen ter tijd al reali seerde, welk een groote duurzaamheid het Java- teak in vergelijking met andere houtsoort heeft. Een correspondenie van Gouverneur-Generaal Joan Meatsuycker met Heeren Bewindhebbers der V, O. C,, gedateerd van 31 Januari 1672, geeft hiervan onder meer een duidelijke illustratie, waar deze Gouverneur-Generaal schrijft: „Dewijl de schepen, die hier te lande van „djatihout gemaakt worden, veel langer, jae, meer „dan eens solang, connen vaeren, dan die in 't va derland van eykenhout worden getimmerd, soo „hebben wij, al een tijd geleden tot Rembangh een „timmerwerf! doen aanstellen." Doch, ook de huidige scheepsbouwers weten de kwaliteiten voor modernen bouw naar waarde te schatten. Deze hoedanigheden zijn wel in de eerste plaats deze, dat het Teakhout niet krimpt, trekt of werkt, dat het grooten weerstand tegen afsluiting biedt en ten slotte, dat het een speci fieke olie bevat, die, wanneer het in contact met ijzer komt, roestwerend werkt. Het is duidelijk, dat de combinatie van deze eigenschappen vooi den scheepsbouwer ran groote beteekenis is. Nu worden hier te lande in den laatsten tijd uit West-Afrika verschillende houtsoorten aangevoerd waarvan er een het „Iroko", onder den schuil naam van Afrikaansch Teak, voor den scheeps bouw wordt aanbevolen. Onnoodig te zeggen, dat de laatste benaming misleidend is, en, zachtst gesproken, aanleiding geeft tot misverstanden. Het Iroko heet botanisch Chlorophora Excelsa en heeft met Teakhout (Tectona Grandis) geen enkele verwantschap en wat erger is, mist de kwaliteiten, die het Teakhout zoo waardevol maken voor den scheepsbouw. Het bekende standaardwerk op houtgebied „Timbors of the World", van A. L. Howards, zeg dan ook van het Iroko: „Het wordt veelal onder den naam van Iroko (Afrikaansch Teakhout) verkocht, maar het heeft zelfs in uiterlijk weinig overeenkomst met werke lijk Teakhout (Tectona Grandis), terwijl het wat kwaliteit en structuur betreft, volkomen afwijkt". De Nederlandsche scheepsbouwers mogen, in hun welbegrepen eigenbelang, voorzichtig zijn met de toepassing van-materialen, die alleen in hun handelsnaam eenige gelijkenis vertoonen, doch de qualiteiten missen van de beproefde grondstof fen, die mede een der belangrijke factoren vormen, welke den naam van onze Nederlandsche schepen in binnen- en buitenland zulk een bijzonder gun stige reputatie verleenden. De Amerikaansche tankboot Harvester kwam binnen met een diepgang van 80 d.M. cn het Ned. stoomschip Melampus vertrok met een diepgang van 70 d.M. evenals het vertrokken PortugeeSche motorschip Dabeja en het Ned. stoomschip Drech- terland. BERICHT AAN ZEEVARENDEN. Nederland, Mond Westerschei de. Oostgat. Ton verlegd. Naar 51<>3f57" N.B. en 3024'55" O.l. is verlegd de spitse ton No. I met bol van het Oostgat. Zeegat van Brouwershaven, West-Hellegat. Betonning gewijzigd. De stompe ton No. 1 met afgekn. kegel van hef West-Hellegat wordt 1 Oct. a.s. tijdelijk vervan gen door een zwarte lichtbouw, toonende een rood onderbroken licht. Zeegat van Goeree, Haringvliet, Betonning gewijzigd. De periodieke vervanging van de spitse ton No. 4 Haringvliet door een roode lichtboei No. 4 (winterdienst) heeft gisteren plaats gehad. IJmuiden - Schietoefeningen. Van 6 tot en met 9 October 1926 worden van het verdedigingswerk te IJmuiden schietoefenin gen met licht geschut gehouden, aanvangende 9 uur voorm. Onveilig is de zee beN. de haven tot op 6 K.M. van het verdedigingswerk. Een uur voor het begin der schietoefeningen wordt een roode vlag op het fort geheschen, wel ke bij het einde der oefening wordt neergehaald. Men wordt verzocht het schietterrein te mij- den. !•!;-!. ;'a i .j.iil bracht, -dan zal er op de eene plaats te veel en op een andere plaats te weinig electrische vloeistof aanwezig zijn. Terwijl van electriciteit in evenwicht niets te hespeuren is, zijn die even- wicMsverstormgen. wel te merken; een teveel aan electrische vloeistof noemt men een negatieve lading en een tekort is een positieve lading. Tot herstel van den evenwichtstoestand vloeit een stroom van de negatieve naar de posi tieve lading. Er zijn dus twee soorten ladingen, die met instrumenten te her kennen en te onderscheiden zijn; daar de kennis der electriciteit begonnen is met de bestudeeringen van die ladin gen, is het begrijpelijk, dat men meende, met twee soorten electriciteit te doen te hebben en toen men later 'de electrici teit als stroomen waarnam, moest men ook wel tot twee soorten stroomen be sluiten. Een draad, waarin die stroo men liepen, toonde door middel van instrumenten altijd één stroomrichting aan en daarom zei men maar: de rich ting, waarin de positieve electriciteit stroomt is de stroomrichting in de draad. Jammer genoeg was dat juist verkeerd, zooals in den laatsten tijd is gebleken. Doch vele jaren lang heeft men in de electrotechniek die verkeerde benaming gebruikt eni men heeft er daarom van af gezien de vroeger ge maakte fout te herstellen. Er is één soort electriciteit, er kan ergens een teveel of een tekort aan elec trische vloeistof ontstaan en zijn deze „ladingen" met elkander verbonden door eien metalen draad, dan stroomt de electriciteit natuurlijk van „teveel" naar „tekort" en niet omgekeerd, zoo als de oude natuurkundigen ons ge leerd hebben. Maar onbewust hebben ze ingezien dat electriciteit een vloeistof moet zijn. De moderne wetenschap heeft dit met groote waarschijnlijkheid aangetoond. Wat die vloeistof dan eigenlijk is? Nemen we een stukje ko per en .vijlen we daaraan, dan krijgen we fijn kopervijlseL Eén, bijna onzicht baar korreltje daarvan, onder een ster ken microscoop gelegd, lijkt een reus achtige bal van koper. Denken we ons een heel Klein gedeel te van <dien koperhal, dan zou dat, in die microscoop onzichtbare deeltje, in een nog veel sterkeren microscoop weer een koperbal lijken. Zoo voortgaande zou den we tenslotte op een Koperballetje stuiten, dat verder ondeelbaar is. Dit ondeelbaar koperstofje is opgebouwd uit electriciteit. Het is een droppel electrische vloeistof, 'bestaande uit een heele verzameling van electrische vloei stofdeeltjes, die men genoemd heeft electronen. Het zijn deze electronen, die de heele electriciteit in al haar toepas singen voor hun rekening nemen. Uit deze electronen zijn wij, inenschen, en alle stof gemaakt, zoodat wij en alles om ons heen, niets dan electriciteit zijn. De oneindigheid van stoffen in de wereld is een oneindige verscheiden heid van electronengroepeeringen. De ééne stof bestaat uit electronengroepen van 5, een andere van 100 enz. Zoo zijn er ongeveer 80 enkelvoudige stoffen bekend; deze enkelvoudige stof fen verbinden zich scheikundig tot on eindig veel samengestelde stoffen, waarvan 'de electronengroepen verbon den worden tot nieuwe groepeeringen, athomiengroepen of moleculen ge noemd. Zoo bestaat de eene samengestelde stof uit twee electronengroepen van 5 en één. van 7, tot een atbomengroep ver- eenigd, terwijl een andere samengestel de stof uit een andere van bet oneindig groote aantal mogelijke groepeeringen bestaat. De electronen, die te samen het koperstofje vormen, zijn in voortduren de beweging. Met groote snelheid vlie gen ze binnen de grenzen van het onein dig kleine stofje in het rond en beschrij ven zoo regelmatige banen. Al wat stof is, is dus ook beweging, rust bestaat niet in de wereld. Een lange koperdraad is dus een lan ge, breede rivier van milliarden maal milliarcEeii van die koperstofjes, waar van de electronen rusteloos bewegen. Terwijl er nu vele stoffen zijn, waarin geen electriciteit kan stroomen (isola tors), gebeurt dit in koper en andere metalen zeer gemakkelijk. De koperstofjes hebben „vrije" elec tronen, die van het eene stofje op het andere over kunnen gaan en zoo de heele lange koperrivier langs kunnen stroomen met een voor menschenver- stand onbegrijpelijke snelheid. Van de isoleerend© stuffen, porcelein, rubber, eboniet, glas enz blijven de electronen in hun eigen kringetje bewegen en hou den alle vreemde electronen met groo ten weerstand tegen. Zoo'n stelletje weerbarstige electronengroepen tot een isolator gebakken is daarom een on misbaar middel om onze radio-an tennes te isoleeren, dus om de electri sche stroomen daarin tegen te houden dódr, waar zulks noodig is. Een electrische stroom in een draad is nu niets anders dan een stroom van vrije electronen. Waar ze zich ophoo- pen, komt een electrische spanning, waar ze zich verdunnen eveneens. Het eerste wordt (ten onrechte) een negatie ve, het tweede een positieve spanning genoemd; een electrische stroom brengt die spanningen weer in evenwicht en dóet ze verdwijnen. Men denke hierbij aan een echte rivier, b.v. de Maas. Bij 'zwaren1 regenval in België krijgen we bij Maastricht eerst hoogwater, terwijl bij Nijmegen nog laag water is. De ri vier gaat sneller stroomen en het hooge peil verplaatst zich langs de heele ri vier, tot in Nijmegen ook hoog water is; tenslotte krijgt de rivier overal een ge middelden waterstand, zoo-dat de even wichtstoestand hersteld is. Men denke er maar eens goed over na en men zal uit waterstroomen van zelf tot het be grip van electrische stroomen geraken. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1926 | | pagina 5