'Luider Courant
Ned. Protestanten Bond.
Draadlooze
wetenswaardigheden
Scheepvaart
jlird'ï
2 October 1926. 2e blad.
PREDIKBEURTEN
VOOR ZONDAG A.S.
IJMUIDEN.
red. herv. kerk.
gr: Ds. Dijckmeester.
#I; Ds. Bax, van Haarlemmermeer.
15DKERK (Koning WUlemshols).
jrl de Heer Arends.
;jL,dagavond 8 uur: Bidstond.
1 gtopsgaz. Gom. Aid. Prot. Bond.
Uur: Ds. P. H. Haumerse, v. Beverwijk.
geref. kerk.
|j Ds. S. van Leeuwen.
,rDezelfde.
chr. geref. kerk.
K,: Ds. T. A. Bakker,
gr: Dezelfde.
fanceusatie hoogeberg.
Morgens 10 uur en 's avonds 7.30 uur:
inkers de heeren Den Adel en Van
,j uit Leiden.
jju der 8-daagsche conferentie,
uur: Zondagsschool.
VELSEROORD.
ned. eerv. kerk.
c Ds, W. Kroese. Doopsbediening.
si Dezelfde.
geref. kerk.
g: Ds. J. Voerman, van Joure.
(«vestiging van den heer H. Holtrop.
de heer H. Holtrop, intrede.
VELSEN.
ned. herv. kerk.
ir; Ds. W. S. van Leeuwen.
WIJKEROOG.
geref. kerk.
ir: Godsdienstoefening.
W er: Ds. C. Brussaard,
van Bloemendaal.
SANTPOORT.
ned. herv. kerk.
i Prof. Dr. O. A. van den Bergh
van Eyslnga.
1EF. KERK (LOKAAL BETHEL).
uurGodsdienstoefening,
uur: Hetzelfde.
MNGELISATIE SANTPOORT.
ar; Ds. J. de Oraaff, te Amsterdam.
BEVERWIJK.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE,
itn dienst.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Afd. IJmuiden.
VRIJDAQAVOND 8 OCTOBER
Algemeen e ledenvergsderia g
in de consistorie van de Doopsgezinde
Kerk, Helmslraat.
BESTUURSVERKIEZING enz.
Opkomst dringend verzocht.
Aanvang 8 uur.
waterstand ijmuiden.
Oct. 1926
H.
water
L.
water
Dagen
v.m.
n.m.
v.m.
n.m.
2
0.29
7.48
8.11
3
0.57
1.28
8.53
9.12
4
1.49
2.12
9.44
9.59
5
2.26
2 42
10.22
10.35
6 N.M.
2 57
3.13
10 55
11.11
7
324
3.41
11.27
11.43
8
3.54
4.10
11.56
9
4.24
4.39
0.16
0.26
Geen Zomertijd.
V isseherij.
Visscherij op de Faröer.
Het Lagting van de Faröer-eilanden heeft be
sloten de aanvang van een Italiaansch visscherij-
consortium, dat zijn hoofdkwartier op de eilan
den wil vestigen, toe te staan. De voorwaarden
zijn: le dat de te vestigen gebouwen de goed
keuring van het Lagting behoeven, 2e dat het
consortium zooveel mogelijk werkkrachten van
de eilanden zal betrekken voor het bouwen, voor
de visscherij-vloot en voor de twee op te richten
factorijen.
De concessie wordt verleend tot Januari 1938 en
kan dan met telkens vijf jaar worden verlengd.
Het consortium zal van Jan. 1927 jaarlijks 50.000
kronen aan de Faröer betalen. In de concessie
staat verder dat voor het visschen in de kustwa
teren van de eilanden dezelfde regeling geldt als
in de Engelsch-Deensche overeenkomst van Ju
ni 1901 is omschreven.
De loodsboot No, 6, die als derde politie-
vaartuig voor de visscherij op de Noordzee in
dienst gesteld is, zal morgen van Nieuwediep naar
zee vertrekken.
DE TRAWLVISSCHERIJ.
Men schrijft aan Hl. Dbl. van hier:
Het gaat den laatsten tijd met de Noordzee-
visscherij beter dan het in jaren is geweest. Ter
wijl deskundigen beraadslagen over maatregelen
tegen het doodvisschen der Noordzee, komen de
trawlers met rijke vangsten binnen, waarmee de
theorie van vele onderzoekingen, door de prak
tijk waarneembaar door de aanvoeren in de
hallen van den Rijksvischafslag wordt gelogen
straft, En juist de soort, die de laatste jaren zoo
uitermate schaarsch was, de, schelvisch, is thans
weer overvloedig.
Woensdag kwamen achter elkaar vele traw
lers met groote vangsten binnen, o,a, de Luther
door D. Radeloos.
3 te komen tot de voornaamste we-
vaardigheden van de radio, die
reen moet weten om ©enigszins met
tijd mee te gaan, moet ik wel be
leninet een en ander te vermelden
telegrafeeren per draad. Zoolang
slechts per draad mogelijk was, be-
ade geen sterveling zich er mee en
m weinigen hadden zich van tele-
ie een voorstelling gemaakt. Van
oogenblik af, dat er telegrammen
de lucht werden geseind, zijn er
lierigen en belangstellenden ópge-
3, die voor liefhebberij die tele-
imen trachtten op te vangen. Toen
rs meer draadlooze telegrafie op
grooter afstanden op te vangen
ffl, toen er telefonie, muziek en
bij kwam, heeft zich het aantal
s-amateurs ontzettend uitgebreid,
is er mee gegaan als met de f oto-
jf ie; was deze vroeger slechts het ter
poor de.menschen van het vak, te-
Wordig zijn er massa's amateur-
rafen, die in die kunst ver gevor-
zijn. Zoowel fotografie als radio
ie vruchten van de steeds toene-
le menschelijke kennis der na-
waarin de krachten aanwezig wa-
Na deze wonderen tot stand te brenf
beoefening in wijderen kring
fotographie en radio, bracht dan
Telen tot een grootere kennis van
natuurkunde, hetgeen op zich zelf
ivan even groote waarde is, als de
:-?ens van fotografie- en radiosport
11 er achter te komen, wat radio
ptijk is, is voor een gewoon, onbe-
kerd mensch, een lastige questie.
üoet beginnen, zich op de hoogte te
van electriciteit, want gewone
telegrafie en telefonie, zoowel als radio
is niets anders dan een van de vele toe
passingen van electriciteit. Aan de
vraag „wat is radio?" moet dus vooraf
gaan „wat is electriciteit?" Hoewel wij
allen dagelijks met electriciteit omgaan,
kunnen we deze vraag maar niet zoo
dadelijk bantwoorden, ja het is nog
maar sinds enkele jaren, dat de groot
ste geleerden het wezen der electriciteit
hebben leeren kennen. We kennen elec-
trische spoorwegen, trams, motoren en
dynamo's, electrische verlichting en
verwarming, stofzuigers en haardro
gers, op onze fiets hebben we elektro
magnetische verlichting en in onzen
zak dragen we de electrische zakbatte-
rij, 't is allemaal electriciteit. Zoo is de
heele telegrafie ;en telefonie electriciteit
en de radio is tenslotte ook niets anders.
Laten we daarom eerst eens zien, wat
de tegenwoordige wetenschap van elec
triciteit weet te vertellen.
Merkwaardigerwijze 'geeft zij een de
finitie van electriciteit die veel overeen
komt met die uit vroeger dagen, toen de
mensch de eerste schreden op dit nieu
we terrein van techniek zette. Men
meende toen twee soorten electriciteit
te ontdekken en noemde die positieve
en negatieve electriciteit. Men zag deze
beide zich met groote snelheid verplaat
sen door of langs metalen draden en
daarom zag men in electriciteit een ge
heimzinnige vloeistof, die in metalen
draden vloeit en men sprak daarom van
electrische stroomen, een positieve
stroom ©n e'en negatieve stroom, die
tegen elkander in door zoo'n draad
vloeien.
Later is aangetoond dat er maar één
soort electriciteit is, doch dat deze wer
kelijk een soort vloeistof moet zijn. Zoo
als iedere andere vloeistof steeds zoekt
naar een evenwichtstoestand en bij
verbreking daarvan van de eene plaats
naai* de andere stroomt om het even
wicht te herstellen, zoo is 't ook met die
onzichtbare, geheimzinnige electrische
vloeistof. Is deze uit zijn evenwicht ge
met 900 manden. De Balder, die j.l. Vrijdag was
vertrokken, had eveneens een goede vangst.
Deze gunstige resultaten zijn eendeels het ge
volg van een verbetering van den vischstand,
anderdeels is ook de toepassing der „Fransche"
netten van grooten invloed op de vangsten. Het
is met het gebruik van deze netten een eigen
aardige geschiedenis, Eenige jaren geleden werd
met deze netten, de „Vigneron Dahl" patentnet-
ten, een proefreis gemaakt aan boord van den
stoomtrawler „Mies en Truus" van de reederij
V.E.M. Alhoewel de uitkomsten gunstig waren,
werd het patentnet dat reeds eerder op Duitsche
en Engelsche trawlers was ingevoerd, door de
maatschappij, die het hier als proef had gebruikt,
niet aangenomen. Men maakte zelf een net, dat
berustte op hetzelfde systeem, de directie der
maatschappij engageerde een schipper (buitenlan
der) die met deze netten bekend was en daar
mede deed het gewijzigde systeem „Vigneron
Dahl" zijn intrede in Holland, De goede resulta
ten die met het „Fransche" net werden bereikt,
maakten, dat al spoedig meer booten van de V.E.
M. met deze netten werden uitgerust. Tot nu toe
visschen alleen de booten van genoemde reederij
met deze netten.
Het bijzondere kenmerk van deze netten is iti
de eerste plaats, dat ze niet geteerd zijn. Dit is al
een belangrijke verbetering. Meermalen toch was
bij de met geteerde netten gevangen visch een
carbolsmaak waarneembaar, veroorzaakt door de
netten. Doch ook de werkwijze bij het visschen is
zeer verschillend met de oude methode. De
Fransche netten zijn niet direct achter de visch-
borden verbonden. Ze zijn daaraan bevestigd met
herculestouw ongeveer 50 vadem van de borden
verwijderd.
Verder worden deze netten niet over den bodem
der zee voortgetrokken, waardoor de zware
„klossepees" onnoodig is geworden. Het net
wordt met glazen bollen en licht verticale bord
jes juist boven den bodem der zee zwevende ge
houden. De voordeelen van deze methode zijn
duidelijk.
Er is voor het voorttrekken minder energie noo-
dig, de netten hebben yeel minder te lijden, door
dat ze niet met den bodem in aan.raking komen
en het voortbewegen geschiedt veel rustiger. Een
bezwaar is dat met deze netten niet in de „stee-
nen" gevischt kan worden; men is aangewezen op
plaatsen met vlakken bodem. De resultaten zijn
echter van dien aard, dat verwacht mag worden,
dat steeds meer trawlers met deze netten zullen
worden uitgerust. De superioriteit is dikwijls op
vallend, hetgeen het best is te constateeren,
wanneer twee booten, respectievelijk uitgerust
met oude en nieuwe netten, in eikaars nabijheid
visschen. Het „Fransche" net geeft dan in den
regel een veel betere uitkomst.
Ook bij het haringtrawlen is het Fransche net
reeds toegepast; ook daar is bet- resultaat zeer
gunstig.
De Duitsche politiekruiser Zieten is te Wil
helmshaven aangekomen en tijdelijk buiten dienst
gesteld. De Marine-tender M. 138 is nu ter ver
vanging naar de IJslandsche wateren in zee ge
gaan.
Hr. Ms. „TRITON".
Aan het reisrapport Hr, Ms. „Triton" van 16
Aug. tot 4 Sept, ontleenen wij:
Geneeskundige hulp werd aan tien Nederland-
sche vaartuigen verleend. Voor den patient op
één dezer vaartuigen werd hulp een tweede maal
ingeroepen. Technische hulp werd aan twee Ne-
derlandche vaartuigen verleend,
Hr. Ms. „VULCANUS".
Het praairapport Hr, Ms, „Vulcanus" luidt: Tus-
schen 55 gr. 2' en 54 gr. 58' Nbr, en 1 gr, 38' en
1 gr, 22' 01, SCH. 23, 4 last; SCH, 79, nog niet
geschoten; SCH. 136, 10 last; SCH, 159, 17 last;
SCH. 264, 5 last; SCH. 297, 7 last; SCH. 307, 9
last; SCH. 447, 4 last; VL. 83, 13 last; VL. 181, 13
last; VL. 217, 11 last; KW. 36, 5 last; KW. 101,
12 last.
Verbetering.
In het gedicht „Aan de visschers van IJmui
den opgedragen", van den heer George Haak,
heeft de zetter bij de correctie een fout laten
staan in den derden regel onderaan. Er staat ge
drukt: „Met geheel hun krachtig leven", dit moet
zijn: „Met geheel uw krachtig leven". Wij laten
het hieronder nogmaals volgen:
AAN DE VISSCHERS VAN IJMUIDEN
OPGEDRAGEN.
Stoere visschers, Sterke mannen,
Die de gróóte zee bevaren,
En bij storm en woeste winden
Heldenmoed aan flinkheid paren,
Die door d'eeuwen heen de zee,
Met Uw schepen als doorploegen,
En hoe ook de golven joegen
Altijd trouw ter zeeë gaat,
O ij, „de mannen van de d a a d 1
Stoere visschers, Sterke knapen,
Die de gróóte zee doorprangen,
En hoe ook de Stormen woeden,
Nimmer klagen, nimmer b&ngen.
Die de donk're diepten peilt,
En der Stroomen duistere banen
Trots de stormen en orkanen,
Altijd weer ter zeeë gaat,
O ij, „de mannen van de daad!"
Stoere visschers, stoere knapen,
Die geen wind en stormen vreezen,
En der zeeën donk're diepten,
Als doorschouwen in haar wezen,
Die de zee zoo innig eert,
Als een bron van rijke zegen
En bij "winden, voor en tegen,
Altijd weer ter zeeë gaat,
O ij, „de mannen van de daad!'
Stoere visschc-rs, sterke mannen,
Die de gróóte zee bevaren,
En bij storm en woeste winden,
Heldenmoed aan flinkheid paren,
Die zich geven aan de zee
Met uw ijver en uw streven,
Met geheel uw krachtig leven,
Blijf, die altijd trouwe gaat,
B1 ij f t g ij „mannen van d e d a a d
Naar a. van s. oeorge Haak.
Nadruk verboden.
HOUT VOOR SCHEEPSBOUW.
Het is algemeen bekend, dat, naar men aan
Schuttevaer van deskundige zijde mededeelde,
Teakhout botanisch Tectona Grandis Linn ge
naamd het hout is, dat bij voorkeur in den
scheepsbouw gebruikt wordt daar waar hout
noodig is. De keuze van juist deze houtsoort,
wordt op zichzelf door de lange ervaring reeds
voldoende verklaard. Sedert meer dan drie eeu
wen toch kent de Nederlandsche Scheepsbouw dit
voortreffelijke materiaal reeds.
Het was de Vereenigde Oost-Indische Compag
nie, die op haar werven op Java begon het 't
eerste te gebruiken. Uit oude archiefstukken van
de V. O. C. blijkt al, dat men toen ter tijd al reali
seerde, welk een groote duurzaamheid het Java-
teak in vergelijking met andere houtsoort heeft.
Een correspondenie van Gouverneur-Generaal
Joan Meatsuycker met Heeren Bewindhebbers der
V, O. C,, gedateerd van 31 Januari 1672, geeft
hiervan onder meer een duidelijke illustratie,
waar deze Gouverneur-Generaal schrijft:
„Dewijl de schepen, die hier te lande van
„djatihout gemaakt worden, veel langer, jae, meer
„dan eens solang, connen vaeren, dan die in 't va
derland van eykenhout worden getimmerd, soo
„hebben wij, al een tijd geleden tot Rembangh een
„timmerwerf! doen aanstellen."
Doch, ook de huidige scheepsbouwers weten de
kwaliteiten voor modernen bouw naar waarde te
schatten. Deze hoedanigheden zijn wel in de
eerste plaats deze, dat het Teakhout niet krimpt,
trekt of werkt, dat het grooten weerstand tegen
afsluiting biedt en ten slotte, dat het een speci
fieke olie bevat, die, wanneer het in contact met
ijzer komt, roestwerend werkt. Het is duidelijk,
dat de combinatie van deze eigenschappen vooi
den scheepsbouwer ran groote beteekenis is.
Nu worden hier te lande in den laatsten tijd uit
West-Afrika verschillende houtsoorten aangevoerd
waarvan er een het „Iroko", onder den schuil
naam van Afrikaansch Teak, voor den scheeps
bouw wordt aanbevolen.
Onnoodig te zeggen, dat de laatste benaming
misleidend is, en, zachtst gesproken, aanleiding
geeft tot misverstanden. Het Iroko heet botanisch
Chlorophora Excelsa en heeft met Teakhout
(Tectona Grandis) geen enkele verwantschap en
wat erger is, mist de kwaliteiten, die het Teakhout
zoo waardevol maken voor den scheepsbouw.
Het bekende standaardwerk op houtgebied
„Timbors of the World", van A. L. Howards,
zeg dan ook van het Iroko:
„Het wordt veelal onder den naam van Iroko
(Afrikaansch Teakhout) verkocht, maar het heeft
zelfs in uiterlijk weinig overeenkomst met werke
lijk Teakhout (Tectona Grandis), terwijl het wat
kwaliteit en structuur betreft, volkomen afwijkt".
De Nederlandsche scheepsbouwers mogen, in
hun welbegrepen eigenbelang, voorzichtig zijn met
de toepassing van-materialen, die alleen in hun
handelsnaam eenige gelijkenis vertoonen, doch
de qualiteiten missen van de beproefde grondstof
fen, die mede een der belangrijke factoren vormen,
welke den naam van onze Nederlandsche schepen
in binnen- en buitenland zulk een bijzonder gun
stige reputatie verleenden.
De Amerikaansche tankboot Harvester kwam
binnen met een diepgang van 80 d.M. cn het Ned.
stoomschip Melampus vertrok met een diepgang
van 70 d.M. evenals het vertrokken PortugeeSche
motorschip Dabeja en het Ned. stoomschip Drech-
terland.
BERICHT AAN ZEEVARENDEN.
Nederland,
Mond Westerschei de. Oostgat. Ton verlegd.
Naar 51<>3f57" N.B. en 3024'55" O.l. is verlegd
de spitse ton No. I met bol van het Oostgat.
Zeegat van Brouwershaven, West-Hellegat.
Betonning gewijzigd.
De stompe ton No. 1 met afgekn. kegel van hef
West-Hellegat wordt 1 Oct. a.s. tijdelijk vervan
gen door een zwarte lichtbouw, toonende een
rood onderbroken licht.
Zeegat van Goeree, Haringvliet, Betonning
gewijzigd.
De periodieke vervanging van de spitse ton No.
4 Haringvliet door een roode lichtboei No. 4
(winterdienst) heeft gisteren plaats gehad.
IJmuiden - Schietoefeningen.
Van 6 tot en met 9 October 1926 worden van
het verdedigingswerk te IJmuiden schietoefenin
gen met licht geschut gehouden, aanvangende 9
uur voorm.
Onveilig is de zee beN. de haven tot op 6 K.M.
van het verdedigingswerk.
Een uur voor het begin der schietoefeningen
wordt een roode vlag op het fort geheschen, wel
ke bij het einde der oefening wordt neergehaald.
Men wordt verzocht het schietterrein te mij-
den. !•!;-!. ;'a i .j.iil
bracht, -dan zal er op de eene plaats te
veel en op een andere plaats te weinig
electrische vloeistof aanwezig zijn.
Terwijl van electriciteit in evenwicht
niets te hespeuren is, zijn die even-
wicMsverstormgen. wel te merken; een
teveel aan electrische vloeistof noemt
men een negatieve lading en een tekort
is een positieve lading. Tot herstel van
den evenwichtstoestand vloeit een
stroom van de negatieve naar de posi
tieve lading. Er zijn dus twee soorten
ladingen, die met instrumenten te her
kennen en te onderscheiden zijn; daar
de kennis der electriciteit begonnen is
met de bestudeeringen van die ladin
gen, is het begrijpelijk, dat men meende,
met twee soorten electriciteit te doen te
hebben en toen men later 'de electrici
teit als stroomen waarnam, moest men
ook wel tot twee soorten stroomen be
sluiten. Een draad, waarin die stroo
men liepen, toonde door middel van
instrumenten altijd één stroomrichting
aan en daarom zei men maar: de rich
ting, waarin de positieve electriciteit
stroomt is de stroomrichting in de
draad. Jammer genoeg was dat juist
verkeerd, zooals in den laatsten tijd is
gebleken. Doch vele jaren lang heeft
men in de electrotechniek die verkeerde
benaming gebruikt eni men heeft er
daarom van af gezien de vroeger ge
maakte fout te herstellen.
Er is één soort electriciteit, er kan
ergens een teveel of een tekort aan elec
trische vloeistof ontstaan en zijn deze
„ladingen" met elkander verbonden
door eien metalen draad, dan stroomt
de electriciteit natuurlijk van „teveel"
naar „tekort" en niet omgekeerd, zoo
als de oude natuurkundigen ons ge
leerd hebben. Maar onbewust hebben ze
ingezien dat electriciteit een vloeistof
moet zijn. De moderne wetenschap
heeft dit met groote waarschijnlijkheid
aangetoond. Wat die vloeistof dan
eigenlijk is? Nemen we een stukje ko
per en .vijlen we daaraan, dan krijgen
we fijn kopervijlseL Eén, bijna onzicht
baar korreltje daarvan, onder een ster
ken microscoop gelegd, lijkt een reus
achtige bal van koper.
Denken we ons een heel Klein gedeel
te van <dien koperhal, dan zou dat, in die
microscoop onzichtbare deeltje, in een
nog veel sterkeren microscoop weer een
koperbal lijken. Zoo voortgaande zou
den we tenslotte op een Koperballetje
stuiten, dat verder ondeelbaar is. Dit
ondeelbaar koperstofje is opgebouwd
uit electriciteit. Het is een droppel
electrische vloeistof, 'bestaande uit een
heele verzameling van electrische vloei
stofdeeltjes, die men genoemd heeft
electronen. Het zijn deze electronen, die
de heele electriciteit in al haar toepas
singen voor hun rekening nemen. Uit
deze electronen zijn wij, inenschen, en
alle stof gemaakt, zoodat wij en alles
om ons heen, niets dan electriciteit zijn.
De oneindigheid van stoffen in de
wereld is een oneindige verscheiden
heid van electronengroepeeringen. De
ééne stof bestaat uit electronengroepen
van 5, een andere van 100 enz.
Zoo zijn er ongeveer 80 enkelvoudige
stoffen bekend; deze enkelvoudige stof
fen verbinden zich scheikundig tot on
eindig veel samengestelde stoffen,
waarvan 'de electronengroepen verbon
den worden tot nieuwe groepeeringen,
athomiengroepen of moleculen ge
noemd.
Zoo bestaat de eene samengestelde
stof uit twee electronengroepen van 5
en één. van 7, tot een atbomengroep ver-
eenigd, terwijl een andere samengestel
de stof uit een andere van bet oneindig
groote aantal mogelijke groepeeringen
bestaat. De electronen, die te samen het
koperstofje vormen, zijn in voortduren
de beweging. Met groote snelheid vlie
gen ze binnen de grenzen van het onein
dig kleine stofje in het rond en beschrij
ven zoo regelmatige banen. Al wat stof
is, is dus ook beweging, rust bestaat
niet in de wereld.
Een lange koperdraad is dus een lan
ge, breede rivier van milliarden maal
milliarcEeii van die koperstofjes, waar
van de electronen rusteloos bewegen.
Terwijl er nu vele stoffen zijn, waarin
geen electriciteit kan stroomen (isola
tors), gebeurt dit in koper en andere
metalen zeer gemakkelijk.
De koperstofjes hebben „vrije" elec
tronen, die van het eene stofje op het
andere over kunnen gaan en zoo de
heele lange koperrivier langs kunnen
stroomen met een voor menschenver-
stand onbegrijpelijke snelheid. Van de
isoleerend© stuffen, porcelein, rubber,
eboniet, glas enz blijven de electronen
in hun eigen kringetje bewegen en hou
den alle vreemde electronen met groo
ten weerstand tegen. Zoo'n stelletje
weerbarstige electronengroepen tot een
isolator gebakken is daarom een on
misbaar middel om onze radio-an
tennes te isoleeren, dus om de electri
sche stroomen daarin tegen te houden
dódr, waar zulks noodig is.
Een electrische stroom in een draad
is nu niets anders dan een stroom van
vrije electronen. Waar ze zich ophoo-
pen, komt een electrische spanning,
waar ze zich verdunnen eveneens. Het
eerste wordt (ten onrechte) een negatie
ve, het tweede een positieve spanning
genoemd; een electrische stroom brengt
die spanningen weer in evenwicht en
dóet ze verdwijnen. Men denke hierbij
aan een echte rivier, b.v. de Maas. Bij
'zwaren1 regenval in België krijgen we
bij Maastricht eerst hoogwater, terwijl
bij Nijmegen nog laag water is. De ri
vier gaat sneller stroomen en het hooge
peil verplaatst zich langs de heele ri
vier, tot in Nijmegen ook hoog water is;
tenslotte krijgt de rivier overal een ge
middelden waterstand, zoo-dat de even
wichtstoestand hersteld is. Men denke
er maar eens goed over na en men zal
uit waterstroomen van zelf tot het be
grip van electrische stroomen geraken.
Wordt vervolgd.