ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN
Tientoonsteliing.
Herdenkingsfeesten
5 Ko. 97
Zaterdag 9 October 1926
Verschijnt Woensdags Zaterdags
Van den Wachttoren
1876
1926
Hat mgnneakoor en de kenst
i
bet,
lie Jaargang
IJMUIDER COURANT
■Jb'onnementiprije: f 1.per 3 maanden, franco per post f 1.35. Abonnemen-
|«fl worden aangenomen aan het bureau en bij de Agenten.
frirertentiëa 2 maal achtereenvolgend opgegeven op het gewone tarief,
«orden koateloo» nog een derde keer opgenomen in het eerstvolgend
tytaensdagnummer.
AdrertentiSn voor de Adreslijst 6 plaatsingen van dezelfde tekst (onveran„
4erd) f 4.13 plaatsingen (dus 3 maanden achtereen) f 8.
Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 9 uur v.m, en
VRIJDAGS tot 4 uur n.m.
Tot plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad
li nltsluitend gerechtigd het Advertentie-bureau P. F. C. Roelse, IJmuidea.
Uitgave van de N,V. UITGEVERS-MIJ. „IJMUIDEN''
Adres voor Radactie en Administratis
N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL
WILLEMSPLEIN 11 TELEFOON 153 IJMUIDEN
Ingezonden mededeelingen 40 ets, per regel Advertenties van 1 tot en
met 5 regels f 1.iedere regel meer 20 ets, Compact gezette adverten
ties van 1 t, en m. 5 regels f 1,25, iedere regel meer 25 ets, Kleine
advertenties en familieberichten zoomede vereenigings-advertenties uit de
gemeente, uitsluitend bij vooruitbetaling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75
iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante betaling worden de gewone
prijzen berekend. Advertenties ,,adres bureau van dit blad" 10 ets, extra;
voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets. in
rekening gebracht. Bovenstaande regelprijzen worden met 5 cent
verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Velsen.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE
BLADEN. EERSTE BLAD.
ebb
Verminderde leeslust.
Een uitgever is 'een zakenman en te
vens een- geestelijke leider van het
volk. Hij geeft boeiken uit, zooals de si
garenfabrikant allerlei merken sigaren
aan het publiek aan biedt. Het eigen
belang staat daarbij op iden voorgrond.
Maar een goede uitgever zal ook graag
goede boeken uitgeven, hij zal ook den
ken aan de groote diensten, die hij met,
zijn boeken aan de volksontwikkeling
kan bewijzen. Hij geeft ook wel boeken
uit, waarop hij weinig winnen, wellicht
veel verliezen zal. De sigarenfabrikant
denkt niet, als hij een merk aanbiedt:
Ik verdien er wel niet aan, maar wil
het publiek toch het genot van een
goeie sigaar geven.
De voorzitter van den Neid. Uitgevers
bond, de heer J. Tadema heeft op de
algemeene vergadering van dezen Bond
gesproken over den verminderden af
zet van boeken niet alleen als een
kwaad' voor ide uitgeverij -maar ook als
een geestelijke schade voor het publiek.
Hij noemde lallerlei oorzaken van den
minderen leeslust 'en boekenverkoop
op: de sport, de gramofoon, ide radio, de
Groote Mond der Wereld. Hij bad er
nog aan kunnen toevoegen, de vele
kranten, wier lectuur een groot deel
van den voor lezen bestemden tijd ne
men. Het haastige, volle moderne le
ren, dat zoo weinige verloren uurtjes
overlaat, die winst zijn voor de boeken.
Juist is zijn opmerking, dat de lees
grage jeugd op izekeren leeftijd van de
lectuur en het 'boek afraakt en ver
vreemdt. Over het algemeen lezen kin
deren van twaalf, veertien jaar meer
dan jongelui van zestien, achttien jaar.
Hoe ouder men wordt, des te meer men
door studie, werk, vereenigingsleven
enz. in beslag wordt genomen.
In alle landen klaagt men over den
verminderden leeslust. Sovjet-Rusland
rit met magazijnen vol boeken, door
den staat uitgegeven, die thans tegen
veel verminderden prijs aangeboden
worden. Italië gaat een boekendag hou
den. Het bestuur van onzen uitgevers
bond wil hulp zoeken bij de directeurs
van burgerschollen en de rectors van
gymnasia, om belangstelling voor het
boek op te wekken.
Wij vragen ons echter af, of het
kwaad inderdaad zoo groot is, als de
uitgevers wel meenen. Nooit is er -zoo
veel op 'die boekenmarkt aangeboden
als tegenwoordig. Het eene belangrijke
boek verschijnt na het andere. Boven
dien wordt er veel meer gebruik ge
maakt van leesbibliotheken, leeszalen,
leesgezelschappen1 en dergelijke inrich
tingen, waardoor een boek door velen
gelezen wordt. Ook is de belangstelling
in classieke werken zeker in den laat-
sten tijd toegenomen. Dat blijkt wel uit
de vele niéuwe vertalingen en bewer
kingen. We willen daarmee niet zeg
gen, dat het kwaad niet bestaat, mis
schien kan gnieii wel zeggen, dat er eer
te veel slechte dan te weinig goede hoe
ken' igelezen worden. De school kan ze
ker goede leiding geven. Vooral recen
sies in de krant zijn een uitstekend
d, om belangstelling op te wekken
en tot lezen te brengen.
Wanneer men let op bet succes van
vele uitgaven der Mij. voor goede en
goedkoope boeken van den heer L.
Simons, zal men echter den verminder
en leeslust of dé verzwakte smaak
voor goede geestelijke spijs niet als
mik een groot kwaad' voor stellen, als
do heer Tadema deed. Maar inderdaad
er nog vele jongeren, die vergeten,
lat een goed boek op zijn tijd even noo-
dig is voor den geest als brood voor het
lichaam.
De groote reis.
In „Het Toekomstig Leven' wordt
door den redacteur Goedhart de beken
de vergelijking van -sterven bij op reis
gaan geestig uitgewerkt. Wie op reis
gaat, vraagt inlichtingen bij een reis
bureau. Men gaat -niet naar een vreemd
Tand, zonder er iets van te weten. Hoe
gedragen ide menschen zich tegenover
de groote reis? Men gaat naar het reis
bureau, de kerk ien vraagt: Eerwaarde,
wil u de risico op u nemen voor mijn
toekomst in het vreemde land? En dan
komt men met geloofsartikels of met
sacramenten en ide eene geestelijke
spreekt den ander tegen en sommigen
staan er lachend bij en zeggen: „Geloof
die lui niet. Als je dood -bent, is het ge
daan, van het verdere weten we niets
en we denken voor 't naaste, dat er dan
niets is."
Maar de spiritist zegt: Vraag het aan
die menschen, die er geweest zijn en
terugkomen willen, om je te vertellen,
hoe het daar is. Deze eischt alleen, dat
'men zijn zinnen zal gebruiken, bet ver
stand en de oogen en de ooren, om te
zien en te hoor en. Duizenden doen dat
en rustig zien zij voortaan de groote
reis tegemoet, wetende, dat, er geen
reden tot ongerustheid is.
Men vindt in deze vergelijking de spi-
ritische beschouwing. Er zijn echter
velen, die aan dit bureau om inlichtin
gen geweest zijn en onbevredigd bleven
Hoe is het mogelijk, om de dingen, die
tot het rijk des geestes behooren zin-
tui-gelijk waar te nemen? Hoe kan een
ontiichaamde ziel zichtbaar verschij
nen in aardsohé kleeding, tastbaar ons
aanraken, een muziekinstrument be
spelen, onze taal gebruiken en zich
vaak zeer gebrekkig uitdrukken? Er
zijn verzekerde spiritisten maar er zijn
er nog meer, 'die tot het spiritisme gin
gen- zonder vooroordeel en toch geen
zekerheid ontvingen. Is het dan ten
slotte niet wijzer, om, wat in allerlei ge
loofsvoorstellingen en plechtige hande
lingen der kerk ons geleerd wordt, met
vertrouwen 'het onbekende land in te
gaan. We varen naar onbekende wate
ren, we zien, wat achter den horizon
ligt, een- volledige reisbeschrijving kan
niemand ons igeven, maar In velen in
alle tijden en hij alle volken leeft de
hoop, dat achter den horizon een weg
ligt en wij 'zullen voortreizen. Het is
juist genoemd het instinct der onsterf
lijkheid. Men kan het niet aanpraten
en evenmin wegredeneeren, het is een
heel sterk gevoel, dat als een kompas
naar het Noorden wijst naar een leven
na den dood. In plaats van elkander
afbrekende, concurreerende reisbu-
reaux te raadplegen, 'doen we verstan
dig ons door 'dit gevoel te laten leiden
en voort te gaan, naar hetgeen ver
stand kan begrijpen.
Typhus.
Er komen hier en daar in ons land
enkele -gevallen van deze ziekte voor,
in Breda is het aantal zelfs vrij groot,
maar er heersebt in ons land nog geen
epidemie zoo als in Hannover. Wel be
gint hier de vrees voor typhus epide
misch te heerschen. Met angst ziet men
de krant na, of het ook erger wordt.
Men voelt een kleine huivering bij ide
gedachte, d'at deze gevaarlijke ziekte
eens in eigen plaats, in eigen straat, in
eigen gezin zou kunnen uitbreken.
De een praat iden ander bang; men
beluistert de algemeene ongerustheid,
als er over typhus gesproken wordt.
Een woord heeft niét alleen een bepaal
de bet eekenis maar is -aan zekere stem
ming verbonden. In woorden als chole
ra, pest en typhus hOoren we 'doods
klokken luisteren.
Vrees is daarom verkeerd, omdat ze
verzwakt in den strijd. Men moet den
vijand niet te licht achten, men moet
zich zoo sterk mogelijk tegen hem wa
penen, men moet hem verder met
kalmte afwachten. Wij staan aller
minst machteloos tegenover den ty
phus en met vertrouwen, voorzichtig
heid en kalmte zullen wij aan een epi
demie weerstand kunnen bieden. Ieder
jaar komen er hier -en daar typhus ge
vallen voor, hun aantal is thans, over
het geiheele land genomen, nog vol
strekt niet onrustbarend groot.
Typhus is zeker een ernstige ziekte
met een hoog sterftecijfer. Gemiddeld
bezwijken er 10 van de 100 lijders aan;
men kan ook zeggen gemiddeld gene
zen er 90 van de 100 lijders van. 't Is
precies hetzelfde, maar de 10 °/o sterf
gevallen doen schrikken, de 90 gene
zingen stellen gerust.
Wij staan tegenover deze ernstige
ziekte veel sterker dan vroeger. Het
gelukt bijna altijd de bron der besmet
ting te ontdekken en daarmee ook den
vijand te overwinnen. M.en vermoedt,
dat in Hannove-r de waterleiding be
smet is en daardoor de vele ziektege
vallen verklaard moeten worden. Men
kan zich verder tegen dien vijand het
best, beschermen door voorzichtigheid
en 'door reinheid. Geen ongekookt wa
ter en melk te drinken, geen rauw, on
geschild ooft eten, geregeld de handen
voor eiken maaltijd, ook voor een klei
ne boterham wasschen. Geregeld van
kleeren verwisselen, 'als men een pa
tient geholpen heeft of op een of andere
wijze met hem in aanraking is geweest.
Dat zijn maatregelen, waardoor men
het besmettingsgevaar heel klein kan
maken. Bovendien doet de overheid
veel meer ter bestrijding der ziekte dan
vroeger, al laat vooral op het land de
hygiënische overheidszorg nog heel
wat te wenisch'cn over. En eindelijk
maakt de inenting de vatbaarheid voor
de ziekte veel kleiner. Deze werking
der inenting duurt eenige maanden;
daarom wacht men er gewoonlijk mee,
totdat het typhusgevaar zeer nabij is.
Men kent nu ook de gevaarlijkste en
heimelijke wijze van -overbrenging der
besmetting, dat is de bacillendrager.
Dr. Ingelse van Bleekensgraaf geeft er
een typisch voorbeeld van. In Maart
van 'dit jaar kwamen in een gezin twee
gevallen van typhus voor. Eind Juli
wederom in hetzelfde huis twee geval
len. De ontlasting werd verzameld in
een lekken put, die- met een sloot in
verbinding stond, waarin dagelijks -het
eetgerei werd gewasschen. Een man,
die aan een pompbuis in deze sloot
werkte, kreeg ook typhus. Daarna een
nieuw geval, dat schijnbaar met de an
deren niets te maken had. Alleen wa:s
er door 'middel van -een gezonden arbei
der eenig verband mogelijk. De ontlas
ting van dezen man werd onderzocht
en bleek typhusbacillen te bevatten. Hei*
is lang niet makkelijk zulke gevaarlij
ke personen op te sporen, maar de we
tenschap, dat ze er zijn, is al veel
waard. Nu kan men ten minste trach
ten ook deze oorzaak van besmetting
weg te nemon.
De mond is ide poort, waardoor de vij
and tracht 'binnen te komen. Wij moe
ten daarom als twee wachters voor -on
zen- mond zetten: voorzichtigheid en
zindelijkheid. Dan is men wel niet ge
heel buiten gevaar, maar bestaat or ze
ker geen reden voor de angstige stem
ming, die men nu reeds hij menigeen
kan opmerken, terwijl de vijand nog
verre is. In Breda doet zich een merk
waardig conflict voor tusschen zorg
voor de gezondheid en' de pret en het
voordeel der kermis. De kermis maakt
de menschen zorgeloos en brengt velen
samen en maakt daardoor het besmet
tingsgevaar grooter. In Breda neemt
het aantal typhusgevallen nog voortdu
rend toe 'en daar mag men wel spreken
van éen lichte epidemie. De burgemees-
De Commissie voor de te houden TENTOONSTELLINO
verzoekt een ieder die iets heeft, betrekking hebbende op
ÏJmuidens historie, deze artikelen in bruikleen af te staan; o.a.
zou de Commissie gaarne ontvangen Herinnerings-Medaiiles,
Plaatwerken of Photo's van Ijmuiden. Ook zijn welkom ter
opluistering eenige MODELLEN van Visscherij- en (of) Handels
schepen.
Opgaven worden gaarne spoedigst ingewacht bij onder*
staande Commissieleden:
J. KOSTELIJK
Oem. Secretaris
Wijkerstraatweg 266
Wijkeroeg
S. v. d. WERF
Zeeweg 159
JOH. DE WAARD
Kanaalstraat C 46 48
ter -zal moeten beslissen. Waarschijn
lijk zal hij terecht oordeelcn, dat leven
en gezondheid der gemeentenaren gaan
boven 'het publieke vermaak ,en -de
winst voor kasteleins, neringdoenden
en de gemeente zelf.
Sn Memorial.
Als straks Ijmuiden blijde feest gaat vieren
Omdat het vijftig jaren heeft bestaan
Herdenkt dan ook, temidden van die vreugde
Degenen, die van ons zijn heengegaan.
De visschers, die in bange oorlogsjaren
Den schubb'gen schat ontlokten aan de zee,
Zij gingen vaak om nimmer weer ie keeren
Ijmuiden dompelend in rouw en wee.
De werkers in veel andere bedrijven,
Die streden voor ijtiiuidens groei en kracht
Maar onvoltooid hun arbeid moesten enden
Zij wo: den dankbaar op ons feest herdacht.
En hen. die met ons strijdend, ons ontvielen,
Die werkten mee, maar medejuichen niet,
Gedenken wij in dankbare ontroering
Hen wijden we dit sober, simpel lied.
Francien Wit,
Gedurende een groot aantal jaren bad
ik gelegenheid kennis te maken met
een aantal Toonwerken, 'die meer spe
ciaal het „Mannenkoor" betreffen en
komt bet mij voor, dat het „Mannen
koor", als Toongedicht, er niet op voor
uit gaat. Ik wil het hier niet hebben
over 'd'e technische behandeling van
een Toonwerk hiervoor mis ik 'de
geschoolde kennis Waar ik op
wemseh te wijzen is bet feit, dat men
bij het toonzetten van een gedicht, zic'h
te spoedig laat beïnvloeden door de
klankmaat. Men leest een gedicht en
laat zich al dadelijk door de muzikale
cadenza meenemen althans als 'het
gedicht maatvol is geschreven. Dit
sdhijnt mij toe niet het echte te zijn en
is waarschijnlijk de oorzaak, dat we
wel nieuwe „Koren" ontmoeten, die
wel knap bewerkt werden, doch geen
Toongedichtem -zijn en niet een muzika
le wêergave verklanken van het „gege
ven" in het gedicht. Dit is misschien
sterk gezegd, doch het is mijn gevoelen
en dit geef ik wêer als iemand die het
zuiver doorvoelde mannenkoor, in het
belang der kunst, zoo -hoog waardeert.
Reeds zoo vele malen hoorde ik zan
gers zeggen: „Wat zouden wij nog
graag Koren zingen zooals Hol, Heinze,
Loots niet te vergeten, Brants Buis en
Andriesen ze schreven". In 'hun werken
voelde men alles zoo echt natuurlijk
en muzikaal verklankt aan, en 'het was
de ziel van 'het gedicht, die zich in de
■muziek had ingeweven en" dóór de mu
ziek, in verhevene, 'zonnige of krachtige
klanken werd uitgezongen of uitgeju
beld. Dit schijnt mij voor een groot
deel op waarheid te berusten op een
voudige waarheid, idie zijn grond vindt
in zuiver muzikaal aanvoelen.
Waarom schrijft men zooveel Koren
op Latynsohe verzen. Zeker, ze worden
vertaald, doch bijna nooit is het ver
taalde gedicht 'zoo zuiver en treffelijk
als het oorspronkelijke. Bovendien 'be
doel ik speciaal bet Holiandsche ge
dicht, dat geeft, of kan geven een -beeld
van het Holiandsche landschap, van
de zee, van strijd en levensdrang, of
van, het vele dat er leeft in ons volk, in
haar hoog -en innig levenswillen. Dit
„gegeven" wil ik verklankt aanvoelen
in een Toongedicht!
Of ik dan naar het oude terug wil
dat lang niet altijd verouderd behoeft
te zijn en me niet -kan aanpassen
aan de misschien meer moderne ver
klanking van éen gedicht? Neen, niet
absoluut, maar wat ik wèl wil: dat men
de kunst dient natuurlijk en men het
gedicht niet omhult met een weefsel,
waarvan de kleur en verklanking niet
in overeenstemming is met het gedicht
zelve. Men -moet het „gegeven" van
een gedicht op de allereerste plaats
goed kunnen aanvoelen, en door goed
lezen, het trachten te verstaan. Men
moet dit „gegeven" koesteren in de ge
lijkgestemde ziel, dan kan men, neen,
dan mag men als Toondichter schep
pend beelden. D&n zal men begenadigd
kunnen worden en oogsten wat in de
louterende ziele is gegroeid dan is
men introuwe een dienaar der kunst,
en kan men voor een moment zijn: de
Heilige, de van God begenadigde.
GEORGE HAAK.
WITTE KRUIS.
Iedere Woensdagmiddag van half drie tot drie
uur stelt de Vereeniging het Witte Kruis, in de
Chr. Nat. School te Velseroord moeders gratis in
de gelegenheid raad te vragen omtrent de voeding
aan haar zuigelingen. Het advies wordt gegeven
door den Consulent, Dr, Hanneman.
Voor kraamverzorging, welke ook door boven
genoemde Vereeniging wordt uitgeoefend, wende
men zich tot het bestuurslid der Vereeniging,
Mevrouw Dijkstra, Trompstraat 77 te Velseroord.
Tarief naar draagkracht f 5f 15,