ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN )g arsnr kleine Au» fa. 11 Verschjjnt Woensdags Zaterdags Officieel. Van den Wachttoren. Geschikt veor alle - Bouwdoeleinden - Steenfabriek EL Butzer, Hoogovens Omnieten. V Zaterdag 11 December 1926 12e Jaargang IJMUIDER COURANT jonementaprija: f 1.per 3 maanden, franco per post f 1.35. Abonnemen- tforden aangenomen aan het bureau en bij de Agenten. ,ertentiën 2 maal achtereenvolgend opgegeven op het gewone tarief, (Jen kosteloos nog een derde keer opgenomen in het eerstvolgend ,eQsdagnummer. rertentiën voor de Adreslijst 6 plaatsingen van dezelfde tekst (onveran„ dj f 4.13 plaatsingen (dus 3 maanden achtereen) f 8. ,trtentiën uiterlijk in te eenden WOENSDAG tot 9 uur v.m. en [JDAGS tot 4 uur n.m, (plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad jjtiluitend gerechtigd het Advertentie-bureau P. F. C. Roelse, IJmuiden, Uitgave van de N.V. UITGEVERS-MIJ. „IJMUIDEN"' Adres voor Redactie en Administratie N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL WILLEMSPLEIN 11 TELEFOON 153 IJMUIDEN Ingezonden mededeelingen 40 ets. per regel Advertenties van 1 tot en met 5 regels f 1.iedere regel meer 20 ets. Compact gezette adverten ties van 1 t, en m, 5 regels f 1,25, iedere regel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichten zoomede vereenigings-advertenties uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbetaling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75 iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante betaling worden de gewone prijzen berekend. Advertenties ,,adres bureau van dit blad" 10 ets. extra; voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets, in rekening gebracht, Bovenstaande regelprijzen worden met 5 cent verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Velsen, |T nummer bestaat uit twee iaden. eerste blad. KENNISGEVING. |'cr kennis van belanghebbenden wordt ge- scht, dat de vergadering der SCHOONHEIDS- (MMISSIE zal worden gehouden op DONDER- (G 16 DECEMBER 1926, des voorm. 9.30 uur, kantore van het bedrijf Openbare Werken te Isen. [ijdens deze vergadering "zullen belanghebben- jvan 11 tot 11.30 uur in de gelegenheid worden deld de commissie te spreken, SchetsonUyer- 5| die zij aan het oordeel der commissie wen- ien te onderwerpen, moeten uiterlijk op Dins- s 14 December, middags 12 uur, bij den secre- lis zijn ingeleverd. Velsen, 11 December 1926. De secretaris der commissie, J. ARENDS. Ontwapend militairisme. Misschien is het omgekeerde juister: mi- laristische ontwapening. We denken iarbij aan Duitschland. Zijn tegenstan- jrs hebben hem na zijn nederlaag klein illen maken en houden en daarom ontwa- »nd. Het verloor grootendeels zijn vloot, lie middelen voor een grooten oorlog erden hem ontnomen. Zijn leger inge- ompen tot 100000 man Rijks weer. Maar Ikens bleek Duitschland de ontwape- ngsbepalmgen te ontduiken en telkens vam vooral Frankrijk tegen die ontdui- ngen op en eischte de vervulling ervan, an een moreele ontwapening kan men bij m groot deel van het Duitsche volk niet Ipreken. Uit de handen zijn de wapenen I Gnomen maar niet uit de harten. Een sol- atenvolk en dat was Duitschland wordt laar niet plotseling op commando een olk van pacifisten. Juist nu in den laatsten tijd de verhou- ing tusschen Duitschland en Frankrijk 'at beter werd, merkt men weer militaris- ische teekenen aldaar op. Eerst bleek de itdste zoon van den gewezen kroonprins, aar zijn grootvader Wilhelm geheeten als fficier deelgenomen te hebben aan de ma- oeuvres van de Rijksweer. De prins had zich ter beschikking gesteld van de Rijks- weer, zoo heette het. De Rijksweer heeft zich ter beschikking gesteld van den prins. Zoo merkte een democratisch spotblad: „Lachen Links" op, Hoe was dit mogelijk: iedere man van de Rijksweer moet toch den eed van trouw aan de republiek afleggen? De kolonel van het betrokken regiment ontkende het geval. De prins was toevallig voor zijn gezondheid in Wurtenburg ge weest, waar de manoeuvres gehouden wer den. De kolonel bleek echter gejokt te hebben. Het gevolg was, dat het hoofd van de Rijksweer, generaal Seeckt zijn ontslag moest nemen. De minister van oorlog kon hem niet handhaven. De Rijksweer is een voortreffelijk corps beroepssoldaten, zooals men nergens el ders kan vinden. De officieren hebben allen eens gediend onder Wilhelm. En als niet de meerderheid der natie van een terug keer der Hohenzollerns afkeerig was, zou dit legercorps een groote kracht zijn, om een staatsgreep der monarchisten te doen gelukken. De kazernes van de Rijksweer zijn bij zonder groot. De oude kazernes, die ver kocht of verhuurd moesten worden, staan voor een deel nog leeg. Er is ruimte, om een vrij groote legermacht te kazerneeren, in het ontwapende Duitschland. Dit heeft in Frankrijk wantrouwen en ongerustheid opgewekt. Verder is bekend geworden, dat oudofficieren aan~ verschillende indu- striëelen aangeboden hebben, om hun per soneel gymnastieklessen te geven. Vlugge, lenige, sterke lichamen zouden het bedrijf ten goede komen. De arbeid zou door hen beter gedaan worden. Maar men weet over de grens, dat men van een gym nast en een geweer, al zijn ze twee, spoe dig een kan maken en wel een soldaat. Ook is bekend geworden, dat er verschillende geheime militaire organisaties zijn: geheim, hoewel de regeering van hun bestaan af wist. Zij heetten noodig, om een mogelij ken inval van Polen tegen te gaan. Wan trouwen ziet veel, ziet zelfs, wat niet be staat. Zoo zijn thans velen in Frankrijk overtuigd, dat het ontwapende Duitschland listig bezig is zich voor een oorlog klaar te maken. En zelfs in den Rijksdag is er bij de regeering op aangedrongen, ernst te ma ken met de bepalingen omtrent de ontwa- pening, te Versailles gesteld. Het blijkt uit dit alles wel, dat gedwon gen ontwapening fraaiigheid is. Men kan de harten niet veranderen door een trac- taat, tenminste niet vredelievend maken. Indien de andere staten ernst maken met beperking der bewapening, als een begin van ontwapening, zal Duitschland minder militaristisch worden. Maar men maakt een vechtersbaas niet tot een lam, door hem zijn stok of mes af te nemen. Wel ech ter ontwapent men hem, door hem vrien delijk en rechtvaardig te behandelen. En men kan nu juist niet zeggen, dat de geal lieerden dit de eerste jaren na den oorlog Duitschland gedaan hebben. Als Duitsch land zich heimelijk wapent, is dit voor een deel hun eigen schuld. Hebben de Europeanen in Z.-Abika hun tijd gehad? De geschiedenis der oudheid leert ons, dat er telkens te midden der volkeren een zich verheft en de anderen overheerscht. Maar de reus kan zich op den duur niet on der de dwergen handhaven. Hij begint te vermageren en te verzwakken en kan ten slotte niet meer op zijn beenen blijven staan. Zoo is het gegaan met hei oude Egypte, Perzië, Hellas en Rome. Wereld rijken worden, als sterke kasteelen eindelijk ruïnes. Men kan hun aller geschiedenis in drie tijdperken verdeelen: opkomst, bloei en verval. Zullen de Europeanen aldus ook steeds meer hun macht verliezen op de vol keren van Azië en Afrika, die zij oyerheer- schen en voor zich la en werken? Zij zijn verzwakt en gehavenddoor den wereldoor log en de Aziatische en Afrikaansche vol keren hebben gewonnen aan kennis, fier heid en zelfvertrouwen. De eersten zijn minder en de laatsten meer geworden. De ontwaking van het Oosten is wel een der belangrijkste verschijnselen van onzen tijd. Toen de jonge leerling ouder geworden was, wierp hij zijn meester in het boksen in de touwen, na hem bont en blauw gestompt en geslagen te hebben. Zoo zal het Europa gaan; Aziaten en Afrikanen beginnen te vragen: Zullen wij de blanke meesters nog langer gehoorzamen? Beginnen wij niet even sterk te worden als zij? In de meeste koloniën leeft en woelt deze gedachte. Europa wordt in de andere werelddeelen onttroond en zal weldra zijn biezen moeten pakken. Dat is zelfs in Zuid-Afrika het geval. En- gelschen en Hollanders zijn daar eeuwen lang de heeren der Kaffers geweest. Er heerschte een eenigszins verzachte vorm van slavernij over de naturellen, de Afri kaansche inboorlingen. Zij werden be schouwd en behandeld als tweèbeenige werkdieren. In den oorlog van Transvaal en Oranje-Vrij staat hebben wij den vrij heidszin der Boeren bewonderd en bezon gen, Deze wilden de vrijheid voor zich maar gunden die allerminst aan de Kaf fers. Voor hen waren zij strenge heeren. In de Zuid-Afrikaansche Unie wonen 1 1/2 millioen blanken en 5 1/2 millioen naturellen. Er is een scherpe scheiding tus schen de beide rassen. Zij vermengen zich weinig of niet. Het aantal bastaards is ge ring en deze worden door de beide rassen veracht. In aantal zijn de Kaffers verreweg de meerderen van de blanken. Dat is op zichzelf nog geen kwaad. Een hond kan honderd schapen in bedwang houden. Maar als de hond oud en aftandsch wordt en onder de schapen zijn rammen met scherpe horens, dan verandert het geval. Het gaat den blanken in Zuid-Afrika niet voor den wind; velen verarmen en ver slappen. Daarentegen worden de Kaffers sterker door onderwijs; zij zijn geen wil den meer. Zij bevechten en verzwakken el kaar onderling niet langer. De Europeanen hebben hen beschermd tegen het alcoholis me door hen het gebruik van sterke dran ken te verbieden. Zij ontwaken, worden zich bewust van hun kracht en zullen wel dra de volle maatschappelijke en politieke rechten voor zich eischen. Dan zullen de witmenschen hun overmacht verliezen. De Engelschman Ernest Stubbs, magi straat van Rustenburg waarschuwt drin gend tegen het naderend gevaar met deze woorden: Het zou niet de eerste maal we zen, dat machtige volken met een hooge beschaving het onderspit delven in den strijd tegen horden van barbarisme en zelfs een blanke is niet te verheven, om de spot te worden van een zwarten Oemoentoe. Men kan het bezien van het standpunt van macht, en belang maar ook van dat van 'rechtvaardigheid en dan zien we in de ge schiedenis de voltrekking van de wet der PRIMA Direct leverbaar in groote en kleine partgen Forsche, lichte en spijkerbsre Steen OOEDE VASTHEID CONCURREERENDE PRIJZEN Vertegenwoordiger:]. EIJK1NO, Al'.c- maarscheweg 74, Eevcrwijk. 'gerechtigheid. Ondanks alle hinderpalen vindt het recht als een rivier langs de hel ling der bergen zijn loop. Macht door on derdrukking kan zich lang maar niet duur zaam handhaven. Dat zal in alle koloniën zoo blijken te zijn. witte kruis. Iedere Woensdagmiddag van half drie tot drie uur stelt de Vereeniging het Witte Kruis, in de Chr. Nat. School te Velseroord moeders gratis in de gelegenheid raad te vragen omtrent de voeding aan haar zuigelingen. Het advies wordt gegeveii door den Consulent, Dr, Hanneman. Voor kraamverzorging, welke ook* door boven genoemde Vereeniging wordt uitgeoefend, wende men zich tot het bestuurslid der Vereeniging, Mevrouw Dijkstra, Trompstraat 77 te Velseroord. Tarief naar draagkracht f 5— l 15. VAN h. courths—mahler UIT HET DUITSCH VERTAALD DOOR J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM heb „Dit is het portret van mijn vrouw, voeg- Tok hij er aan toe. „Je zult moeten erken- dat dit portret op het jonge meisje blftijkt alsof het 't hare ware. En als ik je eiarbij nog op mijn eerewoord verzeker, ijjeM mijn Maria hetzelfde figuur, dezelfde (fowgen en kleur van haar had, en dezelfde in haar stem, dan zal je je mijn op- ,g kunnen verklaren. Hier in de an- helft van het medaillon vindt je een lok van Maria. Vergelijk het met het van het jonge meisje, dat toch zeer :er een zelden voorkomende, bijzondere it heeft, ik geloof dat het precies dezelfde En zeg mij dan of ik gelijk had, aan een wonder, een visioen te denken toen ik juf frouw Sundheim voor mij zag." Mevrouw von Saszneck bekeek met aan dacht het kleine portret in het medaillon, jen zag toen getroffen Annie aan. „Waarlijk kind kijk zelf dat is kei vreemd. Men zou kunnen zeggen dat kt een portret van jezelf is. Zelfs de uit- Irukking van het gelaat doet aan jou den- Annie keek naar het portretje. Een 'tfeemd gevoel overviel haar. Werkelijk, ik heb nog een portret van mij, dat gemaakt is gedurende de laatste dagen van ons verblijf in Hamburg ik dat men de beide hoofden zou kun nen verwisselen. Zelfs het opmaken van het haar is hetzelfde." „Heel stellig," bevestigde de baron. „Mijn vrouw had ook zulk dik, zwaar haar en zei altijd, dat het alleen op deze manier opge maakt kon worden." Annie knikte levendig. „Ja, anders is het niet mogelijk het ste vig vast te maken." Baron Hochberg kon zijn blik niet van Annie afwenden. „Nu nog den haarlok, Elisa, leg dien op het haar van juffrouw Sundheim." Voorzichtig nam de oude dame den lok uit het medaillon en legde dien op het hoofd van Annie. Het was precies dezelfde kleur, het levende haar had alleen meer glans dan het doode. Annie bekeek nog steeds het kleine por tretje. Zij dacht aan wat mevrouw von Saszneck haar verteld had van het korte huwelijk van baron Hochberg en van zijn buitengewone trouw. Met een deelnemen de uitdrukking in haar oogen keek zij nu naar het edele nog steeds opgewonden ge laat van den baron. Zijn oogen ontmoetten de hare met een warmen glans? Toen werd het haar wonderlijk te moede. Zij zou zijn gelaat met zachte handen hebben willen streelen om hem gerust te stellen. Zij werd als het ware gedrongen dezen man, dien zij heden voor het eerst ontmoette, iets goeds en vriendelijks te bewijzen. Met bevende hancl gaf zij hem het por tretje terug. „Het *~"t mij erg, dat door mij treurige herinneringen bij u zijn gewekt." Het is zeker een zeer vreemde gelijkenis en ik begrijp uw opwinding." Hij greep haar hand en hield die vast. „Nietwaar, mijn lief kind, gij zijt nu niet meer boos over mijn schijnbaar onbeleefde begroeting. Ik moet bekennen, dat ik de op winding nog in mij voel natrillen. U moet het mij niet kwalijk nemen. Neen laat mij uw kleine hand nog een poosje. Zij is zoo warm en levend. En als ik nu deze fijne, slanke vingers en de mooi gevormde rose nagels bekijk dan is het mij alsof ik de hand van mijn gestorven vrouw vast houd. Kind het is alles als een wonder. Als ik u aanzie, kan ik meer dan twintig jaren vergeten. Gij zult wel ongeveer even oud zijn als mijn vrouw was, toen ik haar leerde kennen. „Ik ben een en twintig jaar^ mijnheer Hochberg." Hij haalde diep adem, „Even oud als mijn dochter, gij zoudt mijn dochter kunnen zijn, kindlief. Verduur het daarom rustig als ik u met een wee moedig welgevallen aanzie. Het mag u niet beleedigen.'' Annie keek met haar zonnigen lach naar hem op. Dit lachen nam hij geheel in zich op. „Zeker niet, mijnheer Hochberg." Hij bracht haar hand aan zijn lippen en liet die daarna met een hartelijken druk los. Annie trad bescheiden terug en hij nam herademend weer plaats op zijn stoel. Mevrouw von Saszneck had er aange daan bijgestaan, nu gaf zij Annie onge merkt een wenk zich te verwijderen. Vlug verliet het jonge meisje het vertrek. De baron sprong op. „Waar is zij naar toe, Elisa?" „Ik heb haar weggezonden opdat je weer tot je zelf kunt komen en rustig worden," zei zij kalmeerend. Hij greep haar hand. „Eliza kan je een verklaring geven van zulk een wonder? Och, je weet niet hoe groot dit wonder is. Deze gelijkenis is zoo treffend alsof mijn jonge vrouw weer le vend is geworden." „Beste Rolf, je moet bedenkën, dat men dikwijls denkt, dat twee menschen spre kend op elkaar gelijken en als men hen dan naast elkaar ziet, merkt men, dat zij zeer verschillend zijn. Heel stellig bestaat er een verrassende gelijkenis tusschen het portret van je vrouw en Annie Sundheim en het haar heeft dezelfde kleur. Al is het geen wonder, toch is het een zeldzaam spel der natuur. Ik begrijp in elk geval uw op winding en ben ook zeer blij, dat er een verklaring voor is. Ik heb mij zooeven zeer ongerust over je gemaakt." Hij glimlachte, „Ik kon het aan je zien, je dacht, dat ik het verstand verloren had. Zoo dacht ik zelf een oogenblik. Hoe kunnen twee men- |schen, die niet met elkaar verwant zijn zoo op elkaar lijken. Maar het is geheel bui tengesloten, dat mijn vrouw op eenigerlei wijze met de Sundheims verwant was." „Dat zou ook nog niets bewijzen, Rolf. Want Annie is slechts een aangenomen dochter van den senator en zijn vrouw." Hij keek haar vragend aan, „Een aangenomen dochter?'' „Ja, zij hadden zelf geen kinderen, en Bettina Sundheim nam Annie als kind in huis." „Zoo, zoo en weet je iets omtrent de afstamming van het jonge meisje?" vroeg de baron levendig. „Niet heel veel. Zij is de dochter van een electrotechnicus, die bij een zeiltocht met zijn vrouw verdronk. Haar grootvader gaf het hulpelooze, kleine wichtje, daar hij het zelf niet bij zich behouden kon, ter ver pleging aan een vrouw. Spoedig daarna stierf hij en de verzorgster verkocht het kind in zekeren zin aan Bettina. Anders zou het in een weeshuis zijn geplaatst. Verder kan ik je niets vertellen." „Den naam van haar ouders ken je dus ook niet?" „Ja wel, dien heeft Annie mij kort gele den zelf verteld. Haar vader heette Mar tens?" De baron schudde het hoofd. „Er is geen sprake van, dat mijn vrouw met een familie Martens verwant was. Zij stamde uit een verarmd, maar zeer oud adelijk geslacht. Het arme kind heeft dus in zekeren zin tweemaal haar ouders verlo ren, is ten tweede male wees geworden." „Ja, uit de allereenvoudigste omgeving kwam zij in het schitterende huis van den 'senator. Na de ineenstorting van diens za ken is zij totaal verarmd met haar moeder 'naar Berlijn vertrokken en nu is zij sedert eenige weken hier. Ik kan je zeggen, dat zij zich met bewonderenswaardige wils kracht en kalmte in haar veranderde om standigheden heeft geschikt. Het is een be koorlijk, beminnelijk schepseltje, ik ben oprecht van haar gaan. houden en ik hoop, dat zij heel lang bij mij zal blijven. Ik heb haar, voor alle mogelijke gevallen, in mijn testament een kleine som vermaakt, dat noch Norbert noch Marianne zeer zal be- nadeelen." „Daar heb je goed aan gedaan, Elisa, ik ben er recht blij over, want het is mij, als of ik veel van dit vreemde meisje zal gaan houden." Wordt vervolgd,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1926 | | pagina 1