Geopend nationale bankvereeniging Spaar- en Voorschotbank Baai BURGER WOONHUIZEN Vleeschhouwerij en Spekslagerij Marconistraat 118, IJmniden. Filiaal van G. Hemken - Kennemerlaan 52. - Specialiteit in MJNE Yleeschwaren. Kapitaal 110.000.000 - B* serve f2.500,000 j SOLIDE, NIEUWGEBOUWDE TE KOOP, DE BILT's Kledingmagazijn Pres. Steijnstr. No I, t.o. de joh's de Breukstr .1 r Brsadstoffenhaiulel - Bloemisterij] n n n n De arme kleine Annie de naar de laatste eischen ingerichte Filiaalhouder J. VAN LIESHOUT. KANAALSTRAAT 74 Kantoor te IJmniden Kanaalstraat 74 Belast zich met den aan- en verkoop van effecten en de I verzilvering van coupons. Neemt gelden a deposito en in rekening-courant. Verstrekt credieten tegen zakelijke of persoonlijke zeker- heid. Verhuurt safe-loketten in haar brand- en inbraakvrije kluisinricbting tegen matige vergoeding. Bezorgt alle assurantiezaken. CoSfirattara Gevestigd te IJmulden Kanaalstraat *7 Raad? van Toezicht: F. J, H, Schneiders, Mr. A. W. Hellema, A. de Wit, F. H, Luchsinger, Rechtskundig Adviseor, Mr. A. W. Hellema. Deze Bank verstrekt voorschotten tegen borgstelling of zakelijke zekerheid. Spaargelden worden tegen uitgifte van een boekje in bewaring genomen tegen een rente van 4 pCt. in 't jaar, voor een jaar vast 41f2 pCt. De bank is geopend: Elkea Maamdag en Donderdag van 79 uur namiddag. gelegen aan den Wijk aan Zeeërweg en Oosterduinweg te IJmuiden-Oost. Te bevragen bij M. J. ROLVINK, Velserduinweg 163 HAARLEM, is een nieuwe zaak met oude klanten. Klanten die reeds jaren door J DE BILT bediend werden^ op onderstaand staatje is de ligging u.. l" van jjg gjjts aangegeven. Zaak en die hij toen (als onder geschikte en dus belangd loos) zoo goed bediende als hij slechts kon. Nu, in zijn eigen zaak, heeft hij er wel het grootste belang bij zijn begunstigers goed te bedienen, zij kun- nen er dus op rekenen door DE BILT met de grootste nauwkeuriggeid en tegan de. biilijkste prijzen te wor- den voorzien van de moqiste en best passende kleeren. J Pres. StFÏjnst'aat trompstraat 131 ijmuiden-oost. prima anthraciet, steen- o ruisvrij afgeleverd. zome: jrjp stxj sz: tsrtr Sclioterweg Fraus öalsplein MEI 20/30 anthraciet tt 30/50 12/20 juni 20/30 K 30/50 12/20 juli 20/30 30/50 12/20 auo. 20/30 30/50 n 12/20 f 2.10 2.30 1 60 „2 20 2 40 1-70 2.30 2.50 1.80 2 40 2 60 1.80 ALLES FRANCO BERGPLAATS. VAN B. COUBTH8HAHLER UIT HET DüITSCH VERTAALD DOOR .1. P. WESSELINK-VAN ROSSUM 74 „Wil je niet liever wachten tot ze ons haar adres heeft opgegeven? Ik kan im mers dadelijk poste-restante een telegram aan haar sturen, zoodat we zoo spoedig mogelijk bericht krijgen." „Doe dat in elk geval maar. Telegrafeer haar. dat ik hahr in een zaak, die geen uit- stel kan lijden, direct moet spreken, en haar in hotel „Kaiserhof" zal opwachten, j of dat ze anders mij daar haar adres moet opgeven. Maar ik vertrek beslist nog van- avond. Ik wil tenminste zoo dicht mogelijk bij haar zijn en zal intusschen mijn best doen om haar verblijf te ontdekken. Je kunt immers wel begrijpen, dat 't me on mogelijk is om hier te zitten wachten, en niets te kunnen doen. Als je bericht van haar terug ontvangt, moet je me dat da delijk naar 't „Kaiserhof" telegrafeeren. Want ik zou niet graag door de politie on derzoek naar haar verblijf Jaten doen." „En wat zal er nu met Marianne gebeu ren Rolf?" „Dat zal later wel terecht komen, daar heb ik nu nog niet over nagedacht. Ik denk nu alléén maar aan mijn kind." „Dat geloof ik graag. Och, Rolf, wat ben ik toch gelukkig terwille van jou en mij. Ik houd immers ook zooveel van An nie!1' Hij kuste haar hand. „En ik heb 't jou te danken, dat ik nu weet, waar ik mijn dochter moet zoeken en dat ik haar liefheb gekregen vóór ik wist dat zij mijn kind was. Als jij haar niet naar Saszneck hadt gebracht wie weet, hoe ik dat bericht dan wel had moe ten opnemen! Maar laat Norbert nu roepen, ik heb nog een uur tijd vóór ik de auto noodig heb om naar de stad te rijden. Ik kwam met een huurrijtuig hier. Laat hem dus roepen ook voor dien arme»* jongen is elke minuut kostbaar. Nu zal hij dan toch nog mijn zoon worden!" Norbert was spoedig gevonden. Hij ver wonderde er zich wel wat over, dat de ba ron weer op Saszneck was, maar dacht da£r niet verder over na. want in den grond liet alles, wat niet met Annie in verband stond, hem onverschillig. Hij deed evenwel zijn best om den baron met een opgewekt gezicht te begroeten, maar deze sloeg zijn armen om hem heen, en drukte hem tegen zich aan. „Kijk nu maar eens wat vroolijker, mijn beste zoon! ik breng je een goede tij ding Annie zal, niettegenstaande alles wat er is voorgevallen, je vrouw worden!" zei hij hartelijk en aangedaan, terwijl hij Norbert in 't bleeke, sombere gelaat keek. Een gloeiend rood bedekte voor een oogenblik Norberts wangen en terwijl hij zijn oogen doordringend op die van baron Hochberg vestigde, antwoordde hij schor: „Oom Rolf, maak nu toch in Gods naam geen gekheid. Ik ben niet in een stemming, om die te kunnen verdragen.1' „Ik spreek in ernst, Norbert, alle hinder palen tusschen jou en Annie zijn wegge vallen." Doodsbleek van ontroering greep Nor bert hem bij deschouders. „Spreek dan toch! spreek dan toch! wat is er gebeurd?" riep hij, terwijl zijn geheel lichaam trilde. Toen vertelde de baron hem zoo kort mogelijk, hoe de omstandigheden veran derd waren. Zonder er een woord tus schen te voegen hoorde Norhert hem aan, maar zijn gelaat trilde zenuwachtig, en toen zijn oom met zijn mededeeïing ten einde was, keerde hij zich om. steunde zijn armen op den schoorsteenmantel, en verborg zijn gezicht in de handen, 't Was hem niet mogelijk een woord uit te bren gen. Hij kon het groote gelfck, dat hem zoo plotseling ten deel was gevallen, nog niet in zich opnemen. Na het leed der laatste dagen kwam deze vreugde te on verwacht, dan dat hij er niet door uit zijn evenwicht zou zijn gebracht. De schaduwen waren te plotse ling verdwenen, dan dat hij dadelijk het feit, dat Annie een barones von Hochberg was, en zijn vrouw kon worden, zonder dat hij afstand behoefde te doen van zijn ge liefd Saszneck, in zich zou kunnen opne men. Mevrouw von Saszneck en baron von Hochberg zagen diep ontroerd naar Nor bert. Zij lieten hem rustig staan tot hij eenigszins gekalmeerd was, en hun zijn gelaat toekeerde. Zijn oogen stonden nu niet meer somber. Zij straalden en schit terden van geluk. Zonder iets te zeggen omhelsde hij zijn tante en den baron, en eenige ogenblikken zagen zij alle drie elkaar gelukkig aan, zonder woorden te kunnen vinden. De baron sprak het eerst. ,.Laat nu je auto voorkomen, mijn zoon,'1 zei hij: „ik ga vanavond nog naar Berlijn," Norbert keek op. „Ik ga mee!" riep hij. Maar baron Hochberg schudde het hoofd en greep zijn hand. „Neen beste Norbert ik ga nu alleen naar Berlijn om mijn dochter te zoeken. En als ik haar heb gevonden, neem ik haar mee naar Eckartsberge, Ik zal 't je laten weten, wanneer ik daar met haar aankom, en dan moog je op Eckartsberge komen, om je met haar te verloven. Maar daarna moet je mij mijn kind nog een korten tijd laten, ik moet haar eerst ge heel alleen voor mij hebben, want ik heb haar zoolang moeten missen. Meen niet, dat ik een egoist ben, Norbert, maar ik moet haar nu immers al spoedig voor altijd aan jou afstaan, en dus wil ik genieten van elk uur dat ze mij nog kan toebehooren. Je zult haar immers terugzien, zoodra we op Eckartsberge zijn gekomen, zoodat al les tusschen je beiden kan worden op gehelderd, maar daarna behoort ze nog een tijdlang aan mij. Nietwaar? je vindt dat immers goed? Bedenk eens, hoe veel jaren er verloren zijn gegaan, zoodat ik mijn kind niet heb zien opgroeien en mij niet over haar ontwikkeling heb kun nen verheugen, of mij met haar opvoeding heb kunnen bemoeien. Toen ik haar ont moette, was deze reeds voltooid en, al heeft ze zich ook heerlijk ontwikkeld, en is opgegroeid, zooals ik dat niet beter zou kunnen wenschen, toch had ik tot nu toe geen deel aan haar,'1 Hoewel met een bezwaard hart schikte Norbert zich in dezen wensch v. zijn oom. Hij verlangde immers zoo vurig naar An nie. Maar hij troostte zich met de gedach te, dat hij haar nu spoedig op Eckarts berge zou zien. Mevrouw von Saszneck stelde nu aan den baron voor om haar, zoodra hij Annie had gevonden, naar Berlijn te men, .,Ik zal ^mij op den achtergrond k en je geen uur van Annie berooven, Rolf," zei ze lachend, „maar je zult zelf wel inzien dat 't beter is dat ft loopig met jelui naar Eckartsbergei daar te blijven tot Annie, .met aller! liteiten, die er hij behooren, in ten als je dochter is bevestigd, It niéuwe omstandigheden dunkt mij een „Chaperonne" noodig is.'1 Dat zag baron Hochberg ook in, „Dat zal dan zoo gebeuren, Elisa, woord de hij. .,'k Ben op jou niet jij zooals op den jongen man,1' „Wederkeerig was ik jaloe oom Rolf," schertste Norbert, en daarop wat hij had vermoed. Lachend antwoordde de baron: „Nu, een beetje jaloersch zullenv? in 't vervolg wel op elkaar blijven wel niet op deze wijze, mijnzöf Maar nu moet ik weg. Mijn kaniep wacht zeker hier of daar op mij,' n „Hij zit beneden, in de vestibule- „Goed dan kan hij met mil gaan. en bij den chauffeur zitten. Je! mij zeker naar 't station?" „Zeker ik ga me klaar maken, I de auto vóórrijdt," Baron Hochberg besprak nog ée! ander met zijn nicht, en nam W scheid. Norbert zou het telegram nïe in de stad afgeven; zij 20ü niet vóór den volgenden morgen kantoor kunnen halen. Wordt wr'dl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1927 | | pagina 4