^Jhkoi§erie@§i^v^tfiaaddeJ^McL Vïsscherij hand, waarvan spr. echter erkent, dat het een lapmiddel was. Spr. critiseert verder dat het rechtsche blok steeds de personen wilde aanwijzen, die wethouder moesten worden, Spr. me moreert hoe de Ant, Revolutionairen zich terugtrokken en de coalitie dus alleen bleef tusschen Chr, Historischen en R. Katholieken. Deze twee namen toen ge noegen met twee rechtsche wethouders, den heer Tusenius en één van links. Maar daar men den soc.-dem. wethouder zelf wilde aanwijzen, was men met ons spoe dig klaar, daar onze fractie hierop niet wilde ingaan. Daarop wilde rechts het met drie wethouders doen en deze tot op het laatst weifelende houding noemde spr. een spelen met het gemeentebelang. Daarna is men met de groep Schilling in zee gegaan. Spr. zegt niet te kunnen begrijpen, dat men de grootste groep der bevolking in het college van B, en W. uitschakelt. Maar er is een wind van reac tie, men ziet het te Amsterdam, Utrecht enz. Het is een goede les voor de arbei ders. om een recht gebruik van de macht te maken. Men ziet waartoe hier de ver deeldheid heeft geleid. De heer Schilling moge vroeger tot de S. D. A. P. hebben behoord, de omstandigheden, waaronder deze als wethouder zitting neemt, kunnen moeilijk doen beamen, dat hij in 't col lege de belangen der arbeiders zal verte genwoordigen. Spr. hoopt dat men hieruit de les leert, dat men voortaan op de waarlijke arbeiderspartij zal stemmen. De tweede spreker, de heer W. F. Vis ser, zeilde dat men de politiek vaak min derwaardig noemt. Spr. zegt dat dit niet zoo behoeft te zijn, maar kan het begrij pen, als men ziet de politiek der laatste jaren in de Staten-Generaal en nu ook in verschillende gemeenteraden. Spr. zegt dat men hier 4 wethouders wilde, ofschoon dit volstrekt niet noodzakelijk was. Spr. zegt dat voor hem vaststaat, dat men bij rechts de politiek der laatste ja ren wilde voortzetten. Men wilde de een maal gevolgde lijn voortzetten, de lijn, die aan de arbeiders niets gaf en die op onderwijsgebied de lijn van Wethouder Tusenius is, die ons de eerste standen school bracht. Spr. zegt het zoo gezien le hebben, dat men steeds gepoogd heeft geen soc, dem. wethouder van onderwijs te krijgen. Men heeft echter wel begre pen, dat men de soc.-dem, fractie moeilijk meer buiten het college kon houden. Daarom wilde men vier wethouders. Spr. meent echter zonder noodzaak en wijst .daarbij op Rotterdam, waar onderwijs en sociale zaken door één wethouder behar tigd worden. Spr. zegt dat de verdeeling der werk zaamheden door het college blijk geeft, dat geen vier wethouders noodig waren. Zoo heeft de heer Nijssen alleen finan ciën, de heer Dunnebier alleen openbare werken en de heer Schilling alleen sociale zaken. De heer Vermeulen sprak steeds over de collectiviteit van het college van B. en W., maar spr. meent dat de collectiviteit bij drie evengoed kan zijn als bij vier. De heer Dalmeijer zegt dat er sociale zaken gedaan moeten worden, maar als het alleen betreft de door den heer Dal meijer genoemde zaken, die zoo goed als geen geld kosten, verwacht spr. dat er weinig terecht komt van de sociale zaken. Vooral als het particulier initiatief bevor derd moet worden, zooals de heer Dal meijer wil. Spr. hoopt dat de wethouder van sociale zaken meer zal kunnen doen. Tot nog toe wérden alle sociale zaken af gestemd, met het motief: er is geen geld. Zelfs zaken, die soms weinig kostten, b.v. de naaicursussen voor meisjes, die maar f 2000 behoefden te kosten. Spr. noemt verder den woningbouw, die, nadat de ge meente een aantal woningen had ge- bouwd, werd overgelaten aan het parti- culier initiatief, zonder dat gebleken is, dat dit in de behoefte voldoende voorzag. Spr. verwacht hier groot nadeel van voor de arbeiders en hoopt dat de veranderde koers in het college dit nadeel zal voor komen. Spr. zegt dat de heer Schilling in be sloten zitting heeft gezegd, dat men van den heer Tusenius niet weet of deze links of rechts is en dat hij daarom wethouder van onderwijs moet blijven. Spr, zegt zoo iets niet te kunnen begrijpen van iemand, die zich sociaal-democraat noemt. De heer v. d. Steen was voor een vier den wethouder met het oog op de werk verruiming, de stichting van een arbeids beurs enz. Spr. is hiervoor zeer gevoelig, maar deze zaken vullen niet alleen de taak van een wethouder van sociale za ken. Het vorige college was al voor de 'stichting van een arbeidsbeurs, die er moet komen, wellicht straks door de in diening van een wet. Spr. zegt niet te willen uitweiden over de f 2500 voor een vierden wethouder, maar als er ook een ambtenaar moet bij komen, was het geld beter besteed aan de totstandkoming van sociale zaken. Spr. zegt te verwachten dat het in de komende vier jaar weer een tijd van reactie zal worden en dat het zal gaan te gen de sociaal-democratie. Spr. zegt ech ter dat de partij deze vier jaar wel zal doorkomen, ze heeft zwaarder stormen doorstaan. No. 543 De laatste spreker, de heer P. Schaar, zegt, dat toen hij in Zaandam van den uitslag der verkiezing kennis nam, daar gepubliceerd werd: 9 sociaal-democraten en 11 burgerlijken. Dat was in een stad, waarin de politiek der S. D. A. P. tot in merg en been was doorgedrongen. Hier rekent men nog met rechts en links en men weet niet wie tot links of rechts be hoort. De burgemeester rekent men tol links, maar die kan men, zegt spr., van ons cadeau krijgen, want voor de arbei ders doet hij weinig. Spr. zegt dat de uitslag, gebaseerd naar dien van Zaandam, zou zijn: 20 burger lijken en 5 sociaal-democraten. De strijd hier is toch alleen gegaan tegen de soci aal-democratie. Ook van de drie dissiden te sociaal-dem. die niets anders hebben gedaan, dan de burgerlijke groepen ver sterkt. Spr. zegt dat die afscheiding een drama is, want er zal weinig meer van te recht komen. Wij kunnen met Schilling c.s. moeilijk meer arm in arm gaan. Spr. komt dan op 'de wethoudersver kiezing, waarvan spr. betreurt dat de vlag hier zulk een smerige lading dekt. Spr. zegt dat de R.-Katholieken op kerkelijk terrein steeds zeggen: Wie niet voor ons is, is tegen ons. Maar in de politiek was dit niet het geval. Toen echter de coalitie verbroken werd, wilde iedereen een kluit uit de pap hebben. Wijl de heeren Ver meulen en Dunnebier elkaar niet kunnen luchten of zien, had de heer Vermeulen zijn fractiegenoot Homburg als candidaat naar voren gebracht. De heer Schilling eischte ook een wethouderszetel voer zich op, erg idealistisch eerst, omdat hij den heer Landeweert als no. één op zijn lijst had willen hebben om dezen als wethou der herkozen te krijgen. Maar toen dit niet gelukte, eischte de heer Schilling den zetel voor zich zelf op. Toen de S. D. A. P. er niet mee accoord ging, om haren vertegenwoordiger in het college te doen aanwijzen door de andere fracties en de Ant. Revolutionairen zich terugtrokken, gingen de Chr. Historischen en R.-Katholieken overleggen. Daar de heeren Handgraaf en Sluiters niet voor uitbreiding van het aantal wethouders waren, gingen zij eens polsen bij de groep Schilling. En deze liep al op hun komst te wachten. Maar toen waren er nog maar twaalf en moest er nog één bijkomen. Zoo kwam men bij den heer Tusenius, die toen een vierden wethouderszelel eischte. Men ging handjeplak doen en zoo kregen we onze vier wethouders, allemaal in 't be lang der arbeiders. Spr, zegt zich hierom de vorige week boos gemaakt te hebben in den raad, om dat de laatste jaren is gebleken, wat de verschillende partijen voor de arbeiders hebben gedaan. Spr. wijst er b.v. op, dat in de R.K. bladen den laatsten tijd er op gewezen wordt, dat «een kindersterfte als beneden den Moerdijk voorkomt, niet moest kunnen plaats hebben. Spr. wijst er op, dat de- S. D. A. P, de ze vier jaar wel zal te boven komen. De arbeiders kunnen uit deze geschiedenis leeren, dat alleen de partij, waarin zij zelf hun leiders kunnen kiezen, het beste voor hen kan zoeken. Spr. zegt dat er vroeger op de S. D. A. P. critiek is geoefend om het terugtrek ken van den heer Landeweert als wethou der. Spr. noemt het terugtrekken van den heer Handgraaf als wethouder even tra gisch als dat van den heer Landeweert. Maar de R.-Katholieken weten de zaken beter binnenkamers te houden. Voor het debat gaven zich op de heeren Baarda, Schilling en Maas, De heer Ras wenscht een vraag te stel len. Spr. zegt dat in het Velser Weekblad de heer Schilling steeds voor leugenaar wordt uitgemaakt en vraagt waarom deze beschuldiging nu nooit eens met feiten wordt aangetoond en waar gemaakt. De heer Baarda bracht de Federatie der S. D. A. P. en de raadsfractie dank, dat zij het mogelijk hebben gemaakt dat de groep Schilling zich eens op een verga dering der S. D. A P. kunnen uitspreken. Spr. zegt blijde te zijn, dat hier van avond niet is gesproken over den koehan del, door vriend Vermeulen genoemd. Maar wel wil spr, protesteeren tegen de schandelijke, meer dan ergerlijke schrij verij in het Velser Weekblad. Spr. is dankbaar, dat hij niet meer be hoort tot de S. D. A. P., die zulke schun nige pamfletten de wereld in durft te zen den. Spr, zegt voor vier wethouders gestemd te hebben, omdat hij is voor een goede werkverdeeling en spr. hoopt dan ook, dat er een goede vierjarige periode zal vol gen. Spr. zegt dat men vanavond critiek heeft geoefend, maar spr. wijst er op, dat in een der bijeenkomsten van raadsleden de heer Roelse verklaard heeft, dat hij was voor vier wethouders onder bepaalde voorwaarden. Spr. zegt dat critiek is geoefend op wet houder Tusenius. Spr. gaat in politiek niet met den heer Tusenius mee, maar wijst er op, dal er onder dezen wethouder toch nog wel iets is gedaan. Spr. noemt de nieuwe openbare school te IJmuiden, de hulpschool bij school D en de nieuw te stichten school te Driehuis. Spr. zegt dat de lieer Schaar van de wethouders ge sproken heeft als van een blok, dat niet links en niet rechts is, maar vraagt wat voor een blok een college, bestaande uit de heeren Nijssen, Dunnebier en Roelse zou zijn geweest. Spr. zegt dat het ongeluk van de S, D. A. P, is, dat zij hier is een schoolmees terspartij, dat de onderwijzers de lakens uitdeelen. En dan onderwijzers, die zulke pampfletten durven schrijven. De heer Schilling Jr. komt dan aan het woord. Deze zegt dat ieder het Velser Weekblad van 9 September wel gelezen heeft, waarin gesproken wordt van baan tjes-jager ij en binnen is binnen. Maar er zijn er meer, die binnen zijn. Deze debater wordt zeer persoonlijk en blijft eenige malen steken. Op raad van den voorzitter en meerderen uit het pu bliek neemt hij zijn plaats weder in. De heer D. F. G. Schilling, het woord verkrijgende, zegt dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan. De zoon moest zijn overkropt gemoed luchten om de ma nier, waarop de officieele S. D. A. P. zijn vader behandeld heeft. Dat hij 't niet goed zeggen kon, komt omdat hij zijn opleiding heeft gehad uit het Velser Weekblad. <£pr. is blij dat de S. D. A. P. nu van avond eens voor den dag wilde komen. Maar spr. heeft niets gehoord van den koehandel en van de leugens van Daan de leugenaar. Schrijven kan de officieele S. D. A. P. blijkbaar heel moeilijk. Praten kunnen ze wel, maar drie spre kers hebben vijf kwartier werk gehad om één krom ding goed te praten. Spr, zegt de S. D. A, P. of de raadsfractie uit te noodigen voor een debat met gelijken tijd over de raadsverkiezing en de wethou dersverkiezing. Spr. zegt dat hij in een 'half uur niet al le genoemde dingen kan weerleggen. Hier zijn tal van onjuistheden gezegd. Spr, zegt dat het onjuist is, dat den heer Tu senius den vierden wethouderszetel werd aangeboden. Deze wilde niet zitting ne men in een college" met 3 rechtsche wet houders en met een college van drie wil de hij den zetel voor links gaarne aan een andere groep afstaan. Spr. zegt dat er geen koehandel is ge weest. Eerst op Maandag 5 September des avonds 'half 11 is men bij sprekers fractie gekomen, nadat men rechts niet tot overeenstemming was gekomen. Spr. heeft toen in de linksche fracties ge waarschuwd, om ook geen zitting te ne men met 3 rechtsche wethouders. Maar de leden der S. D. A. P. zeiden niets. Spr. dacht toen, dat hij moest oppassen. Want als de S. D. A, P. het zou doen, zou spr. het ook hebben gedaan. Spr. zegt dat zijn fractie recht had op een wethouderszetel, omdat de kiezers pas hun wantrouwen hebben uitgesproken tegen de S. D. A. P. Dat kwam vooral door hun onderwijspolitiek, die funest was voor de partij. En spr. herhaalt dat •hij voor wethouder van onderwijs geen beter persoon wist dan de heer Tusenius, die spr, liever wilde dan een rechtschen wethouder van onderwijs. Spr. zegt dal de S. D. A. P. bij de ver- kiezing een .klap heeft gekregen, omdat de S. D. A. P. is een schoolmeestersparlij. En men heeft toch kunnen ervaren, dat men de leiding van den heer Roelse, niet wilde. Spr. heeft nooit een wethouders- zetel geambieerd. Twaalf jaar lang is hij raadslid geweest en nooit is er sprake van geweest, dat spr. een wethouderszetel zou krijgen. Maar nu is het ambt tot hem gekomen en spr. meent dat hij er recht op had. De heer Schilling gaat dan dieper In op de geschilpunten tusschen hem en de S. D. A. P. Als de voorzitter op kortheid aandringt, zegt de heer Schilling liever te eindigen. Hij herhaalt, dat hij een open baar debat wil over de raads- of wethou dersverkiezing of over het Velser Week blad met één spreker, waarbij elke partij anderhalf uur zal krijgen. De heer C. P. J. Maas zeide geen oor deel te willen vellen over de interne aan gelegenheden van de officieele S. D. A. P. en de dissidente groep. Spr. wilde alleen enkele dingen wat meer naar waarheid recht zetten. Spr. zegt -dat de wethouders-verkiezing geen koehandel was. Van begin af aan heeft spr. gezegd dat hij den heer Roelse als wethouder niet wilde. Dat is eerlijker dan vier jaar geleden de S. D. A, P. deed: niets zeggen en niet stemmen. Spr. zegt dat de zes R.K. raadsleden geheel vrij staan en dat er heel wat zal moeten ge beuren aleer er weer een coalitie komt. Spr. vindt het geen onderhandelen, als de, S. D. A. P. zegt: den heer Roelse hebt ge te kiezen en niemand anders. Toen later de heer Roelse zelf nog pogingen deed om het koetje machtig te worden, was het ie laat, het koetje was verkocht. Spr. brengt hulde aan den heer Schaar, die zich niet schimpend over de R.K, par tij heeft uitgelaten. Wat de democratie betreft, die ziet spr. 'heel anders dan de sociaal-democraten. Spr. wil ook nog meedeelen, dat de hr. Tusenius niet den eisch heeft gesteld van den vierden wethouder, maar dat de wet houderszetel den heer Tusenius in den schoot is gevallen, omdat ook wij in hem den meest geschikten persoon zagen als wethouder van onderwijs. De voorzitter, de heer van Hameien, zegt dat de heer Baarda zeer gevoelig geworden over het schrijven in het Velser Weekblad, maar spr. zegt dat de blaad jes en het boekje, dat de fractie Schilling heeft uitgegeven, van az leugen was. De heer Roelse zegt niet te zullen in gaan op de persoonlijke aantijgingen van Schilling Jr. Komende op de debaters, zegt spr. dat deze protestbeweging zich richt op de verkiezing van vier wethouders en op de drijfveeren, die niet worden genoemd. Im mers den avond te voren was men nog voor drie wethouders. Wat het optreden van spr. in het geding betreft, zegt spr. dat hier niets te verbergen is. Als iemand door een partij aangewezen is en geen re delijke bezwaren tegen dien persoon zijn ingebracht, blijft spr. erbij dat men zich niet terugtrekken moet. Dat spr. op het laatste oogenblik zich terug wilde trekken, was omdat hij zijn persoon niet in den weg wilde stellen voor het veroveren van een machtspositie in het college voor de S. D. A. P. Spr. zegt dat de S.D.A.P. ook de candi- daten der andere partijen accepteerde, ofschoon wij b.v. wel bezwaren hebben te gen den heer Dunnebier. Er is critiek geoefend op de onderwijs politiek van Roelse, maar de onderwijs politiek van spr. is de politiek van de S. D. A. P. Het is de politiek, waardoor de arbeiders alleen wat bereiken kunnen. De critiek op sprekers persoon is dan ook niet anders dan de critiek op de beginselen door spr. naar voren gebracht. Deze ver klaring is toen door spr. afgelegd. Wat de vraag van Baarda betreft, welk blok Nijs sen, Dunnebier en Roelse zouden vormen, spr. zegt dat de S. D. A. P. een wethou derszetel beschouwt als een vooruitge schoven post, waarvan het voornaamste is de verhouding tusschen wethouder en fractie, terwijl de wethouder in het colle ge een geheel zelfstandige positie in neemt. De heer Visser gaat in op de onderwijs politiek en zegt dat de S. D. A. P. de laatste jaren steeds heeft moeten vechten tegen verslechteringen, waarop spr. die per ingaat. Dat de beweging der S, D. A. P. hier kapot is, ontkent spr., de partij staat nog even sterk als te voren. Het ver keerde van Schilling acht spr. dat deze zich niet aan de besluiten der organisatie wilde houden. De heer Schilling: Had je 12 jaar werk, om dit te weten te komen? De heer Visser: Ik wist dit voor 10 jaar al en gebleken is, dat ik gelijk had. Spr. zegt dat de partij het voornaamste is, de personen zijn daaraan ondergeschikt. De heer Baarda: Hoe ben jij dan lid dei- Provinciale Staten geworden, door de or ganisatie? De heer Visser: Ja, door de organisatie. Spr. zegt dat het voornaamste doel van deze protest-vergadering was, dat een groote fractie als de S. D. A. P. buitenge sloten is van het college van B. en W. De heer Schaar zegt dat de heer Schil ling in IJmuiden een mooie arbeiders organisatie heeft kapot gemaakt. Hij heeft wel wat voor de arbeiders gedaan, maar het moreele peil van hen heeft hij niet kunnen verhoogen. Spr. betreurt dat er een scheur in de beweging is gekomen, want de burgerlijke partijen verheugen zich, als er een knuppel in het hoender hok wordt geworpen. De heer C. v, d. Steen zegt dat de heer Roelse een verdachtmaking heeft geuit be treffende den persoon van den heer Dun nebier. Spr. zegt dat de heer Bosman ver klaard heeft, dat de persoon van den hr. Dunnebier onaantastbaar is. De heer Maas zegt, dat vier jaar gele den tegen den persoon van den heer Lan deweert en twee jaar geleden tegen den persoon van den heer Tusenius niet de minste bezwaren zijn geopperd. Spr. kan meegaan met de stelling, dat men een door een fractie aangewezen candidaat moet overnemen, maar als men den per soon niet geschikt vindt, zal spr. daar vast niet op stemmen, Er spr. is zoo eer lijk geweest, dat hij van meet af aan ge zegd heeft den heer Roelse niet te zullen stemmen. Spr. zegt dat de heer Roelse geen ruggegraat heeft, in de onderwijs commissie was deze soms vóór verschil lende zaken, maar als hij dan met de fractie of het Federatiebestuur had ge sproken, was hij omgedraaid. Spr. zegt dat de verschillende fracties den heer Schilling als sociaal-democraat beschouwen en dat deze zijn beginselen in het college vrij kan voorstaan. De heer Roelse zegt dat de heer v, d. Steen abuis was, daar hij den persoon van den heer Dunnebier niet in 't minst heeft Wat de opmerking van den hr. Maas betreft, zegt spr. dat deze de noemde dingen moeilijk kan weten, om dat hij geen lid der onderwijscommissie is. Wat de ruggegraat van hem betreft, zegt spr., dat hij al 20 jaar in de partij meeloopt en dat hij nog even recht op loopt. Het zijn niets dan persoonlijke verdachtmakingen, die spr, niet deren. De heer Schilling verlangde nog het woord, maar daar het elf uur was gewor den, sloot de voorzitter met een kort woord de vergadering, die een ordelijk verloop had. Postkantoor te IJmuiden. Lijst van onbestelbare en door geadres seerde geweigerde brieven en briefkaar ten, van welke de afzenders onbekend zijn. Terugontvangen in de 2e helft der maand Augustus 1927. Brieven Binnenland 1. Duist, Wed., Amsterdam 2. Jonker, IJmuiden-Oost 3. Ontv. directe belastingen, IJmuiden. 4. Rijksverzekeringbank, Amsterdam 5. Son van, C., Amsterdam Briefkaarten Binnenland. 6. Berg, v, d., Bussum 7. Bolmeyer, J. M., Vierhouten 8. Brakenhoff, J., Velsen-Noord 9. Buys, J. Amsterdam 10. Oost, R., Nieuw-Buïnen 11. Vermaat, C., IJmuiden-Oost 12. Wel v.d., Willi, Hilversum 13. en 14. Zonder adres. Brieven Buitenland. 15. Acosta Nuwe, Laura, Buenos-Aires 16. Kumin, A., Pilskalna?? Briefkaarten Buitenland 17. Dorweiler, Anny, Dtisseldorf 18. Klein, A., Knoche Zoute 19. Spieth Heinrich, Cöln Mülheim. 20. Sund Louise, Hamburg 21. en 22, Zonder adres. Het Noordzee-visscherijbedrijf en de Schipperswet. In verband met het groote belang, dal het Noordzeevisscherijbedrijf bij eventu- eele wijzigingen der Schipperswet heeft, heeft de Reedersvereeniging voor de Ne- derlandsche Haringvisscherij den minis ter van Waterstaat verzocht in de nieu we commissie o.m. een reeder of schip per te benoemen, die geacht kan worden volkomen bekend te zijn met den huidi- gen toestand en de techniek van het Noordzeevisscherijbedrijf. De vischprijzen in Engeland. De levensmiddelenraad heeft zijn rap port over de vischprijzen uitgebracht, waaruit blijkt dat de verhooging van de detailprijzen met ruim 100 pet. tegenover 1914 in hoofdzaak geweten moet worden aan de verhooging van de vrachten met 50 a 60 pet. en de verdubbeling van de loonen voor het personeel, aan de visch- afslagen enz. De raad, die zijn onderzoek nóg niet gesloten heeft, moet erkennen, dat de detailprijzen in de groote steden, gezien de engrosprijzen te Grimsby, Yar mouth en andere havens, in het algemeen niet te hoog zijn. KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR HAARLEM EN OMSTREKEN. Certificaten -van oorsprong voor Turkije. Blijkens telegrafisch van Hr. Ms. Gezant te Konstantinopel ontvangen bericht, is voor het legaliseeren van certificaten van oorsprong voor Turkije de volgende regeling vastgesteld. Voor waren, waarvan de waarde tot en met 50 Turksche ponden bedraagt, geschiedt de le galisatie gratis. Voor waren, waarvan de waarde 50 tot en met 2000 Turksche ponden bedraagt, is voor de legalisatie een recht vastgesteld van 20 Paras per 100 Piasters. Voor waren, waarvan de waarde meer dan 2000 Turksche ponden bedraagt, is voor de le galisatie een recht vastgesteld van 20 Paras per 100 Piasters voor de eerste 2000 Ponden en van 10 Paras per 100 Piasters boven de 2000 Ponden. Samenwerkende Zendingscorporaties Moeilijke dagen. De Zending beleeft weer moeilijke dagen. September is altijd een der zwaarste maanden. In vacantietijd wordt de Zending door velen vergeten. De Samenwerkende Zendingscorpora ties ontvingen b.v. in de maand Augustus slechts 1/4 een vierde) gedeelte van hetgeen vol gens de raming van uitgaven noodig is. Omdat alle betalingen geregeld door moeten gaan en vóór 1 October een bedrag van f 70000 voor de credieten in Indië noodig is brengt deze tijd van het jaar buitengewoon veel zorg. De vrienden der Zending lieten het Zendings werk nog nimmer in den steek; op veler finan- tieelen steun wordt dan ook nu weer gerekend, 't Moet toch ook dit jaar weer mogelijk zijn dat 1 October de Zendingsarbeiders in Oost- en West-Indië .worden voorzien .van hetgeen zij be hoeven?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1927 | | pagina 2