Leer om Leer De aanvaring en het zinken van den logger Nederland II. De Raad voor de Scheepvaart heeft uit spraak gedaan betreffende de aanvaring van het zeilvisschersvaartuig Nederland II KW- 165 door het Engelsche stoomschip Audacity vóór de haven van IJmuiden, De Raad is van oordeel, dat de ramp geheel te wijlen is aan de Audacity. Toen dit schip uit de pieren kwam, zag men tij dig aan boord de lichten van het zeilschip en had men alle gelegenheid dit te mijden, zooals plicht was. Er was geen enkele re den om zich te verwonderen, dat men nu eens het groene, dan weder het roode licht van het zeilschip zag, want men kon be grijpen, dat dit een gevolg was van gieren van het zeilschip, dat recht voor den wind zeilde. Het is een fout van den schipper van de Nederland II, dat hij niet gezorgd "heeft, dat het mangat in het waterdichte schot gesloten was. De Raad voegt hieraan toe, dat het in het algemeen wenschelijk is, dat een vaar tuig, dat de haven van IJmuiden wil bin- nenloopen en ziet, dat een stoomschip be zig is de haven te verlaten, niet verder na dert, maar wacht tot het stoomschip de volle zee heeft bereikt en daarin koers ge steld. Sport. VOETBAL. SPARTA-STORMVOGELS 3—0. De oorzaak van deze nederlaag is gauw verteld, Een in een te langzaam tempo spelende, slecht schietende en een verkeerd systeem volgende Stormvogels-voorhoede. Feitelijk was het nog beter, als we geschreven hadden, dat de Storm vogels-voorhoede vrijwel in 't geheel niet ge schoten had, want de twee schoten, welke Roem te stoppen heeft gehad Houtkamp en Muller waren de „brutale" schutters kunnen gevoeg lijk buiten beschouwing blijven. Het tempo, waarin de Stormvogels-voorhoede combineerde, was heel wat langzamer dan dat van Sparta. Het duurde veel te lang, voor de meeste Stormvogels-aanvallers den bal in be dwang hadden, terwijl men nog veel te veel zijn heil zocht in individueel spel. In tegenstelling met Sparta, bleef Stormvogels tot het eind aan toe volhouden in short-passing, dat echter zóó onzuiver gespeeld werd meer malen bij het hulpbehoevende af dat het Van WITTE KRUIS, Aid. VELSEN. Het Witte Kruis geeft hulp in huis DOOR ALLEN, VOOR ALLEN. Stel niet uit wat gij heden doen moet, en geeft U op als lid der vereeniging. U heeft dan recht op kostelooze hulp van een der Wijkzusters en gratis gebruik van verpleegmateriaal. Inlichtingen betreffende het Lidmaatschap, worden gaarne verstrekt, door den Administra teur der vereeniging, den heer J. WOLTMAN, Witte Kruiagebouw, Sluiaplein 32, IJmuiden. Zwieteren c.s. al zeer gemakkelijk gemaakt werd de aanvallen te onderbreken. Vergelijken we daarmee het Sparta-spel. Cen ters van het midden naar de vleugels, van den rechts- en linksbinnen resp. naar den links- cn rechtsbuiten enz. waren aan de orde van den dag. Voeg daarbij, dat de Sparta-aanvallers steeds aan hei spel deelnamen, ook dan, als de bal niet in hun onmiddellijke nabijheid was, m. a. w„ dal zij steeds probeerden (ïe beste positie in te nemen, zoodat het hun den bal spelenden clubgenoot gemakkelijk werd gemaakt het leder af te geven. Dat de Stormvogels-verdediging tegen zulk eer voorhoede op een breed terrein geen gemakke lijke taak had is te begrijpen. Toch heeft men zich, vooral in de eerste helft, goed geweerd, alleen het bewaken van de buitenspelers liet te wenschen over. Menige voorzet kwam dan ook voor het Stormvogels-doel, doch Koster en Haak waren zeer trapvast en in laatste instantie bleek Thyssen weer zijn ouden vorm te pakken te heb ben. Eenmaal juichte de Sparta-aanhang reeds. Thyssen was toen een eindje uit zijn doel geloo- pen en Viergever kopte het leder over den Stormvogels-keeper heen. Deze sloeg echter met achterwaarlsch gestrekten arm den bal terug, hem vervolgens op te vangen en weg te werken. Ook de schoten, welke Prins en Viergever op hem afzonden, stopte hij op de meest zekere wijze. Roem aan de overzijde had het heel wat kak mer. Wel omzwermde de Stormvogels-voorhoede meermalen het Sparta-doel, maar voor het tot schieten kwam, konden v. Zwieteren c.s. steeds weer met succes ingrijpen. Eenmaal kreeg Mullerj een mooie kans uit een through-pass van Hout kamp. Hij kon toen alleen op Roem afgaan, een schuiver volgde, welke de Rotterdammer met zijn voet stopte. Ook Houtkamp stelde hem één maal op de proef, maar eveneens' zonder succes. We dachten reeds, dat, ondanks het gevaarlij ker zijn van de Sparta-aanvallen de rust met blanken stand zou ingaan, toen Koster en Ol denburg even buiten het penalty-gebied elkaar „bekopten", v. d. Velde trachtte Viergever nog af te houden, doch deze zag kans nog even vóór den uitloopenden Thyssen den bal te bereiken, waarna hij het leder in het leege doe) deponeer de. Rust 10. Was Stormvogels, hoe meer de eerste helft verstreek, meer in den aanval gekomen, ook het begin van de 2e helft deed het beste verwach ten. Al spoedig suisde een hard schot van »e Jonge langs de verste paal buiten bereik van Roem. Het duurde echter niet lang, of Sparta begon zich te weren. En dan bleek telkens weer, hoe bewegelijker het Rotterdamsche spel was, dan dat van Stormvogels en ook veel minder door zichtig. Het had er bij tijden veel van, dat de Stormvogels-voorhoede de Sparta-verdedigin£ een „seintje" gaf: „Denk er om, de bal gaat naar links" en dan weer: „Pas op, ik plaats naar on zen rechtsbuiten" enz. Thyssen kreeg weer druk werk, maar ook nu weer stond hij als een rots. Een door Formenoy ineens ingeschöten voorzet hield hij er al bui tengewoon mooi uit. Jammer was het dan ook, dat een foutje van hem indirect een goal oplever de. Hij liet n.l. den bal na een voorzet van rechts uit de handen vallen, een korte worsteling volgde, waarna Formenoy via Visman scoorde (2—0). Stormvogels ging haar opstelling wijzigen: Blinkhoff rechtsbuiten, Haak midvoor, later mid- half, Oldenburg rechtsbinnen, Van Pel rechts half, Visman back, Houtkamp mid-half. Dit had resultaat, al was het niet het gewenschte: Sparta scoorde n.l, al spoedig een derden goal (30), met welke cijfers zij tenslotte verdiend den wed strijd won. Voor hen, die daarvan na den wedstrijd tegen H. V. V. nog niet overtuigd waren, zal deze ne derlaag het bewijs zijn, dat de Stormvogels voorhoede in dien wedstrijd vijfmaal scoorde, dank zij het falen van de H.V.V.-verdediging en niet door eigen superieur spel. Scheidsrechter Vuyck was niet steeds geluk kig in zijn beslissingen en merkwaardig genoeg waren zij nog al eens in Stormvogels' nadeel. Het toppunt was wel, toen hij kort voor het ein de Stormvogels een vrije trap op den rand van hel strafschopgebied liet nemen, terwijl Olden burg toch zeker minstens een Meter in het be ruchte gebied genomen was en dus een penalty had moeten worden Tenslotte geven wij hieronder de elftallen, Thyssen Haak Koster Visman Oldenburg v. d. Velde v. Pel, Blinkhoff, Houtkamp, Muller, de Jonge Weber, Formenoy, Prins, Viergever, Knape de Jong Oosthoek Engelchor v. d. Geest v. Zwieteren Roem IJ. F. C.—ULYSSES I 9—0. IJ.F.C. op weg naar het kampioenschap. Zaterdag j.l. speelde IJ. F. C. voor de competitie tegen Ulysses uit Haarlem. Wanneer om ruim half drie de scheidsrech ter het sein geeft om te beginnen, verschij nen beide elftallen geheel volledig. IJ. F. C. wint den toss, zoodat Ulysses mag af trappen. Direct trekt Ulysses ten aanval en krijgt de IJ. F. C.-defensie volop werk, doch deze is dadelijk in goede conditie. Langzamerhand weet dan IJ. F. C. zich wat los te werken en neemt de leiding door W. v. d. Steen (10). Ulysses werkt dan hard om gelijk te maken en brengt het soms heel ver, doch voor doel gekomen maakt haar voorhoede er niets van. De IJ. F, C.-voorhoede daar entegen komt er steeds beter in en Smit vergroot den voorsprong (20). Ulysses gaat dan haar opstelling wijzi gen, doch zonder succes, want even later maakt K. v. d. Steen er 30 van, met wel ken stand de rust aanbreekt. Als na een korte rust weer begonnen wordt is IJ. F. C. dadelijk in den aanval. De Ulysses-keeper weert zich flink. Zelfs een ontzettend schot van W. v. d. Steen houdt hij er schitterend uit. Kort daarna scoort dezelfde speler echter toch (40). De IJ. F. C.-voorhoede speelt er lustig op los en K. v. d. Steen maakt er 50 van, terwijl Meiboom het zesde doelpunt voor zijn rekening neemt (60). W. en K. v. d. Steen weten dan den stand op te voeren tot 90. Kort voor het einde krijgt IJ. F. C. nog een penalty te nemen, welke door v. d. Pijl wordt naast geschoten. IJ.F.C. won dus met 90 en heeft een goede kans om kampioen te worden. Scheidsrechter Wesselink leidde goed. IJ. V. V.—D. V. O. 't Loopt D. V. O. niet mee. Gedurende den heelen wedstrijd in de meerderheid geweest en nog verliezen. De a.s. kampioe nen, IJ. V. V., zochten tevergeefs naar hun samenspel. Steeds was er een D. V. O.'er, die dat verhinderde. En toch was de uitslag 73 in 't voordeel van IJ.V.V. IJ.V.V. kreeg niet minder dan drie straf schoppen te nemen, voor lichte overtre dingen, welke alle drie benut werden. Enfin, toch maar niet de moed verliezen, D. V. O.'ers, en a.s. Zaterdag tegen Tele- fonia er nog eens flink opzitten. Misschien verdienen we dan niet alleen de overwin; ning, maar behalen we haar ook. Het elftal ziet er weer hetzelfde uit als de vorige week. Vertrek kwart voor twee van de brug. KORFBAL. Officieele Mededeelingen. IJ. K. C. „G. S. D." Secretariaat; Mej. A. Bais, Kon, Wilhelra.kade 1. Uitslagen van Zondag j.l.: T. H. B.—G. S. D. 0—5 S. V. II—G. S. D. II 2—3 Voor Zondag a.s. is vastgesteld: Haarlem IIIG. S. D. I Trainen: Woensdag en Zaterdag van 1416.30 uur. Hoogstwaarschijnlijk komt een nieuw lid de G. S. D.-gelederen versterken, n.l. de heer C. v. Steenkiste (ex-„Ready- Tecka"). T. H. B.—G. S. D. G. S. D. heeft een invaller voor Wilde- boer, terwijl ook Mej, W. Plugboer ver hinderd was. Direct ontwikkelt zich een vlug gelijk opgaand spel met de gasten iets in de meerderheid. Door stug verdedigen weet T. H. B. doelpunten te voorkomen. Plot seling een snelle doorbraak, Bais plaatst naar den vrijstaanden Licht, die zich niet bedenkt, maar met een mooi schot G. S. D. de leiding geeft (01). Ongeveer 7 mi nuten hierna vergroot Mej. C. Bais den voorsprong met een fraai schot (02). Hiermee treedt de rust in: Na de hervat ting is T, H. B, in de meerderheid, doch langzamerhand komt G, S. D, los. Het duurt dan ook niet lang, of mej. N. Bais heeft succes (03). Even voor het einde brengt T. v. d. Broek de stand op (04). Na vakverwisseling heeft T. H. B. niets meer in te brengen en het is Boudier die aan alle onzekerheid (Verkeerde G. S. D. toen heusch nog in het onzekere? Red.) een einde maakt (05), G. S. D. won dus met 50. Onze plaats- genooten staan nu vaster dan ooit op de bovenste plaats in de le klasse H. K. B. Men oordeele: G. S. D. 4 2 2 6 15—10 tal was aIs volgt same„êestcldi A. Bais, C. Bais, E, v. Lent, Het twaalftal was Dames N. Bais, N. Kaper, W. Licht. H e e r e n G Boudier, F. Licht, T d. Broek, J. Martens, C. de Goéde l Bais. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken. Kamer van Koophandel, Jaarbeurs Rijssel. Bericht wordt, dat de vierde InternatioM Handelsjaarbeurs te Rijssel, gehouden, worden van 6 tot 22 April 1926. Voor firma's, die geen stand op j p jaarbeurs wenschen in te nemen besti» evenals verleden jaar, de gelegenheid eeni, fotografieën, reclamemateriaal en enh] voorwerpen van haar fabrikaat ten toom stellen. De kosten hiervoor bedrage francs, terwijl de namen dezer firma's i de officieele catalogus zullen worden vermd. Belangstellenden gelieven zich op i geven aan het kantoor der Kamer, Na,J plein 6, Haarlem. Wijziging van het Belgian douanetarief. De Afdeeling Handel en Nijverheid v het Departement van Arbeid, Handel Nijverheid deelt mede, dat er aanwijzing bestian voor de veronderstelling, dn i, nieuwe Belgische douanetarief eerst s worden gepubliceerd, nadat de onderhu delingen met Frankrijk ten einde zijn.,, bracht en dat met de krachtens dat verdru toe te stane concessies in het nieuwtlijj rekening zal worden gehouden. Het schijnt geenszins uitgesloten,dilfc slotte mirder hooge coëfficiënten mi worden vastgesteld dan aanvankelijk wacht werd. Nieuwe Cubaansche douanetarief. De Afdeeling Har.del en Nijverheid n het Departement van Arbeid, Handd Nijverheid bericht, dat zij in het btiï gekomen van een exemplaar van helnin Cubaansche douanetarief in de Spaarsd taal Al zijn de handelsbetrekkingen lusscti Nederland en Cut a niet bij een hamhl verd'ag geregeld, de Afdeel ng Handtl Nijverheid acht het om verschillend! denen waa'schijnlijk, dat op Nederlandse! goederen toch hef minimum-tarief won toepasselijk verklaard. Hieromfrenl a spoedig nader worden bericht. BESTEL UW DRUKWERK BIJ DE N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL IJMUIDEN WILLEM 8PLEM (THE JACOBSLADDER). UIT HET ENGELSCH door E. PHILLIPS OPPENHEIM Vertaling van M«vr. M. J. LaodréTollenaar. 49 „U spreekt zoo licht over het risico", antwoordde hij. „Dat is het beste bewijs dat u de menschen, met wie u te maken hebt, niet kent en ik wel. Kom, laten we hier buiten nog wat op en neer gaan wan delen, Mr. Pratt. U heeft nog een half uur. Tegen hun gewoonte in zijn mijn bedien den vanmorgen precies op tijd geweest''. Al pratend liepen ze de langzaam glooi ende strook heide af, naar de zee toe. On willekeurig. kwam het gesprek op den kleinen vierkanten toren. Door een paar vragen van Jacob scheen de Marquis op een idee te komen. Hij liep naar een klei nen steiger toe en maakte het touw los, waarmede een roeiboot met een breeder, platten bodem vastgemeerd lag. ,,'t Beste is dat we er maar even naar toe gaan", zeide hij, „Stapt u maar in, dan roei ik u naar den overkant, 't Is nog nooit voorgekomen, dat een van onze gasten vertrokken is, zonder den toren gezien te hebben, 't Is ook wel de moeite waard, hij is veel ouder dan het huis en door zijn vroegere bestemming een curiositeit". Heel langzaam, maar met een niet te ontkennen elegance bracht de Marquis het kleine bootje in beweging. Door den ster ken stroom duurde de overtocht langer dan Jacob gedacht had. Toen ze den over kant bereikt hadden, legde Lord Delches- ter het bootje vast en ging zijn gast voor, een steil, sterk kronkelend pad op tot aan een massief houten deur met zwaar ijzer beslag, welke hij met een sleutel, dien hij aan een sleutelring in zijn zak droeg,open sloot. ,,De kamers beneden zijn onveilig", zei- de hij, „en daarbij liggen ze vol met puin en afgebrokkelde steenen. Maar boven heb ben we er een, die onze trots is, zoo uit stekend is ze bewaard gebleven. Daar ligt ook het vreemdelingenboek". Hij ging zijn gast voor, de steenen wen teltrap op, welke haar licht ontving door een zestal smalle langwerpige openingen in den zwaren buitenmuur. Boven opende hij een tweede deur en liet Jacob voor gaan. Hij bevond zich in een groote, kale kamer. In den wand tegenover de deur bevond zich een opening, .meer breed dan hoog, welke een magnifiek uitzicht gaf op de open zee. Opgetogen door het prachti ge schouwspel liep Jacob ernaartoe, om uit te kijken. Maar ongeveer in 't midden van de kamer werd zijn aandacht getrok ken door een veel kleiner opening in den anderen wand, welke naar het land toe gekeerd was; hij keek erdoor en zag tot zijn verwondering, dat de dogcart, welke hen naar het station had moeten brengen zonder een enkelen passagier de oprijlaan doorreed en bij het hek naar links afsloeg, den weg over de heide naar het station op. „He, wat is dat?" riep hij verwonderd uit. „Daar gaat de dogcart zonder mij!" Meteen keerde hij zich om, maar zijn gastheer was verdwenen. Hij was alleen in de groote kamer, waarvan de deur blijkbaar dichtgevallen was. Maar toen, terwijl hij een oogenblik besluiteloos stond rond te kijken, niet wetende wat hij van deze zonderlinge manier van doen van zijn gastheer moest denken, hoorde hij plotse ling een onheilspellend geluid, het kra kend indraaien van een sleutel in een roes tig slot. Met een sprong was hij bij de deur, waarin zich een getraliede opening bevond, welke aan den buitenkant door een luik was afgesloten. Zoo hard hij kon riep hij: „Hé, Lord Delchester!" Het luikje werd opengedaan en aan den anderen kant verscheen het gezicht van den Marquis. Voordat hij antwoordde schudde hij nog eens zorgvuldig aan de deur om extra zeker te zijn, dat zij goed gesloten was. „Van dit oogenblik af, Mr. Pratt", zeide hij, „begint voor u de tweede phase van uw verblijf op Kelsoton Castle. Als u straks op uw gemak eens rondkijkt, dan zult u zien, dat uw voorgangers zich den tijd gedood hebben door hun initialen uit te snijden. Als bezigheid kan ik u de stu die van de verschillende lettervormen aan raden. En verder hoop ik, dat u het zich zoo gemakkelijk zult maken als de om standigheden 't toelaten". „Wilt u daarmee zeggen dat ik uw ge vangene ben?'' vroeg Jacob. Lord Delchester kuchte. „Als u er niets op tegen heeft zou ik u liever, naar 't voorbeeld van mijn voor ouders, een gijzelaar noemen, die op zijn losgeld moet wachten". „Dus al die praatjes over gevaar enzoo- voort waren gewoonweg kletskoek?" „Daargelaten dat mijn gevoel me zegt om te protesteeren tegen uw niet zeer be schaafde manier van uitdrukken, moet ik u toegeven, dat uw veronderstelling juist is", antwoordde de Marquis plechtstatig, „Met het oog op uw wantrouwen ten op zichte van de heeren Montague en Harl- well was dit de eenige manier, om u hier in den gevangentoren van Kelsoton te krijgen". Jacob ging op zijn teenen staan, om goed door de tralies te kunnen kijken. Maar hij werd teleurgesteld, het gezicht van den Marquis was in overeenstemming met zijn woorden. In het halflicht schit terde een van de similisteenen in den gesp welke zijn tartan bij elkaar hield, met een fel-roode flits. „Hoort eens, Lord Delchester", zeide hij, „mijn ideeën over gastvrijheid zijn natuur lijk die van elk gewoon burger. Maar kunt u het met uw eergevoel overeenbrengen, om een gast onder valsche voorwendsels hier te brengen en hem hier op te sluiten, met het doel om hem weerloos over te le veren aan een paar ellendelingen als Mon tague en Hartwell?" Met denzelfden onverstoorbaren ernst bleef de Marquis hem aankijken. „Mijn waarde Mr. Pratt", antwoordde hij, „een handelwijze, welke u door uw meer bekrompen levensopvatting mis schien minder verkieselijk zou achten, is in onze familie door eeuwen lange ge woonte gesanctioneerd. Om u een voor beeld te noemen. De groote Roderick Cur- rie, mijn bet-overgrootvader, heeft hier ze ven edellieden laten opsluiten, die bij ge legenheid van het huwelijk van één van zijn zoons bij hem te gast waren. Daar, bij het raam aan uw rechterhand kunt u hun initialen vinden. Vier ervan betaalden hun vrijheid met meer dan de helft van hun landgoederen. De drie overigen, hei spijt me, dat ik het moet zeggen, waren koppig. Twee zijn er verdronken en de laatste is door een dolksteek gedood". „Laten we dus maar meteen ter zake komen", zeide Jacob. „Hoeveel moet ik dokken?" „Het regelen van de geldelijke aangele genheden is mijn werk niet", antwoordde de Marquis koel. „In den loop van den dag zult u wel bezoek van Mr. Montague krij gen. En nu wensch ik u goeden morgen". HOOFDSTUK XXV Met een gevoel alsof hij niet wist, of hij waakte of droomde stond Jacob voor de opening in den muur, welke naar het land toegekeerd was en volgde iedere bewe ging van zijn gastheer. Eerst zag hij, hoe deze met dezelfde langzame, gracieuse bewegingen naar den overkant roeide, daar stapte hij uit het bootje, bond het aan den kleinen vervallen steiger vasi, haalde zijn sigarettenkoker uit zijn zak en stak een sigaret op. Vervolgens ging hij den boomgaard binnen, zocht met groote zorg een rijpe perzik uit, trok het velletje eraf en at haar op. Toen verdween hij langs een pad, dat geflankeerd werd door een hooge, gladgeschoren taxushaag, in de richting van het huis. Na het verdwijnen van de lange magere figuur in haar schil derachtige kleeding, lagen tuin en huis er weer als uitgestorven. Jacob keerde zich van het raam af en begon zijn gevangenis te inspecteeren. Het was een groote, vier kante torenkamer, waarvan de muren, te oordeelen naar de twee rechthoekige ope ningen, meer dan drie voet dik waren. De wanden waren kaal, er was geen schoor steen, geen stoel, geen tafel, geen enkel meubelstuk! De vloer bestond uit vierkan te, lichtroode steenen. Alleen de aanblik al was genoeg, om iemand den schrik om 't hart te doen slaan. De grootste opening in den wand, tegenover de deur, zag op zee uit. Tot zijn verwondering zag Jacob, dat de onderkant niet horizontaal was, de drie voet dikke steenlaag liep met een vrij sterke helling naar zee af. De anden J opening was veel kleiner en bood een uit zicht op de kust en 't daarachter liggend land. Verder was er niets te zien. Hij had: de zijn sigarettenkoker te voorschijn en ia specteerde den inhoud. Zestien had hij ei,, en zijn voorraad lucifers was meer da: 3 voldoende. g Hij stak een sigaret op, trok zijn jas uil a vouwde haar in vieren en ging erop met zijn rug tegen den muur. Na verloop van een paar uur begon k huis teeken van leven te vertoonen. M groote aandacht volgde Jacob de b gen van de bedienden, die in en uit liepe Maar plotseling begon zijn hart sneller kloppen. Hij zag een slanke figuur in, wit, die snel den tuin doorliep, in de rid ting van den steiger. Daar gekomen boi ze zich voorover en bekeek het ton waarmede het kleine bootje vastgeraaa was. Daarna nam ze een van de riem! op, die nog nat was. Even stond ze i voor zich uit te kijken, toen keerde ze h zonder aarzelen om en liep, zoo hards kon, naar 't huis terug. Geen half daarna kwam ze weer te voorschijn; nu zat ze op een van de ruige ponies, ze in galop bracht, dadelijk toen ze deoi rij laan bereikt hadden. Het laatste, vf Jacob van haar zag, was een witte vla ij| die na verloop van nog geen halve minu j: door het dichte struikgewas aan zijn c> onttrokken werd. Maar 't was, of Jas 1; zich plotseling veel opgewekter voetó het snelle, gedecideerde optreden van meisje had zijn hoop weer doen herlev«K Een uur daarna zag hij Montague U Hartwell, die zonder zich te haasten, ied o met een groote sigaar in hun mond ns s het steigertje toe kwamen wandelen. Hartwell maakte het touw los, hielp 51 Montague in 't bootje en roeide met 1, zame slagen naar het eilandje. Een P Ij minuten later de ontscheping yan i Montague leek nogal met moeilijk^® t gepaard te gaan werd de benedenaf opengesloten en kwamen zijn twee gasten zwaar stappend de trap op. verwachting keek Jacob naar het lu» Wordt vervoll

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1927 | | pagina 14