Leer om Leer
De aanvaring en het zinken van den
logger Nederland II.
De Raad voor de Scheepvaart heeft uit
spraak gedaan betreffende de aanvaring
van het zeilvisschersvaartuig Nederland II
KW- 165 door het Engelsche stoomschip
Audacity vóór de haven van IJmuiden,
De Raad is van oordeel, dat de ramp
geheel te wijlen is aan de Audacity. Toen
dit schip uit de pieren kwam, zag men tij
dig aan boord de lichten van het zeilschip
en had men alle gelegenheid dit te mijden,
zooals plicht was. Er was geen enkele re
den om zich te verwonderen, dat men nu
eens het groene, dan weder het roode licht
van het zeilschip zag, want men kon be
grijpen, dat dit een gevolg was van gieren
van het zeilschip, dat recht voor den wind
zeilde. Het is een fout van den schipper
van de Nederland II, dat hij niet gezorgd
"heeft, dat het mangat in het waterdichte
schot gesloten was.
De Raad voegt hieraan toe, dat het in
het algemeen wenschelijk is, dat een vaar
tuig, dat de haven van IJmuiden wil bin-
nenloopen en ziet, dat een stoomschip be
zig is de haven te verlaten, niet verder na
dert, maar wacht tot het stoomschip de
volle zee heeft bereikt en daarin koers ge
steld.
Sport.
VOETBAL.
SPARTA-STORMVOGELS 3—0.
De oorzaak van deze nederlaag is gauw verteld,
Een in een te langzaam tempo spelende, slecht
schietende en een verkeerd systeem volgende
Stormvogels-voorhoede. Feitelijk was het nog
beter, als we geschreven hadden, dat de Storm
vogels-voorhoede vrijwel in 't geheel niet ge
schoten had, want de twee schoten, welke Roem
te stoppen heeft gehad Houtkamp en Muller
waren de „brutale" schutters kunnen gevoeg
lijk buiten beschouwing blijven.
Het tempo, waarin de Stormvogels-voorhoede
combineerde, was heel wat langzamer dan dat
van Sparta. Het duurde veel te lang, voor de
meeste Stormvogels-aanvallers den bal in be
dwang hadden, terwijl men nog veel te veel zijn
heil zocht in individueel spel.
In tegenstelling met Sparta, bleef Stormvogels
tot het eind aan toe volhouden in short-passing,
dat echter zóó onzuiver gespeeld werd meer
malen bij het hulpbehoevende af dat het Van
WITTE KRUIS, Aid. VELSEN.
Het Witte Kruis geeft hulp in huis
DOOR ALLEN, VOOR ALLEN.
Stel niet uit wat gij heden doen moet, en geeft
U op als lid der vereeniging. U heeft dan recht
op kostelooze hulp van een der Wijkzusters en
gratis gebruik van verpleegmateriaal.
Inlichtingen betreffende het Lidmaatschap,
worden gaarne verstrekt, door den Administra
teur der vereeniging, den heer J. WOLTMAN,
Witte Kruiagebouw, Sluiaplein 32, IJmuiden.
Zwieteren c.s. al zeer gemakkelijk gemaakt
werd de aanvallen te onderbreken.
Vergelijken we daarmee het Sparta-spel. Cen
ters van het midden naar de vleugels, van den
rechts- en linksbinnen resp. naar den links- cn
rechtsbuiten enz. waren aan de orde van den
dag. Voeg daarbij, dat de Sparta-aanvallers
steeds aan hei spel deelnamen, ook dan, als de
bal niet in hun onmiddellijke nabijheid was, m.
a. w„ dal zij steeds probeerden (ïe beste positie
in te nemen, zoodat het hun den bal spelenden
clubgenoot gemakkelijk werd gemaakt het leder
af te geven.
Dat de Stormvogels-verdediging tegen zulk eer
voorhoede op een breed terrein geen gemakke
lijke taak had is te begrijpen. Toch heeft men
zich, vooral in de eerste helft, goed geweerd,
alleen het bewaken van de buitenspelers liet te
wenschen over. Menige voorzet kwam dan ook
voor het Stormvogels-doel, doch Koster en Haak
waren zeer trapvast en in laatste instantie bleek
Thyssen weer zijn ouden vorm te pakken te heb
ben. Eenmaal juichte de Sparta-aanhang reeds.
Thyssen was toen een eindje uit zijn doel geloo-
pen en Viergever kopte het leder over den
Stormvogels-keeper heen. Deze sloeg echter met
achterwaarlsch gestrekten arm den bal terug,
hem vervolgens op te vangen en weg te werken.
Ook de schoten, welke Prins en Viergever op
hem afzonden, stopte hij op de meest zekere
wijze.
Roem aan de overzijde had het heel wat kak
mer. Wel omzwermde de Stormvogels-voorhoede
meermalen het Sparta-doel, maar voor het tot
schieten kwam, konden v. Zwieteren c.s. steeds
weer met succes ingrijpen. Eenmaal kreeg Mullerj
een mooie kans uit een through-pass van Hout
kamp. Hij kon toen alleen op Roem afgaan, een
schuiver volgde, welke de Rotterdammer met
zijn voet stopte. Ook Houtkamp stelde hem één
maal op de proef, maar eveneens' zonder succes.
We dachten reeds, dat, ondanks het gevaarlij
ker zijn van de Sparta-aanvallen de rust met
blanken stand zou ingaan, toen Koster en Ol
denburg even buiten het penalty-gebied elkaar
„bekopten", v. d. Velde trachtte Viergever nog
af te houden, doch deze zag kans nog even vóór
den uitloopenden Thyssen den bal te bereiken,
waarna hij het leder in het leege doe) deponeer
de. Rust 10.
Was Stormvogels, hoe meer de eerste helft
verstreek, meer in den aanval gekomen, ook het
begin van de 2e helft deed het beste verwach
ten. Al spoedig suisde een hard schot van »e
Jonge langs de verste paal buiten bereik van
Roem.
Het duurde echter niet lang, of Sparta begon
zich te weren. En dan bleek telkens weer, hoe
bewegelijker het Rotterdamsche spel was, dan
dat van Stormvogels en ook veel minder door
zichtig. Het had er bij tijden veel van, dat de
Stormvogels-voorhoede de Sparta-verdedigin£
een „seintje" gaf: „Denk er om, de bal gaat naar
links" en dan weer: „Pas op, ik plaats naar on
zen rechtsbuiten" enz.
Thyssen kreeg weer druk werk, maar ook nu
weer stond hij als een rots. Een door Formenoy
ineens ingeschöten voorzet hield hij er al bui
tengewoon mooi uit. Jammer was het dan ook,
dat een foutje van hem indirect een goal oplever
de. Hij liet n.l. den bal na een voorzet van
rechts uit de handen vallen, een korte worsteling
volgde, waarna Formenoy via Visman scoorde
(2—0).
Stormvogels ging haar opstelling wijzigen:
Blinkhoff rechtsbuiten, Haak midvoor, later mid-
half, Oldenburg rechtsbinnen, Van Pel rechts
half, Visman back, Houtkamp mid-half. Dit had
resultaat, al was het niet het gewenschte: Sparta
scoorde n.l, al spoedig een derden goal (30),
met welke cijfers zij tenslotte verdiend den wed
strijd won.
Voor hen, die daarvan na den wedstrijd tegen
H. V. V. nog niet overtuigd waren, zal deze ne
derlaag het bewijs zijn, dat de Stormvogels
voorhoede in dien wedstrijd vijfmaal scoorde,
dank zij het falen van de H.V.V.-verdediging en
niet door eigen superieur spel.
Scheidsrechter Vuyck was niet steeds geluk
kig in zijn beslissingen en merkwaardig genoeg
waren zij nog al eens in Stormvogels' nadeel.
Het toppunt was wel, toen hij kort voor het ein
de Stormvogels een vrije trap op den rand van
hel strafschopgebied liet nemen, terwijl Olden
burg toch zeker minstens een Meter in het be
ruchte gebied genomen was en dus een penalty
had moeten worden
Tenslotte geven wij hieronder de elftallen,
Thyssen
Haak Koster
Visman Oldenburg v. d. Velde
v. Pel, Blinkhoff, Houtkamp, Muller, de Jonge
Weber, Formenoy, Prins, Viergever, Knape
de Jong Oosthoek Engelchor
v. d. Geest v. Zwieteren
Roem
IJ. F. C.—ULYSSES I 9—0.
IJ.F.C. op weg naar het kampioenschap.
Zaterdag j.l. speelde IJ. F. C. voor de
competitie tegen Ulysses uit Haarlem.
Wanneer om ruim half drie de scheidsrech
ter het sein geeft om te beginnen, verschij
nen beide elftallen geheel volledig. IJ. F.
C. wint den toss, zoodat Ulysses mag af
trappen. Direct trekt Ulysses ten aanval
en krijgt de IJ. F. C.-defensie volop werk,
doch deze is dadelijk in goede conditie.
Langzamerhand weet dan IJ. F. C. zich
wat los te werken en neemt de leiding
door W. v. d. Steen (10).
Ulysses werkt dan hard om gelijk te
maken en brengt het soms heel ver, doch
voor doel gekomen maakt haar voorhoede
er niets van. De IJ. F, C.-voorhoede daar
entegen komt er steeds beter in en Smit
vergroot den voorsprong (20).
Ulysses gaat dan haar opstelling wijzi
gen, doch zonder succes, want even later
maakt K. v. d. Steen er 30 van, met wel
ken stand de rust aanbreekt.
Als na een korte rust weer begonnen
wordt is IJ. F. C. dadelijk in den aanval.
De Ulysses-keeper weert zich flink. Zelfs
een ontzettend schot van W. v. d. Steen
houdt hij er schitterend uit.
Kort daarna scoort dezelfde speler
echter toch (40).
De IJ. F. C.-voorhoede speelt er lustig
op los en K. v. d. Steen maakt er 50
van, terwijl Meiboom het zesde doelpunt
voor zijn rekening neemt (60).
W. en K. v. d. Steen weten dan den
stand op te voeren tot 90. Kort voor het
einde krijgt IJ. F. C. nog een penalty te
nemen, welke door v. d. Pijl wordt naast
geschoten.
IJ.F.C. won dus met 90 en heeft een
goede kans om kampioen te worden.
Scheidsrechter Wesselink leidde goed.
IJ. V. V.—D. V. O.
't Loopt D. V. O. niet mee. Gedurende
den heelen wedstrijd in de meerderheid
geweest en nog verliezen. De a.s. kampioe
nen, IJ. V. V., zochten tevergeefs naar
hun samenspel. Steeds was er een D. V.
O.'er, die dat verhinderde. En toch was de
uitslag 73 in 't voordeel van IJ.V.V.
IJ.V.V. kreeg niet minder dan drie straf
schoppen te nemen, voor lichte overtre
dingen, welke alle drie benut werden.
Enfin, toch maar niet de moed verliezen,
D. V. O.'ers, en a.s. Zaterdag tegen Tele-
fonia er nog eens flink opzitten. Misschien
verdienen we dan niet alleen de overwin;
ning, maar behalen we haar ook.
Het elftal ziet er weer hetzelfde uit als
de vorige week.
Vertrek kwart voor twee van de brug.
KORFBAL.
Officieele Mededeelingen.
IJ. K. C. „G. S. D."
Secretariaat; Mej. A. Bais, Kon, Wilhelra.kade 1.
Uitslagen van Zondag j.l.:
T. H. B.—G. S. D. 0—5
S. V. II—G. S. D. II 2—3
Voor Zondag a.s. is vastgesteld:
Haarlem IIIG. S. D. I
Trainen: Woensdag en Zaterdag van
1416.30 uur.
Hoogstwaarschijnlijk komt een nieuw
lid de G. S. D.-gelederen versterken, n.l.
de heer C. v. Steenkiste (ex-„Ready-
Tecka").
T. H. B.—G. S. D.
G. S. D. heeft een invaller voor Wilde-
boer, terwijl ook Mej, W. Plugboer ver
hinderd was.
Direct ontwikkelt zich een vlug gelijk
opgaand spel met de gasten iets in de
meerderheid. Door stug verdedigen weet
T. H. B. doelpunten te voorkomen. Plot
seling een snelle doorbraak, Bais plaatst
naar den vrijstaanden Licht, die zich niet
bedenkt, maar met een mooi schot G. S.
D. de leiding geeft (01). Ongeveer 7 mi
nuten hierna vergroot Mej. C. Bais den
voorsprong met een fraai schot (02).
Hiermee treedt de rust in: Na de hervat
ting is T, H. B, in de meerderheid, doch
langzamerhand komt G, S. D, los. Het
duurt dan ook niet lang, of mej. N. Bais
heeft succes (03). Even voor het einde
brengt T. v. d. Broek de stand op (04).
Na vakverwisseling heeft T. H. B. niets
meer in te brengen en het is Boudier die
aan alle onzekerheid (Verkeerde G. S. D.
toen heusch nog in het onzekere? Red.)
een einde maakt (05),
G. S. D. won dus met 50. Onze plaats-
genooten staan nu vaster dan ooit op de
bovenste plaats in de le klasse H. K. B.
Men oordeele:
G. S. D. 4 2 2 6 15—10
tal was aIs volgt same„êestcldi
A. Bais, C. Bais, E, v. Lent,
Het twaalftal was
Dames
N. Bais, N. Kaper, W. Licht.
H e e r e n G Boudier, F. Licht, T
d. Broek, J. Martens, C. de Goéde l
Bais.
Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Haarlem en Omstreken.
Kamer van Koophandel,
Jaarbeurs Rijssel.
Bericht wordt, dat de vierde InternatioM
Handelsjaarbeurs te Rijssel, gehouden,
worden van 6 tot 22 April 1926.
Voor firma's, die geen stand op j p
jaarbeurs wenschen in te nemen besti»
evenals verleden jaar, de gelegenheid eeni,
fotografieën, reclamemateriaal en enh]
voorwerpen van haar fabrikaat ten toom
stellen. De kosten hiervoor bedrage
francs, terwijl de namen dezer firma's i
de officieele catalogus zullen worden vermd.
Belangstellenden gelieven zich op i
geven aan het kantoor der Kamer, Na,J
plein 6, Haarlem.
Wijziging van het Belgian
douanetarief.
De Afdeeling Handel en Nijverheid v
het Departement van Arbeid, Handel
Nijverheid deelt mede, dat er aanwijzing
bestian voor de veronderstelling, dn i,
nieuwe Belgische douanetarief eerst s
worden gepubliceerd, nadat de onderhu
delingen met Frankrijk ten einde zijn.,,
bracht en dat met de krachtens dat verdru
toe te stane concessies in het nieuwtlijj
rekening zal worden gehouden.
Het schijnt geenszins uitgesloten,dilfc
slotte mirder hooge coëfficiënten mi
worden vastgesteld dan aanvankelijk
wacht werd.
Nieuwe Cubaansche
douanetarief.
De Afdeeling Har.del en Nijverheid n
het Departement van Arbeid, Handd
Nijverheid bericht, dat zij in het btiï
gekomen van een exemplaar van helnin
Cubaansche douanetarief in de Spaarsd
taal
Al zijn de handelsbetrekkingen lusscti
Nederland en Cut a niet bij een hamhl
verd'ag geregeld, de Afdeel ng Handtl
Nijverheid acht het om verschillend!
denen waa'schijnlijk, dat op Nederlandse!
goederen toch hef minimum-tarief won
toepasselijk verklaard. Hieromfrenl a
spoedig nader worden bericht.
BESTEL UW DRUKWERK
BIJ DE
N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL
IJMUIDEN WILLEM 8PLEM
(THE JACOBSLADDER).
UIT HET ENGELSCH
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM
Vertaling van M«vr. M. J. LaodréTollenaar.
49
„U spreekt zoo licht over het risico",
antwoordde hij. „Dat is het beste bewijs
dat u de menschen, met wie u te maken
hebt, niet kent en ik wel. Kom, laten we
hier buiten nog wat op en neer gaan wan
delen, Mr. Pratt. U heeft nog een half uur.
Tegen hun gewoonte in zijn mijn bedien
den vanmorgen precies op tijd geweest''.
Al pratend liepen ze de langzaam glooi
ende strook heide af, naar de zee toe. On
willekeurig. kwam het gesprek op den
kleinen vierkanten toren. Door een paar
vragen van Jacob scheen de Marquis op
een idee te komen. Hij liep naar een klei
nen steiger toe en maakte het touw los,
waarmede een roeiboot met een breeder,
platten bodem vastgemeerd lag.
,,'t Beste is dat we er maar even naar toe
gaan", zeide hij, „Stapt u maar in, dan roei
ik u naar den overkant, 't Is nog nooit
voorgekomen, dat een van onze gasten
vertrokken is, zonder den toren gezien te
hebben, 't Is ook wel de moeite waard, hij
is veel ouder dan het huis en door zijn
vroegere bestemming een curiositeit".
Heel langzaam, maar met een niet te
ontkennen elegance bracht de Marquis het
kleine bootje in beweging. Door den ster
ken stroom duurde de overtocht langer
dan Jacob gedacht had. Toen ze den over
kant bereikt hadden, legde Lord Delches-
ter het bootje vast en ging zijn gast voor,
een steil, sterk kronkelend pad op tot aan
een massief houten deur met zwaar ijzer
beslag, welke hij met een sleutel, dien hij
aan een sleutelring in zijn zak droeg,open
sloot.
,,De kamers beneden zijn onveilig", zei-
de hij, „en daarbij liggen ze vol met puin
en afgebrokkelde steenen. Maar boven heb
ben we er een, die onze trots is, zoo uit
stekend is ze bewaard gebleven. Daar
ligt ook het vreemdelingenboek".
Hij ging zijn gast voor, de steenen wen
teltrap op, welke haar licht ontving door
een zestal smalle langwerpige openingen
in den zwaren buitenmuur. Boven opende
hij een tweede deur en liet Jacob voor
gaan. Hij bevond zich in een groote, kale
kamer. In den wand tegenover de deur
bevond zich een opening, .meer breed dan
hoog, welke een magnifiek uitzicht gaf op
de open zee. Opgetogen door het prachti
ge schouwspel liep Jacob ernaartoe, om
uit te kijken. Maar ongeveer in 't midden
van de kamer werd zijn aandacht getrok
ken door een veel kleiner opening in den
anderen wand, welke naar het land toe
gekeerd was; hij keek erdoor en zag tot
zijn verwondering, dat de dogcart, welke
hen naar het station had moeten brengen
zonder een enkelen passagier de oprijlaan
doorreed en bij het hek naar links afsloeg,
den weg over de heide naar het station op.
„He, wat is dat?" riep hij verwonderd
uit. „Daar gaat de dogcart zonder mij!"
Meteen keerde hij zich om, maar zijn
gastheer was verdwenen. Hij was alleen
in de groote kamer, waarvan de deur
blijkbaar dichtgevallen was. Maar toen,
terwijl hij een oogenblik besluiteloos stond
rond te kijken, niet wetende wat hij van
deze zonderlinge manier van doen van zijn
gastheer moest denken, hoorde hij plotse
ling een onheilspellend geluid, het kra
kend indraaien van een sleutel in een roes
tig slot. Met een sprong was hij bij de
deur, waarin zich een getraliede opening
bevond, welke aan den buitenkant door
een luik was afgesloten. Zoo hard hij kon
riep hij:
„Hé, Lord Delchester!"
Het luikje werd opengedaan en aan den
anderen kant verscheen het gezicht van
den Marquis. Voordat hij antwoordde
schudde hij nog eens zorgvuldig aan de
deur om extra zeker te zijn, dat zij goed
gesloten was.
„Van dit oogenblik af, Mr. Pratt", zeide
hij, „begint voor u de tweede phase van
uw verblijf op Kelsoton Castle. Als u
straks op uw gemak eens rondkijkt, dan
zult u zien, dat uw voorgangers zich den
tijd gedood hebben door hun initialen uit
te snijden. Als bezigheid kan ik u de stu
die van de verschillende lettervormen aan
raden. En verder hoop ik, dat u het zich
zoo gemakkelijk zult maken als de om
standigheden 't toelaten".
„Wilt u daarmee zeggen dat ik uw ge
vangene ben?'' vroeg Jacob.
Lord Delchester kuchte.
„Als u er niets op tegen heeft zou ik u
liever, naar 't voorbeeld van mijn voor
ouders, een gijzelaar noemen, die op zijn
losgeld moet wachten".
„Dus al die praatjes over gevaar enzoo-
voort waren gewoonweg kletskoek?"
„Daargelaten dat mijn gevoel me zegt
om te protesteeren tegen uw niet zeer be
schaafde manier van uitdrukken, moet ik
u toegeven, dat uw veronderstelling juist
is", antwoordde de Marquis plechtstatig,
„Met het oog op uw wantrouwen ten op
zichte van de heeren Montague en Harl-
well was dit de eenige manier, om u hier
in den gevangentoren van Kelsoton te
krijgen".
Jacob ging op zijn teenen staan, om
goed door de tralies te kunnen kijken.
Maar hij werd teleurgesteld, het gezicht
van den Marquis was in overeenstemming
met zijn woorden. In het halflicht schit
terde een van de similisteenen in den gesp
welke zijn tartan bij elkaar hield, met een
fel-roode flits.
„Hoort eens, Lord Delchester", zeide hij,
„mijn ideeën over gastvrijheid zijn natuur
lijk die van elk gewoon burger. Maar kunt
u het met uw eergevoel overeenbrengen,
om een gast onder valsche voorwendsels
hier te brengen en hem hier op te sluiten,
met het doel om hem weerloos over te le
veren aan een paar ellendelingen als Mon
tague en Hartwell?"
Met denzelfden onverstoorbaren ernst
bleef de Marquis hem aankijken.
„Mijn waarde Mr. Pratt", antwoordde
hij, „een handelwijze, welke u door uw
meer bekrompen levensopvatting mis
schien minder verkieselijk zou achten, is
in onze familie door eeuwen lange ge
woonte gesanctioneerd. Om u een voor
beeld te noemen. De groote Roderick Cur-
rie, mijn bet-overgrootvader, heeft hier ze
ven edellieden laten opsluiten, die bij ge
legenheid van het huwelijk van één van
zijn zoons bij hem te gast waren. Daar, bij
het raam aan uw rechterhand kunt u hun
initialen vinden. Vier ervan betaalden hun
vrijheid met meer dan de helft van hun
landgoederen. De drie overigen, hei spijt
me, dat ik het moet zeggen, waren koppig.
Twee zijn er verdronken en de laatste is
door een dolksteek gedood".
„Laten we dus maar meteen ter zake
komen", zeide Jacob. „Hoeveel moet ik
dokken?"
„Het regelen van de geldelijke aangele
genheden is mijn werk niet", antwoordde
de Marquis koel. „In den loop van den dag
zult u wel bezoek van Mr. Montague krij
gen. En nu wensch ik u goeden morgen".
HOOFDSTUK XXV
Met een gevoel alsof hij niet wist, of hij
waakte of droomde stond Jacob voor de
opening in den muur, welke naar het land
toegekeerd was en volgde iedere bewe
ging van zijn gastheer. Eerst zag hij, hoe
deze met dezelfde langzame, gracieuse
bewegingen naar den overkant roeide,
daar stapte hij uit het bootje, bond het
aan den kleinen vervallen steiger vasi,
haalde zijn sigarettenkoker uit zijn zak en
stak een sigaret op. Vervolgens ging hij
den boomgaard binnen, zocht met groote
zorg een rijpe perzik uit, trok het velletje
eraf en at haar op. Toen verdween hij
langs een pad, dat geflankeerd werd door
een hooge, gladgeschoren taxushaag, in de
richting van het huis. Na het verdwijnen
van de lange magere figuur in haar schil
derachtige kleeding, lagen tuin en huis er
weer als uitgestorven. Jacob keerde zich
van het raam af en begon zijn gevangenis
te inspecteeren. Het was een groote, vier
kante torenkamer, waarvan de muren, te
oordeelen naar de twee rechthoekige ope
ningen, meer dan drie voet dik waren. De
wanden waren kaal, er was geen schoor
steen, geen stoel, geen tafel, geen enkel
meubelstuk! De vloer bestond uit vierkan
te, lichtroode steenen. Alleen de aanblik
al was genoeg, om iemand den schrik om
't hart te doen slaan. De grootste opening
in den wand, tegenover de deur, zag op
zee uit. Tot zijn verwondering zag Jacob,
dat de onderkant niet horizontaal was, de
drie voet dikke steenlaag liep met een vrij
sterke helling naar zee af. De anden J
opening was veel kleiner en bood een uit
zicht op de kust en 't daarachter liggend
land. Verder was er niets te zien. Hij had:
de zijn sigarettenkoker te voorschijn en ia
specteerde den inhoud. Zestien had hij ei,,
en zijn voorraad lucifers was meer da: 3
voldoende. g
Hij stak een sigaret op, trok zijn jas uil a
vouwde haar in vieren en ging erop
met zijn rug tegen den muur.
Na verloop van een paar uur begon k
huis teeken van leven te vertoonen. M
groote aandacht volgde Jacob de b
gen van de bedienden, die in en uit liepe
Maar plotseling begon zijn hart sneller
kloppen. Hij zag een slanke figuur in,
wit, die snel den tuin doorliep, in de rid
ting van den steiger. Daar gekomen boi
ze zich voorover en bekeek het ton
waarmede het kleine bootje vastgeraaa
was. Daarna nam ze een van de riem!
op, die nog nat was. Even stond ze i
voor zich uit te kijken, toen keerde ze h
zonder aarzelen om en liep, zoo hards
kon, naar 't huis terug. Geen half
daarna kwam ze weer te voorschijn;
nu zat ze op een van de ruige ponies,
ze in galop bracht, dadelijk toen ze deoi
rij laan bereikt hadden. Het laatste, vf
Jacob van haar zag, was een witte vla ij|
die na verloop van nog geen halve minu j:
door het dichte struikgewas aan zijn c>
onttrokken werd. Maar 't was, of Jas 1;
zich plotseling veel opgewekter voetó
het snelle, gedecideerde optreden van
meisje had zijn hoop weer doen herlev«K
Een uur daarna zag hij Montague U
Hartwell, die zonder zich te haasten, ied o
met een groote sigaar in hun mond ns s
het steigertje toe kwamen wandelen.
Hartwell maakte het touw los, hielp 51
Montague in 't bootje en roeide met 1,
zame slagen naar het eilandje. Een P Ij
minuten later de ontscheping yan i
Montague leek nogal met moeilijk^® t
gepaard te gaan werd de benedenaf
opengesloten en kwamen zijn twee
gasten zwaar stappend de trap op.
verwachting keek Jacob naar het lu»
Wordt vervoll