ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN No. 10 Woensdag 7 December 1927 13e Jaargang Verschjjnt Woensdags Zaterdags Officieel Een Huis Van den Wachttoren Velsen Santpoort Plaatselijk Nieuws IJmuiden. Ingezonden nsluj. «N tomementsprijs: f 1per 3 maanden, franco per post f 1.35. Abonne- a{ a|eD worden aangenomen aan het bureau en bij de Agenten, -■( Irertentiën 2 maal achtereenvolgens opgegeven op het gewone tarief, Jjo kosteloos nog een derde keer opgenomen in het eerstvolgend ^dagnummer, Ei! jffrtefltiën voor de Adreslijst, 6 plaatsingen van dezelfde tekst (onver- lt ï- ijfd) f 4.—, 13 plaatsingen (dus 3 maanden achtereen) f 8. t j^ertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 9 uur v.m, en JJDAGS tot 4 uur n.m. plaatsen van adverfentiën van buiten de gemeente Velsen in dit blad litsluitend gerechtigd het Advertentie-bureau P. F. C, Roelse, IJmuiden. wei IJMUIDER COURANT Uitgave van de N.V. UITGEVERS-MIJ. „IJMUIDEN" Adres voor Redactie en Administratie N.V. DRUKKERIJ SINJEWEL WILLEMSPLEIN 11 TELEFOON 153 IJMUIDEN Ingezonden mededeelingen 40 ets. per regel. Advertenties van 1 tot en met 5 regels f 1,iedere regel meer 20 ets. Compact gezette adverten ties van 1 tot en met 5 regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichten zoomede vereenigings-advertenties uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbetaling, van 1 tot en met 5 regels f 0.75, iedere regel meer 15 ets. Bij niet contante betaling worden de gewone prijzen berekend. Advertenties „adres bureau van dit blad" 10 ets. extra; voor bezorging van op advertenties ingekomen brieven wordt 10 ets in rekening gebracht. Bovenstaande regelprijzen worden met 5 cent verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente Velsen. j nummer bestaat uit twee ""l iiSEN. eerste blad. OPENBARE VERGADERING den Raad der gemeente Velsenop Aan December 1927, des voormid- were 10 uur, ten gemeentehuize. dij AGENDA: Behandeling van de volgende begroo- gen voor 1928 met de daarbij behooren- stukken: i, van het Grondbedrijf; I, van het Gasbedrijf; o, van de Waterleiding; daai van het bedrijf Openbare Werken; van het bedrijf Reinigings- en Ont- smettingsdienst; van den Ophaal- en Stortings- dienst; van de Burgerlijke instellingen van Maatschappelijk Hulpbetoon; van de Gezondheidscommissie; van de Commissie van toezicht op het Lager Onderwijs; van de Gemeente, met grooten tuin te huur te IJmuiden-Oost aan een hoofdweg. Lagen huurprijs. Te bevragen: T. de Vilder, IJmuiderstraat- weg 13. HET VERBLINDENDE LICHT. Het verblindende licht der auto's en de lichten van motorfiets en rijwiel jjn voor velen, die 's avonds op den weg '0rip zijn, een plaag. Men ziet het licht al in e verten hoe dichter het bij komt, des te inderlijker het wordt. Het heeft op vele een onbegrijpelijke aantrekkings- irachi Men doet verstandig, er niet in te zien e& kan het niet laten. Weg en wereld verdwijnen en men ziet niets dan een fel icHt, Menigeen durft des avonds niet fiet- menige wandelaar gaat van het licht vend in den berm staan, totdat de lauto voorbij is. Art. 19 van het motor- en rijwielregle- Isent schrijft voor, dat binnen den bebouw en kom en ook bij het passeeren van mo- jljjrrijtuig, rijwiel, rij- of trekdier en vee Ijllicht gedempt moet worden. Daar blij- feft echter in de praktijk groote bezwaren légen te bestaan; lang niet overal is de pmwde kom voldoende verlicht, zoodat rijden met gedempt licht gevaarlijk is. Ook kan de chauffeur op een drukken H buitenweg wel voortdurend zijn licht ver anderen en kan hij er niet een gewoon gangetje in houden. De verblindende wer king van het licht begint bovendien al op wij grooten afstand en men dempt eerst eren voor het passeeren. Een automobilist raadt aan wegen aan Ie leggen met gescheiden banen voor op en neergaand verkeer, die een groote tus senruimte hebben of door een dichte van elkander gescheiden zijn, zoodat liet verblindende licht niet hindert; dan men ook in het duister zich met dag- snelheid op de wegen kunnen bewegen, is een volkomen afdoende, prachtige er is maar een bezwaar. Waar moeten de vele millioenen vandaan komen, om overal die dubbele wegen aan te leg gen? Er komt niets van! Zelfs het meest lucht- hartige Kamerlid zou het niet durven voorstellen. Wie dat eigenlijk is, behoeven e dus niet uit te maken. Er is een ander middel tegen den hin der van het verblindende licht aanbevo len, dat ook afdoende is en niets kost, ten minste niet aan de overheid. Ieder, die 's avonds onderweg is, beeft slechts een bril te koopen. Tegen het ver blindende licht van de zon draagt menig een een blauwe bril. Bij een eclips kun nen we zonder hinder in de zon op zien door de groene scherf van een flesch of een met roet zwart gemaakt stuk glas. Dat beeft Henri M. Enthoven op de gedachte gebracht, ons tegen het verblindende licht met 'n bril te wapenen. Die kost slechts 4 gulden en belet bovendien het normale zien niet. Het is een eigenaardige bril. Twee rechthoekige raampjes zonder glas, aan den linkerkant zit een donkerblauw rechthoekig glaasje. De denkende lezer begrijpt nu het verdere. Men heeft een bril op, alsof men er geen had. Maar bij het passeeren van een voertuig met verblin dend licht, ziet men dit door het blauwe glas en heeft er geen last van. Het ïs doodeenvoudig. Dergelijke brillen zijn er reeds. Het komt er nu maar op aan, dat ze 'algemeen gebruikt worden. Het licht behoeft dan alleen gedempt te worden, als het voertuig stilstaat en in den be bouwden kom, als daar voldoende straat verlichting is. Het is inderdaad een zeer eenvoudige oplossing van een moeilijkheid, waarvan we allen last hebben. En de veiligheid van den weg wordt er door gediend. Maar we vreezen, dat het publiek er niet aan zal willen. Stel je voor, met zoo'n gekke bril te loopen! Of de mode moet een handje helpen. Zij is een sterke macht en heeft zelfs bewerkt, dat wij het dragen van een afschuwelijk leelijke uilenbril deftig en geleerd vinden. Bovendien behoeft men de bril met vierkante openingen zonder glas en een blauw vierkantje in den linker hoek alleen te dragen, als het donker is. Het komt maar aan op den moed der eersten. Als de burgemeester, de dokter, notaris en dominee er mee beginnen, volgt de rest wel. Vrijzinnigen, ouders en andere opvoeders, en ook de leden van andere geheelonthou dersorganisaties deze lezing, die verduide lijkt wordt door lichtbeelden komen hoo- ren. Men zal den avond welbesteed vin den. Personalia. Naar wij vernemen zal Dr. C. I. de Vries Robles onze gemeente verlaten en zich met 1 Januari te Amsterdam gaan vesti gen. Hierdoor verliest de Vereeniging IJmuidens Bloei weer een gewaardeerd bestuurslid. Doodsschouw, Door Burgemeester en Wethouders zijn voor 1928 aangewezen tot het verrichten der doodschouw in deze gemeente de bee- ren: A. de Groot Lzn. te Santpoort, P, C. de Weerdt, Dr, IJ. Hanneman, P. A. Ba- rentsen, D. J, Boosman allen te Velsen, A. A. Oosterwijk, J. F. Bekker, R. F, X, Rutten, L. van Leeuwen, W. van Haselen, Dr. L. S. Limborgh Meijer, C, de Vries Robles en J B. Bussemaker allen te IJmuiden en W. B. Smit te Spaarndam. Het onderwijs aan de rijpere jeugd. Naar wij vernemen heeft zich een vol doend aantal leerkrachten aangemeld voor het geven van onderwijs aan de rijpere jeugd en volwassenen. Zaterdag jl. werd hier in „Neethof' een houtveiling gehouden. Waren deze veilingen vroeger vrij talrijk in aantal, thans is dit niet meer het geval. Met de kwantiteit schijnt ook de kwaliteit te da len, althans veel „koopen" van behoorlijk gehalte waren er niet. Voor dezulke werd echter een goeden prijs betaald. Woensdag 14 December a.s. wordt in „Zomerlust" het 2de Volksconcert gege ven. Hopen we, dat dit nu eens volledig moge slagen. Een wetenschappelijke lezing voor de drankbe strijd ing. Men verzoekt ons opname van het vol gende: In de door het Centraal Drankweer- Comité verspreide Sint-Nicolaascourant bint een opwekking voor om vooral te le zen het door de Uitgevers Mij. De Grif fioen te Amsterdam uitgegeven boek, waarin verschillende mannen der weten skap zich uitlaten over den alcohol en drank verdedigen. Waar zeker aan zeer velen uitspraken van mannen als JT- J. G, Geelkerken e.a. ten gunste van "^n alcohol zullen zijn opgevallen, komen wij belangstelling vragen voor een weten schappelijke lezing vóór de drankbestrij- op a.s. Vrijdagavond 9 December in kt Gebouw voor Chr, Belangen, De afdeeling IJmuiden der Nationale bnristen Geheel-Onthouders-Vereen, was zoo gelukkig Dr. Joh. v, d, Spek v. Heem stede, lid van het Hoofdbestuur, bereid te vinden, voor haar die lezing te houden. Voor wie het nog niet mochten weten, mogen wij er op wijzen dat Dr. v. d. Spek in wetenschappelijke kringen een uitste kenden naam heeft. Tot voor kort was hij verbonden aan 'n psychiatrische inrichting in Den Dolder, sedert korten tijd is hij als neuroloog verbonden aan de stichting voor lijders aan vallende ziekte „Meer en Bosch" te Heemstede. Op congressen is hij meermalen als spreker opgetreden (de lezing van Dr. v, d. Spek op het Chr, con gres tegen het alcoholisme te Amsterdam verleden jaar was wel de meest interes sante) en vele artikelen heeft hij in weten schappelijke tijdschriften gepubliceerd. Wij hopen zeer, dat IJmuiden Vrijdag avond zal toonen ook voor deze lezing be langstelling te koesteren. Voor winterle- zingen is hier altijd veel belangstelling, welnu, laten nu velen zich opmaken om dezen spreker te hooren, die voor ieder wat te zeggen heeft. Laten Hervormden, Gereformeerden, Christ. Gereformeerden, Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. 1926 (wat herhaald werd op die voor 1927) heeft te kennen gegeven, dat een eventueel verzoek om subsidie een welwil lend oor zal vinden. Doch niets is in die twee jaar vernomen van de zijde van de vereeniging. Maar niet alleen deze opmerking wilde ik maken. Ook een enkele over het gebeurde in 1920, waaraan Ds. Luikinga het misluk ken der zaak blijkbaar geheel wijt. Wij mogen ons echter nog wel eens goed daar bij voor oogen stellen, hoe bijzonder wan kel de finantieele toestand der gemeente toen was. En het is niet juist, alleen maar te zeggen, zooals Ds, Luikinga doet, dat „op voorstel van den heer Schilling beslo ten werd de beslissing drie maanden aan te houden1'In de eerste plaats was dit niet een voorstel van den heer Schilling, den tegenwoordigen wethouder voor sociale aangelegenheden, waaronder ook o.a. openbare leeszalen ressorteeren, maar van den heer Vermeulen, die een gelijkluidend voorstel van den heer Tusenius, later weer door dezen ingetrokken, overnam. Ik neem direct aan, dat deze vergissing een onop zettelijke is van de zijde van Ds. Luikinga, die blijkbaar uit het geheugen schreef en er niet eerst de stukken o_p heeft n: gen. Maar er is meer. Ds. Luikinga schrijft wel, dat het meerendeel der wethouder: en raadsleden destijds de zaak goedgezind was, doch wie de debatten naleest, komt wel tot eenigszins andere conclusie: 9 van de aanwezige 15 leden, waaronder 2 van de 3 wethouders, stemden vóór een uitstel van de beslissing tot 3 maanden later, om dat men hoopte, dat de toestand der ge- meente-financiën dan zoodanig verhelderd zou zijn, dat men dit subsidie (en andere) met een geruster hart zou kunnen toestaan, dan op dat moment mogelijk was. Ook de heer Schilling stemde inderdaad vóór dat voorstel, doch omdat, zooals hij uitdruk kelijk verklaarde, hij vreesde, dat anders een directe beslissing wel eens eene afwij zende zou kunnen worden. Voor welke vrees reden bestond, omdat van bepaalde rechtsche zijde principieele bezwaren wa ren aangevoerd, die ik hier nu niet nader behoef uit te werken, omdat zij veronder steld mogen worden, algemeen bekend te zijn. Toen dan ook in de raadszitting van 7 September 1920 de zaak opnieuw aan de orde kwam, was er ook een verzoek om een subsidie voor een R.K. openbare lees zaal en bibliotheek. En nu is het heel ge makkelijk om te schrijven in een couran tenartikel, dat de raad het subsidie voor de openbare leeszaal heeft om hals ge bracht, maar zegt het den heer Ds, Luikin ga niets, dat met op één na algemeene stemmen, dus ook met die van de warm ste voorstanders van het instituut openba re leeszaal, beide subsidies werden verwor pen? Op grond van den toen hoogst pre- cairen toestand van de gemeente finantiën. En nu -mijne conclusie. Zij is deze: Wat koopen wij voor al die bittere herinnerin gen en die beschouwingen over wat had kunnen zijn? Laat men liever de handen uit de mouwen steken, het ledental opvoe ren, zelf een begin scheppen en de zaak dan geleidelijk doen groeien. Laat men zien wat in samenwerking met b.v. de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, die reeds een bibliotheek exploiteert, waaraan een gemeentelijk subsidie wordt voorge steld voor het volgende jaar, gedaan kan worden. Laat men bovenal inzien, dat ook een zaak als deze moet groeien en niet den eisch stellen, zooals Ds. Luikinga doet, dat een openbare leeszaal en bibliotheek zoo veelzijdig mogelijk moet zijn ingericht, dat personen van allerlei richting, stand en ontwikkeling er lectuur me/eten kunnen vinden, welke zij niet in persoonlijk bezit hebben en waarvan zij kennis moeten ne men; dat zoo'n leeszaal opvoedend moei werken door het lezen van dagbladen, tijd schriften en boeken te bevorderen en ook aanvullend moet werkzaam zijn door al lerhande werken op elk gebied voor den j leek, den vakman, den intellectueel be De Openbare Leeszaal. In het nummer van j.l. Zaterdag van de IJm. Courant komt een uitvoerig artikel voor van de hand van Ds, W. Luikinga omtrent het verloop van zaken met de Vereeniging Openbare Leeszaal en Biblio theek te IJmuiden, en meer speciaal met de gemeentelijke subsidie voor die instel ling. Daarop zal ik gaarne onderstaande kantteekeningen maken. Het artikel laat slechts één conclusie mogelijk, n.l. deze: de gemeente moet spontaan een ruim subsidie aanbieden, an ders komt er van de geheele zaak niets. Want, als alternatief wordt wel gesteld, dat ook een eventueele groote schenking van particuliere zijde de zaak levensvat baarheid zal kunnen geven, doch in al de bijna 7 jaren van haar bestaan is het der vereeniging blijkbaar nog niet mogen ge lukken, die goedgeefsche particuliere zij de te vinden, Hierbij zou ik echter willen vragen, wat de ca. 400 leden al die jaren hebben gedaan. De jaarlijksohe contributie wordt becijferd op ca. f 700.uitgaven heeft men vrijwel niet gehad vermoedelijk, een aardig begin-kapitaaltje had dus nu reeds bijeen kunnen zijn. Ik begrijp welke tegenwerping men mij zal maken. Door het afstemmen van een gemeentelijk subsidie in 1920 is de animo onder de leden derma te verflauwd, dat er haast geen leden meer over zijn misschien? Dit zou geheel kloppen met het antwoord, dat B. en W. van Velsen in de memorie van antwoord op de opmerkingen in het afdeelingsrap- port op de gemeentebegrooting voor 1928 moeten geven, n.l. „Een verzoek om toe kenning eener subsidie is niet ontvangen. De groote behoefte aan eèn openbare lees- zaal heeft zich dus nog niet geuit". Het ïs schikbaar te stellen, voor welk doel een nu bijkans twee jaar geleden, dat de ge- uitgebreide collectie boeken, tijdschriften meenteraad door het uittrekken van een en dagbladen noodig is benevens goed in- pro-memorie post op de begrooting voor gerichte, rustige en aangename vertrekken, en bovenal een goed onderlegd functiona ris; d.w.z. van den eersten aanvang af reeds. Wij moeten niet beginnen met een soort universiteitsbibliotheek te verwach ten. Ik ontken, dat een instelling, die niet direct aan alle bovenstaande eischen vol doet, slechts een kwijnend bestaan zal kunnen leiden en spoedig de sympathie zal zien verflauwen.En dat alleen een ge meentelijk subsidie van f 5000.per jaar de zaak kan redden. Er zijn wel meer groo te en schoone instellingen met heel klein begonnen, in tijden toen nog niet zoo de openbare kassen beschikbaar stonden voor dergelijke doeleinden, toen nog dit soort zaken in het geheel niet gerekend werd te behooren mede tot het gebied, waarover de zorg der overheid dient te gaan. En toch zijn zij gegroeid. Omdat er de wil en de liefde achter zat om ze te doen groeien. Men is nu blijkbaar opgeschrikt door het antwoord van B. en W„ boven aange haald. Moge dit leiden tot een hernieuwde belangstelling voor de zaak en wanneer men dan zelf ook iets kan bieden, heb ik goede hoop, dat ook de overheid zich niet onbetuigd zal laten, al zal niet zooveel ge daan kunnen worden als Ds. Luikinga nu reeds verlangt. J. A. DALMEIJER. Kantteekening op de Kantteekeningeo, Na lezing van bovenstaande blijkt ons dat de heer Dalmeijer niet geheel thuis is in de materie van de Openbare leeszalen en Bibliotheken. Uitgebreid onderzoek en voorlichting van alle deskundigen op dit gebied hebben ons doen inzien, dat alleen een openbare leeszaal en bibl., die voldoet aan de eischen, zooals wij die om schreven hebben, dien naam verdient en recht van bestaan heeft. Waar proeven genomen zijn, zooals de heer Dalmeijer ze wil, zijn ze mislukt. Rijk en provincie verleenen ook dan alleen sub- idie, wanneer boekerij en leestafel op behoor lijke, veelzijdige wijze zijn voorzien en de cata- ogü door dëu inspecteur zijn goedgekeurd. Eveneens i9 aan het verleenen van de subsidie van Rijk en Prov. de voorwaarde verbonden, dat het personeel in het bezit moet zijn van het diploma door de Centrale Vereeniging uitge reikt, om te voorkomen dat het een minder waardige instelling wordt in den geest van den heer D. Een Universiteitsbibl. is weer een geheel andere instelling van een geheel verschillend karakter. Er zal derhalve een subsidie van plm. f 5000 noodig zijn. Dit is niet het maxi mum, maar het minimum. Daarom heeft de ver eeniging van haar krachtige actie, die tot den drempel der vervulling had geleid, de arbeid gestaakt na de beslissing van den Raad, Prutswerk hebben wij niet willen verrichten en derhalve ook geen contributie meer geheven, omdat wij de menschèn niet voor niets willen laten offeren, zoolang wij geen zekerheid heb ben dat de door hen gestorte bijdrage tot eenig resultaat kunnen leiden. De behoefte aan een liefde voor de O. L. en B. zal er nog wel zijn, maar komt bij anderen evenmin tot uiting als bij den heer D., zij moet eerst weer worden op gewekt, Zoodra de vereeniging kans zag iets te doen in het belang van de stichting van een O. L, en B. heeft zij dat gedaan, ook van de promemoriepost op de begrooting van 1926. Het antwoord van B, en W. getuigt, dat het Gemeentebestuur een O. L. en B. niet ziet als een cultureel belang voor alle inwoners en dat is juist zijn fout, en de heer Dalmeijer schijnt volgens zijne kantteekeningen die raeening te deelen. Nu nog eenige onjuistheden. Ik heb niet uit het hoofd geciteerd, maar uit de notulen der Ver. O. L. en B. In de vergade ring van 19 Mei 1920, waar ook de heer Schil ling tegenwoordig was, werd het raadsbesluit van den vorigen dag en de houding van den heer Sch. besproken. Dit wekte den indruk, dat het voorstel van den heer S. afkomstig was, maar ik neem gaarne de juiste lezing van den heer D, aan, die blijkbaar officieele raadsstukken heeft geraadpleegd. Dat vóór het voorstel tot uitstel een meer derheid in den raad gevonden is zegt niets. Er was een algemeen gunstig prae-idvies yan B. en W. om de subsidie toe te staan, de meerder heid zoowel van de linksche als rechtsche raads leden was er voor, alleen niet de R.K., die medewerking aan de vereeniging hadden gewei gerd, terwijl alle andere politieke en Godsdiens tige stroomingen in het Bestuur der Ver. O. L. en B. vertegenwoordigd waren. Dat een voor stel tot verdaging, waarvan men niet terstond de gevolgen overziet, eenige van de voorstanders heeft bekoord is psychologisch verklaarbaar. Waar het feit blijft, dat dit uitstel afstel is ge worden en de O. L. en B, daardoor is onthalsd. Ware het voorstel van B. en W, om de subsidie toe te kennen aangenomen, dan had de O, L, en B, in September 1920 hare deuren voor het publiek geopend. De heer Dalmeijer endosseert nu de zaak van de O, L, en B. aan den Wethouder van sociale zaken, wellicht dat er nu van deze een stoot in de goede richting te wachten is. LUIKINGA

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1927 | | pagina 1