DE NOOD IN DUITSCHLAND. I HET NIEUWE DAGBLAD I Brieven uit Berlijn. EEN ERNSTIGE JEUGD. Slaap. Abonneert U op voor Velsen, ÏJmuiden, Bever wijk en Omstreken. Voor het dubbeltje per week behoeft U het zeker niet te laten. Voor den interessanten inhoud moet U het zeker doen. Vul het inteekenbiljet in dit num mer nog heden in, dan ont vangt U ons blad reeds morgen. Voor de loopende week (tot en met Zaterdag) worden nog geen abonnementsgelden geïnd. KANTOOR: KENNEMERLAAN 42, IJMUiOEN, TEL. 521 HET NIEUWE DAGBLAD VRIJDAG 6 NOVEMBER 1931 (Van onzen correspondent) Het is in Duitschland nog altijd een on gewone tijd. Waar eigenlijk niet? hoor ik den lezer vragen. En daar kan ik eerlijk gezegd niet veel op antwoorden. Dezer dagen zei me nog een verstandig Duitsch vriend: „Wij boffen niet met onze generatie. We zijn öf te vroeg öf te laat geboren". En uit zulke opmer kingen hoort men het pessimisme, dat zich helaas met den dag meer van de mensch- heid meester maakt. Van de Duitschers vooral, die door de gebeurtenissen van de laatste jaren tot ware fatalisten geworden zijn. Nu, ze hebben er ook alle reden toe, al kan ik met hun sombere inzichten toch niet meegaan en al verzet ik mij uit innerlijken drang tegen dit „himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt", waarvan ze hier in Duitschland een handje hebben. Wat hier het meeste deprimeert is de werkloosheid van vijf millioen of nog meer menschen. Men doet wat men kan, maar ook de meest uitgebreide particuliere weldadig heid vermag deze ellende nauwelijks voor een gering deel te lenigen. Er is hier een officieele „Winterhilfe" ingesteld, die met een tijdelijk „Liefdadigheid naar Vermogen" te vergelijken ware en die o.a. ook de Rijks- weer tot haar beschikking heeft. In de laat ste dagen hoort men in alle deelen van Ber lijn vroolijke militaire signalen van rijks- weerhoornblazers, die behooren tot afdee- lingen van den „Trein", die met tal van wa gens kleeren, schoenen en andere nuttige zaken, die de burgerij missen kan, uit de wo ningen komt afhalen. Ook de vereenigingen van weldadigheid, de afdeelingen van het Roode Kruis, het Leger des Heils en andere instellingen zijn natuurlijk hevig in actie. Ja, zelfs de politie is ingeschakeld in het groote leger der weldoeners, en we kunnen nu in de geïllustreerde bladen foto's bewon deren van dappere verkeersagenten, die in de vrije uren in hun eigen dienstlokalen kin deren te eten geven en daarmee toonen, dat ze het hart nog altijd op de rechte plaats hebben zitten. Maar wat beteekent deze hulp ten slotte in verhouding tot den nood, die bijna groteske afmetingen heeft aangenomen? Het merkwaardige in vele Duitsche steden, in Berlijn in de eerste plaats is, dat deze nood in Duitschland zich niet zoo zichtbaar afspeelt als bijvoorbeeld in Parijs, Londen en Newyork. Nog onlangs hadden we hier hooge buitenlanders, den Italiaansehen mi nister van buitenlandsche zaken Grandi, en den voorzitter van den Parijschen gemeen teraad, te gast. Die heeren toonden vooral belangstelling voor de zoogenaamde wijken- der-ellende. En ze waren niet weinig ver baasd aan de huizen uiterlijk eigenlijk wei nig te kunnen ontdekken. De kazerne woningen, waarin negentig procent" van de Berlijnsche bevolking ondergebracht is, zien er van buiten vrijwel overal gelijksoortig uit. Hoogstens zijn in het westen en zuiden de gevels wat weelderiger versierd of beter ge verfd. In de typische arbeiderswijken zien de huizen er hier en daar wel wat grauw en vervallen uit, maar dat is ook met tallooze huizenbloks in anders deelen der: stad het geval en hangt nu eenmaal samen met de omstandigheid, dat vele huisbezitters te wei nig verdienen om de allernoodzakelijkste herstellingen te doen plaats hebben. Maar gaat men naar binnen en krijgt men vergunning de toestanden te bestudee- ren, dan blijkt al heel gauw, dat honderd duizenden Berlijners wonen onder omstan digheden, die ze het lot van paarden en honden, huiskatten en kanarievogels doen benijden. Dat onder zulke menschen het ra dicalisme welig tiert, wien kan het nog ver wonderen? Tijd voor bespiegelingen, voor schoonheid in het leven, voor afwisseling van aangena- men aard, voor goede boeken en goede too- neelstukken, hebben we in deze tijden in de groote Duitsche steden nauwelijks meer. En toch zou het zoo goed zijn, als de menschen eens op andere gedachten gebracht werden! De pers doet haar best om ook vroolijke, op wekkende lectuur te brengen. Maar dat alles wordt slechts met halve aandacht gelezen. De koerslijstjes, de politieke berichten, de schandalen hebben veel meer belangstel ling Ja, die eeuwige schandalen en corrupties! In het noorden van het land, in de om streken van Bremen, wordt het geval van de broeders Lahusen, de eens schatrijken, uitgezocht, en de rechters van instructie en hun deskundige voorlichters zullen nog maanden lang werk hebben, voor ze zich door het net van bedriegerijen heengewerkt hebben. De Laliusens zitten achter slot. Hun „Nordwollekonzern" is in andere han den overgegaan. Maar van een herrijzenis van de broeders, die zich voor vele millioe- nen moderne kasteelen hadden laten bou wen, zal tot in verre toekomst geen sprake meer kunnen zijn. In alle stilte leven ook de gebroeders Barmat, die eens het politieke Duitschland in rep en roer gebracht had den. En dan zijn daar (het schijnt, dat tel kens weer „gebroeders" zulke gastrollen moeten geven!) de broeders Slclarek, wier proces eenige weken geleden in Berlijn be gonnen is en dat in vele opzichten aan het Barmatschandaal herinnert. Is het een wonder, dat terwijl overal in Duitschland corruptiegevallen opduiken en banken en groote ondernemingen, die men ten volle vertrouwd had, zich als middelpun ten van slecht beheer en wonderlijke prac- tijken ontmaskeren, het geloof van de mas sa's in eens bewonderde en benijde machti ge kringen niet bepaald toegenomen is? "Wantrouwen vervolgt ons in dit land op al onze wegen. De spanningen zijn toege nomen, bitterheid overheerscht, van gemoe delijken omgang op grooter schaal, van be leefdheid is helaas niet veel meer te be merken. Man mag het den menschen niet eens kwalijk nemen. De hoofden zijn te vol met dagelijksche pijnigende zorgen om een vroolijk woord, een beleefde handeling uit te lokken. Het is een vreemde jeugd, die onder zulke omstandigheden het leven binnenkomt en de verwonderde oogen opslaat. En het lo gisch gevolg is, dat ook deze jeugd in Duitschland zich in hoofdzaak wendt naar de radicale richtingen. Men bedenke, welke invloeden op het jonge Duitschland hebben ingewerkt. Vroolijke onbezorgde gezichten, ouders en onderwijzers, die nog met hoop in de toekomst zien, hebben ze niet om zich heen gezien. Waar ze heenzagen kwamen de zorgen van een vorige generatie op hen aan stormen. De kranten vertelden hun van moorden en zelfmoorden, faillissementen en corruptieprocessen, van toenemende crimi naliteit, van steeds scherper sociale tegen stellingen, van werkloosheid en wanhoop. Wat moest deze jeugd van de oudere ge slachten gaan denken! Het kan daarom niet verwonderen, dat in Duitschland tegenwoordig een zeer bij zonder jong geslacht groot wordt. Wie de toestanden op de middelbare en de hoogere scholen kent, weet, dat deze Duitsche jeugd bitter ernstig is en zich veel meer bezig houdt met ernstige politieke en economische problemen dan waarschijnlijk elke vorige. In de studentenwereld is de vroegere zorge loosheid zoo goed als verdwenen, maar daar mee ook het overmatige drinken en fuiven. Werkstudenten, die in de 'meerderheid zijn en die zoo genoemd worden omdat ze al hun vrije uren voor bijverdiensten in de meest uiteenloopende baantjes noodig hebben, zouden al dadelijk physiek niet in staat zijn, zich nog de weelde van doorfulfde nachten en bijbehoorende „katei*s" te veroorloven. Nog afgezien van het feit, dat ze er inder daad het geld niet meer voor hebben. De studentenwereld in Duitschland is voor het overgroote deel radicaal getint en wel in hoofdzaak neigend naar de partijen der rechterzijde. Een Hitler was in staat groote scharen der studenten op zijn zijde te krij gen. Maar ook het communisme trekt men schen, die op dezen leeftijd nog gaarne in uitersten vervallen. Deze jonge menschen stellen eischen aan den Staat of aan de ge meenschap der staten, die hun volle aan dacht verlangen en hun geen tijd laat voor veel afwisseling en verstrooiing. Sport is nog geliefd, maar voor velen ook al te duur. Goedkoope kroegjes, waar men aan de stamtafels uren lang debatteeren kan, val len nog het meeste in den smaak. En dan zijn daar de vele bonden, waarin men elkaar terugvindt. Dan is daar het heerlijke enthousiasme voor nieuwe en grootsche ideeën. Dat alles moet der Duitsche jeugd vergoeden, wat zij aan levensvreugde en zonlicht in de harten tekort komt. Dez< menschen zullen vroeg oud zijn, en veel te leurstellingen beleven, omdat de start wat al te ernstig geweest is. Ja, het is in Duitschland nog altijd een ongewone tijd. Men noemt het een „groote Tijd". Maar ik ben overtuigd, dat de ouderen van het voorrecht, zulk een „grooten tijd" te mogen beleven, gaarne afstand zouden willen doen. Men kan niet alleen „des Guten", maar ook „des Grossen" teveel krijgen! H. V. B. STEEKPARTIJ IN DRENTSCH DORP. Te Koekange bij Meppel heeft een land bouwerszoon een ander met een mes in de borst gestoken. Hij is naar Assen overge bracht. Berouw toonde hij niet De toestand van het slachtoffer is levensgevaarlijk. DE AFGEBROKEN UITZENDING DER N. C. R. V. Het Tweede Kamerlid de heer Van Dijk heeft den minister van Waterstaat gevraagd naar het verbreken van de uitzending der N.C.R.V. over den Hervormingsdag. Hij vraagt of het den minister bekend is, dat de radiocontrole-commissie geen enkel bezwaar heeft kenbaar gemaakt of de afbreking daar om niet onrechtmatig is, en of het den mi nister bekend is, dat de commissie over de afbreking in het geheel niet heeft verga derd. Tenslotte wordt om een beroepsinstantie gevraagd. VIER BERUCHTE INBREKERS TEGELIJK GEARRESTEERD. De politie te Heerlen heeft vier beruchte inbrekers op heeterdaad betrapt bij een po ging tot inbraak, en hen gearresteerd. DE STRAFFE HAND VAN DEN NIEUWEN GOUV.-GEN. De Gouverneur-Generaal heeft, naar Aneta meldt, bekend gesteld, dat nalatigheid -van ambtenaren inzake aanzuivering van belasting zal worden aangemerkt als plichts verzuim, waarvan aanteekening op de ge- •dragsstaat mogelijk is. GEVONDEN VOORWERPEN TE HAARLEM. Marijnen, Middenweg 33. armband; L. Malherbe, Zuidpolderstraat 93, boek; Bureau van politie, Smedestraat, das met speldje: plaats van een auto; schoen; Rol; Soenda- straat 14, fluit; J. v. Geloven, Begijnhof 29, handschoen; Chr. van Kappen, Mr. Corne- lisstraat 13, hondje; R. v. Leerdam, Tugela- straat 29, idem; Booms, Wilgenstraat 54, handschoen; Harselenberg, Cederstraat 30, idem; Kennel Fauna, Parklaan 119, kat; en een zwart-witte kater; H. Kunnen, Rolland- straat 79, pijp; N. d. Nijs, L. Wijngaardstraat 27 rood, nummerplaat; Knipper, Zaanen- straat 10, portemonnaie met inhoud; Hessel- man, Kloosterstraat 49 rood, idem; J. Berk hout, Nagtzaamstraat 57, rijwielbelasting- merk; v. Eeden, Bakenesserstraat 18 rood, padvindérsriém; D. Dam, Korte Houtstraat 13, rijwielbelastingmerk; Geenevasen, Java- straat 72, padvindérsriém; C. Verheydt, Al- lanstraat 59, sleutel; C. Deen, Van Marum- straat 34, schort; G. v. Heerde, Schoterveen- straat 7, schoenen; J. de Mink, Gen. de Wet straat 10, zw. trui; v. Duin, Soerabajastraat 5, tasch. telijk vergeten was en pas later, op de kant geschreven, ingevoegd, zonder paraaf. Voor de schuldheling pleitte hij geldboete of een voorwaardelijke veroordeeling. Verdachte, het laatste woord krijgende, vindt de straf veel te hoog, bepaald ver schrikkelijk. Nogmaals verscheen een heler in het be klaagdenbankje, die, gelijk de vorigen, zand voor lagen prijs gekocht had van de koetsiers, die bij een andere maatschappij in dienst wa ren, de naam stond op de wagens geschil derd! terwijl het hem bekend was, dat de vervoerders wel zand verduisterden. De Officier vroeg 1 maand gevangenisstraf. In al deze gevallen, die tot een groot, ge compliceerd geheel behooren, zal de uit spraak op 17 November plaats hebben. EEN ERNSTIGE AANRIJDING RIJ DE JAN GIJZENVAART IN HAARLEM-NOORD. Hè zei de spraakzame treinpassagier, Na een luidruchtig gegaap, Ja meener, eiken dag ben ik op reis, Maar ik krijg altijd weere slaap. Slaap zeide de raspessimist in z'n hoek Is het begin van den dood, Dien ik begroet als toekomstige vriend, Die me verlost uit mijn nood. Slaap zei de chemicus komt door een gif Dat zich snel accumuleert-, En dat door chemische wijziging straks, Weer wordt geëlimineerd. Slaap zei de dichter is 't tijdelijk zoet, Dat ons vergetelheid geeft, Uit de droef-materialistische poel, Waarin de menschheid nog leeft. Slaap zei de koopman wanneer m'rt acht uur, Maar voor me weggelegd is, Voel ik me steeds in mijn drukke bedrijf, Opgewekt, kracht en frisch. Slaap zei de wijsgeer is 'n phenomeen, Boven de macht van den mensch. Neem niet te veel, maar vooral niet te min, Kent hier, als altijd, uw grens. De nucht're man in het hoekje wist zelfs, Niet waar 't gesprek over liep, Hij als de eenige in de coupé Zweeg en geen wonder hij sliep. P. GASUS. ARROND. RECHTBANK. Verduisteringen van zand ten bedrage van 9000. Vier straffen van 1 maand, een straf van 3 en een van 6 maanden geëischt. In December 1929 en Mei 1930 werden in Haarlem-Noord straten opgehoogd. Het hier voor benoodigde zand kwam van de Duin- Exploitatie Maatschappij te Heemstede. Het wekte tenslotte de aandacht, dat er meer zand noodig was, dan men oorspronkelijk berekend had en dat het werk ook langer duurde. Er werd ongeveer 5000 M3. zand meer gebruikt dan de ramingen aanwezen, wat, met de vervoerkosten mee, een schade van f 9000 beteekende. Gebleken is, dat de koetsiers die het zand vervoeren moesten, verscheidene malen vrachten aan anderen hebben geleverd, waar voor zij f 1 per vracht kregen. De directeur van de D. E. Maatschappij ordeelde dit een veel te lagen prijs voor een vracht, die hij toen op f 1.95 schatte. Terecht stonden nu 4 koetsiers, die zich aan de bovengenoemde practijken hadden overgegeven. Zij bekenden geregeld ver scheidene vrachten naar een andere plaats gebracht te hebben, dan zij volgens hun op dracht doen moesten. De Officier vroeg in zijn requisitoir tegen elk der verdachten een gevangenisstraf van 1 maand. Mr. Van Dam, raadsman van twee der koetsiers, pleitte een voorwaardelijke ge vangenisstraf, daar de verdachten nog nooit eerder veroordeeld zijn en de grootste schuld bij den heler ligt, den man die van verdach ten het zand gekocht heeft. Deze heler stond daarna terecht, die even eens bekende. Hij wist zich echter niet meer te herinneren, wat hij vroeger gezegd had bij die aankoopen. Volgens verklaringen zou hij hebben uitgeroepen, toen men hem weer ladingen zand aanbracht: „Ha, daar komt mijn rooversbende weer aan!" En verder: „Wij zullen zooveel stelen, dat wij goed- kooper kunnen werken en dat de andere bazen over den kop gaan". Maar, zooals gezegd, hij wist zich die niet precies meer te herinneren. Wel had hij „wel eens grapjes gemaakt". De Officier eischte een gevangenisstraf van 6 maanden. Mr. J. H. J. Simons zeide dat de heling niet 'bewezen is. Verdachte heeft iets gedaan wat niet in den haak was, maar pleiter gelooft dat het meer een geval van uit lokking tot misdrijf was, dan heling. Verdachte heeft bovendien slechts 200 vrachten zand ontvangen, terwijl 5000 M3. verduisterd zijn. Het komt pleiter voor dat de geëischte straf van onvoorwaardelijk 6 maanden gevangenisstraf beïnvloed is door het feit, dat men hem te pakken gekregen heeft en de anderen niet. Waarom moet alle straf op hem, den zondebok verhaald wor den? Hij vraagt een voorwaardelijke ver- oordeeling. Een tweede heler, die opzettelijk zand gekocht zou hebben, ongeveer 20 of 30 vraeh ten van de koetsiers, wetende, dat het zand van misdrijf afkomstig was, ook voor den prijs van 1 gulden, beweerde, niet begrepen te hebben, dat het zand niet eeriijk verkre gen was. De prijs van 1 gulden acht hij niet te weinig waarop de deskundige zegt, dat deze prijs „nergens naar lijkt". Verdachtes verklaringen ter terechtzitting luiden heel anders dan die voor den rech tercommissaris afgelegd zijn. De Officier eischte 3 maanden gevangenis straf. De verdediger, mr. H. O. Drilsma meende, dat ten aanzien der opzettelijke schuldheling ontslag van rechtsvervolging moest volgen, omdat op de dagvaarding het woord opzet- DE OFFICIER EISCHT 1 MAAND GEVANGENISSTRAF TEGEN 20-JARIG IJMUIDENAAR. Donderdag stond voor de rechtbank te Haarlem terecht een 20-jarige vischhande- laar uit IJmulden, die er van verdacht werd in den nacht van 9 op 10 Mei van dit jaar te ongeveer 1 uur met een auto een wande laar te hebben aangereden op den Rijks straatweg van Haarlem naar Santpoort. De aangeredene liep in de richting Sant poort aan de rechterzijde van den weg op het klinkerpad naast het asfalt, teen hij even voor de Jan Gijze'nvaart een hevigen schok voelde aan zijn linkerzijde. Toen hij weer bij kwam, bevond hij zich in de Mariastichting. De dokter, die hem behandeld heeft, ver klaarde dat zijn patient een lichte hersen schudding had, een nierkneuzing, schaaf wonden, en een bekkenfractuur. De patient heeft 3 weken in het ziekenhuis doorge bracht en heeft nog een 8-tal weken niet kunnen werken. De deskundige zeide dat de fractuur enz. door een aanrijding zou kun nen ontstaan zijn en uit de fractuur leidde hij af, dat de snelheid van de auto nogal groot moet geweest zijn. Direct levensgevaar was niet aanwezig. Een wielrijder die dien avond van Sant poort kwam, zag een auto van Haarlem ko men waarbij hem opviel, dat zij geen lichten op had en van links naar rechts over den weg slingerde in snelle vaart. Toen hem de auto juist gepasseerd was hoorde hij een doffe klap, hij keek om en zag dat een ge heel rechts loopend wandelaar aangereden was en dwars over den klinkerweg viel. De auto-eigenaar, die den wagen verhuurd had dien avond van 9 Mei aan verdachte, heeft den volgenden morgen de auto terug gezien met een deuk in het rechter voorspat bord, die er den vorigen avond absoluut niet ingezeten had. De auto is den volgenden dag in be'slag ge nomen door de politie en getoond aan de getuigen. Zij herkenden in haar een auto van hetzelfde hooge type als de bewuste auto des nachts. De autd maakte nogal geluid, een oud ge luid, zooals een getuige zei. „Een geluid type- '26" merkte de president op. Verdachte verklaarde uit Amsterdam ge reden te zijn omstreeks middernacht. Hij heeft steeds zelf gestuurd en had een snel heid van ongeveer 40 K.M. Zijn vriend naast hem was in slaap gevallen. Bij de Jan Gij- zenbrug heeft hij een klap gehoord en een schok gevoeld en kreeg den indruk, dat hij tegen iets was aangereden. Als hij tijd gehad had, en het niet zoo laat geweest was, zou hij uitgestapt zijn. Althans, zoo heeft hij het voor de politie verklaard. Op de zitting her innerde hij zich daar echter niets meet van. Een man heeft hij niet op den weg gezien, terwijl zijn lichten volgens hem wel brand den. Hoe de deuk in het spatbord ontstaan is, Weet hij niet, misschien in Amsterdam. De Officier achtte het ten laste gelegde door roekeloos en onvoorzichtig rijden zwaar lichamelijk letsel te hebben toegebracht uit LANGS DE STRAAT. De ervaringen van een Amsterdamsche. In Amsterdam had ik een vriendin, die in de steeg, waar zij was grootgebracht, om haar welsprekendheid en haar vechtlust een zekere vermaardheid had gekregen en die hoedanigheden waren oorzaak, dat de buren den huisbaas voor het alternatief stelden; zij er uit of wij eruit. De huisbaas besloot dat zij er uit moest, maar omdat er eenige kans bestond dat het zou worden hij eruit, als hij zijn besluit aan Mina meedeelde, volgde hij den wettelijken weg en liet het zaakje door den deurwaarder opknappen, die er in slaagde, zij 't met een volgescholden huid, Mina's inboedel op straat te krijgen. Mina vond in een andere steeg een andere woning, maar aangezien ze met haar meubeltjes haar bovengenoemde beminnelijke kwalitei ten had overgebracht duurde het niet heel lang of de buurt stond daar op stelten, waar bij bleek, dat de andere bewoonsters in wel sprekendheid voor Mina niet onder deden. Veel honden zijn des hazen dood en Mina besloot zonder deurwaardelijke tusschen- komst een rustiger oor dop te zoeken, waar bij zij er zorg voo-r droeg in straten te speu ren, waar zoo min mogelijk lucht en licht doordrong; ze had nu eenmaal een voorliefde voor Oud-Amsterdam. Maar ook nu boterde het weer niet, naar 't scheen, want Mina, zich beklagende over haar nieuwe geburen, vertelde me Meheer, ik heb er genoeg van; ze moeten mij altijd hebben en doe ik iemand wat? Ik ga naar ÏJmuiden, me man vaart op een treiler en dan ben ik er uit; wat zal ik altijd in die stinkende stegen zitten! „Je hebt gelijk, Mina" zei ik, ,.de onschuld moet het altijd, ontgelden; gij jij naar ÏJmuiden." En Mina pakte haar boeltje opnieuw, voeg de eenige weken huurschuld bij de andere weken van de diverse huisbazen en zakte af in westelijke richting. Een paar maanden later loop ik in Am sterdam Mina tegen het lijf en aangezien zij blootshoofds was, slecht gekleed in rok en blouse, kreeg ik een vermoeden, dat ze weer Amsterdamsch burgeres was en ik vroeg haar: „Woon je weer hier?" „En of!" was het antwoord. In ÏJmuiden kon 'k niet aarden. U kent me ik knikte ik doe geen mensch overlast ik zei niets maar ik houd van de gezelligheid ik knikte weer. Nou, van de menschen in ÏJmuiden zal 'k niks zeggen ik had geen last van ze, maar ze zijn op d'r eigen. Ik dacht: in ÏJmuiden zijn 't verstandige men schen. En dan die wind! Heb ik ooit zooveel wind gehapt in al die jaren in de Spaarpotsteeg? Die menschen blijven er gezond bij, maar ik had geen zakdoeken genoeg, 'k Heb den wind nog in me hoofd, 'k Zit weer in me ouwe steeg. En Mina drukte me de hand en ging naar de Spaarpotsteeg. 'n Paar weken later was ze weer aan het verhuizen, maar dat was de schuld van ÏJmuiden, want ze had den wind in haar hoofd meegebracht en toen die er uit kwam, werden ze in de Spaarpotsteeg allemaal zoo verkouden, dat de huisbaas het maar beter vond de infecteerende bacil te verwijderen. A. HEEROMA. de verklaringen bewezen. Een bezwarend feit noemde hij het gebruiken door verdach te van 4 biertjes in den avond, daar hierdoor de snelheid van waarnemen en reageeren vermindert. Hij eischte een gevangenisstraf van 1 maand. De verdediger, mr L. G. van Dam vroeg vrijspraak op de redactie der dagvaaiding en mocht de rechtbank zich hiermede niet kun nen vereenigen, dan een voorwaardelijke straf. Uitspraak over 14 dagen. ABONNEMENT 10 ct. per week 40 cf. per maand f1.20perkwartaal Maand- en kwar taal abon nés lezen een week in elke drie maan den ons blad gratis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1931 | | pagina 3