S D
BINNENLAND
Pas Vijftien j<aar
het nieuwe dagblad
woensdac 11 november t931
HET PAVILJOEN UIT
VINCENNES SPOEDIG NAAR
DIEMEN?
DE VERPLAATSING ZOU REEDS VAST
STAAN,
Volgens het Handelsblad is te Parijs in
principe besloten om het verzoek tot het ver
plaatsen van het Nederlandsch paviljoen en
de bijgebouwen van Vincennes naar het ter
rein van het Lunapark te Diemen, in te wil
ligen. De exploitant, de heer Giezen, heeft
zich naar Parijs begeven, en als de bespre
kingen een vlotten loop hebben, kan het
transport over enkele weken verwacht wor
den. De tentoonstelling zou dan 1 Mei ge
opend worden. Zij zou komen te staan onder
een bijzonder comité, gevormd uit autoritei
ten van verschillende plaatsen.
ONTSLAG VAN GEMEENTEPERSONEEL TE
AMSTERDAM?
Hetcommunistisch raadslid Seeger te Am
sterdam heeft aan B. en W. de vraag gesteld
of het juist is, dat 48 teekenaren bij Publieke
Werken per Januari en Februari ontslag is
aangezegd, of ook ten aan zien van andere
Wensten en bedrijven voorbereidingen vat»
ontslag worden getroffen en zoo ja, of B. en W.
dan bereid zijn hun plannen met betrekking
tot de vermindering van personeel en het
door de directeuren gegeven advies aan den
raad mede te deelen.
PROTEST VAN GEMEENTE-AMBTENAREN
TEGEN DE UITKEERINGSKORTING.
Het Hoofdbestuur van den Nederlandschen
Bond van Gemeente-ambtenaren heeft een
adres gericht tot de leden van de Tweede Ka
mer, waarin verwerping verzocht wordt van
het Rijk aan de gemeenten ter verkrijging
van verlaging der salarissen der gemeente
ambtenaren.
DE VERMOORDE CHINEES TER AARDE
BESTELD.
Dinsdag is te Rotterdam de te Amsterdam
vermoorde Chinees begraven. De belangstel
ling is zeer groot geweest.
STRAF VOOR DE N. C. R. V.
OPGESCHORT.
DE MINISTER ZAL DE PARTIJEN
HOOREN.
Naar de Standaard van bevoegde zijde ver
neemt, heeft de Minister van Waterstaat, bij
wien. de N.C.R.V. in hooger beroep is gegaan
van de haar opgelegde straf, de uitvoering
hiervan opgeschort. De datum waarop de Mi
nister de partijen zal hooren, om daarna uit
spraak te doen -is nog niet bepaald, daar de
Miester het op 't oogenblik met de Begroo
ting zeer druk heeft.
Het gevolg van de opschorting van het be
sluit van de Alg. Programma Commissie is,
dat de reeds vastgestelde uitzending van de
N.C.R.V. voor het Algemeen Programma van
deze week doorgaat.
GESCHIL TUSSCHEN „NED.
FABRIKAAT" EN BIOSCOOPBOND
Bevoordeeling Van een
bestuurslid der vereeniging?
EEN CONFERENTIE MET DEN MINISTER
AANGEVRAAGD.
Naar wij in de Tel. lezen, overweegt de re
geering om een commissie in het leven te
roepen, welke in nauwe samenwerking met de
vereeniging „Nederlandsch Fabi'ikaat" de
plannen voor reclame van Nederlandsch
Fabrikaat zou uitwerken. Dit zou o.a. ge
schieden door de vervaardiging van indu
striefilms. De Nederlandsche Bioscoopbond
heeft zich thans tot minister Verschuur ge
wend, om zijn bemiddeling in te roepen in
een geschil, dat ontstaan is tussclien den
Bond en de vereeniging „Nederlandsch Fa-
bx-ikaat". De adjunct-secretaris der vereeni
ging, de heer Neyenhoff, vervaardigt films,
welke hij voor een bepaalden prijs aan de
vereeniging afstaat, en welke dan privileges
genieten van kostelooze vertooning, terwijl
voor de films van Nederlandsche fabrikan
ten 50 cent per Meter en per jaar aan de ver
eeniging moet betaald worden. Hierdoor zou
de Nederlandsche industrie gedwongen wor
den haar films bij den heer Neijenlxoff te
doen vervaai-digen. De adjunct-secretaris zou
zelfs, volgens den heer A. de Hoop, secretaris
van den Bioscoopbond, een provisie van 33 1/2
procent geëischt hebbeix van de kosten van
een „smalfilm", welke niet bij hem vervaar
digd kon worden. Bij niet betaling van dit
percentage zou de vervaardiging aan buiten
landsche industrie worden opgedragexx.
Het bestuur der vereeniging zegt, dat hem,
noch den heer Neyenhoff blaam treft. De
overeenkomst blijft, behoudens een kleine
wijziging in den prijs van opneming van films
iix het archief der vereeniging, bestaan. Alleen
zou de heer Neijenhoff niet meer den titel
voeren van adjunct-secretaris der vereeni
ging.
Het Hoofdbestuur van den Bond-wenscht er
echter bij den minister de aandacht op te ves
tigen, dat de Nedeidandsche fabrikanten over
de geheele linie gesteund moeten worden.
PRESSIE OP EEN GEMEENTE
BESTUUR.
TE HOOGE STEUNREGELING MOET
INGETROKKEN WORDEN.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft aan den Raad van Almelo bericht, dat
als deze de steunregeling voor werkloozen,
die aanmerkelijk hooger is dan de door den
minister goedgekeurde regeling, niet onver
wijld intrekt, zoowel de kosten van de werk
verschaffing als de steunverleening van
Rijkswege zullen worden ingehouden. B. en
W., uitgezonderd de twee sociaal-democra
tische wethouders, stellen voor het besluit In
te trekken, lezen wij in het Handelsblad.
M. H. C. de Jolig, handel gedreven hebben
de onder den naam De Jong's Glas- en Verf
handel wonende te Haarlem, Obistraat 35;
curator Mr. L. Ali Cohen wonende te Haar
lem;
G. W. Ferment, Rïjwielfabriek „Efta", rij
wielhandelaar wonende te Haarlem, Klever-
parkweg 224 curator Mr. F. J. D. Theyse wo
nende te Haarlem;
Rechter-commissaris in al deze faillisse
menten Mr. S. J. Pit.
Geëindigd zijn de faillissementen door het
verbindend worden der eenige uitdeelingslijst
van:
N.V. Visscherij Maatschappij „Apeldoorn"
gevestigd te IJmuiden, gem. Velsen; curator
Mr. Dr. F. A. Bijvoet wonende te Haarlem;
M. A. Fontijn wonende te IJmuiden: cura
tor Mr. A. W. Hellema wonende te IJmuiden
Kranten
knipsels
uit 1916.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
TE HAARLEM.
Terug te bekomen bij: P. C. v. d. Goes, v.
d. Hulststraat 7, autoslinger; J. Laan, Roos-
veldstraat 29, band v. e. kinderwagen: A. Nu-
man. Iepenstraat 19, leesboekje; Bureau van
politie, Smedestraat, ceintuur; Kohl, Zonne
bloemstraat 4, das; A. Huizen, Ursulastraat
11, fluit; Plevier, Ged. Oude Gracht 64, hand
schoen; Kornet, Graaf Willemstraat 12, id.
Kennel Haerlem, Regentesselaan 22, hond;
Bui*eau van politie, Smedestraat, handschoen;
A. Mars, Har men jansstraat 29. hond; Ken
nel Fauna, Parklaan 119, hond; A. Betjes,
Papentorenvest 4, halsketting; Kennel Haer
lem, Regentesselaan 22, kat; Kennel Fauna,
Parklaan 119, 3 katten; A. Thepen, Lange
Raamstraat 12 a rd„ lap stof; S. Koopen
Eendrachtstraat 36, muts; Wijkhuizen, Vel-
serstraat 62 rd., poppenwagen; G. Plut,
Ruiichaverstraat 36 rd„ portemonnaie m. i.;
Elfring, Overtonweg 17, rijwielbelastiixgplaat-
je; V. Gastel, Frans Halsstraat 20 idem; T.
Zwemmer, Kennemerstraat 9 f rd., idem;
Bureau van politie, Smedestraat, rijwiellan
taarn; J. G. Dam. Korte Houtstraat 13,
schroevendraaier; W. de Mink, Saenredam-
straat 17, sleutel v. e. melkbus; A. C. v. Nes,
Staiingstraat 25, spaarzegels; J. Wijdoin,
Leidschevaart 238, taschje m. i.; Kwantes,
Romolenstraat 70, idem.
SCHEEPVAARTBERICHTEN
MOORDENAAR UIT BLIJDORP NOG NIET
GEVONDEN.
Ter volledige rehabilitatie van den betrok
kene heeft de Rotterdamsche politie mede
gedeeld, dat de te Overschie geai*resteerde
jongeman niets met den moord van Blij dorp
te maken heeft. Het onderzoek heeft uitge
wezen o.m. dat de bewuste jongeman op den
dag van den moord in Blij dorp, thuis bij zijn
ouders is geweest. Hij heeft in die dagen geen
fiets gehad en nog nimmer een manchester
pak gedragen.
DIEVENBENDE, DIE ACHT MAANDEN
„WERKTE" GEARRESTEERD.
De marechaussee van Oudenbosch en Roo
sendaal heeft een dievenbende aangehouden,
waarvan de leden gedurende acht maanden
twintig kippendiefstallen hebben gepleegd.
Ook allerlei ander gestolen goed is voor den
dag gekomen. Behalve vier dieven is ook een
heler gearresteerd, die, evenals zij, bekend
heeft.
FAILLISSEMENTEN
Door de Ai-rondissements-rechtbank te
Haarlem zijn de volgende faillissementen uit
gesproken op Dinsdag 10 November 1931:
C. J. Homan, reiziger in bloembollen, wo
nende te Wijk aan Zee en Duin. Zeeweg 98;
curator Mr. L. J. Venhuizen wonende te
Heemstede;
Alclabi p. 0 Ouessant, Rotterdam naar Buc
noa Ayres.
Alwaki 10 te Rotterdam v. Buenos Ayres
Boskoop p. 8 N. Callao, Chili n. Amsterdam.
Calypso 9 te New York v, West-Indië.
Costa Rica 9 v. Cristobal n. Cartagena.
Delftclijk 7 n.m. te San Francisco, Pacific
kust naar Rotterdam.
Delfland 10 1 u. te Bremen, v. Amsterdam.
Dempo 10 7 u. te Marseille, Batavia n. Rot
terdam.
Gïekerk p. 10 Vlissingen, Rotterdam 1. v. Ant
werpen naar Bombay.
Gerwin 7 te Rio de Janeiro v. Amsterdam,
vertrekt 9 n. Zuid-Amerika.
Johan van Oldenbarnevelt 10 te Amsterdam
v. Batavia.
Jota Tjandi 19 8 u. v. Port Said, Batavia n.
Rotterdam.
Lematang p, 9 Thursday Island.
Montferland 9 13 u. v. Montevideo, Buenos
Ayres naar Amsterdam.
Marnix van St. Aldegonde 9 v. Belawan Deli,
Amsterdam naar Batavia.
Modjokerto p. 10 10 u. Pantellaria, Rotterdam
naar Batavia.
Nieuw Zeeland 9 te Melbourn© v. Singapore
Nijkerk 9 v. Eeast London, Beira naar Rot
terdam..
Crania 9 v. Rio de Janeiro, Amsterdam naar
Buenos Ayres.
Ouderkerk 9 t© Kobe, Japan n. Rotterdam.
Patria 10 11 u. v. Tanger, Rotterdam naar
Batavia.
Polyphemus 9 v. Belawan Dell, Batavia n.
New York.
Patria p. 9 18 u. Sageres, Rotterdam naar
Batavia.
Poelau Brass 10 te Port Said, Amsterdam n.
Batavia.
Tjjsadane 8 te Hong Kong v. Sjanghai.
Tjimanack 7 v. Hong Kong n. Cheribon.
Telamon 9 16 u. 14 Omijl N.W. van Flores,
Amsterdam naar Guatemala.
Tasman 7 v. Kaapstad n. Port Natal.
Vcendam, 9 te New York v. Bermuda.
Zaterdag, 11 November 1916.
In de raadsvergadering van Amersfoort
heeft de burgemeester herinnerd aan het
vertrek van wethouder R. G. Rijkens, sedert
de vorige raadszitting benoemd tot burge
meester van Veendam. De raad en vooral
het college van B. en W. hebben, zei hij, een
verlies geleden; in dat college heeft de heer
Rijkens zich leeren kennen als iemand,
wiens hart vrarm klopte voor de gemeente en
in het bijzonder voor het schoolkind, wien
geen arbeid te veel was en met wien, on-
danks palstaan op principiëele punten, sa
menwerking bijzonder aangenaam was. De
raad betuigde instemming met deze woorden.
HET P. E.N.
UIT HET AFDEELINGSVERSLAG DER
PROV. STATEN.
Iedere pagina van dit blad is
interessant
En zoo blijft het!
Aaii het- verslag van de afdeelingsverga-
deringen der Prov. Staten van Noord-Hol
land waarin de begrooting van het Provinciaal
Electriciteitsbedrijf behandeld werd, ontleenen
wij:
De nieuwe P. E. N.-
centrale te IJmuiden.
Door verschillende leden werd voldoening
uitgesproken over het bericht, dat de nieuwe
centrale in dit najaar in werking is gesteld.
Een woord van lof voor degenen, die aan
den bouw hebben deelgenomen, mag niet
worden onthouden. Hierbij wordt in het bij
zonder herinnerd aan het aandeel, dat de
oud-Gedeputeerde J. N. Hendrix hieraan heeft
gehad. Men stelde er prijs op te vernemen of
het proefbedrijf naar wensch verloopen is en
de productie bevredigde. Tevens zou men wil
len vernemen of beide turbo—generatoren
aan de energie-opwekking deelnemen en of
zij reeds met een behoorlijke belasting wer
ken. Zijn er reeds plannen, zoo vroeg men
verder, om een derde turbine, waarvoor, naar
men meende, de fundeerihg en de ruimte
reeds aanwezig waren, aan te schaffen?
De uitbreiding van het P.E.N. van distri
butiebedrijf tot productiebedrijf heeft uiter
aard tot uitbreiding van werkzaamheden en
verantwoordelijkheid voor de directie geleid.
In dit verband werd de vraag gesteld, of mot
volle waardeering voor de groote talenben
van den tegenwoordigen directeur, de taak
die ook thans weer nieuwe uitbreiding krijgt,
voor één persoon niet te zwaar zou blijken
te zijn.
Verschillende leden meenden, dat door het
verleenen van medewerking en medezeggen
schap aan het personeel goede vruchten te
plukken zijn voor de provinciale bedrijven.
Zij vroegen met nadruk aan Gedeputeerde
Staten te willen niededeelen, hoe zij oor-
deelen over het verleenen van medezeggen
schap.
De tarieven.
De gezonde toestand van het P.E.N. bracht
eenige leden tot de vraag of eenige verlaging
der tarieven niet mogelijk zou zijn in de ge
bieden, waar rechtstreeks aan huis wordt ge
leverd.
In deze moeilijke tijden zou een tariefsver
laging eenige verlichting kunnen brengen.
Men deed het denkbeeld aan de hand op
de rekeningen van bedoelde afnemers een
korting van enkele percenten toe te passen,
onder handhaving overigens der bestaande
tarieven.
Wat den tariefsvorm aangaat, vroeg een lid
of voor de berekening van het vastrecht niet
een andere maatstaf kan worden aangelegd
dan de vloeroppervlakte. Kan niet als grond
slag gekozen worden het verbruik?
LANGS DE STRAAT.
W apenstilstandsdag.
In de lucht hangt die heldere, Hollandschë
frischheid, die alleen veel regen en een flin
ke westenwind tot stand kunnen brengen, en
de dikke witte, goudomrande wolken zeilen
elkaar statig, met dikke opgeblazen bolle
wangen, door een bleekblauwe lucht achter
na. In de veide vliegt een troep vogels in
steeds grooter wordende kringen in het rond
tot zij zich oplossen in een lange lijn, die
langzaam wegtrekt, het Zuiden in.
Dertien j aar geleden, toen er misschien ook
wolken door een blauwe lucht dreven, werd
er een mensch doodgeschoten, een mensch,
die vier jaar in die hel geleefd had, en wiens
hart zich tot het laatste oogenblik vast had
gehouden aan de hoop, dat er eenmaal een
einde komen moest aan deze bespotting van
alles, wat menschelijk was. Hij was de laat
ste. Terwijl zijn oogen braken en zijn ziel, die
gedroomd en geleden en gestreden had om
dit tot liet laatste toe te volbrengen, daar
heen ging, waai'van niemand weet, of zij
ooit terugkeeren zal, stierf alle gebulder en
geratel en gefluit weg, dat vier jaar lang de
wereld tot een heksenketel had gemaakt, en
in die groote stilte werd dc vrede geboren.
Dertien jaar geleden. Wij hebben den oor
log, maar in een klein bijkomstig onderdeel
van ai zijn verschrikkingen meegemaakt, en
wij loopen over straat en denken aan andere
dingen. Wij verontwaardigen ons. en schreeu
wen luidkeels onze verachting uit voor een
Affaire Dreyfus, die dertig jaar geleden ge
beurde, en wij trekken ons niets aan van al
de groote en kleine Affaires Dreyfus, die er
gisteren gebeurden en morgen gebeuren zul
len, naast onze deur, in ons eigen huis des
noods.
Maar in een oud achteraf straatje loopen
moeilijk en moeizaam twee oude menschen.
Hij heeft de klare blauwe oogen van iemand,
die den moed heeft gehad om het leven in
de oogen te kijken, en zij den zachten glim
lach van vrouwen, die hun heele leven maar
één man, hun man, in de oogen gezien heb
ben. Over de daken der huizen komen plot
seling de klanken aantinkelen van een klok,
die slaat. Het is elf uur in den morgen van
den elfden November. Wapenstilstandsdag.
Beiden staan ze stil, en hij neemt zijn hoed
af, zoodat zijn witte haren vlokkig verwaaien,
in den wind. Ze sluiten allebei hun oogen en
als ze die weer openen is er deernis in. Om
haar mond trekt het even. Dan zet hij zijn
hoed weer op, en zij glimlachen elkaar be
moedigend in de oogen, voor zij verder gaan.
Het straatje uit en den hoek om.
Twee oude menschen. W. T.
HET WEGENNET DER PROVIN
CIE NOORDHOLLAND.
VEEL WEGENAANLEG ALS
WERKVERRUIMING?
Aan het verslag van de afdeelngsvergade-
rlngen der Prov. Staten van Noord-Holland,
waarin de begrooting van het wegenfonds
behandeld werd, ontleenen wij:
In het algemeen werd het toegejuicht, dat
de verbetering van de wegen in het afgeloo-
pen tijdperk krachtig door Gedeputeerde
Staten is ter hand genomen. Hulde werd ge
bracht aan den Provincialen Waterstaat.
Door velen werd er op aangedrongen, dat,
met het oog op de groote werkloosheid, dit
tempo ook in de toekomst zal worden ge
handhaafd of zelfs, indien mogelijk, ver
hoogd. Uit het oogpunt van practische werk
verruiming is dit van het grootste belang.
Met het oog op ditzelfde belang werd aange
drongen op het ter hand nemen van dc zorg
voor de tertiaire wegen, die vooral voor ar
beiders, tuinders, en pachters van zooveel
belang zijn.
Terwijl de begrooting voor 1931 sloot met
een saldo, beschikbaar voor rentegevende
belegging, ter grootte van f 7550.000, vertoont
de begrooting voor 1932 een nadeelig saldo
van f 2.300.000, te dekken uit het Wegenfonds.
Dit verschil van bijna f 10.000.000 is, zoo
meende men, niet uit de verstrekte gegevens
te verklaren, terwijl evenmin blijkt, hoe sterk
het Wegenfonds thans is.
FEUILLETON
NIEUWS UIT INDIE
VERDERE AFSCHAFFING VAN DE
POENALE SANCTIE.
Ook de Deli-Spoorweg Mij. heeft, naar
Aneta meldt, de bepalingen van de Poenale
Sanctie laten vervallen, daar in Amerika
evenmin tabak mag worden ingevoerd, die
De gezant luisterde naar hem met een on
bewogen altijd even hoffelijk gezicht. Een
paar keer boog hij, ten teeken dat hij het
verhaal van den overste begreep. Hij scheen
in zich te vereenigen de courtoisie van een
Fransch edelman uit de vorige eeuw en de
gereserveerde distinctie van een Engelsch
aristocraat. Maar aan zijn gezicht moest de
overste even wennen; dat gele gelaat, vol rim
peltjes, dat zóó van een Chineesche plaat
scheen weggeloopen te zijn, dat ondoorgron
delijk was van beleefde aandacht en niets
zeggende belangstelling. Daarom keek hij, al
sprekende, niet meer naar het gezicht, maar
naar de handen. Lange, smalle vingers, die
rusteloos speelden met een brief-opener, een
dolk„Bijna nét als Franse er een
had" schoot het den Overstte te bin
nen en deze onverwachte herinnering aan al
datgene was vooraf gegaan en de oor
zaak was van hun visite, bracht hem weer op
den beganen grond.
Overste Mensing keek wanhopig naar zijn
vriend. Hij had, naar hij dacht, duidelijk
genoeg uiteengezet waarom hij hier kwam,
maar die Chinees zat daar maar met een
onverstoorbaar gezicht, waarop geen enkele
aandoening kenbaar was.
Dr. van Buren nam Mensïng's taak over.
Hij vertelde wat hij kwijt wilde zijn; de
moord, de groote gele auto met dien Chinee-
schen chauffeur en Chineeschen inzittende....
Kon Zijne. Excellentie hen helpen?
Eindelijk begon deze te spreken. Hij be
treurde het ten zeerste dat de goede vriend
van zijn zoo gewaardeerde gasten op zulk. een
onverklaarbare wijze verdwenen was. „En
meer dan dat, mijne heeren, maar ik kan mij
volkomen in uwe gevoelens indenken", klonk
het zacht en hoffelijk, „ik geloof echter niet
dat ik u op eenigerlei wijze van dienst kan
zijn.".
Scherp keek dr. van Buren den diplomaat
aan. Deze zat nog even roerloos als vooi-heen,
alleen de dunne vingers speelden nog steeds
hun rusteloos spelof vergiste hij zich
en verried het dichtknijpen der oogleden de
gespannen aandacht bij dien zoon van het
Hemelsche Rijk? Hij wist het niet
Plotseling klonk weer Wang Koeang-Ky's
stem. „Ik zie hoe teleurgesteld u bent en aan
gezien het mij altijd een groote eer is, twee
voortreffelijke zonen van een bevriende
natie te helpen, is het mij misschien toch
wel mogelijk u eenige namen op te geven. Ik
Overste Mensing keek wanhopig naar
zijn vriend
moet er echter op aandringen dat u beiden
van mijn inlichtingen een zeer bescheiden en
corect gebruik zult maken. Want ik zou niet
gaarne zien dat een mijner landgenooten on
verdiend de dupe zou worden
„Dat spreekt immers vanzelf. Excellentie.
Uw verzoek was overbodig."
„Ik dank u zeer. U weet dat vele van mijn
landgenooten genieten van de zegeningen
van het gastvrije Holland. Ik kan u een
drietal namen noemen, die mij toevallig te
binnen schieten, maar ik vrees toch" en
nu gleed er even héél duidelijk een lachje
over het strakke gelaat „dat dit onderzoek
te zeer in het wilde weg is. Een speld zoeken
in een hooiberg, noemt u dat meen ik? Daar
is dan allereerst de oude dr. Wang Kan Yen
uit Wassenaar, die een eigen auto met Chi
neeschen chauffeur bezit, maar deze kan
het moeilijk geweest zijn, want Dr. Wang is
al zeer bejaard en gaat den laatsten tijd niet
meer uit. Verder ken ik een landgenoot uit
uwe koloniën, Tsang Kek Tsang, die in het
Hotel des Indes vertoeft en eigen wagen en
personeel bezit. En dan nog in aanmer
king kunnen komen een bekende Amster-
damsche suikerhandelaar Hoeng Tsi Lang,
ja noteert u de namen, ze zullen voor uw
Westersche ooren moeilijk te onthouden zijn
dien ik alleen ken van naam. De Chinee-
zen uit Indië voelen zich soms meerHollander
dan Chineezen, mijne heeren. Hij is een man
van grooten rijkdom en grooten invloed en
moet een beroemde verzameling Chineesche
kunst bezitten. Zie hier drie namen en drie
auto's. V/elke kleur deze wagens echter heb
ben, zou ik u onmogelijk kunnen zeggen.
Trouwens vermoedelijk zijn zij niet de eeni
ge. Ik hoop dat ik aan uw verlangen heb kun
nen voldoen?"
„Volkomen, Excellentie en onzen dank..."
„Het Westen kent vele woorden, maar uw
oog is welsprekender."
Hij drukte op een bel. Dezelfde statige be
diende geleidde hen naar buiten. In de hall
stond de secretaris, die hartelijk afscheid
van hen nam.
„Laten we nog even naar de Witte gaan",
stelde Mensing voor. „Ik kan best wat gebrui
ken na dit gesprek. Die kerels, je komt er
nooit achter, ik was in 1397 op Sumatra en
daary
,.Een andere keer, m'n waarde" onder
brak dr. van Buren, „m'n hoofd loopt om. Ik
ga naar huis.",
„Ja maar, wat doen we nu?"
„Morgen, morgen is er weer 'n dag. Ik ben
dood-op".
„Dan haal ik nog even m'n grocje", besloot
Mensing. „Saluutl"
„Adieu
HOOFDSTUK III.
Toen Overste Mensing den volgenden mor
gen reeds vroeg naar dr. Van Buren ging, zag
hij zijn vriend al uit de verte voor het raam
staan en wenken. Mensing was zóó benieuwd
wat deze enthousiaste begroeting wel te be-
teekenen kon hebben, dat hij van de tram
sprong vlak voor het huis van Van Buren,
op gevaar af tusschen een taxi en een
groentewagen verpletterd te worden.
„Is er nieuws?" riep hij naar boven, maar
de ander kon hem niet verstaan. Hij scheen
er zich trouwens ook geen tijd voor te gun
nen, maar was even daarop reeds beneden
om zelf den overste open te doen. Hij moest
de trap wel afgerend zijn.
„Nu?" vroeg Mensing gejaagd.
„Ik geloof waarachtig dat we op het goede
spoor zijn", hijgde van Buren, buiten adem
van het trappenloopen. „Kom boven, dan
zal ik je vertellen wat ik gedaan heb. Ik ver
tel het je liever op mijn kamer, waar nie
mand ons hooren kan. Ga vóór, je weet den
weg. Zooga bij den haard zitten en neem
een sigaar".
„Ik zal iiever een cigaret nemen", zei Men
sing ,„het is me nog te vroeg voor zulk
zwaar geschut als jij daar hebt staan. Maar
vertel op, ik ben gloeiend benieuwd wat je
gevonden hebt".
Van Buren boog zich over naar zijn vriend
en fluisterde geheimzinnig. „Hij is hier ge
weest. In den Haag".
„Wie?" schrok Mensing.
„Op den dag van den moord!"
„Ja maar wie voor den drommel?" drong
de overste aan.
„Die meneer Hoeng Tsi Lang uit Amster
dam, op den dag dat de moord, in het kan
toor van Veraart gebeurd is, is hij met z'n
wagen in Den Haag gezien."
De overste zat een oogenblik verbijsterd.
„Voor de weerga, hoe weet je dat?" viel hij
plotseling uit.
Van Buren haalde de schouders op: „Och
eigenlijk heel eenvoudig, 't Was zoo'n plotse
linge inval van me. De heer Wang Koeang Ky
heeft op het gezantschap ons drie namen ge
noemd. Twee Hagenaars en één Amsterdam
mer. De Wassenaarsche Chinees is een oud
en ziekelijk heer; de ander is, zooals ik tele
fonisch van hotel des Indes hoor, naar
Indië vertrokken, de derde, de heer Lang is
een bekend zakenman uit Amsterdam; hij
heeft een beroemde verzameling Chineesch
porcelein en klein-plastnek. Het leek me het
meest waarschijnlijk dat hij het kon zijn
dien Oversteeg gezien had, tenminste indien
er werkelijk sprake geweest is van een Chi
nees in een luxe wagen met een Chineeschen
chauffeur."
„Nu?" vroeg de overste verbaasd.
„Ik kreeg zoo juist een plotselinge ingeving.
Indien de heer Lang werkelijk zulk een
schitterende porcelein verzameling bezit,
moest zijn naam zeker bekend zijn bij den
grooten kunsthandel in Chineesche kunst
dien wij in ons land bezitten; ik twijfelde er
niet aan of de firma Kleykamp zou mij over
Toeng Tsi Lang wel het een of ander kun
nen mededeelen en dus heb ik de Koninklijke
kunstzaal Kleykamp opgebeld."
De overste keek gespannen op. „En?" vroeg
hij ademloos.
„Ik sprak met den jongen directeur, noem
de mijn naam en zei dat ik als bestudeerder
van Oostersche talen den heer Lang noodig
had en of hij mij misschien zijn adres kon
geven, want dat ik vermoedde dat hij den
Chineeschen verzamelaar wel zou kennen.
Heel eenvoudig, niet waar?"
„En hot antwoord?"..
„De heer Kleykamp gaf mij onmiddellijk
het adres op, waaruit ik voor mij de con
clusie trok, dat hij den heer Lang dus kende
en dat deze een der getrouwe bezoekers
van de kunstzaal zijn moest. Ik vi'ocg verder
of de heer Lang dikwijls in den Haag kwam,
of dat ik beter zou doen hem in Amsterdam
op te zoeken. „U treft het niet", zei de heer
Kleykamp. „De heer Lang komt maar heel
zelden in Den Haag en het toeval wil dat
hij gisteren juist met zijn wagen in de stad
was. Hij bleef ongeveer een uur bij ons en
werd daarna door zijn Chineeschen chauf
feur weggeroepen. Hij scheen dringend er
gens te moeten zijn, want hij vertrok om-
streo»:s half vijf zéér haastig. „Zie daar, m'n.
waarde, wat ik van den heer Lang te weten
ben gekomen".
Dr. Van Buren zweeg.
De overste blies een groote rookwolk voor
zich uit. Eigenlijk is het niet veel", merkte
hij op.
(Wordt vervolgd.).