S D BINNENLAND Pas Vijftien j<aar het nieuwe dagblad woensdac 11 november t931 HET PAVILJOEN UIT VINCENNES SPOEDIG NAAR DIEMEN? DE VERPLAATSING ZOU REEDS VAST STAAN, Volgens het Handelsblad is te Parijs in principe besloten om het verzoek tot het ver plaatsen van het Nederlandsch paviljoen en de bijgebouwen van Vincennes naar het ter rein van het Lunapark te Diemen, in te wil ligen. De exploitant, de heer Giezen, heeft zich naar Parijs begeven, en als de bespre kingen een vlotten loop hebben, kan het transport over enkele weken verwacht wor den. De tentoonstelling zou dan 1 Mei ge opend worden. Zij zou komen te staan onder een bijzonder comité, gevormd uit autoritei ten van verschillende plaatsen. ONTSLAG VAN GEMEENTEPERSONEEL TE AMSTERDAM? Hetcommunistisch raadslid Seeger te Am sterdam heeft aan B. en W. de vraag gesteld of het juist is, dat 48 teekenaren bij Publieke Werken per Januari en Februari ontslag is aangezegd, of ook ten aan zien van andere Wensten en bedrijven voorbereidingen vat» ontslag worden getroffen en zoo ja, of B. en W. dan bereid zijn hun plannen met betrekking tot de vermindering van personeel en het door de directeuren gegeven advies aan den raad mede te deelen. PROTEST VAN GEMEENTE-AMBTENAREN TEGEN DE UITKEERINGSKORTING. Het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bond van Gemeente-ambtenaren heeft een adres gericht tot de leden van de Tweede Ka mer, waarin verwerping verzocht wordt van het Rijk aan de gemeenten ter verkrijging van verlaging der salarissen der gemeente ambtenaren. DE VERMOORDE CHINEES TER AARDE BESTELD. Dinsdag is te Rotterdam de te Amsterdam vermoorde Chinees begraven. De belangstel ling is zeer groot geweest. STRAF VOOR DE N. C. R. V. OPGESCHORT. DE MINISTER ZAL DE PARTIJEN HOOREN. Naar de Standaard van bevoegde zijde ver neemt, heeft de Minister van Waterstaat, bij wien. de N.C.R.V. in hooger beroep is gegaan van de haar opgelegde straf, de uitvoering hiervan opgeschort. De datum waarop de Mi nister de partijen zal hooren, om daarna uit spraak te doen -is nog niet bepaald, daar de Miester het op 't oogenblik met de Begroo ting zeer druk heeft. Het gevolg van de opschorting van het be sluit van de Alg. Programma Commissie is, dat de reeds vastgestelde uitzending van de N.C.R.V. voor het Algemeen Programma van deze week doorgaat. GESCHIL TUSSCHEN „NED. FABRIKAAT" EN BIOSCOOPBOND Bevoordeeling Van een bestuurslid der vereeniging? EEN CONFERENTIE MET DEN MINISTER AANGEVRAAGD. Naar wij in de Tel. lezen, overweegt de re geering om een commissie in het leven te roepen, welke in nauwe samenwerking met de vereeniging „Nederlandsch Fabi'ikaat" de plannen voor reclame van Nederlandsch Fabrikaat zou uitwerken. Dit zou o.a. ge schieden door de vervaardiging van indu striefilms. De Nederlandsche Bioscoopbond heeft zich thans tot minister Verschuur ge wend, om zijn bemiddeling in te roepen in een geschil, dat ontstaan is tussclien den Bond en de vereeniging „Nederlandsch Fa- bx-ikaat". De adjunct-secretaris der vereeni ging, de heer Neyenhoff, vervaardigt films, welke hij voor een bepaalden prijs aan de vereeniging afstaat, en welke dan privileges genieten van kostelooze vertooning, terwijl voor de films van Nederlandsche fabrikan ten 50 cent per Meter en per jaar aan de ver eeniging moet betaald worden. Hierdoor zou de Nederlandsche industrie gedwongen wor den haar films bij den heer Neijenlxoff te doen vervaai-digen. De adjunct-secretaris zou zelfs, volgens den heer A. de Hoop, secretaris van den Bioscoopbond, een provisie van 33 1/2 procent geëischt hebbeix van de kosten van een „smalfilm", welke niet bij hem vervaar digd kon worden. Bij niet betaling van dit percentage zou de vervaardiging aan buiten landsche industrie worden opgedragexx. Het bestuur der vereeniging zegt, dat hem, noch den heer Neyenhoff blaam treft. De overeenkomst blijft, behoudens een kleine wijziging in den prijs van opneming van films iix het archief der vereeniging, bestaan. Alleen zou de heer Neijenhoff niet meer den titel voeren van adjunct-secretaris der vereeni ging. Het Hoofdbestuur van den Bond-wenscht er echter bij den minister de aandacht op te ves tigen, dat de Nedeidandsche fabrikanten over de geheele linie gesteund moeten worden. PRESSIE OP EEN GEMEENTE BESTUUR. TE HOOGE STEUNREGELING MOET INGETROKKEN WORDEN. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan den Raad van Almelo bericht, dat als deze de steunregeling voor werkloozen, die aanmerkelijk hooger is dan de door den minister goedgekeurde regeling, niet onver wijld intrekt, zoowel de kosten van de werk verschaffing als de steunverleening van Rijkswege zullen worden ingehouden. B. en W., uitgezonderd de twee sociaal-democra tische wethouders, stellen voor het besluit In te trekken, lezen wij in het Handelsblad. M. H. C. de Jolig, handel gedreven hebben de onder den naam De Jong's Glas- en Verf handel wonende te Haarlem, Obistraat 35; curator Mr. L. Ali Cohen wonende te Haar lem; G. W. Ferment, Rïjwielfabriek „Efta", rij wielhandelaar wonende te Haarlem, Klever- parkweg 224 curator Mr. F. J. D. Theyse wo nende te Haarlem; Rechter-commissaris in al deze faillisse menten Mr. S. J. Pit. Geëindigd zijn de faillissementen door het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst van: N.V. Visscherij Maatschappij „Apeldoorn" gevestigd te IJmuiden, gem. Velsen; curator Mr. Dr. F. A. Bijvoet wonende te Haarlem; M. A. Fontijn wonende te IJmuiden: cura tor Mr. A. W. Hellema wonende te IJmuiden Kranten knipsels uit 1916. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. TE HAARLEM. Terug te bekomen bij: P. C. v. d. Goes, v. d. Hulststraat 7, autoslinger; J. Laan, Roos- veldstraat 29, band v. e. kinderwagen: A. Nu- man. Iepenstraat 19, leesboekje; Bureau van politie, Smedestraat, ceintuur; Kohl, Zonne bloemstraat 4, das; A. Huizen, Ursulastraat 11, fluit; Plevier, Ged. Oude Gracht 64, hand schoen; Kornet, Graaf Willemstraat 12, id. Kennel Haerlem, Regentesselaan 22, hond; Bui*eau van politie, Smedestraat, handschoen; A. Mars, Har men jansstraat 29. hond; Ken nel Fauna, Parklaan 119, hond; A. Betjes, Papentorenvest 4, halsketting; Kennel Haer lem, Regentesselaan 22, kat; Kennel Fauna, Parklaan 119, 3 katten; A. Thepen, Lange Raamstraat 12 a rd„ lap stof; S. Koopen Eendrachtstraat 36, muts; Wijkhuizen, Vel- serstraat 62 rd., poppenwagen; G. Plut, Ruiichaverstraat 36 rd„ portemonnaie m. i.; Elfring, Overtonweg 17, rijwielbelastiixgplaat- je; V. Gastel, Frans Halsstraat 20 idem; T. Zwemmer, Kennemerstraat 9 f rd., idem; Bureau van politie, Smedestraat, rijwiellan taarn; J. G. Dam. Korte Houtstraat 13, schroevendraaier; W. de Mink, Saenredam- straat 17, sleutel v. e. melkbus; A. C. v. Nes, Staiingstraat 25, spaarzegels; J. Wijdoin, Leidschevaart 238, taschje m. i.; Kwantes, Romolenstraat 70, idem. SCHEEPVAARTBERICHTEN MOORDENAAR UIT BLIJDORP NOG NIET GEVONDEN. Ter volledige rehabilitatie van den betrok kene heeft de Rotterdamsche politie mede gedeeld, dat de te Overschie geai*resteerde jongeman niets met den moord van Blij dorp te maken heeft. Het onderzoek heeft uitge wezen o.m. dat de bewuste jongeman op den dag van den moord in Blij dorp, thuis bij zijn ouders is geweest. Hij heeft in die dagen geen fiets gehad en nog nimmer een manchester pak gedragen. DIEVENBENDE, DIE ACHT MAANDEN „WERKTE" GEARRESTEERD. De marechaussee van Oudenbosch en Roo sendaal heeft een dievenbende aangehouden, waarvan de leden gedurende acht maanden twintig kippendiefstallen hebben gepleegd. Ook allerlei ander gestolen goed is voor den dag gekomen. Behalve vier dieven is ook een heler gearresteerd, die, evenals zij, bekend heeft. FAILLISSEMENTEN Door de Ai-rondissements-rechtbank te Haarlem zijn de volgende faillissementen uit gesproken op Dinsdag 10 November 1931: C. J. Homan, reiziger in bloembollen, wo nende te Wijk aan Zee en Duin. Zeeweg 98; curator Mr. L. J. Venhuizen wonende te Heemstede; Alclabi p. 0 Ouessant, Rotterdam naar Buc noa Ayres. Alwaki 10 te Rotterdam v. Buenos Ayres Boskoop p. 8 N. Callao, Chili n. Amsterdam. Calypso 9 te New York v, West-Indië. Costa Rica 9 v. Cristobal n. Cartagena. Delftclijk 7 n.m. te San Francisco, Pacific kust naar Rotterdam. Delfland 10 1 u. te Bremen, v. Amsterdam. Dempo 10 7 u. te Marseille, Batavia n. Rot terdam. Gïekerk p. 10 Vlissingen, Rotterdam 1. v. Ant werpen naar Bombay. Gerwin 7 te Rio de Janeiro v. Amsterdam, vertrekt 9 n. Zuid-Amerika. Johan van Oldenbarnevelt 10 te Amsterdam v. Batavia. Jota Tjandi 19 8 u. v. Port Said, Batavia n. Rotterdam. Lematang p, 9 Thursday Island. Montferland 9 13 u. v. Montevideo, Buenos Ayres naar Amsterdam. Marnix van St. Aldegonde 9 v. Belawan Deli, Amsterdam naar Batavia. Modjokerto p. 10 10 u. Pantellaria, Rotterdam naar Batavia. Nieuw Zeeland 9 te Melbourn© v. Singapore Nijkerk 9 v. Eeast London, Beira naar Rot terdam.. Crania 9 v. Rio de Janeiro, Amsterdam naar Buenos Ayres. Ouderkerk 9 t© Kobe, Japan n. Rotterdam. Patria 10 11 u. v. Tanger, Rotterdam naar Batavia. Polyphemus 9 v. Belawan Dell, Batavia n. New York. Patria p. 9 18 u. Sageres, Rotterdam naar Batavia. Poelau Brass 10 te Port Said, Amsterdam n. Batavia. Tjjsadane 8 te Hong Kong v. Sjanghai. Tjimanack 7 v. Hong Kong n. Cheribon. Telamon 9 16 u. 14 Omijl N.W. van Flores, Amsterdam naar Guatemala. Tasman 7 v. Kaapstad n. Port Natal. Vcendam, 9 te New York v. Bermuda. Zaterdag, 11 November 1916. In de raadsvergadering van Amersfoort heeft de burgemeester herinnerd aan het vertrek van wethouder R. G. Rijkens, sedert de vorige raadszitting benoemd tot burge meester van Veendam. De raad en vooral het college van B. en W. hebben, zei hij, een verlies geleden; in dat college heeft de heer Rijkens zich leeren kennen als iemand, wiens hart vrarm klopte voor de gemeente en in het bijzonder voor het schoolkind, wien geen arbeid te veel was en met wien, on- danks palstaan op principiëele punten, sa menwerking bijzonder aangenaam was. De raad betuigde instemming met deze woorden. HET P. E.N. UIT HET AFDEELINGSVERSLAG DER PROV. STATEN. Iedere pagina van dit blad is interessant En zoo blijft het! Aaii het- verslag van de afdeelingsverga- deringen der Prov. Staten van Noord-Hol land waarin de begrooting van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf behandeld werd, ontleenen wij: De nieuwe P. E. N.- centrale te IJmuiden. Door verschillende leden werd voldoening uitgesproken over het bericht, dat de nieuwe centrale in dit najaar in werking is gesteld. Een woord van lof voor degenen, die aan den bouw hebben deelgenomen, mag niet worden onthouden. Hierbij wordt in het bij zonder herinnerd aan het aandeel, dat de oud-Gedeputeerde J. N. Hendrix hieraan heeft gehad. Men stelde er prijs op te vernemen of het proefbedrijf naar wensch verloopen is en de productie bevredigde. Tevens zou men wil len vernemen of beide turbo—generatoren aan de energie-opwekking deelnemen en of zij reeds met een behoorlijke belasting wer ken. Zijn er reeds plannen, zoo vroeg men verder, om een derde turbine, waarvoor, naar men meende, de fundeerihg en de ruimte reeds aanwezig waren, aan te schaffen? De uitbreiding van het P.E.N. van distri butiebedrijf tot productiebedrijf heeft uiter aard tot uitbreiding van werkzaamheden en verantwoordelijkheid voor de directie geleid. In dit verband werd de vraag gesteld, of mot volle waardeering voor de groote talenben van den tegenwoordigen directeur, de taak die ook thans weer nieuwe uitbreiding krijgt, voor één persoon niet te zwaar zou blijken te zijn. Verschillende leden meenden, dat door het verleenen van medewerking en medezeggen schap aan het personeel goede vruchten te plukken zijn voor de provinciale bedrijven. Zij vroegen met nadruk aan Gedeputeerde Staten te willen niededeelen, hoe zij oor- deelen over het verleenen van medezeggen schap. De tarieven. De gezonde toestand van het P.E.N. bracht eenige leden tot de vraag of eenige verlaging der tarieven niet mogelijk zou zijn in de ge bieden, waar rechtstreeks aan huis wordt ge leverd. In deze moeilijke tijden zou een tariefsver laging eenige verlichting kunnen brengen. Men deed het denkbeeld aan de hand op de rekeningen van bedoelde afnemers een korting van enkele percenten toe te passen, onder handhaving overigens der bestaande tarieven. Wat den tariefsvorm aangaat, vroeg een lid of voor de berekening van het vastrecht niet een andere maatstaf kan worden aangelegd dan de vloeroppervlakte. Kan niet als grond slag gekozen worden het verbruik? LANGS DE STRAAT. W apenstilstandsdag. In de lucht hangt die heldere, Hollandschë frischheid, die alleen veel regen en een flin ke westenwind tot stand kunnen brengen, en de dikke witte, goudomrande wolken zeilen elkaar statig, met dikke opgeblazen bolle wangen, door een bleekblauwe lucht achter na. In de veide vliegt een troep vogels in steeds grooter wordende kringen in het rond tot zij zich oplossen in een lange lijn, die langzaam wegtrekt, het Zuiden in. Dertien j aar geleden, toen er misschien ook wolken door een blauwe lucht dreven, werd er een mensch doodgeschoten, een mensch, die vier jaar in die hel geleefd had, en wiens hart zich tot het laatste oogenblik vast had gehouden aan de hoop, dat er eenmaal een einde komen moest aan deze bespotting van alles, wat menschelijk was. Hij was de laat ste. Terwijl zijn oogen braken en zijn ziel, die gedroomd en geleden en gestreden had om dit tot liet laatste toe te volbrengen, daar heen ging, waai'van niemand weet, of zij ooit terugkeeren zal, stierf alle gebulder en geratel en gefluit weg, dat vier jaar lang de wereld tot een heksenketel had gemaakt, en in die groote stilte werd dc vrede geboren. Dertien jaar geleden. Wij hebben den oor log, maar in een klein bijkomstig onderdeel van ai zijn verschrikkingen meegemaakt, en wij loopen over straat en denken aan andere dingen. Wij verontwaardigen ons. en schreeu wen luidkeels onze verachting uit voor een Affaire Dreyfus, die dertig jaar geleden ge beurde, en wij trekken ons niets aan van al de groote en kleine Affaires Dreyfus, die er gisteren gebeurden en morgen gebeuren zul len, naast onze deur, in ons eigen huis des noods. Maar in een oud achteraf straatje loopen moeilijk en moeizaam twee oude menschen. Hij heeft de klare blauwe oogen van iemand, die den moed heeft gehad om het leven in de oogen te kijken, en zij den zachten glim lach van vrouwen, die hun heele leven maar één man, hun man, in de oogen gezien heb ben. Over de daken der huizen komen plot seling de klanken aantinkelen van een klok, die slaat. Het is elf uur in den morgen van den elfden November. Wapenstilstandsdag. Beiden staan ze stil, en hij neemt zijn hoed af, zoodat zijn witte haren vlokkig verwaaien, in den wind. Ze sluiten allebei hun oogen en als ze die weer openen is er deernis in. Om haar mond trekt het even. Dan zet hij zijn hoed weer op, en zij glimlachen elkaar be moedigend in de oogen, voor zij verder gaan. Het straatje uit en den hoek om. Twee oude menschen. W. T. HET WEGENNET DER PROVIN CIE NOORDHOLLAND. VEEL WEGENAANLEG ALS WERKVERRUIMING? Aan het verslag van de afdeelngsvergade- rlngen der Prov. Staten van Noord-Holland, waarin de begrooting van het wegenfonds behandeld werd, ontleenen wij: In het algemeen werd het toegejuicht, dat de verbetering van de wegen in het afgeloo- pen tijdperk krachtig door Gedeputeerde Staten is ter hand genomen. Hulde werd ge bracht aan den Provincialen Waterstaat. Door velen werd er op aangedrongen, dat, met het oog op de groote werkloosheid, dit tempo ook in de toekomst zal worden ge handhaafd of zelfs, indien mogelijk, ver hoogd. Uit het oogpunt van practische werk verruiming is dit van het grootste belang. Met het oog op ditzelfde belang werd aange drongen op het ter hand nemen van dc zorg voor de tertiaire wegen, die vooral voor ar beiders, tuinders, en pachters van zooveel belang zijn. Terwijl de begrooting voor 1931 sloot met een saldo, beschikbaar voor rentegevende belegging, ter grootte van f 7550.000, vertoont de begrooting voor 1932 een nadeelig saldo van f 2.300.000, te dekken uit het Wegenfonds. Dit verschil van bijna f 10.000.000 is, zoo meende men, niet uit de verstrekte gegevens te verklaren, terwijl evenmin blijkt, hoe sterk het Wegenfonds thans is. FEUILLETON NIEUWS UIT INDIE VERDERE AFSCHAFFING VAN DE POENALE SANCTIE. Ook de Deli-Spoorweg Mij. heeft, naar Aneta meldt, de bepalingen van de Poenale Sanctie laten vervallen, daar in Amerika evenmin tabak mag worden ingevoerd, die De gezant luisterde naar hem met een on bewogen altijd even hoffelijk gezicht. Een paar keer boog hij, ten teeken dat hij het verhaal van den overste begreep. Hij scheen in zich te vereenigen de courtoisie van een Fransch edelman uit de vorige eeuw en de gereserveerde distinctie van een Engelsch aristocraat. Maar aan zijn gezicht moest de overste even wennen; dat gele gelaat, vol rim peltjes, dat zóó van een Chineesche plaat scheen weggeloopen te zijn, dat ondoorgron delijk was van beleefde aandacht en niets zeggende belangstelling. Daarom keek hij, al sprekende, niet meer naar het gezicht, maar naar de handen. Lange, smalle vingers, die rusteloos speelden met een brief-opener, een dolk„Bijna nét als Franse er een had" schoot het den Overstte te bin nen en deze onverwachte herinnering aan al datgene was vooraf gegaan en de oor zaak was van hun visite, bracht hem weer op den beganen grond. Overste Mensing keek wanhopig naar zijn vriend. Hij had, naar hij dacht, duidelijk genoeg uiteengezet waarom hij hier kwam, maar die Chinees zat daar maar met een onverstoorbaar gezicht, waarop geen enkele aandoening kenbaar was. Dr. van Buren nam Mensïng's taak over. Hij vertelde wat hij kwijt wilde zijn; de moord, de groote gele auto met dien Chinee- schen chauffeur en Chineeschen inzittende.... Kon Zijne. Excellentie hen helpen? Eindelijk begon deze te spreken. Hij be treurde het ten zeerste dat de goede vriend van zijn zoo gewaardeerde gasten op zulk. een onverklaarbare wijze verdwenen was. „En meer dan dat, mijne heeren, maar ik kan mij volkomen in uwe gevoelens indenken", klonk het zacht en hoffelijk, „ik geloof echter niet dat ik u op eenigerlei wijze van dienst kan zijn.". Scherp keek dr. van Buren den diplomaat aan. Deze zat nog even roerloos als vooi-heen, alleen de dunne vingers speelden nog steeds hun rusteloos spelof vergiste hij zich en verried het dichtknijpen der oogleden de gespannen aandacht bij dien zoon van het Hemelsche Rijk? Hij wist het niet Plotseling klonk weer Wang Koeang-Ky's stem. „Ik zie hoe teleurgesteld u bent en aan gezien het mij altijd een groote eer is, twee voortreffelijke zonen van een bevriende natie te helpen, is het mij misschien toch wel mogelijk u eenige namen op te geven. Ik Overste Mensing keek wanhopig naar zijn vriend moet er echter op aandringen dat u beiden van mijn inlichtingen een zeer bescheiden en corect gebruik zult maken. Want ik zou niet gaarne zien dat een mijner landgenooten on verdiend de dupe zou worden „Dat spreekt immers vanzelf. Excellentie. Uw verzoek was overbodig." „Ik dank u zeer. U weet dat vele van mijn landgenooten genieten van de zegeningen van het gastvrije Holland. Ik kan u een drietal namen noemen, die mij toevallig te binnen schieten, maar ik vrees toch" en nu gleed er even héél duidelijk een lachje over het strakke gelaat „dat dit onderzoek te zeer in het wilde weg is. Een speld zoeken in een hooiberg, noemt u dat meen ik? Daar is dan allereerst de oude dr. Wang Kan Yen uit Wassenaar, die een eigen auto met Chi neeschen chauffeur bezit, maar deze kan het moeilijk geweest zijn, want Dr. Wang is al zeer bejaard en gaat den laatsten tijd niet meer uit. Verder ken ik een landgenoot uit uwe koloniën, Tsang Kek Tsang, die in het Hotel des Indes vertoeft en eigen wagen en personeel bezit. En dan nog in aanmer king kunnen komen een bekende Amster- damsche suikerhandelaar Hoeng Tsi Lang, ja noteert u de namen, ze zullen voor uw Westersche ooren moeilijk te onthouden zijn dien ik alleen ken van naam. De Chinee- zen uit Indië voelen zich soms meerHollander dan Chineezen, mijne heeren. Hij is een man van grooten rijkdom en grooten invloed en moet een beroemde verzameling Chineesche kunst bezitten. Zie hier drie namen en drie auto's. V/elke kleur deze wagens echter heb ben, zou ik u onmogelijk kunnen zeggen. Trouwens vermoedelijk zijn zij niet de eeni ge. Ik hoop dat ik aan uw verlangen heb kun nen voldoen?" „Volkomen, Excellentie en onzen dank..." „Het Westen kent vele woorden, maar uw oog is welsprekender." Hij drukte op een bel. Dezelfde statige be diende geleidde hen naar buiten. In de hall stond de secretaris, die hartelijk afscheid van hen nam. „Laten we nog even naar de Witte gaan", stelde Mensing voor. „Ik kan best wat gebrui ken na dit gesprek. Die kerels, je komt er nooit achter, ik was in 1397 op Sumatra en daary ,.Een andere keer, m'n waarde" onder brak dr. van Buren, „m'n hoofd loopt om. Ik ga naar huis.", „Ja maar, wat doen we nu?" „Morgen, morgen is er weer 'n dag. Ik ben dood-op". „Dan haal ik nog even m'n grocje", besloot Mensing. „Saluutl" „Adieu HOOFDSTUK III. Toen Overste Mensing den volgenden mor gen reeds vroeg naar dr. Van Buren ging, zag hij zijn vriend al uit de verte voor het raam staan en wenken. Mensing was zóó benieuwd wat deze enthousiaste begroeting wel te be- teekenen kon hebben, dat hij van de tram sprong vlak voor het huis van Van Buren, op gevaar af tusschen een taxi en een groentewagen verpletterd te worden. „Is er nieuws?" riep hij naar boven, maar de ander kon hem niet verstaan. Hij scheen er zich trouwens ook geen tijd voor te gun nen, maar was even daarop reeds beneden om zelf den overste open te doen. Hij moest de trap wel afgerend zijn. „Nu?" vroeg Mensing gejaagd. „Ik geloof waarachtig dat we op het goede spoor zijn", hijgde van Buren, buiten adem van het trappenloopen. „Kom boven, dan zal ik je vertellen wat ik gedaan heb. Ik ver tel het je liever op mijn kamer, waar nie mand ons hooren kan. Ga vóór, je weet den weg. Zooga bij den haard zitten en neem een sigaar". „Ik zal iiever een cigaret nemen", zei Men sing ,„het is me nog te vroeg voor zulk zwaar geschut als jij daar hebt staan. Maar vertel op, ik ben gloeiend benieuwd wat je gevonden hebt". Van Buren boog zich over naar zijn vriend en fluisterde geheimzinnig. „Hij is hier ge weest. In den Haag". „Wie?" schrok Mensing. „Op den dag van den moord!" „Ja maar wie voor den drommel?" drong de overste aan. „Die meneer Hoeng Tsi Lang uit Amster dam, op den dag dat de moord, in het kan toor van Veraart gebeurd is, is hij met z'n wagen in Den Haag gezien." De overste zat een oogenblik verbijsterd. „Voor de weerga, hoe weet je dat?" viel hij plotseling uit. Van Buren haalde de schouders op: „Och eigenlijk heel eenvoudig, 't Was zoo'n plotse linge inval van me. De heer Wang Koeang Ky heeft op het gezantschap ons drie namen ge noemd. Twee Hagenaars en één Amsterdam mer. De Wassenaarsche Chinees is een oud en ziekelijk heer; de ander is, zooals ik tele fonisch van hotel des Indes hoor, naar Indië vertrokken, de derde, de heer Lang is een bekend zakenman uit Amsterdam; hij heeft een beroemde verzameling Chineesch porcelein en klein-plastnek. Het leek me het meest waarschijnlijk dat hij het kon zijn dien Oversteeg gezien had, tenminste indien er werkelijk sprake geweest is van een Chi nees in een luxe wagen met een Chineeschen chauffeur." „Nu?" vroeg de overste verbaasd. „Ik kreeg zoo juist een plotselinge ingeving. Indien de heer Lang werkelijk zulk een schitterende porcelein verzameling bezit, moest zijn naam zeker bekend zijn bij den grooten kunsthandel in Chineesche kunst dien wij in ons land bezitten; ik twijfelde er niet aan of de firma Kleykamp zou mij over Toeng Tsi Lang wel het een of ander kun nen mededeelen en dus heb ik de Koninklijke kunstzaal Kleykamp opgebeld." De overste keek gespannen op. „En?" vroeg hij ademloos. „Ik sprak met den jongen directeur, noem de mijn naam en zei dat ik als bestudeerder van Oostersche talen den heer Lang noodig had en of hij mij misschien zijn adres kon geven, want dat ik vermoedde dat hij den Chineeschen verzamelaar wel zou kennen. Heel eenvoudig, niet waar?" „En hot antwoord?".. „De heer Kleykamp gaf mij onmiddellijk het adres op, waaruit ik voor mij de con clusie trok, dat hij den heer Lang dus kende en dat deze een der getrouwe bezoekers van de kunstzaal zijn moest. Ik vi'ocg verder of de heer Lang dikwijls in den Haag kwam, of dat ik beter zou doen hem in Amsterdam op te zoeken. „U treft het niet", zei de heer Kleykamp. „De heer Lang komt maar heel zelden in Den Haag en het toeval wil dat hij gisteren juist met zijn wagen in de stad was. Hij bleef ongeveer een uur bij ons en werd daarna door zijn Chineeschen chauf feur weggeroepen. Hij scheen dringend er gens te moeten zijn, want hij vertrok om- streo»:s half vijf zéér haastig. „Zie daar, m'n. waarde, wat ik van den heer Lang te weten ben gekomen". Dr. Van Buren zweeg. De overste blies een groote rookwolk voor zich uit. Eigenlijk is het niet veel", merkte hij op. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1931 | | pagina 3