VGDR. VELSEN-YMUIDEN BEVERWUK EN OMSTREKEN De Wording van het Noordzeekanaal. Het hoofdkanaal en de zijkanalen. geïllustreerd zondagsblad HET NIEUWE DAGBLAD ABONNEMENTEN: per week 10 cents, per maand 40 cents, per kwartaal 1.20, losse nummers 3 cents. ADVERTENTIEN: 1—5 regels ƒ0.75. Elke regel «neer 15 cent. Bij abonnement belangrijke korting. Luidsprekers 'Adv. van Vraag en Aanbod 13 regels 25 cent, elke regel ïneer 10 cent. Ingezonden mededeel ingen dubbele prijs. Kantoor: KENNEMERLAAN 42, Telefoon 521. AGENTSCHAPPEN ÏJmuidcn: H. BLOK, Jac. v. TIeemskerkstraat 87; IJmuiden-OostM. N. DE WOLFF, Alb. Cuypstraat 16 eri K, WESSELIUS, Leeuweriklaan 6; Velsen-NoordJ. J. WESSELIUS, Mclklaan 62; Bever>vijk_: P. KASPERS, Groenelaan 11 w. te JAARGANG No. 27 DIRECTIE P. W. PEEREBOOM ROBERT PEEREBOOM WOENSDAG 2 DECEMBER 1931 UIT IJMUIDEN'S VERLEDEN. Terwijl op deze wijze de dijken 'werden ge stort, waren tusschen de dijken een viertal emmermolens bezig de geul te baggeren. Per dag en per vaartuig konden deze werktuigen gemiddeld 570 M3. in het profiel gemeten, verplaatsen. Ingevolge de in 1875 met Amsterdam ge troffen regeling moest voor 1884 voor reke ning van den Staat het kanaal beoosten de sluizen verdiept worden tot 8.20 M. N.AP. over een bodembreedte van 20 M. Deze ver betering, waarvan de kosten voor het ge deelte beoosten Velsen f 207.000 bedroegen, kwam in de jaren 18811883 tot stand. In de doorgraving bewesten Velsen bleken eenige wijzigingen van het plan noodig, omdat de „beloopen"' in den bodeon va.n duinzand niet te handhaven waren en de voorgeschreven boordvoorziening onvoldoende bleek. Verder achtte men een verbreeddng van het buiten- kanaal noodzakelijk om een ligplaats te vormen voor de schepen, die in de buiten haven igeien rustige ligging vonden. De verbetering van het Noordelijk beloop van het buitenkanaal en het maken der bin- mehhoofden werd door den heer P. A. Bos aangenomen voor f 592.900, de verbreedimg van het buitenkanaal en de verbetering van het Zuidelijk beloop door den heer J. G. van Hattum voor f 782.475. De kosten van deze werken zijn gedragen door de Kanaalmaatschappijde Staat ver leende in zoover zijn medewerking., dat het zand, uit de verbreeding voortkomende, voor f 250.000 ten bate der in uitvoering zijnde spoor wegwerken te Amsterdam werd aange kocht. Tot verbetering van het kanaal tusschen de Noordzeeslui'zen en Velsen werd dit vak bij overeenkomst van 24 Febrnuari 1875 tijdelijk overgedragen aan den Staat, die het zand voor de spoorwegen te Amsterdam noodig had. De bodembreedte werd gebracht op 32.30 M. en wel zoodanig, dat de geheele verbree- ding aan de Zuidzijde viel. De boordvoor ziening onderging versterking en werd nu samengesteld uit eiken palien van 4 M. lengte, waartegen 4 grenen planken, ieder van 0.28 Meter breedte werden bevestigd. De verdie ping van het kanaal met het vormen der „be loopen" benedien N.A.P. des door den aan nemer I,. Kalis voor f 348.500 «uitgevoerd; de voltooiïngswerken boven N.A.P. waren in de bestekken voor den aanleg der apoorwegwer- ken te Amsterdam opgenomen. Maar ook deze verbetering bleek voor dit kanaalvak nog onvoldoende, dar ade beloopen in het fijne zand niet waren te handhaven; om hierin verbetering te brengen werd: het Noordelijk beloop ter hoogte van N.A.P. tot 52.50 M., het Zuidelijk beloop ther hoogte van N.A.P. tot 72.50 M. uit de kanaalas terug getrokken. Tegen bet genot van het zand en een,uitkeering van f 12.000 werd de verbete ring van het Noordelijk beloop door de aan nemers W. C. Schram en C. Bosman uitge voerd, terwijl de Amsterdamisehe Ballast- •maatschappij tegen het genot van het zand zonder geldelijke uitkeering 'het Zuidelijk be loop verbeterde. Den len November 1876 was bij de opening van het- kanaal overal een minste diepte van 6.50 M. -I- N.A.P. aanwezig; in 1879 was een diepte van 7.50 M. -f- NA.P. bereikt. De ver dieping van het buitenkanaal tot 8.50 M. -r NA.P. kwam in 1882 die van het binnen- kanaal tot 8.20 M. N.A.P. in 1883 ge reed. De kosten van het kanaal met zijkanalen dijken en b oord voorden ingen benevens de binnenhoofden bij de uitmonding van het kanaal in de Noordzeehaven hebben f 10.650.000 bedragen, waaronder niet begre pen zijn de werken, die tegen het genot van het zand' door den dienst der Staatsspoor wegen werden uitgevoerd. AANGEHOUDEN. Door de politie is aangehouden zekere H., wonende te Beverwijk terzake het gesigna leerd staan in het Algemeen Politieblad voor 5 gld. boete of 2 dagen hechtenis. Daar hij de boete niet betaalde, is hij ingesloten in ■het Bureau van Politie en wordt heden tot het ondergaan van zijn straf naar Haarlem overgebracht. Sluisput voor de Noordzeesluizen met geul naar zee (1871). .Het gedeelte tusschen de Noordzee en het Wijkermeer, lang 5980 Meter, vormde de eigenlijke .doorgraving van Holland op zijn Smalst, het overige gedeelte zou, met uit zondering van de doorsnijding van het schiereiland Buitenhuizen (over een lengte van 750 M.) in het Wijkermeer (4420 M.) en het IJ (12.550 M.) worden aangelegd. De zijkanalen zouden over haar volle lengte in het Wijkermeer of het IJ worden gemaakt. Om hoofd.- en zijkanalen tot stand te bren gen werd gebaggerd: a. voor het hoofdkanaal: tusschen de Noordzee en het Wijkermeer (ontgravinig en baggering) 4.710.000 M3. in het Wijkermeer (baggering) 1.207.000 M3. hl den polder Buitenhuizen (ontgraving en baggering) 257.060 M3. to het Westelijk IJ (baggering) 2.516.000 M3. Jx voor de zijkanalen (baggering) 1.335.000 M3. Totaal 10.025.000 M3. Den 8en Maart 1865 werd de doorgraving op een afstand van 600 M. van het strand begonnen; in hetzelfde jaar nam ook het baggerwerk in het Wijkermeer een begin. Het werk der doorgraving geschiedde tot October 1872 „in den droge". In den dam aan de zijde van de Noordzee werd een afwaterings- duiker aangebracht. Het zand der doorgraving werd gedeeltelijk gebruikt voor het maken der kanaaldijken, waarheen het per werktrein werd vervoerd; gedeeltelijk (ongeveer 1.800.000 M3.) is het terzijde van de ontgraving en in de duin valleien geborgen. Toen de Noordzeesluizen en de beide bruggen gereed waren konden de dammen worden opgeruimd en vond sedert October 1872 de verdere verdieping met bag germachines plaats. De dam aan de Noordzee werd toen door een hulpbrug vervangen om den aanvoer van betonblokken van de werkplaats te. Velsen naar het Zdiderhoofd mogelijk te doen blij ven. Nadat met baggeren in de doorgraving was begonnen, kon het zand in zandisehouweii naar het Wijkermeer en het IJ vervoerd worden voor den aanleg der Kanaaldijken. Een deel van het zand uit de ontgraving is voorts naar Amsterdam gebracht om bij den bouw der spoorwegwerken te worden gebe zigd. Nadat sedert October 1872 het werk dei- doorgraving „in den natte" geschiedde, wer den de zand'schouwen rechtstreeks uit de bag germachines geladen. Indien gij nog geen abonné zijt, wacht dan thans niet langer. Abonneert U op HET NIEUWE DAGBLAD voor 10 cents per week en tevens op het voor 5 cents per week. Het Zondagsblad heefteen Gratis On ge val len verzekering voor AL zijn abonnés. WAAROM GEEN PUFVERBOD. BROCHURE VAN BELANGHEBBENDEN BIJ DE SCHAR- EN SCHOLVISSCHERIJ. Bemaling, van den sluisput voor de Noor der sluizen. Wij ontvingen een brochure van de Ned. vereeniging van belanghebbenden bij de schar- en scholvisscherij onder bovenstaand hoofd en ontleenen hieraan het volgende: „Hulp voor het Noordzeevisscherijbedrijf in dien zin, dat maatregelen zullen worden genomen tot het tegengaan van een te in tensieve bevissching der Noordzee en het sparen der nog niet tot voldoende ontwik keling gekomen jonge visch, acht de Re- geering niet noodig, aldus in zijn Memorie van Antwoord op de Rijksbegrooting van 1932 de minister van Binnenlandsche Zaken. Zij die in het netelige vraagstuk der z.g. pufvisscherij eenigszins ingewijd waren, wis ten dat de regeering sinds lang aarzelde met de uitvaardiging van een pufverbod. Dat zij echter zoo spoedig en zoo openlijk hare plannen ten deze zou opgeven, zullen wei nigen hebben verwacht. Inderdaad is liet noodzakelijk om het vraagstuk van schade- aanbrenging aan te jonge platvisch te be zien in haar geheel, lezen wij verder. Indien het noodig is om deze soort visch te bescher men, dan moeten maatregelen worden ge nomen, dat deze soort visch niet wordt ge vangen. Eens gevangen te verbieden dat zij wordt aangevoerd, is het paard achter den wagen spannen. Alvorens op de vraag „wat is puf" nader In te gaan, is het gewenseht uiteen te zetten, wat onder puf verstaan wordt. Puf is jonge schol en schar van een gemiddelde lengte van 18 c.M. Het spreekt vanzelf dat bij de visscherij ook jonge schelvisch, jonge tong en andere jonge vischsoorten worden gevan gen en gedeeltelijk over boord worden ge gooid, gedeeltelijk ook worden aangevoerd, zonder dat dit echter tot het vragen van maatregelen aanleiding schijnt te geven. Voor de vraag: „wat leert ons de schol- en schelvischaanvoer" is het nuttig het versla; van het staatsvisschershavenbedrijf over 1929 eens na te slaan. Met deze cijfers blijkt al lereerst, dat de schol in den loop der jaren met eenige schommelingen vrij regelmatig is aangevoerd, behoudens dat wat Nederland betreft in de laatste jaren, speciaal in 1930, de aanvoer een teruggang aantoont. Voor de vrij sterke daling van dat jaar kan een ver. klaring worden gezocht in den strengen win. ter van 1929, waardoor groote hoeveelheden platvisch te niet zijn gegaan. Leerzaam is ook de vergelijking van de totaalcijfers van de scholaanvoer over de jaren 1915 en 1928, welke 783,984,50 K.G. ter waarde van f 17.949.76 en 15.938.573 K.G. voor een waar de van f 3,546.692 bedroeg. In 1915 bedroeg de totaal-aanvoer van de schelvisch 32,633.947 K.G. ter waarde van f 6.912,689 en over 1928: 10.355.270 K.G. voor f 2,354.462. In gewicht zoowel als in waarde een ver mindering tot op ongeveer een derde, In zijn rapport berekent Dr. Tesc-h, dat de schol in 1924 bijna 29 pet van het gewicht van alle door Nederlandsche trawlers gevangen visch en meer dan 22 pet. van do waarde daarvan uitmaakt. Het is buitengewoon merkwaardig, dat voor verschillende reeders en zoogenaamde vis- visscherij-deskundigen de schol, waarvan de aanvoer lang zoo sterk niet is verminderd, zoo dringend bescherming noodig zou heb ben, terwijl het feit, dat de schelvischaan voer ieder jaar terugloopt en steeds minder wordt gevangen geen aandacht waardig wordt gekeurd. Dat dagelijks in groote hoe veelheden ondermaatsche visch wordt aan gevoerd, acht men van geen beteekenis, evenmin als het feit, dat in den laatsten tijd ruim 65 pet. van de te IJmuiden aangevoerde tongen van beneden 20 c.M. lengte zijn. De brochure behandelt verder de vraag „wat is pufvisscherij" en men leest hierin dat het ontegenzeggelijk is, dat de kwalifi catie „opzettelijke pufvisscherij" veel mis verstand heeft gewekt. Wanneer men spreekt van pufvisscherij zou dit een bedrijf moeten zijn waarbij uitsluitend puf wordt gevangen om door het verkoopen daarvan winst te maken. Dit nu is een onmogelijkheid, hetgeen al dadelijk duidelijk wordt wanneer men be denkt, dat het onmogelijk is om uitsluitend kleine ondermaatsche visch te vangen en in de tweede plaats, omdat de pufprijzen zoo laag zijn, dat geen enkel visscherbedrijf al leen van de opbrengst van puf zou kunnen bestaan. Men- spreekt van pufschol, puf schar, puf- hake, pufschelvïsch of radio enz. De pufschol en de pufschar worden niet door de Rijks- vischafslag te IJmuiden verkocht, omdat zij te geringe waarde heeft, maar andere puf- soorten kan men in de markt vinden, omdat zij hooger in prijs zijn. Dat de pufschol en pufschar thans in grootere hoeveelheid aan land wordt gebracht, vindt niet zijn oorzaak in het feit, dat ze thans meer gevangen wordt alleen hierin, dat er steeds meer vaar tuigen puf medebrengen, die ze vroeger over boord gooiden. Wij kunnen dus aannemen, dat reeds tal van jaren ondermaatsche viseh is gevangen en dat wel per vaartuig op ongeveer gelijke schaal als thans. Doch waar blijft dan. het motief, dat een pufverbod voor schol en schar noodig is, om den vischstand in de Noordzee op peil te houden als men zelf rustig radio, slips en andere pufsoorten in den afslag brengt? Men komt vanzelf tot de vraag, waarom sommige IJmuider reeders zoo gaarne een pufverbod zouden zien speciaal tegen schar en schol. Het antwoord dat de brochure hierop geeft zullen wij in een volgend artikel in het kort uiteenzetten. J DE SCHEEPVAART. CIJFERS OVER NOVEMBER. SCHIPPER VAN DE „EVELINE" IN GEBREKE GESTELD. DOOR DEN RAAD VOOR DE SCHEEPVAART STRENG GESTRAFT. In de maand November zijn in de havens der Hoogovens aangekomen 34 stoomschepen, waarvan 9 geladen met erts en 2 met steen kolen, terwijl 23 schepen aankwamen om een lading ijzer in. te nemen. In dezelfde maand van 1930 kwamen in deze havens binnen 30 zeeschepen, waarvan 28 stoomschepen en 2 motorschoeners. Van die schepen waren 12 geladen met erts, 4 met steenkolen, 2 met cement en 1 met fosfaat, dat is dus 8 geladen schepen meer dan thans. Er vertrokken in November ook 34 stoom schepen, waarvan 27 met een geheele of ge deeltelijke lading ijzer, terwijl 1 stoomschip bunkerkolen had ingenomen. Van deze la dingen ijzer waren er 16 bestemd voor Enge land, 5 voor Zweden, 2, voor Duitsehlancl, 2 voor Noorwegen, 1 voor Denemarken en 1 voor Frankrijk. In dezelfde maand van het vorige jaar vertrokken 27 stoomschepen, waarvan 11 met een lading ijzer. Dat er thans zooveel ladingen ijzer naar Engeland worden verscheept, zal wel een gevolg zijn van de anti-dumpingwet, welke ingediend was en nu aangenomen is. Voor de papierfabriek te Velsen kwamen in November aan 8 stoomschepen, waarvan 7 geladen met hout en 1 met houtstof, tegen in November van het vorige jaar 7 stoomsche pen, waarvan 6 met hout en 1 met houtstof. Verder zijn voor IJmuiden in November nog aangekomen 15 zeeschepen, waarvan 3 geladen met een gedeelte stukgoed voor Am sterdam, welke goederen hier werden gelost, terwijl 1 schip geladen was met visch en 7 schepen hier kwamen bunkeren. Verleden jaar November bedroeg dit aantal 31 schepen, waarvan 5 met haring en 2 met emigranten. In totaal zijn dus in de maand November in de havens onzer gemeente aangekomen 57 zeeschepen, tegen 68 in November 1930, dus thans 11 minder. Het verschil betreft echter hoofdzakelijk sleepbooten e.d. als bijleggers, want de eigenlijke scheepvaart, n.l. de vrachtvaart en dan in uitgaande richting, is gunstiger geweest dan verleden jaar in de zelfde maand. SCHEEPVAARTBERICIITEN. Binnengekomen schepen: 1 December: Zweedsch, Munkfors, Skogall. Ned., Nereus, Kopenhagen. Grieksch, Arios Marcos, Constanze. Noorsch, Brunla, Oslo. Grieksch, Eugenie S. Enbericos, B.-Aires, Duitsch, Vulcan, Transund. Engelsch, Dale Garth Force, Swansea. Ehgelsch Tringa, Liverpool. Fransch, La Rochefortcauld, Bilbao. Ned., Poula Tallo, Batavia. Ned., IJssel, Wasa. Poolseh, Wartha, Gdynia. Duitsch, Hoffnung Aberville. Vertrokken schepen: 1 December: Engelsch, The Viceroy, Llamelly. .Duitsch, Greta Glad, Hamburg. Noorsch, Coruna, Skien. Zweedsch, Patria, Rotterdam. Ned. motor, Berg en Dal, Fremington. Zweedsch, Munkfors, Bremen. MARKTPRIJZEN. Tarbot per KG. f 1.10—f 0.70 Griet per 50 KG. f 48—f 20. Tongen per KG. f 1.80f 1.25. Groote schol per 50 KG, f 35—f 31. Middelschol per 50 KG. f 32—f 33. Zetschol per 50 KG. f 38—f 31. Kleine schol per 50 K. f 34—f 10.50. Schar per 50 K. f 16.50—f 2.50. Rog per 20 stuks f 20f 18. Vleet per stuk f 3.75—f 0.65. Groote schelvisch per 50 KG. f 38f 26. Pieterman en poon per 50 KG. f 11.50f 6.50 Middelschelvisch per 50 KG. f 23f 16,50 Kleine middelschelvisch per 50 KG. f 16f 8. Kleine schelvisch per 50 KG. f 12.50f 3.50. Kabeljauw per 125 KG. f 65f 42. Gullen per 50 KG. f 18.56— f 2. Heilbot per KG. f 1.50—f 0.85. Leng per stuk f 1.35f 0.23. Wijting per 50 KG. f 4.20—f 2.30. Makreel per 50 KG. f 17.50f 5. Kool visch per stuk f 1.67f 0.23. Versche haring per mand f 3f 1.40. Gezouten haring f 2.10 per mand. LAATSTE REIS. De stoomtrawler „Jhr. Carel Herman van den Brandeler" IJm. 33 van de N.V. Nationale Stoomvisscherij keerde Dinsdag j.l. van de laatste reis der haringvisscherij terug met 37 last pekelharing. RIJKSPOSTSPAARBANK. Aan het postkantoor IJmuiden en de daar onder ressor toerende hulppostkantoren werd gedurende de maand November 1931 ingelegd 99.709.13 en terugbetaald 50.457.98. Het laatste door dat kantoor uitgegeven hoekje draagt het nummer 25286. De Raad voor de Scheepvaart to Amster dam heeft uitspraak gedaan: a. inzake het aan de.n grond stooten van het stoomvisschersvaartuig „Eveline" IJm. 115 aan de Oostkust van Engeland; b. betreffende de klacht van dien Hoofd inspecteur voor de Scheepvaart tegen den schipper van voormeld vaartuig terzake van het niet melden van het ongeval aan de ambtenaren der Scheepvaartinspectie en het niet vertoonen van het scheepsdagboek op aanvrage. De Raad is van oordeel dat uit het relaas der feiten, zooals dit hiervoren is opgenomen, duidelijk blijkt dat het aan den grond stooten van het schip aan de Oostkust van Engeland geheel te wijten is aan de onbe kwame en hoogst zorgelooze navigatie van den betrokkene. Deze beroept zich er ap, dat de stuurman hem verkeerd heeft inge licht omtrent de afwijking van het stuur- kompas. De stuurman ontkent dat, doch deze omstandigheid kan geheel buiten beschouwing blijven, omdat zulks aan de onbekwaamheid der gevolgde navigatie niets afdoet. Trouwens dat de kompassen niet gesteld zijn en zelfs de kompasfouton bij de te sturen koersen niet zijn gecontroleerd, is de eigen wil van den schipper geweest. De raad behoefd op deze wij ze v an navigeer en welke tot resul taat had dat dé schipper meenierude het Ka naal in te koersen op de Theems terecht kwam niet nader in te gaan. Deze schipper ■kan wellicht een uitstekende visscher zijn, van navigeeren heeft hij geen verstand'. De Raad had reeds aanwijzingen in die richting verkregen bij het onderzoek van het ongeval op 12 Juli 1929 aan het stoomvisschersvaar tuig „Gerard" IJm. 316 overkomen. Hetgeen thans is geschied, heeft dien indruk volkomen bevestigd. Iemand, die zulk een gemis aan kennis van navigatie vertoont, is als schip per een gevaar voor schip en bemanning. Een strenge straf acht de Raad hier geboden. De klacht is, wat het eerste gedeelte be treft gegrond en is voor het overige niet be wezen. Het verweer van den schipper, dat •hij het voorgevallene niet van voldoende ge wicht achtte, gaat wat den tweeden keer betreft, niet op. Reeds uit het feit dat bij de pogingen om los to komen de stuurketting is gebroken, blijkt dat -dit geval van erasti- gen aard is geweest. Te dezer zake kan ech ter met een berisping worden volstaan en de Raad straft den schipper terzake van de klacht door het uitspreken van een beris ping; terzake van het door zijn daad of na latigheid veroorzaakte ongeval, door hem de bevoegdheid to ontnemen om als schipper te varen voor den tijd van zes maandien. AFGEBROKEN REIS. De stoomtrawler „P. Az. Timmers" IJm. 201 keerde Dinsdag uit zee terug omdat er iets in de schroef zat. Men onderzoekt thans wat het zijn kan. VELSEN HET PLAATSELIJK STEUN" COMITé. DE OPRICHTINGSVERGADERING. De raadszaal van het gemeentehuis bood Dinsdagavond een eigenaardiger), aanblik. De zetels der raadsleden waren weggenomen en in de plaats daarvan stonden tal van stoelen. De belangstelling voor de oprichting van het Plaatselijk Steuncomité was zeer groot. Meer dan 150 personen waren aan wezig. Achter de bestuurstafel hadden plaats ge nomen de burgemeester onzer gemeente en de heeren F. Bosman, wethouders van soci ale aangelegenheden, W. van Doorn, veri ficateur der gemeente-financiën en R. S. v. d. Veen. adj .-directeur der N.V. Vereenigde ijsfabrieken te IJmuiden. De burgemeester sprak het openingswoord en zeide, (Jat het hem genoegen deed, zoo- velen aanwezig te zien. Spr. wees er op, dat er velen zijn, die niet profiteeren van de steunregeling en ook stille armen zou men willen steunen. Over de wijze waarop de steun moet ver leend, zeide spr. dat het niet moeten zijn kruimels van onzen disch, maar een bewijs van onze achting, van medegevoel voor onze medemenschen. Spr. zeide dat er een bestuur van 20 leden zal komen en dat de gemeente ver deeld zal worden in 17 districten. Voor elk district zal een lid van het hoofdbestuur de leiding hebben en ieder lid zal zich 6 leden assumeeren, waarvan 3 voor het ophalen van bijdragen en giften in natura en 3 voor het onderzoek van wie steun noodig hebben. De voorzitter verklaarde dat de vergade ring het bestuur zelf kan kiezen, doch dat er een lijst van 20 ledén klaar lag. die kon worden voorgelezen. Spr. wilde nu gaarne aan de leden het woord geven. De heer J. A. Dalmeyer zeide te hopen, dat er ook in de geestelijke ontspanning zou worden voorzien, vooral voor de jongeren. Spr. vroeg hoe men stond tegenover het Na tionaal Crisiscomité en maakte nog verschil lende andere opmerkingen. De voorzitter zeide dat het zal worden overwogen of. men van het comité een af- deeling van het Nationaal Crisiscomité zal maken. Het bestuur van het Nationaal Co mité heeft nog zoo weinig losgelaten, dat het goed is, als we ons licht in Den Haag opsteken. Als wij aan 't werk. gaan, is het ook de vraag of we alle ingezamelde gelden aan het Nat. Comité zullen moeten afstaan. Aan geestelijke ontspanning zal voldaan worden, als het geen politiek wordt. Wat de vraag over levensmiddelen betreft,'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1931 | | pagina 1