DE BILT Hef klooster op den Sf. Bernhard Jongensboeken. Nieuwe Uitgaven. HET NIEUWE DAGBLAD IJMUIDEN HET CARBID-GEVAAR. Reeds eenige smalen wezen wij op het ge vaar, hetwelk carbid oplevert hij een onoor deelkundig handelen. Wij hadden hiermede hoofdzakelijk het oog' op het gooien van bus sen carbid op dek van trawlers. De laats ten 'tijd bemerkten wij dat men in het algemeen werkelijk voorzichtiger 'te werk ging, door de -bussen langs een loopplank te laten glijden. Nru echter zagen wij een staaltje van ergerlijke onvoorzichtigheid, eenige sto kers 'gooiden namelijk met de bussen. Wij willen dezen menschen toeroepen: „Weest -toch voorzichtig, vooral met het leven van ande ren'". BEVORDERING VAN EEN PUFVERBOD. DE MINISTER ZAL MAATREGELEN NEMEN. In de Memorie van Antwoord op het voor- loopig verslag der Tweede Kamer over Bin- nenlandsche Zaken deelt minister Ruys mede, dat hij besloten heeft de tot standkoming te bevorderen van een aanvoerverbod van puf. ST. NICOLAAS BIJ DE BUURTVEREENIGING „CENTRUM". De buurtvereeniging „Centrum" heeft. St. Nicolaas uitgenoodigd Zaterdag 5 December een rondrit te maken. Leden en begunstigers, die St. Nicolaas bij zich aan huis willen ont vangen, wordt verzocht naam en adres op te geven bij sigarenmagazijn J. Tellier, Kanaal straat 73 en bij den heer H. K. Jansen, Wil lemsplein 15. Leest U reeds een ochtendblad? Neem er dan HET NIEUWE DAGBLAD ??Js avondblad bij. V;-::-- Het klooster Sb. Bernhard wordt gesloten. De monniken uit dat wereldbekende klooster, aan den grooten St. Bernhard pas gelegen in de Alpen, zullen hun werkzaamheden tot hulp en steun aan verdwaalde toeristen en reizigers verplaatsen en naar Tibet vertrekken. Jaar in jaar uit hebben de paters gereed ge staan voor hun menschlievend werk, dat thans tenminste op den St. Bernhardpa-s, afgeloopen is. Hun vertrek hangt samen met- het feit. dat het bestijgen der Alpen veel gemakkelijker geworden is dan vroeger door de steeds verbe terde verkeersmiddelen waardoor het aantal ongelukken hoe langer hoe kleiner is gewor den. Slapte in het bedrijf dus, om het zoo eens te zeggen maar een slapte die vreugde brengt. Het klooster ligt aan een klein meertje in de Alpen in de nabijheid van den grooten St. Bernhardpas. Deze pas bevindt zich in het Zwitsersche kanton Wallis op de grenzen van De prior met Leo, die op driejarigen leeftijd al 32 reddingen gedaan heeft. VRIJDAG 4 DECEMBER 1931 meldt: Hoogste barometersband 770.1 mjvl. te Biarritz en Toulouse. Laagste barometerstand 726.3 m.M. te Hinn. en voorspelt: matigen tot krachtigen Zuid-Westelijken tot Zuidelijken wind, zwaar bewolkt of betrokken met tijdelijke opklaring, regenbuien en wei nig verandering in temperatuur. Uit het buitenland Van Spitsbergen tot op den Oceaan ligt een langgerekte voor van lagen luchtdruk. Ten Zuiden en Oosten daarvan waaien met storm- snelheid luchtmassa's van hoog'e tempera tuur, die de winterkoude uit geheel West- en Midden-Europa verdrijven en terugdrijven naar Oost-Eurcpa en de Balkan. Over IJsland stroomen de koude lucht massa's uit de Poolzee langs den zestigsten breedtegraad naar het Westen. Waar de warme strooming de koude terugdringt regent het zwaar. In de warme strooming zelf wisselen periodes van regen af met periodes van opklaring. In het Zuid-Westen blijft de luchtdruk hoog. De hooge druk in Finland is thans ver naar het Oosten teruggedrongen, voorloopig is zacht weer te wachten met krachtigen wind en nu en dan regen. het Piemonteesche Dosta-dal en vormt de scheidingslijn tusschen de Fransche en de Zwitsersche Westalpen. Napoleon is indertijd, het was in 1800 van 1521 Mei, over dien pas getrokken. Hij liet in de kapel van het klooster een gedenkteeken aanbrengen voor den bij Marengo gesneuvelden generaal Desaix, die daar bijgezet werdTer herinnering aan dien overtocht is er nog een zwart marmeren plaat aangebracht. Het klooster ligt op een hoogte van 2472 Me ter boven den zeespiegel en is het hoogste winterverblijf in de Alpen. De sneeuw blijft er meestal 9 maanden liggen. Wanneer het St. Bernhard klooster inge steld werd, is onzeker. Men ze'gt. dat Bernhard van Men tone in 962 reeds het klooster gesticht heeft, doch pas in oorkonden uit 1125 is er voor het eerst sprake van. Het huidige klooster dateert van 1680 en werd in 1822 verbouwd en vergroot. Het aan tal monniken, koorheeron der Augustijnen, bedraagt tusschen -de 20 en 30. Hiervan wo nen er echter 10 of 12 met 7 knechten (maro- niers) in het klooster. Er is een rijke biblio theek aanwezig en fraaie collecties munten en oudheden Men weet. dat de monniken een bepaald soort honden de St. Bernhardhondenhebben afgericht om verdwaalde en onder sneeuw be dolven toeristen op te sporen. Maar afgezien daarvan zijn de honden ook nog onontbeerlijk voor de paters zelf. daar zij de eenige be trouwbare gidsen zijn. die het pad toonen ge durende de zoo talrijke sneeuwstormen. Men heeft wel gedacht, dat alleen de op het hospitium gefokte honden van de zuiverste af stamming zijn. Doch dit is onjuist. In alle bergachtige streken van Zwitserland waren die honden inheems-ch. Wel heeft het ras zijn beroemdheid en zijn naam ontleend aan het klooster op den St. Bernhard, omdat zij daar vooral gefokt werden en vooral daar hun- diensten bewezen. Enkele der daar aanwezige' honden hebben een grooten naam verworven door redding van talrijke verongelukte men- schen. Die honden dragen om hun nek een klein flesehje cognac, en beginnen zoodra zij een verongelukten reiziger gevonden hebben te blaffen, waardoor zij de monniken te hulp roepen. Deze brengen de geredden dan in het klooster waar 80 bedden voor de mannelijke vreemdelingen gereed staan. De vrouwelijke «asten logeeren in de dependance aan de everzijde, St. Louis. De reizigers worden liefderijk opgenomen en verpleegd zonder eenige kosten. Daar de mon niken tot verschillende volken behooren spre ken zij onderscheidene talen zoodat ze zich met de meeste reizigers kunnen onderhou den. Binnenkort zullen zij hun klooster gaan verlaten. Mogen zij in Tibet hun menschlie vend werk voortzetten op plaatsen waar zij voor dat werk meer gelegenheid hebben dan i thans op den grooten St. Bernhardpas. LETTEREN EN KUNST Het nieuwste boek van Dick Laan Rudi's Spaansche Avontu ren. (Uitg. van Holkcma en Wa- dorf, Amsterdam). Di-ck Laan zet er spoed achter. Na.Het Ge heim, van. den zwarten Monnik en De Raad van Zeven is Raidi's Spaansche Avonturen reeds zijn derde jongensboek. Begonnen met zware romantiek, kwam hij in De Raad van Zeven reeds meer op den beganen grond en Rudi zou misschien in het geheel geen ro mantisch avontuur hebben beleefd, wanneer zijn oom Hansen te Malaga heim niet te lo geeren had gevraagd. Daardoor raakt hij met zijn vriend Max. als zij in de Middel- landsche Zee' dicht bij Gibraltar over boord zijn geslagen, in handen van Spaansche smokkelaars en worden zij op koop van een losprijs opgesloten in de ruïne van een- oude kerk boven op een rots, waar zij mis schien zouden zijn omgekomen, wanneer zij niet door Pedro, een nobelen jongen Span jool gered waren geworden. Dit is een stukje romantiek, dat in een jongensboek volkomen gerechtvaardigd is en zelfs het wonderlijke toeval, dat de eerste man, dien zij na hun bevrijding ontmoeten, een Hollander en daarbij nog wel een Hol- landschen stiervechter is, zullen de jeugdige lezers dadelijk accepteeren. En ook wij zullen er allerminst over vallen-, te meer niet, om dat Dick Laan met Rudi en Max twee zulke aardige, gewone Hollandsche jongens heeft gegeven. Het beste gedeelte van dit nieuwste boek van den in Haarlem zoo bekenden auteur is wel de eerste helft, waarin Rudi en Max nog in Holland zijn- De vriendschap tusschen deze twee jongens heeft Dic-k Laan zonder eenige sentimentaliteit uitstekend en vooral gezond beschreven. En er zit ook een goede paedagogische leant zonder eenige opzet- telijkh-eid aan dit verhaal. Het geeft den jongens een mooi idee van ronde, eerlijke j sportiviteit. Hoe uitstekend is de beschrijving van den zeilwedstrijd op de Kaag, wanneer Rudi het eerst den finish passeert, maar opeens het wedstrijdvlaggetje strijkt, omdat hij of schoon niemand dit gezien heeft een boei heeft geraakt en hij nset onverdiend wil win nen. En geen jongen zal zeker ongevoelig blijven voor het daarop volgende hoofdstuk, wanneer Rudi geopereerd wordt en Max in zoo groote angst verkeert voor het leven van zijn vriend, met wJen hij na een ruzie niet tijdig vrede heeft kunnen sluiten. Dat is een voortreffe3ijk fragment, dat ook ons ouderen, als liee'l zuiver en zeer gevoelig treft. De reis naar Spanje brengt geen climax. In dat tweede deel is Laan beneden mijn ver wachting gebleven.. Zijn beschrijvingen van Malaga, Grana-da en het Alhambra heb ik persoonlijk niet zonder genoegen gelezen, maar mij interesseerde dat speciaal, omdat ik in Spanje geweest ben en mij dit alles be kend is. Maar voor jonge lezers, die misschien nooit buiten hun land zijn geweest, is dit al les heel anders. Die zullen dat vee'l minder belangwekkend vinden, vooral omdat het voornamelijk bij beschrijving blijft. Jongens willen in hun hoeken een doorloopend ver haal en dat heeft Dick Laan wel wat te veel vergeten. Reisbeschrijving alleen is voor jon gens niet voldoende. Rudi en Max beleven in Spanje wel enkele avonturen, maar die zijn l:e fragmentarisch om jlonge lezers blijvend te boeien. En maar zeer weinigen onder hen zullen voldoende op de hoogte met de zeil- sport zijn om de wedstrijden „technisch" te kunnen volgen. Ook is het een fout tot twee keer toe een der jongens bij storm over boord te doen slaan en beide keeren door zijn vriend te doen redden. Eén maal zou ruim voldoende zijn geweest. Maar om de hartelijke en trouwe vriend schap tusschen Rudi en Max, den vlotten, na tuurlijken dialoog, den zuiveren toon en den gezonden, frisse hen geest zou ik dit boek toch in handen van heel veel Hollandsche jongens wenschen. Dick Laan belooft een der beste schrijvers voor de jeugd te worden. Het boek is alleraardigst door E. Reydon geïllustreerd Floris van den Aemstel. Twee B. S.ers onder de Journalisten (Uitg. P. D. Bolle Rotterdam). Met Henk van Vuuren en Wim Beukers de twee' H.B.S.'ers die wij al kenden van vroegere avonturen zitten wij midden in de romantiek. Wat de twee jongens thans weer beleven als helpers van den journalist Van Rijn, die twee Bolsjewieken op de groote internationale conferentie te Den Haag in hun pogingen om de Fransche en Duitsohe diplom-aten te gen elkaar op te zetten, ontmaskert, is lang niet voor de poes. Floris van den Aemstel heeft er slag van zoo'n detective-verhaal zóó smakelijk op te disschen, datde jonge lezers er geheel in mee zullen leven en de fantasie voor hen werkelijkheid zal worden. En hij heeft een vlotte pen. De beschrijvin gen van het journalisten-milieu in de Rid derzaal op het Binnenhof is zoo levendig en natuurlijk, dat het mij niet zou verwonde ren, wanneer Floris van den Aemstel het pseudoniem van een onzer bekende dagblad schrijvers is. Toch heeft hij dit keer zijn boek blijkbaar niet geheel kunnen vullen met de avonturen van de twee H.B.S.'ers en hij heeft er daar om een lang verhaal tusschen gelaseht van 'n paar Engelsche jongens en een meisje, die met een motorboot in een zware mist op de Noordzee afdrijven en op een onbekend rots eiland terecht komen, waar 17 Canadeesche soldaten tijdens den oorlog na een schip breuk zijn geland en reeds 10 jaren op hun bevrijding wachten. Dit verhaal is eigenlijk het beste deel van het boek. Het is fantas tisch en herinnert aan de hoeken van Jules Verne. Uitstekend bijvoorbeeld het hoofdstuk, waarin de manschappen van de Spook-es- conade, die 10 jaren afgezonderd van de we reld hebben geleefd, voor het eerst wonder van de radio ondergaan en bijzonder goed ook de landing van de matrozen van den En- gelschen kruiser aan het slot. Daar zit wer kelijk fantasie in, dat is romantiek, die wij den jongens van harte gunnen. Een boek, dat goed geïllustreerd door Jan Lutz zijn weg wel zal vinden. J. B. SCHUIL. Verder ontvingen wij ter aankondiging van de uitgevers P. D. Bolle, Rotterdam: N. J. P. Smith, Prop's Voetbalclub. J. Kannegieter, De Dood i,u de Zeilen. Jef. Bruyninckx, Het vuur op de Rots. Van Valkhoff en Co. Amersfoort: J, H. Horemans. De Jacht op het Radium. Van de Nederl. Jongeren Boekerij Utrecht: IJoh. W. Eekhof. De Zwerftocht van de Zeemeeuwen. Van de Gebr. Kluitman,, Alkmaar:. J. Stamperlus. Va,n 3 jongens en een vrijen Zaterdag. N. K. Bieger, De Jongen van de Plaggen hut. J. G. Kramer, Jan Pieterszoon Coen. J. Stamperius. Het Leven van Michiel Adriaansz. de Ruyter. C. Goudriaan. Jaap uit de zesde klas. J. Stamperius. Jongensleven. Theo Frank Bertus Flier in het Wilde Wes ten. Van Holkcma en Warendorf, Amsterdam: Rein Valkhoff. Het Meezennest in de Alpen. Leven en Dood in Sing-Sing. Lewis E. Lawes, directeur van de New Yorkscibe gevangenis Sing-Sing heeft dit boek geschreven met de bedoeling ,,d'e hoofdtrek ken" van het crimi n a Lite i-tsproible eante geven Hij heeft den gevangene van nabij bestu deerd en deelt zijn ervaringen en gevolg trekkingen uit de praetijk mede. De vertaling is van dr. Joh-a. W. de Stoppelaar. Uitgever is Schellens en Giltay, Amsterdam. Drie tegen allen. In dit boek verhaalt Sheila Kay-e Sonibh op ontroerende wijze van de liefde van eenige menschen. De „drie" worden getroffen door meedoog-enloaze slagen, één stort, doch de beide anderen houden het hoofd hoog. Het is een goed boek. Annie Hirsch vertaalde het en de Uitg. Mij. Holland te Amsterdam gaf het uit. Uit de kast van kabouter Kandat. Door de N.V. van I-Iolkema en Warendorf's Uitgeversmij. te Amsterdam is uitgegeven een bundel verb?'en voor de jeugd van A. D. Hildebrand, met teekeningen van Wam Heskes. „Publieke Werken". Wij ontvingen het Decembernummer v-an het maandblad „Publieke Werken", dat zoo- als steeds een zeer verzorgden indruk maakt. J. M. de Cass-eres uit Eindhoven vervolgt zij-n beschouwingen over de grondslagen der dorpsuitbreidin-g en ir. J. L. Incikel zijn ar tikel over het „al dian niet bouwen op ver hoogden grond"'. Verder bespreekt ir. C. B. van der Tak bij eenige afbeeldingen het nieuwe begraafplaats gebouw te Oud-Leuisden en vraagt N. A. Felix on-ze aandacht voor den -dienst van Openbare Werken en Bouw- en WoningtoezicM te Breda. Nog enkele andere onderwerpen worden be handeld, terwijl de aflevering met de ge bruikelijke korte rubrieken sluit. Babbit. De tweede druk van Sinclair Lewis' Babbit in de vertaling van J. H. Pauls is uitgekomen, in de serie Goed en Handig bij van Holkema en Warendorf's Uibgeversmïj N.V. te Amster dam. De wind wakkert aan Dit boek van de Zweedsche schrijfster Hagar Olsson, vertaald door M. J. Mol anus-Stam perius handelt over de verschillende opvat tingen dor moderne jeugd. Het is hier en daar met socialistische denkbeelden gekruid. Een boek, dat stof geefft tot nadenken en ons -tot het einde boeit. Mogen wij scheiden? In dezen roman valt de schrijver do huidi ge echtsdieidfegswo-ede aan. L. Thomas Thomson ver taaide het boek uit het Ameri- kaansoh., terwijl J. Philips Kruseman in Den Haag heit uitgaf. Sprookjes en Vertellingen van Andersen. De volledige verzameling Sprookjes en Vertellingen van Andersen vertaald uit het Deensch door en met een voorrede van dx. W. van Eed en, met 96 platen, waarvan 48 ge kleurd en tekstversiering van Rie Cramer, zal verschijnen bij W. de Haan te Utrecht in 12 afleveringen, waarvan wij de eersite ont vingen. DE COMPONIST D'INDY GESTORVEN. PARIJS, 3 Dec. (B.T.A.) De componist Vincent d'Indy is plotseling' in den ouderdom van ruim 80 jaar overleden. Hij werd in 1851 te Parijs geboren en was de oudste componist van Frankrijk, die tot het laatst een schep pende kracht demonstreerde. In Maart van dit jaar was de grijze componist, ter gelegen heid van zijn 80sten verjaardag, enthousiast gehuldigd. Vincent d'Indy was de oprichter van de Schola Cantorum, die zoo veel goeds voor het Fransche muziekleven heeft gedaan. De Schol-a herstelde in Frankrijk de tradi tie der oude nationale meesters; en de bewon- dring voor het Gregoriaansch, voor de muziek der meesters van de vroege meerste\imigheid. Van groote beteekenis is in dit verband zijn werk „Cours de composition musicale". Van zijn werken noemen wij „Forêt enchantée", „Wallenstein", „Chanfc de la cloche", welk laatste in 1885 den Grand Prix van de stad Parijs behaalde. Belangrijke werken uit zijn rijpere jeugd zijn „Poème des montagnes" voor piano, de „Symphonie cévenole" en de opera „Ferval", de latere symphonieën en de sonates voor piano en viool, de strijkkwartetten .zijn Trio voor piano, clarinet en cello. DE AUTOMATISEERING VAN DE TELEFOON. Te Deventer zal Zaterdag 12 December de automatische telefooncentrale in werking treden. De nummers liggen in1 ide reeks 2001 tot 5000. ORGANIST A. W. RIJP OVERLEDEN. Woensdagavond is overleden de heer A. W. Rijp, organist van de Nieuwe Kerk te Amsterdam. WIELRIJDEN ZESDAAGSCHE TE KEULEN. Uit Keulen: Donderdagavond is d Zesdaag- sche wedstrijd geëindigd. De eindstand luidtS 1. Schoen/Goebel 279 punten. 2. Huertgen/Mi ethe 92 punten. Op 1 ronde: 3. Tietz/Rieger 316 punten. 4. Pijnenburg/Bulla 248 punten. 5. Oszmella/Braspenning 194 punte*. Reeds had het grootste deel van het publiek Donderdagmorgen tegen zes uur de baan verlaten, toen Frankenstein plotseling een spurt inzette en er van door ging, zich los makende van het peleton. Dit wekte groote verontwaardiging bij de andere renners, die in een zeer matig gangetje bij elkaar hingen en zich reeds gereed maakten voor de neutra lisatie. Frankenstein wrd van zijn fiets ge- stooten. Hij ontstak daarover m zóó groote woede, dat hij zijn rijwiel oppakte en daar mee op de het dichtst bij hem zijnde renners insloeg. Er ontstond een groot tumult; ook omstanders, die zich ermee bemoeiden en wederzijds partij trokken, raakten handge meen, zoodat tenslotte de politie op de tribu ne en op het middenterrein verscheen en met den gummiknuppel de vechtenden uit een dreef. Waarschijnlijk is het optreden van den Keulenaar Frankenstein veroorzaakt door een zenuwinzinking. Hij had zich reeds den geheelen avond en den geheelen nacht sterk opgewonden om het rijden van zijn partner Buschenhagen, die elke poging van Frankenstein om de positie van het koppel te verbeteren weer bedierf en geen enkelen aan val van den Keulenaar voortzette. Hierdoor zakte het koppel van de derde plaats. ARROND. RECHTBANK. DE AANSLAG OP DEN ZAND" VOORTSCHEW JACHTOPZIENER. Men zal zich herinneren, dat op Zondagmid dag 20 Sept. een 33-jarige jachtopziener te' Zandvoort door een strooper met een mes aangevallen is en onder den linkerschouder gewond. Deze strooper, een 63-jarig arbeider uit Haarlem stond thans terecht. Hem was ten laste gelegd poging tot doodslag, poging tot zware mishandeling of mishandeling. De strooper was dien middag herig met na zien van strikken. Hij had, toen de jachtopzie ner hem naderde, eenige nieuwe strikken naast zich liggen en een mes open in zijn hand. De jachtopziener gelastte hem het mes weg te stoppen, waaraan de strooper voldeed, door het geopend in zijn zak te laten glijden. Vervolgens wilde de jachtopziener den stroo per uit het duin verwijderen, waaraan de laatste niet voldeed alvorens zijn strikken te hebben nagezien. Gezamenlijk liepen zij toen 'n 300 M. naast elkaar voort, de strooper links, terwijl de ander aan zijn linkerarm de nieuwe strikken droeg. Toen zij een gezelschap van eenige dames en heeren naderden, riep de strooper plotseling: „Hier heb je ee'n men- schenvanger!" Hij greep naar de strikken, draaide zich half om en stak den opziener meb het mes van achteren onder zijn linkerschou der. Deze verdedigde zich met zijn stok. Aldus heeft de zaak zich voorgedragen vol gens den jachtopziener en de twee getuigen nl. de heeren, die het geval op 15 M. afstand hebben gezien. Deze laatsten verklaren ook nog, dat de strooper, bij de nadering, het ge opende mes in de hand had. Hij heeft na de steekpartij tegen een hunner gezegd: ,,'t Zal zoo erg niet wezen. Jammer, dat ik 'm niet doodgestoken heb". Aan de politie heeft hij bekend gestoken té hebben. Op de zitting van gisteren echter kon hij zich niets meer herinneren van het ste ken. „Als een brieschende leeuw kwam de opzie ner ineens op me toe", zei hij. „Ik ben heel gemoedelijk met hem meegegaan, want ik had niks geen haat of nijd tegen hem. Hij is een goeie jachtopziener. In de 6 jaar, dat ik 'm ken, heb ik maai' één bekeuring gehad. An deren kunnen mij er wel 2 of 3 op 'n dag ma ken. Ik ben wel 'n berucht strooper en een dronk aard en ik heb veel straf gehad, maar nog nooit heb ik iemand naar het leven gestaan. Als ik dat had willen -doen, had ik het eerder gedaan, op de wandeling onder 4 oogen. Ik heb die week zoowat niet geslapen wegens het strikken zetten, ik was altijd in de weer, dronk 'n borrel om wat op te knappen ik moet krankzinnig geweest zijn op dat oogenblik. Ik weet het niet meer, niets meer". De Officier, rar. Paardekooper Overman acht de poging tot doodslag niet bewezen, daar het opzet tot dooden niet bewezen kan worden. De houding van verdachte is eigen aardig. In het begin zeide hij tegen de politie, dat hij het mes gebruikt had ter verdediging. Uit de getuigenissen is wel gebleken, dat dit niet het geval is. Later ze'i hij dat hij niet ge stoken had en nu weet hij 't niet meer. De Officier acht de daad geniepig, omdat hij stie- kum het mes onder de wandeling weer uit den zak gehaald heeft. Het is geen gewoon knip mes, doch een vast, openstaand mes. De wond was volgens den deskundige gevaarlijk. Hij eischt dan ook een strenge straf, nl. 2 jaar ge vangenisstraf met aftrek van preventief, re kening houdend met de onverschilligheid van verdachte, die na de daad rustig weer aan zijn strikken ging. De verdediger mi'. H. O. Drilsma achtte op zet om te dooden niet aanwezig en daarom poging tot doodslag ook niet. Als verd. opzet gehad had, zou hij den dood slag eerder gepleegd hebben en hiet gewacht hebben tot hij de getuigen genaderd was. Er is verder door den deskundige verklaard, dat de wond gevaarlijk was. Welnu, dan is er van poging tot zware mishandeling geen sprake, dan is de zware mishandeling al voltooid. Hij pleit dus vrijspraak. Mocht de rechtbank; echter wel een schuldig verklaring uitspreken dan vraagt verdediger verzachtende omstandigheden in aanmerking te willen nemen. Be inbraak in het Kenaupark. In den nacht van -r op 10 Nov. is in een huis aan het Kenaupark ingebroken. Een bedrag aan geld van ongeveer 11 gulden volgens de dagvaarding, eenige sleutels, een gouden hor loge en wat sigaren zijn toen ontvreemd. De verdachte is op den avond voor de daad uit Amsterdam gekomen, is hier zonder bedoe ling uitgestapt, naar leegstaand huis gegaan, via den zolder waarvan hij een naastgelegen huis is binnengedrongen. Daar hij eenig ru moer hoorde, wachtte hij tot het stil was. Toen ging hij naar beneden en sloeg zijn slag. De bestolene schat het bedrag op ongeveer f 26, Verdachte, die bekent, maakt een zeer onverschilligen indruk. De Officier vraagt een gevangenisstraf van 1 jaar met aftrek van preventief. Verdachte's strafregister is niet schoon, in zijn jeugd heeft hij in een rijksopvoedingsgesticht vertoefd. Mr, J. v. d. Vegt pleitte clementie, daar z.ï. de man het slachtoffer is der slechte econo mische toestanden. Bovendien is er een dief stal in Hilversum tegen hem aanhangig, waar mee de rechtbank rekening mee zal moeten houden. Uitspraak is bepaald in beide gevallen op; heden over 14 dagen. Het wereldberoemde klooster.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1931 | | pagina 2