UIDSPREKERS HET NIEUWE DAGBLAD VRIJDAG 4 DECEMBER 1931 TWEEDE BLAD PROVINCIALE STATEN. BEHANDELING PROVINCIALE BEGROOTINGEN. DE VIJFDE° ZITTING. Donderdagmorgen half elf werden de alge™- ine beschouwingen over de Provinciale be- jgroofcing en die der bedrijven voortgezet. De Commissaris der Koningin Jhr. Mr. Dr. :A. Roëll is afwezig. Deze zitting wordt gepre- ïsideerd door het lid van Gedeputeerde Sta- 'ten A. H. Gerhar d. De heer Van der Walle (SD.A.P.) be- tpleit om met kracht de voorgestelde open- bare werken uit te voeren, opdat de provin cie een goed voorbeeld voor de particulieren Ikan zijn. Daarbij doet hij een beroep op Ged. Staten, om zooveel mogelijk de natio nale industrie te bevorderen, omdat dit ook ieen mooi middel voor de werkloosheidsbe strijding is. De overheid mag ook in geen enkel opzicht tolereeren, dat de achturige arbeidsdag overschreden wordt. Ook hierin imoet zij de particulieren voorgaan. Spreker bestrijdt uitvoerig den communist Beuze- jmaker, die hem. leugens verweten had. Met [kracht wierp de heer Van der Walle dit ver- .wijt van zich af en meende, dat zoowel de [werkgevers al de werknemers hem wel vol doende kenden om te weten dat hij altijd 'de waarheid tot de arbeiders spreekt, ook jals hij hen in dezen, tijd ernstig heeft voor behouden, 0111 hun macht niet te misbruiken. [Spreker zou op den weg der waarheid blij- iven voortgaan en sprak de hoop uit, dat de. ^heer Beuzemaker dit óók zou doen en hem; daarbij zou steunen. Mevrouw Ringelin g-Verhoeff Christ.-: Hist.) spreekt haar groote waardeering uit: co or hetgeen het provinciaal electrisch be drijf doet voor de vrouwen inzake voorlich-. ting bij het electrisch koken. Hiermee wordt; een mooi sociaal werk verricht. Zij meent' echter, dat de verkoop van de apparaten niet; tot de taak van het provinciaal bedrijf be hoort. Mevrouw B oissóvaim-Pij nappeli (V. B..) bespreekt de positie van het verple-: ge'nd-personeel in de provinciale ziekenhui- zen en het Werkliedenreglement. Tegen al te, groote bezuinigingen laat zij een waarschu wende stem hooren. Het is niet goed, om ver pleegden te vroeg te ontslaan, omdat later; blijkt, ook in hun huwelijk, dat ze niet als: volwaardig beschouwd kunnen worden. De heer Van de Va 11 (S.D.A.P.) zegt, dat de noodlijdende tuinders niets hebben aan woorden, ook niet met die van den com munist Beuzemaker. De tuinders kunnen al leen door daden gebaat worden. Spreker is: echter niet pessimistisch. Volgens hem zal' de tuinbouw, als deze abnormale tijden weer; achter den rug zijn (de heer Van de Vall' gelooft daaraan), weel* een tijdperk van bloei tegemoet gaan. Hij is echter van meening,, dat het nu de tijd is, om een waarschuwend; woord tot de tuinders te richten. Zij moeten, zich namelijk niet meer op het telen van éénl product toeleggen. Tot dusver was het al leen kool, kool en nog eens kool. De nood-i iottige gevolgen daarvan zijn nu helaas maar' al te duidelijk te zien. Verder is spreker van oordeel, dat de tuinders het voorbeeld van. de arbeiders moeten volgen. In normale tij den nemen de arbeiders maatregelen, om de1 gevolgen van de werkloosheid te bestrijden., Ook de tuinders zijn volgens hem verplicht,! een vakorganisatie te stichten. De heer Zeeman (S.D.A.P.) bestrijdt de| vrijzinnig-democratische politiek. De vrij-' zinnig-democraten hebben het nu nog' steedsi over de „zegeningen" van de Landarbeiders- wet. De plattelanders hebben volgens hem' meer van de politiek der sociaal-democraten te wachten. Er is veel te lang gewacht met het verleenen van steun aan de tuinders. De heer Braakman (R.-K.) bespreekt; eveneens de crisis in den tuinbouw. Het moet voortaan voorkomen worden, dat de tuinbouwers door middel van verstrekte bon nen in hun noodzakelijk levensonderhoud moeten voorzien. Een middel is een flinke' steun van de provincie. Dankbaar is spreker voor de door Ged. Staten toegezegde com missie van onderzoek. Wel dient even opge merkt te worden, dat de tuinders zoo zoetjes aan genoeg beginnen te krijgen van commis sies. Zij willen nu wel eens gaarne daden (Zien. De heer Weiss (Middenst.) heeft ge dacht, dat de financieele positie van de pro-' vincie zóó goed was, dat een belastingverhoo ging niet noodig geweest zou zijn. Er is vol gens hem bij het samenstellen van deze be grooting niet de minste poging gedaan, om bezuinigingen te verkrijgen. Ook deze spre ker begrijpt niet, waarom Ged. Staten met geen enkel woord in hun memorie van ant woord van de huidige crisis gerept hebben. Zij hebben gedaan alsof er geen vuiltje aan de lucht was. In dezen moeilijken tijd had men niet met een voorstel tot belastingver- hooging moeten komen. Hij dient een voor stel in, waarin Ged. Staten worden uitgenoo- digd, met voorstellen tot bezuiniging te ko men tot bijvoorbeeld ee'n bedrag van vijf pro cent van het eindbedrag der begrooting op dat belastingverhooging niet behoeft plaats te hebben. De heer Wendelaar (R.-K,) vereenigt zich met de crit-iek, die Woensdag geleverd is door den heer Lambooy tegen het te werk stellen van werkloozen uit Drente bij het leggen van een kabel tusschen Laren en Hil versum. Ook volgens spreker moeten de werk-' loozen vair de eigen streek den voorrang ge-; nieten. Hoewel hij van huis uit huiverig isl voor 'het systeem van koopen van apparaten! op afbetaling. Maar men heeft hem verze kerd, dat die vrees niet zoo groot behoeft te zijn als de overheid ziclr met dien verkoop belast. Te één uur wordt de vergadering geschorst tot kwart voor twee. DE ZESDE ZITTING. Donderdagmiddag kwart voor twee begon de zesde zitting van de Provinciale Staten ter behandeling van de provinciale begroo ting en diie der bedrijven. De heer Verbeek (R.-K,) geeft als zijn wcnsch te kennen, dat wanneer het provin ciaal electriciteitsibedrijf apparaten op afbe taling verkoopt, het overleg met de instal lateurs zal plegen. De heer Ringers (Chr.-Hist.) bepleit steun van de Nederlandsche industrie, opdat zij aan de concurrentie het hoofd kan bie den. De heer Dein Exter (S.DA.P.) heeft den indruk, dat het met de brandweer ira de pro vinciale ziekenhuizen niet in orde is. Ook vestigt hij de aandacht op het groote percen tage ziektegevallen onder het verplegend personeel. Hij vraagt of Ged. Staten daarom trent eens een statistiek willen laten aanleg gen. Mevrouw MiedemaZ onder v a 11 (S. D. A. P.) vestigt de aandacht op de be voorrechte positie van het Provinciaal Zie kenhuis nabij Santpoort tegenover de zie kenhuizen. Dumembosch en Medemblik. Zij Is van meening, dat wie den toestand der geesteszieken wil onderzoeken, dit niet in één, maar in alle provinciale ziekenhuizen moet doen. De heer S e e g e r s (comm.) constateert een. „gebrek aan lijn" in de politiek in dit ge west. Hij critiseert hierbij alle andere par tijen, speciaal de R. K. en S. D. A. P. Den heer Bcnians verwijt hij, dat nog geen enkele maatregel is genomen ter voorziening in den nood der tuinders. De belastingverhooging heeft voor den arbeider veel meer beteekenis, dan voor de bezittende klasse. Het is voor een arbeider heel wat moeilijker, om één cent neer te tellen, dan voor de «bezitters", om eenige duizenden guldens af te staan. Voor den arbeider be teekent die eene cent een. stuk van zijn leven. Dat is met die dui zenden guldens toch niet het geval. Den toestand van de noodlijdende tuinders be sprekende, was hij van oordeel, dat ze on middellijk geholpen moeten worden, want ze lijden honger. Met woorden worden ze niet gevoed. Ze willen daden zien..Het is de po litiek van de bezittende klasse, zegt sipreker, om het proletariaat nog meer naar beneden te drukken. Dit bewijst volgens hem deze be grooting, die hij een klasse-document noemt. De arbeiders-klasse wordt steeds meer „uitgebeend". Men zal eerst betere toe standen krijgen, als de burger-oorlog kornt, want deze is een oorlog tegen den oorlog. De bourgeoisie moet vernietigd worden. De heer Vu li k (R.K.) bestrijdt den heer Lambooy wat den vacantïetoeslag betreft. 1 Den. heer Beuzemaker zegt hij, dat de com munisten niet aan de Boonische en Chris telijke arbeiders behoeft te vertellen, wie hun vijanden zijn.. Voor deze arbeiders is hun geloof en hun brood hun, hoogste goed. Dit laten zij zich niet af koopen met een bord lin- zenmoes van de communisten. De heer Van der Waerden voert als algemeen rapporteur liet woord. I-Iij verde digt het electrisch koken, boven dat op gas en olie. Dit is voor alle gezinnen van het grootste belang. Hij bestrijdt den heer Korff wat het koopen op afbetaling betreft. De be swaren tegen dit instituut worden tot een minimum beperkt, wanneer het provinciaal electriciteitsfatoriek zich daarmee belast. Door middel van het electriciteitsnet in de provincie kan men aan een groot massa-ver langen naar radio-distributie voldoen. Het antwoord van Ged, Staten. De heer B 0 m a n s (R.K.) bestrijdt het voorstel van den heer Weiss, waarin Ged. Sta ten worden uitgenoodigd om met bezuini- gingsvoorstellen te komen tot een bedrag van' vijf procent van het eindbedrag der begroo ting voor 1932. Dit voorstel lijkt spr. niet ernstig. Geen enkel college zou daartoe in staat zijn. Elke cent van deze begrooting is rijpelijk overwogen. Aangezien dit voorstel als niet ernstig kan worden beschouwd, ver z,oekt hij den Staten, het te verwerpen. Hij bestrijdt ook het voorstel 0111 een millioen uit het Wegenfonds terug te nemen. Den heer Guépin antwoordt spreker, dat Ged. Staten niet een te ruime dekking van finan ciën hebben, maar een te geringe. Hij komt geld te kort om den wegenbouw ten uitvoer te brengen overeenkomstig den wil van de Staten. Met ernst ontraadt hij aanneming ook van. dit laatste voorstel. Er kan niets uit het Wegenfonds gemist worden. Uitvoerig ver dedigt de heer Bomans zijn financieel be leid. Hoewel het voor Ged. Staten verleide lijk was om uit het reservefonds te putten, hebben zij dit niet gedaan. Ze zijn gekomen rnet hun voorstel tot belastingvenhooging, om het reëel volgen van de reeds acht jaren gevoerde financieele politiek mogelijk te maken. Daaroan bestrijdt hij het voorstel van den heer Asscher om niet tot belasting verhooging over te gaan. Het is het ernstig voornemen van Ged. Staten om na te gaan op welke wijze liet aantal opcenten in de volgende jaren verlaagd kan worden. Slechts in de uiterste noodzakelijkheid zou mis schien overwogen moeten worden of het in komen van het provinciaal 'soneel ver laagd moet worden. Als het wegenvraagstuk niet tussc'henbeide was gekomen, dan. zou er nu een reserve van zeven millioen aanwezig zijn. Toch is er in de laatste acht jaar zóó goed gefinancierd, dat er nog een behoor lijke reser'-^ is. De hee akw .1 c h (A.R.) dankt voor den lof, die door ge leden aan heb adres van den directeur der bedrijven gebracht is. Hij be strijdt uitvoerig de meening' van den heer Asscher, dat een directeur de twee bedrij ven niet kan beheeren. Spreker herinnert er aan, dat de heer Asscher in een rede, die deze op 15 April 1923 gehouden heeft, precies het tegenovergestelde heeft beweerd. Spreker vindt het jammer, dat de heer Asscher ook dit vergeten heeft. De heer Bruch zeg'o met nadruk, dat Ged. Staten het volste vertrou wen hebben in den heer Van Oldenborgh, niet alleen naar aanleiding van wat zij zelf hebben waargenomen, maar ook krachtens binnengekomen rapporten van «en raad van toezicht. Uitvoerig beantwoordt spreker de technische beschouwingen van de heeren Mr. Slingenberg en Wendelaar. Om niet voor onverwachte moellij Mieden te komen, is het noodig een derde turbine in bedrijf te- bren gen. Den lieer Wandelaar antwoordt spreker, dat het in het algemeen, aan het provin ciaal beheer te danken is, dat een billijke prijs voor den electrischen stroom berekend kan worden. Wanneer men aan verschil lende particuliere instellingen overgeleverd was, zouden ook verschillende prijzen be taald moeten worden. Het is niet de bedoe ling, dat op de apparaten winst behaald wordt. Hét cadeaustelsel be teekent hier al leen het wekken van belangstelling. Het kan dus niet beneden de waardigheid van de overheid zijn. Het zou wel verkeerd -zijn, als het weeldeartikelen betreft, maar het be treft artikelen van nuttig huishoudelijk ge bruik. Te vijf uur wordt de zitting geschorst tot heden Vrijdagmorgen half elf. HET NIEUWE DAGBLAD wordt een volledig blad -i dus lal ook een rubriek van Vraag en Aanbod Advertenties niet ©nthr@k©n. Deze advertenties krijgen den veelxcgg enden naam „Luidsprekers". ieder in Velsen, I3niuiden, Beverwijk enz., die iets te koop of te huur heeft aan te bieden of te vragen, die personeel noodig heeft of zichzelf voor een betrekking wil aanbevelen enz., zal door middel van deze advertenties zijn (haar) wensch luid kunnen uitspreken tot drieduizend ontvangers van ons blad. En het zal hem (haar) al heel weinig kosten, luidsprekers worden „kwartjes"-adverteniies, 15 regels 2B cents. Iedere regel meer 10 ets. uitsluitend tegen contante betaling in te zenden bij ons kantoor: Kennemerlaan 42, Hmuitien, of een der elders in dit nummer genoemde agenten. De oplaag van 3000 exemplaren per dag van HET NIEUWE DAGBLAD wordt door ons gegarandeerd. Brieven op Luidspreker-Advertentiën worden dagelijks en gratis thuisbezorgd. TWEE ONZER INDUSTRIEëN ZWAAR GETROFFEN. Engelsch invoerrecht heeft funeste gevolgen GLASFABRIEKEN TE SCHIEDAM WORDEN STOP GEZET. Naar wij in het Handelsblad lezen zullen de Vereenigde Glasfabrieken te Schiedam van half December tot half Januari stop gezet worden. Tengevolge van de heffing van een invoerrecht van 50% in Engeland gaat het geheele afzetgebied daar te lande verloren en een nieuw afzetgebied is in dezen tijd niet terug te winnen. Er zijn 500 arbeiders ont slagen. In Januari zullen, naar bet zich laat aanzien, na een reorganisatie, de fabrieken de fabricage toch slechts voor 20% kunnen hervatten. Door het invoerrecht wordt ook zwaar ge troffen de fabriek te Moordrecht van de Ver eenigde Tapijtfabrieken, die na de staking, pas weer in werking gesteld is. Deze fabri ceert cocosvezelartikelen en ook daarop wordt 50% geheven, waardoor van een mededinging met de Engelsche nijverheid geen sprake meer is., SCHEPEN IN NOOD OP DE ZUIDERZEE. Op de Zuiderzee zijn Donderdag twee sche pen in nood geraakt. De „Nieuwe Zorg", schipper W. van Wijngaarden, op weg van Amsterdam naar het Breezand, geladen met rijshout, is gezonken. Het andere vaartuig, de „Mededinger", heeft de opvarenden in Ênk- huizen aan wal weten te brengen. Bij Kuinrs is een Volendammer botter aan den grond geloopen. De reddingboot „Hilda" van Lemmer verleende assistentie. URKER BOTTER GESTRAND EN VLOT GEBRACHT. De motorbotter U.K. 41 is Woensdagmorgen op den strekdam te Scheveningen geloopen, doch na eerst nogmaals binnnen de haven hoofden gestrand te zijn, Donderdag bij hoog water geheel vlotgebracht. aan het woord. Voor den inhoud dezer ruloriek stelt de Redachtie zich niet vcrantiooordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. HET INTERNATIONAAL SEINBOEK. Een mens'Ch is nooit te oud om te leeren. Daarom ben ik J, dan ook danikbaar voor zijn recensie in uw blad van 2 November j.ï. over 'het internationaal seinboek. Doen als men leest moet men goed lezen. Ik schreef niet over het verkeer met kapen en vuur schepen, doch tu'ssohen de schepen onderling en dan kosten de telegrammen geen geid. Ik herinner mij fo.v. dat een mijner maats den kapitein vroeg een telegram te mogen zenden aan zijn broer aan boord van een ons pas- seerend schip. De kosten bedroegen 3 cent, wel'k 'bedrag hem natuurlijk kwijtgescholden werd. Ook het bezwaar van het aanzetten van 'dynamo's etc. weegt niet zoo zwaar ine er, daar tegenwoordig op zeer vele schepen dag en naCht electrisch licht gebruikt wordt op de donkerste plaatsen van -het schip. Ook hebben vele schepen een dag- en nacht dyna mo. Voor den dag weliswaar een zwakke dynamo, doch voor de draad-looze voldoende stroom leverend. Dat er onderhandelingen gevoerd worden om het internationaal sein boek uit te 'breiden, was imlj niet 'bekend. Daar J. echter schrijft dat deze C. D. F, G. nummers zullen worden, rijst bij mij het ver moeden. dat dit ten 'behoeve van rum-runners is om elkaar te kunnen melden hoeveel vaten zij aan boord hebben. Deze zaak heeft echter geen levensbelang en dus bastaa. K. Iedere pagina van dit blad is interessant En zoo blijft het! ¥©©R DE MSffPlElIf De echfe Sf. Nicolaas (Een verhaal voor grootere kinderen) Wim Brons was een jongen van elf jaar en hij had juist sedert enkele da gen 'n groote ontdekking gedaan. St. Nicolaas bestond niet! Een paar oudere vriendjes op school hadden hem verteld, dat die goede en heilige man al sinds een paar honderd jaren dood was en dat je de cadeautjes van je Vader en Moe- jder en andere familieleden ontving. Hoewel Wim reeds iets vermoed, (had, was de zekerheid die hij nu kreeg toch een plotselinge en ver drietige schok voor hem. Het was bet, of er nu een heeleboel van het prettige feest verloren zou gaan. Met alle macht probeerde hij de gedach te aan den „gestorven Sinterklaas" opzij te zetten. Maar de verhalen die men hem gedaan hacl waren zoo overtuigend geweest, dat bet niet Jukte. Het akeligste was, dat hij er niet eens met Vader .over spreken kon, want hij was bang, dat er dan ook' voor zijn ouders veel genoegen weg zou zijn op St. Nicolaas-avond. Zijn kleine zusje Anne ontliep hij dien middag zooveel mogelijk. Het zeven jarige meisje dat vol was van den op handen zijnden feestdag, zou na tuurlijk met hem over den Sint ge sproken hebben. In gedachten ver zonken zat Wim 111 het prieeltje in den tuin en dacht na over hetgeen hij allemaal gehoord had van de oudere jongens. Wat moet ik nu doen? dacht Wim. Als straks aan tafel over Sin terklaas gesproken wordt, moet ik natuurlijk net doen, of ik er niets van weet. Maar is dat wel eerlijk te genover vader en moeder? Vergeet niet, dat alles nog zoo nieuw voor Wim was, dat hij er nog geen voldoenden tijd voor gehad had er een anderen kijk op te krijgen, anders zou hij natuurlijk tot de slot som hebben moeten komen, dat het juist het aardige van het St. Nico- laasfeest is, dat iedereen weet dat de Sint er in persoon niet meer is, maar dat alle menschen tegenover elkaar net doen of hij er wèl is. Va der en moeder zouden hem deze „oneerlijkheid" natuurlijk graag en heel gauw vergeven hebben. Maar zoo ver was Wim nu eenmaal nog niet en daarom maakte hij er een echte gewetenszaak van. Hij tracht te een oplossing te vinden Zoo was hij in zijn gedachten ver diept, dat hij niet eens het steentje voelde, dat met een sierlijke boog tegen zijn rug aanpatste. Eerst het tweede kiezeltje, dat iets grooter was misschien en met wat meer kracht gegooid kan zijn geweest, deed hem omzien. Hij keek in het lachende ge zicht van Frans Bogaart, zijn buur jongen. Hoewel Frans ruim een jaar jonger was dan Wim en een klas lager zat, waren de twee buur jongens groote vrienden. Wim's ernstige gezicht deed Frans met lachen ophouden. Haastig kwam hij over de schutting geklauterd en vroeg: Is er wat? Ach welnee, zei Wim, maar op zoo'n toon en met zoo'n iesegrimmig gezicht, dat hij evengoed had kun nen zeggen: Ach welja! Frans keek zijn vriendje eens achterdochtig en onderzoekend aan, doch hij herinnerde zich ineens, dat hij over de schutting geklommen was om Wim iets bijzonders te ver tellen over een Indianenboek, dat hij zoo juist uitgelezen had. Hij be gon dus met dadelijk een verhaal te doen van een hoofdstuk uit het prachtige boek, dat ze misschien weieens konden na-spelen van den zomer, met de andere jongens. Hij had de rollen zelfs al verdeeld in gedachten. Hij zou Snelvoet zijn en Wim zou Arendsoog worden, dan kon Piet ter Wouw spelen voor Don José de Bazan, een Mexicaan en dan kon Maar Wim hoorde nauwelijks wat Frans allemaal te vertellen had. De zomer was nog zoo ver af. Nu was het November en over een week zou het St. Nicolaas zijn. Zeg, vroeg Wim ineens aan zijn vriend, aan wie heb jij je ver langlijstje voor Sinterklaas gege ven? Aan vader, zei Frans met een beetje verbazing in zijn stem, waarom? Ja, zie-je, begon Wim moeilijk dat is het 'm juist. Waarom ge ven de kinderen hun verlanglijstjes altijd aan hun vader en moeder, inpiaats van dat ze zelf voor een briefje en een enveloppe en post zegel aan Sint-Nïcolaas zorgen. Heb jij weieens een brief voor den Sint op de post gedaan? Ilc nog nooit en Maar daar zorgen je ouders toch altijd voor, riep Frans verbaasd uit, tenminste bij ons is dat al tijd zoo geweest en ze hebben het nog nooit vergeten, want ik heb al tijd een van de cadeautjes gekre gen, die op mijn lijstje stonden! Natuurlijk, zei Wim met betee kenis in zijn stem. Wat bedoel je nu eigenlijk? vroeg Fran-s een beetje licht-geraakt over het geheimzinnige waas dat er over het gesprek lag. Luister es, sprak Wim zachtjes geloof jij aan SinterMaas? W-w-wat b-bed-doel je? stot terde Frans en hij liet er snel op volgen: Natuurlijken min der zeker kwam er achter: Ten minste ik geloof van wel, dat ik aan hem geloof Frans maakte zijn zin niet af, want hij zag hoe Wim verdrietig met zijn hoofd van „nee" schudde. Zou je denken? vroeg\ Frans. Ze hebben mij op school ook zooiets verteld, dat Sinterklaas ge storven was en-zoo en dat het alle maal maar grapjes en verrassingen waren van de menschen onder el kaar en-zoomaar dat kan toch ook wel heelemaal niet waar zijn Wim! Frans, zei Wim resoluut, ik ga den Sint een brief schrijven. Ik koop zelf een postzegel en ik zal hem zelf op de post doen. Vol spanning wachtte Frans op de terugkomst van zijn vriend. Die verschenen spoedig met een stukje postpapier en pen en inkt in het prieeltje. De twee jongenshoofden bogen tezamen over het tafeltje dat midden in het kleine huisje stond en als twee samenzweerders fluis terden en overlegden zij met elkaar, hoe en wat zij aan Sinterklaas schrijven zouden. Na een ernstig wikken en wegen schreef Wim het volgende briefje, keurig netjes, terwijl Frans toekeek of zijn vriend het goed deed. Lieve en goede Sint-Nicolaas, Frans en ik danken U heel erg voor al de prachtige geschenken die wij van U gekregen hebben op de vorige keeren dat U jarig was. Dezen keer zou Frans zoo graag een Indianenboek willen hebben en ik, Sinterklaas, zou, als U er mis schien nog een over heeft, heel erg blij zijn met een windbuks. Als U de cadeaux te groot vindt, zouden wij ook al erg blij zijn met wat an ders, maar zoudt u dan willen stu ren een chocolade-letter Z en een chocoladeletter Y, dan weten wij dat U onzen brief persoonlijk ont vangen heeft. Misschien wilt U ons alleen maar een briefje schrijven en dat zouden wij het prettigste van alles vinden. Met onze groeten, Sinterklaas, WIM BRONS FRANS BOGAART Weet je heel zeker, vroeg de se cure Wim, dat je geen Indianen boek op je verlanglijstje gezet hebt, dat je aan je Vader gegeven hebt? Heel zeker, bevestigde Frans. Goed-zoo, mompelde Wim, ik heb geen windbuks gevraagd en nu zullen wij eens zien of de echte St. Nicolaas bestaat of niet. Op de enveloppe kwam te staan: Den Goeden Heer Sint Nicolaas, Madrid, in Spanje. Samen brachten de beide vrien den den waardevollen brief naar het postkantoor, waar een postzegel ge kocht werd en waar de belangrijke en geheimzinnige brief met klop pend hart in de wijde brievenbus gestoken werd. Met v/elk een span ning werden de daarop volgende da gen de postbestellingen ten huize van de families Brons en Bogaart geïnspecteerd. lederen avond was het eerste was er in het prieeltje gefluisterd werd: Heb je iets ont vangen? Niets was telkens en prompt het antwoord. De dagen gingen voorbij en zes December schoof hoe langer hoe dichter aan. De avond van vijf December werd in beide families met grooten luister gevierd. Geheimzinnige en onver wachte paketten werden ontvangen en opengedaan. Onzichtbare handen wierper met okkernoten en hazel noten en rozijnen Wim en zijn zusje raakten hoe langer hoe meer opgewonden. De eene verrassing volgde op de andere. Wat een geschenken hadden zij allen al niet gekregen! Toen opeens klinkelde weer dave rend de bel in de gang. Vader en Moeder schrokken er ook van op. Ga eens gauw kijken Wim, riep mijnheer Brons, wat kan dat zijn! Voordat zijn vader nog uitgespro ken had, stond Wim al in de voor deur, die hij snel opengedaan had. Voor hem, op de stoep, lag een klein wit pakje. Wim bukte z-ich en raapte het op. Niewsgierig betastte hij het, terwijl hij er vlug mee naar binnen liep om te zien welk adres er op stond. Vader en Moeder en Anne keken nieuwsgierig naar hem uit toen hij de kamer binnenstapte. Het is alweer voor mij. zei Wim met een kleur van opwinding. Laat es kijken, riep zijn Vader, die net deed of hij het zaakje niet bijster vertrouwde. Heusch! riep Wim lachend uit. Kijk maar, daar staat het: Wim Brons. Heb je ooit, riep mijnheer Brons teleurgesteld uit, het staat er werkelijk. Doe als-je-blieft gauw open joh, ik knap bijna van nieuws gierigheid! Met zenuwachtige vingers knoopte Wim het touwtje los, vouwde het pakje open en daar lageen cho coladeletter Y Vol verbazing staarde Wim naar zijn cadeau. Toen riep hij heel hard en luid; Dank je wel, Sinter klaas! Mijnheer en Mevrouw Brons ke ken elkaar een oogenblikje vragend aan en zij begrepen niet goed, waar die groote blijdschap in Wim's stem aan toe te schrijven was. Zoo ge weldig was het cadeau toch niet. Zelfs bij zijn mooie teekendoos had hij niet zoo hard en blij ge schreeuwd. Ongeveer hetzelfde tooneeltje deed zich voor bij de familie Bogaart, waar Frans' jongste broertje van zes jaar een pakje in de gang vond liggen met het opschrift: Frans Bo gaart. Toen Frans het openmaakte lag op het witte papier voor hem een chocoladeletterZ! De grootste verrassing echter volgde den zesden December! Frans lag nog fijn wat na te soe zen in zijn bed, toen zijn lcleine broer verrukt naar boven kwam rennen tot vlak voor hem. Frans, kom gauw, riep de klei ne baas opgewonden, Sinterklaas neeft voor jou nogeens gereden in de huiskamer! Met één sprong stond Frans naast zijn ledikant en snelde de trappen, af. Links van den haard lag bij de cadeautjes voor zijn broertjes een prachtig dik Indianenboek met ge kleurde platen en rechts van den schoorsteen stond'11 vrindbuks! Op de kolf stond met krijt de naam van Wim Brons! Het spreekt vanzelf, dat Frans zich in een oogenblik aangekleed had om zijn vriend te gaan halen. Die stond perplex te kijken natuur lijk naar de mooie windbuks, die in een andermans huis op hem wachtte, Frans en Wim keken elkaar veel- beteekenend aan. van den echten Sinterklaas, zei Wim, terwijl hij voorzichtig de wind buks uit zijn hoekje tilde. Ja, van den echte, zei Frans en klemde het Indianenboek nog steviger onder zijn linkerarm. Eerst lange lange jaren daarna, Frans en Wim geloofden .toen al lang niet meer aan het werkelijke bestaan van den goeden Sint, kwam het voor hen zoo onbegrijpelijke antwoord op hun brief uit. Mijnheer Bogaart, die zijn zoon wilde roepen om aan tafel te komen had heel toevallig het gesprek dei- jongens gehoord. Hij kende den Di recteur van het postkantoor en vroeg heni of 'hij den brief voor Sint-Nicolaas beantwoorden mocht. Gelukkig hadden de afzenders hun namen ook op den achterkant van de enveloppe gezet, zoodat de post directeur, die smakelijk lachen moest om het gebeurde, mij'nheer Bogaart den brief kon overhandigen'. Het is gelukkig niet onze laat ste Smt-Nieolaas-surpriise geweest, lachte de student Wim Brons maar zóó verrast als toen zullen wij toch niet gauw meer zijn. Dat denk ik ook niet, beaamde de student Frans Bogaart, het was een onverklaarbare zaak voor ons allebei, vader. Maar zeker is, dat wij er toen vreeselijk blij mee wa ren. Ik heb de buks nog! vertelde Wim. En het Indianenboek staat in het boekenrekje op mijn kamer, ver klaarde Frans.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1931 | | pagina 5