BINNENLAND
Pas Vijftien jaar
geleden
HET NIEUWE DAGBLAD
DINSDAG 8 DECEMBER 1931
HOE HET ONGELUK MET „DE
OOIEVAAR" GEBEURDE.
Over twee düken en slooten in
een rijstveld
MOTOREN EN VOORSTEL IN DE CABINE
GEDRUKT.
HET LUIK OORZAAK VAN HET NIET
LOS KOMEN.
Over het ongeluk met de Ooievaar seint
Aneta nog uit Bangkok:
De Ooievaar was hier Zaterdagmiddag met
twee passagiers aan boord aangekomen,
waarvan één voor Bangkok en kolonel
Brinsmead voor Amsterdam. Te Bangkok
kwamen nog twee passagiers aan boord, n.l.
de Nederlanders A. Borg, vertegenwoordiger
van de firma George Dralle, die naar Ran
goon mee zou vliegen, en de Franschman
Baudart, adviseur van het ministerie van
justitie, die naar Marseille zou vertrekken.
Beide heeren waren Woensdag reeds per
trein naar Penang vertrokken, doch keerden
terug, daar de spoorlijn door de overstroo
mingen onbegaanbaar was gemaakt. De heer
Baudart miste daardoor de boot te Medan en
wilde toch het Kerstfeest thuis bij vrouw en
kinderen doorbrengen. Daarom besloot hij de
reis per vliegtuig te maken.
Het vliegtuig startte Zondagmorgen om 5 u.
30. Het was toen reeds voldoende licht. De
machine taxide het geheele veld af. Dit duur
de lang. doch geschiedde goed. De Ooievaar
kon blijkbaar niet los van den grond komen.
Aan het einde van het veld bevindt zich een
sloot waar overheen werd gewipt. Het vlieg
tuig stootte tegen een kleinen dijk aan de
overzijde, trok door een volgende sloot heen,
doch verloor het landingsgestel. Vervolgens
is de machine met den buik over den grond
van het padi-veld geschuurd. Ze boorde met
de drie motoren door een volgenden dijk.
Door den ontzettenden schok zijn de motoren
en het voorstel door de cabine gedrukt, waar
na het toestel over den kop sloeg.
De heeren Borg, Baudart, Kotte en Van
Onlangs werden op slag gedood.
De gewonden werden met den eersten trein
naar het ziekenhuis te Bangkok gebracht.
Hier is Wiersma om 11 uur overleden.
De overledenen zijn Zondagmiddag naar
Bangkok vervoerd, waar zij aan het station
werden opgewacht door de Hollandsche ko
lonie, welke zeer onder den indruk was. Ook
waren reeds verschillende Hollanders en
Franschen naar het vliegveld Don Muang ge
gaan. Bij aankomst te Bangkok werden de
lijken naar het hospitaal vervoerd, wa.ar zij
den volgenden morgen vroeg zouden worden
begraven.
De machine is totaal vernield.
De mail is op het vliegveld Don Muang op
geslagen. De mailzakken zijn deerlijk geha
vend, doch intact gebleven, uitgezonderd twee
zakken welke zijn gescheurd en gedeeltelijk
ook waterschade hebben bekomen.
Kingsford Smith arriveerde hier Zondag
morgen op zijn doorreis naar Engeland. Hij
betuigde zijn deelneming en vertrok later
naar Rangoon.
De bemanning van de Ekster, welk vlieg
tuig juist Zondag (uit Nederland) te Bangkok
aankwam, is zeer onder den indruk van het
gebeurde.
Baudart wilde met Kerstmis thuis
zijn.
De heer A. Borg, die tot de omgekomenen
behoort, was vertegenwoordiger van de par
fumerie-fabriek van Dralle te Hamburg. Hij
moest naar Rangoon. De heer Baudart, een
Franschman, had te Medan de boot gemist
en wilde toch voor Kerstmis thuis zijn.
Volgens de bij de K.L.M. ontvangen berich
ten bestaan de verwondingen van den heer
Brinsmead in een schedelbreuk en eenige ge
broken ribben. Men hoopt, dat hij zal her
stellen. De toestand van den marconist Van
Zadelhoff is zeer gufistig. Hij is slechts licht
bezeerd en klaagde over pijn in den rug.
Op verzoek van de familie zal het stoffelijk
overschot der drie dooden naar Nederland
i overgebracht worden. Maatregelen om het
met een mailboot te vervoeren, zijn reeds ge
troffen.
Meening van den heer Plesman.
Het Handelsblad heeft een onderhoud ge
had met den heer Plesman, die zeide:
„Onbegrijpelijk", dat is de indruk, welken
men op het hoofdkantoor van de K.L.M. aan
den Hofweg, te Den Haag, van het ongeluk
op het vliegveld van Bangkok heeft.
Onbegrijpelijk.
Dat woord herhaalt de heer Plesman tal
van malen, als we met hem in zijn kamer het
ongeluk, dat zijn maatschappij heeft getrof
fen, bespreken. De heer Martin zit erbij. Ook
hij begrijpt het niet, al weet hij precies de in
de telegrammen beschreven situatie aan ons
uit te leggen.
Onbegrijpelijk. Was er maar eenigen twijfel
geweest bij Wiersma toen het toestel niet van
den grond kwam dan was er niets gebeurd.
Maar nu is het onbegrijpelijk.
Weer dat woord. Men begrijpt dit ongeluk
in zijn vollen omvang nog niet. Vijf dooden in
eenen. Het is wel heel veel. En dat terwijl
alles zoo goed ging op het oogenblik. Onbe
grijpelijk, al is me zeer duidelijk, wat er ge
beurd is.
En dan vertelt de heer Plesman omtrent
het luik.
Het luik is boven stuurhutten aangebracht
op verzoek van den veiligheidsdienst. Nu kan
zoom luik een enkele maal eens een voordeel
brengen, maar nu heeft het Wiersma toch
dit geleverd.
Wat voor mij onverklaarbaar is, aldus de
heer Plesman verder, is, dat Wiersma na 400
M. zich niet heeft afgevraagd wat er aan de
hand was, dat het toestel niet van den grond
wilde. Hij zal waarschijnlijk een snelheid van
circa 100 K.M. gehad hebben, doch dat had
geen beletsel behoeven te zijn om het toestel
weer tot staan te brengen. Zooals gezegd is,
het vliegveld van Bangkok is 1400 M. lang en
het verkeerde in zeer goede conditie. In de
moesson kan het wel eens slecht zijn, maar
de laatste berichten van den bestuurder be
vatten steeds mededeelingen dat het terrein
keihard was.
Was het toestel te zwaar geladen? Waren
er niet te veel passagiers aan boord?
Neen, met een betrekkelijk licht toestel had
dit ook moeten gebeuren en te zwaar geladen
was het toestel niet. Bij 1000 K.M. benzine
kan 750 K.G. lading meegenomen worden. En
er was slechts 560 K.G. ongeveer aan boord.
Te zwaar was het toestel dus niet geladen.
Trouwens de afstand Bangkok—Rangoon is
slechts-' Vier uur vliegen, waarmede Wiersma
eventueel met het benzine innemen rekening
had kunnen houden, als dit noodig was ge
weest. Doch dat was niet noodig, zooals u uit
de berekening ziet.
Was er maar eenige twijfel geweest, maar
het zwaaien van den Siameeschen officier
heeft hij waarschijnlijk als een groet be
schouwd, want- Wiersma heeft nog terugge-
zwaaid, weinig vermoedend dat hij zijn dood
tegemoet snelde.
Dat hij geen oogenblik twijfel heeft gekoes
terd, blijkt wel uit het feit dat hij het toestel
na 300 a 400 M. weer niet heeft laten uit-
loopen.
Ook al heeft hij na meer dan 700 M. be
grepen, wat er aan de hand was, dan nog had
hij het toestel tot staan kunnen brengen.
Maar ook al heeft hij op het laatste oogenblik
willen remmen met de wielremmen, dit had
hem op dat oogenblik toch niets meer kunnen
baten. Daarvoor dienen de wielremmen trou
wens ook niet.
Onverklaarbaar is het. Er moet voor Wiers
ma geen aanleiding geweest zijn voor iets,
dat niet in orde was.
Overigens, Wiersma's karakter kennende,
kan ik me begrijpen, dat hij bij zich zelf zal
hebben gedacht: Doorzetten. Hij heeft beslist
in de vaste overtuiging geleefd, dat het toe
stel wel van den grond zou komen.
Regeeringsdeclneming.
Namens den minister van koloniën heeft
heden morgen ir. J. Blackstone, ï'ègeerings-
commissaris bij de K.N.I.L.M., de directie der
K.L.M. de deelneming van den minister be
tuigd.
Wiersma heeft willen doorzetten.
De Maasbode geeft nog' de meening van
den heer Thomson, stationschef van Schip
hol, als volgt weer:
„Ja", zei de heer Thomson, „het is ver
schrikkelijk. Die luiken hebben ze n.l. ge
maakt om de bemanning als ze bij een nood
landing in de klem raakt, gelegenheid te
geven zich te redden. En nu zijn er vijf man
nen door gedood, door dat lamme luik. En je
kunt het je zoo voorstellen, hoe dat gegaan
moet zijn. Het is warm in de stuurhut en
Wiersma zet het luik open. Een oogenblik
later, als hij gaat starten is hij liet luik ver
geten. Je hebt dan wel andere dingen, die je
volle aandacht in beslag nemen, of je machi
ne goed rolt, of je goed vooruitkomt en zoo.
Hij ziet nog een Siameesch officier iets wij
zen. Dat begrijpt hij natuurlijk niet. We ma
ken dat zelf hier zoo dikwijls mee. Als we iets
Wijzen naar den piloot terwijl de motoren
draaien, dan wuift hij vriendelijk terug,
denkt dat het een groet is.
Wiersma wist natuurlijk van den prins geen
kwaad, kent de machine door en door, heeft
er al zoo lang mee gevlogen. Wat duivel, die
machine moet toch van den grond, het gaat
toch altijd, misschien zuigt het een beetje.
Maar- intussehen was door dat beroerde
luik zijn lieele vleugel verknoeid.
Zoo kan ik me indenken, dat het gegaan Is.
NEERLATEN VAN BOOMEN BIJ
EEN SPOQROVERGANG.
Moet de wachter eerst
waarschuwen
CASSATIEBEROEP VAN HAARLEMSCH
SPOORWACHTER VERWORPEN.
De Hooge Raad heeft, naar de Tel. meldt,
Maandag uitspraak gedaan in een kwestie,
die van principieel belang is voor de verplich
tingen der Nederlandsche Spoorwegen bij de
afsluiting van overwegen.
Een rangeerder werd door den kantonrech
ter te Haarlem veroordeeld tot een geldboete,
omdat hij een afsluitboom van den overweg
in de Pijlslaan aldaar zou hebben neergelaten
zonder de noodige maatregelen te hebben ge
nomen om voorbijgangers voor het mogelijke
gevaar om met dien spoorwegboom in aan
raking te komen, te behoeden. De bediener
der afsluitboomen zou n.l. een dame, die daar'
met een kinderwagen liep, niet tijdig gewaar
schuwd hebben waardoor de dame met den
plotseling dalenden afsluitboom in aanraking
is gekomen en vrij ernstig gewond werd.
Voor den kantonrechter erkende verdachte
dat hij niet de noodige maatregelen had ge
nomen om de voorbijgangers tegen mogelijk
gevaar te waarschuwen; daar hij meende, dat
de vrouw beide afsluitboomen was gepas
seerd, liet hij ze zakken; verdachte zeide dat
hij volgens zijn instructie niet anders ter
waarschuwing behoeft 'te doen dan eerst de
boomen zachtjes te laten zakken.
In cassatie werd nu betoogd, dat de rangeer
der alles gedaan had wat de Spoorwegen in
dat geval van hem eischen en dat van hem
niet geeischt kan worden, dat hij andere
maatregelen had genomen; alle overwegen
der Nederlandsche Spoorwegen worden op de
zelfde wijze bediend. Indien men nu meer
voorzorgsmaatregelen gewenscht acht, moet
de instructie der overwegwachters gewijzigd
en aangevuld worden; het gaat thans niet
aan,q aldus werd beweerd, dezen man in ge
breke te stellen.
In zijn arrest overweegt de Hooge Raad,
dat uit niets is gebleken, dat requirant niet
nog andere maatregelen had kunnen treffen,
zoodat het verweer ongegrond moet worden
verklaard weshalve het cassatieberoep werd
verworpen.
HET SCENARIO VOOR EEN
VREDESFILM.
VIJF EN TWINTIG NEDERLANDSCHE
INZENDINGEN.
Op 1 December jl. was de inzendingstermijn
afgeloopen voor de prijsvraag, uitgeschreven
door de Nederlandsche jury van het C.L.D.A.
L-.C. (Comité international poura la diffusion
artistique et littéraire par le ciné-matrogra-
phe), ten doel hebbend, het beste Nederland
sche scenario te verkrijgen voor een fikn ter
bevordering van den vrede en de volkentoonds-
gedachte in den ruimsten zin.
Naar men ons mededeelt, zijn op deze prijs
vraag 25 inzendingen gekomen. De Neder
landsche jury zal in den loop van deze maand
vergaderen teneinde uit te maken, welk sce
nario zij aan de Internationale jury, die 30
Januari bijeenkomt te Parijs, zal doorzenden.
De nationale jury heeft besloten haar uit
spraak niet bekend te maken voor de beslis
sing van de internationale jury is gevallen.
Gelijk men weet bedraagt de uitgeloofde
prijs 150.000 Fransche francs.
Kranten
knipsels
uit 1916.
S December.
De Duitschers en onze visscherssvloot
Aan de Telegraaf wordt gemeld: Van een
aantal IJmuider stoomtrawlers die deze
week naar Cuxhaven werden opgebracht, is
bij aankomst aldaar door de Duitsch over
heid op 35 pCt. der vangsten beslag gelegd
op grond dat dit gedeelte, bestemd voor
Engeland, contrabande was. Het behoeft
geen betoog dat zulks niet juist is, daar het
volstreekt geen axioma is dat van deze
trawlers 35 pCt. van de visch te IJmuiden
voor Engeland zou ingekocht worden. Hoe
overigens tegen de Nederlandsche vaartuigen
wordt opgetreden kan hieruit blijken, dat
aan een der opgebrachte trawlers zélfs geen
gelegenheid werd gegeven het vischtuig bin
nen te halen, doch dat men gedwongen werd
borden en nieuwe netten te kappen.
VERLEVENDIGING VAN DE HOOFDSTAD?
In den gemeenteraad van Amsterdam heeft
dr. M. de Hartogh een pleidooi gehouden voor
verlevendiging van Amsterdam door het plaat
sen van lindeboomen, bloembakken om de
lantaarnpalen, het maken van een wandel
weg langs den Amstel in de stad.. Ook zei hij,
dat Amsterdam te weinig er van profiteert,
dat het zoo dicht ligt bij de bloemenstad. In
het buitenland geurt men met onze bollen op
groote schaal, hier wordt daarvan slechts
spaarzaam gebruik gemaakt.
P. J. SCHMIDT UIT HET PARTIJ
BESTUUR DER 6. D. A. P.
EERSTVOLGENDE PARTIJCONGRES
WORDT TE HAARLEM GEHOUDEN.
In de Zaterdag te Amsterdam gehouden
vergadering van het Partijbestuur der S.D.
A.P. is naar Het Volk meldt, besloten het
eerstvolgende partijcongres te Haarlem te
houden.
Uitvoerig werden besproken een door P. J.
Schmidt ingediend voorstel om afkeuring uit
te spreken over de leden van den V.A.R.A.-
omroepsraad, terzake het niet doorlaten van
eenige passages in een door hem uit te spre
ken rede; een protest van Schmidt tegen het
zitting nemen in het nationaal crisis-comité;
de door Schmidt opgeworpen vraag of de
partij of partijgenooten zich hangende het
cinflict in de textielindustrie in Twente in
het openbaar hebben uit te spreken over het
beleid van het Hoofdbestuur van den Textiel-
arbeidersbond en van het N.V.V. in dit con
flict; en nog eenige andere punten.
Het P.B. acht het ontoelaatbaar wijl voor
de partijdiscipline schadelijk en voor de par
tij-eenheid gevaarlijk dat een gro*' partij-
genooten regelmatig bijeenkomt om, als ge
organiseerde oppositie in de partij, afspraken
te maken en tegenleiding te geven.
Het P.B. verklaart dit optreden als onge
oorloofd en zal over de maatregelen, die die
nen te worden genomen om de partij tegen
de uit desorganiseerend optreden ontstaande
gevaren te beschermen, met de betrokken af-
deelingen in overleg treden.
De motie van afkeuring tegen de leden van
den VA.R.A.-omroepraad werd door het P.B.
met op twee na algemeene stemmen ver
worpen. Met censuur in dezen zin, dat af
wijkende meeningen in de partij niet tot
uiting zouden mogen komen, heeft dit niets
te maken. -
Na deze beslissing van het P.B. deelde de
heer P. J. Schmidt mede, dat hij als lid van
het Partijbestuur bedankte.
RADIO-PROCRAMMA
HET VRACHTSCHIP „ENGGANO" HEEFT
AVERIJ.
De Stoomvaart Maatschappij „Nederland"
deelt mede:
Het vrachtschip „Enggano" der Stoom
vaartmaatschappij „Nederland" heeft op de
thuisreis van Indië Zaterdagavond op de
Spaansche kust ter hoogte van Oporto zijn
schroefas gebroken.
De Duitsche zeesleepboot „Max Berendt"
is ter assistentie van La Coruna vertrokken
en zou Zondagmiddag bij de „Enggano" arri-
veeren, waarna het schip ter reparatie waar
schijnlijk naar Lissabon gesleept zal worden.
Het weer is zeer goed. Aan boord is alles wel.
WOENSDAG 9 DECEMBER 1931.
HILVERSUM 298 M.
(Uitsluitend VARA-uitz., 10 uur voorin.
V.P.R.O.)
6.45 en 7,40 Gymnastiekles. 8.Gramo-
foonplaten. 10.Morgenwijding. 10.15 Con
cert m.m.v. Duo L'Olanda (zang), Joh. Jong,
(piano) en Janny van Oogen (voordracht)
12.— Concert VARA-septet en gramofoon.pl.,
2,15 Keukenpraatje. 3.— Gramofoonpl., 3.30
Kindertooneel „De kleine Muck", bew. W.
v. Capellen; 4.30 pianostukjes voor kinderen,
door Joh. Jong. 4.45 Vraagtoalfuurtje. 5.45
Gramofoonpl., 6.45 Causerie over het Kapi
talisme. 7,05 Jocdsch uurtje m.m.v. Obercan
tor C. Weitz. Amsterd. Joodsch Koor o.l.v. H.
H. Englander (tevens piano). 8.— Hoorspel
„De Val", het Groot Volkstooneel. 8.45 Mu
ziek van M. Ravel. VARA-orkest, o.l.v. H. de
Groot, m.m.v. H. Wiggelaar (viool) o.a. Tzi
gane. 9.30 Vaz Dias. 9.45 VARA-orkest. O.a.
Aus der alten und neuen Welt Dvorak. 10.30
„Wakker en Tropenduit", 10.45 Vervolg con
cert o.a. Per aspera ad Astra marsch, Urbach
11.15 Gramofoonpl.
HUIZEN, 1875 M.
(Uitsluitend NCRV-uitzending. Zeeuw-
sche dag.)
8.— Bijbellezing. 8.15 Carillonbespeling.
(Lange Jan, Middelburg.) Th. C. Ferwerda.
9.Orgelspel door P. Coumou, 9.30 Wïjdings-
dienst m.m.v. Meisjeskoor St.-Laurens, o.l.v.
J. W. van 't Hoff. 10.30 Gramofoonplaten.
11.Lezing over Schouwen en Duiveland.-
11.30 Orgelspel door P. Coumou. 12,15 Concert
Meisjeskoor o.l.v. T. Winter en Gramofoon
platen 1.30 Lezing door den Burgemeester van
Veers, 2.Medische causerie, 2.30 Concert
Harmonie „Apollo" o.l.v. C. Flipse. 3.Meis
jeskoor o.l.v. T. Winter. 3.30 Causerie over
Zeeland's geschiedenis. 4.— Ziekenuurtje.
5.Harmonie „Apollo" o.l.v. Flipse. 5.30
Tuinbouwpraatje. 6.Harmonie „Apollo",
6.30 Coöperatiepraatje; 7.45 Ned. Chr. Pers
bureau. 8.Openbare samenkomst in de
Schuttershofzaal, Middelburg. M.m.v. Spre
kers, orkest en koor, o.a. Radetzkymarsch,
Strauss, 10.30 Vaz Dias. 10,40 Gramofoonpl.
DAVENTRY 1554 M.
10.35 Morgenwijding. 11.05 Uit het Parle
ment. 12.— Concert-orgelbespeling. 1.05 Gra-
mofoon. 1.50 Concert. Midland hotel orkest,
2.45 Voor de scholen. 2.50 Lezing. 3.20 Literai
re causerie. 3.45 Het stedelijk orkest van
Bournemouth. C. Fuchs, cello, symphonic
„Eroica", Beethoven. 5.05 Concert-orgel. 5.35
Kipderuurtje. 6.50 Koorzang. 7.10 Nieuwe no
vellen. 7.30 Landbouwlezing. 7.50 Lezing. 8.35
B.B.C. symphonie-onkest o.l.v. Henry Wood.
Thibaud, viool. National Koor. 9.30 Nieuwsber
9.45 Vervolg concert. 10.45 Lezing. 11.Dans
muziek.
PARIJS, „RADIO-PARIS" 1725 M.
8.05; 12,50, 1,25 Gramofoonpl., 9.05 „Six
cents mille francs par mois", van Mauezy-
Eon. Radio-tooneel.
LANGENBERG 473 M.
6.25 Gramofoonpl., 10.40 Concert Werag-
strijkorkest, 12,25 Orkestconcert. 4.20 Soils-
tenconcert. 7.20 Avondconcert, o.a. Fragmen
ten uit „De Barbier van Sevilla", Rossini. 8.20
Koordirigent. 9.30 Berichten en hierna tot
10.20 Concert. Daarna dansmuziek.
KALUNDBORG 1153 M.
11,20 Concert uit Rest. Wivex o.l.v. Bendix.
2.20 Radio-orkest o.l.v. Reesen. 7.50 Sonate
A-dur. op. 30 Nr. 1, Beethoven (viool, piano)
8,30 's nachts) Dansmuzek voor de Jeugd
BRUSSEL, 508 en 338 M.
508 M.: 5.20 Gramfoonpl., 6.20 dito, 8.20 o.a.
„Egmont-Ouverture". 9.20 Gramofoonpl.
338 M., 5.20 Leden van Fritz Hirsch' Ope
rette-gezelschap. 605. Vervolg Operette pro
gramma. 8.20 Concert van het Ceciliakoor.
9.20 Dansmuziek.
ROME, 441 M.
8.20 Lyrisch drama „Adrienne Lecouvreur"
van Fr. Cilea.
ZEESEN, 1635 M.
11.30 Gramofoonpl. 1.20 Gramofoonpl., 3.50
Orkestconcert. 6.50 Vroolijke avond, 8.30 „Die
Schwarze Galeere", Hoorspel. 9.50 Dansmu
ziek.
FEUILLETON
„Maar wat weerga...." stotterde de overste.
„U mobiliseert onze geheele beschikbare
luchtvloot. Wat is er aan de hand? U spreekt
over Duitschland alsof het een verkeers
agent is
De commissarissen keken elkaar even glim
lachend aan.
„Ja, overste' 'zeide Amsterdammer met een
licht handgebaar, „we mogen u niet alles ver
tellen, geloof memaar er is meer tus-
schen hemel en aarde dan zich in uw theorie
verklaren laat!"
„Voor zoover ik weet, zweven er alleen do
zijnen vliegtuigen tusschen en één er van is
dat van dien vervloekten Hoens Tsi Lang!"
„Hopelijk zal hij zijn doel niet bereiken",
klonk het ernstig.
Wie weet wat hij in z'n schild voert",
zei dr. van Buren, „ik weet het niet, maar ik
geloof dat we dat mannetje voor eerst nog
niet hebben en als we hem te pakken krijgen
wie zal dan zeggen wat voor onvermoede
complicates dit alles nog met zich mee zal
brengen!"
Hij streek als vermoeid met de hand langs
het voorhoofd, verzonk weer in gedachten,
nog altijd geen berichten en hoe laat was
het ook weer dat zij opgestegen waren van
de Kaag:: kwart over twee! Bijna een voor
sprong van drie uur! Handig was het, weer
galoos handigwat er meer achter zat?
Politiek! Hij had het wel gedacht, altijd wa
ren die Chineezen meesterlijke intriganten
geweestwat kon hem dat echter sche
len. Frans zat onschuldig opgesloten, het
beteekende meer voor hem dan wat ter we
reld ook, want nu eerst gaf hij er zich reken
schap van, hoe diep hij gehecht was aan zijn
jongen vriendeen uur voorsprong
met een watervliegtuig...... een wa
ter
Met een ruk zat Van Buren overeind in
zijn stoel: „Vervloekt, dat jacht! Dat
jacht."
„Pardon, u bedoelt?'Welwillend boog
de Amsterdamsche politiecommissaris zich
naar hem over.
„Van Hoeng Tsi Langdrie dagen gele
den vertrokken uit IJmuiden. Daar zitten ze
al lang en breed op natuurlijk!"
De commissaris knikte, dat is wat ik
straks bedoeldezei hij langzaam. „Ze
zullen op zee neergestreken zijn en aan
boord van het jacht opgepikt. Die bestem
ming voor Hamburg was een verzinsel"
Weer rinkelde de telefoon, hij luisterde.
„Hallo! Ja?In orde, we komen".
„Mijne heeren" hernam hij, „er wacht ons
een vliegtuig. We vertrekken onmiddellijk.
Dat wil zeggen: u vertrekt. Ik blijf hier van
uit mijn bureau de vervolging in alle rich
tingen leiden. Maar mijn collega is zoo vrien
delijk om u mee te nemen als u daarvoor
voelt. Mijnheer Mensing beschouwen wij als
militair deskundige, misschien hebben we
zijn hulp noodig, en umijnheer van Bu
ren... u kunt ook meegaan als u daarvoor
voelt. Over een kwartier
Er werd geklopt.
„Binnen!"
Een agent trad de kamer in: „Iemand om
u te spreken, commissaris".
„Geen tijd".
„Hij zegt dat de zaak geen uitstel kan
lijden! Het is zeer dringend!"
„Wie is liet?'
„Een Chinees. Zijn naam heb ik niet kun
nen verstaan."
Even bleef het stil. Wat had dit te be-
teekenen?Overal dook dat goed je op en o-p de
meest onverwachte momenten.
„Laat binnen klonk dan kort het bevel.
Voetstappen naderden, dan stond in de
deur, gevolgd door den agent, een Chinees
in een wat verfomfaaide jas, de pet op de
sluike, zwarte haren, het gelaat onwezenlijk
van kleur en schrikwekkend in het halfdon
ker taai de deuropening De deur werd geaio-
ten. Vier paar oogen doorboorden hem.
Stram stond de agent achter hem. Wat kwam
die kerel doen?
„U wenscht?" Als een bevel had de stem
van den commissaris geklonken. „Maak het
kort. Ik geef u twee minuten,"
In verwonderlijk-vloeiend Hollandsch
kwam het antwoord. Hij had een belangrijke
mededeeling te doen.
„Wat?"
Nee, zoo kon hij het niet zeggen, het was
alleen voor ingewijden bedoeld en dan moest
hij zeker weten dat zij niet gestoord konden
worden.
Even aarzelde de commissaris.... wat be
teekende dit? Een hinderlaag of werkelijk een
belangrijke mededeeling? Dan zei hij haastig
„Agent, je kunt wel gaan. Ik wensch niet
gestoord te worden. Als ik iemand noodig
heb zal ik bellen!" De agent salueerde, door
de lange gang hoorde men het wegstervend
geluid van voestappen. De stilte in het
vertrek, waar zich de vier Westerlingen en
die eene Oosterling bevonden, groeide drei
gend en onheilspellend.
Opmerkzaam nam van Buren hem op
kende hij dat gezicht? Ach verbeelding, al
die kerels leken op elkaar.
„En" begon de commissaris.
De Chinees zei niets, strompelde naar een
stoel in een hoek van het vertrek, viel er op
neer en kreunde.
„Wat heb je?" D§ commissaris was van
achter zijn bureau opgestaan, liep op den
man toe, maar.
Lenig en snel als een kat was de Chinees
opgestaan; in zijn geheven rechterhand
glinsterde een revolver: Wie een beweging
maakt schiet ik neerNee, pas op, een,
tweezoo, nee commissaris gaat u daar
zitten."
Verbijsterd keken de vier heeren naar de
kleine gestalte, die hen in zijn macht had.Dit
was bittere ernst, één beweging enhet
was afgeloopen.
„Verdomme!" vloekte de Haagsche commis
sar is.
„Het heeft geen zin te vloeken, mijne hee
ren. Het heeft ook- geen zin middelen te be
ramen om te ontkomen. Ziet u dit?" Zonder
de oogen van hen af te wenden haalde hij
uit de ruime zakken van den winterjas een
zwart doosje, zette het op het bureau. „Een
bepaalde beweging en wij gaan allen, zooals
wij hier zitten, de lucht in. Een bom, be
grijpt u?"
„Maar!" siste de Overste.
„U vergist zich, meneer. Ik stel geen prijs
op mijn leven. Wij denken daar anders over
dan de Westerlingen. Voor een goede zaak
Wie een beweging maakt schiet ik neer,
brengen wij graag elk offer! Ik kan mijn re
volver nu wel opbergen, mijn hand zal voort
durend op dit voorwerp rustenBegrijpt u
nu, commissaris" en hij knikte vriendelijk in
de richting van den Amsterdammer, „waar
om ik u van dat bureau wilde hebben en
daarom plotseling steunde en deed alsof ik
pijn had? Onder uw bureau bevindt zich na
tuurlijk een bel.dank u. ik lees het ant
woord in uw oogen."
Nog waren zij niet van hun verbijstering
bekomen. Machteloos waren zij. Wat moes
ten zij doen? En weer sprak het Chineesje,
heel vriendelijk en kalm:
„Het is niet mijn bedoeling noodeloos bloed
te vergieten. Dat laat ik gaarne aan net
Westen overmaar u zult zich toch gerui-
men tijd met mij moeten amuseeren, daarom
ook ben ik u zoo dankbaar, eommisssaris,
dat u bevel gaf, dat wij niet gestoord moch
ten worden, wij kunnen het ons dus voor ge
ruimen tijd gezellig maken. Vermoedelijk be
grijpt u wel de bedoeling van dit alles?"
„Tijdwinst voor Toeng Tsi Lang!" snauw
de de aangesprokene.
„Precies, commissaris. Hoe raadt u het
zoo! Als de heeren rooken willen? Steek ge
rust 'es op, maar pas op dat u alleen sigaren
uit uw zak haalt het spijt me maar ik zou
anders niet voor de gevolgen kunnen in
staan!" Strak, zeker van zijn zaak, keek de
Chinees de anderen aan; zijn eene hand
rusttte op het geheimzinnige, wonderlijke
■doosje
De anderen staken een sigaar op. Tabak
kan soms inspireerend werken. Dan verbrak
Dr. van Buren het stilzwijgen. In zijn oogen
lag iets van bewondering te lezen:
„Ik maak u mijn compliment meneer
„Tso Lin" vul de ander aan.
„U hebt dit zaakje handig voor elkaar ge
bracht en ik moet eerlijk zeggen dat ik voor
uw doodsverachting oprechte bewondering
koester."
De Chinees boog correct.
,,Maar iets" ging de geleerde verder, „had
ik u toch wel willen vragen."
„Ik ben geheel tot uw dienst."
Van Buren glimlachte om de ironie van
het antwoord, zei dan: „Dit namelijkhet is
zeer goed mogelijk dat wij toch gestoord
worden, wat dan?"
Een raadselachtige lach gleed om den
smallen mond van den ander toen hij'
sprak
„Dan zal de commissaris zijn bevel dat wij
niet gestoord mogen worden herhalen en
mocht de ander toch binnentreden en tot
daden willen overgaanWel", en hij keek
alsof hij om verontschuldiging wilde vragen
voor den ernst van zijn besluit, „wel dan zal
dit alles nog een menschen leven meer kos
ten."
(Wordt vervoIgsïJj