BINNENLAND Pas Vijftien jaar geleden HET NIEUWE DAGBLAD DINSDAG 8 DECEMBER 1931 HOE HET ONGELUK MET „DE OOIEVAAR" GEBEURDE. Over twee düken en slooten in een rijstveld MOTOREN EN VOORSTEL IN DE CABINE GEDRUKT. HET LUIK OORZAAK VAN HET NIET LOS KOMEN. Over het ongeluk met de Ooievaar seint Aneta nog uit Bangkok: De Ooievaar was hier Zaterdagmiddag met twee passagiers aan boord aangekomen, waarvan één voor Bangkok en kolonel Brinsmead voor Amsterdam. Te Bangkok kwamen nog twee passagiers aan boord, n.l. de Nederlanders A. Borg, vertegenwoordiger van de firma George Dralle, die naar Ran goon mee zou vliegen, en de Franschman Baudart, adviseur van het ministerie van justitie, die naar Marseille zou vertrekken. Beide heeren waren Woensdag reeds per trein naar Penang vertrokken, doch keerden terug, daar de spoorlijn door de overstroo mingen onbegaanbaar was gemaakt. De heer Baudart miste daardoor de boot te Medan en wilde toch het Kerstfeest thuis bij vrouw en kinderen doorbrengen. Daarom besloot hij de reis per vliegtuig te maken. Het vliegtuig startte Zondagmorgen om 5 u. 30. Het was toen reeds voldoende licht. De machine taxide het geheele veld af. Dit duur de lang. doch geschiedde goed. De Ooievaar kon blijkbaar niet los van den grond komen. Aan het einde van het veld bevindt zich een sloot waar overheen werd gewipt. Het vlieg tuig stootte tegen een kleinen dijk aan de overzijde, trok door een volgende sloot heen, doch verloor het landingsgestel. Vervolgens is de machine met den buik over den grond van het padi-veld geschuurd. Ze boorde met de drie motoren door een volgenden dijk. Door den ontzettenden schok zijn de motoren en het voorstel door de cabine gedrukt, waar na het toestel over den kop sloeg. De heeren Borg, Baudart, Kotte en Van Onlangs werden op slag gedood. De gewonden werden met den eersten trein naar het ziekenhuis te Bangkok gebracht. Hier is Wiersma om 11 uur overleden. De overledenen zijn Zondagmiddag naar Bangkok vervoerd, waar zij aan het station werden opgewacht door de Hollandsche ko lonie, welke zeer onder den indruk was. Ook waren reeds verschillende Hollanders en Franschen naar het vliegveld Don Muang ge gaan. Bij aankomst te Bangkok werden de lijken naar het hospitaal vervoerd, wa.ar zij den volgenden morgen vroeg zouden worden begraven. De machine is totaal vernield. De mail is op het vliegveld Don Muang op geslagen. De mailzakken zijn deerlijk geha vend, doch intact gebleven, uitgezonderd twee zakken welke zijn gescheurd en gedeeltelijk ook waterschade hebben bekomen. Kingsford Smith arriveerde hier Zondag morgen op zijn doorreis naar Engeland. Hij betuigde zijn deelneming en vertrok later naar Rangoon. De bemanning van de Ekster, welk vlieg tuig juist Zondag (uit Nederland) te Bangkok aankwam, is zeer onder den indruk van het gebeurde. Baudart wilde met Kerstmis thuis zijn. De heer A. Borg, die tot de omgekomenen behoort, was vertegenwoordiger van de par fumerie-fabriek van Dralle te Hamburg. Hij moest naar Rangoon. De heer Baudart, een Franschman, had te Medan de boot gemist en wilde toch voor Kerstmis thuis zijn. Volgens de bij de K.L.M. ontvangen berich ten bestaan de verwondingen van den heer Brinsmead in een schedelbreuk en eenige ge broken ribben. Men hoopt, dat hij zal her stellen. De toestand van den marconist Van Zadelhoff is zeer gufistig. Hij is slechts licht bezeerd en klaagde over pijn in den rug. Op verzoek van de familie zal het stoffelijk overschot der drie dooden naar Nederland i overgebracht worden. Maatregelen om het met een mailboot te vervoeren, zijn reeds ge troffen. Meening van den heer Plesman. Het Handelsblad heeft een onderhoud ge had met den heer Plesman, die zeide: „Onbegrijpelijk", dat is de indruk, welken men op het hoofdkantoor van de K.L.M. aan den Hofweg, te Den Haag, van het ongeluk op het vliegveld van Bangkok heeft. Onbegrijpelijk. Dat woord herhaalt de heer Plesman tal van malen, als we met hem in zijn kamer het ongeluk, dat zijn maatschappij heeft getrof fen, bespreken. De heer Martin zit erbij. Ook hij begrijpt het niet, al weet hij precies de in de telegrammen beschreven situatie aan ons uit te leggen. Onbegrijpelijk. Was er maar eenigen twijfel geweest bij Wiersma toen het toestel niet van den grond kwam dan was er niets gebeurd. Maar nu is het onbegrijpelijk. Weer dat woord. Men begrijpt dit ongeluk in zijn vollen omvang nog niet. Vijf dooden in eenen. Het is wel heel veel. En dat terwijl alles zoo goed ging op het oogenblik. Onbe grijpelijk, al is me zeer duidelijk, wat er ge beurd is. En dan vertelt de heer Plesman omtrent het luik. Het luik is boven stuurhutten aangebracht op verzoek van den veiligheidsdienst. Nu kan zoom luik een enkele maal eens een voordeel brengen, maar nu heeft het Wiersma toch dit geleverd. Wat voor mij onverklaarbaar is, aldus de heer Plesman verder, is, dat Wiersma na 400 M. zich niet heeft afgevraagd wat er aan de hand was, dat het toestel niet van den grond wilde. Hij zal waarschijnlijk een snelheid van circa 100 K.M. gehad hebben, doch dat had geen beletsel behoeven te zijn om het toestel weer tot staan te brengen. Zooals gezegd is, het vliegveld van Bangkok is 1400 M. lang en het verkeerde in zeer goede conditie. In de moesson kan het wel eens slecht zijn, maar de laatste berichten van den bestuurder be vatten steeds mededeelingen dat het terrein keihard was. Was het toestel te zwaar geladen? Waren er niet te veel passagiers aan boord? Neen, met een betrekkelijk licht toestel had dit ook moeten gebeuren en te zwaar geladen was het toestel niet. Bij 1000 K.M. benzine kan 750 K.G. lading meegenomen worden. En er was slechts 560 K.G. ongeveer aan boord. Te zwaar was het toestel dus niet geladen. Trouwens de afstand Bangkok—Rangoon is slechts-' Vier uur vliegen, waarmede Wiersma eventueel met het benzine innemen rekening had kunnen houden, als dit noodig was ge weest. Doch dat was niet noodig, zooals u uit de berekening ziet. Was er maar eenige twijfel geweest, maar het zwaaien van den Siameeschen officier heeft hij waarschijnlijk als een groet be schouwd, want- Wiersma heeft nog terugge- zwaaid, weinig vermoedend dat hij zijn dood tegemoet snelde. Dat hij geen oogenblik twijfel heeft gekoes terd, blijkt wel uit het feit dat hij het toestel na 300 a 400 M. weer niet heeft laten uit- loopen. Ook al heeft hij na meer dan 700 M. be grepen, wat er aan de hand was, dan nog had hij het toestel tot staan kunnen brengen. Maar ook al heeft hij op het laatste oogenblik willen remmen met de wielremmen, dit had hem op dat oogenblik toch niets meer kunnen baten. Daarvoor dienen de wielremmen trou wens ook niet. Onverklaarbaar is het. Er moet voor Wiers ma geen aanleiding geweest zijn voor iets, dat niet in orde was. Overigens, Wiersma's karakter kennende, kan ik me begrijpen, dat hij bij zich zelf zal hebben gedacht: Doorzetten. Hij heeft beslist in de vaste overtuiging geleefd, dat het toe stel wel van den grond zou komen. Regeeringsdeclneming. Namens den minister van koloniën heeft heden morgen ir. J. Blackstone, ï'ègeerings- commissaris bij de K.N.I.L.M., de directie der K.L.M. de deelneming van den minister be tuigd. Wiersma heeft willen doorzetten. De Maasbode geeft nog' de meening van den heer Thomson, stationschef van Schip hol, als volgt weer: „Ja", zei de heer Thomson, „het is ver schrikkelijk. Die luiken hebben ze n.l. ge maakt om de bemanning als ze bij een nood landing in de klem raakt, gelegenheid te geven zich te redden. En nu zijn er vijf man nen door gedood, door dat lamme luik. En je kunt het je zoo voorstellen, hoe dat gegaan moet zijn. Het is warm in de stuurhut en Wiersma zet het luik open. Een oogenblik later, als hij gaat starten is hij liet luik ver geten. Je hebt dan wel andere dingen, die je volle aandacht in beslag nemen, of je machi ne goed rolt, of je goed vooruitkomt en zoo. Hij ziet nog een Siameesch officier iets wij zen. Dat begrijpt hij natuurlijk niet. We ma ken dat zelf hier zoo dikwijls mee. Als we iets Wijzen naar den piloot terwijl de motoren draaien, dan wuift hij vriendelijk terug, denkt dat het een groet is. Wiersma wist natuurlijk van den prins geen kwaad, kent de machine door en door, heeft er al zoo lang mee gevlogen. Wat duivel, die machine moet toch van den grond, het gaat toch altijd, misschien zuigt het een beetje. Maar- intussehen was door dat beroerde luik zijn lieele vleugel verknoeid. Zoo kan ik me indenken, dat het gegaan Is. NEERLATEN VAN BOOMEN BIJ EEN SPOQROVERGANG. Moet de wachter eerst waarschuwen CASSATIEBEROEP VAN HAARLEMSCH SPOORWACHTER VERWORPEN. De Hooge Raad heeft, naar de Tel. meldt, Maandag uitspraak gedaan in een kwestie, die van principieel belang is voor de verplich tingen der Nederlandsche Spoorwegen bij de afsluiting van overwegen. Een rangeerder werd door den kantonrech ter te Haarlem veroordeeld tot een geldboete, omdat hij een afsluitboom van den overweg in de Pijlslaan aldaar zou hebben neergelaten zonder de noodige maatregelen te hebben ge nomen om voorbijgangers voor het mogelijke gevaar om met dien spoorwegboom in aan raking te komen, te behoeden. De bediener der afsluitboomen zou n.l. een dame, die daar' met een kinderwagen liep, niet tijdig gewaar schuwd hebben waardoor de dame met den plotseling dalenden afsluitboom in aanraking is gekomen en vrij ernstig gewond werd. Voor den kantonrechter erkende verdachte dat hij niet de noodige maatregelen had ge nomen om de voorbijgangers tegen mogelijk gevaar te waarschuwen; daar hij meende, dat de vrouw beide afsluitboomen was gepas seerd, liet hij ze zakken; verdachte zeide dat hij volgens zijn instructie niet anders ter waarschuwing behoeft 'te doen dan eerst de boomen zachtjes te laten zakken. In cassatie werd nu betoogd, dat de rangeer der alles gedaan had wat de Spoorwegen in dat geval van hem eischen en dat van hem niet geeischt kan worden, dat hij andere maatregelen had genomen; alle overwegen der Nederlandsche Spoorwegen worden op de zelfde wijze bediend. Indien men nu meer voorzorgsmaatregelen gewenscht acht, moet de instructie der overwegwachters gewijzigd en aangevuld worden; het gaat thans niet aan,q aldus werd beweerd, dezen man in ge breke te stellen. In zijn arrest overweegt de Hooge Raad, dat uit niets is gebleken, dat requirant niet nog andere maatregelen had kunnen treffen, zoodat het verweer ongegrond moet worden verklaard weshalve het cassatieberoep werd verworpen. HET SCENARIO VOOR EEN VREDESFILM. VIJF EN TWINTIG NEDERLANDSCHE INZENDINGEN. Op 1 December jl. was de inzendingstermijn afgeloopen voor de prijsvraag, uitgeschreven door de Nederlandsche jury van het C.L.D.A. L-.C. (Comité international poura la diffusion artistique et littéraire par le ciné-matrogra- phe), ten doel hebbend, het beste Nederland sche scenario te verkrijgen voor een fikn ter bevordering van den vrede en de volkentoonds- gedachte in den ruimsten zin. Naar men ons mededeelt, zijn op deze prijs vraag 25 inzendingen gekomen. De Neder landsche jury zal in den loop van deze maand vergaderen teneinde uit te maken, welk sce nario zij aan de Internationale jury, die 30 Januari bijeenkomt te Parijs, zal doorzenden. De nationale jury heeft besloten haar uit spraak niet bekend te maken voor de beslis sing van de internationale jury is gevallen. Gelijk men weet bedraagt de uitgeloofde prijs 150.000 Fransche francs. Kranten knipsels uit 1916. S December. De Duitschers en onze visscherssvloot Aan de Telegraaf wordt gemeld: Van een aantal IJmuider stoomtrawlers die deze week naar Cuxhaven werden opgebracht, is bij aankomst aldaar door de Duitsch over heid op 35 pCt. der vangsten beslag gelegd op grond dat dit gedeelte, bestemd voor Engeland, contrabande was. Het behoeft geen betoog dat zulks niet juist is, daar het volstreekt geen axioma is dat van deze trawlers 35 pCt. van de visch te IJmuiden voor Engeland zou ingekocht worden. Hoe overigens tegen de Nederlandsche vaartuigen wordt opgetreden kan hieruit blijken, dat aan een der opgebrachte trawlers zélfs geen gelegenheid werd gegeven het vischtuig bin nen te halen, doch dat men gedwongen werd borden en nieuwe netten te kappen. VERLEVENDIGING VAN DE HOOFDSTAD? In den gemeenteraad van Amsterdam heeft dr. M. de Hartogh een pleidooi gehouden voor verlevendiging van Amsterdam door het plaat sen van lindeboomen, bloembakken om de lantaarnpalen, het maken van een wandel weg langs den Amstel in de stad.. Ook zei hij, dat Amsterdam te weinig er van profiteert, dat het zoo dicht ligt bij de bloemenstad. In het buitenland geurt men met onze bollen op groote schaal, hier wordt daarvan slechts spaarzaam gebruik gemaakt. P. J. SCHMIDT UIT HET PARTIJ BESTUUR DER 6. D. A. P. EERSTVOLGENDE PARTIJCONGRES WORDT TE HAARLEM GEHOUDEN. In de Zaterdag te Amsterdam gehouden vergadering van het Partijbestuur der S.D. A.P. is naar Het Volk meldt, besloten het eerstvolgende partijcongres te Haarlem te houden. Uitvoerig werden besproken een door P. J. Schmidt ingediend voorstel om afkeuring uit te spreken over de leden van den V.A.R.A.- omroepsraad, terzake het niet doorlaten van eenige passages in een door hem uit te spre ken rede; een protest van Schmidt tegen het zitting nemen in het nationaal crisis-comité; de door Schmidt opgeworpen vraag of de partij of partijgenooten zich hangende het cinflict in de textielindustrie in Twente in het openbaar hebben uit te spreken over het beleid van het Hoofdbestuur van den Textiel- arbeidersbond en van het N.V.V. in dit con flict; en nog eenige andere punten. Het P.B. acht het ontoelaatbaar wijl voor de partijdiscipline schadelijk en voor de par tij-eenheid gevaarlijk dat een gro*' partij- genooten regelmatig bijeenkomt om, als ge organiseerde oppositie in de partij, afspraken te maken en tegenleiding te geven. Het P.B. verklaart dit optreden als onge oorloofd en zal over de maatregelen, die die nen te worden genomen om de partij tegen de uit desorganiseerend optreden ontstaande gevaren te beschermen, met de betrokken af- deelingen in overleg treden. De motie van afkeuring tegen de leden van den VA.R.A.-omroepraad werd door het P.B. met op twee na algemeene stemmen ver worpen. Met censuur in dezen zin, dat af wijkende meeningen in de partij niet tot uiting zouden mogen komen, heeft dit niets te maken. - Na deze beslissing van het P.B. deelde de heer P. J. Schmidt mede, dat hij als lid van het Partijbestuur bedankte. RADIO-PROCRAMMA HET VRACHTSCHIP „ENGGANO" HEEFT AVERIJ. De Stoomvaart Maatschappij „Nederland" deelt mede: Het vrachtschip „Enggano" der Stoom vaartmaatschappij „Nederland" heeft op de thuisreis van Indië Zaterdagavond op de Spaansche kust ter hoogte van Oporto zijn schroefas gebroken. De Duitsche zeesleepboot „Max Berendt" is ter assistentie van La Coruna vertrokken en zou Zondagmiddag bij de „Enggano" arri- veeren, waarna het schip ter reparatie waar schijnlijk naar Lissabon gesleept zal worden. Het weer is zeer goed. Aan boord is alles wel. WOENSDAG 9 DECEMBER 1931. HILVERSUM 298 M. (Uitsluitend VARA-uitz., 10 uur voorin. V.P.R.O.) 6.45 en 7,40 Gymnastiekles. 8.Gramo- foonplaten. 10.Morgenwijding. 10.15 Con cert m.m.v. Duo L'Olanda (zang), Joh. Jong, (piano) en Janny van Oogen (voordracht) 12.— Concert VARA-septet en gramofoon.pl., 2,15 Keukenpraatje. 3.— Gramofoonpl., 3.30 Kindertooneel „De kleine Muck", bew. W. v. Capellen; 4.30 pianostukjes voor kinderen, door Joh. Jong. 4.45 Vraagtoalfuurtje. 5.45 Gramofoonpl., 6.45 Causerie over het Kapi talisme. 7,05 Jocdsch uurtje m.m.v. Obercan tor C. Weitz. Amsterd. Joodsch Koor o.l.v. H. H. Englander (tevens piano). 8.— Hoorspel „De Val", het Groot Volkstooneel. 8.45 Mu ziek van M. Ravel. VARA-orkest, o.l.v. H. de Groot, m.m.v. H. Wiggelaar (viool) o.a. Tzi gane. 9.30 Vaz Dias. 9.45 VARA-orkest. O.a. Aus der alten und neuen Welt Dvorak. 10.30 „Wakker en Tropenduit", 10.45 Vervolg con cert o.a. Per aspera ad Astra marsch, Urbach 11.15 Gramofoonpl. HUIZEN, 1875 M. (Uitsluitend NCRV-uitzending. Zeeuw- sche dag.) 8.— Bijbellezing. 8.15 Carillonbespeling. (Lange Jan, Middelburg.) Th. C. Ferwerda. 9.Orgelspel door P. Coumou, 9.30 Wïjdings- dienst m.m.v. Meisjeskoor St.-Laurens, o.l.v. J. W. van 't Hoff. 10.30 Gramofoonplaten. 11.Lezing over Schouwen en Duiveland.- 11.30 Orgelspel door P. Coumou. 12,15 Concert Meisjeskoor o.l.v. T. Winter en Gramofoon platen 1.30 Lezing door den Burgemeester van Veers, 2.Medische causerie, 2.30 Concert Harmonie „Apollo" o.l.v. C. Flipse. 3.Meis jeskoor o.l.v. T. Winter. 3.30 Causerie over Zeeland's geschiedenis. 4.— Ziekenuurtje. 5.Harmonie „Apollo" o.l.v. Flipse. 5.30 Tuinbouwpraatje. 6.Harmonie „Apollo", 6.30 Coöperatiepraatje; 7.45 Ned. Chr. Pers bureau. 8.Openbare samenkomst in de Schuttershofzaal, Middelburg. M.m.v. Spre kers, orkest en koor, o.a. Radetzkymarsch, Strauss, 10.30 Vaz Dias. 10,40 Gramofoonpl. DAVENTRY 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Uit het Parle ment. 12.— Concert-orgelbespeling. 1.05 Gra- mofoon. 1.50 Concert. Midland hotel orkest, 2.45 Voor de scholen. 2.50 Lezing. 3.20 Literai re causerie. 3.45 Het stedelijk orkest van Bournemouth. C. Fuchs, cello, symphonic „Eroica", Beethoven. 5.05 Concert-orgel. 5.35 Kipderuurtje. 6.50 Koorzang. 7.10 Nieuwe no vellen. 7.30 Landbouwlezing. 7.50 Lezing. 8.35 B.B.C. symphonie-onkest o.l.v. Henry Wood. Thibaud, viool. National Koor. 9.30 Nieuwsber 9.45 Vervolg concert. 10.45 Lezing. 11.Dans muziek. PARIJS, „RADIO-PARIS" 1725 M. 8.05; 12,50, 1,25 Gramofoonpl., 9.05 „Six cents mille francs par mois", van Mauezy- Eon. Radio-tooneel. LANGENBERG 473 M. 6.25 Gramofoonpl., 10.40 Concert Werag- strijkorkest, 12,25 Orkestconcert. 4.20 Soils- tenconcert. 7.20 Avondconcert, o.a. Fragmen ten uit „De Barbier van Sevilla", Rossini. 8.20 Koordirigent. 9.30 Berichten en hierna tot 10.20 Concert. Daarna dansmuziek. KALUNDBORG 1153 M. 11,20 Concert uit Rest. Wivex o.l.v. Bendix. 2.20 Radio-orkest o.l.v. Reesen. 7.50 Sonate A-dur. op. 30 Nr. 1, Beethoven (viool, piano) 8,30 's nachts) Dansmuzek voor de Jeugd BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M.: 5.20 Gramfoonpl., 6.20 dito, 8.20 o.a. „Egmont-Ouverture". 9.20 Gramofoonpl. 338 M., 5.20 Leden van Fritz Hirsch' Ope rette-gezelschap. 605. Vervolg Operette pro gramma. 8.20 Concert van het Ceciliakoor. 9.20 Dansmuziek. ROME, 441 M. 8.20 Lyrisch drama „Adrienne Lecouvreur" van Fr. Cilea. ZEESEN, 1635 M. 11.30 Gramofoonpl. 1.20 Gramofoonpl., 3.50 Orkestconcert. 6.50 Vroolijke avond, 8.30 „Die Schwarze Galeere", Hoorspel. 9.50 Dansmu ziek. FEUILLETON „Maar wat weerga...." stotterde de overste. „U mobiliseert onze geheele beschikbare luchtvloot. Wat is er aan de hand? U spreekt over Duitschland alsof het een verkeers agent is De commissarissen keken elkaar even glim lachend aan. „Ja, overste' 'zeide Amsterdammer met een licht handgebaar, „we mogen u niet alles ver tellen, geloof memaar er is meer tus- schen hemel en aarde dan zich in uw theorie verklaren laat!" „Voor zoover ik weet, zweven er alleen do zijnen vliegtuigen tusschen en één er van is dat van dien vervloekten Hoens Tsi Lang!" „Hopelijk zal hij zijn doel niet bereiken", klonk het ernstig. Wie weet wat hij in z'n schild voert", zei dr. van Buren, „ik weet het niet, maar ik geloof dat we dat mannetje voor eerst nog niet hebben en als we hem te pakken krijgen wie zal dan zeggen wat voor onvermoede complicates dit alles nog met zich mee zal brengen!" Hij streek als vermoeid met de hand langs het voorhoofd, verzonk weer in gedachten, nog altijd geen berichten en hoe laat was het ook weer dat zij opgestegen waren van de Kaag:: kwart over twee! Bijna een voor sprong van drie uur! Handig was het, weer galoos handigwat er meer achter zat? Politiek! Hij had het wel gedacht, altijd wa ren die Chineezen meesterlijke intriganten geweestwat kon hem dat echter sche len. Frans zat onschuldig opgesloten, het beteekende meer voor hem dan wat ter we reld ook, want nu eerst gaf hij er zich reken schap van, hoe diep hij gehecht was aan zijn jongen vriendeen uur voorsprong met een watervliegtuig...... een wa ter Met een ruk zat Van Buren overeind in zijn stoel: „Vervloekt, dat jacht! Dat jacht." „Pardon, u bedoelt?'Welwillend boog de Amsterdamsche politiecommissaris zich naar hem over. „Van Hoeng Tsi Langdrie dagen gele den vertrokken uit IJmuiden. Daar zitten ze al lang en breed op natuurlijk!" De commissaris knikte, dat is wat ik straks bedoeldezei hij langzaam. „Ze zullen op zee neergestreken zijn en aan boord van het jacht opgepikt. Die bestem ming voor Hamburg was een verzinsel" Weer rinkelde de telefoon, hij luisterde. „Hallo! Ja?In orde, we komen". „Mijne heeren" hernam hij, „er wacht ons een vliegtuig. We vertrekken onmiddellijk. Dat wil zeggen: u vertrekt. Ik blijf hier van uit mijn bureau de vervolging in alle rich tingen leiden. Maar mijn collega is zoo vrien delijk om u mee te nemen als u daarvoor voelt. Mijnheer Mensing beschouwen wij als militair deskundige, misschien hebben we zijn hulp noodig, en umijnheer van Bu ren... u kunt ook meegaan als u daarvoor voelt. Over een kwartier Er werd geklopt. „Binnen!" Een agent trad de kamer in: „Iemand om u te spreken, commissaris". „Geen tijd". „Hij zegt dat de zaak geen uitstel kan lijden! Het is zeer dringend!" „Wie is liet?' „Een Chinees. Zijn naam heb ik niet kun nen verstaan." Even bleef het stil. Wat had dit te be- teekenen?Overal dook dat goed je op en o-p de meest onverwachte momenten. „Laat binnen klonk dan kort het bevel. Voetstappen naderden, dan stond in de deur, gevolgd door den agent, een Chinees in een wat verfomfaaide jas, de pet op de sluike, zwarte haren, het gelaat onwezenlijk van kleur en schrikwekkend in het halfdon ker taai de deuropening De deur werd geaio- ten. Vier paar oogen doorboorden hem. Stram stond de agent achter hem. Wat kwam die kerel doen? „U wenscht?" Als een bevel had de stem van den commissaris geklonken. „Maak het kort. Ik geef u twee minuten," In verwonderlijk-vloeiend Hollandsch kwam het antwoord. Hij had een belangrijke mededeeling te doen. „Wat?" Nee, zoo kon hij het niet zeggen, het was alleen voor ingewijden bedoeld en dan moest hij zeker weten dat zij niet gestoord konden worden. Even aarzelde de commissaris.... wat be teekende dit? Een hinderlaag of werkelijk een belangrijke mededeeling? Dan zei hij haastig „Agent, je kunt wel gaan. Ik wensch niet gestoord te worden. Als ik iemand noodig heb zal ik bellen!" De agent salueerde, door de lange gang hoorde men het wegstervend geluid van voestappen. De stilte in het vertrek, waar zich de vier Westerlingen en die eene Oosterling bevonden, groeide drei gend en onheilspellend. Opmerkzaam nam van Buren hem op kende hij dat gezicht? Ach verbeelding, al die kerels leken op elkaar. „En" begon de commissaris. De Chinees zei niets, strompelde naar een stoel in een hoek van het vertrek, viel er op neer en kreunde. „Wat heb je?" D§ commissaris was van achter zijn bureau opgestaan, liep op den man toe, maar. Lenig en snel als een kat was de Chinees opgestaan; in zijn geheven rechterhand glinsterde een revolver: Wie een beweging maakt schiet ik neerNee, pas op, een, tweezoo, nee commissaris gaat u daar zitten." Verbijsterd keken de vier heeren naar de kleine gestalte, die hen in zijn macht had.Dit was bittere ernst, één beweging enhet was afgeloopen. „Verdomme!" vloekte de Haagsche commis sar is. „Het heeft geen zin te vloeken, mijne hee ren. Het heeft ook- geen zin middelen te be ramen om te ontkomen. Ziet u dit?" Zonder de oogen van hen af te wenden haalde hij uit de ruime zakken van den winterjas een zwart doosje, zette het op het bureau. „Een bepaalde beweging en wij gaan allen, zooals wij hier zitten, de lucht in. Een bom, be grijpt u?" „Maar!" siste de Overste. „U vergist zich, meneer. Ik stel geen prijs op mijn leven. Wij denken daar anders over dan de Westerlingen. Voor een goede zaak Wie een beweging maakt schiet ik neer, brengen wij graag elk offer! Ik kan mijn re volver nu wel opbergen, mijn hand zal voort durend op dit voorwerp rustenBegrijpt u nu, commissaris" en hij knikte vriendelijk in de richting van den Amsterdammer, „waar om ik u van dat bureau wilde hebben en daarom plotseling steunde en deed alsof ik pijn had? Onder uw bureau bevindt zich na tuurlijk een bel.dank u. ik lees het ant woord in uw oogen." Nog waren zij niet van hun verbijstering bekomen. Machteloos waren zij. Wat moes ten zij doen? En weer sprak het Chineesje, heel vriendelijk en kalm: „Het is niet mijn bedoeling noodeloos bloed te vergieten. Dat laat ik gaarne aan net Westen overmaar u zult zich toch gerui- men tijd met mij moeten amuseeren, daarom ook ben ik u zoo dankbaar, eommisssaris, dat u bevel gaf, dat wij niet gestoord moch ten worden, wij kunnen het ons dus voor ge ruimen tijd gezellig maken. Vermoedelijk be grijpt u wel de bedoeling van dit alles?" „Tijdwinst voor Toeng Tsi Lang!" snauw de de aangesprokene. „Precies, commissaris. Hoe raadt u het zoo! Als de heeren rooken willen? Steek ge rust 'es op, maar pas op dat u alleen sigaren uit uw zak haalt het spijt me maar ik zou anders niet voor de gevolgen kunnen in staan!" Strak, zeker van zijn zaak, keek de Chinees de anderen aan; zijn eene hand rusttte op het geheimzinnige, wonderlijke ■doosje De anderen staken een sigaar op. Tabak kan soms inspireerend werken. Dan verbrak Dr. van Buren het stilzwijgen. In zijn oogen lag iets van bewondering te lezen: „Ik maak u mijn compliment meneer „Tso Lin" vul de ander aan. „U hebt dit zaakje handig voor elkaar ge bracht en ik moet eerlijk zeggen dat ik voor uw doodsverachting oprechte bewondering koester." De Chinees boog correct. ,,Maar iets" ging de geleerde verder, „had ik u toch wel willen vragen." „Ik ben geheel tot uw dienst." Van Buren glimlachte om de ironie van het antwoord, zei dan: „Dit namelijkhet is zeer goed mogelijk dat wij toch gestoord worden, wat dan?" Een raadselachtige lach gleed om den smallen mond van den ander toen hij' sprak „Dan zal de commissaris zijn bevel dat wij niet gestoord mogen worden herhalen en mocht de ander toch binnentreden en tot daden willen overgaanWel", en hij keek alsof hij om verontschuldiging wilde vragen voor den ernst van zijn besluit, „wel dan zal dit alles nog een menschen leven meer kos ten." (Wordt vervoIgsïJj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1931 | | pagina 6