VOLKSGEZONDHEID EN VOLKS HUISVESTING. Hulppost. STA TEN- GENERAAL. Pas Vijftien jaar geleden LAKWERK. RECEPT. DE HOEDJES. HET NIEUWE DAGBLAD DONDERDAG 10 DECEMBER 1931 TWEEDE KAMER. Zorg voor verkeersslachtoffers. Be be grooting van Arbeid z. h. st. aangenomen. Werkverschaffing en werkloozensteun. De 7 ton aan het erisiscomsté. Bevordering van werken in werkverschaffing. Vanmiddag werd de begrooting van Minis ter Verschuur aangenomen door de Kamer, zonder hoofdelijke stemming. Voor het laatst schonk voor dit jaar de Kamer haar aandacht aan zijn begrooting en wel aan de afdeeling der Volksgezondheid. Aan den minister werden ook vanmiddag een groot aantal wenschen weer voorgelegd tot verhooging van het peil van onze volks gezondheid. Men drong dikwijls heel sterk bij den minister op nieuwe maatregelen aan, op uitbreiding ook. De minister verklaarde die heel sterke aandrang niet noodig te hebben hij zei om te beginnen, dat de zorg voor de hygiënische levensvoorwaarden van ons volk niet slecht is. En voorts wanneer de Kamer als volksvertegenwoordiging een heel lijstje van desiderata opsomde, dan had hij als minister ook een staatje en dat ging nog verder dan de wenschen van de Kamer. Mr. Verschuur somde het een en ander van die wenschen op: een deugdelijke districts- gewijze organisatie van den geneeskundigen dienst, een deugdelijke voldragen schoolart- sendienst, een gedegen regeling van het zie kenfondswezen en een zeer groot aantal deciderata op 't breede terrein van de Volks huisvesting. Wanneer de dames De Vries—Brunis en Van Itallie—Van Embden heel sterk aam- drongen op het snel in het leven roepen van een orgamisatie, welke het lijden -zonder- verzorging van slachtoffers van verkeers ongelukken zoo kort mogelijk doet duren, dan deed de minister duidelijk spreken, dat, hoewel deze aangelegenheid er een is van vijf departementen, er toch niet wordt stil gezeten; aan een oplossing wordt hard ge werkt. Voor de tandtechnici, thans voor degenen, die zich voor het tandartsenexamen willen voorbereiden werd opnieuw gepleit. Blijkbaar is de minister niet meer toegankelijk voor nieuwe faciliteiten. Evenmin kan hij afstap pen van een zeer nauwlettend toezicht op de tandtechnici, die zonder erkenning de prac- tijk toch willen uitoefenen. De wet moet nu eenmaal uitgeoefend worden. Wat de dringende bepaling van art. 18 van de Besmettelijke ziektenwet aangaat, wil de minister wel rekening houden met de fï- nancieele moeilijkheden, waarin thans ook zoovele gemeenten verkeeren. Hij zal echter, zij 't wat langzamer, blijven aandringen op een voldoend aantal plaatsen, alwaar barak ken voor isoleering aanwezig zijn. De minister moest natuurlijk ook antwoor den op enkele vragen betreffende de Volks huisvesting. Hier ook heeft de minister zijn dislderata: hij ziet b.v. sterk het nut in van een eigen woning voor den arbeider. Volkshuisvesting en men begrijpt, dat dan Dr. v. d. Bergh onder de sprekers is. Over de uitvoering van de Gemeentewet. Er bleek van precies hetzelfde meeningsverschil als bij de behandeling van de Woningwetswijziging. Wat de minister noemt een ontzien van de rechtszekerheid der betrokenen, dat acht Dr. v. d. Bergh een zich stellen op een extreem indidualistisch standpunt. De heer v. d. Bergh voegt daaraan de conclusie toe, dat dit de volkswoningbouw schaadt, de minister meent, dat het ontzien de particuliere rechts zekerheid allerminst in den weg staat aan het koesteren van moderne begrippen over de volkshuisvesting. De heer J. ter Laan klaagde sterk over de bekende missive van den minister aan Rot terdams gemeentebestuur over het Blijdorp plan. In deze missive waarschuwde de mi nister dat gemeentebestuur bij voorbaat, te zullen moeten overgaan tot vernietiging van het raadsbeluit, wanneer daarin allerlei bouwvoorschriften werden gegeven langs privaatrechtelijken weg, waar de pu bliekrechtelijke alleen moest bewondeld worden. De heer Ter Laan begreep dat dreigen met vernietiging niet het was immers al zoo veel jaren goed gegaan. Dat kan wel, ant woordde Mr. Verschuur, maar ik moet de wet handhaven. Bovendien: de wet is pas gewijzigd een reden te meer om haar te handhaven voor den' minister, die de wijziging bracht. Wel wees de minister terug de reeds ge hoorde veronderstellingen, dat hij met zijn brief stelling had willen nemen i.z. de alcoof- woning. De afdeeling der „Werkverschaffing en werkloozenzorg" van Binn. Zaken is ook nog afgedaan. Morgen de groote vragenregen voor Landbouwwee ons! Vandaag voerden over de werkverschaf fing meerdere Kamerleden het woord allen detailvragen doende, na het groote debat, dat in den aanvang van October werd ge houden over de crisis-zorgen. De jeugd, de arbeidende 'jeugd ën de Jeugd uit het werkloozengezin heeft 't niet gemak kelijk nu. Mej. Westerman wees daarop en Dr. v. d. Tempel ook. Zij vroegen om mede werking der regeering bij den ontwikkelings arbeid in dezen demoraliseerenden tijd. Dr. v, d. Tempel wensehte te weten, waar die hulp geslaagd is en waar niet. De minister kon dankbaar de erkenning incasseeren, dat er reeds veel gedaan wordt, hij wilde gaarne toezeggen te zullen onderzoeken tot welke conclusie de thans opgedane ervaring hem bij het verder werken leiden moet. Dr. v. d. Tempel en Dr. Schokking spraken over het bedrag, dat de regeering aan het Nat- Steuncomité heeft doen toekomen een bedrag van 700.000. Dr. v. d. Tempel hoopte, dat de .regeering daarbij als voorwaarde zou hebben gesteld, dat den bijzonderen uitkeerin- gen van het Steuncomité het karakter van liefdadigheid en armenzorg zooveel mogelijk zou worden ontnomen. Minister Ruys de Beerenbrouck zette uiteen, dat de 7 ton niet een gift was aan het Steuncomité, maar extrahulp aan de werkloozen voor welker verdeeling de hulp van het Steuncomité en zijn plaatselijke organisaties werd inge roepen. Die extra-uitkeering is een verleng stuk van de steunregeling, zoodat daarmee in den nood voorzien kan worden van gezinnen, welke door langdurige werkloosheid extra- huip noodig hebben. De regeering maakte die extra-hulp echter afhankelijk van het aan wezig zijn eener steunregeling in de gemeen te. waar de extra-hulp noodzakelijk is. Blijk baar dus met de bedoeling om gemeenten zonder steunverleening tot het ontwerpen daarvan te brengen. Nu zijn er echter ge meenten het zullen er wel niet veel zijn alwaar de gemeentenaren uit zich zelf zorgen voor het lenigen van werkloosheidsleed, b.v. door de liefdadigheid zonder gemeentelijke steunregeling. Deze gemeenten genieten niet van de 7 ton. En dat vond Dr. Schokking niet billijk. De minister verwees hen naar het na tionaal steuncomité. Dc premier zegde de heeren Ebels en v. d. Tempel toe, de gemeenten zooveel mogelijk te stimuleéren tot hét aanvatten van plaatse lijke werkversc-haffingswerken. De heer Kampschoer pleitte voor het doen deelen in de steunregeling door kleine boeren en tuinders;. De minister wees dat af. moest het afwijzen, wilde hij consequent de belangen van de schatkist sauveeren. Premie-schenken voor onderhoudswerken Dr. v. d. Tempel vroeg er om acht de mi nister niet van gevaren vrij: prijs en loon worden teveel op het normale gehouden daar door, kunstmatig. Ten slotte vestigde de minister de aandacht op de noodzaak om met het oog op een duis tere toekomst, het aantal objecten van werk verschaffing thans niet volledig uit te putten. De miniser-president heeft niet alle spre kers beantwoord wat de anderen zeiden, zal hij nalezen en daarmede rekening hou den. Zou 't dan maar niet beter zijn, alles schriftelijk af te doen? Op een vraag van Ir. v. d. Waerden deelde de bewindsman mee, nog niet tot een decisie te zijn gekomen t.a.v. de Kon. Holl. Lloyd. In den aanvang der vergadering werd de gisteravond nog ingediende motie-de Boer tot steun aan de binnensehipperij verworpen met 4520 stemmen. Vanwege, de financieele con sequenties. INTIMUS. PLECHTIGE BEGRAFENIS TE BANGKOK. De vijf slachtoffers ter aarde besteld. BRINSMEAD EN VAN ZADELHOFF GAAN VOORUIT. BATAVIA, 9 Dec. Ancta)De Directeur van den Austraiischen Luchtvaartdienst Brins- mead is zoodanig hersteld, dat hij kon wor den overgebracht naar een herstellingsoord. De toestand van den marconist Van Zadel- hoff is vooruitgaande, hij vroeg zelfs om rook artikelen, maar herinnert zich van de détails van het ongeluk niets. Het zakpotlood dat de heer Brinsmead bij zich droeg zou in zijn borst gedrongen zijn, tijdens een persgesprek is gebleken, dat de heer Van Zadelhoff zoo dicht bij het radio toestel zat dat de schok minder groot was zoo dat. hij slechts lichte kneuzingen kreeg. Kolonel Brinsmead, heeft een hersenschud ding opgeloopen en eenige ribben gebroken, waardoor de longen beschadigd werden. De linkerarm en het linkerbeen van het slacht offer zijn gedeeltelijk verlamd. De begrafenis van de slachtoffers Wiersma, Van Onlangs en oKtte geschiedde op het Pro- testantsche kerkhof onder zeer groote belang stelling. Rev. Cecil Simmons leidde de plech tigheid. De gezant van Duitschland, dr. Asmis hield bij afwezigheid van den Nederlandschen gezant een redevoering. De Britsche en Fran- sche gezanten waren verhinderd de plechtig heid bij te wonen. De beide overleden passa giers de heeren Baud art en Borg, werden be graven op het R.-K. kerkhof, nadat een plech tige dienst in de Assumption-Kathedraal was voorafgegaan. IN BELGIë VERONGELUKT NEDERLANDER OVERLEDEN. De 23-jarige Elembaert uit Rotterdam (niet zooals abusievelijk eerst wend gemeld, Maas) die bij het auto-ongeluk te Esschen werd ge wond, is in het ziekenhuis te Antwerpen aan de bekomen verwondingen overlieden. DEN IIAAG MAG DE VOORDE'S KOOPEN. Naar de N.R.C. verneemt Ihebfoen Gedepu teerde Staten van Zu.id-Holland hun goed keuring gehecht aan d.en aankoop van de buitenplaatsen Overvoerde, Steemvoorde en de Voorde, door Den Haag. lees? U ir©@ds ©©o Neem er dan HET NIEUWE DAGBLAD sis avondblad bij. Kranten- knipsels uit 1916 10 December 1916. Vr edesvoor leeken? De Alg. Handelsblad-correspondent te Rot terdam schrijft: Zou de vrede toch nader zijn dan wij geneigd zijn te vermoeden? Dal er meer aan gedacht wordt dan tot dusver moge blijken uit het opmerkelijk feitdat dezer dagen een zeilscheepje onder Neder- landsche vlag werd opgenomen om tusschen 15 en 30 December een lading in te nemen van Londen naar ons land. Op zijn charter werd aangeteekend dal dit zou komen te vervallen, wanneer in die periode een einde mocht komen aan de vijandelijkheden. Dat dit in Engeland werd gestipuleerd geeft wel te denken. In elk geval mag er uit worden afgeleid dat men ook daar een einde van den oorlog thans niet zoo onmogelijk acht, als in de pers gemeenlijk wordt aangegeven. (Van 10 December tot 9 worden de postzegels voor heti misdeelde kind weder, vep^ kocht). Telkenjare m December, Komt de dag weer, dat uw post, Voor den tijd van enkle weken, U een tikje duurder kost. Dat is, als u in uw goedheid En uw beurs wat extra's vindt, Voor den kleinen zegeltoeslag Ten behoeve van het kind. Ach, ik kan het me begrijpen, Dat u nu een beetje zucht. Tegenwoordig zijn de beden Om uw hulp niet van de lucht. En u heeft uw eigen zorgen, Ook voor u is 't leyen zwaar, U bent bijna zelf misdeelde, Ach ik weet het, het is waar. U ontvangt misschien veel minder En men vraagt u telkens weer, Maar.die kindren ja, ik wist hët Kijk, nu glimlacht u toch weer. Het is zulk een heel klein offer, Dat dit streven jaarlijks vraagt. Iets waar iedereen aan meedoet En dat daardoor dan weer slaagt. Heel veel kleintjes voor die kleintje^ Voor de kinderen der smart, Maken saam een groote gave Uit het Nederlandsche hart. oD Druk een wijl op al uw brieven' Aan familielid en vrind, 't Zegel van uw medevoelen Met het arm misdeelde kind. P. GASUSj €ï©s©Ba®rók©si Rssiïen. Deze week na Sinterklaas is vermoede lijk wel de periode waarin het meest geruild wordt in winkels, door men- schen die een cadeautje ontvangen hebben, en die het liever anders hadden ge zien. De meeste dingen die vóór Sinterklaas ge kocht zijn, voor zoover zij tenminste van eeni ge beteekenis zijn, zijn al met recht van in ruiling verkocht, omdat het nu eenmaal erg moeilijk is, om zoowel de bedoeling als den smaak van anderen precies te kennen, en daarnaar de inkoopen te doen. Dus wordt er geruild na het Sint Nicolaas- •feest, en menig met zorg uitgekozen ge schenk gaat terug naar den winkel, vanwaar het gekomen is, en er komt iets anders voor in de plaats. Dat is allemaal heel begrijpelijk, en in ze keren zin is het goed ook, dat het kan, maar aan den anderen kant is het een gevaar voor een belangrijk onderdeel van het Sinterklaas feest, en dat is de romantiek. Als er sprake is van romantiek, van de werking, van onze verbeeldingskracht, dan is dat zeker het geval bij den verjaardag van den heiligen Nicolaas: dit kinderfeest munt uit door dichterlijke voorstellingen, verteld in dichterlijke verhalen, waar de fantasie een belangrijk onderdeel van vormt. Stel u eens een Sint Nicolaasfeest voor zonder romantiek, het is eenvoudigweg on denkbaar. Er zijn menschen, die de romantiek ervan niet erkennen: zij vinden al dat geven van- cadeautjes aan elkaar een mal iets, het be vordert de hebberigheid van de menschen, en dat zeker wel in de eerste plaats bij de kin deren, die lange verlanglijsten opmaken, en die teleurgesteld zijn, als zij niet krijgen, wat zij gevraagd hebben. Hier mag dan iets van waar zijn, maar het is alleen van toepassing op hen, die de de romantiek van dit feest niet voelen, die niet het aantrekkelijke voelen van het wat voor elkaar over hebben, van de zorg, waar mee verrassingen worden voorbereid, van de vreugde van een geslaagde aardigheid, in één woord: van alle kleine attenties, die men elkaar bereidt, en waarbij de geschen ken geen doel zijn, maar enkel middel. En dat is het nu juist, wat bij al dat ruilen van cadëaux ook zoo vaak wordt ver geten; het gaat er tenslotte niet in de eer ste plaats om, of degene, die het geschenk krijgt, er een goede bestemming voor heeft, of het precies zóó bedoeld heeft, maar of de gedachte die er aan ten grondslag ligt, een vriendelijke is, een, die behoefte heeft ge voeld aan het geven van een geschenk. Nu weet ik wel, dat men zich dat niet steeds bewust kan maken': welke gedachte drijft mij tot het geven van dit cadeau! Maar het is de geest, die van de viering van het feest uitgaat, die daarop wijzen moet. En het is merkwaardig om te zien, dat, in de gezinnen waar het Sinterklaasfeest het opgewektst wordt gevierd, de ontvangen en gegeven geschenken ook het minst worden geruild. Och, laat er dan maar eens iet-s bij zijn, wat ge niet erg mooi vindt, of zelfs erg leelijk, of misschien akelig onpractisch, het is toch immers met een hartelijke bedoe- Iïng met zorg uitgekozen, en dan is het on aardig, om dadelijk te zeggen: ik ga het ruilen, want ik heb liever iets anders. Zoo'n opmerking is voor de geefster of den gever nooit een prettig bericht, het geeft de onbehagelijke gewaarwording: je bent te kort geschoten. Er zijn menschen, die met elkaar een ca deau voor elkaar gaan koopen, waarop dat natuurlijk verder zender plichtplegingen, soms al een week voor Sinterklaasavond, aan elkaar wordt gegeven. Dat is zoo prozaïsch, dat het geen wonder is, wanneer zulke menschen voor de viering zelf, met al zijn soms kinderlijke dwaasheden en surprises, niets voelen. Zij willen toch ook alleen maar een cadeautje krijgen, en er dan ook eentje geven, omdat dit er nu eenmaal tegenoverstaat. Nog nuchterder wordt heit, wanneer men elkaar geld gaat geven, om zelf wat van te koopen, en dat een dergel ij ke Sinterklaas viering de hebberigheid aankweekt, is zeker geen overdreven meening. Maar het milieu zelf getuigt toch ook al van weinig gevoel voor den ondergrond van het feest. Natuurlijk kunnen er gevallen zijn, waar in de gever of geefster zelf niet erg goed raad heeft geweten, en er nu op aandringt, dat de gene, die het geschenk ontvangt, zelf nog eens zal gaan kijken, omdat die er beter ver stand van heeft. Dan kan het ruilen dikwijls een gelukkige omstandigheid zijn, die niets tot de waarde van het geven als zoodanig afdoet. Maar als het cadeau vol enthousiasme ge geven wordt, is het niet fijngevoelig, om het dadelijk af te kammen, en er mee naar den winkel te loopen om er een ander voor in de plaats te zien te krijgen. Heel vaak komt het ook pog voor, dat het uitgezochte geschenk van den gever toch weer mee naar huis gaat, want het blijkt toch het mooiste te zijn. Sommigen doen dat uit nieuws gierigheid, anderen uit een eigengewijs gevoel van: ik wil wel eens zien, of ik het niet beter kan dan jij. Ruil daarom van uw ge'schenken zoo weinig mogelijk, het verkilt de feestelijke gevoelens. En het is ook best mogelijk, dat ge een ge schenk nu niet kunt bewonderen, en dat uw smaak over eenigen tijd geheel gewijzigd is. E. E. J^-P. Vele propere huisvrouwen venbazen er zich soms over, dat hun mooie Cfnineescbe of Japansche gelakte theeblaadjes of bombon- ba.kjes enz. zoo dof worden, terwijl ze die toch terdege in een lekker sopje afwasschen Ja. de moeilijkheid is juist, <iat we hoeltemaal geen zeepsop mogen gebruiken om lakwerk of gelakt blik te reinigen, omdat het juist daarvan dof wordt. Men onderhoudt dit soort werk door het zooveel mogelijk stofvrij te houden en eventueele kringen of vlekken met een zacht doekje met koud water te verwijderen. Laten drogen en dan met een zachten wollen of flanellen doek opwrijven Wil men de glans verhoogen, dan kan men een heel klein beetje sla-olie (of vaseline) op de doek doen. Wrijfwas is echter ten sterkste af te raden, omdat daardoor de ge kleurde figuren of het vergulsel, dat er dik wijls op zit, op den duur verloren zouden gaan. G^O°TE- IvfRPJD Een paar weken geleiden schreef ik er over, hoe .kinderen alles langer vinden duren dan volwassenen. Voor hen is een dag lang, een week bijna onafzienbaar. En zooals het met den tijd gaat, zoo gaat het ook met die grootte van de dingen. We denken er eigenlijk heel weinig aan, dat het kind alles anders moet zien dan wij. Ik kwam pas geleden langs een school. Het Fröbelklasje ging net wandelen. Een lange rij peuters, vier aan vier kwam naar buiten, krioelde over de straat. Net kabouters en van uit de verte gezien héél dicht bij de straatsteenen. Hoe anders moeten zij de autos, de trams zien, hoe anders ook de groote menschen! Mensohen, die we alleen. onze kinder jaren ontmoet hebben, zijn in onze herinne ring allemaal groot. Als we hen dan later nog eens zien, staan we verbaasd. Ik ont moette eens een vroegere onderwijzeres, die zoo wat tot mijn schouder reikte. Ik kon bijna niet gelooven, dat zij dezelfde was. „U was toch vroeger veel grooter", had ik bijna gezegd. En ik kwam eens terug in een stadstuin, waar ik als kind veel gespeeld had. Een prachtig groote tuin was dat voor me ge weest, je kon er lange wandelingen in maiken.. Als je achter in den tuin stond was je héél ver van het huis. Toen ik den tuin weer zag, was hij veel kleiner geworden. Twee 'korte paadjes liepen om een perkje heen, daarachter was een boschje. dat was alles. „Wat jammer, dat de tuin verkleind is", zei ik. Maar de tuin was niet verkleind. Ik was grooter geworden. Kamers en gangen, stoeien en tafels, ze waren allemaal veel grooter in onze kinder jaren. Een park was een uitgestrekt bosoh, een bovenhuis van twee verdiepingen, een neren; we kunnen de kleine kinderen van nu dan beter beoordeelen. Het kind is soms bang voor den een of anderen volwassene. „Waarom?", vragen wij. „Nu ja, hij heeft iets onaardigs .tegen je ge zegd, hij kijkt misschien niet erg vriendelijk, maar daarom hoef je nog niet bang te zijn". We vergeten dan, dat die onvriendelijike persoon voor het kind iets dreigends heeft door zijn grootte en kracht. Wij zouden ook bang zijn voor een reus, die ons niet goed gezind was. Of het kind huilt, omdat moeder „zoo ver" weggaat. „Maar, kindje, ik blijf in de buurt, ik ga even naar tante Tilly". Maar voor het kind is dat niet in debuurt voor hem woont tante Tilly ver weg. Sommige kamers zijn voor het kind angstig groot. Wij vinden die kamers misschien nog tamelijk klein en begrijpen niet waarom het Mnd er liever niet wil slapen. Toch zouden wij ons ook onbehagelijk voelen, wanneer onze slaapkamer een paleis-zaal was. Aanmoedigen mogen we bangheid nooit, maar het is wel goed als we die bangheid begrijpen. We kunnen er dan rekening mee honden; met die kinderlijke vrees voor het grootte. BEP OTTEN, Ook afstanden waren van zelf sprekend veel grooter voor ons. Onze kleine beenen konden ons nog niet verdragen. Groot lag de wereld om je heen. Alles was geweldiger en daardoor ook eerder schrik aanjagend. We doen goed om dat te herin- AARDAPPELVULSEL. De Decembermaand is de maand van de ge vulde Kerstgans. Het klaargemaakte vulsel wordt in de lichaamsholte van den gans ge bracht, die door het verwijderen van de ingewanden is vrij gekomen. Daar wordt het vulsel gedurende den braadtijd van 't beestje geleidelijk meegestoofd, waardoor het die geul en de smaak van het omringende vleeseh overneemt. Deze vulling neemt feitelijk de plaats in van de compote, de groente of de aardappelen, die men gewoonlijk bij een niet- gevulde gans geeft. Doch het is aan te bevelen, voor de sma kelijkheid om ook bij een gevulden gans nog een beetje compote apart te geven, hetzij wat appelmoes, hetzij wat gestoofde abriko zen, tutti frutti, vruchten uit blik of iets van dien aard, opdat men toch nog een frisoh hapje heeft bij het tamelijk machtig ge- vogeltje. Een smakelijk vulsel is het aard appel vuLs-el. Dit wordt als volgt bereid. Men neemt 1 K.G. gekookte aardappelen, 1 groote ui, 1 ons boter, wat peper, zout, nootmuskaat 1 éi, 3 eetlepels melk, 1 theelepeltje maggi aroma, 2 eetlepels gehakte groene kruiden, (selderij,, peterselie). Men wrijft de aardappe len fijn. De fijngemaakte ui laat men in de boter gaar smoren zonder ze bruin te maken. Dan voegt men ze bij de aardappelen en roert er daarna het geklopte ei door, de kruiden, de maggi aroma en zooveel melk als noodig is om aan het mengsel den juis- ten samenhang te geven. Daarna voegt men er naar smaak wat zout bij. Gestoofde bieten: Men stroopt de gekookte bieten af en snijdt ze daarna in dunne plak jes. Men maakt een sausje van twee lepels boter, twee lepels bloem en 2 d.L. water met wat azijn, peper en zout en 1 theelepel sui ker. Daarin stooft men nu de bieten eenige minuten. Hoewel de kleine hoedjes zoo op het eerste' gezicht allemaal hetzelfde lijken, valt het toch op wat een eindelooze verscheidenheid in vormen en wat een variatie in garneering men heeft bedacht om toch iedere vrouw iets te kunnen bieden, wat zich aan haar persoon lijkheid aanpast. Het is soms een extra deukje, een opgesla gen randje, een andere garneering, die den hoed volkomen doet veranderen en zich dan meer eigent voor het gezicht der dame, die hem heeft gekocht. Onze beide teekeningen laten U twee zeer chique en aparte modellen zien. No. 1 is een hoedje van donkergroen zijden vilt, waarvan de bol uit twee over elkaar heenslaande deelen bestaat versierd met 2 vleugels. No. 2 is een hoedje van donkerbruin vilt. waarvan het aparte geheel zit in de manier waarop de rand in verschillende bochten is gevormd. De garneering bestaat uit een kleine oranje veeren versiering. O, die stroeve gordijnsfokken! Er worden heel wat humeuren en gordijnen bedorven door stroeve gordijnstokken, waar door de ringen van de gordijnen niet; willen schuiven en wij 's avonds woedend aan het gordijnkoord staan te trekken of aan de gor dijnen te rukken, met al de narigheid van. stukgetrokken gordijnen enz. En het is toch een kleine moeite orn de goardijnstokken heel glad tehouden. De houten stokken moeten daartoe, ais ze van heel glimmend hout zijn af en toe met een beetje was ingesmeerd worden. Doffe houten stokken bewerkt men met een beetje talk of glij.poeder. En de ko peren roeden of die van ander metaal wrijft men af en toe niet een Meinbeetje witte was of vaseline in. Dit spaart uw humeur.... en. de gordijnen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1931 | | pagina 6