VOLKSGEZONDHEID EN VOLKS
HUISVESTING.
Hulppost.
STA TEN- GENERAAL.
Pas Vijftien jaar
geleden
LAKWERK.
RECEPT.
DE HOEDJES.
HET NIEUWE DAGBLAD
DONDERDAG 10 DECEMBER 1931
TWEEDE KAMER.
Zorg voor verkeersslachtoffers. Be be
grooting van Arbeid z. h. st. aangenomen.
Werkverschaffing en werkloozensteun. De
7 ton aan het erisiscomsté. Bevordering
van werken in werkverschaffing.
Vanmiddag werd de begrooting van Minis
ter Verschuur aangenomen door de Kamer,
zonder hoofdelijke stemming.
Voor het laatst schonk voor dit jaar de
Kamer haar aandacht aan zijn begrooting
en wel aan de afdeeling der Volksgezondheid.
Aan den minister werden ook vanmiddag
een groot aantal wenschen weer voorgelegd
tot verhooging van het peil van onze volks
gezondheid. Men drong dikwijls heel sterk bij
den minister op nieuwe maatregelen aan, op
uitbreiding ook. De minister verklaarde die
heel sterke aandrang niet noodig te hebben
hij zei om te beginnen, dat de zorg voor
de hygiënische levensvoorwaarden van ons
volk niet slecht is. En voorts wanneer
de Kamer als volksvertegenwoordiging een
heel lijstje van desiderata opsomde, dan had
hij als minister ook een staatje en dat ging
nog verder dan de wenschen van de Kamer.
Mr. Verschuur somde het een en ander van
die wenschen op: een deugdelijke districts-
gewijze organisatie van den geneeskundigen
dienst, een deugdelijke voldragen schoolart-
sendienst, een gedegen regeling van het zie
kenfondswezen en een zeer groot aantal
deciderata op 't breede terrein van de Volks
huisvesting.
Wanneer de dames De Vries—Brunis en
Van Itallie—Van Embden heel sterk aam-
drongen op het snel in het leven roepen van
een orgamisatie, welke het lijden -zonder-
verzorging van slachtoffers van verkeers
ongelukken zoo kort mogelijk doet duren,
dan deed de minister duidelijk spreken, dat,
hoewel deze aangelegenheid er een is van
vijf departementen, er toch niet wordt stil
gezeten; aan een oplossing wordt hard ge
werkt.
Voor de tandtechnici, thans voor degenen,
die zich voor het tandartsenexamen willen
voorbereiden werd opnieuw gepleit. Blijkbaar
is de minister niet meer toegankelijk voor
nieuwe faciliteiten. Evenmin kan hij afstap
pen van een zeer nauwlettend toezicht op de
tandtechnici, die zonder erkenning de prac-
tijk toch willen uitoefenen. De wet moet nu
eenmaal uitgeoefend worden.
Wat de dringende bepaling van art. 18
van de Besmettelijke ziektenwet aangaat, wil
de minister wel rekening houden met de fï-
nancieele moeilijkheden, waarin thans ook
zoovele gemeenten verkeeren. Hij zal echter,
zij 't wat langzamer, blijven aandringen op
een voldoend aantal plaatsen, alwaar barak
ken voor isoleering aanwezig zijn.
De minister moest natuurlijk ook antwoor
den op enkele vragen betreffende de Volks
huisvesting. Hier ook heeft de minister zijn
dislderata: hij ziet b.v. sterk het nut in van
een eigen woning voor den arbeider.
Volkshuisvesting en men begrijpt, dat dan
Dr. v. d. Bergh onder de sprekers is. Over de
uitvoering van de Gemeentewet. Er bleek van
precies hetzelfde meeningsverschil als bij de
behandeling van de Woningwetswijziging.
Wat de minister noemt een ontzien van de
rechtszekerheid der betrokenen, dat acht Dr.
v. d. Bergh een zich stellen op een extreem
indidualistisch standpunt. De heer v. d.
Bergh voegt daaraan de conclusie toe, dat
dit de volkswoningbouw schaadt, de minister
meent, dat het ontzien de particuliere rechts
zekerheid allerminst in den weg staat aan
het koesteren van moderne begrippen over
de volkshuisvesting.
De heer J. ter Laan klaagde sterk over de
bekende missive van den minister aan Rot
terdams gemeentebestuur over het Blijdorp
plan. In deze missive waarschuwde de mi
nister dat gemeentebestuur bij voorbaat, te
zullen moeten overgaan tot vernietiging van
het raadsbeluit, wanneer daarin allerlei
bouwvoorschriften werden gegeven langs
privaatrechtelijken weg, waar de pu
bliekrechtelijke alleen moest bewondeld
worden.
De heer Ter Laan begreep dat dreigen met
vernietiging niet het was immers al zoo
veel jaren goed gegaan. Dat kan wel, ant
woordde Mr. Verschuur, maar ik moet de
wet handhaven.
Bovendien: de wet is pas gewijzigd een
reden te meer om haar te handhaven voor
den' minister, die de wijziging bracht.
Wel wees de minister terug de reeds ge
hoorde veronderstellingen, dat hij met zijn
brief stelling had willen nemen i.z. de alcoof-
woning.
De afdeeling der „Werkverschaffing en
werkloozenzorg" van Binn. Zaken is ook nog
afgedaan. Morgen de groote vragenregen voor
Landbouwwee ons!
Vandaag voerden over de werkverschaf
fing meerdere Kamerleden het woord allen
detailvragen doende, na het groote debat,
dat in den aanvang van October werd ge
houden over de crisis-zorgen.
De jeugd, de arbeidende 'jeugd ën de Jeugd
uit het werkloozengezin heeft 't niet gemak
kelijk nu. Mej. Westerman wees daarop en
Dr. v. d. Tempel ook. Zij vroegen om mede
werking der regeering bij den ontwikkelings
arbeid in dezen demoraliseerenden tijd. Dr. v,
d. Tempel wensehte te weten, waar die hulp
geslaagd is en waar niet. De minister kon
dankbaar de erkenning incasseeren, dat er
reeds veel gedaan wordt, hij wilde gaarne
toezeggen te zullen onderzoeken tot welke
conclusie de thans opgedane ervaring hem bij
het verder werken leiden moet.
Dr. v. d. Tempel en Dr. Schokking spraken
over het bedrag, dat de regeering aan het
Nat- Steuncomité heeft doen toekomen een
bedrag van 700.000. Dr. v. d. Tempel hoopte,
dat de .regeering daarbij als voorwaarde zou
hebben gesteld, dat den bijzonderen uitkeerin-
gen van het Steuncomité het karakter van
liefdadigheid en armenzorg zooveel mogelijk
zou worden ontnomen. Minister Ruys de
Beerenbrouck zette uiteen, dat de 7 ton niet
een gift was aan het Steuncomité, maar
extrahulp aan de werkloozen voor welker
verdeeling de hulp van het Steuncomité
en zijn plaatselijke organisaties werd inge
roepen. Die extra-uitkeering is een verleng
stuk van de steunregeling, zoodat daarmee in
den nood voorzien kan worden van gezinnen,
welke door langdurige werkloosheid extra-
huip noodig hebben. De regeering maakte die
extra-hulp echter afhankelijk van het aan
wezig zijn eener steunregeling in de gemeen
te. waar de extra-hulp noodzakelijk is. Blijk
baar dus met de bedoeling om gemeenten
zonder steunverleening tot het ontwerpen
daarvan te brengen. Nu zijn er echter ge
meenten het zullen er wel niet veel zijn
alwaar de gemeentenaren uit zich zelf zorgen
voor het lenigen van werkloosheidsleed, b.v.
door de liefdadigheid zonder gemeentelijke
steunregeling. Deze gemeenten genieten niet
van de 7 ton. En dat vond Dr. Schokking niet
billijk. De minister verwees hen naar het na
tionaal steuncomité.
Dc premier zegde de heeren Ebels en v. d.
Tempel toe, de gemeenten zooveel mogelijk
te stimuleéren tot hét aanvatten van plaatse
lijke werkversc-haffingswerken. De heer
Kampschoer pleitte voor het doen deelen in de
steunregeling door kleine boeren en tuinders;.
De minister wees dat af. moest het afwijzen,
wilde hij consequent de belangen van de
schatkist sauveeren.
Premie-schenken voor onderhoudswerken
Dr. v. d. Tempel vroeg er om acht de mi
nister niet van gevaren vrij: prijs en loon
worden teveel op het normale gehouden daar
door, kunstmatig.
Ten slotte vestigde de minister de aandacht
op de noodzaak om met het oog op een duis
tere toekomst, het aantal objecten van werk
verschaffing thans niet volledig uit te putten.
De miniser-president heeft niet alle spre
kers beantwoord wat de anderen zeiden,
zal hij nalezen en daarmede rekening hou
den. Zou 't dan maar niet beter zijn, alles
schriftelijk af te doen?
Op een vraag van Ir. v. d. Waerden deelde
de bewindsman mee, nog niet tot een decisie
te zijn gekomen t.a.v. de Kon. Holl. Lloyd.
In den aanvang der vergadering werd de
gisteravond nog ingediende motie-de Boer tot
steun aan de binnensehipperij verworpen met
4520 stemmen. Vanwege, de financieele con
sequenties.
INTIMUS.
PLECHTIGE BEGRAFENIS TE
BANGKOK.
De vijf slachtoffers ter aarde
besteld.
BRINSMEAD EN VAN ZADELHOFF GAAN
VOORUIT.
BATAVIA, 9 Dec. Ancta)De Directeur van
den Austraiischen Luchtvaartdienst Brins-
mead is zoodanig hersteld, dat hij kon wor
den overgebracht naar een herstellingsoord.
De toestand van den marconist Van Zadel-
hoff is vooruitgaande, hij vroeg zelfs om rook
artikelen, maar herinnert zich van de détails
van het ongeluk niets.
Het zakpotlood dat de heer Brinsmead bij
zich droeg zou in zijn borst gedrongen zijn,
tijdens een persgesprek is gebleken, dat de
heer Van Zadelhoff zoo dicht bij het radio
toestel zat dat de schok minder groot was zoo
dat. hij slechts lichte kneuzingen kreeg.
Kolonel Brinsmead, heeft een hersenschud
ding opgeloopen en eenige ribben gebroken,
waardoor de longen beschadigd werden. De
linkerarm en het linkerbeen van het slacht
offer zijn gedeeltelijk verlamd.
De begrafenis van de slachtoffers Wiersma,
Van Onlangs en oKtte geschiedde op het Pro-
testantsche kerkhof onder zeer groote belang
stelling. Rev. Cecil Simmons leidde de plech
tigheid. De gezant van Duitschland, dr. Asmis
hield bij afwezigheid van den Nederlandschen
gezant een redevoering. De Britsche en Fran-
sche gezanten waren verhinderd de plechtig
heid bij te wonen. De beide overleden passa
giers de heeren Baud art en Borg, werden be
graven op het R.-K. kerkhof, nadat een plech
tige dienst in de Assumption-Kathedraal was
voorafgegaan.
IN BELGIë VERONGELUKT NEDERLANDER
OVERLEDEN.
De 23-jarige Elembaert uit Rotterdam (niet
zooals abusievelijk eerst wend gemeld, Maas)
die bij het auto-ongeluk te Esschen werd ge
wond, is in het ziekenhuis te Antwerpen aan
de bekomen verwondingen overlieden.
DEN IIAAG MAG DE VOORDE'S KOOPEN.
Naar de N.R.C. verneemt Ihebfoen Gedepu
teerde Staten van Zu.id-Holland hun goed
keuring gehecht aan d.en aankoop van de
buitenplaatsen Overvoerde, Steemvoorde en
de Voorde, door Den Haag.
lees? U ir©@ds ©©o
Neem er dan
HET NIEUWE DAGBLAD
sis avondblad bij.
Kranten-
knipsels
uit 1916
10 December 1916.
Vr edesvoor leeken?
De Alg. Handelsblad-correspondent te Rot
terdam schrijft: Zou de vrede toch nader
zijn dan wij geneigd zijn te vermoeden? Dal
er meer aan gedacht wordt dan tot dusver
moge blijken uit het opmerkelijk feitdat
dezer dagen een zeilscheepje onder Neder-
landsche vlag werd opgenomen om tusschen
15 en 30 December een lading in te nemen
van Londen naar ons land. Op zijn charter
werd aangeteekend dal dit zou komen te
vervallen, wanneer in die periode een einde
mocht komen aan de vijandelijkheden. Dat
dit in Engeland werd gestipuleerd geeft wel
te denken. In elk geval mag er uit worden
afgeleid dat men ook daar een einde van den
oorlog thans niet zoo onmogelijk acht, als
in de pers gemeenlijk wordt aangegeven.
(Van 10 December tot 9
worden de postzegels voor heti
misdeelde kind weder, vep^
kocht).
Telkenjare m December,
Komt de dag weer, dat uw post,
Voor den tijd van enkle weken,
U een tikje duurder kost.
Dat is, als u in uw goedheid
En uw beurs wat extra's vindt,
Voor den kleinen zegeltoeslag
Ten behoeve van het kind.
Ach, ik kan het me begrijpen,
Dat u nu een beetje zucht.
Tegenwoordig zijn de beden
Om uw hulp niet van de lucht.
En u heeft uw eigen zorgen,
Ook voor u is 't leyen zwaar,
U bent bijna zelf misdeelde,
Ach ik weet het, het is waar.
U ontvangt misschien veel minder
En men vraagt u telkens weer,
Maar.die kindren ja, ik wist hët
Kijk, nu glimlacht u toch weer.
Het is zulk een heel klein offer,
Dat dit streven jaarlijks vraagt.
Iets waar iedereen aan meedoet
En dat daardoor dan weer slaagt.
Heel veel kleintjes voor die kleintje^
Voor de kinderen der smart,
Maken saam een groote gave
Uit het Nederlandsche hart. oD
Druk een wijl op al uw brieven'
Aan familielid en vrind,
't Zegel van uw medevoelen
Met het arm misdeelde kind.
P. GASUSj
€ï©s©Ba®rók©si
Rssiïen.
Deze week na Sinterklaas is vermoede
lijk wel de periode waarin het meest
geruild wordt in winkels, door men-
schen die een cadeautje ontvangen
hebben, en die het liever anders hadden ge
zien.
De meeste dingen die vóór Sinterklaas ge
kocht zijn, voor zoover zij tenminste van eeni
ge beteekenis zijn, zijn al met recht van in
ruiling verkocht, omdat het nu eenmaal erg
moeilijk is, om zoowel de bedoeling als den
smaak van anderen precies te kennen, en
daarnaar de inkoopen te doen.
Dus wordt er geruild na het Sint Nicolaas-
•feest, en menig met zorg uitgekozen ge
schenk gaat terug naar den winkel, vanwaar
het gekomen is, en er komt iets anders voor
in de plaats.
Dat is allemaal heel begrijpelijk, en in ze
keren zin is het goed ook, dat het kan, maar
aan den anderen kant is het een gevaar voor
een belangrijk onderdeel van het Sinterklaas
feest, en dat is de romantiek.
Als er sprake is van romantiek, van de
werking, van onze verbeeldingskracht, dan is
dat zeker het geval bij den verjaardag van den
heiligen Nicolaas: dit kinderfeest munt uit
door dichterlijke voorstellingen, verteld in
dichterlijke verhalen, waar de fantasie een
belangrijk onderdeel van vormt.
Stel u eens een Sint Nicolaasfeest voor
zonder romantiek, het is eenvoudigweg on
denkbaar.
Er zijn menschen, die de romantiek ervan
niet erkennen: zij vinden al dat geven van-
cadeautjes aan elkaar een mal iets, het be
vordert de hebberigheid van de menschen, en
dat zeker wel in de eerste plaats bij de kin
deren, die lange verlanglijsten opmaken, en
die teleurgesteld zijn, als zij niet krijgen, wat
zij gevraagd hebben.
Hier mag dan iets van waar zijn, maar
het is alleen van toepassing op hen, die de
de romantiek van dit feest niet voelen, die
niet het aantrekkelijke voelen van het wat
voor elkaar over hebben, van de zorg, waar
mee verrassingen worden voorbereid, van de
vreugde van een geslaagde aardigheid, in
één woord: van alle kleine attenties, die
men elkaar bereidt, en waarbij de geschen
ken geen doel zijn, maar enkel middel.
En dat is het nu juist, wat bij al dat
ruilen van cadëaux ook zoo vaak wordt ver
geten; het gaat er tenslotte niet in de eer
ste plaats om, of degene, die het geschenk
krijgt, er een goede bestemming voor heeft,
of het precies zóó bedoeld heeft, maar of de
gedachte die er aan ten grondslag ligt, een
vriendelijke is, een, die behoefte heeft ge
voeld aan het geven van een geschenk.
Nu weet ik wel, dat men zich dat niet
steeds bewust kan maken': welke gedachte
drijft mij tot het geven van dit cadeau!
Maar het is de geest, die van de viering
van het feest uitgaat, die daarop wijzen
moet.
En het is merkwaardig om te zien, dat, in
de gezinnen waar het Sinterklaasfeest het
opgewektst wordt gevierd, de ontvangen en
gegeven geschenken ook het minst worden
geruild. Och, laat er dan maar eens iet-s bij
zijn, wat ge niet erg mooi vindt, of zelfs erg
leelijk, of misschien akelig onpractisch, het
is toch immers met een hartelijke bedoe-
Iïng met zorg uitgekozen, en dan is het on
aardig, om dadelijk te zeggen: ik ga het
ruilen, want ik heb liever iets anders.
Zoo'n opmerking is voor de geefster of den
gever nooit een prettig bericht, het geeft de
onbehagelijke gewaarwording: je bent te
kort geschoten.
Er zijn menschen, die met elkaar een ca
deau voor elkaar gaan koopen, waarop dat
natuurlijk verder zender plichtplegingen,
soms al een week voor Sinterklaasavond, aan
elkaar wordt gegeven.
Dat is zoo prozaïsch, dat het geen wonder
is, wanneer zulke menschen voor de viering
zelf, met al zijn soms kinderlijke dwaasheden
en surprises, niets voelen. Zij willen toch ook
alleen maar een cadeautje krijgen, en er dan
ook eentje geven, omdat dit er nu eenmaal
tegenoverstaat.
Nog nuchterder wordt heit, wanneer men
elkaar geld gaat geven, om zelf wat van te
koopen, en dat een dergel ij ke Sinterklaas
viering de hebberigheid aankweekt, is zeker
geen overdreven meening.
Maar het milieu zelf getuigt toch ook al van
weinig gevoel voor den ondergrond van het
feest. Natuurlijk kunnen er gevallen zijn, waar
in de gever of geefster zelf niet erg goed raad
heeft geweten, en er nu op aandringt, dat de
gene, die het geschenk ontvangt, zelf nog
eens zal gaan kijken, omdat die er beter ver
stand van heeft. Dan kan het ruilen dikwijls
een gelukkige omstandigheid zijn, die niets tot
de waarde van het geven als zoodanig afdoet.
Maar als het cadeau vol enthousiasme ge
geven wordt, is het niet fijngevoelig, om het
dadelijk af te kammen, en er mee naar den
winkel te loopen om er een ander voor in de
plaats te zien te krijgen.
Heel vaak komt het ook pog voor, dat het
uitgezochte geschenk van den gever toch weer
mee naar huis gaat, want het blijkt toch het
mooiste te zijn. Sommigen doen dat uit nieuws
gierigheid, anderen uit een eigengewijs gevoel
van: ik wil wel eens zien, of ik het niet beter
kan dan jij.
Ruil daarom van uw ge'schenken zoo weinig
mogelijk, het verkilt de feestelijke gevoelens.
En het is ook best mogelijk, dat ge een ge
schenk nu niet kunt bewonderen, en dat uw
smaak over eenigen tijd geheel gewijzigd is.
E. E. J^-P.
Vele propere huisvrouwen venbazen er zich
soms over, dat hun mooie Cfnineescbe of
Japansche gelakte theeblaadjes of bombon-
ba.kjes enz. zoo dof worden, terwijl ze die
toch terdege in een lekker sopje afwasschen
Ja. de moeilijkheid is juist, <iat we hoeltemaal
geen zeepsop mogen gebruiken om lakwerk
of gelakt blik te reinigen, omdat het juist
daarvan dof wordt. Men onderhoudt dit soort
werk door het zooveel mogelijk stofvrij te
houden en eventueele kringen of vlekken
met een zacht doekje met koud water te
verwijderen. Laten drogen en dan met een
zachten wollen of flanellen doek opwrijven
Wil men de glans verhoogen, dan kan men
een heel klein beetje sla-olie (of vaseline)
op de doek doen. Wrijfwas is echter ten
sterkste af te raden, omdat daardoor de ge
kleurde figuren of het vergulsel, dat er dik
wijls op zit, op den duur verloren zouden
gaan.
G^O°TE-
IvfRPJD
Een paar weken geleiden schreef ik
er over, hoe .kinderen alles langer vinden
duren dan volwassenen. Voor hen is een dag
lang, een week bijna onafzienbaar.
En zooals het met den tijd gaat, zoo gaat
het ook met die grootte van de dingen. We
denken er eigenlijk heel weinig aan, dat het
kind alles anders moet zien dan wij.
Ik kwam pas geleden langs een school. Het
Fröbelklasje ging net wandelen. Een lange
rij peuters, vier aan vier kwam naar buiten,
krioelde over de straat. Net kabouters en
van uit de verte gezien héél dicht bij de
straatsteenen.
Hoe anders moeten zij de autos, de trams
zien, hoe anders ook de groote menschen!
Mensohen, die we alleen. onze kinder
jaren ontmoet hebben, zijn in onze herinne
ring allemaal groot. Als we hen dan later
nog eens zien, staan we verbaasd. Ik ont
moette eens een vroegere onderwijzeres, die
zoo wat tot mijn schouder reikte. Ik kon
bijna niet gelooven, dat zij dezelfde was. „U
was toch vroeger veel grooter", had ik bijna
gezegd.
En ik kwam eens terug in een stadstuin,
waar ik als kind veel gespeeld had. Een
prachtig groote tuin was dat voor me ge
weest, je kon er lange wandelingen in maiken..
Als je achter in den tuin stond was je héél
ver van het huis.
Toen ik den tuin weer zag, was hij veel
kleiner geworden. Twee 'korte paadjes liepen
om een perkje heen, daarachter was een
boschje. dat was alles. „Wat jammer, dat de
tuin verkleind is", zei ik. Maar de tuin was
niet verkleind. Ik was grooter geworden.
Kamers en gangen, stoeien en tafels, ze
waren allemaal veel grooter in onze kinder
jaren. Een park was een uitgestrekt bosoh,
een bovenhuis van twee verdiepingen, een
neren; we kunnen de kleine kinderen van nu
dan beter beoordeelen.
Het kind is soms bang voor den een of
anderen volwassene. „Waarom?", vragen wij.
„Nu ja, hij heeft iets onaardigs .tegen je ge
zegd, hij kijkt misschien niet erg vriendelijk,
maar daarom hoef je nog niet bang te
zijn".
We vergeten dan, dat die onvriendelijike
persoon voor het kind iets dreigends heeft
door zijn grootte en kracht. Wij zouden ook
bang zijn voor een reus, die ons niet goed
gezind was.
Of het kind huilt, omdat moeder „zoo ver"
weggaat. „Maar, kindje, ik blijf in de buurt,
ik ga even naar tante Tilly". Maar voor het
kind is dat niet in debuurt voor hem woont
tante Tilly ver weg.
Sommige kamers zijn voor het kind angstig
groot. Wij vinden die kamers misschien nog
tamelijk klein en begrijpen niet waarom het
Mnd er liever niet wil slapen. Toch zouden
wij ons ook onbehagelijk voelen, wanneer onze
slaapkamer een paleis-zaal was.
Aanmoedigen mogen we bangheid nooit,
maar het is wel goed als we die bangheid
begrijpen. We kunnen er dan rekening mee
honden; met die kinderlijke vrees voor het
grootte.
BEP OTTEN,
Ook afstanden waren van zelf sprekend
veel grooter voor ons. Onze kleine beenen
konden ons nog niet verdragen.
Groot lag de wereld om je heen. Alles
was geweldiger en daardoor ook eerder schrik
aanjagend. We doen goed om dat te herin-
AARDAPPELVULSEL.
De Decembermaand is de maand van de ge
vulde Kerstgans. Het klaargemaakte vulsel
wordt in de lichaamsholte van den gans ge
bracht, die door het verwijderen van de
ingewanden is vrij gekomen. Daar wordt het
vulsel gedurende den braadtijd van 't beestje
geleidelijk meegestoofd, waardoor het die geul
en de smaak van het omringende vleeseh
overneemt. Deze vulling neemt feitelijk de
plaats in van de compote, de groente of de
aardappelen, die men gewoonlijk bij een niet-
gevulde gans geeft.
Doch het is aan te bevelen, voor de sma
kelijkheid om ook bij een gevulden gans nog
een beetje compote apart te geven, hetzij
wat appelmoes, hetzij wat gestoofde abriko
zen, tutti frutti, vruchten uit blik of iets van
dien aard, opdat men toch nog een frisoh
hapje heeft bij het tamelijk machtig ge-
vogeltje. Een smakelijk vulsel is het aard
appel vuLs-el. Dit wordt als volgt bereid. Men
neemt 1 K.G. gekookte aardappelen, 1 groote
ui, 1 ons boter, wat peper, zout, nootmuskaat
1 éi, 3 eetlepels melk, 1 theelepeltje maggi
aroma, 2 eetlepels gehakte groene kruiden,
(selderij,, peterselie). Men wrijft de aardappe
len fijn. De fijngemaakte ui laat men in de
boter gaar smoren zonder ze bruin te maken.
Dan voegt men ze bij de aardappelen en
roert er daarna het geklopte ei door, de
kruiden, de maggi aroma en zooveel melk
als noodig is om aan het mengsel den juis-
ten samenhang te geven. Daarna voegt men
er naar smaak wat zout bij.
Gestoofde bieten: Men stroopt de gekookte
bieten af en snijdt ze daarna in dunne plak
jes. Men maakt een sausje van twee lepels
boter, twee lepels bloem en 2 d.L. water met
wat azijn, peper en zout en 1 theelepel sui
ker. Daarin stooft men nu de bieten eenige
minuten.
Hoewel de kleine hoedjes zoo op het eerste'
gezicht allemaal hetzelfde lijken, valt het
toch op wat een eindelooze verscheidenheid
in vormen en wat een variatie in garneering
men heeft bedacht om toch iedere vrouw iets
te kunnen bieden, wat zich aan haar persoon
lijkheid aanpast.
Het is soms een extra deukje, een opgesla
gen randje, een andere garneering, die den
hoed volkomen doet veranderen en zich dan
meer eigent voor het gezicht der dame, die
hem heeft gekocht.
Onze beide teekeningen laten U twee zeer
chique en aparte modellen zien.
No. 1 is een hoedje van donkergroen zijden
vilt, waarvan de bol uit twee over elkaar
heenslaande deelen bestaat versierd met 2
vleugels.
No. 2 is een hoedje van donkerbruin vilt.
waarvan het aparte geheel zit in de manier
waarop de rand in verschillende bochten is
gevormd.
De garneering bestaat uit een kleine oranje
veeren versiering.
O, die stroeve gordijnsfokken!
Er worden heel wat humeuren en gordijnen
bedorven door stroeve gordijnstokken, waar
door de ringen van de gordijnen niet; willen
schuiven en wij 's avonds woedend aan het
gordijnkoord staan te trekken of aan de gor
dijnen te rukken, met al de narigheid van.
stukgetrokken gordijnen enz. En het is toch
een kleine moeite orn de goardijnstokken heel
glad tehouden. De houten stokken moeten
daartoe, ais ze van heel glimmend hout zijn
af en toe met een beetje was ingesmeerd
worden. Doffe houten stokken bewerkt men
met een beetje talk of glij.poeder. En de ko
peren roeden of die van ander metaal wrijft
men af en toe niet een Meinbeetje witte was
of vaseline in. Dit spaart uw humeur.... en.
de gordijnen.