r
J
VOOR DE KINDEREN
Bloemengeur.
HET NIEUWE DAGBLAD
WOENSDAG 16 DECEMBER 1931
KAMER VAN KOOPHANDEL.
AFSCHEID VAN DE HEEREN E. H. KRELAGE
EN W. J. B. VAN LIEMT:
Dinsdagavond hield de Kamer van Koop
handel voor Haarlem en Omstreken haar
laatste openbare vergadering onder voorzit
terschap van den heer Ernst H. Krelage.
Eenige ingekomen stukken werden voor
kennisgeving aangenomen, evenals eenige
mededeelingen.
De geloofsbrieven van de nieuwgekozen le
den werden goedgekeurd.
De heer Gunter s bracht verslag uit van
de vergadering op 26 November j.l. te
Hilversum betreffende wijziging van de zo-
mervacantieregeling.
E. H. Krelage
De volgende subsidies werden verleend:
f100 aan de IJsbestrijdingscommissie te
Utrecht en f200 aan het vijfde Internationaal
conogres voor Wetenschappelijke Bedrijfsor
ganisatie te Amsterdam in 1932.
Afscheid Ernst H. Krelage.
Na de rondvraag nam de scheidende voor
zitter het woord.
„Vóór ik deze openbare vergadering sluit",
aldus spreker, „heb ik den plicht te vervullen,
een woord van hartelijken dank te spreken
tot die leden onzer Kamer, die gemeend heb
ben zich niet voor een herkiezing beschikbaar
te moeten stellen. Het zijii de heeren Van
Liemt, Cohen en De Bijll Nachenius. Onze
dank gaat naar hen allen uit voor hetgeen
zij gedurende langer of korter tijd voor de
Kamer zijn geweest. In 't bijzonder verdient
echter de trouwe toewijding van den heer Van
Liemt herdacht te worden, die gedurende tien
jaar het voorzitterschap van het Kleinbedrijf
en het daarmede verbonden ondervoorzitter
schap der Kamer heeft bekleed. Gij zult met
mij zijn aftreden als een ernstig verlies voor
onze Kamer gevoelen.
Wat mij zelf betreft, stel ik er prijs op U
allen dank te zeggen voor de prettige samen
werking, die, ook bij verschil van gevoelen, ik
mag wel zeggen, zonder uitzondering van
eenige beteeekenis, in de tien jaar, die achter
ons liggen, in deze Kamer steeds mogelijk is
gebleken.
De góéde geest in onze Kamer is ook in be
langrijke mate bevorderd door de hoffelijke
voorkomendhid en hulpvaardigheid van onzen
secretaris, die mij persoonlijk daarvan steeds
de bewijzen heeft gegeven. Ik zeg hem daar
voor hartelijk dank en bewaar in menig op
zicht prettige herinneringen aan de mede
werking der adjunct-secretarissen, die in
het afgeloopen tienjarig tijdvak de Kamer
hebben gediend. Dé wijzigingen in de leiding-
der Kamer vallen in een tijdperk van lang
durige depressie. Daar noch de heer Van
Liemt, noch de tegenwoordige voorzitter in de
laatste jaren zelf meer aan het zakenleven
hebben deelgenomen, acht ik het voor de
Kamer een voordeel, dat zij de gelegenheid
heeft in dezen uiterst moeilijken tijd haar
leiding toe te vertrouwen aan mannen, die in
het volle .zakenleven staan.
Ik dank U allen voor de medewerking, die
ik steeds van U heb mogen ondervinden en
den goeden geest, die in Uw vergadering-
heeft geheerscht. Het zij U gegeven in deze
moeilijke tijden met wijs beleid en bezonnen
heid de U toevertrouwde belangen te behar
tigen.
Met den hartgrondïgen wensch, dat het U
allen goed moge gaan en dat Gij nog tijdens
Uw lidmaatschap der Kamer getuige moogt
zijn van opleving en nieuwen bloei, beveel ik
de belangen der Kamer in Uw goede zorg
aan." (Applaus).
De heer Van Liem t dankte voor de vrien
delijke en waar deer en de woorden van den
voorzitter. Hij dankte hem ook voor de aller
prettigste samenwerking, zoowel in het Bu
reau als in de Kamer. Vervolgens dankte hij
de Kamer en speciaal het Kleinbedrijf, voor
het in hem gestelde vertrouwen. Gaarne had
hij gewild, dat het ambt van wethouder en-
het lidmaatschap der Kamer vereenigbaar
zou zijn. Het was hem echter gebleken, dat dit
onmogelijk was. Het wethouderschap eischt
den heelen mensch. Spreker hoopte, dat zijn
opvolger hetzelfde vertrouwen zou genieten.
Hij eindigde met den wensch, dat de stem
van de Kamer van Koophandel niet, zooals
tot dusver, zal zijn als die van een roepende
in de woestijn. De heer Van Liemt wenschte
den leden en hun gezinnen alles goeds toe.
(Applaus).
De heer A. H. baron Van Harde n-
broek van Am m er stol richtte
zich met een uitvoerig afscheidswoord tot de
heeren Krelage en Van Liemt.
„In deze vergadering onzer Kamer neemt
Gij beiden officieel afscheid van een U vrij
willig op de schouders gelegden werkkring,
welke U gedurende een tijdsbestek van bij
kans tien jaren, onafgebroken hebt vervuld,"
aldus spreker. „Aan mij als lid van het Bureau
dezer Kamer is in de eerste plaats de taak op
gedragen U toe te spreken. Ik doe dat vol
gaarne, omdat ik mede gedurende diezelfde
periode Uw ax*beid heb leeren waardeeren en
voorts omdat ik uit eigen ervaring weet met
welk een belangstelling U zich bij voortdu
ring aan het werk van deze Kamer hebt ge
geven. Ik weet mij de tolk van alle leden,
wanneer ik U mededeel, dat Uw beider bedan
ken als een verlies voor deze Kamer wordt ge
voeld en dat het ons allen vreemd zal vallen
zoo meteen twee nieuwe figuren op Uw zetels
te zien.
In U, Mijnheer Krelage, verliezen wij een
geroutineerde vergaderingsleider. In onze
vergaderingen toondet Gij U vóór alles in Uw
kracht. Uw voorzittersgaven hebben wij hie:
circa tien jaren achtereen kunnen waardee
ren en wij hebben de volle overtuiging, dat U
aan deze Kamer, opkomend voor de beharti
ging der belangen van industrie en handel,
een zeker cachet hebt verleend.
En in U, Mijnheer van Liemt-, verliest onze
Kamer, in 't bijzonder het Kleinbedrijf, een
waardig vertegenwoordiger. Dank zij Uw be
kendheid met de toestanden in de stad Haar
lem in 't bijzonder en de wijze, waarop U ons
aan te bieden, een en ander vergezeld van een
eenvoudige oorkonde met de namen van hen,
die op het oogenblik lid dezer Kamer rijn.
Wij meenden in dit huldeblijk te moeten zien
het hoogste wat een instituut als 't onze aan
zijn leden kan geven."
De heer Ten Boom sprak hierna ook een
vriendelijk afscheidswoord. „U, mijnheer Kre
lage", aldus spreker, „waart een ideaal voor
zitter der Kamer en u, mijnheer Van Liemt,
waart het als voorzitter van de afdeeling
Kleinbedrijf. Uw beide opvolgers zullen een
heelen toer hebben om u te doen vergeten.
Mijnheer Krelage, wij hopen dat u van uw
„Otium cum dignitae" nog lang moogt ge
nieten en al trekt gij u langzaam terug uit
allerlei functies, dan hopen wij toch dat u, als
het noodig is, ons en anderen ter zijde wilt
staan met uw waardevolle adviezen. En u,
mijnheer Van Liemt wenschen wij alles goeds
in uw anderen arbeid." (Applaus).
J h r. J. C. M o 1 1 e r u s, de secretaris der
Kamer merkte op, dat hij nu al bijna tien
jaar lang het lief en leed der Kamer heeft
meegemaakt. „Iemand die veel werk tracht
te verrichten", aldus spreker, „zal ook veel fou
ten maken. En ik ben er vanovertuigd, dat
ook mijn werk niet feilloos zal zijn geweest.
Die tien jaren zijn voor mij een leerschool ge
weest. die mij in mijn later leven ten goede
zal komen. Ik ben dankbaar voor de vader
lijke lessen, die ik van den heer Krelage heb
mogen ontvangen, en voor dien vriendelijken
en amicalen omgang van den heer Van Liemt.
Ik hoop, dat het contact nog niet voor de vol
le honderd procent verbroken zal worden,
maar dat ik nog dikwijls, als dit noodig mocht
zijn, den raad van den heer Krelage mag in
roepen. Het personeel der Kamer heeft mij
opgedragen, u ook voor de vriendelijke sa
menwerking te bedanken. Wij zullen
allen dankbaar terugdenken aan wat
wij met elkaar tot stand hebben mogen
brengen. Ik hoop, dat het u en uw gezin
goed mag gaan."
De heer Krelag e dankte tenslotte nog
mede namens den heer Van Liemt voor de
kostbare souvenirs. Speciaal dankte hij de
heren Van Hardenbroek. Ten Boom en'Mol-
lerus voor hun vriendelijke woorden.
De Kamer ging daarna nog in geheime
zitting.
BLIJFT HET WESTLAND MET
DE TULPEN ZITTEN?
Er is dit jaar geen markt voor.
OOK DIT NOODMIDDEL HELPT NIET.
W. J. B. van Liemi.
menigmaal van voorlichting diendet, waart
Gij al die jaren lang de vertegenwoordiger
van de leden van het Kleinbedrijf.
Maar behalve dat, is het mij een behoefte
als lid van het Bureau U beiden ook een per
soonlijk woord van dank te brengen voor de
aangename verstandhouding, welke al dien
tijd tusschen ons drieën heeft bestaan.
Het besluit van U beiden om Uw functie
neer te leggen, volkomen eerbiedigende,
meende ik toch wel op deze zijde, die mede
daartoe moet hebben geleid, te mogen wijzen.
Wanneer Gij, Mijne Heeren, dan deze ver
gaderzaal zult hebben verlaten is de laatste
officieele bijeenkomst onzer Kamer voor U
ten einde.
Wij allen wenschten het echter hij woorden
alleen niet te laten. Wij voelden behoefte U
ook op andere wijze te hulcjigen. Na rijp be
raad heeft onze Kamer besloten, U beiden de
gouden legpenning der Kamer met inscriptie
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements-Rechtbank' te
Haarlem zijn op 15 December in staat van
faillissement verklaard:
1 J. Maerten, van beroep timmerman, wo
nende te Haarlem, Linschotenstraat 46. Cu
rator Mr. L. J. Venhuizen, advocaat en pro
cureur te Heemstede.
2. J. L. P. Umans, van beroep loodgieter,
wonende te IJmuiden-Oost, gem. Velsen, Sta
tionsweg 69.
Curator: Mr. A. W. Hellema, advocaat en
procureur te IJmuiden.
3. Th. Otto, van beroep kruidenier, wonen
de te Rijpwetering, gem. Alkemade.
Curatrice: Mej. Mr. 't Hooft, advocate en
procureur te Aalsmeer.
Rechter-Commissaris in al deze faillisse
menten Mr. Th. P. Raedt.
Opgeheven wegens gebrek aan actief het
faillissement van:
J. Kinkel, van betoep aannemer, wonende
te Haarlemmermeer.
Curator: Mr, H. O. Drilsma, advocaat en
procureur te Haarlem.
Geëindigd wegens het verbindend worden
der eenige uitdeelingslijst de faillissementen
'van:
1. J. S. Duis, wonende te Zaandijk.
Curator: Mr. G. E. Mellema, advocaat en
procureur te Haarlem.
2. De N.V. Visscherij Mij. „Denemarken",
gevestigd te IJmuiden, gem. Velsen.
Curator: Mr. A. W. Hellema, advocaat en
procureur te IJmuiden,
3. J. Siegerst, wonende te Haarlem.
Curator: Mr. G. E. Mellema, advocaat en
procureur te Haarlem,
4. Jac. van Zeist, wonende te Lisse.
Curator: Mr. G. E. Mellema, advocaat en
procureur te Haarlem.
5. Mej. G. Doncan, wonende te Haarlem.
Curator: Mr. A. W. Hellema, advocaat en
procureur te IJmuiden.
De Tel. verneemt uit Naaldwijk, dat wan
neer inderdaad een tarief op snijbloemen
wordt vastgesteld van zes pence per En-
gelsch pond, hetgeen ongeveer neerkomt op
een belasting van f 3.50 per kistje van zes
kilo, het er reeds in de eerstkomende maan
den voor den Westlandschen bloemenkwee-
ker donker uitziet.
Alleen bij behoorlijke prijzen voor de pro
ducten kan van rendabiliteit bij het kassen-
bedrijf sprake zijn. De beide voornaamste
producten, de tomaten en druiven hebben
dit jaar den kweeker jammerlijk in den
steek gelaten, maar niettemin heeft de tuin
der de kosten van zijn bedrijf op te bren
gen. De ondernemer, die er dit jaar zonder
verlies uitspringt mag zich gelukkig prijzen.
Om echter te trachten de tekorten op de
hoofdteelten zooveel mogelijk goed te maken
en voorts om in de stille najaarsmaanden
zijn bedrijf rendabel te maken, heeft de
kweeker zich vooral dit jaar sterk toegelegd
op het trekken van tulpenbollen. Groote
hoeveelheden bollen zijn in het laatst van
den zomer in het koelhuis opgeslagen. Er
zijn kweekers, die een millioen bollen heb
ben gekoeld en het aantal tuinders, dat drie
a vier honderdduizend bollen in behandeling-
heeft is legio.
Een lage schatting taxeert het aantal tul
penbollen, dat op het oogenblik in het West-
land getrokken wordt, op vijftig millioen
stuks; de al-gemeene verwachting is, dat in
de eerstvolgende weken een geweldige
stroom van bloemen op de veilingen verhan
deld zal moeten worden.
Men vraagt zich echter met bezorgdheid
af, in welke beddingen deze stroom geleid zal
moeten worden. Het Westland is ook ten aan
zien van deze vroege tulpen voornamelijk
aangewezen op den export; Duitschland en
Engeland namen in den tijd rond Kerstmis
en Nieuwjaar groote hoeveelheden op, ter
wijl ook de afzet naar Frankrijk groote-r
werd.
Duitschland heft thans een invoerrecht,
dat de bloemen voor het meerendeel der
bevolking onbetaalbaar duur maakt, mede
omdat de koopkracht daar te lande sterk af
genomen is.
De Fransche regeering heeft voor d-en in
voer van snijbloemen een contingent vastge
steld, dat verre ten achter blijft bij voor
heen geëxporteerde hoeveelheid. Dit contin
gent moet over.de verschillende cultuur
centra in Nederland worden verdeeld, zoodat
het Westland er slechts een aandeel van
krijgt.
De voornaamste afnemer van onze vroege
tulpen, Engeland, zal binnenkort dermate
zware invoerbepalingen maken, dat deze
feitelijk neerkomen op een invoerverbod.
Bij een belangrijk vergroot aanbod van
bloemen zal onder den druk dezer omstan
digheden de vraag sterk inkrimpen. Alleen
de binnenlandsche markt blijft nog maar
over en het is te verwachten, dat het publiek
dit jaar goedkoope tulpen zal kunnen krijgen
De tuinder krijgt echter het gelag te be
talen- De voorspelling is-niet gewaagd, dat
de prijzen ditmaal zoo laag zullen zijn, dat
van een loonend bedrijf geen sprake meer
is. Menige kweeker vreest dan ook, dat zijn
trektulpencultuur op een fiasco zal uitloopen.
(In een deel van China wordt
een ware spoorioegterreur uit
geoefend door een bandieten
bende onder leiding van een
hoofdman, wiens naam, ver
taald, „Bloemengeur" luidt.)
Er zijn vele soorten bloemen
In het wijdsche bloemenrijk,
't Is met bloemen als mei menschen.
Geen twee zijn precies gelijk.
't Is niet slechts verschil in grootte,
Niet alleen verschil in klem-,
Er is onderscheid in fraaiheid
En ook veel verschil in geur.
Als dus Bloemengeur de naam is
Van een woest Chineesch bandiet,
Lijkt dat weliswaar poëtisch,
Maar noodzakelijk Is dat niet.
Er bestaat een geur van bloemen,
Die bedwelmt, van zeker soort.
En men kent een bloem-aroma
Die vergiftigt, zelfs vermoordt.
Er is meen'ge bloem te vinden,
Die, rondweg gesproken, stintk;
Neen, niet alles in de wereld
Is poëtisch, dat zoo klinkt.
En toen een Chineesche moeder
Eens haar kindje heeft gedoopt,
Heeft ze stellig zich zijn leven,
Vol van poëzie gehoopt.
Ieder menschje, ieder bloempje
Is poëtisch in den knop
Menig mensch, zelfs menig bloempje,
Groeit niet naar verwachting op.
Ergens in dat verre China.
Stelde een kindje erg teleur,
En het bloempje van een moeder
Staat nu in een kwaden geur.
De man,
die niet bestaat.
DE RAMP BIJ DE BATAAFSCHE
OP BORNEO.
VERVOLGING WORDT INGESTELD.
SOERARAJA, '14 December (Aneta).
Het Soenafoajaisch BaimdeLslbiiad verneemt, diat
het hoof'diparket een justitio-neele vervolging
gelastte van de -personen die aansprakelijk
zijn voor de ramp te Sanga-Sangia waarbij
vijf Eu-ropeaanisehe employés het leven ver
loren.
Mag Hij toch vervolgd
worden
De politie te Lyon arresteerde dezer dagen
wegens diefstal van auto-onderdeelen een
jongeman, die zei-de Mathieu Orstellï te hee-
ten en geboren te zijn in Piétradiverde op
Corsica op 28 Juli 1905, meldt le Journal.
Daar hij geen papieren had, werd er om ge
vraagd, doch noch op het gemeentehuis van
zijn geboorteplaats noch elders was hij be
kend.
Hij zegt hierover:
„Ik werd geboren toen mijn vader in
dienst lag. Hij kon me toen niet aangeven,
terwijl mijn moeder het vergat. Later zijn
zij gescheiden en verhuisde mijn moeder, Ik
ben steeds bij haar ge-bleven,
Toen ik 20 jaar was wilde ik meegeteld
worden bij een volkstelling, maar dat ging
niet omdat ik geen papieren had. Ik schreef
naar Piétradiverde. Men antwoordde me, dat
ik niet in de registers van den burgerlijk-en
stand voorkwam.
In Lyon meldde ik me aan om als soldaat
te worden ingeschreven, maar men wilde me
niet hebben omdat men vermoedde, dat ik
den dienst voor een ander wilde waarne
men.
Tenslotte deed ik in 1927 stappen- bij de
rechtbank te Basbia om een burgerlij-ken
staat te verkrijgen. Maar toen wilde mijn
vader niet meewerken."
Zal Mathieu Orstelli, die wettelijk niet be
staat, die geen soldaat lean worden en geen
kiezer, die niet trouwen mag en geen post
wissel innen, zal hij wèl vervolgd m-ogen
worden wegens diefstal en voor de rechtbank
verschijnen?
Iedere pagina van dit blad is
interessant
En zoo blijft het!
DOOLHOF.
Jan Branie was al heel vroeg Uit
zijn geboortestadje Achten vertrok
ken, om naar Neef en Nicht Biezen
te rijden, die in Blinkert woonden.
Het was prachtig vriesweer en het
ijs was zóö-dik als het in jaren niet
geweest was. Jan genoot echt van
het gezonde tochtje. Hij bleef tot
na de koffie bij Neef en Nicht op
visite en keerde toen huiswaarts.
Maar wat was er intusschen ge
beurd?
Je moet weten, dat de geheele
streek tusschen Achten en Blinkert
toebehoorde aan een groot landeige
naar, die dol op visschen was. Nu
had deze heer in de sloten op zijn
landgoed op ontelbare plaatsen bij
ten laten hakken om er met zijn vele
gasten in te kunnen gaan visschen.
Dat was natuurlijk een lee'ijke streep
door J-an Branie's rekening, dat be-
grijo je. Hij vroeg zich af, of hij nu
wel' op tijd thuis zou kunnen zijn.
Het lukte hem! Hij vond den kort-
gten weg terug. Wie vindt hem. ook?
EEN SLIMME JAPANNEES.
Een Japannees kwam bij een tim
merman met een stok, die voor het
doel waarvoor hij hem gebruiken
moest, te lang was. zoodat er een
stuk afgezaagd moest worden.
„Denk er om" zei hij tot d,e tim
merman „het stuk, dat er afgezaagd
moet worden zit onderaan."
LEGPLAAT.
Een kunstvoorwerp uit vroegere
tijden, dat in onzen tegenwoord-igen
tijd niet meer gemaakt wordt, noemt
men een antiquiteit. Er zijn men
schen die zulke antiquiteiten verza
melen en overal trachten op te koo-
pen. Omdat er zoo heel weinig wer-
gelijk mooie antiquiteiten zijn over
gebleven, is de prijs daarvan in d-en
loop van den tijd heel hoog gestegen.
Voor vazen en borden uit den ouden
Cchineeschen tijd worden duizenden
guldens betaald door de antiquitei-
tenververzamelaars.
Zoo'n prachtige oude Chineesche
theepot viel aan stukken. Het was
het eenige exemplaar uit oer-oude
tijden. Je begrijpt d-us dat de anti
quair onmiddellijk begon, met den
theepot weer te lijmen. Hoe moet
hij de stukken nu aan elkaar pas
sen?
HET GROOTSTE HOTEL DER
WERELD.
Dat is het Pensylvaniehotel te New
York. Het heeft gemiddeld dagelijks
3000 logeergasten en bovendien nog
ongeveer 5000 bezoekers. Om al
deze menschen te bedienen zijn er
2250 personen aanwezig. Het hotel
bevat 2200 kamers; het bevat 1700
badkuipen en 963 douche-inrichtin
gen plus nog twee gelegenheden
voor Turksche baden. Dagelijks wor
den 11520 diners gereedgemaakt, dus
8 per minuut. Er wordt dagelijks
gebruikt 1450 L. melk, 6576 eieren,
1500 L. ijs, 20000 broodjes, 700 broo-
den, 600 koeken, 400 K.G. suiker, 90
K.G. koffie, 1350 K-G. vleesch en
900 K.G. gevogelte. Om dit alles ge
reed te maken gebruikt men per dag
1350 M3 gas. Dagelijks zijn 15000
stuks tafelzilver in gebruik. Er wordt
per dag 20000 K.G. goed gewasschen.
Het geheele hotel wordt verlicht met
18000 gloeilampjes, en per d-ag wordt
er 12000 kilowat electrische stroom
gebruikt. Voor deze verlichting heeft
men 885 K.M. draad noodig. -Er wor
den dagelijks in dit hotel 210000 te
lefoongesprekken gevoerd. Het hotel
heeft een eigen courant, die op de
eigen drukkerij gedrukt wordt en
eiken dag minstens 8 bladzijden
groot is.
Het heeft een eigen bibliotheek
van 5000 deelen.
Het is 78 M. hoog, 22 verdiepingen
op de bovenst? verdieping nog een
daktuin. Op de 7e verdieping heeft
het een eigen ziekenhuis met een
uitstekend ingerichte operatie-ka
mer. Natuurlijk is er evenals in elk
groot ziekenhuis een geneesheer
directeur aan het hoofd met tal van
doktoren en zusters. In de hal van 't
hotel bevinden zich tal van winkels,
waar men alles wat men maar noo
dig kan hebben, kan koopen, zelfs
een reisbiljet naar alle oorden der
wereld.
DE SNEEUWMAN.
y!
'4
A
i
't
Sneeuwman met je witte pak an,
Met je mooie hoog-e hoed,
Met je stok en met je pijpje
En je oogen zwart als roet,
Waar sta jij zoo op te wachten,
Doodstil, zonder ongeduld?
Waar'sta jij zoo aan te denken?
Waarvan ben jij zoo vervuld?
Denk je aan je me.esteresse,
De slanke blanke sneeuwvorstin?
Of denk je aan de sneeuwbal-
aanval
Ofheb je zélf wat in 't zin?
Waarom geef je me geen antwoord?
Onbeleefd? 't Staat je mooi!
Ik weet waar jij op staat te wachten;
't Is op ct' inval van clen dooi!
WAT ONZE BELANG
STELLING WEKT.
Een verre reis. Een jonge klau
wier, dien men den 18den Juni van
het vorige jaar in Brunswijk met een
ringetje om den poot had laten vlie
gen, werd 41/2 maand later, dus
eind October teruggevonden in de
Egyptische provincie Darfoer. Hij
was dus 5000 K.M. van zijn geboor
teplaats verwijderd.
Een monster. Een Belgisch in
genieur heeft onlangs in de buurt
van Elisabethville, op de jacht een
monster aangetroffen, zooals men
nog nimmer te voren gezien had. Het
beest was 8 M. lang en had 4 poo-
ten, die geleken op paardenpooten.
Op de schouders droeg het een bult,
die geheel met schubben overdekt
was.
Onze vroegere walvischvangst.
Li 1760 voeren uit ons land 139 sche
pen ter walvischvangst, d-ie in dat
jaar 376 walvisschen vingen, die
13715 vaten spek opleverden.
De oudste almanak in Nederland.
Deze werd in 1496 te Middelburg
uitgegeven door Jacob Crom.
EEN MERKAARDIG GESCHENK.
In 't jaar 1720 vluchtte een ma
troos van een Zweedsch schip, dat
aan de Mexicaansche kust voor an
ker lag. Hij werd door zijn mede
matrozen achtervolgd, en zou zeker
door deze gedood zijn, als hij ten
slotte niet terecht gekomen was bij
een Indianenhoofdman. Uit dank
baarheid hierover gaf de matroos
het Indianenhoofd een Bijbel ca
deau. Deze Bijbel is sinds dien tijd
als erfstuk in de familie van het
opperhoofd gebleven tot dezer Ga-
gen de tegenwoordige bezitter den
Bijbel aanbood aan het Zweedsch-
Amerikaa-nscli museum te Boston,
ZOEKPLAATJE.
Jumbo! riep de stem van den
oppasser.
Jumbo loerde met zijn kleine slim
me oogjes overal heen, maar zag
niets van zijn baas en verzorger.
Jumbo! klonk het weer. Hij
werd er zenuwachtig van. Waar kon
de oppasser toch gebleven zijn?
Vlak in dé buurt Jumbo, een
van je vriendjes en vriendinnetjes
zal je hem wel aanwijzen.
De grootste brug in Zweden.
Dat is de brug ten Z. van Stockholm
Ze is 600 M- lang, schepen met een
mast van 32 M. hoogte kunnen er
onder doorvaren; ze heeft 14 millioen
kronen gekost dat is ongeveer 7 mil
lioen gulden.