r J VOOR DE KINDEREN Bloemengeur. HET NIEUWE DAGBLAD WOENSDAG 16 DECEMBER 1931 KAMER VAN KOOPHANDEL. AFSCHEID VAN DE HEEREN E. H. KRELAGE EN W. J. B. VAN LIEMT: Dinsdagavond hield de Kamer van Koop handel voor Haarlem en Omstreken haar laatste openbare vergadering onder voorzit terschap van den heer Ernst H. Krelage. Eenige ingekomen stukken werden voor kennisgeving aangenomen, evenals eenige mededeelingen. De geloofsbrieven van de nieuwgekozen le den werden goedgekeurd. De heer Gunter s bracht verslag uit van de vergadering op 26 November j.l. te Hilversum betreffende wijziging van de zo- mervacantieregeling. E. H. Krelage De volgende subsidies werden verleend: f100 aan de IJsbestrijdingscommissie te Utrecht en f200 aan het vijfde Internationaal conogres voor Wetenschappelijke Bedrijfsor ganisatie te Amsterdam in 1932. Afscheid Ernst H. Krelage. Na de rondvraag nam de scheidende voor zitter het woord. „Vóór ik deze openbare vergadering sluit", aldus spreker, „heb ik den plicht te vervullen, een woord van hartelijken dank te spreken tot die leden onzer Kamer, die gemeend heb ben zich niet voor een herkiezing beschikbaar te moeten stellen. Het zijii de heeren Van Liemt, Cohen en De Bijll Nachenius. Onze dank gaat naar hen allen uit voor hetgeen zij gedurende langer of korter tijd voor de Kamer zijn geweest. In 't bijzonder verdient echter de trouwe toewijding van den heer Van Liemt herdacht te worden, die gedurende tien jaar het voorzitterschap van het Kleinbedrijf en het daarmede verbonden ondervoorzitter schap der Kamer heeft bekleed. Gij zult met mij zijn aftreden als een ernstig verlies voor onze Kamer gevoelen. Wat mij zelf betreft, stel ik er prijs op U allen dank te zeggen voor de prettige samen werking, die, ook bij verschil van gevoelen, ik mag wel zeggen, zonder uitzondering van eenige beteeekenis, in de tien jaar, die achter ons liggen, in deze Kamer steeds mogelijk is gebleken. De góéde geest in onze Kamer is ook in be langrijke mate bevorderd door de hoffelijke voorkomendhid en hulpvaardigheid van onzen secretaris, die mij persoonlijk daarvan steeds de bewijzen heeft gegeven. Ik zeg hem daar voor hartelijk dank en bewaar in menig op zicht prettige herinneringen aan de mede werking der adjunct-secretarissen, die in het afgeloopen tienjarig tijdvak de Kamer hebben gediend. Dé wijzigingen in de leiding- der Kamer vallen in een tijdperk van lang durige depressie. Daar noch de heer Van Liemt, noch de tegenwoordige voorzitter in de laatste jaren zelf meer aan het zakenleven hebben deelgenomen, acht ik het voor de Kamer een voordeel, dat zij de gelegenheid heeft in dezen uiterst moeilijken tijd haar leiding toe te vertrouwen aan mannen, die in het volle .zakenleven staan. Ik dank U allen voor de medewerking, die ik steeds van U heb mogen ondervinden en den goeden geest, die in Uw vergadering- heeft geheerscht. Het zij U gegeven in deze moeilijke tijden met wijs beleid en bezonnen heid de U toevertrouwde belangen te behar tigen. Met den hartgrondïgen wensch, dat het U allen goed moge gaan en dat Gij nog tijdens Uw lidmaatschap der Kamer getuige moogt zijn van opleving en nieuwen bloei, beveel ik de belangen der Kamer in Uw goede zorg aan." (Applaus). De heer Van Liem t dankte voor de vrien delijke en waar deer en de woorden van den voorzitter. Hij dankte hem ook voor de aller prettigste samenwerking, zoowel in het Bu reau als in de Kamer. Vervolgens dankte hij de Kamer en speciaal het Kleinbedrijf, voor het in hem gestelde vertrouwen. Gaarne had hij gewild, dat het ambt van wethouder en- het lidmaatschap der Kamer vereenigbaar zou zijn. Het was hem echter gebleken, dat dit onmogelijk was. Het wethouderschap eischt den heelen mensch. Spreker hoopte, dat zijn opvolger hetzelfde vertrouwen zou genieten. Hij eindigde met den wensch, dat de stem van de Kamer van Koophandel niet, zooals tot dusver, zal zijn als die van een roepende in de woestijn. De heer Van Liemt wenschte den leden en hun gezinnen alles goeds toe. (Applaus). De heer A. H. baron Van Harde n- broek van Am m er stol richtte zich met een uitvoerig afscheidswoord tot de heeren Krelage en Van Liemt. „In deze vergadering onzer Kamer neemt Gij beiden officieel afscheid van een U vrij willig op de schouders gelegden werkkring, welke U gedurende een tijdsbestek van bij kans tien jaren, onafgebroken hebt vervuld," aldus spreker. „Aan mij als lid van het Bureau dezer Kamer is in de eerste plaats de taak op gedragen U toe te spreken. Ik doe dat vol gaarne, omdat ik mede gedurende diezelfde periode Uw ax*beid heb leeren waardeeren en voorts omdat ik uit eigen ervaring weet met welk een belangstelling U zich bij voortdu ring aan het werk van deze Kamer hebt ge geven. Ik weet mij de tolk van alle leden, wanneer ik U mededeel, dat Uw beider bedan ken als een verlies voor deze Kamer wordt ge voeld en dat het ons allen vreemd zal vallen zoo meteen twee nieuwe figuren op Uw zetels te zien. In U, Mijnheer Krelage, verliezen wij een geroutineerde vergaderingsleider. In onze vergaderingen toondet Gij U vóór alles in Uw kracht. Uw voorzittersgaven hebben wij hie: circa tien jaren achtereen kunnen waardee ren en wij hebben de volle overtuiging, dat U aan deze Kamer, opkomend voor de beharti ging der belangen van industrie en handel, een zeker cachet hebt verleend. En in U, Mijnheer van Liemt-, verliest onze Kamer, in 't bijzonder het Kleinbedrijf, een waardig vertegenwoordiger. Dank zij Uw be kendheid met de toestanden in de stad Haar lem in 't bijzonder en de wijze, waarop U ons aan te bieden, een en ander vergezeld van een eenvoudige oorkonde met de namen van hen, die op het oogenblik lid dezer Kamer rijn. Wij meenden in dit huldeblijk te moeten zien het hoogste wat een instituut als 't onze aan zijn leden kan geven." De heer Ten Boom sprak hierna ook een vriendelijk afscheidswoord. „U, mijnheer Kre lage", aldus spreker, „waart een ideaal voor zitter der Kamer en u, mijnheer Van Liemt, waart het als voorzitter van de afdeeling Kleinbedrijf. Uw beide opvolgers zullen een heelen toer hebben om u te doen vergeten. Mijnheer Krelage, wij hopen dat u van uw „Otium cum dignitae" nog lang moogt ge nieten en al trekt gij u langzaam terug uit allerlei functies, dan hopen wij toch dat u, als het noodig is, ons en anderen ter zijde wilt staan met uw waardevolle adviezen. En u, mijnheer Van Liemt wenschen wij alles goeds in uw anderen arbeid." (Applaus). J h r. J. C. M o 1 1 e r u s, de secretaris der Kamer merkte op, dat hij nu al bijna tien jaar lang het lief en leed der Kamer heeft meegemaakt. „Iemand die veel werk tracht te verrichten", aldus spreker, „zal ook veel fou ten maken. En ik ben er vanovertuigd, dat ook mijn werk niet feilloos zal zijn geweest. Die tien jaren zijn voor mij een leerschool ge weest. die mij in mijn later leven ten goede zal komen. Ik ben dankbaar voor de vader lijke lessen, die ik van den heer Krelage heb mogen ontvangen, en voor dien vriendelijken en amicalen omgang van den heer Van Liemt. Ik hoop, dat het contact nog niet voor de vol le honderd procent verbroken zal worden, maar dat ik nog dikwijls, als dit noodig mocht zijn, den raad van den heer Krelage mag in roepen. Het personeel der Kamer heeft mij opgedragen, u ook voor de vriendelijke sa menwerking te bedanken. Wij zullen allen dankbaar terugdenken aan wat wij met elkaar tot stand hebben mogen brengen. Ik hoop, dat het u en uw gezin goed mag gaan." De heer Krelag e dankte tenslotte nog mede namens den heer Van Liemt voor de kostbare souvenirs. Speciaal dankte hij de heren Van Hardenbroek. Ten Boom en'Mol- lerus voor hun vriendelijke woorden. De Kamer ging daarna nog in geheime zitting. BLIJFT HET WESTLAND MET DE TULPEN ZITTEN? Er is dit jaar geen markt voor. OOK DIT NOODMIDDEL HELPT NIET. W. J. B. van Liemi. menigmaal van voorlichting diendet, waart Gij al die jaren lang de vertegenwoordiger van de leden van het Kleinbedrijf. Maar behalve dat, is het mij een behoefte als lid van het Bureau U beiden ook een per soonlijk woord van dank te brengen voor de aangename verstandhouding, welke al dien tijd tusschen ons drieën heeft bestaan. Het besluit van U beiden om Uw functie neer te leggen, volkomen eerbiedigende, meende ik toch wel op deze zijde, die mede daartoe moet hebben geleid, te mogen wijzen. Wanneer Gij, Mijne Heeren, dan deze ver gaderzaal zult hebben verlaten is de laatste officieele bijeenkomst onzer Kamer voor U ten einde. Wij allen wenschten het echter hij woorden alleen niet te laten. Wij voelden behoefte U ook op andere wijze te hulcjigen. Na rijp be raad heeft onze Kamer besloten, U beiden de gouden legpenning der Kamer met inscriptie FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissements-Rechtbank' te Haarlem zijn op 15 December in staat van faillissement verklaard: 1 J. Maerten, van beroep timmerman, wo nende te Haarlem, Linschotenstraat 46. Cu rator Mr. L. J. Venhuizen, advocaat en pro cureur te Heemstede. 2. J. L. P. Umans, van beroep loodgieter, wonende te IJmuiden-Oost, gem. Velsen, Sta tionsweg 69. Curator: Mr. A. W. Hellema, advocaat en procureur te IJmuiden. 3. Th. Otto, van beroep kruidenier, wonen de te Rijpwetering, gem. Alkemade. Curatrice: Mej. Mr. 't Hooft, advocate en procureur te Aalsmeer. Rechter-Commissaris in al deze faillisse menten Mr. Th. P. Raedt. Opgeheven wegens gebrek aan actief het faillissement van: J. Kinkel, van betoep aannemer, wonende te Haarlemmermeer. Curator: Mr, H. O. Drilsma, advocaat en procureur te Haarlem. Geëindigd wegens het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst de faillissementen 'van: 1. J. S. Duis, wonende te Zaandijk. Curator: Mr. G. E. Mellema, advocaat en procureur te Haarlem. 2. De N.V. Visscherij Mij. „Denemarken", gevestigd te IJmuiden, gem. Velsen. Curator: Mr. A. W. Hellema, advocaat en procureur te IJmuiden, 3. J. Siegerst, wonende te Haarlem. Curator: Mr. G. E. Mellema, advocaat en procureur te Haarlem, 4. Jac. van Zeist, wonende te Lisse. Curator: Mr. G. E. Mellema, advocaat en procureur te Haarlem. 5. Mej. G. Doncan, wonende te Haarlem. Curator: Mr. A. W. Hellema, advocaat en procureur te IJmuiden. De Tel. verneemt uit Naaldwijk, dat wan neer inderdaad een tarief op snijbloemen wordt vastgesteld van zes pence per En- gelsch pond, hetgeen ongeveer neerkomt op een belasting van f 3.50 per kistje van zes kilo, het er reeds in de eerstkomende maan den voor den Westlandschen bloemenkwee- ker donker uitziet. Alleen bij behoorlijke prijzen voor de pro ducten kan van rendabiliteit bij het kassen- bedrijf sprake zijn. De beide voornaamste producten, de tomaten en druiven hebben dit jaar den kweeker jammerlijk in den steek gelaten, maar niettemin heeft de tuin der de kosten van zijn bedrijf op te bren gen. De ondernemer, die er dit jaar zonder verlies uitspringt mag zich gelukkig prijzen. Om echter te trachten de tekorten op de hoofdteelten zooveel mogelijk goed te maken en voorts om in de stille najaarsmaanden zijn bedrijf rendabel te maken, heeft de kweeker zich vooral dit jaar sterk toegelegd op het trekken van tulpenbollen. Groote hoeveelheden bollen zijn in het laatst van den zomer in het koelhuis opgeslagen. Er zijn kweekers, die een millioen bollen heb ben gekoeld en het aantal tuinders, dat drie a vier honderdduizend bollen in behandeling- heeft is legio. Een lage schatting taxeert het aantal tul penbollen, dat op het oogenblik in het West- land getrokken wordt, op vijftig millioen stuks; de al-gemeene verwachting is, dat in de eerstvolgende weken een geweldige stroom van bloemen op de veilingen verhan deld zal moeten worden. Men vraagt zich echter met bezorgdheid af, in welke beddingen deze stroom geleid zal moeten worden. Het Westland is ook ten aan zien van deze vroege tulpen voornamelijk aangewezen op den export; Duitschland en Engeland namen in den tijd rond Kerstmis en Nieuwjaar groote hoeveelheden op, ter wijl ook de afzet naar Frankrijk groote-r werd. Duitschland heft thans een invoerrecht, dat de bloemen voor het meerendeel der bevolking onbetaalbaar duur maakt, mede omdat de koopkracht daar te lande sterk af genomen is. De Fransche regeering heeft voor d-en in voer van snijbloemen een contingent vastge steld, dat verre ten achter blijft bij voor heen geëxporteerde hoeveelheid. Dit contin gent moet over.de verschillende cultuur centra in Nederland worden verdeeld, zoodat het Westland er slechts een aandeel van krijgt. De voornaamste afnemer van onze vroege tulpen, Engeland, zal binnenkort dermate zware invoerbepalingen maken, dat deze feitelijk neerkomen op een invoerverbod. Bij een belangrijk vergroot aanbod van bloemen zal onder den druk dezer omstan digheden de vraag sterk inkrimpen. Alleen de binnenlandsche markt blijft nog maar over en het is te verwachten, dat het publiek dit jaar goedkoope tulpen zal kunnen krijgen De tuinder krijgt echter het gelag te be talen- De voorspelling is-niet gewaagd, dat de prijzen ditmaal zoo laag zullen zijn, dat van een loonend bedrijf geen sprake meer is. Menige kweeker vreest dan ook, dat zijn trektulpencultuur op een fiasco zal uitloopen. (In een deel van China wordt een ware spoorioegterreur uit geoefend door een bandieten bende onder leiding van een hoofdman, wiens naam, ver taald, „Bloemengeur" luidt.) Er zijn vele soorten bloemen In het wijdsche bloemenrijk, 't Is met bloemen als mei menschen. Geen twee zijn precies gelijk. 't Is niet slechts verschil in grootte, Niet alleen verschil in klem-, Er is onderscheid in fraaiheid En ook veel verschil in geur. Als dus Bloemengeur de naam is Van een woest Chineesch bandiet, Lijkt dat weliswaar poëtisch, Maar noodzakelijk Is dat niet. Er bestaat een geur van bloemen, Die bedwelmt, van zeker soort. En men kent een bloem-aroma Die vergiftigt, zelfs vermoordt. Er is meen'ge bloem te vinden, Die, rondweg gesproken, stintk; Neen, niet alles in de wereld Is poëtisch, dat zoo klinkt. En toen een Chineesche moeder Eens haar kindje heeft gedoopt, Heeft ze stellig zich zijn leven, Vol van poëzie gehoopt. Ieder menschje, ieder bloempje Is poëtisch in den knop Menig mensch, zelfs menig bloempje, Groeit niet naar verwachting op. Ergens in dat verre China. Stelde een kindje erg teleur, En het bloempje van een moeder Staat nu in een kwaden geur. De man, die niet bestaat. DE RAMP BIJ DE BATAAFSCHE OP BORNEO. VERVOLGING WORDT INGESTELD. SOERARAJA, '14 December (Aneta). Het Soenafoajaisch BaimdeLslbiiad verneemt, diat het hoof'diparket een justitio-neele vervolging gelastte van de -personen die aansprakelijk zijn voor de ramp te Sanga-Sangia waarbij vijf Eu-ropeaanisehe employés het leven ver loren. Mag Hij toch vervolgd worden De politie te Lyon arresteerde dezer dagen wegens diefstal van auto-onderdeelen een jongeman, die zei-de Mathieu Orstellï te hee- ten en geboren te zijn in Piétradiverde op Corsica op 28 Juli 1905, meldt le Journal. Daar hij geen papieren had, werd er om ge vraagd, doch noch op het gemeentehuis van zijn geboorteplaats noch elders was hij be kend. Hij zegt hierover: „Ik werd geboren toen mijn vader in dienst lag. Hij kon me toen niet aangeven, terwijl mijn moeder het vergat. Later zijn zij gescheiden en verhuisde mijn moeder, Ik ben steeds bij haar ge-bleven, Toen ik 20 jaar was wilde ik meegeteld worden bij een volkstelling, maar dat ging niet omdat ik geen papieren had. Ik schreef naar Piétradiverde. Men antwoordde me, dat ik niet in de registers van den burgerlijk-en stand voorkwam. In Lyon meldde ik me aan om als soldaat te worden ingeschreven, maar men wilde me niet hebben omdat men vermoedde, dat ik den dienst voor een ander wilde waarne men. Tenslotte deed ik in 1927 stappen- bij de rechtbank te Basbia om een burgerlij-ken staat te verkrijgen. Maar toen wilde mijn vader niet meewerken." Zal Mathieu Orstelli, die wettelijk niet be staat, die geen soldaat lean worden en geen kiezer, die niet trouwen mag en geen post wissel innen, zal hij wèl vervolgd m-ogen worden wegens diefstal en voor de rechtbank verschijnen? Iedere pagina van dit blad is interessant En zoo blijft het! DOOLHOF. Jan Branie was al heel vroeg Uit zijn geboortestadje Achten vertrok ken, om naar Neef en Nicht Biezen te rijden, die in Blinkert woonden. Het was prachtig vriesweer en het ijs was zóö-dik als het in jaren niet geweest was. Jan genoot echt van het gezonde tochtje. Hij bleef tot na de koffie bij Neef en Nicht op visite en keerde toen huiswaarts. Maar wat was er intusschen ge beurd? Je moet weten, dat de geheele streek tusschen Achten en Blinkert toebehoorde aan een groot landeige naar, die dol op visschen was. Nu had deze heer in de sloten op zijn landgoed op ontelbare plaatsen bij ten laten hakken om er met zijn vele gasten in te kunnen gaan visschen. Dat was natuurlijk een lee'ijke streep door J-an Branie's rekening, dat be- grijo je. Hij vroeg zich af, of hij nu wel' op tijd thuis zou kunnen zijn. Het lukte hem! Hij vond den kort- gten weg terug. Wie vindt hem. ook? EEN SLIMME JAPANNEES. Een Japannees kwam bij een tim merman met een stok, die voor het doel waarvoor hij hem gebruiken moest, te lang was. zoodat er een stuk afgezaagd moest worden. „Denk er om" zei hij tot d,e tim merman „het stuk, dat er afgezaagd moet worden zit onderaan." LEGPLAAT. Een kunstvoorwerp uit vroegere tijden, dat in onzen tegenwoord-igen tijd niet meer gemaakt wordt, noemt men een antiquiteit. Er zijn men schen die zulke antiquiteiten verza melen en overal trachten op te koo- pen. Omdat er zoo heel weinig wer- gelijk mooie antiquiteiten zijn over gebleven, is de prijs daarvan in d-en loop van den tijd heel hoog gestegen. Voor vazen en borden uit den ouden Cchineeschen tijd worden duizenden guldens betaald door de antiquitei- tenververzamelaars. Zoo'n prachtige oude Chineesche theepot viel aan stukken. Het was het eenige exemplaar uit oer-oude tijden. Je begrijpt d-us dat de anti quair onmiddellijk begon, met den theepot weer te lijmen. Hoe moet hij de stukken nu aan elkaar pas sen? HET GROOTSTE HOTEL DER WERELD. Dat is het Pensylvaniehotel te New York. Het heeft gemiddeld dagelijks 3000 logeergasten en bovendien nog ongeveer 5000 bezoekers. Om al deze menschen te bedienen zijn er 2250 personen aanwezig. Het hotel bevat 2200 kamers; het bevat 1700 badkuipen en 963 douche-inrichtin gen plus nog twee gelegenheden voor Turksche baden. Dagelijks wor den 11520 diners gereedgemaakt, dus 8 per minuut. Er wordt dagelijks gebruikt 1450 L. melk, 6576 eieren, 1500 L. ijs, 20000 broodjes, 700 broo- den, 600 koeken, 400 K.G. suiker, 90 K.G. koffie, 1350 K-G. vleesch en 900 K.G. gevogelte. Om dit alles ge reed te maken gebruikt men per dag 1350 M3 gas. Dagelijks zijn 15000 stuks tafelzilver in gebruik. Er wordt per dag 20000 K.G. goed gewasschen. Het geheele hotel wordt verlicht met 18000 gloeilampjes, en per d-ag wordt er 12000 kilowat electrische stroom gebruikt. Voor deze verlichting heeft men 885 K.M. draad noodig. -Er wor den dagelijks in dit hotel 210000 te lefoongesprekken gevoerd. Het hotel heeft een eigen courant, die op de eigen drukkerij gedrukt wordt en eiken dag minstens 8 bladzijden groot is. Het heeft een eigen bibliotheek van 5000 deelen. Het is 78 M. hoog, 22 verdiepingen op de bovenst? verdieping nog een daktuin. Op de 7e verdieping heeft het een eigen ziekenhuis met een uitstekend ingerichte operatie-ka mer. Natuurlijk is er evenals in elk groot ziekenhuis een geneesheer directeur aan het hoofd met tal van doktoren en zusters. In de hal van 't hotel bevinden zich tal van winkels, waar men alles wat men maar noo dig kan hebben, kan koopen, zelfs een reisbiljet naar alle oorden der wereld. DE SNEEUWMAN. y! '4 A i 't Sneeuwman met je witte pak an, Met je mooie hoog-e hoed, Met je stok en met je pijpje En je oogen zwart als roet, Waar sta jij zoo op te wachten, Doodstil, zonder ongeduld? Waar'sta jij zoo aan te denken? Waarvan ben jij zoo vervuld? Denk je aan je me.esteresse, De slanke blanke sneeuwvorstin? Of denk je aan de sneeuwbal- aanval Ofheb je zélf wat in 't zin? Waarom geef je me geen antwoord? Onbeleefd? 't Staat je mooi! Ik weet waar jij op staat te wachten; 't Is op ct' inval van clen dooi! WAT ONZE BELANG STELLING WEKT. Een verre reis. Een jonge klau wier, dien men den 18den Juni van het vorige jaar in Brunswijk met een ringetje om den poot had laten vlie gen, werd 41/2 maand later, dus eind October teruggevonden in de Egyptische provincie Darfoer. Hij was dus 5000 K.M. van zijn geboor teplaats verwijderd. Een monster. Een Belgisch in genieur heeft onlangs in de buurt van Elisabethville, op de jacht een monster aangetroffen, zooals men nog nimmer te voren gezien had. Het beest was 8 M. lang en had 4 poo- ten, die geleken op paardenpooten. Op de schouders droeg het een bult, die geheel met schubben overdekt was. Onze vroegere walvischvangst. Li 1760 voeren uit ons land 139 sche pen ter walvischvangst, d-ie in dat jaar 376 walvisschen vingen, die 13715 vaten spek opleverden. De oudste almanak in Nederland. Deze werd in 1496 te Middelburg uitgegeven door Jacob Crom. EEN MERKAARDIG GESCHENK. In 't jaar 1720 vluchtte een ma troos van een Zweedsch schip, dat aan de Mexicaansche kust voor an ker lag. Hij werd door zijn mede matrozen achtervolgd, en zou zeker door deze gedood zijn, als hij ten slotte niet terecht gekomen was bij een Indianenhoofdman. Uit dank baarheid hierover gaf de matroos het Indianenhoofd een Bijbel ca deau. Deze Bijbel is sinds dien tijd als erfstuk in de familie van het opperhoofd gebleven tot dezer Ga- gen de tegenwoordige bezitter den Bijbel aanbood aan het Zweedsch- Amerikaa-nscli museum te Boston, ZOEKPLAATJE. Jumbo! riep de stem van den oppasser. Jumbo loerde met zijn kleine slim me oogjes overal heen, maar zag niets van zijn baas en verzorger. Jumbo! klonk het weer. Hij werd er zenuwachtig van. Waar kon de oppasser toch gebleven zijn? Vlak in dé buurt Jumbo, een van je vriendjes en vriendinnetjes zal je hem wel aanwijzen. De grootste brug in Zweden. Dat is de brug ten Z. van Stockholm Ze is 600 M- lang, schepen met een mast van 32 M. hoogte kunnen er onder doorvaren; ze heeft 14 millioen kronen gekost dat is ongeveer 7 mil lioen gulden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1931 | | pagina 3