ADVERTEERT Proefkonijnen. ieo jaar Het Mysterie der Eeuwige Jeugd ïjmuider courant vrijdag 15 'juli 1932 DS. A. BINNERTS Szn. OVER LEDEN. Donderdagmorgen is vrij plotseling overleden de Vereenigde Doopsgezinde gemeente te Haarlem. Dit overlijdensbericht zal in breeden kring maar vooral in den kring der Doopsgezinde gemeente, met leedwezen worden vernomen. Ds. Binnerts was een zeer gezien figuur in onze stad. waar hij gedurende meer dan 40 jaren de Doopsgezinde gemeente heeft ge diend. Om zijn groote gemoedelijkheid en blijmoe dige vroomheid, was hij ook als predikant zeer bemind. Hij was ook een man van studie. Dat zijn groote wetenschappelijke kennis werd erkend, blijkt uit de feiten, dat hij indertijd werd aangezocht, om aan de Volksuniversiteit te Amsterdam college te geven over wetenschappelijke onderwerpen en dat hij gestaan heeft op de voordracht voor Professor aan het Doopsgezind Se minarie. Bij zijn 25-jarige ambtsvervulling bleek Ds. Binnerts op ondubbelzinnige wijze, hoe hij geliefd en geëerd werd door zijm collega's, zijn gemeenteleden en zijn catechisanten. Op Zondag 1 Mei van dit jaar, nam Ds. Ds. Binnerts afscheid van de Doopsgezinde gemeente. De toestand van zijn gezondheid was toen reeds van dien aard, dat zijn ge neesheer hem het uitspreken van een ge dachtenisrede moest ontraden. Wel werd de scheidende predikant des middags in de eenvoudig versierde kerk in de Groote Houtstraat door de gemeente ont vangen. De heer H. D. Tjeenk Willink Jr., gaf toen uiting aan de dankbaarheid der ge meenteleden voor het vele, dat Ds. Binnerts voor de Haarlemsche Doopsgezinde gemeente heeft gedaan. Dit afscheid gaf wel een juisten indruk van de be toeken is van den scheidenden pre dikant voor het Haarlemsche leven. In plaats van een gedachtenisrede uit te spreken, heeft Ds. Binnerts bij deze gelegen heid doen verschijnen: „Gedenken en Dank zeggen", een treffemd afscheidswoord tot zijn •gemeente. De overledene was Officier in de Orde van Oranje-Nassau. De teraardebestelling is bepaald op Zater dagmiddag 16 Juli a.s. te DriehuisWester - veld, na aankomst van trein 15.14. HET HUURCONFLICT IN 43 ZAKEN VOOR DE RECHTBANK. Naar de heer Vischjager, rechtskundig adviseur, meedeelt, zullen 6 September voor de Haarlem sche Rechtbank worden behandeld in hooger be roep 43 zaken van het huurconflict in de Rivieren buurt. DE VORSTSCHADE. UITSPRAAK INZAKE DE IRISSEN- PROCESSEN. Het Scheidsgerecht voor den bloembollen- handel heeft thans uitspraak gedaan in de bekende processen over de Irissen-vorstschade van 1929. De schadevergoedings-bedragen welke in de bewuste 17 zaken door de koopers werden gevorderd, beliepen tezamen ongeveer ƒ37.000. Door het Scheidsgerecht werd -zoo lezen wij in het orgaan in totaal ongeveer 14.000 aan schadevergoeding toegewezen. Gemiddeld is dus aan de koopers tusschen de 35 en 40 pCt. van de gevorderde schade vergoeding toegekend. AUTO OVER DEN KOP GESLAGEN. TWEE ERNSTIG GEWONDEN. TILBURG, 14 Juli (V.D.) Hedennacht is de auto, bestuurd door zekeren P. uit Tilburg, met 4 inzittenden, komende uit Oisterwijk op den Bosschenweg onder de gemeente Berkel omgeslagen. Twee inzittenden zijn ernstig gewond naar het ziekenhuis te Tilburg over gebracht; hun toestand is zorgwekkend. Het ongeval is hoogstwaarschijnlijk het gevolg van drankmisbruik. HET BATA-CONCERN. VOORTGANG VAN HET BEDRIJF VERZEKERD. Aan de „Ag. Ec. Fin." wordt uit Praag geseind, dat na den dood van Bat'a het vol gende communiqué is uitgegeven: De voortgang van het bedrijf is verzekerd. Er zijn geen schulden. Het depositio van het personeel ter beschikking van de onderne ming gesteld, is geheel verzekerd door de be schikbare middelen bij de banken en kan op aanvraag onmiddellijk worden uitbe taald. De leider der onderneming heeft het bedrijf achtergelaten in een toestand, die niet alleen veroorlooft het te handhaven, maar ook de toekomstige ontwikkeling voort te zetten. De onderneming zal door den dood van Bat'a geenerlei wijziging ondergaan. In verschillende kringen, speciaal in die der banken, heeft de Agence-correspondent te Praag een onderzoek ingesteld en hij ver nam, dat de toestand der onderneming ab soluut gezond is. De verplichtingen bestaan uitsluitend uit ongeveer Kr. 120 millioen aan deposito's van het personeel, die grooten- deels gedekt zijn door deposito's bij de ban ken en welke zoo noodig direct kunnen worden teruggegeven. De maatschappij is voornemens haar fa briek in Frankrijk nabij Nancy in October te openen. VON PAPEN BIJ VON HINDENBURG. BERLIJN. 14 Juli (V.D.) Officieel wordt me degedeeld dat de Rijkspresident heden den Rijkskanselier Von Papen ontvangen heeft voor het doen van mededeelingen over de on derhandelingen te Lausanne. De Rijkspresi dent bracht den Rijkskanselier dank voor zijn werk te Lausanne en verzocht hem, dien dank over te willen brengen aan de andere leden der delegatie. Hierbij sloot aan een gemeen schappelijk rapport van den Rijkskanselier en den minister van binnenlandsche zaken over binnenlandsche quaesties. DENEMARKEN KLAAGT NOORWEGEN AAN. KOPENHAGEN, 14 Juli (V.D.) De Deen- sche regeering heeft Woensdagavond bij het Permanente Gerechtshof in DenHaag een aanklacht ingediend tegen Noorwegen in verband met het optreden van dit land In Groenland. DE TOESTAND IN BELGIë. GEVECHTEN TUSSCHEN POLITIE EN COMMUNISTEN. BRUSSEL, 14 Juli (Reuter). Gisteren avond hebben een aantal vechtpartijen plaats gehad tussöhen de politie en com munisten. Een dertigtal personen werd gearresteerd waaronder drie vrouwelijke leden van de Roodfronttsrijders. Ook te Luik hebben ongeregeldheden plaats gehad, waarbij eenige demonstranten liohte kwetsuren opliepen. BRAND IN EEN BIOSCOOP. TWINTIG KINDEREN IN EEN PANIEK GEDOOD. CONCEPTION 14 Juli (Reuter). Tijdens een voorstelling in een bioscoop te Talca- huano geraakte een film in brand. Hierdoor ontstond een paniek, waarin 20 kinderen om het leven kwamen en 40 ernstig werden gewond. «DIT BLAD het heeft verreweg HETGROOTSTEAANTAL ABONNéS EN WAAR- BORCT U DUS HET GROOTSTE RESULTAAT (In Rusland is men met konijnen- teelt op groote schaal aange vangen.) Het gaat de Sovietrepubliek, Niet bijster naar den vleeze, Daarom is naar konijnenvleesch, Een groote vraag gerezen. Geen teelt ter wereld, naar men weet, Gaat vlug als de konijnen. Het paar dat heien twee bedraagt, Telt morgen reeds dozijnen, Australië heeft ze vooral, In ongetelde horden, Daar is 't, bij de konijnen af, Reeds tot een plaag geworden. Maar Rusland is zoo machtig groot, Daar kan het minder schelen, Daar durft men ze, in barren nood. In massa zelfs te telen. Dan is er nog een reden meer, Om 't in de kou te wagen, Al maken zij het bont misschien, Dat bont kun je weer dragen. Hoe 't zij de wereld heeft steeds plaats Voor weer een nieuw soort -isme. De Soviet zoekt zijn heil thans in Kaninefa talisme. P. GASUS. Kranten knipsels uit 1917. 15 Juli 1917. De Scheepvaart. De gevolgen van de nieuwe versperring laten zich gevoelen. In de week van 714 Juli zijn van IJmuiden slechts 3 stoom schepen vertrokken, n.l. 2 Nederlandsche en 1 Engelsche. Er kwamen nog 9 schepen binnen, n.l. 6 Nederlandsche en 3 Engelsche. BURGERLIJKE STAND HAARLEM. 14 Juli. Ondertrouwd 13 JUli: P. A. Sieben en E. Beck; F. van Norde en J. W. Timmerman; L. van Norde en J. L. E. M. W. Sikkema; G. T. Nieuwenhuizen en M. L. Janïj; W. V. Nowak en H. Löhr; J. Ronde en M. C. v. d. Linden; P. v. d. Bos en J. A. van Zutphen; K.M.A. Nielen en A. M. Kruzijcld; A. Weze lenburg en J. Geertsma; E. J. J. Lups en G. M. Vlugt; O. J. Gijsen en E. J. Arcepowski. Getrouwd 13 Juli: H. Breier en A. E. L. Kronemeyer; E. I. Katsma en A. M. H. Koster; P. Elshout en E. Zimmermann; C. de Bie en T. J. M. v. d. Walle; K. H. van Lunen burg en E. C. de Bont; H. van Aken en J. M. Nipius; J. Mooser en E. Kraaijer; H. Mus en C. Verdonk; J. C. Niehot en A. C. Cornelis- sens, D. J. Kruijff en J. Lenstra; T. B. Ver donk en J. M. T. Heilig; G. Beneker en A. R. Groningen; D. Verloop en A. W. Wunger; J. van 't Vlie en H. C. v. d. Beek; G. A. van Mourik en J. M. Moorhoff. Bevallen 11 Juli: E. BarkGedink, z.; M. G. J. DrostGovers, z.; 12 Juli: G. Kijne Wiedemeyer, d.; C. BurgersHeeremans, d.; D. Blokker—Vreeken, z.; 13 Juli: M. E. van AckerWeber, d. Overleden 11 Juli: M. C. Vuyk, 73 j., Dreef; L. C. A. van Neukirchen genaamd Nijven- heim, 30 j., Kleverparkweg; 12 Juli: M. de GraafKamp, 53 j., Gasthuisvest. LANGS DE STRAAT. De Oerstaat. „Seg Kees?" zei de dame. „Ja?" zei Kees, zich langzaam en spijtig afwendende van een paar sierlijke beenen, dat hem de laatste minuut onweerstaanbaar geboeid had, en waarvan het afscheid hem misschien wel meer kostte dan een afscheid hem zou doen van de heele volumineuze da me, met beenen als boomstammen incluis, die, zich zalig onbewust van Kees' afdwa lingen, die zelfde laatste minuut in diepe overpeinzing aan zijn zijde had doorgebracht. „Weet je, wat ik gistere erreges las?" „Neezei Kees langgerekt en verveeld. „Dawwe weer teruggaan naar de oerstaat. Dawwe weer primitief worden. Enne dawwe „Jee!" zei Kees plotseling geboeid. „Waar hejje dat gelezen. Stinge d'r foto's bij?" „Hè jesses!" zei de dame gansch en al on begrijpelijk verontwaardigd op deze onschul dige vraag. „Wadde vent ben jij toch! Nee, maar mot je luistere Kees, ze leije het heel duidelijk uit, en ze zeeje, dat het vooral was, omdat de laaste tijd de fillems van men- schen in de primitieve staat weer zoo trek- ke weet je wel, die fillem, die wij laast gezien hebben, van dat meissie bij die wil den, en die jonge, die zoo stapel op d'r was en die toen ook een wilde werd? - en dat dat was, omdat de mensche genoeg krege van de cevelesatie, en dat ze weer d'r eige zellevers wouwe zijn „Ja", zei Kees droomerlg, en hij dacht blijkbaar aan de beenen van zoo even. „Das sou fijn zijn. Maar ik geloof d'r geen snars van. Ze kenne dat nou wel schrijve, maar stel je voor dawwe opeens allemaal weer pri mitief werdeDat ken toch ommers niet. Hier midden in de Kalleverstraat „Ik", zei de dame hoopvol, „zou niet we ten werom niet. Als je het maar allemaal tegelijk doet, siet geen mensch d'r wat raars an. Foei jij je met die hitte soms lekker in je colbertje?" „Nee", zei Kees, en zweeg. En toen grin nikte hij opeens. „Ik zie je al, Merle. O gurrie!" En hij proestte benauwd als een zich verslikkende kip. „Meddeen rokkie van bananeschille, net als Sjosefiene Beeker „Kees!" zei de dame dreigend, en keek ver stoord naar beneden langs haar omvangrijk postuur. „Ik wil me d'r verders niet over uitlate, maar as ik denk an jou met niks as een vijge Niemand uwer kan beseffen, hoe dankbaar ik was, dat op dit précaire punt Kees, Merie en mijn nederig persoon opgenomen werden door één van de woelige verkeers-vloedgol- ven, die van tijd tot tijd de Kalverstraat ple gen te teisteren, en dat ik Kees en Merie, toen ik weer naar adem hijgend boven kwam zooal niet uit het oog, maar dan uit het ge hoor verloren had. Heel in de verte zag ik nog een arm van Merie, die heftig gesticu leerde, en een stel kaken van Kees, dat op en neer hapte in druk betoog, maar omtrent het stadium, waarin hun gesprek beland was, verkeerde ik in de meest gelukzalige onwe tendheid. Wat voor duistere dingen verkon digde Merie, welke lugubere opmerkingen plaatste Kees? De menschheid zou terug gaan naar den primitieven staat? En, mij voortbewegend door die Kalverstraat, en na peinzend over de verschrikkelijke dingen, die het brein van een eerbare Amsterdamsche dame, onder den invloed van verderfelijke lectuur, kan uitdenken en te berde brengen, besloot ik snel, dat ik het grondig eens was met Kees. De filleme mochten dan wijzen op een terugkeer naar de natuurstaat, juffrou wen uit wilde stammen mochten dan op het witte doek steeds meer nette meneeren uit de civilisatie naar bovengenoemde wilde stammen lokken, om mij heen kijkende in onze dierbare Kalverstraat-die-haar-gelijke- nis-niet-heeft, bestond ik het niet om Me- rie's overtuiging ook maar in het minst te deelen. Deze menschenmassa, al die aardige meneeren, al die lieve dames zouden er mee- nens over denken om moe te worden van de beschaving, en zich met een zucht van uit eindelijke verlichting terug te laten vallen in den primitieven staat? Het was dwaas, be lachelijk, ongerijmd, misdadig, een vergrijp tegen de goede zedenwel foei! En knikkend met mijn hoofd van heilige overtuiging, droegen mijn beenen mij den Dam op. Op den Dam was het vol, zooals altijd. Neen, bij nader inzien leek het op den Dam voller te zijn dan altijd. Veel voller. Zooveel meisjes, kantoormeisjes zeker, fleu rige jonge onschuldige dingen, lieve be schaafde meisjes altemaal. Wat deden ze daar? Waar keken ze toch zoo naar? Wat be duidde die toeloop, die gespannen belang stelling, dat duidelijk voelbaar enthousias me? Was er iets in hun midden te zien? Daar daar kwam breking in de gesloten gelederen, iemand baande zich een weg er door heen, allen weken belust kijkend uit één, degene, die in hun midden was geweest kwam precies mijn kant uit Lezer, o lezer, het was een wonder, een wonder zeg ik u, dat ik niet midden op den Amsterdamschen Dam een gil slaakte. Want op mij af kwam een meneer nee, weg be schaving! geen meneer, alleen maar een n;an! De primitieve man bij uitnemendheid. Een man in een soort van pij, met bloote beenen in sandalen, blootshoofds, met den vollen baard van hen, die de natuur lief hebben en het scheermes der beschaving schuwen, met den vrijen, fieren, forschen, welbewusten stap dergenen, die gewend zijn de wouden der Germanen en zoo te door klieven. Zoo maar, midden op den Dam! Dat meest hij natuurlijk zelf weten, maar dat van al die meisjes, die lieve kinderen ln zomersche jurkjes, met pas door den kapper geleverde golven in hun haren, die hem als een kakelende sti-oom achterna golfden, waar hij gixxg, dat vond ik erg. En hulp zoe kend keek ik om mij heen naar Kees. Kees v/as in geen velden of wegen te bekennen. Merie ook niet. Ik was er alleen, en ik, ach ai-me, had net tegen mijn eigen vertrouwen de zelf gezegd, dat het allemaal veel te lieve, aardige menschen waren om zich door zulke onbehooi*lijke gedachten.... En daar, vlak onöe?- mijn oogen, holde en vloog half vrou welijk Amsterdam achter een meneer aan, die met statigen pas en een wonderlijk ding om zijn primitieve leden over den Dam schreed! Waar gaan wij naar toe? Maar als u hem soms ook nog zien wilt, dan moet u voortmaken, want hij staat er al twee dagen en deelt papiertjes uit om te vei'tellen hoe mooi het is in den primitieven staat, en hij blijft er nog maar drie, zei hij tegen me, en dan verhuist hij weer naar de wilde wouden.... W. T. Voor den Politiei echter. DE VERKOCHTE SCHUIT De zaak van den spraakzamen Zaandam mer, die een schuit verkocht had en het geld niet afgedragen, werd gisteren voort gezet; hij had een paar getuigen zullen me debrengen, maar had dit niet gedaan; wel kwam hij er met een aanzetten, die nog niet genoemd was. maar die wist ook al niets van belang. De verdachte oreerde weer als te vo ren, maar je kon er eigenlijk geen touw aan vastknoopen. 't Ging er om, waarom iemand, die zijn eigen schuit verkoopt, van een an der een volmacht moet hebben om te ver- koopen. Mr. Stomps, de verdediger, vond die volmacht een aanwijzing, dat verdachte de schuit had gekocht omdat- hij geen kwitantie had; de officier zei, dat de volmacht dan anders had moeten luiden en de rechter vond dat er bij koop heelemaal geen sprake meer kon zijn van een volmacht. Tegen de logica van den rechter was de verdediging niet be stand en pleiter refereerde zich aan het oordeel van den magistraat. De officier had verduistering bewezen geacht en zes wekeia gevangenisstraf gevraagd; de politierechter achtte het ten laste gelegde mede bewezen, maar deed er drie weken af. De mentaliteit van den veroordeelde in aanmerking nemen de acht ik het niet onwaarschijnlijk, dat hij van de aangeboden gelegenheid om in hoo ger beroep te gaan, gebruik zal maken. HET ONGELUK OP DE LEIDSCHEVAART. Naar wij vernemen is de toestand van den 35 jarigen wielrijder C. W„ die Vrijdagmid dag op de Lei&schevaart tusschen twee trams bekneld raakte, zeer ernstig. MEETING O S. P. De federatie Haarlem der Onafh. Soc. Partij zal Woensdag 20 Juli een meeting houden op het speelveld aan de Paviljoens laan in den Hout. Spreker is de partijbe- stuui'der der O. S. P. R. Stenhuis, met het onderwerp; „De komende golf van reactie". MARKTNIEUWS HAARLEM, 13 Juli 1932 Tomaten, per K.G. f 0.03—f 0,16 Tuinboonen, per K.G. f 0.03—f 0.06 Snijboonen, per K.G. f0,26f0,30 Heerenboonen, per K.G. f 0,26f 0,34 Andijvie, per kist f0,40f0.95 Spinazie, per kist f 0,30f 0,50 Postelein, per kist f 0.10f 0,25 Bloemkool, per stuk f 0,03f 0.07 Komkommer, per stuk f0,03f 0,08 Peulen, per zak f 0,90f 1,25 Aardbeien, per slof f 0,40f 0,80 Wortelen, per bos f 0.04—f 0.10 Rabarber per bos f0,03f 0,06 Radijs, per bos f 0,03f0.05 Pieterselie, per bos f 0.06f 0,15 Selderij, per bos f 0,04—f0,10 NIEUWS UIT INDIë. COMMUNISTISCHE PROPAGANDA IN HET INDISCHE LEGER. BATAVLA, 13 Juli (Aneta). Het Bata— viaasoh Nieuwsblad heeft een bericht uit Buitenzorg ontvangen blijkens hetwelk een koi*poraal en 6 soldaten in arrest zijn ge steld wegens het voeren van communistische propaganda. Van de soldaten zijn er later 3 weer in vrijheid gesteld. De oveiige 3 en de 'korpo raal zijn onder strenge bewaking gehouden. FEUILLETON 25) („LUZIFERS' ENDE") Een emotioneele roman door WALTHER KLOEPFFER. 27) ^San-der groette den tuinman en vervolgde zijn weg. Wat was dat nu weer voor een vreemde geschiedenis? Inez had niet ge logen daarvoor kon hij zijn handen in het vuur leggen. Bleef dus slechts de mogelijk heid, dat de tuinanan zich vergiste of van Lux opdracht had gekregen, over het geval te zwijgen. Hoe meer hij er over nadacht, des te moeilijker werd het probleem. Intusschen was hij dicht bij het laboratorium geko men. Twee stemmen maakten zijn nieuwsgie righeid gaande. De eene stem herkende hij terstond als die van Kamura, de andere klonk vlijmscherp en bevelend. Onhoorbaar sloop Klaus naderbij enhetgeen hij zag be nam hem echter den adem. Kamura, die ay-iateur, sprak met een onbekende, die niemand anders zijn kon danMr. Devil. Geen twijfel mogelijk; alles klopte. De drie hoekig op het hoorhoofd staande haargroei de neus, de smalle lippen, de brutaal naar voren stekende kin, de langgerekte ooren en vooral de wreede, staalgrijze oogen! Hoe oud? Ongeveer veertig jaar. Middelmatige gestalte, gladgeschoren wangenBliksem snel verwerkt Klaus het beeld tot een mo mentopnameGeen twijfel; volgens Peter's ^beschrijving moest (het Mr. Devil zijn. Hij kreeg onmiddellijk zekerheid door een ge zegde van Kamura: „Tot uw dienst, Mr. Devil. Ik vlieg vandaag nog naar Isla del diabolo en wacht daar op verdere orders. Good bye". De deur van het laboratorium viel in het slot. Kamura liep den tuin door en verliet de kliniek, door een zij-ingang. Klaus meende te droomen. Het hart bons de hem in de keel. Heden voor de eerste maal had hij den man gezien, die Peter ont voerd had. Achter gindsche deur was hij ver dwenen. Daarachter hield hij zich verborgen de misdadiger, het- genie. Hier, in het labo ratorium van professor Angel hield hij zich schuil. Sedert wanneer? Sedert gisteren? Sedert maanden? De kliniek in de Fifth Avenue werd met den dag geheimzinni ger. Het werd hoog tijd, dat men den armen verlamden grijsaard in de spreekkamer, eens precies vertelde, welke duistere machten onder zijn dak aan het werk waren. HOOFDSTUK XIV. Den volgenden dag bleef Klaus Sander ononderbroken op zijn post-. Doch welke moei te hij zich ook gaf, hij kreeg Mr. Devil geen oogenblik te zien. Onder verschillende voor wendsels begaf hij zich verscheidene malen naar het laboratorium, maar zonder resul taat. Met het gescherpte instinct van den jager vermoedde hij echter, dat Mr. Devil zich ergens in het gebouwencomplex van het hospitaal verborgen moest houden. Bijzonder moeilijk was zulks ndet, vooral indien men twee helpei's Lux en de verpleger Smith had. Wat Lux aangaat, stond het voor Klaus vast. dat deze vei*waande gentleman in de gehesle tragedie slechts een onderge schikte rol speelde en in geen geval iden tiek was met Devil. Want nauwelijks drie minuten nadiat hij Angel en Lux had ver laten, -had hij den waren Devil bij den in gang van het laboratorium gezien. Maakte hij de balans op van hetgeen hij tot dusver re gedaan had, dan mocht hij niet ontevre den zijn. Hij was een flink situk vooruit ge komen, alhoewel het einddoel nog ver ver wijderd was, De „Leviathan", meerde aan de kade der New Yorksche haven. Het scheen onmoge lijk, één enkele persoon uit de geweldige menigte te herkennen. Klaus was op een berg van hutkoffers geklommen en keek opmerk zaam naar den menschenstroom, die het schip verliet. Eindelijk ontdekte hij Gussy's smal ge zichtje onder een wit vilthoedje. Hij bracht de hand als een scheepsroeper aan den mond en brulde: „Gussy! Gussy!, -hallo, Gussy!" Ze liet zich door een menschengolf naar den kofferberg drijven en kampte tegen de opkomende tranen. „Maar Gussy, waar ik toch zoo goed nieuws van Peter heb", schertste Klaus na de eerste begroeting. Ze lachte treurig. Hij stuwde het tengere v-rouwtje door de jachtende -menschenmassa, en eharterte een taxi. Gedurende den rit schudde Gussy een zak vol vragen over hem uit. Toen ze ver nam, dat het Peter naar omstandigheden redelijk ging, viel haar de grootste zorg van het hart. In het pension kon hij einde lijk al haar vragen beantwoorden. Urenlang moest hij vertellen, tot het blonde vrouwtje geheel tevreden was. Ten slotte sprak hij over Inez, zijn vergissing toen hij haar van medeplichtigheid had verdacht en de sym pathie welke hij voor de jonge dame in kwestie koesterde. Ze begreep direct uit welke hoek de wind waaide en voor -het eerst sinds vele weken kwam er een glimlach op haar gelaat: ,Yan hai-te gefeliciteerd, Klaus". „Gussy, ik verzeker je, dat Inez en Mary ladies zijn, die...." „Dat behoef je niet te zeggen, Klaus. Ik stel er werkelijk prijs op, ze te leeren ken nen. Maar hoe eigenaardig is die -heele ge schiedenis. Om ons wikkel je je in een avon tuur, in een gevaarlijke avontuur. We zullen je nooit genoeg kunnen danken. Klaus,Klaus: wat ben je toch een verstandige, flinke kerel. Zooiets had Peter nooit klaargespeeld" Ze meende het oprecht. Klaus voelde heel goed de waardeer'ng, die uit deze woorden sprak. Hij lachte: „Stel Peter niet in de schaduw, Gussy. Broer tjelief is weer tot andere dingen in staat. Hij heeft bijvoorbeeld het „Vitalin" ver overd enenjou. Dat is ook geen kleinigheid". Ze lachten nu alle twee. „M'n hemel, Klaus, wat ben ik toch licht zinnig. Ik lach hier, terwijl die arme, Peter Hoe denk je hem te bevrijden? Je hebt toch zeker een plan?" J „Ik had een plan. Ik wilde Inez uithooren en zoo de -ligging van het eiland te weten komen. Dit plan is nu onuitvoerbaar, aan gezien Inez er zelf niets van weet. Ik zou in het ergste geval vriend Lux de duim schroeven kunnen aanleggen, maar ik vrees dat de man geen woord los zal laten, vooral daar die Mr. Devil nog altijd op vrije voeten is. En zoolang we dien duivel niet in handen hebben, moeten we voorzichtig zijn". Gussy was met de<ze verklaring niet te- vx-eden. Klaus", zei ze, „ik kan het niet helpen, maar dat wachten wordt me ondra gelijk. Wie weet wat er in dien tusschen- tijd met Peter gebeurt". Ze keek -haar zwa ger aan. .Luister eens, jongen; je hebt me een en ander verteld van je radiozender. Zou het niet mogelijk zijn, door dat ding een gefingeerde mededeeling naar het eiland te sturen, zoogenaamd van die Mr. Devil af komstig, een mededeeling tengevolge waar van Peter -hier naar New York wordt ge transporteerd, Je vertelde dat die Jui over een v-liegboot en een onderzeeboot beschik ken Klaus sprong op. „Gussy!" riep hij geestdriftig, „dat is prachtig. Geweldig! Je bent een verdraaid bijdehand wijfje, Gussy! 't Is het ei van Co lumbus. Hoe do-m dat ik er niet zelf aan ge dacht heb". HOOFDSTUK XV. Den volgenden morgen ontving de profes sor een telegram. Nadat hij het gelezen had, zei hij een weinig korzel-g tot Klaus: ,,'t Is vervelend, Bender, maar we zullen ons vandaag zonder Dr Lux moeten behel pen. Ik krijg zooeven bericht, dat de chef- arts eerst met den trein van 12 uur dertien uit Trenton terugkomt". Klaus kon zich de teleurstelling des profes sors best voorstellen: de half verlamde heer kan zijn eerste assistent slechts noode mis sen. Teiwijl hij den professor bij het aan trekken van diens witte jas behulpzaam was verzocht deze: ..Bender, zoodra je even kunt, ga je naar mijn woning om de aan- teekeningen betreffende patiënt Eileen Car son te halen. Je zult.die acten waarschijnlijk op mijn schrijftafel vinden. Doch stuur eerst even dokter Priestley hier". Over Angel's gelaat lag het waas van eer biedwaardige goedheid, zonder hetwelk men zich den weldoener der New Yccksche armen moeilijk kan voorstellen. Klaus boog. „Ik zal er voor zorgen, professor". Hij verliet de spreekkamer, liep den tuin door bevond xidli een minuut later in de parti culiere woning des professors. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 3