Dver den Atlantischen Oceaan. Het Mysterie der Eeuwige Jeugd JMUIDER COURANT MAANDAG 18 JULI 1932 Barbados. LANGS DE STRAAT. T echniek. De techniek wordt overschat. Zeker, zij is vèrgevorderd. Mr. Jones, die het geluk heeft minder dan 16 mijlen van Epsom af te wonen en het on geluk had door een bezoek van een onge trouwde nicht verhinderd te zijn de Derby op het terrein zelf te zien, kon de paarden rennen televisionair in huis halen, zooals hij zijn hond binnen zou laten. Toen gij gister avond merkte geen belegging van uw avond- broodje te hebben, bood gij den automaat een kwartje aan en de-, knakworstjes waren U. Wanneer gij den tuinbouw-expert in Daventry vervelend vindt-, dan kunt ge in een handomdraai Kovacs Lajos hooren. Vèrgevorderd is de techniek. Maar ze wordt overschat. Ik weet het. Er bestaat een meneer, die een kastje dirigeert in plaat-s van een orkest, en die door zijn magnetiseur bewegingen muziek uit dat kastje toovert. Maar dit houdt niet in, dat, als onze kaasman tegen zijn melk pre velt, daar een volvet kaasje 40 uit' opduikt. Onze kaasboer zou het trouwens niet doen. Hij kent zijn melk. De juffrouw deed het wel, niet tegen melk, doch tegen een auto maat. Want" dien kende ze niet. En ze over schatte hem en dus de techniek. Wie die juffrouw is? Gij hebt haar vaak gezien. Zij is het, die nauwelijks in de coupé gezeten, gij al driemaal hebt hooren vragen of dit de goeie trein is. Want dat ze bijna nooit reist, een enkele maal naar haar doch ter in Rotterdam, getrouwd met een netten jongen, ze vieren nu hun koperen bruiloft, nog niet werkloos, gelukkig, haar zoon wel, die loopt al drie jaar zonder, daar gaan we, wat schudt drie trein. Gij kent haar. Dat zij ditmaal haar dochter gaat bezoeken raad ik. Kan nu ook wel haar zoon zijn, met drie aardige kinderen, vooral die jongen. Maar dat ze naar Rotterdam ging, weet ik pertinent zeker. Want ze liep naar den automaat, die in de kille, holle hal van het station stond als een verlepte, verbleekte muurbloem. Als een mummie. Als eenja, als de automaat- enkele-reis-Den-Haag-één gulden-vijf-en- twintig. Zij drukte voorzichtig éen gulden en drie kwartjes in de gleuf. En toen sprak ze beleefd-uitnoodigend tot den automaat dit eene woord: „Rotterdam". Dit- is overschatting. A. J. C. VI. UÏT DE STAATSCOURANT. RIJKSVERZEKERINGSBANK. Op verzoek is eervol ontslag verleend met ingang van 7 Sept. a.s. aan J. J. Oosterveen, als commies bij de Rijksverzekeringsbank. BEZUINIGING BIJ P. T. T. Met ingang van 16 Juli wordt het P.T.T.- kantoor te Grave opgeheven en vervangen door een hulpkantoor voor de drie diensten dat zal ressorteeren onder het hoofdkantoor te Nijmegen. Op 1 Aug. a.s. wordt het P.T.T.-kantoor te Borculo opgeheven, eveneens met vervan ging door een hulpkanoor voor de drie dien sten, dat voor den postdienst zal ressorteeren onder het P.T.T.-kantoor te Zutphen en voor den telegraaf- en telefoondienst onder het P.T.T.-kantoor te Groenlo. TOPOGRAFISCHE T^IENST. Met 1 Sept. is P. M. Ovèrsluys, directeur van de vroegere Topografische Inrichting, thans werkzaam bij Topografischen Dienst, eervol ontslagen uit 's Rijks dienst wegens verandering in inrichting van dienstvak waarbij hij werkzaam is. NA DE RELLETJES TE OVERSCHIE. Te Delft zijn na de ongeregeldheden te Overschie, volgens het Handelsblad, twee jeug dige communisten gearresteerd. Zij worden verdacht te hebben deelgenomen aan den overval op de aut-o met fascisten. OPNIEUW EEN MOERDIJKBRUG GEVRAAGD. Twaalf kamers van Koophandel uit de be trokken gebieden hebben tot den Minister van Waterstaat het verzoek gericht, dat op korten termijn met de overbrugging van het Hollandsch Diep bij Moerdijk zal worden be gonnen. MEISJE AANGEREDEN EN BEROOFD. Een meisje van ongeveer zestien jaar, een jeugdige, kantoorbediende te Amsterdam, is Zaterdagmorgen zeshonderd gulden kwijt ge raakt. Zij had dit geld voor haar patroon van het girokantoor gehaald en in een tasch achter op haar fiets gebonden. Op het Rokin werd zij aangereden en miste zij haar tasch met het geld. Of de tasch is weggenomen of verloren kon nog niet worden uitgemaakt. VLEESCHCONTINGENTEERING VERLENGD Bij Kon. besluiten van 7 Juli, is de beper king van den invoer van versch- of gekoeld rund- en kalfsvleesch en van bevroren rund en kalfsvleesch met zes maanden verlengd, dus tot 16 Januari 1933. De toegestane invoer uit ieder land blijft gesteld op 60 ten honderd van hetgeen ge middeld per 6 maanden in de jaren 1929, 1930 en 1931 uit dat land is ingevoerd, naar de hoeveelheid berekend. SAMENWERKING OP WETENSCHAPPELIJK GEBIED MET NEDERLAND. De Zuid-Afrikaansche Medische Raad heeft besloten de registratie in de Unie van ver pleegsters met diploma of certificaat, erkend aoor de Nederlandsche regeering, toe te laten. De regeling is wederkeerig. WAT DOET DE REGF.ERING VOOR DE MIJNEN? Het Tweede-Kamerlid de heer Hermans heeft den ministers van Waterstaat en van Economische Zaken en Arbeid gevraagd, welke maatregelen de regeering denkt te ne men om het mijnbedrijf te steunen. NIEUW ONTSLAG BIJ DE STAATSMIJNEN. Officieel wordt medegedeeld dat met in gang van 1 Augustus bij de verschillende staatsmijnen 150 arbeiders, voor het meeren- deel buitenlanders, zullen worden ontslagen wegens den slechten gang van zaken in het bedrijf. De meeste mammen zijn ongehuwd. VAN ALLES EN NOG WAT. Radio-varia De Amerikaansche omroepstations doen voortdurend onderzoek naar de wenschen en smaak van de luisteraars. In den laatsten tijd is hierbij gebleken, dat jazz-muziek te genwoordig niet meer de sympathie bezit, waarmede zij jarenlang werd overstroomd. De radioluisteraars van tegenwoordig geven de voorkeur aan meer sentimenteele liederen, aan walsen uit de vorige eeuw en aan klas sieke muziek. Het Engelsche Ministerie van Handel deelt mede, dat over de geheele wereld meer dan 30 millioen radio-ontvangtoestellen in ge bruik zijn en dat in 73 landen zendstations bestaan. Op de groote Italiaansche Landbouwten toonstelling, die onlangs door Mussolini werd geopend, wordt sterk de nadruk gelegd op het belang van de aanwezigheid van een radio-apparaat op de boerderij. Door den radio-omroep kan de boer zich als het ware in de steden verplaatsen: hij blijft voort durend op de hoogte van de prijzen van zijn producten en van de technische verbete ringen aan de machines, die hij gebruikt. Uit dien hoofde is het radio-ontvangtoestel in de boerderij een zuiver landbouw-tech- nisch apparaat. Op IJsland heerscht groot gebrek aan sprekers over verschillende onderwerpen voor de microfoon en de Omroepmaatschap- pij beschikt niet over de noodige middelen om deskundigen uit het buitenland te laten overkomen. Men is nu op de origineele ge dachte gekomen, om aan het IJslandsche parlement een wetsontwerp voor te leggen, volgens hetwelk alle IJslanders in staats dienst de verplichting krijgen zich minstens 2 maanden per jaar ter besohikking te stel len van de Omroepmaatschappij, voor het houden van -een-voordracht voor de micro foon. Zij krijgen hiervoor geen honorarium, alleen de reiskosten naar de hoofdstad Reyk javik worden hun vergoed. De oorkonde, die bij de eerste-steenlegging van het nieuwe Berlijnsche Radio-gebouw werd ingemetseld en kort daarna gestolen werd, is teruggevonden. De dieven waren door de handteekeningen van vele voor aanstaande persoonlijkheden, welke op de oorkonde voorkwamen, tot den diefstal ge prikkeld geworden. Een apen-hospitaal In Londen is een hospitaal voorapen ingericht, die, naar het schijnt, in deze stad zoo talrijk zijn natuurlijk slechts als schootdieren dat de inrichting heel goed rendeert. De Perzische kroonjuweelen zijn van Liverpool naar de Vereenigde Sta ten verscheept, omdat men probeeren wil ze daar te verkoopen. Ze hebben een waarde van circa 35 millioen gulden. Deze juweelen werden in het geheim van Teheran via Mos kou naar Engeland overgebracht. Een tramrit voor 100 jaar In de tram heerscht gedurende eenige oogenblikken diepe stilte onder dc passagiers omdat een „manneke van buiten" zich op luiden toon beklaagt over den hoogen prijs van den tramrit. „Maar wat wilt u dan toch?" roept de eenigszins geprikkelde conducteur uit. „Is elf centen te veel. Honderd jaar terug had je nog voor geen 1000 gulden met de electri- sche tram kunnen rijden!" DE UITVINDER DER POST ZEGELS. Ruim driekwart eeuw is thans vervlogen sinds den dood van den Engelsohen boekhan delaar en uitgever James Chalmers, die de uitvinder van de postzegels werd. Deze ener gieke drukker en krantenuitgever uit Dundee heeft zeker niet kunnen droomen, dat deze door hem het eerst vervaardigde stukjes pa pier niet alleen de basis zouden vormen van de reusachtige ontwikkeling van het post wezen, maar ook van de groote wereld-om spannende verzamelwoede. Men heeft be streden, dat hij de uitvinder was en de vin ding toegeschreven aan den hervormer van het Engelsche postwezen. Sir Rowland Hill, de vader van de „penny-post", maar het is een uitgemaakte zaak, dat Chalmers inder daad de uitvinder was van den postzegel die opgeplakt kon worden. Zijn rijke persoon lijke ervaring als uitgever van een krant, dwongen hem zich met de posttoestanden, die destijds zeer slecht waren, te bemoeien en hij kwam toen in aanraking met den post meester-generaal Rowland Hill. Deze zocht een vereenvoudiging van het postwezen en het- goedkooper maken van de porti door de invoering van het z.g.n. „pennypost-systeem" en ChalmersC die het onpractische v«th de gestempelde briefomslagen inzag, liet op zijn drukkerij proefjes maken van vier portomer- ken, die aan den achterkant van gom voor zien waren. Reeds in Augustus 1834 liet hij die proeven aan eenige zijner vrienden zien en in 1837 zond hij zijn postzegels in bij het Britsclie ministerie van Financiën. Zijn ontwerp werd door Rowland Hill overgeno men, en den 6den Mei 1840 werden de eerste postzegels vervaardigd. Na het Britsche succes volgde Mauritius, een Engelsche kolonie, daarna Brazilië, Frankrijk Zwitserland en de Vereenigde Staten vóór 1850, en voor 1860 hadden bijna alle landen de postzegel aangenomen als het meest pracusche middel als bewijs, dat het porto op poststukken bij vooruitbetahnge was vol daan. OUDE ROZEKRANSEN. Het heet, dat de rozekrans in gebruik ia gekomen na het concilie van Auxerre in 1095. Zeker is het, dat de wereldlijke sierkunst zich er al spoedig meester van maakte en de oude rozekransen vaak ware kunstwerken zijn Behalve echter de goudsmeedkunst kwam er nog een andere tak van nijverheid bij kijken: sinds de Middeleeuwen werd n.l. parfum in kleine balletjes gerold, dus vaste parfum, en in filigrain doosjes, bolvormig, bewaard. Zoo'n doosje heette „pomme de senteur" en had inderdaad oorspronkelijk de vorm van een appel. Daar de wereldsche dames haar rozekransen in de eerste plaats hadden om er als sieraad mee voor den dag te komen, pasten zij al heel gauw het parfumeer- systeem op toe. En zoo is b.v. van de weduwe van Cesare Borgia bekend, dat zij verschei dene rozekransen heeft nagelaten, waarvan de kralen hol waren en parfum bevatten. En al in de 12de eeuw werd zoo'n reukdoosje aan de rozekrans mee naar de kerk ge nomen. Later kwam de vloeibare parfum in gebruik en daarmee verdwenen de pommes de senteur, maar zij wisten zich te hand haven aan den rozekrans, tot in de 18de eeuw toe! Toen bestonden er b.v. exmplaren, waarvan de kralen waren vervangen door zilveren doodshoofdjes, die met een wel riekende substantie waren gevuld. L. S. Nieuws uit Indië. GEVONDEN GOUDADER ZEER RIJK. MAAR NIET IN ZAANDAM.... Naar Aneta-Holland verneemt, ontving de Minister van Koloniën een telegrafische me- dedeeling omtrent het bezoek van den gou verneur van -Suriname aan de reeds in de bladen vermelde goudvondst. Inderdaad bleek het een zeer bijzondere goudhoudende kwarts vondst te zijn; de opbrengst van het reeds uitgegraven en gedeeltelijk verwerkt kwarts wordt op 40 K.G. goud geschat. Voorts wordt verwacht, dat de goudader zich nog verder voortzet, daar ook in het nog niet uitgegra ven kwarts goud voorkomt, dat met het bloote oog zichtbaar is. De particuliere be richten echter gaven daaromtrent een over dreven voorstelling. OVERTREDING VAN DE PERSWET. BATAVIA, 15 Juli. (Aneta). De Raad van Justitie alhier heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen den oud-secretaris van het Ned.- Indisch. Onderwijzers Genootschap, den heer Roorda, die wegens het schrijven van een artikel getiteld „Beulswerk" veroordeeld wordt tot een boete van f 200 subsidiair een maand gevangenisstraf. Gouden daglicht schijnt door mijn patrijs poort en beschijnt de portretjes van mijn dierbaren aan den wand. De hemel kleurt in het Oosten en de Noorderkim wordt eindelijk eens niet meer ingenomen door die altijd maar aanrollende golven, maar vertoont land. Het eerste land na tien dagen. Grauw ziet het nog, silhouet-acht-ig, net als de rood bruine zeilen van menig scheepje, dat uit de haven te voorschijn komt om de vïsschers naar hun arbeidsterrein te voeren. Snel verkleurt de lucht. Precies zes uur verrijst de zon verrassend snel en toovert dadelijk kleuren in het landschap en in de eerst nog grauwe zee! Rood en groen en blauw en wit. En het is of haar stralen overal leven wekken. Wij gaan ten anker op een paar honderd meter van de kust en motor en roeibooten komen nader er komt leven op het dek der zeilschepen, drie- en viermas- ters van allerlei grootte, die hier nog steeds de zeeën bevaren, waar de passaat, de han- delswind of tradc-wind der Engelschen, dat mogelijk maakt. En wij onderscheiden ker ken en palmen en Casuarina's. Maar pas als de motorboot van de Maatschappij ons aan wal heeft gebracht, dringt de kleurrijkdom van het tropenland werkelijk tot ons door. Allereerst de kleur der menschen, van eb benhout tot zomersproeten in alle denkbare variaties. Maar wie tien dagen op zee heeft gezeten wil allereerst groen zien. Door de goede zorgen van den Holl. Consul rijden wij al gauw door de drukke winkelstraten vol negerinnen in katoenen jurken, door de buitenwijken vol aardige villa's met bloe mentuinen. waarin alweer negerinnen kin deren voortduwen zoo blank, dat iedereen da delijk ziet, dat ze er niet eerlijk aankomen, maar ze slechts voor de blanke eigenaressen bewaken. Maar wat een leuke typen, wat een vriendelijke snuiten, want gezichten zijn het eigenlijk niet, vooral als je uit een donker hoekje alleen de tanden en het wit der oogen je ziet toelachen. Maar ik had het over kleur! Die viert hier hoogtij in de vaak zeer goed verzorgde tuinen, maar ook nog als wij door de aangrenzende inlandsche dor pen rijden. Overal Bougainvillea, de roode en paarse variëteiten beide, dan Poincettia, de kerstkrans, Poinciana, de flamboyant en aller lei Cassiasoorten. Ook prachtige begonia's en Oleanders. Meest oude bekenden dus, hiel en daar orchideeën, veel kembang spatoe en ook de heerlijke tempelboom van Hindoe's en Mohammedanen, de pagodetree trekt telkens onze aandacht door kleur en geur. Dan verlaten wij de bebouwde weggedeel ten en rijden uit over een heuvelland, een opgeheven koraalbankenreeks, met roode ver- weeringsaarde bedekt, waar jong suikerriet afwisselt met katoen. Leuk bij die tropische planten, knoppen, prachtig gele bloemen met purperroode vlekken in het hart, zwellende vruchten en juist opengesprongen zaaddoo- zen, waar het witte zaad uit te voorschijn puilt en dat alles aan een en dezelfde katoen plant. Het suikerriet brengt weer andere verras singen. Zijn ze mij daar warempel nu al aan het snijden! Dat riet is maar 3,5 op zijn hoogst vier Meter hoog! Dat zijn wij in onze Oost anders gewend. Wat een primitief stel letje hier. "Wij zijn al zóö eens enkele zwaar beladen wagens met gesneden riet tegenge komen, met zebra's bespannen. Kleine wagens met kort riet. Nu komen wij aan een. veld waar de oogst in vollen gang is. Veertien os sen, even verder tien muilezels om één kar dwars over het ongelijke veld en de hoopen afgerispt blad naar den weg te trekken. Bij elke kar een viertal negers in groteske kleedij. (Ik tel bij twaalf man drie hooge hoeden), die allen groote zweepen zwaaien en met tong en handen nog meer lawaai ma ken als met de lange leeren riemen, die de dieren nooit raken. Ge krijgt zoo den indruk, dat die negers met de energie, die zij aan schreeuwen en gillen verspillen de kar ge makkelijk, ook zonder beesten op den weg konden krijgen! Daar doemt de fabriek voor ons op, tenminste dat zal hem moeten we zen: een groote schuur, af- en aanrijdende karren, steeds meer gillende negers en nege rinnen, maar ik zie geen schoorsteen. Toch ruik ik de melasse en ontdekdat de drij vende kracht hier gratis geleverd wordt. Door een windmolen! Een doodkatoenen Holland- sche windmolen! Leuk toch. De Ruyter en zijn mannen schijnen hier toch in 1673 niet uitsluitend veeren te hebben gelaten! Er zijn echte suikerfabrieken ook hoor, die lieusch rooken ennaar rhum stinken, maar och gut, wat een treurige kleine dingen. Geen wonder dat daarmee wel te concurreeren valt. Ik krijg weer vertrouwen in de H. V. A. Ondertusschen hebben wij alweer meer malen gestopt tot groote verbazing van on zen chauffeur altijd net tusschen de kerken m, die hij ons wil laten zien. Bij een agave FEUILLETON („LUZIFERS' ENDE") Een emotioneeJe roman door WALTHER KLOEPFFER. 29) „Morning, Lux. Over twee uur vertrekt de „Condor"; zeg dat maar aan Mr. Devil". Daarna een kort sluitsigmaai. Klaus zette den koptelefoon af en verwijderde een der kleine krukken. Het toestel zou dius in de eerstvolgende uren niet functionearcn. Hij schakelde den stroom uit en verliet de ka mer. Hij haalde een paar maal diep adem: een moeilijk en gevaarlijk werk was achter den rug. Hoe de zaken nu verder in de kliniek zouden verloopen, moest kalm afgewacht worden,. 's Middags haalde hij Gusisy af. Terwijl ze naar de Kensingstreet wandelde vertelde hij zijn schoonzuster wat er in de laatste uren was voorgevallen. Inez maakte zelf open. Ze vloog Klaus om den hals. Eerst daarna zag ze de dame die hem vergezelde en werd vuurrood. Klaus stelde voor: miss de Castro mijn schoon zuster Gussy. Inez was een weinig verlegen en vroeg „of mevrouw en mijnheer wilde binnenkomen". Toen allen in de woonkamer plaats geno men hadden, vroeg Klaus, sdhelmsch lachend: met een bloeistengeltje van zes Meter hoog of bij een mooie cacteëngroep. Nog meer tref fen mij hier de Yucca's van allerlei vorm. De vijgencactus is zoetjesaan in alle tropen- landen ingeburgerd en de agaven vindt ge zoowel in den Himalaya als in den Atlas, al is het ook een typische Midden-Amerikaan. Maar die Yucca's hier, dat ruikt naar Cor dillera's en Andes, dat is echt de planten groei van die halve woestijnsteppen, die ik straks in Venezuela beter hoop te leeren ken nen. Thans zie ik ze met groote glanzende oogen aan. Ik geniet ze, als de voorloopers van het groote onbekende Zuid Amerika, als een dier planten, die zoo duidelijk zegt, hoe in vroeger tijden, die heele eilandenreeks tus schen Florida en Zuid-Amerika vereenigd was tot de hooge toppen en ruggen van een flink gebergte. Toen de landengte van Panama nog ondiepe zee was en de Caraibische zee niet anders dan een Golf, een baai van den Stil len Oceaan, toen groeiden Yucca's reeds als groene wachters op de steile berghellingen Velen hunner zijn bij het verzinken van hun geboortegrond in de zilte golven verdronken, maar anderen leven nog om ons met hage dissen en slakken en duizendpooten te ver tellen, hoe de aarde er hier vroeger moet hebben uitgezien! Het hoogliggende heuvel terrein eindigt plotseling in een echt En- gelsch Cliff, een steilkant, die duidelijk doet zien, dat de stormgolven van den Oceaan er aan hebben geknaagd, maar thans ligt er vóór ook alweer een breede vruchtbare strook grond, waarboven overal de windmolens der suikerfabrieken oprijzen en ook enkele schoor steenen op meer Westersche exploitatie wij zen. Ook dit, zeker 100 Meter hooge klif, be staat uit koraalkalk, is geheel uit den zee bodem omhooggestuwd, natuurlijk ook al weer duizenden jaren geleden. Wij dalen af. Barbados heeft pracht wegen, dat is in orde. Maar ik zag er te veel zweren naar mijn zin, en hoewel de jurkjes "der ne geringen vrij schoon waren kreeg ik toch den indruk, dat op zindelijkheid en hygiëne geen prijs werd gesteld. En dat -is jammer, want het lijken erg goedige en gemoedelijke men schen met een prachtig lichaam. Er waren prachttypen bij. Zoo'n stelletje negers, dat negentiende naakt een zware boot door de branding omhoog sleept, dat is toch een lust om te zien; bronzen beelden met een spier stelsel, dat een professor in de anatomie uit zou sparen. Je ziet de diverse spierbundels een voor een opzwellen en weer vervlakken; alleen de Latijnsche namen staan er niet bij. De vangst was slecht, wat visschen van een hand groot, maar ook een langouste van 60 c.M. zonder de sprieten. Te oud voor onze verfijnde smaak, maar een neger eet alles. Even een strandwandelingtje, koralen an ders niet! Maar dat is toch al merkwaardig genoeg. In den Atlantischen Oceaan? Ik schreef immers al hoe die ontstaan is, als een spleet, die zich opende bij Kaapstad en.... daar is het te koud voor koralen om langs dien weg den Atlantischen Oceaan te berei ken! In dit heele gebied komen dan ook geen koralen voor, behalve in de golf van Mexico en. dat is juist het bewijs, dat die vroeger bij de Stille Zuidzee hoorde. Pas na het oprijzen van Panama en het wegzinken van de landengte waarvan de Bovenwindsche eilanden de nog niet verzonken toppen zijn, konden de koralen beginnen zich ook in den Atlantischen Oceaan uit te breiden. Dorst ge kregen van den langen rit? Dat verhelpt de limonadeverkoopster in Bridgetown op zeer origineele wijze. Op haar hoofd draagt ze een mandje, daarin een bus met 20 L. water met een tapkraantje voorin en daarnaast in de mand wat flesschen limonadestroop enz. Een klant is gevonden. Een. blikken kroes komt te voorschijn uit den mand, een scheu tje stroop uit een der flesschen, en dan bij vullen met water met een langen straal, zoo dat de zaak flink opschuimt, het bijna volle glas omhoogzwaaiend met den edelen zwier van een internationale dames bedienster. Daarbij een knipoogje en een gulle lach, die 32 ivoorwitte tanden ontbloot en dat alles voor een penny. Barbados is goedkoop. Als die film goed is geworden! En waarom niet? Ik heb het volste vertrouwen in Agfa. En Bridgetown is een goed oord voor dergelijke opnamen, Alles draagt alles op het hoofd, de een een fleschje bier, de ander een hark of een heele pottebakkersuitstalling. En al die negerinnen, varieerende van 50 tot 150 Kilo, dragen katoenen jurkjes, vaak pothoedjes, maar nog liever zoo'n echte lefgoozerspet! Daar komen hun ondeugende snuiten het beste onder uit! Maar ik blijf het een akelig gezicht vinden, een negermeid in een jurk. Geef mij dan maar sarong en baadje hoor of de hooggedragen sarong alleen, dat staat veel beter. Zelfs de kleeren maken er voor mij nooit een werkelijke vrouw van! VAN DER SLEEN. „Zeg eens, Inez; houd je heel veel van me?" „Maar, Klaus!" Inez bloosde zoo mogelijk nog sterker. „Je behoeft je voor Gussy niet te igeneenen. lieveling. Gussy is nog te kort getrouwd om dergelijke dingen ontgroeid te zijn, nietwaar Gussy?" Ze lacht-én alle drie. Klaus hernam: „De dames moeten het mij niet. kwalijk nemen, doch als men voor een biecht staat als de mijne, heeft mij een kort aanloopje noodigè Schrik niet, Inez; ik ben een huichelaar! Ik ben namelijk niet;.;.", en nu verhaalde hij Inez den geheelen avontuurlijken roman, welke hem genoodzaakt (had, zich onder een valsclien naam in haar vertrouwen te drin gen. Inez de Castro was'zeer bleek. Ze staarde naar den grond. Met een leugen had Klaus haar vertrouwen gewonnen en dat drukte haar vreeselijk. Sander streelde haar hand: „Luister. Inez: er bleef mij geen andere mogelijkheid. Ik zou nooit tot mijn doel zijn gekomen en ik zou vandaag nog niet weten, waar mijn broer was. Dat zul je toch zelf wel inzien, niet waar? Heb je me nu heelemaal niet meer lief?" Ze keek hem met haar prachtige, donkere oogen aan: .„Hoe kun je zooiets vragen, Klaus? Maar die heele geschiedenis komt zoo onverwachtje moet me een oogen- bliik tijd geven". In haar oogen blonken waarachtig een paar tranen. Gussy trok het jonge meisje naar zich toe en gaf haar den zusterlijken kus. „Denk eens aan, liefste: dat alles heeft hij voor mij ge daan, voor mij, mijn kinderen envoor zijn broer". Gussy's ongekunstelde hartelijk heid bracht Inez weer op haar gemak. Weldra was een gesprek in vollen gang, Op een ge geven oogenbliik vroeg Inez: „Zeg eens, Klaus, jij was dus ook die sènor Pereira, niet waar?" „Om u te dienen, signora Lantadilla! Senor Diego Pereixa, Johannes Jacob Bunzen, Klas Hinrichsen „Houd op! Je bent een heel gevaarlijk memsch. Weet je wel, jongmensoh, dat men voor jou op z'n hoede moet zijn?" Ze lachte Een weinig ernstiger liet ze er oip volgen: „(Te hebt me dus al dien tijd verdacht mede plichtig te zijn aan de ontvoering van je broer nietwaar?" „Ja Inez, dat is zoo. Maar ik heb er nog dit voordeel mee bereikt, dat ik de liefste, mooiste vrouw van Amerika...." „Mag ik mijnheer verzoeken, over al deze goede eigenschappen te zwijgen?" -w-oeg ze lachend. „Klaus, je hebt me nu zoo een en ander ver teld wat je bij Angel hebt gevonden. Ik zie in, dat dit dingen zijn, die .tegen hem ge tuigen, doch ik kan me niet voorstellen, dat hij een slecht mensch is. Hier ben je op een verkeerd spoor. Waren ook niet tegen mij ontelbare bezwarende omstandigheden in het midden te brengen? Geloof me, Klaus: Angel, die eerbiedwaardige door tienduizen den aangebeden grijsaard, is geen misdadi ger!" ..Dat beweer ik ook niet, lieve Inez. En bij de aanstaande ontknooping van het drama zal ik Tommy Angel zooveel mogelijk ont zien. Misschien is hij een slachtoffer van dien Devil; mogelijk: geheel onschuldig". - En met deze woorden nam Klaus, afscheid van do beide dames, üïe.e'lkaar nóg heel wat geheimpjes hadden te ver teilen; geheimpjes totaal ongeschikt v.oor_Qnbescheideh marLnen- ooren. HOOFDSTUK XVT. Klaus riep een taxi aan. „Chauffeur? MuLberystreet!" Klaus stopte zijn pijp en sloot de.oogen Hij zag niets van het leven op straat, van de voorbijgangers of van de schreeuwerige reclames der groote warenhuizen. Hij zag slechts één punt, een punt dat grooter werd, al naar mate de taxi het doel der reis na derde: de entknooping. En deze ontknooping heette: Archibald Kelllog, chef der New Yorksche politie. Klaus dacht na. Nu de fopperij met Peter g zkt was, kan ieder oogenblik de ontdek king komen. Inderdaad: ieder oogenblik. Mr. Hangman behoefde slechts naar New York te telefoneeren of Lux kan een of andere bood schap voor den gouverneur hebben. Beide groepen zouden gewaarschuwd en op hun hoede wezen. Als hij naar het hospitaal terug keerde was het-onheil mischien al gebeurd- De remmen schuurden. Sander betrad het hoofdbureau van politie. „Waar vind ik Mr. Kelllog?" vroeg hij. „Centralbuilding, le verdieping, kamer 25, is het bureau waar ge u moet aanmelden". Maar Mr. Kellog gaat in den regel om klok slag zeven uur naar huis, sir". Klaus wierp een blik op zijn horloge; tien voor zeven. Hij vloog de trappen op. Drie minuten later stond hij voor den chef der New Yorksche recherche. Hij maakte een beleefde buiging. „Klaus Sander, uit Miinohen". Gelijktijdig overhandigde hij Kellog zijn legitimatie papieren'. „Wat kan ik voor u doen, miister San- der?" Mister Kellog was een gladgeschoren veer tiger, met een typisch Yankeegezicht, koel- bllkikende schelvischoogen en dunne lippen. Bi' de jongste presidentsverkiezing had hij zijn ambt veroverd: zijn bewijs van bekwaam heid moest hij echter nog leveren. O, Klaus was uitstekend geïnformeerd. Hij vertrouwde op het gezegde, dat nieuwe bezems schoon vegen en was van plan, dezen .Kellog bez^m" aan het werk te zetten. „Mr. Kellog. de zaak waarvoor ik uw be langstelling verzoek, laat zich moeilijk met een Paar woorden omschrijven. Het is een affaile van. op internationale leest geschoeide mensohenroof. Doch voor ik verder ga, ver zoek ik u het aan bevel ingsschrij ven van sig- nor Vittore Zuzzi, evenals eenige getuig schriften van de Münchener politieautori teiten dooi- te willen zien. Kellog- wierp een blik in de papieren. ..Gaat u zitten. Mr. Sander". En nu zette Klaus de zaak uiteen, waar voor hij de hulp der politie inriep. Ander half uur lang sprak hij als Demosthenes en met een overredingskracht, dat zelfs de scep tische politiegeweldige van New York warm liep. Hij eindigde zijn bericht met de woor den: „Hoe het ook zij: die geschiedenis met het Isla del diabolo is geen ailledaagsch ge val. Ik denk, dat de arrestatie van Mr. Devil de moeite waard is!". Zijn keel was als uitgedroogd. Al naar mate Klaus met zijn verhaal vor derde, groeide de belangstelling van Mr. Kellog. Toen het bericht ten einde was, stond hij op en reikte Klaus de hand ..Prachtig gedaan, Mr. Sander. Mijn meest gewiekste speurder zou het u niet verbete ren". Kellog was diplomaat. Maar hij was even eens een jachthond. Hij kreeg hier lucht van een geval, waarmede hij zijn sporen kon verdienen. Hij wilde, echter zeker van zijn zaak zijn en zich in ieder geval dekken. Dat deed hij aks volgt: „Mr. Sander, ik zou nog eenmaal de voor naamste punten van het geval met u willen bespreken. Want als ik u goed begrepen heb, wenscht u, dat ik u de officieele politie ge heel ter beschikking stel. Dit is een zoo buitengewoon verzoek, dat ik absolute zeker heid moet hebben om geen stommiteit te begaan". Kellog speelde zenuwachtig met zijn vulpen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 3