Dver den Atlantischen Oceaan.
Het Mysterie der
Eeuwige Jeugd
JMUIDER COURANT MAANDAG 18 JULI 1932
Barbados.
LANGS DE STRAAT.
T echniek.
De techniek wordt overschat.
Zeker, zij is vèrgevorderd.
Mr. Jones, die het geluk heeft minder dan
16 mijlen van Epsom af te wonen en het on
geluk had door een bezoek van een onge
trouwde nicht verhinderd te zijn de Derby
op het terrein zelf te zien, kon de paarden
rennen televisionair in huis halen, zooals hij
zijn hond binnen zou laten. Toen gij gister
avond merkte geen belegging van uw avond-
broodje te hebben, bood gij den automaat
een kwartje aan en de-, knakworstjes waren
U. Wanneer gij den tuinbouw-expert in
Daventry vervelend vindt-, dan kunt ge in een
handomdraai Kovacs Lajos hooren.
Vèrgevorderd is de techniek.
Maar ze wordt overschat.
Ik weet het. Er bestaat een meneer, die een
kastje dirigeert in plaat-s van een orkest, en
die door zijn magnetiseur bewegingen muziek
uit dat kastje toovert. Maar dit houdt niet in,
dat, als onze kaasman tegen zijn melk pre
velt, daar een volvet kaasje 40 uit' opduikt.
Onze kaasboer zou het trouwens niet doen.
Hij kent zijn melk. De juffrouw deed het
wel, niet tegen melk, doch tegen een auto
maat. Want" dien kende ze niet. En ze over
schatte hem en dus de techniek.
Wie die juffrouw is? Gij hebt haar vaak
gezien. Zij is het, die nauwelijks in de coupé
gezeten, gij al driemaal hebt hooren vragen
of dit de goeie trein is. Want dat ze bijna
nooit reist, een enkele maal naar haar doch
ter in Rotterdam, getrouwd met een netten
jongen, ze vieren nu hun koperen bruiloft,
nog niet werkloos, gelukkig, haar zoon wel,
die loopt al drie jaar zonder, daar gaan we,
wat schudt drie trein.
Gij kent haar. Dat zij ditmaal haar dochter
gaat bezoeken raad ik. Kan nu ook wel haar
zoon zijn, met drie aardige kinderen, vooral
die jongen. Maar dat ze naar Rotterdam
ging, weet ik pertinent zeker.
Want ze liep naar den automaat, die in de
kille, holle hal van het station stond als een
verlepte, verbleekte muurbloem. Als een
mummie. Als eenja, als de automaat-
enkele-reis-Den-Haag-één gulden-vijf-en-
twintig. Zij drukte voorzichtig éen gulden en
drie kwartjes in de gleuf.
En toen sprak ze beleefd-uitnoodigend tot
den automaat dit eene woord:
„Rotterdam".
Dit- is overschatting.
A. J. C. VI.
UÏT DE STAATSCOURANT.
RIJKSVERZEKERINGSBANK.
Op verzoek is eervol ontslag verleend met
ingang van 7 Sept. a.s. aan J. J. Oosterveen,
als commies bij de Rijksverzekeringsbank.
BEZUINIGING BIJ P. T. T.
Met ingang van 16 Juli wordt het P.T.T.-
kantoor te Grave opgeheven en vervangen
door een hulpkantoor voor de drie diensten
dat zal ressorteeren onder het hoofdkantoor
te Nijmegen.
Op 1 Aug. a.s. wordt het P.T.T.-kantoor te
Borculo opgeheven, eveneens met vervan
ging door een hulpkanoor voor de drie dien
sten, dat voor den postdienst zal ressorteeren
onder het P.T.T.-kantoor te Zutphen en voor
den telegraaf- en telefoondienst onder het
P.T.T.-kantoor te Groenlo.
TOPOGRAFISCHE T^IENST.
Met 1 Sept. is P. M. Ovèrsluys, directeur
van de vroegere Topografische Inrichting,
thans werkzaam bij Topografischen Dienst,
eervol ontslagen uit 's Rijks dienst wegens
verandering in inrichting van dienstvak
waarbij hij werkzaam is.
NA DE RELLETJES TE OVERSCHIE.
Te Delft zijn na de ongeregeldheden te
Overschie, volgens het Handelsblad, twee jeug
dige communisten gearresteerd. Zij worden
verdacht te hebben deelgenomen aan den
overval op de aut-o met fascisten.
OPNIEUW EEN MOERDIJKBRUG
GEVRAAGD.
Twaalf kamers van Koophandel uit de be
trokken gebieden hebben tot den Minister
van Waterstaat het verzoek gericht, dat op
korten termijn met de overbrugging van het
Hollandsch Diep bij Moerdijk zal worden be
gonnen.
MEISJE AANGEREDEN EN BEROOFD.
Een meisje van ongeveer zestien jaar, een
jeugdige, kantoorbediende te Amsterdam, is
Zaterdagmorgen zeshonderd gulden kwijt ge
raakt. Zij had dit geld voor haar patroon
van het girokantoor gehaald en in een tasch
achter op haar fiets gebonden. Op het Rokin
werd zij aangereden en miste zij haar tasch
met het geld. Of de tasch is weggenomen of
verloren kon nog niet worden uitgemaakt.
VLEESCHCONTINGENTEERING VERLENGD
Bij Kon. besluiten van 7 Juli, is de beper
king van den invoer van versch- of gekoeld
rund- en kalfsvleesch en van bevroren rund
en kalfsvleesch met zes maanden verlengd,
dus tot 16 Januari 1933.
De toegestane invoer uit ieder land blijft
gesteld op 60 ten honderd van hetgeen ge
middeld per 6 maanden in de jaren 1929,
1930 en 1931 uit dat land is ingevoerd, naar
de hoeveelheid berekend.
SAMENWERKING OP WETENSCHAPPELIJK
GEBIED MET NEDERLAND.
De Zuid-Afrikaansche Medische Raad heeft
besloten de registratie in de Unie van ver
pleegsters met diploma of certificaat, erkend
aoor de Nederlandsche regeering, toe te laten.
De regeling is wederkeerig.
WAT DOET DE REGF.ERING VOOR DE
MIJNEN?
Het Tweede-Kamerlid de heer Hermans
heeft den ministers van Waterstaat en van
Economische Zaken en Arbeid gevraagd,
welke maatregelen de regeering denkt te ne
men om het mijnbedrijf te steunen.
NIEUW ONTSLAG BIJ DE STAATSMIJNEN.
Officieel wordt medegedeeld dat met in
gang van 1 Augustus bij de verschillende
staatsmijnen 150 arbeiders, voor het meeren-
deel buitenlanders, zullen worden ontslagen
wegens den slechten gang van zaken in het
bedrijf. De meeste mammen zijn ongehuwd.
VAN ALLES EN NOG WAT.
Radio-varia
De Amerikaansche omroepstations doen
voortdurend onderzoek naar de wenschen en
smaak van de luisteraars. In den laatsten
tijd is hierbij gebleken, dat jazz-muziek te
genwoordig niet meer de sympathie bezit,
waarmede zij jarenlang werd overstroomd.
De radioluisteraars van tegenwoordig geven
de voorkeur aan meer sentimenteele liederen,
aan walsen uit de vorige eeuw en aan klas
sieke muziek.
Het Engelsche Ministerie van Handel deelt
mede, dat over de geheele wereld meer dan
30 millioen radio-ontvangtoestellen in ge
bruik zijn en dat in 73 landen zendstations
bestaan.
Op de groote Italiaansche Landbouwten
toonstelling, die onlangs door Mussolini werd
geopend, wordt sterk de nadruk gelegd op
het belang van de aanwezigheid van een
radio-apparaat op de boerderij. Door den
radio-omroep kan de boer zich als het ware
in de steden verplaatsen: hij blijft voort
durend op de hoogte van de prijzen van zijn
producten en van de technische verbete
ringen aan de machines, die hij gebruikt.
Uit dien hoofde is het radio-ontvangtoestel
in de boerderij een zuiver landbouw-tech-
nisch apparaat.
Op IJsland heerscht groot gebrek aan
sprekers over verschillende onderwerpen
voor de microfoon en de Omroepmaatschap-
pij beschikt niet over de noodige middelen
om deskundigen uit het buitenland te laten
overkomen. Men is nu op de origineele ge
dachte gekomen, om aan het IJslandsche
parlement een wetsontwerp voor te leggen,
volgens hetwelk alle IJslanders in staats
dienst de verplichting krijgen zich minstens
2 maanden per jaar ter besohikking te stel
len van de Omroepmaatschappij, voor het
houden van -een-voordracht voor de micro
foon. Zij krijgen hiervoor geen honorarium,
alleen de reiskosten naar de hoofdstad Reyk
javik worden hun vergoed.
De oorkonde, die bij de eerste-steenlegging
van het nieuwe Berlijnsche Radio-gebouw
werd ingemetseld en kort daarna gestolen
werd, is teruggevonden. De dieven waren
door de handteekeningen van vele voor
aanstaande persoonlijkheden, welke op de
oorkonde voorkwamen, tot den diefstal ge
prikkeld geworden.
Een apen-hospitaal
In Londen is een hospitaal voorapen
ingericht, die, naar het schijnt, in deze stad
zoo talrijk zijn natuurlijk slechts als
schootdieren dat de inrichting heel goed
rendeert.
De Perzische kroonjuweelen
zijn van Liverpool naar de Vereenigde Sta
ten verscheept, omdat men probeeren wil ze
daar te verkoopen. Ze hebben een waarde
van circa 35 millioen gulden. Deze juweelen
werden in het geheim van Teheran via Mos
kou naar Engeland overgebracht.
Een tramrit voor 100 jaar
In de tram heerscht gedurende eenige
oogenblikken diepe stilte onder dc passagiers
omdat een „manneke van buiten" zich op
luiden toon beklaagt over den hoogen prijs
van den tramrit.
„Maar wat wilt u dan toch?" roept de
eenigszins geprikkelde conducteur uit. „Is
elf centen te veel. Honderd jaar terug had
je nog voor geen 1000 gulden met de electri-
sche tram kunnen rijden!"
DE UITVINDER DER POST
ZEGELS.
Ruim driekwart eeuw is thans vervlogen
sinds den dood van den Engelsohen boekhan
delaar en uitgever James Chalmers, die de
uitvinder van de postzegels werd. Deze ener
gieke drukker en krantenuitgever uit Dundee
heeft zeker niet kunnen droomen, dat deze
door hem het eerst vervaardigde stukjes pa
pier niet alleen de basis zouden vormen van
de reusachtige ontwikkeling van het post
wezen, maar ook van de groote wereld-om
spannende verzamelwoede. Men heeft be
streden, dat hij de uitvinder was en de vin
ding toegeschreven aan den hervormer van
het Engelsche postwezen. Sir Rowland Hill,
de vader van de „penny-post", maar het is
een uitgemaakte zaak, dat Chalmers inder
daad de uitvinder was van den postzegel die
opgeplakt kon worden. Zijn rijke persoon
lijke ervaring als uitgever van een krant,
dwongen hem zich met de posttoestanden, die
destijds zeer slecht waren, te bemoeien en
hij kwam toen in aanraking met den post
meester-generaal Rowland Hill. Deze zocht
een vereenvoudiging van het postwezen en
het- goedkooper maken van de porti door de
invoering van het z.g.n. „pennypost-systeem"
en ChalmersC die het onpractische v«th de
gestempelde briefomslagen inzag, liet op zijn
drukkerij proefjes maken van vier portomer-
ken, die aan den achterkant van gom voor
zien waren. Reeds in Augustus 1834 liet hij
die proeven aan eenige zijner vrienden
zien en in 1837 zond hij zijn postzegels in bij
het Britsclie ministerie van Financiën. Zijn
ontwerp werd door Rowland Hill overgeno
men, en den 6den Mei 1840 werden de eerste
postzegels vervaardigd.
Na het Britsche succes volgde Mauritius, een
Engelsche kolonie, daarna Brazilië, Frankrijk
Zwitserland en de Vereenigde Staten vóór
1850, en voor 1860 hadden bijna alle landen
de postzegel aangenomen als het meest
pracusche middel als bewijs, dat het porto
op poststukken bij vooruitbetahnge was vol
daan.
OUDE ROZEKRANSEN.
Het heet, dat de rozekrans in gebruik ia
gekomen na het concilie van Auxerre in 1095.
Zeker is het, dat de wereldlijke sierkunst zich
er al spoedig meester van maakte en de
oude rozekransen vaak ware kunstwerken zijn
Behalve echter de goudsmeedkunst kwam er
nog een andere tak van nijverheid bij kijken:
sinds de Middeleeuwen werd n.l. parfum in
kleine balletjes gerold, dus vaste parfum,
en in filigrain doosjes, bolvormig, bewaard.
Zoo'n doosje heette „pomme de senteur" en
had inderdaad oorspronkelijk de vorm van
een appel. Daar de wereldsche dames haar
rozekransen in de eerste plaats hadden om
er als sieraad mee voor den dag te komen,
pasten zij al heel gauw het parfumeer-
systeem op toe. En zoo is b.v. van de weduwe
van Cesare Borgia bekend, dat zij verschei
dene rozekransen heeft nagelaten, waarvan
de kralen hol waren en parfum bevatten.
En al in de 12de eeuw werd zoo'n reukdoosje
aan de rozekrans mee naar de kerk ge
nomen. Later kwam de vloeibare parfum in
gebruik en daarmee verdwenen de pommes
de senteur, maar zij wisten zich te hand
haven aan den rozekrans, tot in de 18de
eeuw toe! Toen bestonden er b.v. exmplaren,
waarvan de kralen waren vervangen door
zilveren doodshoofdjes, die met een wel
riekende substantie waren gevuld.
L. S.
Nieuws uit Indië.
GEVONDEN GOUDADER ZEER
RIJK.
MAAR NIET IN ZAANDAM....
Naar Aneta-Holland verneemt, ontving de
Minister van Koloniën een telegrafische me-
dedeeling omtrent het bezoek van den gou
verneur van -Suriname aan de reeds in de
bladen vermelde goudvondst. Inderdaad bleek
het een zeer bijzondere goudhoudende kwarts
vondst te zijn; de opbrengst van het reeds
uitgegraven en gedeeltelijk verwerkt kwarts
wordt op 40 K.G. goud geschat. Voorts wordt
verwacht, dat de goudader zich nog verder
voortzet, daar ook in het nog niet uitgegra
ven kwarts goud voorkomt, dat met het
bloote oog zichtbaar is. De particuliere be
richten echter gaven daaromtrent een over
dreven voorstelling.
OVERTREDING VAN DE PERSWET.
BATAVIA, 15 Juli. (Aneta). De Raad van
Justitie alhier heeft uitspraak gedaan in de
zaak tegen den oud-secretaris van het Ned.-
Indisch. Onderwijzers Genootschap, den heer
Roorda, die wegens het schrijven van een
artikel getiteld „Beulswerk" veroordeeld
wordt tot een boete van f 200 subsidiair een
maand gevangenisstraf.
Gouden daglicht schijnt door mijn patrijs
poort en beschijnt de portretjes van mijn
dierbaren aan den wand. De hemel kleurt in
het Oosten en de Noorderkim wordt eindelijk
eens niet meer ingenomen door die altijd maar
aanrollende golven, maar vertoont land.
Het eerste land na tien dagen. Grauw ziet
het nog, silhouet-acht-ig, net als de rood
bruine zeilen van menig scheepje, dat uit de
haven te voorschijn komt om de vïsschers
naar hun arbeidsterrein te voeren.
Snel verkleurt de lucht. Precies zes uur
verrijst de zon verrassend snel en toovert
dadelijk kleuren in het landschap en in de
eerst nog grauwe zee! Rood en groen en
blauw en wit. En het is of haar stralen overal
leven wekken. Wij gaan ten anker op een
paar honderd meter van de kust en motor
en roeibooten komen nader er komt leven op
het dek der zeilschepen, drie- en viermas-
ters van allerlei grootte, die hier nog steeds
de zeeën bevaren, waar de passaat, de han-
delswind of tradc-wind der Engelschen, dat
mogelijk maakt. En wij onderscheiden ker
ken en palmen en Casuarina's. Maar pas als
de motorboot van de Maatschappij ons aan
wal heeft gebracht, dringt de kleurrijkdom
van het tropenland werkelijk tot ons door.
Allereerst de kleur der menschen, van eb
benhout tot zomersproeten in alle denkbare
variaties. Maar wie tien dagen op zee heeft
gezeten wil allereerst groen zien. Door de
goede zorgen van den Holl. Consul rijden
wij al gauw door de drukke winkelstraten
vol negerinnen in katoenen jurken, door de
buitenwijken vol aardige villa's met bloe
mentuinen. waarin alweer negerinnen kin
deren voortduwen zoo blank, dat iedereen da
delijk ziet, dat ze er niet eerlijk aankomen,
maar ze slechts voor de blanke eigenaressen
bewaken. Maar wat een leuke typen, wat een
vriendelijke snuiten, want gezichten zijn het
eigenlijk niet, vooral als je uit een
donker hoekje alleen de tanden en het wit
der oogen je ziet toelachen. Maar ik had het
over kleur! Die viert hier hoogtij in de vaak
zeer goed verzorgde tuinen, maar ook nog
als wij door de aangrenzende inlandsche dor
pen rijden. Overal Bougainvillea, de roode en
paarse variëteiten beide, dan Poincettia, de
kerstkrans, Poinciana, de flamboyant en aller
lei Cassiasoorten. Ook prachtige begonia's en
Oleanders. Meest oude bekenden dus, hiel
en daar orchideeën, veel kembang spatoe en
ook de heerlijke tempelboom van Hindoe's en
Mohammedanen, de pagodetree trekt telkens
onze aandacht door kleur en geur.
Dan verlaten wij de bebouwde weggedeel
ten en rijden uit over een heuvelland, een
opgeheven koraalbankenreeks, met roode ver-
weeringsaarde bedekt, waar jong suikerriet
afwisselt met katoen. Leuk bij die tropische
planten, knoppen, prachtig gele bloemen met
purperroode vlekken in het hart, zwellende
vruchten en juist opengesprongen zaaddoo-
zen, waar het witte zaad uit te voorschijn
puilt en dat alles aan een en dezelfde katoen
plant.
Het suikerriet brengt weer andere verras
singen. Zijn ze mij daar warempel nu al aan
het snijden! Dat riet is maar 3,5 op zijn
hoogst vier Meter hoog! Dat zijn wij in onze
Oost anders gewend. Wat een primitief stel
letje hier. "Wij zijn al zóö eens enkele zwaar
beladen wagens met gesneden riet tegenge
komen, met zebra's bespannen. Kleine wagens
met kort riet. Nu komen wij aan een. veld
waar de oogst in vollen gang is. Veertien os
sen, even verder tien muilezels om één kar
dwars over het ongelijke veld en de hoopen
afgerispt blad naar den weg te trekken. Bij
elke kar een viertal negers in groteske
kleedij. (Ik tel bij twaalf man drie hooge
hoeden), die allen groote zweepen zwaaien
en met tong en handen nog meer lawaai ma
ken als met de lange leeren riemen, die de
dieren nooit raken. Ge krijgt zoo den indruk,
dat die negers met de energie, die zij aan
schreeuwen en gillen verspillen de kar ge
makkelijk, ook zonder beesten op den weg
konden krijgen! Daar doemt de fabriek voor
ons op, tenminste dat zal hem moeten we
zen: een groote schuur, af- en aanrijdende
karren, steeds meer gillende negers en nege
rinnen, maar ik zie geen schoorsteen. Toch
ruik ik de melasse en ontdekdat de drij
vende kracht hier gratis geleverd wordt. Door
een windmolen! Een doodkatoenen Holland-
sche windmolen! Leuk toch. De Ruyter en
zijn mannen schijnen hier toch in 1673 niet
uitsluitend veeren te hebben gelaten! Er zijn
echte suikerfabrieken ook hoor, die lieusch
rooken ennaar rhum stinken, maar och
gut, wat een treurige kleine dingen. Geen
wonder dat daarmee wel te concurreeren valt.
Ik krijg weer vertrouwen in de H. V. A.
Ondertusschen hebben wij alweer meer
malen gestopt tot groote verbazing van on
zen chauffeur altijd net tusschen de kerken
m, die hij ons wil laten zien. Bij een agave
FEUILLETON
(„LUZIFERS' ENDE")
Een emotioneeJe roman
door WALTHER KLOEPFFER.
29)
„Morning, Lux. Over twee uur vertrekt de
„Condor"; zeg dat maar aan Mr. Devil".
Daarna een kort sluitsigmaai. Klaus zette
den koptelefoon af en verwijderde een der
kleine krukken. Het toestel zou dius in de
eerstvolgende uren niet functionearcn. Hij
schakelde den stroom uit en verliet de ka
mer.
Hij haalde een paar maal diep adem: een
moeilijk en gevaarlijk werk was achter den
rug. Hoe de zaken nu verder in de kliniek
zouden verloopen, moest kalm afgewacht
worden,.
's Middags haalde hij Gusisy af.
Terwijl ze naar de Kensingstreet wandelde
vertelde hij zijn schoonzuster wat er in de
laatste uren was voorgevallen.
Inez maakte zelf open. Ze vloog Klaus
om den hals. Eerst daarna zag ze de dame
die hem vergezelde en werd vuurrood. Klaus
stelde voor: miss de Castro mijn schoon
zuster Gussy.
Inez was een weinig verlegen en vroeg „of
mevrouw en mijnheer wilde binnenkomen".
Toen allen in de woonkamer plaats geno
men hadden, vroeg Klaus, sdhelmsch
lachend:
met een bloeistengeltje van zes Meter hoog
of bij een mooie cacteëngroep. Nog meer tref
fen mij hier de Yucca's van allerlei vorm.
De vijgencactus is zoetjesaan in alle tropen-
landen ingeburgerd en de agaven vindt ge
zoowel in den Himalaya als in den Atlas, al
is het ook een typische Midden-Amerikaan.
Maar die Yucca's hier, dat ruikt naar Cor
dillera's en Andes, dat is echt de planten
groei van die halve woestijnsteppen, die ik
straks in Venezuela beter hoop te leeren ken
nen. Thans zie ik ze met groote glanzende
oogen aan. Ik geniet ze, als de voorloopers
van het groote onbekende Zuid Amerika, als
een dier planten, die zoo duidelijk zegt, hoe
in vroeger tijden, die heele eilandenreeks tus
schen Florida en Zuid-Amerika vereenigd was
tot de hooge toppen en ruggen van een flink
gebergte. Toen de landengte van Panama nog
ondiepe zee was en de Caraibische zee niet
anders dan een Golf, een baai van den Stil
len Oceaan, toen groeiden Yucca's reeds als
groene wachters op de steile berghellingen
Velen hunner zijn bij het verzinken van hun
geboortegrond in de zilte golven verdronken,
maar anderen leven nog om ons met hage
dissen en slakken en duizendpooten te ver
tellen, hoe de aarde er hier vroeger moet
hebben uitgezien! Het hoogliggende heuvel
terrein eindigt plotseling in een echt En-
gelsch Cliff, een steilkant, die duidelijk doet
zien, dat de stormgolven van den Oceaan er
aan hebben geknaagd, maar thans ligt er
vóór ook alweer een breede vruchtbare strook
grond, waarboven overal de windmolens der
suikerfabrieken oprijzen en ook enkele schoor
steenen op meer Westersche exploitatie wij
zen. Ook dit, zeker 100 Meter hooge klif, be
staat uit koraalkalk, is geheel uit den zee
bodem omhooggestuwd, natuurlijk ook al
weer duizenden jaren geleden.
Wij dalen af. Barbados heeft pracht wegen,
dat is in orde. Maar ik zag er te veel zweren
naar mijn zin, en hoewel de jurkjes "der ne
geringen vrij schoon waren kreeg ik toch den
indruk, dat op zindelijkheid en hygiëne geen
prijs werd gesteld. En dat -is jammer, want
het lijken erg goedige en gemoedelijke men
schen met een prachtig lichaam. Er waren
prachttypen bij. Zoo'n stelletje negers, dat
negentiende naakt een zware boot door de
branding omhoog sleept, dat is toch een lust
om te zien; bronzen beelden met een spier
stelsel, dat een professor in de anatomie uit
zou sparen. Je ziet de diverse spierbundels
een voor een opzwellen en weer vervlakken;
alleen de Latijnsche namen staan er niet bij.
De vangst was slecht, wat visschen van een
hand groot, maar ook een langouste van 60
c.M. zonder de sprieten. Te oud voor onze
verfijnde smaak, maar een neger eet alles.
Even een strandwandelingtje, koralen an
ders niet! Maar dat is toch al merkwaardig
genoeg. In den Atlantischen Oceaan? Ik
schreef immers al hoe die ontstaan is, als
een spleet, die zich opende bij Kaapstad en....
daar is het te koud voor koralen om langs
dien weg den Atlantischen Oceaan te berei
ken! In dit heele gebied komen dan ook
geen koralen voor, behalve in de golf van
Mexico en. dat is juist het bewijs, dat die
vroeger bij de Stille Zuidzee hoorde. Pas
na het oprijzen van Panama en het wegzinken
van de landengte waarvan de Bovenwindsche
eilanden de nog niet verzonken toppen zijn,
konden de koralen beginnen zich ook in den
Atlantischen Oceaan uit te breiden. Dorst ge
kregen van den langen rit? Dat verhelpt de
limonadeverkoopster in Bridgetown op zeer
origineele wijze. Op haar hoofd draagt ze
een mandje, daarin een bus met 20 L. water
met een tapkraantje voorin en daarnaast in
de mand wat flesschen limonadestroop enz.
Een klant is gevonden. Een. blikken kroes
komt te voorschijn uit den mand, een scheu
tje stroop uit een der flesschen, en dan bij
vullen met water met een langen straal, zoo
dat de zaak flink opschuimt, het bijna volle
glas omhoogzwaaiend met den edelen zwier
van een internationale dames bedienster.
Daarbij een knipoogje en een gulle lach, die
32 ivoorwitte tanden ontbloot en dat alles
voor een penny. Barbados is goedkoop. Als
die film goed is geworden! En waarom niet?
Ik heb het volste vertrouwen in Agfa. En
Bridgetown is een goed oord voor dergelijke
opnamen, Alles draagt alles op het hoofd, de
een een fleschje bier, de ander een hark of
een heele pottebakkersuitstalling. En al die
negerinnen, varieerende van 50 tot 150 Kilo,
dragen katoenen jurkjes, vaak pothoedjes,
maar nog liever zoo'n echte lefgoozerspet!
Daar komen hun ondeugende snuiten het
beste onder uit! Maar ik blijf het een akelig
gezicht vinden, een negermeid in een jurk.
Geef mij dan maar sarong en baadje hoor of
de hooggedragen sarong alleen, dat staat veel
beter. Zelfs de kleeren maken er voor mij
nooit een werkelijke vrouw van!
VAN DER SLEEN.
„Zeg eens, Inez; houd je heel veel van
me?"
„Maar, Klaus!" Inez bloosde zoo mogelijk
nog sterker.
„Je behoeft je voor Gussy niet te igeneenen.
lieveling. Gussy is nog te kort getrouwd om
dergelijke dingen ontgroeid te zijn, nietwaar
Gussy?"
Ze lacht-én alle drie. Klaus hernam: „De
dames moeten het mij niet. kwalijk nemen,
doch als men voor een biecht staat als de
mijne, heeft mij een kort aanloopje noodigè
Schrik niet, Inez; ik ben een huichelaar!
Ik ben namelijk niet;.;.", en nu verhaalde
hij Inez den geheelen avontuurlijken roman,
welke hem genoodzaakt (had, zich onder een
valsclien naam in haar vertrouwen te drin
gen.
Inez de Castro was'zeer bleek. Ze staarde
naar den grond. Met een leugen had Klaus
haar vertrouwen gewonnen en dat drukte
haar vreeselijk.
Sander streelde haar hand: „Luister. Inez:
er bleef mij geen andere mogelijkheid. Ik
zou nooit tot mijn doel zijn gekomen en ik
zou vandaag nog niet weten, waar mijn broer
was. Dat zul je toch zelf wel inzien, niet
waar? Heb je me nu heelemaal niet meer
lief?"
Ze keek hem met haar prachtige, donkere
oogen aan: .„Hoe kun je zooiets vragen,
Klaus? Maar die heele geschiedenis komt
zoo onverwachtje moet me een oogen-
bliik tijd geven". In haar oogen blonken
waarachtig een paar tranen.
Gussy trok het jonge meisje naar zich toe
en gaf haar den zusterlijken kus. „Denk eens
aan, liefste: dat alles heeft hij voor mij ge
daan, voor mij, mijn kinderen envoor
zijn broer". Gussy's ongekunstelde hartelijk
heid bracht Inez weer op haar gemak. Weldra
was een gesprek in vollen gang, Op een ge
geven oogenbliik vroeg Inez: „Zeg eens, Klaus,
jij was dus ook die sènor Pereira, niet waar?"
„Om u te dienen, signora Lantadilla! Senor
Diego Pereixa, Johannes Jacob Bunzen, Klas
Hinrichsen
„Houd op! Je bent een heel gevaarlijk
memsch. Weet je wel, jongmensoh, dat men
voor jou op z'n hoede moet zijn?" Ze lachte
Een weinig ernstiger liet ze er oip volgen:
„(Te hebt me dus al dien tijd verdacht mede
plichtig te zijn aan de ontvoering van je broer
nietwaar?"
„Ja Inez, dat is zoo. Maar ik heb er nog
dit voordeel mee bereikt, dat ik de liefste,
mooiste vrouw van Amerika...."
„Mag ik mijnheer verzoeken, over al deze
goede eigenschappen te zwijgen?" -w-oeg ze
lachend.
„Klaus, je hebt me nu zoo een en ander ver
teld wat je bij Angel hebt gevonden. Ik zie
in, dat dit dingen zijn, die .tegen hem ge
tuigen, doch ik kan me niet voorstellen, dat
hij een slecht mensch is. Hier ben je op
een verkeerd spoor. Waren ook niet tegen
mij ontelbare bezwarende omstandigheden
in het midden te brengen? Geloof me, Klaus:
Angel, die eerbiedwaardige door tienduizen
den aangebeden grijsaard, is geen misdadi
ger!"
..Dat beweer ik ook niet, lieve Inez. En
bij de aanstaande ontknooping van het drama
zal ik Tommy Angel zooveel mogelijk ont
zien. Misschien is hij een slachtoffer van dien
Devil; mogelijk: geheel onschuldig". -
En met deze woorden nam Klaus, afscheid
van do beide dames, üïe.e'lkaar nóg heel wat
geheimpjes hadden te ver teilen; geheimpjes
totaal ongeschikt v.oor_Qnbescheideh marLnen-
ooren.
HOOFDSTUK XVT.
Klaus riep een taxi aan. „Chauffeur?
MuLberystreet!"
Klaus stopte zijn pijp en sloot de.oogen
Hij zag niets van het leven op straat, van
de voorbijgangers of van de schreeuwerige
reclames der groote warenhuizen. Hij zag
slechts één punt, een punt dat grooter werd,
al naar mate de taxi het doel der reis na
derde: de entknooping. En deze ontknooping
heette: Archibald Kelllog, chef der New
Yorksche politie.
Klaus dacht na. Nu de fopperij met Peter
g zkt was, kan ieder oogenblik de ontdek
king komen. Inderdaad: ieder oogenblik. Mr.
Hangman behoefde slechts naar New York te
telefoneeren of Lux kan een of andere bood
schap voor den gouverneur hebben. Beide
groepen zouden gewaarschuwd en op hun
hoede wezen. Als hij naar het hospitaal terug
keerde was het-onheil mischien al gebeurd-
De remmen schuurden. Sander betrad het
hoofdbureau van politie.
„Waar vind ik Mr. Kelllog?" vroeg hij.
„Centralbuilding, le verdieping, kamer 25,
is het bureau waar ge u moet aanmelden".
Maar Mr. Kellog gaat in den regel om klok
slag zeven uur naar huis, sir".
Klaus wierp een blik op zijn horloge; tien
voor zeven. Hij vloog de trappen op. Drie
minuten later stond hij voor den chef der New
Yorksche recherche.
Hij maakte een beleefde buiging.
„Klaus Sander, uit Miinohen". Gelijktijdig
overhandigde hij Kellog zijn legitimatie
papieren'.
„Wat kan ik voor u doen, miister San-
der?"
Mister Kellog was een gladgeschoren veer
tiger, met een typisch Yankeegezicht, koel-
bllkikende schelvischoogen en dunne lippen.
Bi' de jongste presidentsverkiezing had hij
zijn ambt veroverd: zijn bewijs van bekwaam
heid moest hij echter nog leveren. O, Klaus
was uitstekend geïnformeerd. Hij vertrouwde
op het gezegde, dat nieuwe bezems schoon
vegen en was van plan, dezen .Kellog
bez^m" aan het werk te zetten.
„Mr. Kellog. de zaak waarvoor ik uw be
langstelling verzoek, laat zich moeilijk met
een Paar woorden omschrijven. Het is een
affaile van. op internationale leest geschoeide
mensohenroof. Doch voor ik verder ga, ver
zoek ik u het aan bevel ingsschrij ven van sig-
nor Vittore Zuzzi, evenals eenige getuig
schriften van de Münchener politieautori
teiten dooi- te willen zien.
Kellog- wierp een blik in de papieren.
..Gaat u zitten. Mr. Sander".
En nu zette Klaus de zaak uiteen, waar
voor hij de hulp der politie inriep. Ander
half uur lang sprak hij als Demosthenes en
met een overredingskracht, dat zelfs de scep
tische politiegeweldige van New York warm
liep. Hij eindigde zijn bericht met de woor
den:
„Hoe het ook zij: die geschiedenis met
het Isla del diabolo is geen ailledaagsch ge
val. Ik denk, dat de arrestatie van Mr. Devil
de moeite waard is!".
Zijn keel was als uitgedroogd.
Al naar mate Klaus met zijn verhaal vor
derde, groeide de belangstelling van Mr.
Kellog. Toen het bericht ten einde was, stond
hij op en reikte Klaus de hand
..Prachtig gedaan, Mr. Sander. Mijn meest
gewiekste speurder zou het u niet verbete
ren".
Kellog was diplomaat. Maar hij was even
eens een jachthond. Hij kreeg hier lucht van
een geval, waarmede hij zijn sporen kon
verdienen. Hij wilde, echter zeker van zijn
zaak zijn en zich in ieder geval dekken. Dat
deed hij aks volgt:
„Mr. Sander, ik zou nog eenmaal de voor
naamste punten van het geval met u willen
bespreken. Want als ik u goed begrepen heb,
wenscht u, dat ik u de officieele politie ge
heel ter beschikking stel. Dit is een zoo
buitengewoon verzoek, dat ik absolute zeker
heid moet hebben om geen stommiteit te
begaan". Kellog speelde zenuwachtig met
zijn vulpen.
(Wordt vervolgd).