VON SCHLEICHER OVER DE TAAK VAN DE RIJKSWEER. BUITENLAND. DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE. IJMUIDER COURANT WOENSDAG 27 JULI 1932 TWEEDE BUD H1I verzekert, dat de Rijksweer boven de partijen zal blijven staan. De weermacht zal haar in den staat toegewezen positie met niemand deelen. Een pleidooi voor een leger met moderne uitrusting HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. Generaal Von Schleicher. De minister voor de Rijksweer, generaal von Schleicher, heeft Dinsdagavond een radio redevoering gehouden. Dit was de eerste rede voering, welke de generaal in het openbaar heeft uitgesproken sinds hij Rijksminister is. Hij begon zijn uiteenzetting met eenige op merkingen, die, naar hij zeide. „een deel zij ner hoorders" een zekere teleurstelling zou den baren. „Ik ben... aldus von Schleicher, geen vriend van militairen uitzonderingstoe stand en ik ben heelemaal geen vriend van militaire dictatuur en dat misschien wel niet omdat ik minister voor weerbaarheid ben. Twee dingen zijn den soldaat bijzonder anti pathiek: Als poli tie-agent te worden ge bruikt en in de politiek te worden betrokken. Geen van beide is te vermijden bij den mi litairen uitzonderingstoestand. Daarom heb ik er ook naar gestreefd dat de voor een ze ker deel over Berlijn en Brandenburg afge kondigde uitzonderingstoestand zoo spoedig mogelijk zou worden opgeheven. Hoe kan Duitschland veiligheid verkrijgen? Theoretisch volgens twee wegen: 1 Doordat de mogendheden de bewapeningen vermin deren tot ons niveau, waartoe zij moreel en juridisch verplicht zijn. Wanneer is tactiek een verdedigingswapen, werd eens gevraagd? Indien het de Britsche of Amerikaansche iriag voert, luidde het antwoord. Ik geloof dat deze spottende woorden meer Zeggen dan de mooiste diplomatieke vormen, waarmede men het catastrophale echec der Ontwapeningsconferentie wil verdoezelen. Wij kunnen ten tweede de veiligheid be- reikèn doordat wij onze weermacht zoodanig ombouwen, niet uitbouwen, dat zij ons ten minste een zekere mate van veiligheid geeft en ik zou er in aansluiting op de Duitsche verklaring te Genève geen twijfel over willen laten, dat wij dezen tweeden weg zullen be gaan, al stelt men ons ook voor de toekomst volledige veiligheid en rechtsgelijkheid in het vooruitzicht. In de landsverdediging ligt de hooge en ideale taak van den soldaat. Het is natuur lijk dat de weermacht ook de ultima ratio van den staat beteekent en dat in zeer kor ten tijd door haar toedoen orde en rust moeten kunnen worden hersteld en de staats autoriteit moet kunnen worden verzekerd. Mij heeft in de laatste weken niets zoo zeer geërgerd en ik erger men niet gemakke lijk als de bewering dat ik de Rijksweer ia den politieken meeningsstrijd geworpen had. Dat is het meest onrechtvaardige ver wijt dat een man kan treffen die sedert de revolutie, die de Rijksweer volledig po litiek doorziekt had op alle wegen en met alle middelen een taaien strijld heeft ge voérd om de depolitiseering van de weer macht en die in dezen strijd dikwijls juist die kringen tot tegenstander had die op het oogenblik met groot geschreeuw waar schuwen voor de politiseering van de weer macht, nadat het hun, tot zegen van ons vaderland, niet gelukt was uit de Rijksweer een partijgroep te maken. De leuze „jonkers en generaals hebben ide regeering Bruening ten val gebracht" is een volstrekte leugen. Zoolang ik op deze plaats sta, hiervan kunnen alle partijen zeker zijn, zal ik nooit toelaten, dat de weermacht haar boven de partijen staande, slechts haar volksgeheel dienende houding zal verande ren of zelfs opgeven. En ik kan nog een tweede verzekering geven aan de heeren, die op het oogenblik met Cassandra-kreten hun verkiezingsagitatie voeren: Ik zal niet dul den dat de weermacht de haar in den staat toegewezen positie met iemand, wie dan ook zal deelen en dat particuliere organisaties zich de wettelijke functies van de weer macht zullen aanmatigen. Ik begroet derhal ve vooral de uiteenzettingen van den leider der nationaal socialisten in Berchtesgaden voor zijn SA leiders welke volkomen over eenstemmen met hetgeen, ik zooeven gezegd heb over de positie van de weermacht in den staat. In dit verband eenige woorden over de or ganisaties. Ik zou een slechte Rijksweermi- nister zijn, wanneer ik mij niet verheugde over iederen jongen Duitscher die door lichaamsoefeningen en vooral ook door vrij willige discipline zijn karakter staalt. Nu weet ik natuurlijk heel goed dat in de organisties ook velerlei domheden en over drijvingen voorgekomen zijn en nog voorko men. Hierop critiek uit te oefenen en er aanstoot aan te nemen, daartoe hebben ech ter diegenen het minste recht die ons de algemeene weerplicht hebben ontnomen en die door herstelbetalingen en andere econo mische dictaten de ontzaglijke werkloos heid te voorschijn hebben geroepen. Zonder werkloosheid en met een algemeene weer plicht zouden wij niet die inflatie der orga nisaties hebben wier volledige onbruikbaar heid bij oorlog'sverwikkelingen thans zelfs behalve natuurlijk in Frankrijk door leidende persoonlijkheden der voormalige vijandelijke geallieerden erkend wordt. Een leger zonder moderne uitrusting be teekent niet veel meer dan een brandstapel heeft Lloyd George eens gezegd. Dat is vol komen waar. Ik hoop, dat de tegenwoordige regeering het verzuim zal inhalen. Iedere pfenning hiervoor uitgegeven, zal honderd voudig vruchten dragen. Bedroevend en beschamend is het slechts dat Frankrijk zijn argumenten voor het grootste gedeelte zelf uit die kringen betrekt wien ter bestrijding hunner politieke tegen standers ieder middel zelfs dat van land verraad goed is. Dat ik als weerminister de kolonisa toegedachte ten zeerste begroet, ligt voor de hand. Voor de landsverdediging is het een levenskwestie dat aan de Oost grens een met haar grond verwortelde be volking staat die voor zoover het in derge lijke tijden van nood mogelijk is tegen crisis is beschermd en talrijke menschen als zelf standige existenties op het platte land vast houdt. In dit verband nog eenige woorden over de sociale gedachte- Een der schoonste sol datendeugden is de kameraadschap en wat is dat anders dit elkander bijstaan in vreugd en leed, overwinning en dood als de uitdrukking van het sociale denken en voelen? Deze gedachte der kameraadschap omvat de nationale en sociale taak van de wee nn acht. Ten slotte sprak de minister nogmaals over een z.g. militaire dictatuur. Een dicta toriale regeering der weermacht zou in Duitschland volkomen uitgesloten zijn aan gezien de weermacht nooit iets anders zal doen dan de bevelen op te volgen van haar opperbevelhebber, den door een overweldi gende meerderheid van het Duitsche Volk gekozen Rijkspresident von Hindenburg. Maar ook een regeering die slechts steunt op de bajonetten van de Rijksweer zou een regee ring in het luchtledige zijn, zou snel haar krachten verbruiken en tot een mislukking leiden. Daarom ben ik geen vriend der militaire dictatuur, maar ik wensch voor Duitschland juist in den huidigen moeilijken tijd een re geering, die de groote soldatendeugden be zit: moed, kracht tot besluiten en bereid heid tot het dragen van verantwoordelijk heid. Majoor Encke van de Berlijnsche politie, die eenige dagen geleden samen met com mandant Heimannsberg was gearresteerd, is thans weer op vrije voeten gesteld. Duitschland. Aanklacht tegen het ministerie van Hessen. Het persbureua der N.SjD.A.P. deelt mede: De indertijd door de publicatie van de „Boxheimer documenten" bekend geworden Hessisöhe nationaal socialisten hebben tegen het geheele ministerie van .den staat Hessen dat in den zomer 1931 in functie was, een aanklacht ingediend wegens begunstiging van hoog- en landverraad door de K.P.D. Duitsche partijleiders voor de microfoon. In verhand met de komende verkiezingen in Duitschland zul-len, naar de Tel. meldt, de verschillende partijleiders in den loo-p van deze week voor de microfoon optreden. Hedenavond van 19.5020.15 uur wordt een rede van Dingeldey door Berlijn uitgezonden. Oip Donderdag 28 dezer spreekt Hugenberg van 19.2019.45 uur over den zender Königs- berg en Brüning van 19.5020.15 uur over dien te Berlijn. Vrijdag 29 dezer spreekt Hitler of Strasser ■van 19.2019.45 uur over den Münchener zender, terwijl Zondagavond uit Berlijn van 19.20—19.45 uur een rede van Severing zal worden uitgezonden. Engeland. De conferentie van Ottawa. Tot dusver is geen mededeeling gedaan over het resultaat der besprekingen van de dominion-commissie voor zuivelproducten, doch er is goede reden om aan te nemen, dat de commissie aan het Vereenïgd Ko ninkrijk een vermeerdering van de prefe renties voor zuivelproducten zal voorstellen, samen met een quota-systeem. Genève. meldt, besloten, den opperbevelhebber voor- loopig te benoemen tot speciaal gezant met de bevoegdheden van gevolmachtigd minis ter. Krachtens zijn functie zal hij gouver neur van de provincie Kwantoeng zijn en controle uitoefenen op den Zuid-Mansjoerij- schen spoorweg. Als gezant zal hij geplaatst zijn onder de leiding van het ministerie van Buitenland- sche Zaken en de Japansche consuls in den nieuwen staat Mandsjoerije ïnspecteeren. Voorts besloot het kabinet, den oud-am bassadeur in Brazilië Akra Ariyosji te be noemen tot Japansch gezant in China en graaf Hirotaro Hayasji tot president van den Zuid-Mamdsjoerijschen spoorweg. Amerika. Geruchten omtrent Mellon's aftreden tegengesproken. In officieele kringen te Washington ver klaart men volgens Reuter niets te weten van eenig voornemen van Mellon om af te treden als Amerikaansch gezant te Londen. Men wijst er op dat Mellon slechts v-erslag wil uitbrengen, evenals de Duitsche en Brit sche gezant pleegt te doen. Laatstgenoemde is reeds afgereisd, terwijl de eerste heden Woensdag zijn thuisreis zal aanvaarden. INTERNATIONALE PARLEMEN- TAIRE HANDELSCONFERENTIE BIJEEN. MR. HEERKENS THIJSSEN EN DR. WIBAUT AFGEVAARDIGDEN. (Wolft). De Unie niet tevreden over de ontwapeningsconferentie. De 28ste zitting der Interparlementaire Unie is gisteren geëindigd. In zak de ontwa peningskwestie, aldus meldt Reuter, werd een resolutie aangenomen, waarin o.a. ver klaard wordt: De resultaten van de ontwa peningsconferentie zijn nog ver er van ver wijderd de verwachtingen der volken te be vredigen. De leden der Unie worden aange spoord hun invloed bij hun regeeringen aan te wenden, ten einde in de toekomst betere resultaten te kunnen bereiken. Duitschland heeft tegen deze resolutie gestemd, omdat de Unie de Duitsche voorstellen, die verder gingen, niet wilde overnemen. Danzig. Volkenbondscommissie met haar Werkzaamheden gereed. De door den Volkenbond ingestelde com missie van deskundigen, die een onderzoek moest instellen naar het gebruiken van de haven van Dantzig door Poolsehe schepen, heeft haar werkzaamheden te Dantzig be ëindigd. De buitenlandsche leden der com missie verlaten thans Dantzig en zullen op 28 Augustus te Genève weer bijeenkomen om het rapport aan den Volkenbond op te stel len. BRUSSEL, 26 Juli. (Reuter). De algemeene raad der internationale parlementaire han delsconferentie zal van 3 tot 5 Augustus in buitengewone zitting in het stadhuis van Os- tende bijeen komen, onder voorzitterschap van baron Descamps, minister van staat en vice-president van den Belgischen Senaat. Aan de beraadslagingen zal door een groot aantal buitenlandsche staatslieden worden deelgenomen, o.w. de Fransche oud-minister Landry, zijn Duitsche collega Hiiferding, be nevens van Nederlandschen kant door de hee ren Heerkens Thijssen en Wibaut, beiden lid van de Eerste Kamer. Bij deze gelegenheid zal ook de permanente koloniale commissie der conferentie bijeen komen, onder voorzitterschap van mr. Fock, oud-gouverneur-generaal van Nederlandsch Oost-Indië, ten einde van gedachten te wis selen over een belangrijk rapport in zake de interkoloniale samenwerking in Azië. De zittingen zullen niet openbaar zijn. DE BEKENDE VLIEGER HIRTH ERNSTIG GEWOND. STUTTGART, 25 Juli (V.D.) De beken de vlieger en vliegtuigmotorenconstructeur I-Ielmuth Hirth is Maandagavond op het 'vliegveld Boeblingen bij een ongeluk ernstig gewond. Bij het eontroleeren van een nieuwen vliegtuigmotor, welke gebruikt zou woriden bij de Europa-rondvlucht, kwam Hirth te dicht bij den propeller. Hem werd een on derarm afgerukt. Hirth werd ernstig ge wond naar het ziekenhuis vervoerd. CM ma. Reorganisatie van het Japan sche beheer in Mandsjoerije. Ten einide eenheid te brengen in het Ja pansche beheer in Mandsjoerije heeft het Japansche kabinet, naar Reuter uit Tokio PRESIDENT VAN DEN DUITSCHEN ZANGERSBOND OVERLEDEN. Geheimrat dr. Carl Hammerschmidt, de president van den Duitschen Zangers-bond, is in den ouderdom van 70 jaren aan een hartzwakte overleden. Den dag te voren was hij in de beste gezondheid van het groote zangersfeest te Frankfort teruggekeerd: de dood heeft hem dus wel plotseling verrast. Een veelbewogen laatste week der eerste periode. Het Duitsche ultimatum. Herriot's successen. Litvinow's slag= vaardigheid. De houding der „Kleine Acht". (Van onzen correspondent) Genève, 23 Juli 1932 Een veelbewogen laatste week heeft de eerste periode cler Ontwapeningsconferentie besloten. De aankomst te Genève van Her- riot met een geheelen ministersstaf, de daar op volgende veelvuldige ultra-geheime be sprekingen tusschen de „Groote Vier" (Enge land, Frankrijk, Italië en Amerika) en de even talrijke, doch minder geheime beraad slagingen der „Kleine Acht" (België, Dene marken, Nederland, Noorwegen, Spanje, Tsjechoslowakije, Zweden en Zwitserland), de geboorte eindelijk van de resolutie-Benes en de bijeenroeping der Algemeene Commissie, de verontrustende berichten uit Duitschland en Italië, het heftige incident op de Inter parlementaire Conferentie tusschen Fran sche socialistische en Italiaansche fascisti sche kamerleden, 't ultimatum van Duitsch land aan de Ontwapeningsconferentie, ein delijk de slotstemming over de resolutie- Benes, het waren alle gebeurtenissen, die ons in de geheele week nauwelijks tot adem lie ten komen! Op de Ontwapeningsconferentie zelf was de grootste sensatie wel het ultimatum dat Nadolny in naam van de Duitsche re geering liet hooren. Reeds de wijze, waarop Nadolny zich sinds Woensdag tijdens de be sprekingen in de Algemeene Commissie over de resolutie-Benes gedragen had, zijn stel selmatig zich van stemming onthouden zelfs bij amendementen, waarvan Duitschland zeker een voorstander was, had ons reeds erop voorbereid, dat de Duitsche regeering tegen de „vacantie-resolutie" stemmen zou. Wij hadden echter niet vermoed, dat de Duitsche regeeringsverklaring, die de gron den voor het tegen-stemmen zou aangeven, tevens een ultimatum zou brengen! En toch bracht Nadolny ons deze boodschap uit Ber lijn: „Indien niet met Januari, op het oogen blik van het wederbijeenkomen der Algemee ne Commissie, een bevredigende opheldering in de kwestie der Duitsche rechtsgelijkheid op ontwapeningsgebied verkregen zal zijn, zal de Duitsche delegatie niet verder aan de Ontwapeningsconferentie deelnemen! Ultimata zijn steeds antipathiek. Zij zijn meestal ook dom van het standpunt van dengene, die zelf het ultimatum tot een an der gericht heeft. Want de omstandigheden- kunnen veranderen, doch een eenmaal uit gesproken ultimatum maakt het moeilijk met de verandering der omstandigheden re kening te houden. Ook de zeer velen hier. die inzien, dat de eerste algemeene ontwape ningsconventie tevens het einde van de een zijdige ontwapeningsbepalingen, uit de vre desverdragen van Versailles enz. zal moeten brengen (hetgeen nog volstrekt niet een vol komen gelijkheid van bewapening tusschen Frankrijk en Duitschland beteekenen zal!) keuren het Duitsche ultimatum af. De eenige troost is in dezen, dat de uitdrukking „be vredigende opheldering van het vraagstuk" zoo elastisch is, dat het de Duitsche regee ring niet al te moeilijk zal behoeven te val len in Januari naar Genève terug te keeren, ook al zou het problematisch zijn, of inder daad reeds een „bevredigende opheldering" verkregen is! Het woordje „bevredigend" is een zoo subjectief begrip, dat bij goeden wil een al te star vasthouden aan het ultimatum nog vermeden zal kunnen worden! Behalve Nadolny's ultimatum hebben voor al Herriot, Litvinow en de „Kleine Acht" wier woordvoerders Professor Rutgers, de Zwit- sersche Minister Motta en de Spanjaard de Madariaga waren, de aandacht op zich ge vestigd. Is met Herriot's aankomst te Genève inderdaad de overwinning voor de ontwa-pe- ningsgedachte begonnen, zooals ik in mijn laatsten brief waagde te hopen? Een beves tigend antwoord op deze vraag zou mis schien nog te optimistisch zijn. Doch voor Herriot zelf heeft zijn bezoek aan Genève in ieder geval een overwinning gebracht. Eenerzijds de ovatie van vrijwel de geheele Algemeene Commissie aan Herriot na af loop van zijn rede van gisteren, anderzijds de lof, dien alle Fransche bladen van links èn rechts aan Herriot's rede gebracht heb ben, bezorgden Herriot het succes van deze laatste week der eerste periode. Het is Herriot dan ook gelukt door een aantal concessies (vermindering van het per soneel der landmacht, totaal verbod van luchtbombardement, kwalitatieve en kwan titatieve ontwapening ten aanzien van het zwaar geschut, uitbreiding van het te schep pen internationale toezicht op de wapen fa- bricatie ook tot de staatswapenfabrieken, enz.) de toestemming van Amerika en van de „Kleine Acht" voor de resolutie van Benes te verkrijgen, die voornamelijk een Britsch- Fransch kenmerk droeg. En tegelijkertijd heeft Herriot op zulk een wijze het oude Fransche veiligheidsstandpunt weder bepleit, dat de voorstanders van „ontwapening door veiligheid" hem gaarne zyn bovenvermelde concessies vergaven, terwijl de aanhangers van „veiligheid door ontwapening" niet al te zeer teleurgesteld werden. Bovendien was Herriot zoo verstandig, om in antwoord op het Duitsche ultimatum te verstaan te ge ven, dat hij wel de rechtsgelijkheid aan Duitschland zou willen verleenen, indien een bevredigende veiligheidsorganisatie tevens zou worden in het leven geroepen. Daardoor heeft hij de verantwoordelijkheid voor een eventueel wegblijven van de Duitschers in Januari mede op de schouders van de Ame rikanen en Engelschen gelegd, die het nu immers in hun macht hebben voor een „be yredigende opheldering" van het vraagstuk der Duitsche rechtsgelijkheid te zorgen door zelf aan de Franschen een „bevredigende opheldering" op veiligheidsgebied te schen ken! Litvinow heeft in de laatste week opnieuw een geestige slagvaardigheid ge toond, die hem een welverdiend lachsucces bezorgde ook van de zijde van die gedele geerden, die hem tot het laatste toe met een bijna vijandige koelheid pleegden te behan delen. Toen b.v. de stemming plaats vond over den wensch naar schepping van een permanente ontwapeningscommissie, die toezicht op de naleving der ontwapenings conventie zou houden, verklaarde Litvinow zich van stemming te zullen onthouden, om dat hij het minstens voorbarig vond reeds tot een commissie van toezicht op de ont wapening te besluiten, nog voordat met de ontwapening eenig begin was gemaakt! En toen vandaag de eindstemming over de re solutie van Benes plaats vond en 41 gedele geerden hun „voor" en Nadolny zijn „tegen1 liet hooren, riep Litvinow, toen de beurt van stemming aan hem was: „Voor ontwapening, tegen de resolutie!" De „Kleine Ach t", die ook niet over alle punten der resolutie tevreden zijn hebben toch met overtuiging „voor" ge stemd. De bovenvermelde concessies van Herriot, vrijwel geheel aan de „Kleine Acht" te danken, hadden voldoende verbeteringen in de aanvankelijke redactie van Sir John Simon aangebracht, om deze houding der „Kleine Acht" volkomen te rechtvaardigen. Sommigen verbaasden zich, dat zij geen amendement indienden, om het totaal ver bod van luchtbombardement „onvoorwaar delijk" te maken in plaats van dit aan de totstandkoming van een internationale re glementeering der burgerlijke luchtvaart te verbinden. Doch waar de „Kleine Acht" zelf steeds hadden erkend, dat bij totaal verbie den van het luchtbombardement internatio nale maatregelen noodig waren, om te ver hoeden dat de burgerlijke luchtvloten voor militaire doeleinden zouden misbruikt wor den, was het moeilijk zich tegen het door de Franschen gelegde verband tusschen verbod van-luchtbombardement en burgerlijke luchtvaart te verzetten! Reeds dit voorwaar delijke totale verbod was een groote vooruit gang en is een aanmoediging voor de „Kleine Acht", om ook in 1933 bij elkaar te blijven en aldus te zorgen, dat de vele beloften, die de resolutie van Benes vandaag den volkeren gedaan heeft, in de tweede periode der Ont wapeningsconferentie ook inderdaad zullen vervuld worden' B. DE JONG VAN BEEK EN DONK DE IJZEREN VUIST. In deze wonderlijke dagen kweelen gramo- foon en radio vooroorlogsche liedjes vol zoe tige sentimentaliteit, en houdt prins August Wilhelm van Pruisen, toegejuicht door tien duizend Hitlerianen, een vooroorlogsche IJze ren Vuist-rede in een Berlijnschen bier-tuin. Dit laatste is Zondag gebeurd. Toevallig hoorde ik op hetzelfde moment „La petite Tonkinoise", liefelijk voortgebracht door een gramofoonplaat. Een spiksplinternieuwe gra- mofoonplaat. Josephine Baker was de ver tolkster. Was het in 1912, of in 1914, dat dat ding zoo'n zaag werd dat we het niet meer konden aanhooren, en in het graf van alle Schlagers verdween? De opstanding van La petite Tonkinoise deed mij onplezierig aan, gaf het gevoel alsof wij rechtsomkeert maak ten, naar het verleden toe Op datzelfde oogenblik bralde prins August Wilhelm van Pruisen in den Bier-Garten te Charlottenburg. Pas later kreeg ik zijn woor den te lezen. Nog meer verleden, nog meer opstanding, en veel erger dan het zoetige liedje dat het publiek toen in slaap placht' te sussen, in de Gartenlaube-atmosfeer van Juli 1914, toen de geweldige massa-slachting vlak voor de deur stond. Deze prins August Wilhelm is de vierde zoon van den ex-keizer. Hij is Hitleriaan, afgevaardigde van de Hitler-partij en lid van het senioren-convent in den Pruisischen Landdag. Met een fakkeloptocht, een vuurwerk en de toejuichingen van tienduizend menschen werd hij in dien biertuin ontvangen. Hij is een zeer goed spreker, maar in den Pruisi schen stijl. U weet wel: knetterend, ratelend, „schneidig". Weer zoo'n woord anno 1914. Hij vergeleek het Pruisen van Frederik den Groote met het Pruisen-na-1918, het „Prui sen van de O. W.'ers en partijleiders". Thans, zei hij, heft Pruisen opnieuw zijn ijzeren vuist, (hurrah!). „Spoedig zullen zijn vijanden verstrooid en zijn ketenen verbro ken zijn. Dertien jaar land is Duitschlands ziel versmoord onder buitenlandsche invloe den, maar de eerste stap naar zijn bevrij ding is thans genomen. Mijn keizerlijke va der zal spoedig in het vaderland terugkeeren. Wat tot dusver veranderd is, is van geen be- teekenis in vergelijking tot hetgeen volgen zal. Het Derde Duitsche Keizerrijk komt in gezicht!" De prins schold daarna een tijdje op de socialisten, die hij „de marxisten" noemde, en op de communisten. Pruisen heeft zich bevrijd van gehate buitenlandsche import, en de Rooden en de Marxisten zullen nim mer meer het hoofd opsteken op zijn gehei- ligden bodem. O2J het historische Tdnzelfestin Kauj- beuren liep in den feeststoet een heel kinder leger mee met kleine jongens als artilleristen! Hierna kwam de volgende, toegejuichte passus die ik spatiëer en toelicht met een foto, die een Duitsche persdienst ons juïst- vanmorgen doet toekomen: In elk Pruisi s c h dorp spe len de kinderen nu weer soldaatje, nadat pacifis tische onderwijzersnaden oorlog zulke spelletjes hadden tegengewerkt. Inderdaad. De foto geeft er een lief beeld van. En het is nog maar een fragmentje van de „Kinder-Armee", die bij het bewuste dorpsfeest optrok. Verder zal ik maar niet gaan met de rede van den prins. Een aanval op de Joden ont brak er natuurlijk niet in. Welk een succes, nietwaar? Welk een vreug de en gejuich, nu in elk Pruisisch dorp de kinderen weer soldaatje spelen! Ze spelen zeker niet alleen kanonnetje, zooals op deze lieve foto, maar ook landmijntje, en vlam- menwerpertje, en gifgasje, en bacillencul- tuurtje. Want. het moet toch zeker „met den tijd meegaan". Triomf! Leve Krupp, Bofors, Skoda, Creusot-Schneider c. i., terwille van wier dividenden deze wereld schijnt te moe ten sterven, in naam van prins August Wil helm van Pruisen en andere helden-in-bier- tuinen! Gelukkig is het nog maar schijn. De vol gende „frische fröhliche Krieg", met de fris- sche gifgassen en de vroolijke bacillencul turen, is er nog niet. Want wij zijn er nog, die ons 1914 herin neren. Millioenen die het niet vergeten zijn. En die door de afgezaagde zoetigheid van La Petite Tonkinoise heen de brallende verdwa zing hooren in den biertuin van Charlotten burg. de brallende opzweeperij die uit denzelfden rampzaligen ongelukstijd. uit een afgrijselijk verleden, dateert. Dat zal toch niet meer opnieuw lukken. R. P. CONDOLATIES UIT DE LUCHT. BIJ HET OVERLIJDEN VAN SANTOS DUMONT. RIO DE JANEIRO, 26 Juli (V. D.) Tij dens de begrafenisplechtigheid van den Braziliaanschen luchtvaart-pionier Santos Dumont, die gisteren te Sao Paulo teraarde werd besteld, werden op alle fronten de vijandelijkheden tusschen de regeerings- t-roepen en de opstandelingen tijdelijk ge staakt. De bombardementsvliegtuigen der Bondsregeering wierpen, in plaats van zooals eenige dagen tevoren bommen, condolatie- betuigingen naar beneden. „PARADISE LOST". LONDEN, 26 Juni (V.D.) De gouverneur Nairobi, bekend gemaakt, dat van 1 Janu- van Kenya heeft volgens een bericht uit ari 1933 af in Oost-Afrika inkomstenbelasting zal worden geheven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 5