VON SCHLEICHER OVER DE TAAK
VAN DE RIJKSWEER.
BUITENLAND.
DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE.
IJMUIDER COURANT
WOENSDAG 27 JULI 1932
TWEEDE BUD
H1I verzekert, dat de Rijksweer boven de partijen
zal blijven staan. De weermacht zal haar in
den staat toegewezen positie met niemand deelen.
Een pleidooi voor een leger met moderne
uitrusting
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Generaal Von Schleicher.
De minister voor de Rijksweer, generaal von
Schleicher, heeft Dinsdagavond een radio
redevoering gehouden. Dit was de eerste rede
voering, welke de generaal in het openbaar
heeft uitgesproken sinds hij Rijksminister is.
Hij begon zijn uiteenzetting met eenige op
merkingen, die, naar hij zeide. „een deel zij
ner hoorders" een zekere teleurstelling zou
den baren. „Ik ben... aldus von Schleicher,
geen vriend van militairen uitzonderingstoe
stand en ik ben heelemaal geen vriend van
militaire dictatuur en dat misschien wel niet
omdat ik minister voor weerbaarheid ben.
Twee dingen zijn den soldaat bijzonder anti
pathiek: Als poli tie-agent te worden ge
bruikt en in de politiek te worden betrokken.
Geen van beide is te vermijden bij den mi
litairen uitzonderingstoestand. Daarom heb
ik er ook naar gestreefd dat de voor een ze
ker deel over Berlijn en Brandenburg afge
kondigde uitzonderingstoestand zoo spoedig
mogelijk zou worden opgeheven.
Hoe kan Duitschland veiligheid verkrijgen?
Theoretisch volgens twee wegen: 1 Doordat
de mogendheden de bewapeningen vermin
deren tot ons niveau, waartoe zij moreel en
juridisch verplicht zijn.
Wanneer is tactiek een verdedigingswapen,
werd eens gevraagd?
Indien het de Britsche of Amerikaansche
iriag voert, luidde het antwoord.
Ik geloof dat deze spottende woorden meer
Zeggen dan de mooiste diplomatieke vormen,
waarmede men het catastrophale echec der
Ontwapeningsconferentie wil verdoezelen.
Wij kunnen ten tweede de veiligheid be-
reikèn doordat wij onze weermacht zoodanig
ombouwen, niet uitbouwen, dat zij ons ten
minste een zekere mate van veiligheid geeft
en ik zou er in aansluiting op de Duitsche
verklaring te Genève geen twijfel over willen
laten, dat wij dezen tweeden weg zullen be
gaan, al stelt men ons ook voor de toekomst
volledige veiligheid en rechtsgelijkheid in
het vooruitzicht.
In de landsverdediging ligt de hooge en
ideale taak van den soldaat. Het is natuur
lijk dat de weermacht ook de ultima ratio
van den staat beteekent en dat in zeer kor
ten tijd door haar toedoen orde en rust
moeten kunnen worden hersteld en de staats
autoriteit moet kunnen worden verzekerd.
Mij heeft in de laatste weken niets zoo zeer
geërgerd en ik erger men niet gemakke
lijk als de bewering dat ik de Rijksweer
ia den politieken meeningsstrijd geworpen
had. Dat is het meest onrechtvaardige ver
wijt dat een man kan treffen die sedert
de revolutie, die de Rijksweer volledig po
litiek doorziekt had op alle wegen en met
alle middelen een taaien strijld heeft ge
voérd om de depolitiseering van de weer
macht en die in dezen strijd dikwijls juist
die kringen tot tegenstander had die op het
oogenblik met groot geschreeuw waar
schuwen voor de politiseering van de weer
macht, nadat het hun, tot zegen van ons
vaderland, niet gelukt was uit de Rijksweer
een partijgroep te maken.
De leuze „jonkers en generaals hebben ide
regeering Bruening ten val gebracht" is een
volstrekte leugen. Zoolang ik op deze plaats
sta, hiervan kunnen alle partijen zeker zijn,
zal ik nooit toelaten, dat de weermacht haar
boven de partijen staande, slechts haar
volksgeheel dienende houding zal verande
ren of zelfs opgeven. En ik kan nog een
tweede verzekering geven aan de heeren, die
op het oogenblik met Cassandra-kreten hun
verkiezingsagitatie voeren: Ik zal niet dul
den dat de weermacht de haar in den staat
toegewezen positie met iemand, wie dan ook
zal deelen en dat particuliere organisaties
zich de wettelijke functies van de weer
macht zullen aanmatigen. Ik begroet derhal
ve vooral de uiteenzettingen van den leider
der nationaal socialisten in Berchtesgaden
voor zijn SA leiders welke volkomen over
eenstemmen met hetgeen, ik zooeven gezegd
heb over de positie van de weermacht in den
staat.
In dit verband eenige woorden over de or
ganisaties. Ik zou een slechte Rijksweermi-
nister zijn, wanneer ik mij niet verheugde
over iederen jongen Duitscher die door
lichaamsoefeningen en vooral ook door vrij
willige discipline zijn karakter staalt.
Nu weet ik natuurlijk heel goed dat in de
organisties ook velerlei domheden en over
drijvingen voorgekomen zijn en nog voorko
men. Hierop critiek uit te oefenen en er
aanstoot aan te nemen, daartoe hebben ech
ter diegenen het minste recht die ons de
algemeene weerplicht hebben ontnomen en
die door herstelbetalingen en andere econo
mische dictaten de ontzaglijke werkloos
heid te voorschijn hebben geroepen. Zonder
werkloosheid en met een algemeene weer
plicht zouden wij niet die inflatie der orga
nisaties hebben wier volledige onbruikbaar
heid bij oorlog'sverwikkelingen thans zelfs
behalve natuurlijk in Frankrijk door
leidende persoonlijkheden der voormalige
vijandelijke geallieerden erkend wordt.
Een leger zonder moderne uitrusting be
teekent niet veel meer dan een brandstapel
heeft Lloyd George eens gezegd. Dat is vol
komen waar. Ik hoop, dat de tegenwoordige
regeering het verzuim zal inhalen. Iedere
pfenning hiervoor uitgegeven, zal honderd
voudig vruchten dragen.
Bedroevend en beschamend is het slechts
dat Frankrijk zijn argumenten voor het
grootste gedeelte zelf uit die kringen betrekt
wien ter bestrijding hunner politieke tegen
standers ieder middel zelfs dat van land
verraad goed is. Dat ik als weerminister
de kolonisa toegedachte ten zeerste begroet,
ligt voor de hand. Voor de landsverdediging
is het een levenskwestie dat aan de Oost
grens een met haar grond verwortelde be
volking staat die voor zoover het in derge
lijke tijden van nood mogelijk is tegen crisis
is beschermd en talrijke menschen als zelf
standige existenties op het platte land vast
houdt.
In dit verband nog eenige woorden over
de sociale gedachte- Een der schoonste sol
datendeugden is de kameraadschap en
wat is dat anders dit elkander bijstaan
in vreugd en leed, overwinning en dood als
de uitdrukking van het sociale denken en
voelen? Deze gedachte der kameraadschap
omvat de nationale en sociale taak van de
wee nn acht.
Ten slotte sprak de minister nogmaals
over een z.g. militaire dictatuur. Een dicta
toriale regeering der weermacht zou in
Duitschland volkomen uitgesloten zijn aan
gezien de weermacht nooit iets anders zal
doen dan de bevelen op te volgen van haar
opperbevelhebber, den door een overweldi
gende meerderheid van het Duitsche Volk
gekozen Rijkspresident von Hindenburg. Maar
ook een regeering die slechts steunt op de
bajonetten van de Rijksweer zou een regee
ring in het luchtledige zijn, zou snel haar
krachten verbruiken en tot een mislukking
leiden.
Daarom ben ik geen vriend der militaire
dictatuur, maar ik wensch voor Duitschland
juist in den huidigen moeilijken tijd een re
geering, die de groote soldatendeugden be
zit: moed, kracht tot besluiten en bereid
heid tot het dragen van verantwoordelijk
heid.
Majoor Encke van de Berlijnsche politie,
die eenige dagen geleden samen met com
mandant Heimannsberg was gearresteerd, is
thans weer op vrije voeten gesteld.
Duitschland.
Aanklacht tegen het ministerie
van Hessen.
Het persbureua der N.SjD.A.P. deelt mede:
De indertijd door de publicatie van de
„Boxheimer documenten" bekend geworden
Hessisöhe nationaal socialisten hebben tegen
het geheele ministerie van .den staat Hessen
dat in den zomer 1931 in functie was, een
aanklacht ingediend wegens begunstiging
van hoog- en landverraad door de K.P.D.
Duitsche partijleiders voor de
microfoon.
In verhand met de komende verkiezingen
in Duitschland zul-len, naar de Tel. meldt,
de verschillende partijleiders in den loo-p
van deze week voor de microfoon optreden.
Hedenavond van 19.5020.15 uur wordt een
rede van Dingeldey door Berlijn uitgezonden.
Oip Donderdag 28 dezer spreekt Hugenberg
van 19.2019.45 uur over den zender Königs-
berg en Brüning van 19.5020.15 uur over
dien te Berlijn.
Vrijdag 29 dezer spreekt Hitler of Strasser
■van 19.2019.45 uur over den Münchener
zender, terwijl Zondagavond uit Berlijn van
19.20—19.45 uur een rede van Severing zal
worden uitgezonden.
Engeland.
De conferentie van Ottawa.
Tot dusver is geen mededeeling gedaan
over het resultaat der besprekingen van de
dominion-commissie voor zuivelproducten,
doch er is goede reden om aan te nemen,
dat de commissie aan het Vereenïgd Ko
ninkrijk een vermeerdering van de prefe
renties voor zuivelproducten zal voorstellen,
samen met een quota-systeem.
Genève.
meldt, besloten, den opperbevelhebber voor-
loopig te benoemen tot speciaal gezant met
de bevoegdheden van gevolmachtigd minis
ter. Krachtens zijn functie zal hij gouver
neur van de provincie Kwantoeng zijn en
controle uitoefenen op den Zuid-Mansjoerij-
schen spoorweg.
Als gezant zal hij geplaatst zijn onder de
leiding van het ministerie van Buitenland-
sche Zaken en de Japansche consuls in den
nieuwen staat Mandsjoerije ïnspecteeren.
Voorts besloot het kabinet, den oud-am
bassadeur in Brazilië Akra Ariyosji te be
noemen tot Japansch gezant in China en
graaf Hirotaro Hayasji tot president van
den Zuid-Mamdsjoerijschen spoorweg.
Amerika.
Geruchten omtrent Mellon's
aftreden tegengesproken.
In officieele kringen te Washington ver
klaart men volgens Reuter niets te weten
van eenig voornemen van Mellon om af te
treden als Amerikaansch gezant te Londen.
Men wijst er op dat Mellon slechts v-erslag
wil uitbrengen, evenals de Duitsche en Brit
sche gezant pleegt te doen. Laatstgenoemde
is reeds afgereisd, terwijl de eerste heden
Woensdag zijn thuisreis zal aanvaarden.
INTERNATIONALE PARLEMEN-
TAIRE HANDELSCONFERENTIE
BIJEEN.
MR. HEERKENS THIJSSEN EN DR. WIBAUT
AFGEVAARDIGDEN.
(Wolft).
De Unie niet tevreden over de
ontwapeningsconferentie.
De 28ste zitting der Interparlementaire
Unie is gisteren geëindigd. In zak de ontwa
peningskwestie, aldus meldt Reuter, werd
een resolutie aangenomen, waarin o.a. ver
klaard wordt: De resultaten van de ontwa
peningsconferentie zijn nog ver er van ver
wijderd de verwachtingen der volken te be
vredigen. De leden der Unie worden aange
spoord hun invloed bij hun regeeringen aan
te wenden, ten einde in de toekomst betere
resultaten te kunnen bereiken. Duitschland
heeft tegen deze resolutie gestemd, omdat
de Unie de Duitsche voorstellen, die verder
gingen, niet wilde overnemen.
Danzig.
Volkenbondscommissie met
haar Werkzaamheden gereed.
De door den Volkenbond ingestelde com
missie van deskundigen, die een onderzoek
moest instellen naar het gebruiken van de
haven van Dantzig door Poolsehe schepen,
heeft haar werkzaamheden te Dantzig be
ëindigd. De buitenlandsche leden der com
missie verlaten thans Dantzig en zullen op 28
Augustus te Genève weer bijeenkomen om
het rapport aan den Volkenbond op te stel
len.
BRUSSEL, 26 Juli. (Reuter). De algemeene
raad der internationale parlementaire han
delsconferentie zal van 3 tot 5 Augustus in
buitengewone zitting in het stadhuis van Os-
tende bijeen komen, onder voorzitterschap
van baron Descamps, minister van staat en
vice-president van den Belgischen Senaat.
Aan de beraadslagingen zal door een groot
aantal buitenlandsche staatslieden worden
deelgenomen, o.w. de Fransche oud-minister
Landry, zijn Duitsche collega Hiiferding, be
nevens van Nederlandschen kant door de hee
ren Heerkens Thijssen en Wibaut, beiden lid
van de Eerste Kamer.
Bij deze gelegenheid zal ook de permanente
koloniale commissie der conferentie bijeen
komen, onder voorzitterschap van mr. Fock,
oud-gouverneur-generaal van Nederlandsch
Oost-Indië, ten einde van gedachten te wis
selen over een belangrijk rapport in zake de
interkoloniale samenwerking in Azië.
De zittingen zullen niet openbaar zijn.
DE BEKENDE VLIEGER HIRTH ERNSTIG
GEWOND.
STUTTGART, 25 Juli (V.D.) De beken
de vlieger en vliegtuigmotorenconstructeur
I-Ielmuth Hirth is Maandagavond op het
'vliegveld Boeblingen bij een ongeluk ernstig
gewond.
Bij het eontroleeren van een nieuwen
vliegtuigmotor, welke gebruikt zou woriden
bij de Europa-rondvlucht, kwam Hirth te
dicht bij den propeller. Hem werd een on
derarm afgerukt. Hirth werd ernstig ge
wond naar het ziekenhuis vervoerd.
CM
ma.
Reorganisatie van het Japan
sche beheer in Mandsjoerije.
Ten einide eenheid te brengen in het Ja
pansche beheer in Mandsjoerije heeft het
Japansche kabinet, naar Reuter uit Tokio
PRESIDENT VAN DEN DUITSCHEN
ZANGERSBOND OVERLEDEN.
Geheimrat dr. Carl Hammerschmidt, de
president van den Duitschen Zangers-bond,
is in den ouderdom van 70 jaren aan een
hartzwakte overleden. Den dag te voren was
hij in de beste gezondheid van het groote
zangersfeest te Frankfort teruggekeerd: de
dood heeft hem dus wel plotseling verrast.
Een veelbewogen laatste week der eerste periode. Het
Duitsche ultimatum. Herriot's successen. Litvinow's slag=
vaardigheid. De houding der „Kleine Acht".
(Van onzen correspondent)
Genève, 23 Juli 1932
Een veelbewogen laatste week heeft de
eerste periode cler Ontwapeningsconferentie
besloten. De aankomst te Genève van Her-
riot met een geheelen ministersstaf, de daar
op volgende veelvuldige ultra-geheime be
sprekingen tusschen de „Groote Vier" (Enge
land, Frankrijk, Italië en Amerika) en de
even talrijke, doch minder geheime beraad
slagingen der „Kleine Acht" (België, Dene
marken, Nederland, Noorwegen, Spanje,
Tsjechoslowakije, Zweden en Zwitserland), de
geboorte eindelijk van de resolutie-Benes en
de bijeenroeping der Algemeene Commissie,
de verontrustende berichten uit Duitschland
en Italië, het heftige incident op de Inter
parlementaire Conferentie tusschen Fran
sche socialistische en Italiaansche fascisti
sche kamerleden, 't ultimatum van Duitsch
land aan de Ontwapeningsconferentie, ein
delijk de slotstemming over de resolutie-
Benes, het waren alle gebeurtenissen, die ons
in de geheele week nauwelijks tot adem lie
ten komen!
Op de Ontwapeningsconferentie zelf was
de grootste sensatie wel het ultimatum
dat Nadolny in naam van de Duitsche re
geering liet hooren. Reeds de wijze, waarop
Nadolny zich sinds Woensdag tijdens de be
sprekingen in de Algemeene Commissie over
de resolutie-Benes gedragen had, zijn stel
selmatig zich van stemming onthouden zelfs
bij amendementen, waarvan Duitschland
zeker een voorstander was, had ons reeds
erop voorbereid, dat de Duitsche regeering
tegen de „vacantie-resolutie" stemmen zou.
Wij hadden echter niet vermoed, dat de
Duitsche regeeringsverklaring, die de gron
den voor het tegen-stemmen zou aangeven,
tevens een ultimatum zou brengen! En toch
bracht Nadolny ons deze boodschap uit Ber
lijn: „Indien niet met Januari, op het oogen
blik van het wederbijeenkomen der Algemee
ne Commissie, een bevredigende opheldering
in de kwestie der Duitsche rechtsgelijkheid
op ontwapeningsgebied verkregen zal zijn,
zal de Duitsche delegatie niet verder aan de
Ontwapeningsconferentie deelnemen!
Ultimata zijn steeds antipathiek. Zij zijn
meestal ook dom van het standpunt van
dengene, die zelf het ultimatum tot een an
der gericht heeft. Want de omstandigheden-
kunnen veranderen, doch een eenmaal uit
gesproken ultimatum maakt het moeilijk
met de verandering der omstandigheden re
kening te houden. Ook de zeer velen hier. die
inzien, dat de eerste algemeene ontwape
ningsconventie tevens het einde van de een
zijdige ontwapeningsbepalingen, uit de vre
desverdragen van Versailles enz. zal moeten
brengen (hetgeen nog volstrekt niet een vol
komen gelijkheid van bewapening tusschen
Frankrijk en Duitschland beteekenen zal!)
keuren het Duitsche ultimatum af. De eenige
troost is in dezen, dat de uitdrukking „be
vredigende opheldering van het vraagstuk"
zoo elastisch is, dat het de Duitsche regee
ring niet al te moeilijk zal behoeven te val
len in Januari naar Genève terug te keeren,
ook al zou het problematisch zijn, of inder
daad reeds een „bevredigende opheldering"
verkregen is! Het woordje „bevredigend" is
een zoo subjectief begrip, dat bij goeden wil
een al te star vasthouden aan het ultimatum
nog vermeden zal kunnen worden!
Behalve Nadolny's ultimatum hebben voor
al Herriot, Litvinow en de „Kleine Acht" wier
woordvoerders Professor Rutgers, de Zwit-
sersche Minister Motta en de Spanjaard de
Madariaga waren, de aandacht op zich ge
vestigd.
Is met Herriot's aankomst te Genève
inderdaad de overwinning voor de ontwa-pe-
ningsgedachte begonnen, zooals ik in mijn
laatsten brief waagde te hopen? Een beves
tigend antwoord op deze vraag zou mis
schien nog te optimistisch zijn. Doch voor
Herriot zelf heeft zijn bezoek aan Genève
in ieder geval een overwinning gebracht.
Eenerzijds de ovatie van vrijwel de geheele
Algemeene Commissie aan Herriot na af
loop van zijn rede van gisteren, anderzijds
de lof, dien alle Fransche bladen van links
èn rechts aan Herriot's rede gebracht heb
ben, bezorgden Herriot het succes van deze
laatste week der eerste periode.
Het is Herriot dan ook gelukt door een
aantal concessies (vermindering van het per
soneel der landmacht, totaal verbod van
luchtbombardement, kwalitatieve en kwan
titatieve ontwapening ten aanzien van het
zwaar geschut, uitbreiding van het te schep
pen internationale toezicht op de wapen fa-
bricatie ook tot de staatswapenfabrieken,
enz.) de toestemming van Amerika en van de
„Kleine Acht" voor de resolutie van Benes
te verkrijgen, die voornamelijk een Britsch-
Fransch kenmerk droeg. En tegelijkertijd
heeft Herriot op zulk een wijze het oude
Fransche veiligheidsstandpunt weder bepleit,
dat de voorstanders van „ontwapening door
veiligheid" hem gaarne zyn bovenvermelde
concessies vergaven, terwijl de aanhangers
van „veiligheid door ontwapening" niet al te
zeer teleurgesteld werden. Bovendien was
Herriot zoo verstandig, om in antwoord op
het Duitsche ultimatum te verstaan te ge
ven, dat hij wel de rechtsgelijkheid aan
Duitschland zou willen verleenen, indien een
bevredigende veiligheidsorganisatie tevens
zou worden in het leven geroepen. Daardoor
heeft hij de verantwoordelijkheid voor een
eventueel wegblijven van de Duitschers in
Januari mede op de schouders van de Ame
rikanen en Engelschen gelegd, die het nu
immers in hun macht hebben voor een „be
yredigende opheldering" van het vraagstuk
der Duitsche rechtsgelijkheid te zorgen door
zelf aan de Franschen een „bevredigende
opheldering" op veiligheidsgebied te schen
ken!
Litvinow heeft in de laatste week
opnieuw een geestige slagvaardigheid ge
toond, die hem een welverdiend lachsucces
bezorgde ook van de zijde van die gedele
geerden, die hem tot het laatste toe met een
bijna vijandige koelheid pleegden te behan
delen. Toen b.v. de stemming plaats vond
over den wensch naar schepping van een
permanente ontwapeningscommissie, die
toezicht op de naleving der ontwapenings
conventie zou houden, verklaarde Litvinow
zich van stemming te zullen onthouden, om
dat hij het minstens voorbarig vond reeds
tot een commissie van toezicht op de ont
wapening te besluiten, nog voordat met de
ontwapening eenig begin was gemaakt! En
toen vandaag de eindstemming over de re
solutie van Benes plaats vond en 41 gedele
geerden hun „voor" en Nadolny zijn „tegen1
liet hooren, riep Litvinow, toen de beurt van
stemming aan hem was: „Voor ontwapening,
tegen de resolutie!"
De „Kleine Ach t", die ook niet
over alle punten der resolutie tevreden zijn
hebben toch met overtuiging „voor" ge
stemd. De bovenvermelde concessies van
Herriot, vrijwel geheel aan de „Kleine Acht"
te danken, hadden voldoende verbeteringen
in de aanvankelijke redactie van Sir John
Simon aangebracht, om deze houding der
„Kleine Acht" volkomen te rechtvaardigen.
Sommigen verbaasden zich, dat zij geen
amendement indienden, om het totaal ver
bod van luchtbombardement „onvoorwaar
delijk" te maken in plaats van dit aan de
totstandkoming van een internationale re
glementeering der burgerlijke luchtvaart te
verbinden. Doch waar de „Kleine Acht" zelf
steeds hadden erkend, dat bij totaal verbie
den van het luchtbombardement internatio
nale maatregelen noodig waren, om te ver
hoeden dat de burgerlijke luchtvloten voor
militaire doeleinden zouden misbruikt wor
den, was het moeilijk zich tegen het door de
Franschen gelegde verband tusschen verbod
van-luchtbombardement en burgerlijke
luchtvaart te verzetten! Reeds dit voorwaar
delijke totale verbod was een groote vooruit
gang en is een aanmoediging voor de „Kleine
Acht", om ook in 1933 bij elkaar te blijven
en aldus te zorgen, dat de vele beloften, die
de resolutie van Benes vandaag den volkeren
gedaan heeft, in de tweede periode der Ont
wapeningsconferentie ook inderdaad zullen
vervuld worden'
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK
DE IJZEREN VUIST.
In deze wonderlijke dagen kweelen gramo-
foon en radio vooroorlogsche liedjes vol zoe
tige sentimentaliteit, en houdt prins August
Wilhelm van Pruisen, toegejuicht door tien
duizend Hitlerianen, een vooroorlogsche IJze
ren Vuist-rede in een Berlijnschen bier-tuin.
Dit laatste is Zondag gebeurd. Toevallig
hoorde ik op hetzelfde moment „La petite
Tonkinoise", liefelijk voortgebracht door een
gramofoonplaat. Een spiksplinternieuwe gra-
mofoonplaat. Josephine Baker was de ver
tolkster. Was het in 1912, of in 1914, dat dat
ding zoo'n zaag werd dat we het niet meer
konden aanhooren, en in het graf van alle
Schlagers verdween? De opstanding van La
petite Tonkinoise deed mij onplezierig aan,
gaf het gevoel alsof wij rechtsomkeert maak
ten, naar het verleden toe
Op datzelfde oogenblik bralde prins August
Wilhelm van Pruisen in den Bier-Garten te
Charlottenburg. Pas later kreeg ik zijn woor
den te lezen. Nog meer verleden, nog meer
opstanding, en veel erger dan het zoetige
liedje dat het publiek toen in slaap placht'
te sussen, in de Gartenlaube-atmosfeer van
Juli 1914, toen de geweldige massa-slachting
vlak voor de deur stond.
Deze prins August Wilhelm is de vierde
zoon van den ex-keizer. Hij is Hitleriaan,
afgevaardigde van de Hitler-partij en lid
van het senioren-convent in den Pruisischen
Landdag.
Met een fakkeloptocht, een vuurwerk en
de toejuichingen van tienduizend menschen
werd hij in dien biertuin ontvangen. Hij is
een zeer goed spreker, maar in den Pruisi
schen stijl. U weet wel: knetterend, ratelend,
„schneidig". Weer zoo'n woord anno 1914. Hij
vergeleek het Pruisen van Frederik den
Groote met het Pruisen-na-1918, het „Prui
sen van de O. W.'ers en partijleiders".
Thans, zei hij, heft Pruisen opnieuw zijn
ijzeren vuist, (hurrah!). „Spoedig zullen zijn
vijanden verstrooid en zijn ketenen verbro
ken zijn. Dertien jaar land is Duitschlands
ziel versmoord onder buitenlandsche invloe
den, maar de eerste stap naar zijn bevrij
ding is thans genomen. Mijn keizerlijke va
der zal spoedig in het vaderland terugkeeren.
Wat tot dusver veranderd is, is van geen be-
teekenis in vergelijking tot hetgeen volgen
zal. Het Derde Duitsche Keizerrijk komt in
gezicht!"
De prins schold daarna een tijdje op de
socialisten, die hij „de marxisten" noemde,
en op de communisten. Pruisen heeft zich
bevrijd van gehate buitenlandsche import,
en de Rooden en de Marxisten zullen nim
mer meer het hoofd opsteken op zijn gehei-
ligden bodem.
O2J het historische Tdnzelfestin Kauj-
beuren liep in den feeststoet een heel kinder
leger mee met kleine jongens als
artilleristen!
Hierna kwam de volgende, toegejuichte
passus die ik spatiëer en toelicht met een
foto, die een Duitsche persdienst ons juïst-
vanmorgen doet toekomen:
In elk Pruisi s c h dorp spe
len de kinderen nu weer
soldaatje, nadat pacifis
tische onderwijzersnaden
oorlog zulke spelletjes
hadden tegengewerkt.
Inderdaad. De foto geeft er een lief beeld
van. En het is nog maar een fragmentje van
de „Kinder-Armee", die bij het bewuste
dorpsfeest optrok.
Verder zal ik maar niet gaan met de rede
van den prins. Een aanval op de Joden ont
brak er natuurlijk niet in.
Welk een succes, nietwaar? Welk een vreug
de en gejuich, nu in elk Pruisisch dorp de
kinderen weer soldaatje spelen! Ze spelen
zeker niet alleen kanonnetje, zooals op deze
lieve foto, maar ook landmijntje, en vlam-
menwerpertje, en gifgasje, en bacillencul-
tuurtje. Want. het moet toch zeker „met den
tijd meegaan". Triomf! Leve Krupp, Bofors,
Skoda, Creusot-Schneider c. i., terwille van
wier dividenden deze wereld schijnt te moe
ten sterven, in naam van prins August Wil
helm van Pruisen en andere helden-in-bier-
tuinen!
Gelukkig is het nog maar schijn. De vol
gende „frische fröhliche Krieg", met de fris-
sche gifgassen en de vroolijke bacillencul
turen, is er nog niet.
Want wij zijn er nog, die ons 1914 herin
neren. Millioenen die het niet vergeten zijn.
En die door de afgezaagde zoetigheid van La
Petite Tonkinoise heen de brallende verdwa
zing hooren in den biertuin van Charlotten
burg. de brallende opzweeperij die uit
denzelfden rampzaligen ongelukstijd. uit een
afgrijselijk verleden, dateert.
Dat zal toch niet meer opnieuw lukken.
R. P.
CONDOLATIES UIT DE LUCHT.
BIJ HET OVERLIJDEN VAN SANTOS
DUMONT.
RIO DE JANEIRO, 26 Juli (V. D.) Tij
dens de begrafenisplechtigheid van den
Braziliaanschen luchtvaart-pionier Santos
Dumont, die gisteren te Sao Paulo teraarde
werd besteld, werden op alle fronten de
vijandelijkheden tusschen de regeerings-
t-roepen en de opstandelingen tijdelijk ge
staakt. De bombardementsvliegtuigen der
Bondsregeering wierpen, in plaats van zooals
eenige dagen tevoren bommen, condolatie-
betuigingen naar beneden.
„PARADISE LOST".
LONDEN, 26 Juni (V.D.) De gouverneur
Nairobi, bekend gemaakt, dat van 1 Janu-
van Kenya heeft volgens een bericht uit
ari 1933 af in Oost-Afrika inkomstenbelasting
zal worden geheven.