De toekomst van den Indo. BUITENLAND. Gespannen toestand in Oost en West. IJ MUIDER COURANT DONDERDAC 4 AUGUSTUS 1932 TWEEDE BLAD Japansche opmarsch naar Peking verwacht. Chineesche vrijscharen in Mandsjoerije slaags geraakt met Japansche troepen. - Verscherping van het conflict tusschen Bolivia en Paraguay. Een beroep op den Volkenbond. Een pact tegen met geweld verkregen grondgebied? De Pruisische Landdag 16 Aug. bijeen. Nieuwe aanslagen in Duitschland op politieke leiders. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. Met het oog op den dreigenden politieleen toestand is de Chineesche centrale regeering voornemens een bijzondere zitting te hou den. Maarschalk Tsjang Sjoe Liang is uit Pe king vertrokken. Naar verluidff'is hij voorne mens generaal Jen Hsi Sjan order te geven zijn troepen ter beschikking te stellen voor het afweren van den wachtenden Japanschen opmarsch naar Peking. Het Persbureau Vaz Dias meldt- voorts: Naar officieel wordt medegedeeld, hebben ongeveer 1000 man Chineesche vrijscharen het Japansche garnizoen in de Mandsjoerij- sche havenstad Inkau aangevallen en in het nauw gedreven. Een Japansche kruiser en drie destroyers hebben daarop zeesoldaten- en matrozen aan land gezet, welke in den strijd ingrepen. Chinee'sche vrijscharen hebben op hetzelf de oogenblik waarop het garnizoen van In kau werd aangevallen, bij verrassing aanval len gedaan in de Mandsjoerijsche steden Tsjangtsjoen, Liautsjang en Moekden. De toestand aan de grenzen van de pro vincie Jehol wordt voortdurend dreigender. Volgens een semi-officieel Chineesch bericht hebben de Japanners groote afdeelingen troe pen aan land gezet en zijn zij voornemens de geheele provincie Jehol te bezetten als voorbereiding voor een aanval op Peking. Uit Buenos Aires wordt gemeld: Berichten uit Bolivia en Paraguay vermel den dat de gevechten voortduren. Boliviaansche vliegtuigen hebben de kolo nie van Russische emigranten Nemmonite opnieuw met bommen bestrooid. De president van Paraguay eischt in een proclamatie aan de bevolking dat deze zich de strijdersdeugden van het voorgeslacht waardig moet toonen. De regeering te.Asun cion dementeert de berichten dat Boliviaan sche troepen een aanval zouden hebben ge daan op Puerto Casado aan de Paraguay- rivier. De Argentijnsche regeering heeft bevel ge geven dat 20 bataljons infanterie, en een ba taljon pioniers moeten oprukken naar de Bo liviaansche grenzen, teneinde de Argentijn sche neutraliteit te beschermen bij de vijan delijkheden tusschen Bolivia en Paraguay. De regeering in Asuncion voorziet de be volking van gasmaskers, daar zij in geval van een oorlogsverklaring een Boliviaansche luchtaanval vreest. Bovendien zijn maat regelen genomen om de levensmiddelenvoor ziening veilig te stellen. Naar uit La Paz gemeld wordt, hebben de banken aldaar de Boliviaansche regeering een vrij groote „oorlogsleening" gegeven. De regeering te Washington en een reeks Zuid-Amerikaansche staten hebben scherpe nota's gericht aan Paraguay en Bolivia, waarin wordt geëïscht, dat de vrede gehand haafd zal worden. Volgens een bericht uit Washington heb ben 16 van de 19 Amerikaansche staten hun diolomatieken vertegenwoordigers in Washington opdracht gegeven nota's te on derteekenen, waarin Bolivia en Paraguay worden opgeroepen tot een onmiddellijk staken der vijandelijkheden. Men verwacht, dat de overige Amerikaansche staten zich hierbij zullen aansluiten. Naar het Engelsche departement van bui- tenlandsche zaken mededeelt, heeft de se cretaris generaal van den Volkenbond de regeeringen van Engeland. Frankrijk, Duitschland, Italië en Spanje opgeroepen het beroep van den Volkenbond op Bolivia en Paraguay te steunen langs diplomatieken weg. De Britsche diplomatieke vertegenwoordi gers in La Paz en Asuncion hebben daarop van de Engelsche regeering opdracht gekre gen in den geest van dit beroep van den Volkenbond en van de actie van de in Washington bijeengekomen staatsvertegen- woordigers te handelen. De regeering der Vereenigde Staten is hiervan in kennis ge steld. De president van den Volkenbondsraaa heeft de Boliviaansche regeering een nota gezonden van Paraguay, waarin deze ver klaart, dat het optreden van Bolivia een In breuk beteekent op de verplichtingen van het V.B.-statuut, doch tevens verklaard be reid te zijn een arbitrale beslissing te aan vaarden. In een begeleidende nota verzoekt de voorzitter van den V.B.-raad Bolivia mede te deelen, welke vreedzame middelen het voorstelt tot bijlegging van het conflict. De internationale pogingen een bij legging van het conflict tot stand te brengen stuiten, naar men hier meent, op moeilijkhden om dat economische belangen van verschillende groepen in het geding zijn. Het gebied van Gran Chaco wordt hier om zijn economische beteekenis en internationale positie verge leken met het Mossoelgebied. Aan de Tel. wordt gemeld, dat de regee ringen van Argentinië, Brazilië, Chili en Peru hun gezanten instructie hebben gegeven, een document te onderteekenen, dat naar van gezaghebbende zijde wordt verklaard van zeer groote beteekenis zal zijn en een nieuw tijdperk zal inluiden in de solidariteit tusschen de Amerikaansche staten. In diplomatieke kringen te Washington doen in dit verband hardnekkige geruchten de ronde, volgens welke een overeenkomst tot stand is gekomen, waarbij de naties van Zuid-Amerika zich verplichten, een nieuw doctrine te aanvaarden, namelijk dat de Amerikaansche naties geen territoriale ver overingen zullen erkennen, welke met wapen- eweld zijn verkregen. De overeenkomst voor ziet verder in een diplomatieken, politieken en economischen boycot van den gewapen- den aanvaller. Volgens een Wolfftelegram uit Berlijn heeft het seniorenconvent van den Pruisischen Landdag besloten den Landdag tegen 16 Augustus bijeen te roepen ten einde de mo ties der sociaal-democraten en communisten in zake de benoeming van een rijkscommis saris in Pruisen en de daden van geweld in verschillende deelen van het land te behan delen. De zitting zal zoo mogelijk reeds den 17en Augustus worden gesloten. De verkiezing van een minister-president zal op genoemde data nog niet plaats hebben. Er komen steeds nieuwe berichten binnen over moordaanslagen op politieke leiders. In het dorp Norgau is een aanslag gedaan op den tot een der linksche partijen behoo renden burgemeester Sallowski. Tegen elf uur Dinsdagavond verscheen aan zijn venster een man, die tegen het raam klopte en riep: „Er is brand in het dorp". Toen Sallowski aan het raam trad loste de onbekende twee schoten, waarvan één Sallowski in het hoofd trof. De kogel bleef echter in den schedel steken en kon door een dokter worden verwij - derd. Hij wierp zes spring patronen, die hij in huis had, achter den dader aan, waar schijnlijk evenwel zonder hem te treffen. Men gelooft datSallowski, drie vroeger lid van de S. P. D. was. tegenwoordig tot de commu nistische behoort,De tegenstellingen tusschen links en rechts waren in het dorp zeer scherp. Uit Tilsit meldt "V.D. dd. 3 Augustus: Hedenmorgen hield te Stille een auto stil voor het huis van den leider van de Reichs- banner Raschkowski, een vertrouwensman van de S. P. D. Er kwamen drie personen uit, waarvan een de vrouw van Raschkowski mededeelde, dat haar man snel mee moest komen omdat de leider van den Reichsban- nen. te Tilsit, Krusch, hem wilde spreken. Raschkowski verscheen voor het raam, doch zeger voorzichtig, omdat hij argwaan had ge kregen. Toen hij zag dat een der mannen naar zijn revolver greèp, week hij in de ka mer terug, waarop ide onbekende acht schoten door het vaam loste, waardoor echter niemand gewond werd. Toen op het geluid van de schoten andere bewoners uit het huis naar buiten kwamen sprongen de daders in de auto en reden in snel tempo weg, zonder dat het nummer van de auto kon worden herkend. De bondsvoorzitter van den Rijksbanner Holtermann en de plaatsvervangende bonds voorzitter Lemmer hebben, naar in de Berlijn sche bladen wordt gemeld, tijdens een on derhoud met den rijksminister van binnen- landsche zaken Von Gayl dezen materiaal overhandigde betreffende den terreur uitge oefend jegens rijksbannierleden en republi keinen. Zij wezen er o.a. op, dat de rijksban nier sedert de opheffing van het SA-verbod 14 dooden en 104 zwaargewonden te betreuren heeft, van welke laatste nog een groot aantal in levensgevaar verkeert. De Rijksbannier- leiders eischten zeer scherpe maatregelen te gen het dagelijks grooter wordende aantal daden van terreur. LUDWTGSHAFEN3 Augustus (V.D.) De voorzitter van de Duitsche Staatspartij in de Pfalz dr. Richard Muller heeft zijn functie neergelegd en is uit de Duitsche Staatspartij getreden. Hij verklaart dat hij na den uit slag ider Rijksdagverkiezingen geen pers pectief meer ziet voor de ontwikkeling van de Duitsche staatspartij en dat deze derhal ve den weg moet vrijmaken: voor de stich ting van een nieuwe liberale middenpartij tusschen Centrum en rechtsradicalen. Amerika. Nieuwe minister van handel. Lamont, de minister van Handel, heeft zijn ontslag ingediend. Hoover benoemde als zijn opvolger Roy Chapin, president-commissaris van de Hudson Motor Company. Ierland. De Valera dreigt met nieuwe rechten. De Valera. Daar eenige steenkolenhandelaars in den Vrijstaat voortgaan met hei. koopen van Brit sche steenkool heeft De Valera hen, volgens Reuter, gewaarschuwd dat hij, als zij hun bestellingen niet op het Continent doen, nieuwe prohibitieve rechten met terugwer kende kracht zal opleggen. Te Cork zijn kleine hoeveelheden steen kool van het continent aangekomen; er wor den nieuwe hoeveelheden uit Duitschland verwacht. Senaat voor hervatting der besprekingen met Engeland. Reuter meldt uit Dublin: Ds Senaat nam de door Counihan, den leider der boeren, ingediende resolutie aan ten behoeve van hervatting van onver wijlde besprekingen met Engeland betref fende de annuïteiten van de grondrenten, In het debat zeide Connolly, de minister van Posterijen, dat de Valera steeds gedacht heeft, aan een republiek, welke ook Noord - Ierland omvat. Onze partij, zeide hij, zal streven naar de definieve verwezenlijking van deze gedachte. De annuleering van de oorlogsschulden van Groot-Br ittannië aan de Vereenigde Staten zal zelfs niet worden onderzocht voordat de quaest-ie van de annuïteiten der grondrenten zal zijn gere geld. zeide Connolly nog. Ernstige ongeregeldheden in in den staaf Indiana. Mijnwerkers belegeren een mijn met ongeo rgan isee rden Drie dooden, vele gewonden. NEW-YORK, 3 Aug. (V.D.) In het mijn- district Terrhaute (Indiana) zijn ernstige onlusten uitgebroken. De goeverneur heeft troepen laten aanrukken en de staat van beleg afgekondigd. 5000 mijnwerkers, die in vakvereenigingen zijn georganiseerd, bele geren een mijn, waarin zich een groep van 80 niet georganiseerden heeft verschanst. Beide partijen zouden sterk bewapend zijn. Tijdens een schietpartij zijn 3 personen ge dood en talrijke anderen gewond. Goeverneur Leelie heeft twee vliegtuig eskaders tegen de rebellen uitgezonden. De vliegtuigen worden met gasbommen uitge rust. Zij moeten bovendien voedingsmidde len en munitie voor de belegerde niet-geor- ganiseerden naar beneden werpen, daar deze reeds 35 uur zonder voedsel en zonder water zijn. Gebouwen in brand gestoken. NEW-YORK, 3 Aug. (V.D.) In Bicknell, in het stakingsgebied in Indiana hebben hedenmiddag de georganiseerde mijnwer kers de mijngebouwen van den met niet- georganiseerde arbeiders gedreven steen kolenmijn in brand gestoken. Alle gebouwen zijn tot den grond toe afgebrand. VON GRONAU GELAND OP HET IVIICHIGANMEER CHICAGO, 2 Aug. (Reuter). De Duitsche Oceaanvlieger Von Gronau is om 2.58 uur (Amerikaanschen tijd) op het Michigan- meer geland Jarenlange achterstelling in het verleden. Een onverwacht voordeelgeboren uit de huidige crisis. •=- Betere kansen voor de naaste toekomst. (Van een bijzonderen medewerker.) Het Indo-vraagstuk is een oude geschiede nis en velen hebben hun oordeel en veroor deel in deze voor onze koloniën zoo moeilijke kwestie reeds meermalen geuit. Zelden hoort men een waardeerend woord aan het adres van den Indo en tochheeft Indië veel aan deze bevolkingsgroep te danken. In deze materialistische, of klinkt het wel licht meer wetenschappelijk, om te spre ken van economische, tijden zijn wij echter meer geneigd, om deze waarheden te aan vaarden, dan in de jaren van voorspoed, welke reeds ver achter ons liggen. Inderdaad, indien Indië geen In do-werkkrachten had be zeten, onze koloniale geschiedenis had een geheel ander beeld gegeven, een beeld, dat zeker beduidend minder rooskleurig getint zou zijn. Een ieder zal het er wel over eens zijn, dat het putten van groote schatten uit onze overzeesche gewesten niet zoo vlot zou zijn gegaan, indien niet naast vruchtbaarheid en rijkdom van den bodem, het groote voordeel van goedkoope arbeidskrachten had bestaan. Ook het feit, van de enorme verschillen tus schen de belastingen, welke de inwoners van het Moederland en de Europeanen in. onze koloniën (de opbrengst uit dien hoofde van de zijde der Ihheemsche bevolking kan prac- tisch verwaarloosd worden) laadden op te brengen, toont duidelijk aan, hoe laag de be- stuurskosten waren over zulk een enorm groot gebied. En dat ondanks deze zeer ge ringe kosten ons Koloniaal Bestuur erkend goed was, is wel meemalen bewezen door de vele studiereizen, welke door buitenlandsche autoriteiten werden gemaakt, om in onze In dische bezittingen de practijk van het be stuur te leeren kennen. De' eer van dergelijke bezoeken va.lt ons heden ten dage nog steeds veelvuldig ten deel. Natuurlijk spelen bij de financieele kwes ties de belastingen op de uitvoerproducten en de petroleum een groote rol, doch ook deze vormden een dusdanig lichten druk op de particuliere bedrijven, dat deze steeds zeer loonend bleven en groote winsten konden worden verkregen. Hadden de Gouvernementele en parti culiere bedrijven echter niet kunnen profi- teeren van de goedkoope werkkrachten, wel ke Indië zelf opleverde, voorzeker hadden de geldelijke uitkomsten in tropisch Neder land een zeer verschillend en beduidend slechter aspect opgeleverd. Indië heeft dus ontegenzeggelijk veel van de prestaties der Indo's geprofiteerd. On danks de niet zeer vleiende en inderdaad vaak zeer juiste beoordeeling ten aanzien van de Indo-bevolking kan het bezwaarlijk worden ontkend, dat deze groep desniettegen staande uitstekend geschikt is voor de be oefening van vele en velerlei soorten werk zaamheden. En het zijn juist die betrekkin gen, welke door bezetting met geïmporteer de arbeidskrachten zwaar overbelast zou den worden, en toch teveel intellect en ver antwoordelijkheidsgevoel eischen, om aan In landers te worden overgelaten, welke op uit stekende wijze door Indo's kunnen worden vervuld. De practijk bewijst dan ook, dat deze menschen daar op hun plaats zijn. Als voorbeeld noem ik slechts het administra tieve werk op de Gouvernementskantoren van Binnenlandscli Bestuur en Gemeente, douane, zoutregie, staatsspoor, post en tele grafie, banken, importfirma's, cultuurmaat schappijen enz., Men heeft derhalve aan een kleine staf van Europeescli geschoold perso neel voldoende, terwijl de schrijvers en de handswerklieden worden gerecruteerd uit de Inlandsche bevolking. Het is juist de z.g. middelmoot bij de personeelsformatie, waar in de middelmoot der bevolking geheel op haar plaats is. Dit is een zeer gunstig punt in de economie van het Indische bedrijfs leven. Ondanks dit feit en dientengevolge de om standigheid, dat Indië zeer voldoend emplooi voor de middelklasse der bevolking had, is het bestaan der Indo's nooit gemakkelijk ge weest. Integendeel de Indo-bevolking heeft steeds een zwaren strijd om het bestaan moeten voeren en juist de meeste tegeiawer king ondervonden van die bevolkingsklasse, waaraan zij haar bestaan te danken had: de Europeesche. De Europeaan, die zich. en terecht verre superieur achtte, vergat het groote voordeel, dat hij door de laag gesalarieerde Indo- krachten genoot en stelde hen in alles syste matisch achter bij zijn eigen rasgenooten. Nu is het zeer begrijpelijk, dat de Indo- klasse, ontstaan uit een vermenging van het primitieve Inlandsche ras met de meesten tijds inferieure individuen uit het West- Europeesclae, onmogelijk van een superieur gehalte kon zijn. Wanneer een dergelijke vermenging plaats heeft zonder eenige selee tie, integendeel, juist van dc minderwaardige producten van beide rassen, dan moet daar uit vanzelfsprekend een soort ontstaan van een bedenkelijke kwaliteit, waarin de slechte eigenschappen van beide duidelijk op den voorgrond treden. Inderdaad - was de Indo aanvankelijk dan ook weinig' beter dan de Inlander en beduidend minderwaardig ten opzichte van den Europeaan. De groote vooruitgang in de laatste dertig jaren is echter de Indo-bevol'king zeer ten goede gekomen. Gelijkstelling aan de Hollan ders gaf een grooten voorsprong op den In lander en verschafte tevens de mogelijkheid tot het bereiken van een gelijkwaardige op leiding en ontwikkeling aan die van de ge- importeerde Westerlingen. Natuurlijk kan men van een betrekkelijk nieuw ras, indien men hier van een ras kan spreken, zonder ontwikkelingsgeschie denis van. eeuwen niet verwachten, dat het zich in een halve eeuw zal opwerken tot het zelfde niveau, waarop de Europeaan zich thans bevindt; dit kan dan ook bezwaarlijk worden geëïscht.. En de voortreffelijke on derwijsinrichtingen ten spijt volhardde de Europeesche werkgever bij zijn selectie ten gunste van hen, die Hollandsche diploma's konden overleggen, ook al waren deze in we zen gelijkwaardig aan de Indische. En weer vischte de Indo achter het net. Al zal dan de Indo, de goede niet te na gesproken en inderdaad heeft Indië reeds vele superieure Indo's voorgebracht, die in de hoogste rangen der Maatschappij voor treffelijk hebben voldaan, over het algemeen krachtens mentaliteit en karakter niet voor de leidende positie's in aanmerking komen, toch vormt hij vooral in den tegenwoordigen tijd van bezuiniging en inkrimping der be drijven een waardevolle goedkoope arbeids kracht, terwijl deze omstandigheden hem thans een ongezochte kans verschaffen, zich door ijver en volharding een positie te ver overen. welke hij in normale tijden niet of nauwelijks zou hebben bereikt. Thans, nu de crisis den werkgever dwingt zich uit bezui nigingsoverwegingen te ontdoen van de dure geïmporteerde werkkrachten en deze om zoo te zeggen bij scheepsladingen Indië ver laten, nu is daar de Indo en hij b 1 ij f t daar en hij zal daar zijn, wanneer eerlang deze tijd van malaise voorbij zal wezen en 't bedrijfsleven weer zal ontwaken uit zijn noodgedwongen tijd van sluimer. Men heeft door de harde noodzaak geleerd, dat het geld meer waarde heeft dan men vroeger in Indië dacht en de verwachting, dat bij het weer opleven van Indië de eco nomie het eerste woord zal spreken, zal blij ken niet denkbeeldig te zijn. Moeizaam zul len onze koloniën zich oprichten om te trach ten wederom op te bouwen, wat ineengestort is, terug te winnen, wat verloren ging. Zij zullen den strijd om het bestaan en dien van de wereldconcurrentie moeten aanbin den. Nu is d'aar de Indo, hij staat klaar op den plaats van het werk en kan nu de goed koop geschoolde werkkracht zijn, dien de werkgever juist nu zoozeer behoeft. En nu zal hij zijn kans krijgen, om te bewijzen, dat hij heeft geleerd, meer waard te moeten zijn dan zijn vorige generatie, dat hij nu rijp is geworden voor een betere plaats, dan die welke hem door d.e jaren heen gering schattend werd toebedeeld; dat ook hij een ijverige en betrouwbare kracht en een steun van de Maatschappij vermag te wezen. Doet hij 't niet, dan verspeelt hij zijn laatste kans en zullen Inlanders en Chineezen zijn plaats, waarop hij krachtens geboorte recht heeft, innemen. Maar ook voor de Europeanen is nu de kans om een moreele plicht te vervullen, deze volksklasse, waarvan zijzelf wellicht de vaders zijn-, de gelegenheid te geven, zich op te werken en zich te handhaven in de Indi sche Maatschappij. Dan zal de Indo wederom een strijd heb ben te strijden, doch thans zal hij beter toe gerust de concurrentie tegen den geïmpor- teerd'en werkkracht kunnen opvatten. Want de gouden eeuw is voorbij en de Europeaan zal wel niet weer zooveel meer verdienen voor hetzelfde werk, dat ook een ander kan ver richten alleen tengevolge van het voor hem gelukkige feit, dat zijn wieg niet onder de palmen heeft gestaan. Er zal slechts één parool zijn: Werken. Eén parool voor alle menschen, en met ge lijke kansen en dezelfde mogelijkheden. En het zal aan den Indo zijn. om nu te be wijzen, wat hij wil en kan; zijn tijd is geko men, zijn volledige kans ligt daar! J, W. DE RENBAAN KEULEN-BONN. Wij hebben in cru vorige nummer nadere bijzonderheden en foto's gegeven van den twintig kilometers langen en zestien meters breeden auto-verkeersweg Keulen-Bonn. Ik heb ze met zekeren schrik gelezen resp be keken. Een groot deel van deze nieuwe ren baan schijnt „ingezonken" te zijn, d.w.z. tus schen hooge bermen te liggen. Ge ziet dus niets aan weerszijden daarvan. Het is net zoo erg als de ingezonken kanalen in het Zuiden van ons land, die overigens niet voor toeris me maar voor zakelijke binnenscheepvaart bestemd zijn. Deze auto-renbaan Keulen-Bonn is een en al Nieuwe Zakelijkheid. Alleen de snelheid beheerscht haar. Ge hebt overal minstens tweehonderd nieters uitzicht, als het althans helder weer is, en ge kunt voortdurend 100 a 120 K.M. rijden. Indertijd heb ik eens voorgesteld toen de commissie-Weiter nog niet tot uitstel van de inpoldering van de Zuiderzee had geadvi seerd om een dergelijken weg inonze twaalfde provincie aan te leggen. Die zou dan bestemd moeten worden voor automobi listen, die wegens onverantwoordelijk rijden veroordeeld waren. Zij zouden nergens an ders meer mogen rijden dan op dien weg. Nu blijkt dat onze Oosterburen, die ge wend zijn de dingen grondig te doen en niet van halve consequenties houden, zulk een weg voor iedereen hebben gemaakt. Zij ver onderstellen blijkbaar dat de snelheidsrage van onzen tijd niets liever wil dan dit. Of er geen uitzicht is komt- er minder op aan, want als men 100 a 120 KJM. rijdt geniet men toch niet meer van omgevingen. In een trein mogelijk wél, maar in een trein voelt de passagier zich veilig. In een auto die 100 K.M. rijdt niet, want als er een band springt is zijn kans op voortgezet leven gering. Toch betwijfel ik een beetje of die autoweg Keulen-Bonn wel zoo'n buitengewoon groot succes zal worden. Men kan alles overdrijven, en dit lijkt een akelig-eentonig geval te zul len zijn. Tenslotte zit de attractie van iedere sport in haar moeilijkheden. Het rijden op een perfect wegdek van ideale breedte, met een ideaal uitzicht en geen voetgangers, wielrijders, wagens-met-paarden en al der gelijke antiquiteiten, die behendigheids problemen op andere wegen veroorzaken, is wel stom-genaakkelijk. Er zit geen muziek meer in. Men geeft maar vol gas en rent maar domweg door. De Brooklands-baan, bij voorbeeld, heeft zijn opgehoogde, steile boch ten waaruit men bij een beetje onvoorzich tigheid „over den kop" kan vliegen. Er is pas nog een meneer geweest die dat gedaan heeft. Hij plofte van twaalf meter hoogte omlaag, met renwagen en al, en kwam er met een sneedje in zijn lip af de bofneus! Zoo iets geeft nog aardig wat risico. Maar dit gevalletje Keulen-Bonn? Het is heelemaal vlak, er zitten slechts flauwe bochten in, geen mensch zal er ooit aan, denken het an ders over te steken dan via de luchtbruggen of door de tunnels en het eenige gevaar zit 'm in andere auto's en in springende ban den. Misschien is dit voor de bestuurders nog voldoende, maar voor hun passagiers lijkt de nieuwe autoweg Keulen-Bonn mij stom vervelend. Geen snelheidslimiet die ge over schrijden kunt, geen zigzaggende juffrou wen-op-fietsen, geen overstekende oude heer die z'n gezondheidswandeling maakten weinig of geen bekijks. Want de belangstel ling voor dit geval zal niet lang duren. Was het geen openbare verkeersweg, dan zouden er officiëele wedstrijden op gehouden kunnen worden. Maar nu zal dat hoogstens bij zeer speciale uitzondering mogelijk zijn. Ik ver gis me wellicht de snelheidsmanie is een der raadselen van onzen tijd maar ik ge loof werkelijk dat de Duitschers dit te gron dig aangepakt hebben. Intusschen zal het voor velen in den aanvang nog aardig zijn, want iedereen kan 'es probeeren hoe kort zijn wagen wel over de 20 K.M. doet met een schietgebedje dat zijn ballonbanden het houden, en die van den man die 'na inhaalt en" passeert ook. R. P. ZWARE STRAF WEGENS DEVIEZENSMOKKELARIJ. DüSSELDORFSCH BANKIER VEROORDEELD DUSSELDORF, 3 Augustus (VX>.) De rechtbank te Dusseldorf veroordeelde heden, den 30-jarigen commissionnair in effecten Irich Goldschmidt wegens overtreding van de deviezenverordening tot een jaar en drie maanden tuchthuisstraf en vijftig duizend mark boete. Goldschmidt werd in April j.l., toen gebleken was dat hij voor een Berlijn- sche bank die hij vertegenwoordigde, groote hoeveelheden had verkocht, gearresteerd. Golidischmidt, die tegelijkertijd vertegen woordiger van een Amsterdamsche bankiers firma was, had in een kort- tijdsbestek kans gezien voor bijna een half mülioen mark te gen lagen koers in Nederland gekochte Duit sche aandeelen, meerendeels aanceelen I. G. Farbenindustrie, in Duitschland tegen hoo- gen koers en met benadeeling van het Duit sche Rijk te verkoopen. Door het gebruik ma ken van speciale codes wisten zelfs zijn kan toorbedienden en bureauchefs niet van wel ken aard de transacties waren. Voor alle verhandelde effectensoorten gebruikte hij iden naam van granen. Aandeelen I. G. Far benindustrie heetten tarwe. Het O. M. had twee jaar tuchthuisstraf tegen Goldschmidt geëischt. Dit is de eerste maal dat een zóó zware straf tegen overtreding van de devie zenverordening wordt opgelegd. PROF. PICCARD STIJGT NIET VÓÓR ZATERDAG A.S. OP. ZURICH, 3 Aug. (V.D.) Prof. Piccard Is ha den afgeloopen nacht op het vliegveld Dii- bendorf bij Zürich aangekomen. De rit van de vrachtauto met den gondel uit Brussel is goed verloopen. Gondel en instrumenten zijn geborgen in een hangar op het vliegveld. Prof. Piccard was in gezelschap van zijn as sistent Cosyns die de tweede vlucht zal mee maken, en Rjpfer, die de eerste vlucht heeft meegemaakt. De komende dagen zullen voor de verdere voorbereidingen worden gebruikt. Prof. Piccard zal op zijn vroegst Zaterdag a.s. opstijgen. EEN GEWAAGD EXPERIMENT. Een gisteren in Nice aangekomen Italiaansch stoomschip had een 24-jarige Zweedsche aan boord, die onderweg naar Nice was opgepikt. De jonge vrouw had met een slechts 11/2 M. lange boot met een bui tenboordmotor een reis ondernomen van Zweden naar Napels en vandaar naar Cor sica. Op de terugreis van Ajaccio naar Nice was de schroef gebroken, zoodat zij 48 uur hulpeloos in zee rondgedreven heeft. Nadat de schade in Nice gerepareerd was heeft zij haar tocht voortgezet. Zij wil trach ten langs het Rhone-Rijnkanaal naar Zwe den terug te varen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 5