De toekomst van den Indo.
BUITENLAND.
Gespannen toestand in Oost en West.
IJ MUIDER COURANT DONDERDAC 4 AUGUSTUS 1932
TWEEDE BLAD
Japansche opmarsch naar Peking verwacht.
Chineesche vrijscharen in Mandsjoerije slaags
geraakt met Japansche troepen. - Verscherping
van het conflict tusschen Bolivia en Paraguay.
Een beroep op den Volkenbond. Een pact
tegen met geweld verkregen grondgebied?
De Pruisische Landdag 16 Aug. bijeen. Nieuwe
aanslagen in Duitschland op politieke leiders.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Met het oog op den dreigenden politieleen
toestand is de Chineesche centrale regeering
voornemens een bijzondere zitting te hou
den.
Maarschalk Tsjang Sjoe Liang is uit Pe
king vertrokken. Naar verluidff'is hij voorne
mens generaal Jen Hsi Sjan order te geven
zijn troepen ter beschikking te stellen voor
het afweren van den wachtenden Japanschen
opmarsch naar Peking.
Het Persbureau Vaz Dias meldt- voorts:
Naar officieel wordt medegedeeld, hebben
ongeveer 1000 man Chineesche vrijscharen
het Japansche garnizoen in de Mandsjoerij-
sche havenstad Inkau aangevallen en in het
nauw gedreven. Een Japansche kruiser en
drie destroyers hebben daarop zeesoldaten- en
matrozen aan land gezet, welke in den strijd
ingrepen.
Chinee'sche vrijscharen hebben op hetzelf
de oogenblik waarop het garnizoen van In
kau werd aangevallen, bij verrassing aanval
len gedaan in de Mandsjoerijsche steden
Tsjangtsjoen, Liautsjang en Moekden.
De toestand aan de grenzen van de pro
vincie Jehol wordt voortdurend dreigender.
Volgens een semi-officieel Chineesch bericht
hebben de Japanners groote afdeelingen troe
pen aan land gezet en zijn zij voornemens
de geheele provincie Jehol te bezetten als
voorbereiding voor een aanval op Peking.
Uit Buenos Aires wordt gemeld:
Berichten uit Bolivia en Paraguay vermel
den dat de gevechten voortduren.
Boliviaansche vliegtuigen hebben de kolo
nie van Russische emigranten Nemmonite
opnieuw met bommen bestrooid.
De president van Paraguay eischt in een
proclamatie aan de bevolking dat deze zich
de strijdersdeugden van het voorgeslacht
waardig moet toonen. De regeering te.Asun
cion dementeert de berichten dat Boliviaan
sche troepen een aanval zouden hebben ge
daan op Puerto Casado aan de Paraguay-
rivier.
De Argentijnsche regeering heeft bevel ge
geven dat 20 bataljons infanterie, en een ba
taljon pioniers moeten oprukken naar de Bo
liviaansche grenzen, teneinde de Argentijn
sche neutraliteit te beschermen bij de vijan
delijkheden tusschen Bolivia en Paraguay.
De regeering in Asuncion voorziet de be
volking van gasmaskers, daar zij in geval
van een oorlogsverklaring een Boliviaansche
luchtaanval vreest. Bovendien zijn maat
regelen genomen om de levensmiddelenvoor
ziening veilig te stellen.
Naar uit La Paz gemeld wordt, hebben de
banken aldaar de Boliviaansche regeering
een vrij groote „oorlogsleening" gegeven.
De regeering te Washington en een reeks
Zuid-Amerikaansche staten hebben scherpe
nota's gericht aan Paraguay en Bolivia,
waarin wordt geëïscht, dat de vrede gehand
haafd zal worden.
Volgens een bericht uit Washington heb
ben 16 van de 19 Amerikaansche staten hun
diolomatieken vertegenwoordigers in
Washington opdracht gegeven nota's te on
derteekenen, waarin Bolivia en Paraguay
worden opgeroepen tot een onmiddellijk
staken der vijandelijkheden. Men verwacht,
dat de overige Amerikaansche staten zich
hierbij zullen aansluiten.
Naar het Engelsche departement van bui-
tenlandsche zaken mededeelt, heeft de se
cretaris generaal van den Volkenbond de
regeeringen van Engeland. Frankrijk,
Duitschland, Italië en Spanje opgeroepen het
beroep van den Volkenbond op Bolivia en
Paraguay te steunen langs diplomatieken
weg.
De Britsche diplomatieke vertegenwoordi
gers in La Paz en Asuncion hebben daarop
van de Engelsche regeering opdracht gekre
gen in den geest van dit beroep van den
Volkenbond en van de actie van de in
Washington bijeengekomen staatsvertegen-
woordigers te handelen. De regeering der
Vereenigde Staten is hiervan in kennis ge
steld.
De president van den Volkenbondsraaa
heeft de Boliviaansche regeering een nota
gezonden van Paraguay, waarin deze ver
klaart, dat het optreden van Bolivia een In
breuk beteekent op de verplichtingen van
het V.B.-statuut, doch tevens verklaard be
reid te zijn een arbitrale beslissing te aan
vaarden. In een begeleidende nota verzoekt
de voorzitter van den V.B.-raad Bolivia
mede te deelen, welke vreedzame middelen
het voorstelt tot bijlegging van het conflict.
De internationale pogingen een bij legging
van het conflict tot stand te brengen stuiten,
naar men hier meent, op moeilijkhden om
dat economische belangen van verschillende
groepen in het geding zijn. Het gebied van
Gran Chaco wordt hier om zijn economische
beteekenis en internationale positie verge
leken met het Mossoelgebied.
Aan de Tel. wordt gemeld, dat de regee
ringen van Argentinië, Brazilië, Chili en Peru
hun gezanten instructie hebben gegeven,
een document te onderteekenen, dat naar
van gezaghebbende zijde wordt verklaard
van zeer groote beteekenis zal zijn en een
nieuw tijdperk zal inluiden in de solidariteit
tusschen de Amerikaansche staten.
In diplomatieke kringen te Washington
doen in dit verband hardnekkige geruchten
de ronde, volgens welke een overeenkomst
tot stand is gekomen, waarbij de naties van
Zuid-Amerika zich verplichten, een nieuw
doctrine te aanvaarden, namelijk dat de
Amerikaansche naties geen territoriale ver
overingen zullen erkennen, welke met wapen-
eweld zijn verkregen. De overeenkomst voor
ziet verder in een diplomatieken, politieken
en economischen boycot van den gewapen-
den aanvaller.
Volgens een Wolfftelegram uit Berlijn heeft
het seniorenconvent van den Pruisischen
Landdag besloten den Landdag tegen 16
Augustus bijeen te roepen ten einde de mo
ties der sociaal-democraten en communisten
in zake de benoeming van een rijkscommis
saris in Pruisen en de daden van geweld in
verschillende deelen van het land te behan
delen. De zitting zal zoo mogelijk reeds den
17en Augustus worden gesloten. De verkiezing
van een minister-president zal op genoemde
data nog niet plaats hebben.
Er komen steeds nieuwe berichten binnen
over moordaanslagen op politieke leiders.
In het dorp Norgau is een aanslag gedaan
op den tot een der linksche partijen behoo
renden burgemeester Sallowski. Tegen elf
uur Dinsdagavond verscheen aan zijn venster
een man, die tegen het raam klopte en riep:
„Er is brand in het dorp". Toen Sallowski
aan het raam trad loste de onbekende twee
schoten, waarvan één Sallowski in het hoofd
trof. De kogel bleef echter in den schedel
steken en kon door een dokter worden verwij -
derd. Hij wierp zes spring patronen, die hij
in huis had, achter den dader aan, waar
schijnlijk evenwel zonder hem te treffen.
Men gelooft datSallowski, drie vroeger lid van
de S. P. D. was. tegenwoordig tot de commu
nistische behoort,De tegenstellingen tusschen
links en rechts waren in het dorp zeer
scherp.
Uit Tilsit meldt "V.D. dd. 3 Augustus:
Hedenmorgen hield te Stille een auto stil
voor het huis van den leider van de Reichs-
banner Raschkowski, een vertrouwensman
van de S. P. D. Er kwamen drie personen uit,
waarvan een de vrouw van Raschkowski
mededeelde, dat haar man snel mee moest
komen omdat de leider van den Reichsban-
nen. te Tilsit, Krusch, hem wilde spreken.
Raschkowski verscheen voor het raam, doch
zeger voorzichtig, omdat hij argwaan had ge
kregen. Toen hij zag dat een der mannen
naar zijn revolver greèp, week hij in de ka
mer terug, waarop ide onbekende acht
schoten door het vaam loste, waardoor echter
niemand gewond werd. Toen op het geluid
van de schoten andere bewoners uit het huis
naar buiten kwamen sprongen de daders in
de auto en reden in snel tempo weg, zonder
dat het nummer van de auto kon worden
herkend.
De bondsvoorzitter van den Rijksbanner
Holtermann en de plaatsvervangende bonds
voorzitter Lemmer hebben, naar in de Berlijn
sche bladen wordt gemeld, tijdens een on
derhoud met den rijksminister van binnen-
landsche zaken Von Gayl dezen materiaal
overhandigde betreffende den terreur uitge
oefend jegens rijksbannierleden en republi
keinen. Zij wezen er o.a. op, dat de rijksban
nier sedert de opheffing van het SA-verbod
14 dooden en 104 zwaargewonden te betreuren
heeft, van welke laatste nog een groot aantal
in levensgevaar verkeert. De Rijksbannier-
leiders eischten zeer scherpe maatregelen te
gen het dagelijks grooter wordende aantal
daden van terreur.
LUDWTGSHAFEN3 Augustus (V.D.)
De voorzitter van de Duitsche Staatspartij in
de Pfalz dr. Richard Muller heeft zijn functie
neergelegd en is uit de Duitsche Staatspartij
getreden. Hij verklaart dat hij na den uit
slag ider Rijksdagverkiezingen geen pers
pectief meer ziet voor de ontwikkeling van
de Duitsche staatspartij en dat deze derhal
ve den weg moet vrijmaken: voor de stich
ting van een nieuwe liberale middenpartij
tusschen Centrum en rechtsradicalen.
Amerika.
Nieuwe minister van handel.
Lamont, de minister van Handel, heeft zijn
ontslag ingediend. Hoover benoemde als zijn
opvolger Roy Chapin, president-commissaris
van de Hudson Motor Company.
Ierland.
De Valera dreigt met nieuwe
rechten.
De Valera.
Daar eenige steenkolenhandelaars in den
Vrijstaat voortgaan met hei. koopen van Brit
sche steenkool heeft De Valera hen, volgens
Reuter, gewaarschuwd dat hij, als zij hun
bestellingen niet op het Continent doen,
nieuwe prohibitieve rechten met terugwer
kende kracht zal opleggen.
Te Cork zijn kleine hoeveelheden steen
kool van het continent aangekomen; er wor
den nieuwe hoeveelheden uit Duitschland
verwacht.
Senaat voor hervatting der
besprekingen met Engeland.
Reuter meldt uit Dublin:
Ds Senaat nam de door Counihan, den
leider der boeren, ingediende resolutie aan
ten behoeve van hervatting van onver
wijlde besprekingen met Engeland betref
fende de annuïteiten van de grondrenten,
In het debat zeide Connolly, de minister
van Posterijen, dat de Valera steeds gedacht
heeft, aan een republiek, welke ook Noord -
Ierland omvat. Onze partij, zeide hij, zal
streven naar de definieve verwezenlijking
van deze gedachte. De annuleering van de
oorlogsschulden van Groot-Br ittannië aan
de Vereenigde Staten zal zelfs niet worden
onderzocht voordat de quaest-ie van de
annuïteiten der grondrenten zal zijn gere
geld. zeide Connolly nog.
Ernstige ongeregeldheden in
in den staaf Indiana.
Mijnwerkers belegeren een mijn met
ongeo rgan isee rden
Drie dooden, vele gewonden.
NEW-YORK, 3 Aug. (V.D.) In het mijn-
district Terrhaute (Indiana) zijn ernstige
onlusten uitgebroken. De goeverneur heeft
troepen laten aanrukken en de staat van
beleg afgekondigd. 5000 mijnwerkers, die in
vakvereenigingen zijn georganiseerd, bele
geren een mijn, waarin zich een groep van
80 niet georganiseerden heeft verschanst.
Beide partijen zouden sterk bewapend zijn.
Tijdens een schietpartij zijn 3 personen ge
dood en talrijke anderen gewond.
Goeverneur Leelie heeft twee vliegtuig
eskaders tegen de rebellen uitgezonden. De
vliegtuigen worden met gasbommen uitge
rust. Zij moeten bovendien voedingsmidde
len en munitie voor de belegerde niet-geor-
ganiseerden naar beneden werpen, daar deze
reeds 35 uur zonder voedsel en zonder water
zijn.
Gebouwen in brand gestoken.
NEW-YORK, 3 Aug. (V.D.) In Bicknell,
in het stakingsgebied in Indiana hebben
hedenmiddag de georganiseerde mijnwer
kers de mijngebouwen van den met niet-
georganiseerde arbeiders gedreven steen
kolenmijn in brand gestoken. Alle gebouwen
zijn tot den grond toe afgebrand.
VON GRONAU GELAND OP HET
IVIICHIGANMEER
CHICAGO, 2 Aug. (Reuter). De Duitsche
Oceaanvlieger Von Gronau is om 2.58 uur
(Amerikaanschen tijd) op het Michigan-
meer geland
Jarenlange achterstelling in het verleden. Een
onverwacht voordeelgeboren uit de huidige crisis.
•=- Betere kansen voor de naaste toekomst.
(Van een bijzonderen medewerker.)
Het Indo-vraagstuk is een oude geschiede
nis en velen hebben hun oordeel en veroor
deel in deze voor onze koloniën zoo moeilijke
kwestie reeds meermalen geuit. Zelden
hoort men een waardeerend woord aan het
adres van den Indo en tochheeft Indië
veel aan deze bevolkingsgroep te danken.
In deze materialistische, of klinkt het wel
licht meer wetenschappelijk, om te spre
ken van economische, tijden zijn wij echter
meer geneigd, om deze waarheden te aan
vaarden, dan in de jaren van voorspoed,
welke reeds ver achter ons liggen. Inderdaad,
indien Indië geen In do-werkkrachten had be
zeten, onze koloniale geschiedenis had een
geheel ander beeld gegeven, een beeld, dat
zeker beduidend minder rooskleurig getint
zou zijn.
Een ieder zal het er wel over eens zijn,
dat het putten van groote schatten uit onze
overzeesche gewesten niet zoo vlot zou zijn
gegaan, indien niet naast vruchtbaarheid en
rijkdom van den bodem, het groote voordeel
van goedkoope arbeidskrachten had bestaan.
Ook het feit, van de enorme verschillen tus
schen de belastingen, welke de inwoners van
het Moederland en de Europeanen in. onze
koloniën (de opbrengst uit dien hoofde van
de zijde der Ihheemsche bevolking kan prac-
tisch verwaarloosd worden) laadden op te
brengen, toont duidelijk aan, hoe laag de be-
stuurskosten waren over zulk een enorm
groot gebied. En dat ondanks deze zeer ge
ringe kosten ons Koloniaal Bestuur erkend
goed was, is wel meemalen bewezen door de
vele studiereizen, welke door buitenlandsche
autoriteiten werden gemaakt, om in onze In
dische bezittingen de practijk van het be
stuur te leeren kennen. De' eer van dergelijke
bezoeken va.lt ons heden ten dage nog steeds
veelvuldig ten deel.
Natuurlijk spelen bij de financieele kwes
ties de belastingen op de uitvoerproducten
en de petroleum een groote rol, doch ook
deze vormden een dusdanig lichten druk op
de particuliere bedrijven, dat deze steeds zeer
loonend bleven en groote winsten konden
worden verkregen.
Hadden de Gouvernementele en parti
culiere bedrijven echter niet kunnen profi-
teeren van de goedkoope werkkrachten, wel
ke Indië zelf opleverde, voorzeker hadden
de geldelijke uitkomsten in tropisch Neder
land een zeer verschillend en beduidend
slechter aspect opgeleverd.
Indië heeft dus ontegenzeggelijk veel van
de prestaties der Indo's geprofiteerd. On
danks de niet zeer vleiende en inderdaad
vaak zeer juiste beoordeeling ten aanzien
van de Indo-bevolking kan het bezwaarlijk
worden ontkend, dat deze groep desniettegen
staande uitstekend geschikt is voor de be
oefening van vele en velerlei soorten werk
zaamheden. En het zijn juist die betrekkin
gen, welke door bezetting met geïmporteer
de arbeidskrachten zwaar overbelast zou
den worden, en toch teveel intellect en ver
antwoordelijkheidsgevoel eischen, om aan In
landers te worden overgelaten, welke op uit
stekende wijze door Indo's kunnen worden
vervuld. De practijk bewijst dan ook, dat
deze menschen daar op hun plaats zijn. Als
voorbeeld noem ik slechts het administra
tieve werk op de Gouvernementskantoren
van Binnenlandscli Bestuur en Gemeente,
douane, zoutregie, staatsspoor, post en tele
grafie, banken, importfirma's, cultuurmaat
schappijen enz., Men heeft derhalve aan een
kleine staf van Europeescli geschoold perso
neel voldoende, terwijl de schrijvers en de
handswerklieden worden gerecruteerd uit de
Inlandsche bevolking. Het is juist de z.g.
middelmoot bij de personeelsformatie, waar
in de middelmoot der bevolking geheel op
haar plaats is. Dit is een zeer gunstig punt
in de economie van het Indische bedrijfs
leven.
Ondanks dit feit en dientengevolge de om
standigheid, dat Indië zeer voldoend emplooi
voor de middelklasse der bevolking had, is
het bestaan der Indo's nooit gemakkelijk ge
weest. Integendeel de Indo-bevolking heeft
steeds een zwaren strijd om het bestaan
moeten voeren en juist de meeste tegeiawer
king ondervonden van die bevolkingsklasse,
waaraan zij haar bestaan te danken had: de
Europeesche.
De Europeaan, die zich. en terecht verre
superieur achtte, vergat het groote voordeel,
dat hij door de laag gesalarieerde Indo-
krachten genoot en stelde hen in alles syste
matisch achter bij zijn eigen rasgenooten.
Nu is het zeer begrijpelijk, dat de Indo-
klasse, ontstaan uit een vermenging van het
primitieve Inlandsche ras met de meesten
tijds inferieure individuen uit het West-
Europeesclae, onmogelijk van een superieur
gehalte kon zijn. Wanneer een dergelijke
vermenging plaats heeft zonder eenige selee
tie, integendeel, juist van dc minderwaardige
producten van beide rassen, dan moet daar
uit vanzelfsprekend een soort ontstaan van
een bedenkelijke kwaliteit, waarin de slechte
eigenschappen van beide duidelijk op den
voorgrond treden. Inderdaad - was de Indo
aanvankelijk dan ook weinig' beter dan de
Inlander en beduidend minderwaardig ten
opzichte van den Europeaan.
De groote vooruitgang in de laatste dertig
jaren is echter de Indo-bevol'king zeer ten
goede gekomen. Gelijkstelling aan de Hollan
ders gaf een grooten voorsprong op den In
lander en verschafte tevens de mogelijkheid
tot het bereiken van een gelijkwaardige op
leiding en ontwikkeling aan die van de ge-
importeerde Westerlingen.
Natuurlijk kan men van een betrekkelijk
nieuw ras, indien men hier van een ras
kan spreken, zonder ontwikkelingsgeschie
denis van. eeuwen niet verwachten, dat het
zich in een halve eeuw zal opwerken tot het
zelfde niveau, waarop de Europeaan zich
thans bevindt; dit kan dan ook bezwaarlijk
worden geëïscht.. En de voortreffelijke on
derwijsinrichtingen ten spijt volhardde de
Europeesche werkgever bij zijn selectie ten
gunste van hen, die Hollandsche diploma's
konden overleggen, ook al waren deze in we
zen gelijkwaardig aan de Indische. En weer
vischte de Indo achter het net.
Al zal dan de Indo, de goede niet te na
gesproken en inderdaad heeft Indië reeds
vele superieure Indo's voorgebracht, die in
de hoogste rangen der Maatschappij voor
treffelijk hebben voldaan, over het algemeen
krachtens mentaliteit en karakter niet voor
de leidende positie's in aanmerking komen,
toch vormt hij vooral in den tegenwoordigen
tijd van bezuiniging en inkrimping der be
drijven een waardevolle goedkoope arbeids
kracht, terwijl deze omstandigheden hem
thans een ongezochte kans verschaffen, zich
door ijver en volharding een positie te ver
overen. welke hij in normale tijden niet of
nauwelijks zou hebben bereikt. Thans, nu de
crisis den werkgever dwingt zich uit bezui
nigingsoverwegingen te ontdoen van de dure
geïmporteerde werkkrachten en deze om
zoo te zeggen bij scheepsladingen Indië ver
laten, nu is daar de Indo en hij b 1 ij f t
daar en hij zal daar zijn, wanneer eerlang
deze tijd van malaise voorbij zal wezen en 't
bedrijfsleven weer zal ontwaken uit zijn
noodgedwongen tijd van sluimer.
Men heeft door de harde noodzaak geleerd,
dat het geld meer waarde heeft dan men
vroeger in Indië dacht en de verwachting,
dat bij het weer opleven van Indië de eco
nomie het eerste woord zal spreken, zal blij
ken niet denkbeeldig te zijn. Moeizaam zul
len onze koloniën zich oprichten om te trach
ten wederom op te bouwen, wat ineengestort
is, terug te winnen, wat verloren ging. Zij
zullen den strijd om het bestaan en dien
van de wereldconcurrentie moeten aanbin
den.
Nu is d'aar de Indo, hij staat klaar op den
plaats van het werk en kan nu de goed
koop geschoolde werkkracht zijn, dien de
werkgever juist nu zoozeer behoeft. En nu
zal hij zijn kans krijgen, om te bewijzen,
dat hij heeft geleerd, meer waard te moeten
zijn dan zijn vorige generatie, dat hij nu
rijp is geworden voor een betere plaats, dan
die welke hem door d.e jaren heen gering
schattend werd toebedeeld; dat ook hij een
ijverige en betrouwbare kracht en een steun
van de Maatschappij vermag te wezen. Doet
hij 't niet, dan verspeelt hij zijn laatste kans
en zullen Inlanders en Chineezen zijn
plaats, waarop hij krachtens geboorte recht
heeft, innemen.
Maar ook voor de Europeanen is nu de
kans om een moreele plicht te vervullen,
deze volksklasse, waarvan zijzelf wellicht de
vaders zijn-, de gelegenheid te geven, zich op
te werken en zich te handhaven in de Indi
sche Maatschappij.
Dan zal de Indo wederom een strijd heb
ben te strijden, doch thans zal hij beter toe
gerust de concurrentie tegen den geïmpor-
teerd'en werkkracht kunnen opvatten. Want
de gouden eeuw is voorbij en de Europeaan
zal wel niet weer zooveel meer verdienen voor
hetzelfde werk, dat ook een ander kan ver
richten alleen tengevolge van het voor hem
gelukkige feit, dat zijn wieg niet onder de
palmen heeft gestaan.
Er zal slechts één parool zijn: Werken.
Eén parool voor alle menschen, en met ge
lijke kansen en dezelfde mogelijkheden.
En het zal aan den Indo zijn. om nu te be
wijzen, wat hij wil en kan; zijn tijd is geko
men, zijn volledige kans ligt daar!
J, W.
DE RENBAAN KEULEN-BONN.
Wij hebben in cru vorige nummer nadere
bijzonderheden en foto's gegeven van den
twintig kilometers langen en zestien meters
breeden auto-verkeersweg Keulen-Bonn. Ik
heb ze met zekeren schrik gelezen resp be
keken. Een groot deel van deze nieuwe ren
baan schijnt „ingezonken" te zijn, d.w.z. tus
schen hooge bermen te liggen. Ge ziet dus
niets aan weerszijden daarvan. Het is net zoo
erg als de ingezonken kanalen in het Zuiden
van ons land, die overigens niet voor toeris
me maar voor zakelijke binnenscheepvaart
bestemd zijn.
Deze auto-renbaan Keulen-Bonn is een en
al Nieuwe Zakelijkheid. Alleen de snelheid
beheerscht haar. Ge hebt overal minstens
tweehonderd nieters uitzicht, als het althans
helder weer is, en ge kunt voortdurend 100
a 120 K.M. rijden.
Indertijd heb ik eens voorgesteld toen
de commissie-Weiter nog niet tot uitstel van
de inpoldering van de Zuiderzee had geadvi
seerd om een dergelijken weg inonze
twaalfde provincie aan te leggen. Die zou
dan bestemd moeten worden voor automobi
listen, die wegens onverantwoordelijk rijden
veroordeeld waren. Zij zouden nergens an
ders meer mogen rijden dan op dien weg.
Nu blijkt dat onze Oosterburen, die ge
wend zijn de dingen grondig te doen en niet
van halve consequenties houden, zulk een
weg voor iedereen hebben gemaakt. Zij ver
onderstellen blijkbaar dat de snelheidsrage
van onzen tijd niets liever wil dan dit. Of
er geen uitzicht is komt- er minder op aan,
want als men 100 a 120 KJM. rijdt geniet
men toch niet meer van omgevingen. In
een trein mogelijk wél, maar in een trein
voelt de passagier zich veilig. In een auto
die 100 K.M. rijdt niet, want als er een band
springt is zijn kans op voortgezet leven
gering.
Toch betwijfel ik een beetje of die autoweg
Keulen-Bonn wel zoo'n buitengewoon groot
succes zal worden. Men kan alles overdrijven,
en dit lijkt een akelig-eentonig geval te zul
len zijn. Tenslotte zit de attractie van iedere
sport in haar moeilijkheden. Het rijden op
een perfect wegdek van ideale breedte, met
een ideaal uitzicht en geen voetgangers,
wielrijders, wagens-met-paarden en al der
gelijke antiquiteiten, die behendigheids
problemen op andere wegen veroorzaken, is
wel stom-genaakkelijk. Er zit geen muziek
meer in. Men geeft maar vol gas en rent
maar domweg door. De Brooklands-baan, bij
voorbeeld, heeft zijn opgehoogde, steile boch
ten waaruit men bij een beetje onvoorzich
tigheid „over den kop" kan vliegen. Er is pas
nog een meneer geweest die dat gedaan
heeft. Hij plofte van twaalf meter hoogte
omlaag, met renwagen en al, en kwam er met
een sneedje in zijn lip af de bofneus! Zoo
iets geeft nog aardig wat risico. Maar dit
gevalletje Keulen-Bonn? Het is heelemaal
vlak, er zitten slechts flauwe bochten in,
geen mensch zal er ooit aan, denken het an
ders over te steken dan via de luchtbruggen
of door de tunnels en het eenige gevaar zit
'm in andere auto's en in springende ban
den. Misschien is dit voor de bestuurders nog
voldoende, maar voor hun passagiers lijkt
de nieuwe autoweg Keulen-Bonn mij stom
vervelend. Geen snelheidslimiet die ge over
schrijden kunt, geen zigzaggende juffrou
wen-op-fietsen, geen overstekende oude heer
die z'n gezondheidswandeling maakten
weinig of geen bekijks. Want de belangstel
ling voor dit geval zal niet lang duren. Was
het geen openbare verkeersweg, dan zouden
er officiëele wedstrijden op gehouden kunnen
worden. Maar nu zal dat hoogstens bij zeer
speciale uitzondering mogelijk zijn. Ik ver
gis me wellicht de snelheidsmanie is een
der raadselen van onzen tijd maar ik ge
loof werkelijk dat de Duitschers dit te gron
dig aangepakt hebben. Intusschen zal het
voor velen in den aanvang nog aardig zijn,
want iedereen kan 'es probeeren hoe kort
zijn wagen wel over de 20 K.M. doet met
een schietgebedje dat zijn ballonbanden het
houden, en die van den man die 'na inhaalt
en" passeert ook.
R. P.
ZWARE STRAF WEGENS
DEVIEZENSMOKKELARIJ.
DüSSELDORFSCH BANKIER VEROORDEELD
DUSSELDORF, 3 Augustus (VX>.) De
rechtbank te Dusseldorf veroordeelde heden,
den 30-jarigen commissionnair in effecten
Irich Goldschmidt wegens overtreding van
de deviezenverordening tot een jaar en drie
maanden tuchthuisstraf en vijftig duizend
mark boete. Goldschmidt werd in April j.l.,
toen gebleken was dat hij voor een Berlijn-
sche bank die hij vertegenwoordigde, groote
hoeveelheden had verkocht, gearresteerd.
Golidischmidt, die tegelijkertijd vertegen
woordiger van een Amsterdamsche bankiers
firma was, had in een kort- tijdsbestek kans
gezien voor bijna een half mülioen mark te
gen lagen koers in Nederland gekochte Duit
sche aandeelen, meerendeels aanceelen I. G.
Farbenindustrie, in Duitschland tegen hoo-
gen koers en met benadeeling van het Duit
sche Rijk te verkoopen. Door het gebruik ma
ken van speciale codes wisten zelfs zijn kan
toorbedienden en bureauchefs niet van wel
ken aard de transacties waren. Voor alle
verhandelde effectensoorten gebruikte hij
iden naam van granen. Aandeelen I. G. Far
benindustrie heetten tarwe. Het O. M. had
twee jaar tuchthuisstraf tegen Goldschmidt
geëischt. Dit is de eerste maal dat een zóó
zware straf tegen overtreding van de devie
zenverordening wordt opgelegd.
PROF. PICCARD STIJGT NIET VÓÓR
ZATERDAG A.S. OP.
ZURICH, 3 Aug. (V.D.) Prof. Piccard Is
ha den afgeloopen nacht op het vliegveld Dii-
bendorf bij Zürich aangekomen. De rit van
de vrachtauto met den gondel uit Brussel is
goed verloopen. Gondel en instrumenten zijn
geborgen in een hangar op het vliegveld.
Prof. Piccard was in gezelschap van zijn as
sistent Cosyns die de tweede vlucht zal mee
maken, en Rjpfer, die de eerste vlucht heeft
meegemaakt. De komende dagen zullen voor
de verdere voorbereidingen worden gebruikt.
Prof. Piccard zal op zijn vroegst Zaterdag
a.s. opstijgen.
EEN GEWAAGD EXPERIMENT.
Een gisteren in Nice aangekomen
Italiaansch stoomschip had een 24-jarige
Zweedsche aan boord, die onderweg naar
Nice was opgepikt. De jonge vrouw had met
een slechts 11/2 M. lange boot met een bui
tenboordmotor een reis ondernomen van
Zweden naar Napels en vandaar naar Cor
sica. Op de terugreis van Ajaccio naar Nice
was de schroef gebroken, zoodat zij 48 uur
hulpeloos in zee rondgedreven heeft.
Nadat de schade in Nice gerepareerd was
heeft zij haar tocht voortgezet. Zij wil trach
ten langs het Rhone-Rijnkanaal naar Zwe
den terug te varen.