Ik koop een autoï
MID-ZOMER IN HET NOORDEN.
DE VIERDE MAN
STOCKHOLM.
Welk merk Bij tvietx Waarom
IJMUIDER COURANT
VRIJDAG 5 AUGUSTUS 1932
Het feest van Midsommar-Afton.
De beambte van K. A. K., de Koninklijke
Zweedsche Automobielclub, plakt bij het
douanekantoor een wit papiertje met roode
letters tegen mijn voorruit.. „Kör till van-
ster", linkshouden, in het Deensch en de drie
moderne talen. Dat blijft er op zitten zoolang
ik in Zweden ben, want ik behoef het maar
één oogenblik te vergeten en
Den volgenden morgen om 5 uur vertrek
ken wij uit Varnemo, ergens in Zuid-Zwe
den. Het is bijna 600 kilometer van hier naar
Stockholm, dat is verder dan van Haarlem
naar Parijs één lange grintweg.
Dien avond willen wij in de hoofdstad zijn.
Langs blanke steden aan het blauwe meer
voert de weg, door Granna, Vadstena,
Motala, badplaatsen in de bloeiende tuinen
van Vattern, 't groote meer en 't Götakanaal.
Het is mid-zomer en Zweden staat in; vollen
bloei.
Lang en warm is de idag en de geuren van
dennen- en berkenbosschen stijgen nauwe
lijks uit boven de trillende hitte van den mo
tor,, die slaperig maakt en loom.
Mijn metgezel is af en toe ingeslapen en
dan richt zich mijn spreken plotseling tot
niemand of het moest zijn tot mijn trouwen
motor, die al deze uren achtereen vredig
voorbromt, zeventig kilometer per uur. Hij
is nu welhaast aan zijn tweeduizendste in zes
dagen.
Als hij weigerdeHet is geen prettig
vooruitzicht om hier een panne te hebben.
De steden liggen 50 tot 75 kilometer uit el
kaar en de dorpen tientallen kilometers. Zij
zijn klein en onbeduidend. Er is alleen hier
en daar een benzinepomp en een bordje
„Rikstelefon". In het land van Ericsson heeft
bijna ieder huis telefoon. Maar de huizen,
die van hout zijn en rood gebeitst, staan wel
eens tien kilometers uit elkaar
Dit zuiden is het dichtstbevolkte deel
van Zweden. Het gebied van de papier- en
luciferssteden, de „köpings" aan den hoofd
weg naar Stockholm. Köping (tsjöping) be-
teekent marktvlek. De köpings^ zijn groote
steden in Zweden, maar Norrköping, dat de
grootste is, haalt de honderdduizend inwo
ners niet! En direct daarop volgen de aller
grootste: Stockholm. Göteborg en Malmö.
Zoo groot als het Duitsche Rijk is dit uitge
strekte land. Het telt minder inwoners dan
het onze.
Dien avond negen uur zijn wij in Stock
holm, volgens afspraak.
Ik streel G 79038 over den radiateur en
brand mijn vingers.
Den volgenden dag is het 23 Juni, de lang
ste dag en feest in Zweden.
Het feest van den mid-zomer.
Midsommar-afton is een nationaal feest.
In den loop van den middag zijn stuk voor
stuk de winkels en kantoren dicht gegaan en
de feeststemming is over de stad gekomen.
Het is vacantie voor vier dagen; den dag na
Midsommarafton zal het in Stockholm zoo
st.il zijn als bij ons op Nieuwjaarsmorgen. De
straten, zijn dien dag uitgestorven en de auto
mobilisten naar het land vertrokken.
In Kungstradgarden staat de Meiboom,
midden in de stad. Het volk van Stockholm
danst er onder. Ook op Skansen staat de
Meiboom, in het mooie bolwerk in het Noord
oosten, de Schans, die den ouden toegang
tot het beschaafde Zweden beheerschte met
zijn kanonnen. Op Kungshohn, in Appelvi-
ken ,op Drottninghoim, overal staat van
daag de Meiboom in de bosschen van de
voorsteden. In Kungstradgarden dansen de
ouderen, op Skansen zingt de vedel van den
speelman en danst de jeugd van Zweden.
De drie speelmannen dragen groote zwarte
hoeden en. onder de gele kuitbroek roode oi
witte kousen en schoenen met gespen. Zóó
moet de rattenvanger van Haméln er hebben
uitgezien.
Zoo zien ook de kleine Zweedsche jongens
er uit, die op het plankier op het grasveld
dansen. Blonde, blonde jongens met groote
blauwe oogen en hagelwitte blouses vol kleu-
rigen opschik. De meisjes doen denken aan
onze Marker meisjes, met lange pijpenkrul
len onder kanten kap. Heel mooi en heel teer
zijn deze blonde, blanke kinderen van het
Noorden, hun dans is een fijn spel van bonte,
helle kleuren. Zij dansen op huppelende wijs
jes, die lang in het geheugen blijven. Ge kent
dat Wel, van onze gewestelijke vereenigingen
en van de A.J.C. De Zweden zijn verzot op
dansen en zij zijn meesters van de wals. Voor
treffelijk walsen deze kinderen.
Er is een vereeniging die deze folklore in
stand poogt te houden. Ieder jaar herleven
op Skansen, het ethnografisch openlucht
museum van Zweden de volksdansen en de
kleederdrachten. De kinderen kom-en uit alle
deelen van het land, uit het Noorden, waar
de Lappen wonen, zoowel als uit Skane, het
uiterste Zuiden, uit Varmland en Dalarne, het
om zijn drachten beroemde Dalekarlië. Be
halve daar schijnt de folklore in het volk te
leven zoomin als bij ons. Immers, ik kruiste
twee duizend kilometer door het Zweedsche
platteland en zag geen enkele plaatselijke
dracht.
Nog lang zingt de muziek onder de boomen
van Skansen. De ouderen zijn nu ook toe
gelaten tot de speelweide en men danst ge
zamenlijk de oude dansen. Hossen komt hier
niet voor.
Het is nu over tienen en de zon is eindelijk
verdwenen achter de bergen, hoog in het
Noordwesten, waar het laaiende rood staan
bleef en staan blijft dezen nacht als de zon
niet onder de kim daalt.
Stockholm ligt onder ons, onnoemelijk
schoon in dit stervende licht, dat niet ver
minderen wil.
Waar het Malarmeer In oneindige ver
takkingen uitvloeit in de grillige „Scheren",
rees Stockholm op uit het water en werd de
verwerkelijking van haar symbool: de ko
ningin van het Malarmeer. In den mid-zo-
mernacht, als alleen de contouren van de
zwijgende bergen donker worden, wordt het
water vloeibaar goud en vloeibaar purper.
Dan zweven de witte zeilen van de jachten
over het Malarmeer en den ganschen nacht
is de lucht vervuld van 't takkeren der bui
tenboordmotoren.
De Stockholmers leven dien nacht in de
bosschen, aan de oevers van Malaren of aan
het smalle strand van Solviksbaden of op de
rotsen met gramofoons en pic-nic-gerei, den
ganschen lichten nacht, tot de zon weer op
gaat.
Op iedere open plek staat een Meiboom,
een hooge paal met een krans van groen en
daaronder dansen deze vlasblonde Zweden,
die zoo blond zijn als de oer-Germanen zelf.
De jazz band schettert Amerikaansche mu
ziek door de bosschen, maar zij kunnen ook
een verbijsterend snelle Zweedsche wals dan
sen, de GretaGarbo's en de slanke groote man
nen. Wij peilen hier wel iets van de ziel van
het Zweedsche volk, dat veramericaniseerde
op menig gebied van zijn cultuur en dat toch
een sterk en ongeschonden ras bleef.
Op Söder, de Zuiderstad, hoog op de rot
sen, staan de huizen en de kerktorens in het
vreemde licht van den mid-zomernacht, dat
niet helder is en toch geen schemer, dat
schaduwloos is en zonder perspectief. Maar
waarin alle kleuren zichtbaar zijn, als zachte
pasteltinten.
Zoo, roerloos, schaduwloos, blijft de mid
zomernacht over de stad staan.
Over drie uur zal de zon boven de bergen
komen in het Noorden,
K. Pk.
Aan J. J. van Egmond.
Ach Pegasus neem. mij niet kwalijk
Dat ik op uw plaats ga staan.
Gij zijt immers toch met vacantie,
Want anders had Gij 't wel gedaan!
Een woord van eerbiedige hulde
Den Haarlemschen wielkampioen!
Van Egmond, dat .heeft voor jou niemand
Zoo meesterlijk ooit kunnen doen!
De harten der Haarlemmers -bonsden
Van vreugde, bij 't heuoh'lijk bericht
En ik zit te trillen 'bij 't maken
Van dit pover huidegedicht.
Door jou ging daarginds in de hoogte
De driekleur, onz' Nederland's vlag.
Voor ons is 't heerlijke vreugde
Voor jou is 't «en wondere dag!
Van Haarlem begon de victorie.
Ontvang van je Moeder een zoen,
Van ons hulde en dank voor de glorie.
Jij! Olympisch. Sprintkampioen.
KEES PRUIS
DE KWESTIE-GROENLAND VOOR
HET PERMANENTE HOF.
HET NOORSCHE VERZOEK AFGEWEZEN.
NATIONAAL-SOCIALISTISCHE
BEDREIGING VAN HET CENTRUM.
MüNCHEN, 4 Augustus, (Wolff). De Völki-
sche Beobachter publiceert een hoofdartikel
„Beslissende weken", waarin verklaard wordt,
dat Brüuning slechts daarom door de sociaal
democraten werd getolereerd, omdat het ja
renlang zijn streven geweest is, den nationaal
socialisten uit te schakelen. Deze tactiek is
thans ten einde en het gaat den weg op, dat
de nationaal-socialisten zullen deelnemen
aan de regeering. Een vaststaand feit is, dat
de N.S.D.A.P. driemaal zoo sterk is als het
Centrum, hetgeen zou beteekenen, dat van
vier ministerportefeuilles wij er minstens
drie zouden dienen te bezetten. Het gaat er
in deze weken omVoor of tegeli Duitschland
Blijft het Centrum aan het Marxisme han
gen, zoo zal het tot vijand des volks worden
uitgeroepen en aldus behandeld worden.
Het Permanente Hof van Internationale
Justitie heeft gisteren uitspraak gedaan in
het geschil tusschen de regeeringen van
Noorwegen en Denemarken betreffende
Zuid-Oost-Groenland.
Zooals men weet, had de Noorsche regee-
ring op 18 Juli j.l. het Hof verzocht voorloo-
pige conservatoire maatregelen aan te wijzen
ter bescherming van Noorsche onderdanen
en rechten in het bedoelde gebied van Zuid-
Oost-Groenland.
Het Hof heeft dit verzoek van de Noorsche
regeering afgewezen onder voorbehoud ech
ter, dat het Hof later kan overwegen of om
standigheden zich hebben voorgedaan, welke
de aanwijzing van voorloopige maatregelen,
volgens artikel 41 van het statuut, noodig
maken.
In de overwegingen welke tot deze uit
spraak hebben geleid, wordt gezegd, dat
krachtens artikel 41 van het Statuut, het
Hof bevoegd is conservatoire maatregelen
aan te geven, ten einde betreurenswaardige
gebeurtenissen en incidenten te voorkomen.
In de huidige zaak is er echter voor het Hof
geen reden zulks te doen. Het Hof herinnert
aan de verklaringen door de agenten van
beide partijen gedaan en is van meening, dat
deze verklaringen, in onderling verband
wijzen op een geestesgesteldheid in de ver
antwoordelijke kringen van beide landen en
op bedoelingen, die zeer geruststellend ge
noemd kunnen worden. Aangezien deze ver
klaringen officieel voor het Hof zijn uitge
sproken, kan en mag het Hof niet veronder
stellen, dat beide regeeringen handelingen
zullen doen, welke hiermede niet in overeen
stemming zijn.
Onder deze omstandigheden vindt het Hof
geen aanleiding in het verzoek van de Noor
sche regeering te treden.
Vervolgens gaat het Hof na of er reden is
proprio motu zulke maatregelen aan te wij
zen. Het Hof is evenwel van meening, dat de
huidige omstandigheden zulks niet ver-
eischen.
(N. R. Ct.)
Braadland, de Noorsche minister van bui-
tenlandsche zaken, heeft naar Reuter uit
Oslo meldt in een interview verklaard: „Als
men rekening „houdt met de verklaringen
door de Deensche raadslieden tijdens het
proces voor het Hof afgelegd en als men
rekening houdt met de door het Hof ge
maakte reserve, schijnt er geen reden te zijn,
om eenige complicatie te vreezen. Wij heb
ben dientengevolge verkregen wat wij wen-
schen".
SOMBER VOORUITZICHT VOOR
ONZEN BOTERUITVOER.
DRONKEN AUTOBESTUURDER.
Woensdagavond is door de politie aange
houden een 36-jarig garagehouder uit Am
sterdam, die in staat van dronkenschap een
auto bestuurde op de Groote Markt.
ZEFPELINTOCHT NAAR Z. AMERIKA
UITGESTELD
FRIEDRICHSHAFEN, 4 Augustus (Wolff-
bureau). De vijfde tocht naar Zuid-Ame-
rika van het luchtschip „Graf Zeppelin" zal
deze maand niet doorgaan en worden uitge
steld tot October of later wegens den onrus-
tigen politieken toestand aldaar.
Onderhandelingen te Berlijn
zonder resultaat
DE VOORSTELLEN ZULLEN ONS NIET
HELPEN.
Te Berlijn zijn Dinsdag de onderhande
lingen met Duitschland voortgezet over den
invoer van Nederlandsche boter. Men
schijnt van de onderhandelingen niet veel
te behoeven verwachten, daar d-e belangen
van de beide naar Duitschland exporteeren-
de landen, Denemarken en Nederland, niet
gelijk loopen. Denemarken kan bij een
zelfde contingent als aap ons zou zijn toe
gestaan door gedepricieerde valuta goed-
kooper leveren, waardoor wij eerst aan de
beurt zouden komen, wanneer het, Deensche
contingent verbruikt zou zijn. Terwijl het
boter verb ruik in Duitschland zeer ver
minderd is. Onze onderhandelaars, dr. Ne-
derbragt, dr. Hischfeld, ir. Bonthuis en de
heer Joustra, dringen dus aan op een klein
contingent bij een laag invoerrecht. Het is
echter zeer de vraag of het huidige bewind
in Duitschland daaraan het oor zal leenen.
De Duitsche voorstellen zijn nog niet ge
formuleerd, doch zij zouden niet eens een
basis leveren voor verdere onderhande
lingen.
De Denen dringen natuurlijk aan op een
groot contingent en opheffing van den va
lutatoeslag.
REGELING VAN DE WERELD-
STIKSTOFPRODUCTIE.
RESULTAAT VAN CONFERENTIE TE
SCHEVENINGEN.
De te Scheveningen gehouden stikstofcon
ferentie is Woensdag tot een principieel ac-
coord gekomen. Aan elk der groepen zal een
bepaald contingent op de wereldmarkt wor
den toegewezen. De Europeescbe groep, reeds
eerder in zich zelf tot overeenstemming ge
komen, heeft overstemming bereikt met de
Chilenen. Het accoord wordt van buiten
gewone beteekenis geacht voor de stifstof-
industrie over de geheele wereld, vooral om
dat op deze conferentie alle groepen van be
langhebbenden waren vertegenwoordigd.
BEZUINIGING EN SALARISVERLAGING
TE ZAANDAM VERWORPEN.
De gemeenteraad van Zaandam heeft
Woensdag verworpen de voorstellen van B.
en W. tot bezuiniging tot een bedrag van
50.000 en het aangaan van een crisisleening
voor liet restant van het op de begrooting te
vinden bedrag, n.l. 350.000.Tegen waren
de burgerlijke leden en de O.S.P 'ers.De com
munist was afwezig, omdat hij in arrest zit
wegens opruiing en beleediging. De voorstel
len van vijf burgerlijke raadsleden tot het
invoeren van salariskorting, hetgeen door
B. en W. ontraden werd, werden verworpen
met de stemmen van socialisten en den dis
sidenten katholiek voor. Volgens deze leden
steken de salarissen te Zaandam uit boven
bijna alle andere in het land, zelfs Amster
dam. Zij wilden 3 pCt. korten. B. en W. deel
den na de verwerping van hun voorstel mee,
dat zij zich beraden zouden, wat hun te doen
stond.
DE MOORDAANSLAG TE
IJMUIDEN.
VERDACHTE KRIJGT TWEE JAAR.
AMSTERDAM, 4 Aug. (V.D.) Een los
arbeider te IJmuiden, werd heden in hooger
beroep door het Gerechtshof te Amsterdam
wegens poging tot moord veroordeeld tot 2
jaar gevangenisstraf. De man had zijn
vroegeren kostganger die een verhouding
met zijn vrouw had, met een houweel een
tweetal klappen toegediend, waarbij het
slachtoffer een gevaarlijke hoofdwonde had
gekregen, terwijl zijn pink bij het afweren
van een slag gedeeltelijk werd verbrijzeld.
Verdachte had zijn slachtoffer achter een
schutting opgewacht.
De Rechtbank te Haarlem had den man
tot 3 jaar gevangenisstraf veroordeeld.
De Procureur-Generaal bij het Arnster-
damsche Gerechtshof had 2 jaar gevorderd.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
Natuurlijk een Ford! Bij Jan Limbach! FORD heef't sierlijke carrosseriën.
STEEDS NIEUWE BOTSINGEN.
TE ALTONA NU 18 DOODEN.
MüNCHEN, 4 Aug. (Wolffbureau). Van
nacht zijn weer verschillende botsingen ont
staan tusschen Nazis en Communisten, waar
bij een 25-jarige bakker door een schot in de
borst ernstig getroffen werd.
In andere deelen der stad kwam het oen*
herhaaldelijk tot ordeverstoring en brand
stichtingen.
ALTONA, 4 Aug. (Wolffbueau). Aan de
verwondingen, opgeloopen bij de ernstige
botsingen alhier op 17 Juli j.l., is vanmorgen
een 72-jarig man overleden, zoodat het to
taal aantal dooden hiermede verhoogd i&
tot 18.
EEN NIEUWE REDE VAN BORAH,
MINNEAPOLIS, 4 Aug. (Reuter). De ge=
heele economische wereldconferentie is voor
bestemd te mislukken, zoo verklaarde de be
kende Senator Borah, in een hier gehouden
rede, indien niet de vraagstukken van her
stelbetalingen, oorlogsschulden en ontwape
ning te gelijker tijd door de gemeenschappe
lijke pogingen van alle naties tot een oplos
sing worden gebracht.
De Vereenlgde Staten, zoo voegde hij er
aan toe, moeten het initiatief nemen, omdat
zij zelf slechts gered'kunnen worden door
samenwerking met de andere volken.
Wanneer Europa de kwesties der herstel
betalingen en ontwapening duurzaam zal
hebben geregeld, zullen de Vereenigde Sta
ten gaarne bereid zijn de oorlogsschulden te
annuleeren.
DE RIJKSREGEERING BERAADSLAAGT
OVER DE VEILIGHEID.
BERLIJN, 4 Augustus (Wolff) De te Ber
lijn aanwezige leden der Rijksregeering zijn
vanmorgen elf uur onder voorzitterschap
van den Rijksminister van Binnenlandsche
Zaken Freiherr Van Gayl in ministerraad
bijeengekomen. Naar wij uit welingelichte
bron vernemen, wordt bij deze gelegenheid
beraadslaagd over de binnenlandsche veilig
heid, en de daartoe noodig wordende maat
regelen.
SAARBRUCKEN, 4 Aug. (Wolffbureau.)
Rijkskanselier van Papen is gisteren om
streeks half twaalf te Wallerfangen, waar hij
zijn vacantie zal doorbrengen, aangekomen.
Hij werd hartelijk door de bevolking ont
vangen.
BOMAANSLAG IN OOST-PRUISEN.
KONINGSBERGEN, 4 Augustus (V. D.)
In dén afgeloopen nacht werd te Ortels-
burg uit een auto een brandbom geworpen
naar het huis van den koopman Robert
Neumann, waardoor aan den voorkant een
begin van brand ontstond.
Verder werd een bomaanslag gepleegd op
het kantongerecht te Mehlauken, waar on
bekenden de bom in den kelder van het ge
bouw hadden geplaatst en van te voren van
een lange lont hadden voorzien. Tegen 2
uur vannacht ontplofte de bom. De mate-
rieeje schade is vrij gering en ook persoon
lijke ongevallen kwamen niet voor.
MET BOLIVIA ZOOWEL ALS
PARAGUAY VALT TE PRATEN.
NEGENTIEN LANDEN POGEN TE SUSSEN.
WASHINGTON, 3 Aug. (Reuter). Negen
tien Amerikaansche landen hebben te
Washington een nota aan Bolivia en Para
guay onderteekend, waarin wordt verklaard
dat de beide landen hun vijandelijkheden
moeten staken en hun voorstellen aan neu
tralen voorleggen.
Geen van de negentien landen zal een ver
overing van grensgebied door een van beide
landen als resultaat van een oorlog erken
nen.
LA PAZ, 3 Aug. (Reuter) De regeering
van Bolivia heeft op het beroep van den
Volkenbond geantwoord, dat Bolivia geen
vredelievende methode weigert tot een op
lossing van het geschil met Paraguay.
De Boliviaansche regeering verklaart ver
der na haar lezing van het geschil te hebben
gegeven, dat de feiten Paraguay buiten de
wet hebben gesteld en Bolivia dwingen zich
krachtig te verdedigen.
Uit Genève wordt gemeld, dat Paraguay
aan den Volkenbond heeft medegedeeld, be
reid te zijn het conflict met Bolivia aan ar
bitrage te onderwerpen.
FEUILLETON.
(Een geval uit de praktijk van Inspecteur
Sanders, lid der Centrale Recherche)
door UDO VAN EWOUD.
Nadruk verboden.
11)
Daarbij komt nog, dat de dame, die eer
gisteravond eveneens in de coupé heeft ge
zeten, waarin de heer Leuvensteyn had plaats
genomen, mij zooeven verzekerd heeft in u
zoo goed als zeker den man te hebben her
kend. die als vierde passagier in de bewuste
coupé de reis meemaakte. Ik zal haar straks
nog eens met u confronteeren en wanneer zij
dan bij haar verklaring blijft, zal er wel niets
anders opzitten dan u voorloopig in arrest te
houden".
Hslliiigèr maakte een moedeloos gebaar en
staarde daarna eenigen tijd zwijgend voor
zich uit. Eindelijk echter scheen hij zich te
vermannen en zich tot den commissaris wen
dend, zei hij op een toon, welke men van
iemand in zijn positie zeker geenszins zou
hebben verwacht.:
,,'t Is gosdU kent de wet het recht toe
elkeen in een cel te doen opsluiten, die ver
dacht wordt direct of indirect bij een mis
daad betrokken te zijn en ik ben niet in staat
mii daar tegen te verzetten.
Ik wil daarom ook met u niet redetwisten
over de vraag, of het recht is, dat een man
misschien voor dagen van zijn vrijheid wordt
beroofd, louter en alleen omdat hij niet in
staat is te bewijzen, dat hij niet schuldig is
#an een moord, die door duizend anderen kan
zijn gepleegd. De wet verlangt, althans voor
loopig, niet van u mij aan te toonen, dat ik
werkelijk schuldig ben. Ik kan daarom slechts
hopen, dat u later van dezen stap geen spijt
zult hebben.
„Die verantwoording neem ik gaarne op
mij", interrumpeerde de commissaris laconiek
en opstaande, gaf hij te kennen, dat hij het
verhoor hiermede voorloopig als geëindigd
beschouwde.
Terwijl het hierboven omschreven onder
houd tusschen Hellinger en den hoofdcom
missaris plaats had, trachtte Wils in een an
der vertrek van het gebouw van de daar aan
wezige getuigen in de moordzaak-Leuvensteyn
iets meer te weten te komen.
In de eerste plaats maakte hij kennis met
twee van de drie andere reizigers, die bij
den vermoorden bankier in de coupé hadden
gezeten, t.w. de forens uit Haarlem, dien hij
Van Hagen had hooren noemen en de ver
pleegster uit Amsterdam, mej. Robert.
Eerstgenoemde bleek een weinig spraak
zame man, die vooral journalisten als zijn
natuurlijke vijanden scheen te beschouwen
en er dientengevolge slechts met de grootste
moeite toe te bewegen was eenige bijzonder
heden over zijn korte reis in gezelschap van
den bankier en diens vermoedelijken moor
denaar mee te deelen. Die bijzonderheden
waren intusschen van zoo geringe' beteekenis,
dat Wils er niet veel wijzer door werd en
zeker zou hij zijn pogingen om den man aan
het praten te krijgen reeds lang hebben op
gegeven, wanneer niet Adams er schijnbaar
'n eer in had gesteld om juist van dezen ge
tuige iets meer te weten te komen. Daar de
procuratiehouder echter niet tot de verslag
gevers behoorde, was de heer Van Hagen te
gen hem wat 'mededeelzamer en daaraan was
het dan ook voornamelijk te danken, dat Wils
nieuwsgierigheid tenslotte althans eenlgszins
bevredigd werd.
Min of meer opvallend was de houding van
den heer van Doorn, wijlen Leuvensteyn's
compagnon, die maar stil voor zich uit zat
te staren en slechts van tijd tot tijd een zij
den zakdoek te voorschijn haalde om dan
met een nerveus gebaar het voorhoofd af te
wisschen. Schijnbaar was hij zeer onder den
indruk van het gebeurde, doch geen der aan
wezigen schonk hieraan bijzondere aandacht-,
want allen hadden genoeg met zichzelf te
doen.
Reeds spoedig werd het gesprek vrij alge
meen, want enkele mededeelingen van den
forens lokten natuurlijk aanvullingen en te
genspraken uit van de zijde der verpleegster,
die zich, zeker niet ten onrechte, als een der
voornaamste getuigen in deze zaak beschouw
de en, in tegenstelling met haar medereizi
ger, zich ook tegenover den reporter aller
minst gereserveerd toonde.
Zooals vanzelf spreekt, was vooral „de
vierde man" op aller lippen. Zuster Robert
kwalificeerde hem als „een griezelige vent",
dien ze van het eerste oogenblik af, dat ze
hem zag al niet vertrouwd had. Ze was blij
geweest, dat ook de heer Leuvensteyn zich in
hun gezelschap had bevonden, want wanneer
ze alleen met- dien man naar Den Haag had
moeten reizen, zou ze' zeker op het perron te
Haarlem in een andere coupé zijn gestapt.
Overigens had hij zich tijdens de reis vol
komen correct gedragen. Zij zelf was verdiept
geweest in haar lectuur en had daardoor
weinig van hem bemerkt. Slechts bij aan
komst in Den Haag had hij nog even van
zijn aanwezigheid blijk gegeven, daar hij
tegelijk met haar was opgestaan en haar
behulpzaam was geweest bij het openen van
het portier. Een oogenblik was zij nog bang
geweest, dat hij haar zou volgen, omdat ook
hij zich gereed maakte om uit te stappen,
maar toen zij later op het stationsplein voor
zichtigheidshalve nog eens had omgekeken,
had ze hem niet meer gezien.
Van een korte pauze in den woordenstroom
van de verpleegster maakte Wils gebruik
haar een vraag te stellen:
„Zijn naar uw mee»ing die griezelige vier
de man en Hellinger één en dezelfde per
soon?"
„Absoluut", klonk het gedecideerd uit den
mond van zuster Robert.
De forens uit Haarlem, die de verklarin
gen van de verpleegster met belangstelling
scheen te hebben gevolgd, liet een schamper
lachje hooren, hetgeen de dame in kwestie
aanleiding gaf hem een verbaasden blik toe
te werpen.
Toen het antwoord uitbleef, vroeg ze min
of meer snibbig:
„Waarom lacht u?"
„Om de beslistheid, waannee u op de vraag
van dien meneer een bevestigend antwoord
geeft. U houdt mij ten goede, zuster, maar
hoewel ik toch ook eenigen tijd bij dien ge-
heimzinnigen vierden man in de coupé heb
gezeten, zou ik voor geen duizend gulden zoo
positief durven bëweren dat. deze en de, thans
naar het schijnt, verdachte Hellinger één en
dezelfde persoon zijn. Zeker, de mogelijkheid
bestaat op het gebied van vermomming
schijnt tegenwoordig alles mogelijk maar
zóó op het oog zie ik geen andere punten van
overeenkomst tusschen beide heeren dan de
uilenbril. En dat lijkt me in zijn algemeen
heid nu juist niet bepaald een artikel om
iemand te herkennen. De vierde man, die ge
zocht wordt, droeg een zwart snorretje, dat
zal ook u geconstateerd hebben; Hellinger is
clean shaven. Bovendien lijkt me de laatste
grooter en forscher dan de man, die gezocht
wordt. Nee zuster, vóór dat u een dergelijke
verklaring voor den commissaris aflegt, zou
ik u willen adviseeren eerst nog eens goed
met uw geheugen te rade te gaan
Zuster Robert bloosde na deze terecht
wijzing en scheen zich te willen verdedigen,
maar van Hagen liet haar niet aan het woord
komen.
„De menschen vergeten wel eens", aldus
vervolgde hij, „dat het buitengewoon lastig is
iemand, met wien men slechts korten tijd
samen is geweest en die door geen enkel ge
baar of handelwijze speciaal de aandacht
heeft getrokken, later positief te herkennen.
Ik reis zelf dagelijks met den trein "tusschen
Amsterdam en Haarlem, bevind me dus ook
geregeld tusschen medereizigers, maar denkt
u, dat ik in staat zou zijn een uur nadat ik
uit den trein ben gestapt positief iemand
aan te wijzen, die naast of tegenover me heeft
gezeten? Als het er op aan komt, zou ik niet
eens graag willen verklaren, dat u dezelfde
bent, als de verpleegster, die Maandagavond
bij mij in de coupé zat. 't Mag dan niet bij
zonder galant zijn, zuster, maar ook u is niet
in staat geweest dusdanig m'n aandacht te
trekken, dat ik een blijvend bee-ld van u in
m'n herinnering behouden heb. En juist dat
blijvende beeld is, dunkt me, in de eerste
plaats noodzakelijk om later desnoods onder
eede te kunnen verklaren, dat men werke
lijk iemand herkent".
„Nou, maar ik herken u anders heel goed",
interrumpeerde zuster Robert haar mederei
ziger op een toon, die bewees, dat zij niet be
reid was haar verklaring tegenover Wils terug
te nemen.
„Dat is be'st mogelijk", antwoordde van
Hagen met een gevleid lachje, „maar op mijn
zienswijze voortbouwende, zou ik hier dan
uit mogen concludeeren, dat u aan mij wel
de noodige aandacht geschonken hebt. Ik ben
inderdaad zeer vereerd
Waarschijnlijk zou de verpleegster op deze,
niet geheel van pretentie ontbloote opmerking
wederom een vinnig antwoord hebben gege
ven, wanneer op dit oogenblik niet een agent
was binnengetreden, die haar verzocht had
hem naar den commissaris te volgen.
(Wordt vervolgd).