DE VIERDE MAN
Stratosfeervlucht.
Pas Vijftien jaar
geleden....
ijmuider courant
woensdag 17 augustus 1932
QUERIDO EN HET SPEELHOL
Een stadgenoot haalde een dezer da gen een
nude herinnering op. waarin ook wijlen Is.
Querido een rol speeide.
De twintigste eeuw. die reeds zooveel com-
mo'ie heeft, gebracht en ongetwijfeld nog
aanmerkelijk meer zal opleveren, was nog
Jechts enkele jaren oud toen Querido onzen
stadgenoot kwam opzoeken, met de vraag, of
deze 'hem niet eens in een Amsterdamsch
soeelhol kon introduceer en. De aanleiding tot
deze vraag was voor beide zijden zeer on
schuldig. Onze Haarlemmer had een tooneel-
fichets geschreven, die in het speelhoimilieu
«neelde en Querido. die voor een zijner boe
ken over hetzelfde onderwerp gegevens
noodig had, wilde uit dit oogimerk gaarne
eens met zulk een verboden instelling ken
nis maken. Het verzoek van den schrijver
werd gereede ingewilligd en op een avond
stonden beiden voor de deur van een speel
lokaal in de Nes. Drie kloppen, een wacht
woord en de gasten werden toegelaten in een
bovenkamer, waar een roulette stond op de
tafel, waaromheen reeds spelers verzameld
waren. In een roots kast tegen den muur
stond een batterij van flesschen met alco
holische genietingen.
De twee bezoekers keken toe, waagden er
Voor de aardigheid ook wat aan en na 10
minuten zei Querido tot zijn geleider, dat hij
nu wel voldoende gezien had. Onze stadge
noot -besloot nog een tijdje te blijven en
Querido verdween.
Nauwelijks een kwartier later werd er weer
00 de deur geklopt, maar nu ongewoon heftig
en zonder wachtwoord, althans niet met het
gewenschte.
politie! klonk het dreigend.
Snel werd de roulette-installatie door het
raam op een platje gewerkt en toen de re
chercheurs binnenkwamen. vonden zij
slechts een vreedzaam stelletje burgers in
lig gekeuvel bijeen. Het spreekt echter
vanzelf, dat de autoriteit zich niet zoo maar
in de luren liet leggen en alle delinquenten
moesten mee naar het bureau. Onder hen
was o.a. een Duitscher die in een Amster
damsch variété-theater optrad. Onze Haar
lemmer vertelde hem op zijn angstige vraag,
dat hij er wel met 6 of 7 jaar hoogstens af
zou komen, met het gevolg, dat de Duitscher
reeds den volgenden dag naar zijn land
eclipseerde en het variéténummer ontijdig
„wegéns ziekte" werd gestaakt.
Overigens liep het voor de boosdoeners
nogal goed af, behalve voor den speelhuis-
houden Onze stadgenoot kwam natuurlijk
met de verontschuldiging, dat hij Querido
op diens verzoek had begeleid en dit werd ge
accepteerd, toen de bekende schrijver in een
briefje aan de politie deze vriendendaad had
bevestigd. Zelfs verscheen Querido neg bij de
behandeling als getuige, maar hij werd niet
verhoord, daar zijn vriend met een waar
schuwing van verdere vervolging werd vrij
gesteld. Eenige der andere .bezoekers kwamen
er echter niet zonder zeer ernstige uitbranders
af, want er waren notabele, Amsterdammers
onder deze speellustigen.
RIJKSMIDDELEN WEER MINDER.
De Rijksmiddelen hebben in Juli f 10,78
mihoen minder opgebracht dan verleden jaar
indezelfde maand; de opbrengst over zeven
maanden is f 234 (v.j. 260 millioen).
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements-Rechtbank te
Haarlem zijn de volgende faillissementen
opgeheven:
1. S. de Ruiter Gz., wonende te Heems
kerk.
Curator Mr. L. G. van Dam, wonende te
Haarlem.
2. W. Botbijl, wonende te Heemstede.
Curator Mr. M. A. van Eek. wonende te
Haarlem.
3. A. Ruighaver, wonende te Hillegom.
Curator Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys, wonen
de te Haarlem.
4. de firma Seegers en hare leden J. H.
Seegers en H. A. Seegers, wonende te IJmui-
den.
Curator Mr. A. W. Hellema, wonende te
IJmuiden.
5. A. G. van Huet, wonende te Haarlem.
Curator Mr. J. H. Gerritsen, wonende te
Haarlem.
6. P. Roozen, wonende te Bloemendaal.
Curator Mr. J. H. J. Simons, wonende te
Haarlem.
Geëindigd zijn door het verbindend worden
der uitdeelingslijst de faillissementen van:
1. D. Goosens, wonende te Haarlem.
Curator Mr. A. Beets, wonende te Haarlem.
2. K. Ebbeling, wonende te IJmuiden-Oost,
Curator Mr. J. A. B. Sanders, wonende te
Beverwijk.
3. M. Machin, wonende te Heemstede.
Curator Mr. L. G. van Dam, wonende te
Haarlem.
In staat van faillissement werden ver
klaard: f 16 Augustus 1932)
1. L. Ziere, slager, vroeger wonende te
Heemstede. Julianalaan 2, thans te Haarlem,
Kruisstraat 20.
Curator Mej. Mr. H. J. Deenik, wonende te
Haarlem.
2. P. Martens, schilder, wonende te IJmui
den. gem. Velsen, Groeneweg 30.
Curator Mevr. Kool de Bruyn, wonende te
IJmuiden.
3. J. Luppens, aannemer, wonende te
IJmuiden, IToflaan. (Huize Denneheuvel)
Curator Mr. F. M. Hagemeijer, wonende te
Haarlem;
4. A. Roelofsen (Lunchroom Neutraal)
koopman, wonende te Purmerend Padjedijk.
Curator Mr. H. H. Riepma, wonende te
Edam.
5. M. G. Laurent, lunchroomhoudster, wo
nende te Zandvoort, Strandweg 1.
Curatrice Mevr. Mr. L. M. I. L. van Taalin
genDols. wonende te Haarlem.
6. C. M. Stoete, caféhouder, wonende te
Zandvoort, Strandweg la.
Curatrice Mevr. Mr. L M. I. L. van Taalin
genDols, wonende te Haarlem.
Rechter - C om miss aris in al deze faillisse
menten Mr. A. L. M. van Berckel.
IN SLAAP GERAAKT EN VERDRONKEN.
ABCOUDE. 16 Augustus (V. D.) Heden
nacht is te Baambrugge verdronken de 16-
jarige Joh. Versteeg wonende te Schalkwijk
(Utr.) die met een vriend, eveneens uit Schalk
wijk afkomstig aan den dijk van den Amstel
was gaan uitrusten. De jongens zijn op den
dijk gaan slapen, J. V. is daarbij in het wa
ter geraakt en verdronken. De politie stelt
een nader onderzoek in.
TAL VAN VERDRINKINGS-
GEVALLEN.
VEEL KINDEREN HET SLACHTOFFER.
Op het vliegveld Diïbendorf bij Zurich zijn alle voorbereidingen voor Prof. Piccard's
stratosfeer vlucht genomen. Het wachten is nu nog slechts op gunstig weer. Hierboven
de gasleiding, door middel waarvan de ballon gevuld wordt
Dinsdagmiddag is een driejarig kind, dat
speelde op éen schuit in de Oude Waal te
Amsterdam te water geraawkt. Het kind ge
raakte onder de schuit, en werd eenige
oogenblikken later er levenloos onder uit ge
haald.
Dinsdagmiddag is de 38-jarige heer J.
Borghuis, uit Breda, die met zijn gezin, zijn
vacantle te Wageningen doorbracht, bij het
zwemmen in den Rijn verdronken. De politie
heeft na enkele uren het lijk opgehaald. Het
slachtoffer laatteen vrouw en twee kinderen
achter.
Dinsdagmiddag te ongeveer half drie is
een ongeveer tienjarige jongen, die.logeerde
bij de familie Molema aan den Diezersweg te
Zwolle bij het zwemmen in de Vecht nabij
het zwembassin Koezen verdronken. De
Vecht is daar ter plaatse niet diep, maar de
jongen is door den stroom meegesleurd. Naar
het lijk wordt gedregd.
Dinsdagmiddag is te Axel de 12-jarige A. B.
in de ..Kleine Krak", een stilstaand water
bij het baden verdronken. De jongen was te
ver gegaan en kon niet meer terug; hulp was
eerst na tien minuten ter plaatse. Nog een
half uur heeft men getracht, de levens
geesten bij den drenkeling op te wekken doch
het leven bleek reeds geweken te zijn.
Het vijfjarig dochtertje van den schipper
K. Stuy was bij haar vader eenige dagen
gelogeerd aan boord van den zandzuiger
„Sliedrecht 9" liggende in de petroleumhaven
onder Pernis. Het kind dat op den wal aan
het spelen was werd na eenigen tijd vermist.
Enkele arbeiders die de omgeving afzochten
konden het meisje niet vinden, waarna men
de gemeentepolitie te Pernis waarschuwde.
Deze dregde de petroleumhaven af waarbij
het lijkje werd gevonden. Vermoedelijk is
het kind bij het aan boord gaan van de loop
plank gevallen. Het lijkje is naar de ouder
lijke woning te Sliedrecht overgebracht.
UIT HAARLEM
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Bureau van Politie, Smedestraat 9, arm
band. zwemabonnement, R.-K. boek; bos sleu
tels, Knibbe, Dr. Schaepmanstraat 73, auto>
ped; v. Poelgeest, Frankestraat 16, armband,
Klooster, Lekstraat 20, autodop; Bonarius,
Zoetestraat 8, Rijngids, Koers, Rollandstraat
74, motorbril; Meerman, Regulierstraat 37,
electr. lantaarnkop; Kennel Fauna, Parklaan
119, hond, 3 katten; Willekes. Leidschevaart
38 r., hondenhalsband.; Schadee, Gerrit van
Heesstraat 7, katje; Kleist, Houtvaart 206,
kat; Kennel Haerlem, Regentesse'laan 42, 3
katten; Vonk, Teerensingel 5A rd., medaille;
Lamers, Perseusstraat 49, kinderportemon-
naie; v.'d. Veen. Spaarnhovenstraat 36, idem,
Storm, Kleine Houtstraat 100b, rozenkrans,
de Ridder, Brouwersstraat 124, regenjas; de
Hey, Barendsestraat 27, gymn. schoentje; v.
Pel. Hoofmanstraat 42, melkbussleutel; de
Klerk, Gen. Bothastraat 127, damesschoen;
Blok, Lange Poellaan 19, kinderschoen; v. Ap
pelen.' Overt-onstfaat 20, ring met- sleutels;
wed. Traksel, Rozenprieelstraat 27 trommeltje
m. handdoek; Groen, Spaarndammerweg 62,
tang; Philippo, Slaperdijk 74, actetasch met
inhoud.
(Prof. Piccard heeft zijn tweede
tocht naar de stratosfeer voor
onbepaalden tijd moeten uit
stellen door weersomstandig
heden en verder verhinderd
zijn van zijn assistent.)
Dus de tweede stratosfeer-reis
Is voorloopig van de baan
En de prof blijft met zijn voeten
Op de veil'ge aarde staan.
Wilt ge wel gelooven, vrienden,
't Is voor mij een heele rust,
'k Was me in de laatste dagen
Al te stratosfeer-bewust.
In mijn droomen steeg ik nachtelijks
Naar die ijle sfeer omhoog
En daar dreef ik voort, onzichtbaar
Zelfs voor het gewapend oog.
Vijftig, honderd kilometer
En ik kon niet meer omlaag,
En een heele bundel draden
Trok voortdurend door mijn maag.
Ik hoef nu niet meer te droomen,
Want Piccard blijft op den grond,
Waar de mensch behoort tenslotte,
Sedert er zijn wiegje stond.
Tal van minnaars van sensatie
Zijn wel zeer teleurgesteld,
En de prof is in hun oogen
Niet meer de sportieve held.
Hij is nog slechts een geleerde,
Aan de wetenschap gewijd,
Dus een mensch van lager orde
In onzen sportieven tijd.
Of hij al of niet in d'achting
Of in stratosferen stijgt,
Prof blijft nuchter, tot hij zelf weer
Wenscht dat hij de hoogte krijgt.
P. GASUS.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 16 Augustus.
Bevallen 12 Augustus: P. H. M. C. v. d.
Laan—Monnée, z.; 13 Augustus: E. W. Mooij
Claassen, d.; A. M. M. Eggers—Vlek. d.; V.
F. WilmsDribbel, z.; W. C. van Bergemde
Jeu, d.; P. A. E. v. d. BosMolenaar, z.; Z.
Rietman—Koning, z.; A. Beugeling—Wil-
lemse, d.; 14 Augustus: M. I. Duim—Pool, d.;
J. C. Goezinnen—Hoogeiworst, d.; J. C. Brou
werMeiman, z.; B. GregoireDeegens, z.;
A. de VriesHollander, z.: C. W. M. v. d,
Bergh—van Leuven, d.; 15 Augustus: C. A. M.
van Hoorik—Loerakker z.
Overleden 12 Augustus: G. van Maris, 81
jaar, Hagestraat; 13 Augustus: H. Eschting'
hausen, 79 j., Stationsplein; D. J., 6 j., d.
van G. van Tongeren, Kamperlaan; J. Uijlen
burg, 62 j., Leidschestraat; C. W. Straver, 58
j., Preangerstraat; 14 Augustus: M. J v. d.
GraafDijkman, 29 j., Hazepaterslaan; A.
Hoogewerf—Limmen, 86 j., Kamperlaan; 15
Augustus: C. M. LeverDaalder, 73 j., Ha
zepaterslaan; G. de Gooijer—Klunder, 77 j.,
Weltevredenstraat. J. Derks, 65 j., Tulpen-
straat,
Kranten-
knipsels
uit 1917.
17 Augustus 1917.
Eigenaardig visschersv aar tuig.
Door den heer M. S. Ossendorp te IJmui
den werd onlangs aangekocht het stoom
schip „Zeeuwsch Vlaanderenvan den Pro
vincialen Stoombootdienst in Zeeland. Dit
schip is nu tot stoomtrawler ingericht
en komt in de vaart met den naam
„Derika" ter vervanging van den onlangs
tot zinken gebrachten trawler met denzélf
den naam. Deze zal in Nederland de eerste
trawler zijn met raderkasten.
In het buitenland, vooral in Schotland is
dit schcepstype bij de visscherij geen vreemd
verschijnsel.
LANCS DE STRAAL
Wij rijden!
Nee. een Jordaner is zoo nie'.
Zóó. is alleen de man die bescheiden be
gon, stil voor zichzelf, met de onverzette
lijke wil om vooruit te komen, om in dit le
ven wat meer te bereiken, wat meer te verga
ren en het zijne te noemen, dan zijn vader
kon doen. Wien de opgang zoozeer in het
bloed zit, dat hij steeds leeft in het stadium,
dat volgt op datgene waarin hij zich op dat
moment bevindt, met het gevolg, dat hij
steeds iedere gulden tienmaal moet omkee-
ren voor hij hem uitgeeft en dan nog drie
keer terugnemen voor hij daar definitief toe
overgaat, hetgeen echter voor het oog van
de wereld door een nonchalant gebaar wordt
verborgen. Zóó, is alleen de man, die einde
lijk, eindelijk na veel zwoegen en tobben ach
ter het stuur van zijn eigen auto zit, wiens
boezem prangt, wiens adem hijgt, wiens ka
ken blaken van trots en inspanning beide,
maar wiens rug lui achterover leunt en wiens
handen losjes het stuur omvat-ten alsof hij
er achter geboren was. Zóó is de man zonder
fantasie, de man die geen gevoel heeft voor
de humor van de werkelijkheid, die de pret
niet, aandurft om een branie te zijn.
Nee, zoo is een Jordaner niet. Die heeft
de lef! Zoo maar, ronduit en hij maakt er een
feest van, zonder het iemand te vragen. Wil
je meelachen des te beter, doe je het niet,
ook goed en als je je gaat ergeren, allé, dat
moet jij weten, maar dom is het wel, want
ook zonder jou kan het feest verder gaan
En wat voor een feest. Het begon op het
Waterlooplein. Daar koopt oom David oude
onderdeelen van fietsen en auto's op. En
laat hij me daar nu toch vandaag een ding
op den kop tikken, dat, vanwege de crisis uit
louter onderdeelen bestaat, die echter een
lichte samenhang vertoonen: laat hij me
daar een auto koopen. een auto met wielen,
een stuur en een hikkende, schokkende,
heusche motor!
„Maar David
.,Kom Becca-tje-lief, trek je mooiste blous-
je aan, en je lekkere wollen dasje om, wij
gaan rijden. Je oude moeder nemen we mee.
Vandaag hebben we een auto, vandaag rijden
wij. Stap maar in!
En Becca stapte in, en d'r moeder stapte
in, en twee keer helden de onderdeelen eèn-
parig, en zonder hun samenhang te verbre
ken naar de kant waar zij instapten. En net
toen ze weg zouden rijden en oom David zijn
glimmend bolhoedje wat dieper schoof, ge
reed voor den start, kwam de buurvrouw van
beneden naar buiten met een dreinend kind
aan haar rok, en ze keek zoo verbaasd en
lachte zoo gul. dat oom David haar met schort
en kind en al mee liet rijden, -terwijl hij een
paar minuten geleden nog zoo op Becca's
mooiste blousje had aangedrongen. Maar ze
lachte zoo en de jongen keek zoo verbaasd,
dat hij zulke prettige passagiers niet wou
missen.
Ze reden eerst om het Waterlooplein,
toen langzaam en deinend van gelukzalig
heid over de Zeedijk, schuivend tusschen veel
bekenden door, die hun met uitroepen be
nijdden, of een grap riepen, die hun ernst
niet stoorde, omdat ze niets te verbergen
hadden en ieder weten mocht, dat oom Da
vid vandaag een goeden dag had gemaakt.
Ze zaten breed en glommen, oom David klein
tjes voorin achter het stuur, de vrouwen
overdadig, met gezichten vol waardigheid,
alleen moesten ze telkens lachen, maar van
plezier, en ook om de buurvrouw die niet
laten kon om te wuivenStatig langs de
Zeedijk, en dan wat schuchtertjes in het
groote verkeer langs het Damrak en weer
terug. En langs de Nieuwendijk weer triom-
phantelijk.
Ja, ja, wij rijden. Ja, wij hebbcii èeh auto
vandaag. „Becca, meid!" én een elleboog
prikt in haar middel: de buurvrouw.
Wij maken feest.
Wij rijden. Je wilt weten hoe we er aan
komen? Vraag Daaf!
Je wilt heelemaal niets weten, ook goed.
Wij rijden, en we vinden het fijn. Hoera,
wij rijden!
Vr. S.
Een der sluizen van het onlangs geopende
150 K.M. lange kanaal Metz—Straatsburg.
BOEKERIJ VAN HET LEESMUSEUM WORDT
GEVEILD.
Aan de firma Burgersdijk Niermans
.Templum Salomonis" te Leiden is de ver
koop in publieke veilig opgedragen van de
bekende boekerij van het Genootschap „Het
Leesmuseum" te Amsterdam.
De veilingen zullen in de maanden Sep
tember en October in het gebouw van het
Genootschap te Amsterdam gehouden wor
den.
REEDS DUIZEND LUCIITPASSAGIERS
NAAR SCHOUWEN.
Het K. L. M.-vliegtuig, dat Donderdagmid
dag te 5 uur 10 op het vliegveld Haamstede
op Schouwen zal arriveeren, zal de dui
zendste betalende passagier aan boord heb
ben, welke dit jaar op dit vliegveld is ge
land.
FEUILLETON.
(Eeji geval uit dc praktijk van Inspecteur
Sanders, lid der Centrale Recherche)
door UDO VAN EWOUD.
21)
Nadruk verboden.
Persréunie in Palais Royal.
De club, waarvan Emiel Wils gesproken
had, was geen vereeniging in de beteekenis,
welke gewoonlijk aan dit woord wordt toe
gekend. Het hoekje van het Palais Royal,
waar men elkaar gewoonlijk trof, vormde het
verzamelpunt van een steeds wisselend aan-
al journalisten, literatoren en introducé's van
dezen, waartoe aanvankelijk ook inspecteur
Sanders had behoord. Deze laatste en
naast hem nog eenige andere politiebeamb
ten had zich echter onmiddellijk zoo thuis
gevoeld in dit hoofdstedelijke perswereldje,
dat. hij al spoedig als een welkome stamgast
Werd beschouwd, wiens verschijning in dit
niilieu van steeds op nieuws beluste kran-
tenmenschen gewoonlijk met vreugde werd
begroet.
Die nieuwsgierigheid van de journalisten
nad inspecteur Sanders nooit kunnen belet
ten zijn bezoeken te herhalen, want eener-
zijds verstond hij zelf meesterlijk de kunst
otti te zwijgen, wanneer hij dat, in verband
met een en ander onderzoek noodzakelijk
achtte, terwijl anderzijds de reporters zeer
goed beseften, dat deze kring, gevormd door
collega's, die in werkelijkheid toch allen con
currenten waren, niet de aangewezen plaats
was om over een of ander onderwerp, dat hen
interesseerde, inlichtingen in te winnen.
Het gesprek werd nu meer algemeen en ge
raakte al spoedig op het gebied der dagelijk-
sche actualiteiten. Daarbij kwam natuurlijk
ook de moord op bankier Leuvensteyn ter
sprake en verschillende leden van het gezel
schap maakten van deze gelegenheid gebruik
hun persoonlijke meëniiig over de houding
van politie en justitie ten opzichte van Hel-
linger's arrestatie kenbaar te maken. Slechts
Wils, hoewel aandachtig luisterend naar al
les, wat door zijn collega's te berde werd ge
bracht, was merkwaardig stil, zóó stil, dat
het den anderen tenslotte zeker zou zijn op
gevallen, wanneer niet op het moment, dat
het gesprek zijn hoogtepunt bereikte, inspec
teur Sanders was binnengekomen, op wien
onmiddellijk door Hazemeyer beslag werd
gelegd.
„Hallo, Sanders, leg jij die knapen hier eens
het zwijgen op. Ze hebben allemaal hun eigen
oordeel over de zaak-Leuvensteyn, maar
snakken innerlijk naar de meening van een
expert".
„Dan kan ik slechts m'n spijt betuigen de
heeren te moeten teleurstellen", antwoordde
de inspecteur, een stoel tusschen Wils en
Adams inschuivend. „Ik dacht, dat het de
pers toch wel bekend was, dat het onderzoek
in deze zaak bij de Rotterdamsche politie be
rust en persoonlijk heb ik werkelijk nog geen
geen gelegenheid gehad het geval eens rustig
te overdenken".
„We zullen dus de behandeling van de zaak
ook niet voor de Amsterdamsche rechtbank
meemaken", zei Hoekstra spijtig.
„Nee, daar bestaat geen kans op", ant
woordde de inspecteur en glimlachend liet
hij er op volgen: „Die sensatie zul je aan je
Rotterdamsche collega moeten overlaten. Ten
minsteliet hij er, nu weer ernstig op
volgen, „wanneer het althans ooit zoover
komt. Het bewijsmateriaal, dat men tot dus
ver tegen Hellinger .verzameld heeft, schijnt,
voor zoover mij bekend is, niet overstelpend
te zijn, tenzij men kan vaststellen, dat het
vanmorgen ontdekte briefje Inderdaad van
Hellinger afkomstig is".
Waarschijnlijk zou deze opmerking weer
opnieuw aanleiding tot een uitvoerige gedach
tenwisseling hebben gegeven, wanneer van
een ander tafeltje niet een der journalisten
was opgestaan en het gesprek had onderbro
ken met ee'n verzoek dat de moordzaak-Leu
vensteyn plotseling op den achtergrond
plaatste.
Het was de secretaris van de Amsterdam
sche Journalistenvereniging.
„Mag ik de heeren er even aan herinneren",
zei hij, „dat introductiekaar ten voor 't vol
gende week Woensdag te houden jaarlijksche
bal-masqué vóór Maandag moeten worden
aangevraagd. De namen der introducé's moe
ten aan mij worden opgegeven en ik zorg
dan voor prompte toezending. Ik behoef jul
lie er zeker niet op te wijzen, dat elkeen, die
maar even weg kan, verwacht wordt".
Er werd nog even over het vraagstuk der
costumeering doorgepraat, waarbij het fi
guur van menigen ijverigen redacteur of ver
slaggever het moest ontgelden, tot plotseling
de zware stem van den portier, die aan den
ingang van de zaal verscheen, de conversa
tie wederom afbrak:
„Telefoon voor meneer Sanders!Me
neer Sanders hier?"
„Het wordt tijd, dat we hier ook eens zoo'n
signaalinrichting voor de telefoon krijgen",
zei Wils. „In het buitenland vindt je die in
groote cafés allang. In plaats dat je naam dan
door een portier wordt uitgebruld, verschijnt
die in lichtletters op een bord. 't Is ongeveer
hetzelfde systeem als dat, wat in verschil
lende stationswachtkamers in het buiten
land wordt toegepast om het vertrek der trei
nen aan te geven. Pracht uitvinding voor de
ij veraars van meer stilte".
Inspecteur Sanders was Intusschen opge
staan en nam vijf minuten later zijn plaats
aan de stamtafel weer in.
Ongemerkt duwde hij Wils een papiertje in
de hand, waarop deze zich al even onopval
lend een oogenblik verwijderde om van den
inhoud kennis te nemen.
„Kom met Adams naar het hoofdbureau.
Belangrijk nieuws", las hij.
Langzaam slenterde hij weer terug naar
zijn plaats en nu was het een kleine, moeite
om Adams het briefje in handen te spelen.
Onmiddellijk daarna nam de inspecteur
met een kort excuus voor zijn overhaast ver
trek, dat echter door dringende dienstzaken
noodzakelijk werd, afscheid.
Toen ook eenige leden van de nachtredac
tie zich gereed maakten om te vertrekken,
grepen Wils en Adams deze gelegenheid dank
baar aan om het gezelschap eveneens te ver
laten.
Belangrijk Nieuws.
Tijdens hun wandeling naar het hoofdbu
reau gaf Wils den procuratiehouder een kor
te uiteenzetting van hetgeen zich dien mid
dag in en voor de woning van de verpleegster
in de 2e Oosterparkstraat had afgespeeld.
Adams luisterde met aandacht naar het
verhaal, dat hij slechts af en toe met een
enkele vraag even onderbrak. Toen de repor
ter zweeg, duurde het eenigen tijd voor hij
zijn meening kenbaar maakte.
„Dus tóchzei hij eindelijk, meer tot
zichzelf dan tot Wils en zich daarna tot den
laatste richtend, vervolgde hij:
„Als jou veronderstellingen ten opzichte
van de medeplchtigheid van die verpleeg
ster inderdaad tot opheldering van de mis
daad leiden, heb je de politie wel zeer aan je
verplicht, Miel".
Wils schudde het hoofd.
„Hoho, zóóver z-ijn we nog niet. Je vergeet,
dat, zelfs wanneer de medeplchtigheid van
de verpleegster komt vast te staan en op
het oogenblik is dat nog geenszins het geval
er altijd nog een vierde man is, die zeker
niet zoo gemakkelijk zal zijn op te sporen.
We weten nu immers nog niets, we vermoe
den slechts en al zou tenslotte overtuigend
komen vast te staan, dat die verpleegster
mede de hand in het spel heeft gehad, dan
blijft het nog altijd de vraag of zij be'reid zal
zijn ons nader in te lichten. En wat die ver
plichting van de politie betreft, Bob, ik hóóp,
dat je me gelooft, wanneer ik zeg, dat me
het besef er toe te hebben bijgedragen een
arme drommel als Hellinger voor een opzien
barende rechtbank te behoeden, meer voldoe
ning zal schenken dan m'n aandeel in de
arrestatie van den dader".
„Het is anders nogal brutaal", vervolgde
hij met- een kort lachje, toen de ander bleef
zwijgen, ,dat we reëds van aandeel in een
arrestatie durven spreken, terwijl nog nie
mand er een flauw idee van heeft hoe de
zaak zich kan hebben toegedragen, wanneer
de' verpleegster werkelijk aan een en ander
debet is".
„Dat vraag ik me ook juist af", antwoordde
Adams. „De conducteur heeft op het station
in Den Haag toch alleen de vierde man ge
zien en niet de verpleegster. Ik begrij eerlijk
gezegd niet waarom de medewerking van
deze laatste dan noodzakelijk moet zijn ge
weest".
,Een oplossing voor dat probleem heb ik
ook niet vermogén te ontdekken en ik geloof
dan ook, dat we beter doen daar maar niet
verder naar te zoeken. Acht jij de mogelijk
heid zóó verwerpelijk, dat men die vierde
man of laten we liever zeggen de vierde
passagier alleen ten tooneele heeft ge
voerd om de aandacht geheel van de ver
pleegster af te leiden?"
(Wordt vervolgd).