DE VIERDE MAN
Hoe ontstaat het weerbericht?
OVER HITTEGOLVEN EN IJS.
Pakkend Devies.
1
De oorsprong van de Pêche Melba.
IJMUIDER courant
ne overweging hoe De Bilt dag in dag uit
•n de behoeften van den dagblad-lezer aan
■JUcht in het weer van morgen voorziet, de
vraaff welke werkzaamheden zooal aan de
flevering van het dagelijksch weerbericht
vast zouden zitten, voerde ons naar het ko-
«inklijk Nederlandsch Meteorologisch insti
tuut dat op eenige Kilometers afstand van
TTtrecht in een groot hoog gebouw temidden
van een fraai, rustig park, is gevestigd.
Met een kort antwoord bleek onze vraag:
Hoe wordt in het instituut het weerbericht
voor de krant .gemaakt", gelukkig niet vol-
te kunnen worden beantwoord. Geluk-
its"niet, want in het andere geval zouden
we vermoedelijk gespeend zijn gebleven van
Ipn blik in de organisatie en inrichting van
bet instituut, waar het dagelijksch weerbe
richt slechts een onderdeel is van omvang
rijke, ook voor den leek belangwekkende, ver
richtingen.
De inleiding tot de beantwoording van
onze vraag vormde een onderhoud met het
hoofd der afdeeling klimatologie. Dr. C. Braak,
die in oen populaire verhandeling de alge
meene inrichting van het meteorologisch in
stituut uiteen zette. Men onderscheidt de
afdeelingen algemeene dienst, weerdienst en
algemeene meteorologie, klimatologie, océa-
noVaphie en maritieme meteorologie, aard
magnetisme en seismologie.
De klimatologie omvat waarnemingen in
het instituut zelf, in de 14 secundaire sta
tions in ons land verspreid liggen, en op een
paar honderd binnenlandsche stations, waar
niet gehonoreerde medewerkers den regenval,
onweer en optische verschijnselen op kaar
ten vast leggen. Op de secundaire stations
wordt 3 maal per dag waargenomen op
temperatuur, vochtigheid, wind, bewolking,
regenval, en de uitslagen dier waarnemingen
komen samen in De Bilt. waar ze met de uit
komsten van een aantal zelf registreerende
instrumenten als zonneschijnmeters, wind
meters, barographen en thermographen, en
van dé ter plaatse gedane waarnemingen,
worden verwerkt ten behoeve van het weer
bericht en van de maandoverzichten, met
behulp waarvan men steeds kan nagaan hoe
op een zeker moment „ergens" in ons land
de weersgesteldheid is geweest. In de prak
tijk blijkt dit laatste nog wel eens gewenscht.
Zoo zal een verzekeringsmaatschappij in den
regel geen stormschade uitkeeren als De Bilt
niet heeft uitgemaakt, dat op de plaats en
op het oogenblik dat de storm werd aange
richt, de wind inderdaad een snelheid van
14 M. per secunde of meer heeft gehad. Voor
rechtszaken, waarbij het weer in het geding
wordt gebracht (b.v. bij aanrijdingen) wor
den de waarnemingen eveneens te hulp ge
roepen. Ook werkt De Bilt mede aan het op
steflen van nieuwe bouwvoorschriften gelet
op den maximaal te verwachten winddruk,
en de directies van ontworpen ziekenhuizen
willen van het instituut weten hoe lang de
zon er gemiddeld op zal schijnen, Verder ko
men vele aanvragen in betreffende regen
val. o.a. voor afwatering, betreffende ver
damping, enz. I>e informaties omtrent klima
tologische gegevens, die De Bilt bereiken,
loopen ieder jaar in de honderden. Sedert
enkele jaren heeft het instituut ook met de
gevreesde aardappel-ziekte een en ander uit
staande. Gebleken is n.l. dat er verband is
tusschen die ziekte en vier weerfactoren.
Zoodra nu deze vier weer-factoren ergens in
den lande worden waargenomen, geeft De
Bilt per radio het seinsproeien in die streek.
Dit 'sproeien voorkomt de ziekte, de tijdige
waarschuwing voorkomt het ontijdig, dus
nutteloos sproeien.
Het ligt natuurlijk geheel op den weg van
het instituut, dat, voor zoover de eischen der
praktijk daarvoor tijd laten, het waarne
mingsmateriaal ook voor wetenschappelijk
onderzoek wordt verwerkt.
Dr. Braak bracht ons na zijn inleiding naar
een aantal, in het gebouw en in het park
verspreid staande instrumenten, waarmede
waarnemingen worden verricht. In den
hoogen toren van het instituut zagen we
apparaten, die windrichting, wind-sterkte en
zonneschijn meten en registreeren, in het
park instrumenten voor het opteekenen van
temperatuur, vochtigheid, regenval, verdam
ping. We zagen hoe men de snelheid van
wolken meet, en hoe men de temperatuur in
den grond waarneemt.
Zóó opmerkelijk is de schijnbare eenvoud
van alle instrumenten voor de waarnemin
gen, dat zij het vermoeden zouden kunnen
wekken, dat de klimatologie een bijster sim
pele tak van wetenschap is. De eenvoudige
bakjes, die regen opvangen, noch de bekende
FEUILLETON.
(ECn geval uit de praktijk van Inspecteur
Sanders, lid der Centrale Recherche)
door UPO VAN EWOUD.
Nadruk verboden.
26)
Intusschen viel het niet te ontkennen, dat
bun kansen om de zaak tot een goed einde
te brengen de laatste uren belangrijk waren
verminderd. Zoolang de verpleegster in de
stad was geweest en onkundig bleef van het
feit, dat zij verdacht werd, bestond de moge
lijkheid, dat zij op een of andere manier met
haar medeplichtigen in aanraking zou ko
men. Maar nu? Ze had er de lucht van ge
kregen, dat zij bewaakt werd en had daar
om de vlucht genomen naar het buitenland,
vaar niet alleen haar arrestatie heel wat
moeilijker zou zijn. maar bovendien de kans
bestond, dat zij alle relaties met haar hand
langers voorloopig zou vei'breken
Met dat al bleek het een interessant ge
val, dat zeker de moeite waard was om er z'n
gewone journalistieke bezigheden een paar
dagen voor aan anderen over te laten en het
vooruitzicht, dat het tweede bedrijf in het
buitenland zou spelen, vermocht de aantrek
kelijkheid voor een amateur-detective als hij
uog slechts te verlioogen
't Was tegen eenen voor hij eindelijk in
siaap viel en reeds een uur lafcsr waarschuw
de hem een ratelend 'afloopende wekker, dat
het tijd was zich voor den nachtelijke'n auto-
ïit met inspecteur Sanders gereed te maken.
DINSDAG 23 AUGUSTUS 1932
thermometers spreken tot de verbeelding
van den leek. Meer daartoe in staat is het,
met het oog op snelle temperatuur veran
deringen geheel geïsoleerd interieur van het
paviljoen der afdeeling aardmagnetisme en
seismologie, waar o.a. ingewikkelde instru
menten aardbevingen registeeren. Dr. Braak
verklaarde ons de werking der seismographen
die nagenoeg lederen dag een aardbeving van
geringe beteekenis aantoonen, en die De
Bilt in staat stellen, de plaats, hoe ver weg
ook, waar een aardbeving is, op te sporen.
Behalve de Bilt heeft het station Heerlen in
strumenten voor seismologische waarnemin
gen, en wel met het oog op mogelijke grond
verplaatsingen in de kolenmijnen in de om
geving.
De volgende afdeeling, die Dr. Braak ons
deed bezoeken was de afd. oceanographie
en maritieme meteorologie, waar de heer
Keijser zich een bereidwillig inleider toonde.
Hij gunde ons een blik in de ontzaglijke ver
richtingen, die over de geheele wereld wor
den gedaan ten einde behoorlijke gegevens
te verzamelen over de meteorologische ver
schijnselen op zee en over de bewegingen
van het water der zeeën en oceanen, ten pro-
fijte van de wetenschap, de scheepvaart en
de visscherij. Het materiaal voor deze afdee
ling wordt voornamelijk geleverd door de
waarnemingen, verricht aan boord van
Nederlandsche schepen der groote vaart,
voorts van oorlogsbodems en lichtschepen.
..Onze zeelieden", zei de heer Keijser". doen
daarvoor zulk schitterend werk dat men er
geen lof genoeg voor kan hebben, en wij zijn
de directies der scheepvaart-maatschappijen
die dit werk belangloos doen verrichten, dan
ook zeer verplicht. Van ieder binnenvarend
schip ontvangen we meteorologische journa
len, bevattend de uitslagen van de om de 4
uur gedane waarnemingen. Per jaar komen
hier circa 600 journalen binnen, die onge
veer 200.000 series waarnemingen bevatten.
Al deze waarnemingen moeten volgens kaart
systeem gerangschikt en bewerkt worden om
als materiaal te kunnen dienen voor de at
lassen voor de zeevaart en wetenschap, die
door het instituut worden uitgegeven. De
complete serie van vier atlassen van den At-
lantischen Oceaan bevat b.v. zeven millioen
wa arnem in gen"
„Hoever is me ngevorderd met de oceano
graphie", vroegen we den heer Keijser, na
dat deze ons nog eenige buitenlandsche re
censies getoond had om te bewijzen, hoe gun
stig dit Nederlandsche werk in de weten
schappelijke wereld wordt beoordeeld.
„Van de Atlantischen Oceaan en van het
Noordelijk gedeelte van den ïndischen
Oceaan weet men al zeer veel", luidde het
antwoord. „Maar de beide Pacific Oceanen
liggen echter nog zoo goed als geheel braak.
Groote internationale samenwerking is voor
dit gebied noodig en die bestaat wel, maar
de vorderingen gaan langzaam. Thans zijn
we bezig met het bewerken van de waarne
mingen over het gebied tusschen Japan en
Indië".
„Wat is het praktisch nut van deze we
tenschap" vroegen we vervolgens.
„De verkregen kennis komt ten goede aan.
de scheepvaart en de weervoorspelling op
langen ter fijn; bovendien wordt door het
verrichten van waarnemingen de meteoro
logische kennis bevorderd, hetwelk wederom
ten goede komt aan de navigatie. Om een
duidelijk voorbeeld te noemen kan worden
gezegd, dat door vergelijking van de baro
meter-waarnemingen aan boord met de
luchtdruk- gegevens, die in de atlassen voor
komen, een schip, dat in de tropische stor
men, als typhonen-, tijdig te óntloopen".
Na het onderhoud met den heer Keijser, en
na de bezichtiging van de geweldige archie
ven zijner afdeeling, kwamen we terecht bij
dr. H G. Cannegieter, die als medewerker
aan de afdeeling weerdienst en algemeene
meteorologie, voor den couranten-lezer een
der „heeren van De Bilt" vertegenwoordigt.
Het is nl. deze afdeeling, die in de courant en
door de radio aankondigt wat we den ande
ren dag van het weer te verwachten hebben.
Bij Dr. Cannegieter was het dat ons einde
lijk het slot gewerd van het antwoord op de
in den aanvang van dit artikel gestelde
vraag. Toen we hadden plaats genomen te
genover dezen weerkundige, die heel wat il
lusies wekt en illusies doodt, vooral in den
vacantietijd, voelden we ons geroepen hem
mede te deelen in hoeverre de voorgaande
colleges ons inzicht in zijn taak hadden doen
rijpen.
,,U weet dus, dat de in het binnenland ge-
Schier geruischloos gleed de zware acht-
cylinder, die uiterlijk in geen enkel opzicht
aan een politie-auto herinnerde, de spaar
zaam verlichte stad uit. Een stoere chauf
feur in 't eenvoudige uniform, dat zijn vak-
genooten gewoonlijk plegen te dragen, hield
met zekere hand het stuur, terwijl Sanders
en Wils, diep in de kraag van hun jas ge
doken, de beenen omhuld dooreen plaid, het
zich achterin zoo behaaglijk mogelijk had
den geblaakt
„Ik zou je den raad willen geven voorloopig
te trachten nog een paar uurtjes van je ver
loren nachtrust in te halen, wanneer ik niet
wist, dat je natuurlijk smacht naar eenige
opheldering met betrekking tot onzen nach
telijken tocht", zei Sanders, terwijl de laat
ste lantaarns langs den Amstel voorbij gle
den.
„Een beetje benieuwd ben ik wel, ja. Ove
rigens ben ik. ondanks je zwijgzaamheid, ge
durende de vijf minuten, die we in dezen zeer
comfortabelen wagen doorbrengen, toch al
weer iets wijzer geworden. De reis gaat naar
Duitschland en als je nu nog 10 minuten
wacht, kan ikje ook vertellen of Rijnland dan
wel Westfalen het doel van den tocht is",
antwoordde Wils.
„Zóó lang zal ik je geduld maar niet op
den proef stellen, beste jongen. Je hebt met
deze opmerking alweer zoom duidelijk bewijs
van je scherpzinnigheid geleverd, dat ik me
waarlijk gelukkig prijs zoo'n assistent in m'n
onmiddellijke nabijheid te hebben. Straks
zullen we den weg naar Utrecht inslaan en
daaruit volgt dus. dat we vermoedelijk eenige
dagen in het Rijnland zullen doorbrengen.
We gaan naar Düsseldorf, Miel; bij mijn te
rugkomst op het bureau heb ik bericht ge
kregen, dat zuster Robert daarheen getrok
ken is, misschien wel met het doel om het
carneval mee' te vieren".
Sanders gaf zijn metgezel nu een volle
dige explicatie van hetgeen zich na de mis
lukte huiszoeking in de woning van de ver
dane waarnemingen hier samenkomen", zei
Dr. Cannegieter. „Andere landen hebben
eveneens zulke verzamelpunten; de gegevens
worden 3 maal per dag uitgewisseld, en zóó
ontstaat het weerbericht. We vroegen een
nadere toelichting van deze wel zeer korte
verklaring, aan welk verzoek de heer Canne
gieter ongeveer als volgt voldeed.
..De weerdienst berust nagenoeg geheel op
radiografische ontvangst van de weerberich
tenten, gesteld in den code van de Interna
tionale meteorologische organisatie, die het
laatst in 1929 in Kopenhagen de weer'oe-
richtgeving internationaal geregeld heeft.
Elk land zendt zijn waarnemingen op een
eigen golflengte uit. en op tijden, die zoo
geregeld zijn. dat de gelegenheid tot ont
vangen tot haar recht komt. Indien ge
wenscht kan men zoodoende driemaal daags
de waarnemingen van plm. 500 Europeesche
stations verzamelen, en bovendien nog de
beknopte mededcelingen uit andere wereld-
deelen, en zoo een overzicht verkrijgen van
de meteorologische gesteldheid over de ge
heele wereld. Deze berichten worden regel-
matig aangevuld met waarnemingen van
schepen op den Oceaan, waardoor het zee
gebied tusschen de werelddeelen geheel wordt
overbrugd. De ingekomen gegevens worden
door middel van karakters (het weer heeft
honderd karakters) op de werkkaart ge
bracht, die tenslotte uitwijst waar de baro
meter daalt, waar hij stijgt, welke lucht-
stroomingen heerschen, en waar de koude
luchtmassa's vermoedelijk met de warme in
botsing zullen komen. Uit de werkkaart trek
ken wij de conclusie, die de basis vormen
van het weerbericht, zooals de couranten
lezer dat kent.
Behalve het weerbericht voor de courant
verzorgt de afdeeling weerdienst den storm-
waarschuwingsdienst, de waarschuwingen
voor stormvloeden, de weerberichten ten
dienste van de luchtvaart en den nachtvorst
waarschuwingsdienst. Misschien vindt U het
vreemd, maar van onzen stormwaarschu-
wingsdienst wordt o.a. gebruik gemaakt door
eigenaren van circussen. De nachtvorstwaar
schuwingen hebben de belangstelling van
boeren, tuinders, schippers en steenfabri
kanten. Men vraagt ons van alles. Een aardig
voorbeeld daarvan vind ik het telefoontje
van iemand, die een schip in Riga had lig
gen en die ons vroeg of hij het daar, wat de
vorstkansen betrof, 12 dagen kon laten voor
reparaties".
Dr. Cannegieter weidde vervolgens aan
dacht aan de prachtige werkwijze der inter
nationale meteorologische organisatie, welker
voorzitter en secretaris aan het instituut
in De Bilt verbonden zijn, en hij eindigde
het onderhoud na een uiteenzetting van de
waarnemingen in de bovenlucht, die per
vliegtuig in Soesterberg en Den Helder wor
den verricht, en die een waardevolle bijdrage
leveren voor het totale beeld van de atmos-
pherische circulatie, voor de temperatuur-
en vochtïgheldsverhoudingen in de atmos
feer.
„Welk weer geeft U ons voorloopig", vroe
gen wij bij het afscheid.
„De eerste dagen mooi zonnig, niet te
warm zomerweer", gaf Dr. Cannegieter ten
antwoord.
En hij is zijn belofte trouw nagekomen
VROUW AANGEREDEN TE
HALFWEG.
DE GEVAARLIJKE ROUTE DER FIETSERS.
Gistermorgen half negen heeft ter hoogte
van de suikerfabriek „Holland" te Halfweg
een aanrijding plaats gehad. Twee wielrijders,
man en vrouw, reden in de richting Haarlem,
en wilden overstekeii naar het rijwielpad.
Van tegenovergestelde richting kwam een
militaire motorrijder, die waarschijnlijk te
hard heeft gereden. Hij zag geen kans meer
om de fietsers te passeeren en raakte de
fiets van de vrouw nog even. Deze werd een
eind verder neergesmakt- Op advies van dok
ter Nanninga. die spoedig ter plaatse was,
werd de vrouw naar het Sint Elisabeths-
gasthuis te Haarlem vervoerd. De vrouw was
genaamd J. H. Koster, echtgenoote van W. J.
Lauwers, wonende te Den Helder. De motor
rijder is milicien bij den motordienst te
Haarlem. De politie heeft de zaak in onder
zoek en heeft den motor in beslag genomen.
De vrouw heeft waarschijnlijk een hersen
schudding.
ALWEER EEN FRANSCfl VLIEGTUIG
NEERGESTORT.
Bij Nantes stortte een vliegtuig met 2 pas
sagiers van 400 M. hoogte naar beneden. De
3 inzittenden waren op slag dood.
(V. D.)
DE EUROPA-RONDVLUCHT.
ROME, 22 Aug. (V. D.) Hedenmorgen zijn
de eerste vliegers van de Europa-rondvlucht
te Rome aangekomen en wel tOe 7.54 uur
Seidemann, 9 minuten later Marienfeld, di
rect daarna Colombo en te 8 uur 12 Massen-
bach en Lusser.
dwenen verpleegster had afgespeeld. Deze
luisterde aandachtig tot de inspecteur zijn
verhaal geëindigd had en dit besloot met de
woorden
„Zóó Miel, staan op het oogenblik de zaken
en ik heb alle reden om aan te nemen, dat je
er geen spijt van hebt aan m'n invitatie om
mee te gaan gevolg te hebben gegeven".
„Niet het minst! Alleen hoop ik, dat onze
expeditie niet al te lang zal duren want ten
slotte be'staat er ook nog zoo iets van een
„Mercuur", die dergelijke uitstapjes van haar
redactieleden slechts waardeeren kan, wan
neer er voldoende copie inzit".
„Man", antwoordde de inspecteur lachend,
„als alles achter den rug is, heb je stof ge
noeg voor eenige tientallen kolommen, waar
de lezers van zullen smullen 't Moet je di
rectie tenslotte toch ook wat waard zijn
iemand in dienst te hebben, die zulke buiten
gewone speurderskwaliteiten aan den dag
legt en zijn relaties met het hoofdbureau zóó
netjes weet uit te buiten"
„Je bent nog steeds zeer optimistisch, Wil"
meende de reporter. De activiteit van dien
Arnhemsehen speurder schijnt haar uitwer
king niet te hebben gemist, maar je vergeet,
dat er voor mij geen letter te schrijven is
vóórdat de dader goed en wel achter slot en
grendel zit. Tot zóólang is mijn werkzaam
aandeel in deze onderneming niet veel meer
dan liefhebberij en als zoodanig wordt het
door m'n directie zoowel als door m'n colle
ga's dan ook beschouwd".
Sanders g»f den reporter een bemoedigend
klopje op den schouder.
„Maak je maar niet ongerust, ouwe jongen!
Als de voorteekenen niet bedriegen, zal spoe
dig genoeg blijken, dat onze werkzaamheden
met de kwalificatie, liefhebberij, wel wat
heel laag getaxeerd zijn. Ik voorspel je, dat
binnen veertien dagen de naam van „De
Mercuur" op aller lippen is, dank zij het feit.
dat een zekere meneer Emiel Wils als eerste
reporter aan dat blad verbonden is".
U kent natuurlijk evengoed als wij. men-
schen, die het altijd hebben over vroeger,
over „hun tijd", toen er nog werkelijk koude
winters en warme, mooie zomers waren en
die met een soort minachting spreken over
wat. we thans winter en zomer noemen.
We dagen deze zwartgalligen en pessimis
ten uit om in het brandende Augustus-zon-
netje van het jaar 1932 hun bewering nog
eens te herhalen!
Toch willen we hun het genoegen doen
enkele hittegolven, waarvan de herinnering
in de geschiedenis is bewaard gebleven, aan
te halen. Wij waarschuwen den lezer echter
tevoren, dat men de oude kroniekschrijvers,
vooral wat hun soms vrij drastische beeld
spraak betreft, niet al te serieus moet ne
men. Een verhaal, dat van mond tot. mond
zonder eenige controle is overgeleverd, kan
men niet bepaald als historisch juist be
stempelen, vooral niet, wanneer wij hierbij
in aanmerking nemen de menschelijke
eigenschap om spoedig te overdrijven, Het
zal echter in elk geval wel heel warm ge
weest zijn!
Het beruchte jaar 1000, dat door velen
met schrik en angst als het jaar van den
wereldondergang werd toegemoet gezien,
schijnt zeer droog en warm te zijn geweest.
We vinden overal melding gemaakt van het
uitdrogen der rivieren, waardoor de visschen
tot verrotting overgingen en de pest uitbrak.
In 1022 was het nog erger. De menschen,
die het waagden in de zon te loopen, vielen
dood neer „door het uitdrogen van hun keel
en congestie naar de hersenen."
Teneinde niet steeds in herhalingen te ver
vallen, volstaan we met te vermelden, dat de
jaren 1132, 1260, 1303, 1605 buitengewoon
warm waren.
In 1705 heerschte in verschillende stre
ken van Frankrijk zulk^een hitte, dat men
vleesch in de zon kon koken! In 1822 weder
om hevige warmte met onweer en regens. In
1847 werd op 14 Juli te Uckfield in Sussex een
temperatuur geconstateerd van 98 graden in
de schaduw. Een ontzettende hittegolf trok
over Europa van 19 tot 22 Augustus 1892. Den
loden Augustus 1893 werd Madrid bezocht
door een temperatuur van 112 graden en
zoo zouden we kunnen doorgaan met deze
weinig opwekkende en verfrisschende lijst,
doch we meenen dat het den meesten lezers
aangenamer zal zijn, wanneer we overgaan
tot een koeler onderwerp.
Zou er wel één woord zijn in onze Neder
landsche taal van zoo weinig letters, dat in
deze dagen zoo'n fascineerenden invloed uit
oefen als „ijs"? IJs onder alle mogelijke
vormen: in blokken, in staven, als café glacé
pêche melba. plombière, coupe malson, ijs-
co en tallooze andere namen meer.
Is het in deze warme dagen niet alleen
reeds een troostrijke gedachte, dat onze
voorouders al die heerlijkheden niet gekend
hebben? Zeker, ze konden ook hun dranken
afkoelen, maar moesten dit doen met ijs,
dat zij in den winter hadden opgezameld in
diepe kuilen of ijskelders.
In Constantinopel dreef men handel in
deze stukken ijs en Salomon Schweiger, een
theoloog uit Karlsruhe, spreekt hierover in
zijn reisbeschrijving van 1678, wanneer hij
zegt, dat er afzonderlijke arbeiders waren,
die 's winters de ijskuilen met sneeuw vul
den. En wanneer deze sneeuw tot ijs gewor
den was, werd het stuk gezaagd en aan de
fruithandelaars verkocht, in den zomer.
Tegen 3 kreuzer kon ook het volk kleinere
stukken hiervan koopen om het drinkwater
af te koelen of om een stuk in den mond
te nemen.
De geneesheer Champier, die tot het ge
volg behoorde van Frans I, toen deze met
Keizer Karei V en Paus Paulus IH te Nice
een bijeenkomst had, zag tot zijn verwonde
ring, dat de Spanjaarden en Italianen
sneeuw van de bergen aanvoerden om den
wijn te verkoelen.
Eerst aan het einde van de 16de eeuw deed
men aan het Fransche hof hetzelfde en van
dien tijd dateert ook het bouwen van ijskel
ders op de Hollandsche buitenverblijven. Ook
thans kan men deze kelders nog dikwijls op
oude buitenplaatsen aantreffen in den vorm
van kleine heuvels met een toegangsdeur.
Gedurende de wintermaanden werd dan in
deze ijskelders een voorraad ruw ijs opge
slagen.
Roomijs of ..bevroren boter" wordt het eerst
genoemd in 1774, toen men het bereidde in
het koffiehuis Le Caveau te Parijs.
Vooral de Hertog van Chartres kwam er
dikwijls een glas gebruiken en eens werd hij
zeifs verrast met- een zwaard, dat uit eetbaar
ijs was vervaardigd.
Gelijk we reeds opmerkten maakt het ijs on
der verschillende benamingen (en tegen ver
schillende prijzen!) in deze warme dagen
een zegetocht door het land. Hoe deze namen
soms op merkwaardige wijze kunnen ont
staan leert ons de „Pêche Melba" genoemd
naar de beroemde zangeres Melba, die haar
gloriedagen beleefde aan het einde der vo-
„Ik hoop het", antwoordde deze, „maar ik
wil je wel eerlijk bekennen, dat ik den toe
stand niet zoo rooskleurig inzie".
Ze reden nu door de geheel verlaten stra
ten van Utrecht en met onverminderde snel
heid zette de chauffeur koers in de richting
Arnhem.
Inspecteur Sanders scheen zich inderdaad
nergens ongerust over te maken, want nau
welijks hadden zij de Domstad achter zich, of
het geluid van een regelmatige, diepe adem
haling' naast Wils bewees, da diens reisgenoot
was ingeslapen.
De reporter trachtte dit voorbeeld te vol
gen. maar'hoezeer hij zich ook moeite gaf,
de gedachte aan hetgeen hen in Düsseldorf
te wachten stond, uit zijn hoofd te bannen,
hij slaagde daarin niet. Bovendien was daar
nu weer de vraag, wat den inspecteur zoo
optimistisch deed zijn, welke zich telkens
weer aan hem opdrong en waarop hij het
antwoord schuldig moest blijven. Van welken
kant hij de zaak ook bekeek, er was, behou
dens het feit, dat men er in geslaagd was de
pseudo verpleegster te blijven volgen, geen
enkel lichtpunt. Verwachtte Sanders, dat
juist daarin Düsseldorf iets ontdekt zou wor
den, wat hier voor allen een geheim was ge
bleven? Wist hij meer. dan hij hem, Wils,
verteld had? Had de huiszoeking misschien,
zonder dat hij of Han Adams er iets van be
merkt hadden, toch iets belangrijks aan het
licht gebracht?
Deze en dergelijke vragen lieten hem geen
rust, terwijl hij met gesloten oogen achter
over in de kussens leunde. Toen hij eindelijk
vermoeid van het denken, de oogen even op
sloeg, zag hij recht voor zich de onbeweeg
lijke gestalte van den chauffeur, die als een
standbeeld achter het stuurrad zat cn zich
niet in het minst scheen te bekommeren, om
hetgeen zich achter ziin rug'afspeelde. Wils
trachtte zich in de duisternis te oriënteeren.
Een breede straatweg met zware boomen, die
als sombere schaduwen voorbij flitsten. Hier
rige eeuw en die eenigen tijd geleden is over
leden.
De „uitvinder" was een zekere Escoffier,
kok in het Savoy Hotel te Londen, toen Ma
dame in Covent Garden optrad. Zelf was hij
ook onder haar gehoor geweest en had haar
zien optreden in Lohengrin. Bij het zien van
den Zwaan kwam hij op de gedachte de
beroemde zangeres te verrassen en toen zij
den volgenden dag tegenwoordig was bij
een diner verscheen op tafel een zwaan van
ijs, met tusschen de vleugelen een zilveren
schotel, waarop perziken op een onderlaag
van ijs en bedekt met gesponnen suiker. De
zangeres was verrukt over het kunstwerk,
doch Escoffier meende, dat zijn nieuwe
schepping, de Pêche Melba, nog niet vol
maakt was en voegde er later nog vérsch»
frambozen bij.
Het leven is met deze godenspijs nog wel
uit te houden, wat echter niet wegneemt, dat
ook de eenvoudige ijsco in deze gloeiend
warme dagen aan de smachtende mensch-
heid haar weldaden bewijst.
W. S.
(Binnenkort zal de Nederland
sche jaarbeurs worden ge
opend onder het motto: Zit
niet bij de pakken neer!)
Deze leus is goed gekozen,
Zelfs in dit gevallig weer;
Gaat uw pad niet over ronen.
Zit niet bij de pakken neer!
Treur niet over hei verleden,
Dat zoo ver lijkt en zoo schoon,
Heb vertrouwen in het heden
En de toekomst brengt het loon.
Laat u niet terneder drukken,
Ook al waait een kwade wind.
Kop erin. en slechts wat bukken,
Opdat gij meer stuwkracht vindt.
Laat door niets u overmannen,
Klemt de tanden op elkaar.
Voorwaarts, extra spieren spannen.
Want de taak is extra zwaar.
Om de crisis te bestrijden,
Stelle ieder zich te weer,
Het devies van deze tijden:
Zit niet bij de pakken neer!
P. GASUS.
Nieuws uit Indië.
PR1LLWITZ HEEFT EEN SCHEURTJE IN
DE LONG.
BATAVIA, 21 Augustus. (Aneta). De
bestuurder van het op Bali verongelukte
vliegtuig de heer Wittcugn Prillwitz, schrijft
het ongeluk toe aan de plotseling sterke
neerwaartsche windvlagen, waardoor het
toestel een boomtak raakte. De doktoren con
stateerden bij den bestuurder een long
scheurtje, terwijl hij bovendien pijn aan de
huid heeft, doordat hij benzine over zich
heen kreeg. Vanwege het Dep. van Gou-
vernementsbedrijven is een commissie van
onderzoek benoemd, bestaanrie uit de hee
ren dr. Groeneveld Meijer, Kraayenhorst,
Kupfer en Nieuwenhuis.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 22 Augustus.
Bevallen 18 Augustus: C. van Heijnïngen—
Singeling, d.; 19 Augustus; G. E. Koets—Hie-
ber, d.; J. C. HartDerlagen, z.
Overleden 18 Augustus: C. M. J. Honing
Smits, 50 jaar, Slachthuïsstraat; L., 3 j„ z. v,
P. Konings, Olmenstraat; 19 Augustus: D. L.
J. Hupkes, 71 j., Spaarnwouderstraat; 20
Augustus: E. E. B. M. Kubbingade Rooij,
65 j.. Welgelegenstraat; J. G. A. van Elten, 31
j„ Thomsonlaan; 19 Augustus: J. Jansen
van Wel, 31 j., Tulpenstraat.
en daar een buitenplaats, waarin wel alle
menschelijk leven gebluscht scheen, dan
plotseling meerdere huizen, tramrails en
straatlantaarns: ze naderden Arnhem.
Hij knipte het lampje in den wagen aan
en keek op zijn horloge. Bijna vijf uur. Nog
herinnerde slechts een enkele voorbij rate
lende wagen of een haastige', diep in de kraag
van zijn jas gedoken voetganger aan den na
derenden dag. De Westervoortsche Dijk lag
echter nog geheel verlaten en voort ging het
weer, in een tempo van 70 K.M. in de rich
ting Zevenaar.
Het werd tijd Sanders te wekken, die zich
door niets in zijn gezonde slaap liet storen.
Toen Wils hem echter onzacht door elkaar
schudde, was hij plotseling klaar wakker en
bewees slechts een onwelluidende geeuw dat
de behoefte aan slaap nog aanwezig was.
„We naderen de grens", zei Wils, toen de
inspecteur een blik naar buiten wierp en de
daar nog steeds heerschende duisternis, die
als een sluier om den wagen hing, trachtte
te doordringen.
..Dat begrijp ik, anders zou je niet zoo on
verstandig geweest zijn om me te wekken",
klonk het gemelijk.
De grenscontrole leverde geen moeilijkhe
den op. De legitimatiepapieren van den in-
pecteur verrichtten wonderen en voorkwamen
zelfs, dat Wils en d£ chauffeur werden lastig
ge'vallen. Wel was op het gelaat van den Hol-
landschen zoowel als van den Duitschen
douane-beambte eenige nieuwsgierigheid te
lezen met betrekking tot het doel van deze
nachtelijke grenspassage, maar geen van bei
den achtten zij zich bevoegd hiernaar te in-
formeeren.
Ruim een half uur vóór hefc vertrek van
den trein stopte de wager. voor het station
fe Emmerik, en toen een roode gloed in het
Oosten den naderenden dag aankondigde,
waren zij reeds weer onderweg naar de plaats
van bestemming: Düsseldorf.
(Wordt vervolgd)
£en rondgang door het Meteorologisch Instituut.
Internationale uitwisseling van gegevens.
Leest U reeds een ochtendblad?
Neem er dan
IJMUIDER COURANT
als avondblad bij.