DE VIERDE MAN Hoe ontstaat het weerbericht? OVER HITTEGOLVEN EN IJS. Pakkend Devies. 1 De oorsprong van de Pêche Melba. IJMUIDER courant ne overweging hoe De Bilt dag in dag uit •n de behoeften van den dagblad-lezer aan ■JUcht in het weer van morgen voorziet, de vraaff welke werkzaamheden zooal aan de flevering van het dagelijksch weerbericht vast zouden zitten, voerde ons naar het ko- «inklijk Nederlandsch Meteorologisch insti tuut dat op eenige Kilometers afstand van TTtrecht in een groot hoog gebouw temidden van een fraai, rustig park, is gevestigd. Met een kort antwoord bleek onze vraag: Hoe wordt in het instituut het weerbericht voor de krant .gemaakt", gelukkig niet vol- te kunnen worden beantwoord. Geluk- its"niet, want in het andere geval zouden we vermoedelijk gespeend zijn gebleven van Ipn blik in de organisatie en inrichting van bet instituut, waar het dagelijksch weerbe richt slechts een onderdeel is van omvang rijke, ook voor den leek belangwekkende, ver richtingen. De inleiding tot de beantwoording van onze vraag vormde een onderhoud met het hoofd der afdeeling klimatologie. Dr. C. Braak, die in oen populaire verhandeling de alge meene inrichting van het meteorologisch in stituut uiteen zette. Men onderscheidt de afdeelingen algemeene dienst, weerdienst en algemeene meteorologie, klimatologie, océa- noVaphie en maritieme meteorologie, aard magnetisme en seismologie. De klimatologie omvat waarnemingen in het instituut zelf, in de 14 secundaire sta tions in ons land verspreid liggen, en op een paar honderd binnenlandsche stations, waar niet gehonoreerde medewerkers den regenval, onweer en optische verschijnselen op kaar ten vast leggen. Op de secundaire stations wordt 3 maal per dag waargenomen op temperatuur, vochtigheid, wind, bewolking, regenval, en de uitslagen dier waarnemingen komen samen in De Bilt. waar ze met de uit komsten van een aantal zelf registreerende instrumenten als zonneschijnmeters, wind meters, barographen en thermographen, en van dé ter plaatse gedane waarnemingen, worden verwerkt ten behoeve van het weer bericht en van de maandoverzichten, met behulp waarvan men steeds kan nagaan hoe op een zeker moment „ergens" in ons land de weersgesteldheid is geweest. In de prak tijk blijkt dit laatste nog wel eens gewenscht. Zoo zal een verzekeringsmaatschappij in den regel geen stormschade uitkeeren als De Bilt niet heeft uitgemaakt, dat op de plaats en op het oogenblik dat de storm werd aange richt, de wind inderdaad een snelheid van 14 M. per secunde of meer heeft gehad. Voor rechtszaken, waarbij het weer in het geding wordt gebracht (b.v. bij aanrijdingen) wor den de waarnemingen eveneens te hulp ge roepen. Ook werkt De Bilt mede aan het op steflen van nieuwe bouwvoorschriften gelet op den maximaal te verwachten winddruk, en de directies van ontworpen ziekenhuizen willen van het instituut weten hoe lang de zon er gemiddeld op zal schijnen, Verder ko men vele aanvragen in betreffende regen val. o.a. voor afwatering, betreffende ver damping, enz. I>e informaties omtrent klima tologische gegevens, die De Bilt bereiken, loopen ieder jaar in de honderden. Sedert enkele jaren heeft het instituut ook met de gevreesde aardappel-ziekte een en ander uit staande. Gebleken is n.l. dat er verband is tusschen die ziekte en vier weerfactoren. Zoodra nu deze vier weer-factoren ergens in den lande worden waargenomen, geeft De Bilt per radio het seinsproeien in die streek. Dit 'sproeien voorkomt de ziekte, de tijdige waarschuwing voorkomt het ontijdig, dus nutteloos sproeien. Het ligt natuurlijk geheel op den weg van het instituut, dat, voor zoover de eischen der praktijk daarvoor tijd laten, het waarne mingsmateriaal ook voor wetenschappelijk onderzoek wordt verwerkt. Dr. Braak bracht ons na zijn inleiding naar een aantal, in het gebouw en in het park verspreid staande instrumenten, waarmede waarnemingen worden verricht. In den hoogen toren van het instituut zagen we apparaten, die windrichting, wind-sterkte en zonneschijn meten en registreeren, in het park instrumenten voor het opteekenen van temperatuur, vochtigheid, regenval, verdam ping. We zagen hoe men de snelheid van wolken meet, en hoe men de temperatuur in den grond waarneemt. Zóó opmerkelijk is de schijnbare eenvoud van alle instrumenten voor de waarnemin gen, dat zij het vermoeden zouden kunnen wekken, dat de klimatologie een bijster sim pele tak van wetenschap is. De eenvoudige bakjes, die regen opvangen, noch de bekende FEUILLETON. (ECn geval uit de praktijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche) door UPO VAN EWOUD. Nadruk verboden. 26) Intusschen viel het niet te ontkennen, dat bun kansen om de zaak tot een goed einde te brengen de laatste uren belangrijk waren verminderd. Zoolang de verpleegster in de stad was geweest en onkundig bleef van het feit, dat zij verdacht werd, bestond de moge lijkheid, dat zij op een of andere manier met haar medeplichtigen in aanraking zou ko men. Maar nu? Ze had er de lucht van ge kregen, dat zij bewaakt werd en had daar om de vlucht genomen naar het buitenland, vaar niet alleen haar arrestatie heel wat moeilijker zou zijn. maar bovendien de kans bestond, dat zij alle relaties met haar hand langers voorloopig zou vei'breken Met dat al bleek het een interessant ge val, dat zeker de moeite waard was om er z'n gewone journalistieke bezigheden een paar dagen voor aan anderen over te laten en het vooruitzicht, dat het tweede bedrijf in het buitenland zou spelen, vermocht de aantrek kelijkheid voor een amateur-detective als hij uog slechts te verlioogen 't Was tegen eenen voor hij eindelijk in siaap viel en reeds een uur lafcsr waarschuw de hem een ratelend 'afloopende wekker, dat het tijd was zich voor den nachtelijke'n auto- ïit met inspecteur Sanders gereed te maken. DINSDAG 23 AUGUSTUS 1932 thermometers spreken tot de verbeelding van den leek. Meer daartoe in staat is het, met het oog op snelle temperatuur veran deringen geheel geïsoleerd interieur van het paviljoen der afdeeling aardmagnetisme en seismologie, waar o.a. ingewikkelde instru menten aardbevingen registeeren. Dr. Braak verklaarde ons de werking der seismographen die nagenoeg lederen dag een aardbeving van geringe beteekenis aantoonen, en die De Bilt in staat stellen, de plaats, hoe ver weg ook, waar een aardbeving is, op te sporen. Behalve de Bilt heeft het station Heerlen in strumenten voor seismologische waarnemin gen, en wel met het oog op mogelijke grond verplaatsingen in de kolenmijnen in de om geving. De volgende afdeeling, die Dr. Braak ons deed bezoeken was de afd. oceanographie en maritieme meteorologie, waar de heer Keijser zich een bereidwillig inleider toonde. Hij gunde ons een blik in de ontzaglijke ver richtingen, die over de geheele wereld wor den gedaan ten einde behoorlijke gegevens te verzamelen over de meteorologische ver schijnselen op zee en over de bewegingen van het water der zeeën en oceanen, ten pro- fijte van de wetenschap, de scheepvaart en de visscherij. Het materiaal voor deze afdee ling wordt voornamelijk geleverd door de waarnemingen, verricht aan boord van Nederlandsche schepen der groote vaart, voorts van oorlogsbodems en lichtschepen. ..Onze zeelieden", zei de heer Keijser". doen daarvoor zulk schitterend werk dat men er geen lof genoeg voor kan hebben, en wij zijn de directies der scheepvaart-maatschappijen die dit werk belangloos doen verrichten, dan ook zeer verplicht. Van ieder binnenvarend schip ontvangen we meteorologische journa len, bevattend de uitslagen van de om de 4 uur gedane waarnemingen. Per jaar komen hier circa 600 journalen binnen, die onge veer 200.000 series waarnemingen bevatten. Al deze waarnemingen moeten volgens kaart systeem gerangschikt en bewerkt worden om als materiaal te kunnen dienen voor de at lassen voor de zeevaart en wetenschap, die door het instituut worden uitgegeven. De complete serie van vier atlassen van den At- lantischen Oceaan bevat b.v. zeven millioen wa arnem in gen" „Hoever is me ngevorderd met de oceano graphie", vroegen we den heer Keijser, na dat deze ons nog eenige buitenlandsche re censies getoond had om te bewijzen, hoe gun stig dit Nederlandsche werk in de weten schappelijke wereld wordt beoordeeld. „Van de Atlantischen Oceaan en van het Noordelijk gedeelte van den ïndischen Oceaan weet men al zeer veel", luidde het antwoord. „Maar de beide Pacific Oceanen liggen echter nog zoo goed als geheel braak. Groote internationale samenwerking is voor dit gebied noodig en die bestaat wel, maar de vorderingen gaan langzaam. Thans zijn we bezig met het bewerken van de waarne mingen over het gebied tusschen Japan en Indië". „Wat is het praktisch nut van deze we tenschap" vroegen we vervolgens. „De verkregen kennis komt ten goede aan. de scheepvaart en de weervoorspelling op langen ter fijn; bovendien wordt door het verrichten van waarnemingen de meteoro logische kennis bevorderd, hetwelk wederom ten goede komt aan de navigatie. Om een duidelijk voorbeeld te noemen kan worden gezegd, dat door vergelijking van de baro meter-waarnemingen aan boord met de luchtdruk- gegevens, die in de atlassen voor komen, een schip, dat in de tropische stor men, als typhonen-, tijdig te óntloopen". Na het onderhoud met den heer Keijser, en na de bezichtiging van de geweldige archie ven zijner afdeeling, kwamen we terecht bij dr. H G. Cannegieter, die als medewerker aan de afdeeling weerdienst en algemeene meteorologie, voor den couranten-lezer een der „heeren van De Bilt" vertegenwoordigt. Het is nl. deze afdeeling, die in de courant en door de radio aankondigt wat we den ande ren dag van het weer te verwachten hebben. Bij Dr. Cannegieter was het dat ons einde lijk het slot gewerd van het antwoord op de in den aanvang van dit artikel gestelde vraag. Toen we hadden plaats genomen te genover dezen weerkundige, die heel wat il lusies wekt en illusies doodt, vooral in den vacantietijd, voelden we ons geroepen hem mede te deelen in hoeverre de voorgaande colleges ons inzicht in zijn taak hadden doen rijpen. ,,U weet dus, dat de in het binnenland ge- Schier geruischloos gleed de zware acht- cylinder, die uiterlijk in geen enkel opzicht aan een politie-auto herinnerde, de spaar zaam verlichte stad uit. Een stoere chauf feur in 't eenvoudige uniform, dat zijn vak- genooten gewoonlijk plegen te dragen, hield met zekere hand het stuur, terwijl Sanders en Wils, diep in de kraag van hun jas ge doken, de beenen omhuld dooreen plaid, het zich achterin zoo behaaglijk mogelijk had den geblaakt „Ik zou je den raad willen geven voorloopig te trachten nog een paar uurtjes van je ver loren nachtrust in te halen, wanneer ik niet wist, dat je natuurlijk smacht naar eenige opheldering met betrekking tot onzen nach telijken tocht", zei Sanders, terwijl de laat ste lantaarns langs den Amstel voorbij gle den. „Een beetje benieuwd ben ik wel, ja. Ove rigens ben ik. ondanks je zwijgzaamheid, ge durende de vijf minuten, die we in dezen zeer comfortabelen wagen doorbrengen, toch al weer iets wijzer geworden. De reis gaat naar Duitschland en als je nu nog 10 minuten wacht, kan ikje ook vertellen of Rijnland dan wel Westfalen het doel van den tocht is", antwoordde Wils. „Zóó lang zal ik je geduld maar niet op den proef stellen, beste jongen. Je hebt met deze opmerking alweer zoom duidelijk bewijs van je scherpzinnigheid geleverd, dat ik me waarlijk gelukkig prijs zoo'n assistent in m'n onmiddellijke nabijheid te hebben. Straks zullen we den weg naar Utrecht inslaan en daaruit volgt dus. dat we vermoedelijk eenige dagen in het Rijnland zullen doorbrengen. We gaan naar Düsseldorf, Miel; bij mijn te rugkomst op het bureau heb ik bericht ge kregen, dat zuster Robert daarheen getrok ken is, misschien wel met het doel om het carneval mee' te vieren". Sanders gaf zijn metgezel nu een volle dige explicatie van hetgeen zich na de mis lukte huiszoeking in de woning van de ver dane waarnemingen hier samenkomen", zei Dr. Cannegieter. „Andere landen hebben eveneens zulke verzamelpunten; de gegevens worden 3 maal per dag uitgewisseld, en zóó ontstaat het weerbericht. We vroegen een nadere toelichting van deze wel zeer korte verklaring, aan welk verzoek de heer Canne gieter ongeveer als volgt voldeed. ..De weerdienst berust nagenoeg geheel op radiografische ontvangst van de weerberich tenten, gesteld in den code van de Interna tionale meteorologische organisatie, die het laatst in 1929 in Kopenhagen de weer'oe- richtgeving internationaal geregeld heeft. Elk land zendt zijn waarnemingen op een eigen golflengte uit. en op tijden, die zoo geregeld zijn. dat de gelegenheid tot ont vangen tot haar recht komt. Indien ge wenscht kan men zoodoende driemaal daags de waarnemingen van plm. 500 Europeesche stations verzamelen, en bovendien nog de beknopte mededcelingen uit andere wereld- deelen, en zoo een overzicht verkrijgen van de meteorologische gesteldheid over de ge heele wereld. Deze berichten worden regel- matig aangevuld met waarnemingen van schepen op den Oceaan, waardoor het zee gebied tusschen de werelddeelen geheel wordt overbrugd. De ingekomen gegevens worden door middel van karakters (het weer heeft honderd karakters) op de werkkaart ge bracht, die tenslotte uitwijst waar de baro meter daalt, waar hij stijgt, welke lucht- stroomingen heerschen, en waar de koude luchtmassa's vermoedelijk met de warme in botsing zullen komen. Uit de werkkaart trek ken wij de conclusie, die de basis vormen van het weerbericht, zooals de couranten lezer dat kent. Behalve het weerbericht voor de courant verzorgt de afdeeling weerdienst den storm- waarschuwingsdienst, de waarschuwingen voor stormvloeden, de weerberichten ten dienste van de luchtvaart en den nachtvorst waarschuwingsdienst. Misschien vindt U het vreemd, maar van onzen stormwaarschu- wingsdienst wordt o.a. gebruik gemaakt door eigenaren van circussen. De nachtvorstwaar schuwingen hebben de belangstelling van boeren, tuinders, schippers en steenfabri kanten. Men vraagt ons van alles. Een aardig voorbeeld daarvan vind ik het telefoontje van iemand, die een schip in Riga had lig gen en die ons vroeg of hij het daar, wat de vorstkansen betrof, 12 dagen kon laten voor reparaties". Dr. Cannegieter weidde vervolgens aan dacht aan de prachtige werkwijze der inter nationale meteorologische organisatie, welker voorzitter en secretaris aan het instituut in De Bilt verbonden zijn, en hij eindigde het onderhoud na een uiteenzetting van de waarnemingen in de bovenlucht, die per vliegtuig in Soesterberg en Den Helder wor den verricht, en die een waardevolle bijdrage leveren voor het totale beeld van de atmos- pherische circulatie, voor de temperatuur- en vochtïgheldsverhoudingen in de atmos feer. „Welk weer geeft U ons voorloopig", vroe gen wij bij het afscheid. „De eerste dagen mooi zonnig, niet te warm zomerweer", gaf Dr. Cannegieter ten antwoord. En hij is zijn belofte trouw nagekomen VROUW AANGEREDEN TE HALFWEG. DE GEVAARLIJKE ROUTE DER FIETSERS. Gistermorgen half negen heeft ter hoogte van de suikerfabriek „Holland" te Halfweg een aanrijding plaats gehad. Twee wielrijders, man en vrouw, reden in de richting Haarlem, en wilden overstekeii naar het rijwielpad. Van tegenovergestelde richting kwam een militaire motorrijder, die waarschijnlijk te hard heeft gereden. Hij zag geen kans meer om de fietsers te passeeren en raakte de fiets van de vrouw nog even. Deze werd een eind verder neergesmakt- Op advies van dok ter Nanninga. die spoedig ter plaatse was, werd de vrouw naar het Sint Elisabeths- gasthuis te Haarlem vervoerd. De vrouw was genaamd J. H. Koster, echtgenoote van W. J. Lauwers, wonende te Den Helder. De motor rijder is milicien bij den motordienst te Haarlem. De politie heeft de zaak in onder zoek en heeft den motor in beslag genomen. De vrouw heeft waarschijnlijk een hersen schudding. ALWEER EEN FRANSCfl VLIEGTUIG NEERGESTORT. Bij Nantes stortte een vliegtuig met 2 pas sagiers van 400 M. hoogte naar beneden. De 3 inzittenden waren op slag dood. (V. D.) DE EUROPA-RONDVLUCHT. ROME, 22 Aug. (V. D.) Hedenmorgen zijn de eerste vliegers van de Europa-rondvlucht te Rome aangekomen en wel tOe 7.54 uur Seidemann, 9 minuten later Marienfeld, di rect daarna Colombo en te 8 uur 12 Massen- bach en Lusser. dwenen verpleegster had afgespeeld. Deze luisterde aandachtig tot de inspecteur zijn verhaal geëindigd had en dit besloot met de woorden „Zóó Miel, staan op het oogenblik de zaken en ik heb alle reden om aan te nemen, dat je er geen spijt van hebt aan m'n invitatie om mee te gaan gevolg te hebben gegeven". „Niet het minst! Alleen hoop ik, dat onze expeditie niet al te lang zal duren want ten slotte be'staat er ook nog zoo iets van een „Mercuur", die dergelijke uitstapjes van haar redactieleden slechts waardeeren kan, wan neer er voldoende copie inzit". „Man", antwoordde de inspecteur lachend, „als alles achter den rug is, heb je stof ge noeg voor eenige tientallen kolommen, waar de lezers van zullen smullen 't Moet je di rectie tenslotte toch ook wat waard zijn iemand in dienst te hebben, die zulke buiten gewone speurderskwaliteiten aan den dag legt en zijn relaties met het hoofdbureau zóó netjes weet uit te buiten" „Je bent nog steeds zeer optimistisch, Wil" meende de reporter. De activiteit van dien Arnhemsehen speurder schijnt haar uitwer king niet te hebben gemist, maar je vergeet, dat er voor mij geen letter te schrijven is vóórdat de dader goed en wel achter slot en grendel zit. Tot zóólang is mijn werkzaam aandeel in deze onderneming niet veel meer dan liefhebberij en als zoodanig wordt het door m'n directie zoowel als door m'n colle ga's dan ook beschouwd". Sanders g»f den reporter een bemoedigend klopje op den schouder. „Maak je maar niet ongerust, ouwe jongen! Als de voorteekenen niet bedriegen, zal spoe dig genoeg blijken, dat onze werkzaamheden met de kwalificatie, liefhebberij, wel wat heel laag getaxeerd zijn. Ik voorspel je, dat binnen veertien dagen de naam van „De Mercuur" op aller lippen is, dank zij het feit. dat een zekere meneer Emiel Wils als eerste reporter aan dat blad verbonden is". U kent natuurlijk evengoed als wij. men- schen, die het altijd hebben over vroeger, over „hun tijd", toen er nog werkelijk koude winters en warme, mooie zomers waren en die met een soort minachting spreken over wat. we thans winter en zomer noemen. We dagen deze zwartgalligen en pessimis ten uit om in het brandende Augustus-zon- netje van het jaar 1932 hun bewering nog eens te herhalen! Toch willen we hun het genoegen doen enkele hittegolven, waarvan de herinnering in de geschiedenis is bewaard gebleven, aan te halen. Wij waarschuwen den lezer echter tevoren, dat men de oude kroniekschrijvers, vooral wat hun soms vrij drastische beeld spraak betreft, niet al te serieus moet ne men. Een verhaal, dat van mond tot. mond zonder eenige controle is overgeleverd, kan men niet bepaald als historisch juist be stempelen, vooral niet, wanneer wij hierbij in aanmerking nemen de menschelijke eigenschap om spoedig te overdrijven, Het zal echter in elk geval wel heel warm ge weest zijn! Het beruchte jaar 1000, dat door velen met schrik en angst als het jaar van den wereldondergang werd toegemoet gezien, schijnt zeer droog en warm te zijn geweest. We vinden overal melding gemaakt van het uitdrogen der rivieren, waardoor de visschen tot verrotting overgingen en de pest uitbrak. In 1022 was het nog erger. De menschen, die het waagden in de zon te loopen, vielen dood neer „door het uitdrogen van hun keel en congestie naar de hersenen." Teneinde niet steeds in herhalingen te ver vallen, volstaan we met te vermelden, dat de jaren 1132, 1260, 1303, 1605 buitengewoon warm waren. In 1705 heerschte in verschillende stre ken van Frankrijk zulk^een hitte, dat men vleesch in de zon kon koken! In 1822 weder om hevige warmte met onweer en regens. In 1847 werd op 14 Juli te Uckfield in Sussex een temperatuur geconstateerd van 98 graden in de schaduw. Een ontzettende hittegolf trok over Europa van 19 tot 22 Augustus 1892. Den loden Augustus 1893 werd Madrid bezocht door een temperatuur van 112 graden en zoo zouden we kunnen doorgaan met deze weinig opwekkende en verfrisschende lijst, doch we meenen dat het den meesten lezers aangenamer zal zijn, wanneer we overgaan tot een koeler onderwerp. Zou er wel één woord zijn in onze Neder landsche taal van zoo weinig letters, dat in deze dagen zoo'n fascineerenden invloed uit oefen als „ijs"? IJs onder alle mogelijke vormen: in blokken, in staven, als café glacé pêche melba. plombière, coupe malson, ijs- co en tallooze andere namen meer. Is het in deze warme dagen niet alleen reeds een troostrijke gedachte, dat onze voorouders al die heerlijkheden niet gekend hebben? Zeker, ze konden ook hun dranken afkoelen, maar moesten dit doen met ijs, dat zij in den winter hadden opgezameld in diepe kuilen of ijskelders. In Constantinopel dreef men handel in deze stukken ijs en Salomon Schweiger, een theoloog uit Karlsruhe, spreekt hierover in zijn reisbeschrijving van 1678, wanneer hij zegt, dat er afzonderlijke arbeiders waren, die 's winters de ijskuilen met sneeuw vul den. En wanneer deze sneeuw tot ijs gewor den was, werd het stuk gezaagd en aan de fruithandelaars verkocht, in den zomer. Tegen 3 kreuzer kon ook het volk kleinere stukken hiervan koopen om het drinkwater af te koelen of om een stuk in den mond te nemen. De geneesheer Champier, die tot het ge volg behoorde van Frans I, toen deze met Keizer Karei V en Paus Paulus IH te Nice een bijeenkomst had, zag tot zijn verwonde ring, dat de Spanjaarden en Italianen sneeuw van de bergen aanvoerden om den wijn te verkoelen. Eerst aan het einde van de 16de eeuw deed men aan het Fransche hof hetzelfde en van dien tijd dateert ook het bouwen van ijskel ders op de Hollandsche buitenverblijven. Ook thans kan men deze kelders nog dikwijls op oude buitenplaatsen aantreffen in den vorm van kleine heuvels met een toegangsdeur. Gedurende de wintermaanden werd dan in deze ijskelders een voorraad ruw ijs opge slagen. Roomijs of ..bevroren boter" wordt het eerst genoemd in 1774, toen men het bereidde in het koffiehuis Le Caveau te Parijs. Vooral de Hertog van Chartres kwam er dikwijls een glas gebruiken en eens werd hij zeifs verrast met- een zwaard, dat uit eetbaar ijs was vervaardigd. Gelijk we reeds opmerkten maakt het ijs on der verschillende benamingen (en tegen ver schillende prijzen!) in deze warme dagen een zegetocht door het land. Hoe deze namen soms op merkwaardige wijze kunnen ont staan leert ons de „Pêche Melba" genoemd naar de beroemde zangeres Melba, die haar gloriedagen beleefde aan het einde der vo- „Ik hoop het", antwoordde deze, „maar ik wil je wel eerlijk bekennen, dat ik den toe stand niet zoo rooskleurig inzie". Ze reden nu door de geheel verlaten stra ten van Utrecht en met onverminderde snel heid zette de chauffeur koers in de richting Arnhem. Inspecteur Sanders scheen zich inderdaad nergens ongerust over te maken, want nau welijks hadden zij de Domstad achter zich, of het geluid van een regelmatige, diepe adem haling' naast Wils bewees, da diens reisgenoot was ingeslapen. De reporter trachtte dit voorbeeld te vol gen. maar'hoezeer hij zich ook moeite gaf, de gedachte aan hetgeen hen in Düsseldorf te wachten stond, uit zijn hoofd te bannen, hij slaagde daarin niet. Bovendien was daar nu weer de vraag, wat den inspecteur zoo optimistisch deed zijn, welke zich telkens weer aan hem opdrong en waarop hij het antwoord schuldig moest blijven. Van welken kant hij de zaak ook bekeek, er was, behou dens het feit, dat men er in geslaagd was de pseudo verpleegster te blijven volgen, geen enkel lichtpunt. Verwachtte Sanders, dat juist daarin Düsseldorf iets ontdekt zou wor den, wat hier voor allen een geheim was ge bleven? Wist hij meer. dan hij hem, Wils, verteld had? Had de huiszoeking misschien, zonder dat hij of Han Adams er iets van be merkt hadden, toch iets belangrijks aan het licht gebracht? Deze en dergelijke vragen lieten hem geen rust, terwijl hij met gesloten oogen achter over in de kussens leunde. Toen hij eindelijk vermoeid van het denken, de oogen even op sloeg, zag hij recht voor zich de onbeweeg lijke gestalte van den chauffeur, die als een standbeeld achter het stuurrad zat cn zich niet in het minst scheen te bekommeren, om hetgeen zich achter ziin rug'afspeelde. Wils trachtte zich in de duisternis te oriënteeren. Een breede straatweg met zware boomen, die als sombere schaduwen voorbij flitsten. Hier rige eeuw en die eenigen tijd geleden is over leden. De „uitvinder" was een zekere Escoffier, kok in het Savoy Hotel te Londen, toen Ma dame in Covent Garden optrad. Zelf was hij ook onder haar gehoor geweest en had haar zien optreden in Lohengrin. Bij het zien van den Zwaan kwam hij op de gedachte de beroemde zangeres te verrassen en toen zij den volgenden dag tegenwoordig was bij een diner verscheen op tafel een zwaan van ijs, met tusschen de vleugelen een zilveren schotel, waarop perziken op een onderlaag van ijs en bedekt met gesponnen suiker. De zangeres was verrukt over het kunstwerk, doch Escoffier meende, dat zijn nieuwe schepping, de Pêche Melba, nog niet vol maakt was en voegde er later nog vérsch» frambozen bij. Het leven is met deze godenspijs nog wel uit te houden, wat echter niet wegneemt, dat ook de eenvoudige ijsco in deze gloeiend warme dagen aan de smachtende mensch- heid haar weldaden bewijst. W. S. (Binnenkort zal de Nederland sche jaarbeurs worden ge opend onder het motto: Zit niet bij de pakken neer!) Deze leus is goed gekozen, Zelfs in dit gevallig weer; Gaat uw pad niet over ronen. Zit niet bij de pakken neer! Treur niet over hei verleden, Dat zoo ver lijkt en zoo schoon, Heb vertrouwen in het heden En de toekomst brengt het loon. Laat u niet terneder drukken, Ook al waait een kwade wind. Kop erin. en slechts wat bukken, Opdat gij meer stuwkracht vindt. Laat door niets u overmannen, Klemt de tanden op elkaar. Voorwaarts, extra spieren spannen. Want de taak is extra zwaar. Om de crisis te bestrijden, Stelle ieder zich te weer, Het devies van deze tijden: Zit niet bij de pakken neer! P. GASUS. Nieuws uit Indië. PR1LLWITZ HEEFT EEN SCHEURTJE IN DE LONG. BATAVIA, 21 Augustus. (Aneta). De bestuurder van het op Bali verongelukte vliegtuig de heer Wittcugn Prillwitz, schrijft het ongeluk toe aan de plotseling sterke neerwaartsche windvlagen, waardoor het toestel een boomtak raakte. De doktoren con stateerden bij den bestuurder een long scheurtje, terwijl hij bovendien pijn aan de huid heeft, doordat hij benzine over zich heen kreeg. Vanwege het Dep. van Gou- vernementsbedrijven is een commissie van onderzoek benoemd, bestaanrie uit de hee ren dr. Groeneveld Meijer, Kraayenhorst, Kupfer en Nieuwenhuis. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 22 Augustus. Bevallen 18 Augustus: C. van Heijnïngen— Singeling, d.; 19 Augustus; G. E. Koets—Hie- ber, d.; J. C. HartDerlagen, z. Overleden 18 Augustus: C. M. J. Honing Smits, 50 jaar, Slachthuïsstraat; L., 3 j„ z. v, P. Konings, Olmenstraat; 19 Augustus: D. L. J. Hupkes, 71 j., Spaarnwouderstraat; 20 Augustus: E. E. B. M. Kubbingade Rooij, 65 j.. Welgelegenstraat; J. G. A. van Elten, 31 j„ Thomsonlaan; 19 Augustus: J. Jansen van Wel, 31 j., Tulpenstraat. en daar een buitenplaats, waarin wel alle menschelijk leven gebluscht scheen, dan plotseling meerdere huizen, tramrails en straatlantaarns: ze naderden Arnhem. Hij knipte het lampje in den wagen aan en keek op zijn horloge. Bijna vijf uur. Nog herinnerde slechts een enkele voorbij rate lende wagen of een haastige', diep in de kraag van zijn jas gedoken voetganger aan den na derenden dag. De Westervoortsche Dijk lag echter nog geheel verlaten en voort ging het weer, in een tempo van 70 K.M. in de rich ting Zevenaar. Het werd tijd Sanders te wekken, die zich door niets in zijn gezonde slaap liet storen. Toen Wils hem echter onzacht door elkaar schudde, was hij plotseling klaar wakker en bewees slechts een onwelluidende geeuw dat de behoefte aan slaap nog aanwezig was. „We naderen de grens", zei Wils, toen de inspecteur een blik naar buiten wierp en de daar nog steeds heerschende duisternis, die als een sluier om den wagen hing, trachtte te doordringen. ..Dat begrijp ik, anders zou je niet zoo on verstandig geweest zijn om me te wekken", klonk het gemelijk. De grenscontrole leverde geen moeilijkhe den op. De legitimatiepapieren van den in- pecteur verrichtten wonderen en voorkwamen zelfs, dat Wils en d£ chauffeur werden lastig ge'vallen. Wel was op het gelaat van den Hol- landschen zoowel als van den Duitschen douane-beambte eenige nieuwsgierigheid te lezen met betrekking tot het doel van deze nachtelijke grenspassage, maar geen van bei den achtten zij zich bevoegd hiernaar te in- formeeren. Ruim een half uur vóór hefc vertrek van den trein stopte de wager. voor het station fe Emmerik, en toen een roode gloed in het Oosten den naderenden dag aankondigde, waren zij reeds weer onderweg naar de plaats van bestemming: Düsseldorf. (Wordt vervolgd) £en rondgang door het Meteorologisch Instituut. Internationale uitwisseling van gegevens. Leest U reeds een ochtendblad? Neem er dan IJMUIDER COURANT als avondblad bij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 3