OPZIENBARENDE VONNISSEN IN DUITSCHLAND. HET DRAMA IN PUTBROEK. Transpireerende Voeten, 1JMUIDER courant DINSDAG 23 AUGUSTUS 1932 TWEEDE BLAD Waf zal de Rijks- regeering doen? De Rechtbank te Beuthen spreekt het doodvonnis uit over vijf S.A. mannen. Wegens moord op een communist. Heftige protesten van de N.S.D.A.P. Telegrammen aan Von Papen en Von Hindenburg. fwee Rijksbanierleden tot tuchthuisstraffen veroordeeld. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS. DUITSCHLAND Voor de speciale rechtbank te Beuthen werd Maandag de behandeling gesloten van het proces tegen een negental beklaagden, verdacht van moord en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel op de gebroeders pietrzuch te Potempa in Duitsch Opper - gjlezië. Het Openbaar Ministerie eischte tegen de beklaagden Kottisch, Graupner, Müller, Lachmann en Wolnitza den doodstraf we gens overtreding der noodverordening van 9 Augustus en wegens overtreding van de wapenwet. Voorts eischte het Openbaar Mi nisterie tegen ieder der beklaagden wegens het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel <je Communist Konrad Pietrzuch werd vermoord en zijn broer Alfons zwaar gewond twee jaar tuchthuisstraf. Tegen de beklaagden Hoppe en Nowak werd door het O. M. wegens medeplichtig heid vijf jaar tuchthuisstraf geëischt. Tenslotte vroeg het O. M. voor de beklaag den Hadamik en Czaja vrijspraak. De eerste verdediger pleitte vrijspraak voor zijn cliënten Müller, Czaja, Hadamik, Hoppe, Nowakk en Lachmann. Vervolgens zeide pleiter, dat het misdrijf van de beklaag den Kottisch, Wolnitza en Graupner niet on der de terreur-noodverordening valt, doch dat deze beklaagden veroordeeld moesten worden volgens paragraaf 227 van het Wet boek van Strafrecht. Voor deze laatste be klaagden pleitte spreker clementie, daar zij gehandeld hadden in militairen zin. De tweede verdediger wees nog op de men taliteit van de Opper-Silezische bevolking. De vermoorde Pietrzuch was vroeger in gar nizoen geweest, in verband hiermede haat ten de Nafcionaal-Socialisten hem bijzonder. Nog denzelfden, middag volgde de uit spraak. De president van de speciale recht bank las het volgende oordeel voor: De beklaagden Kottisch, Wolnitza, Mül ler en Graupner werden wegens politieken doodslag en het toebrengen van zwaar licha melijk letsel ter dood veroordeeld. Boven dien werden de beklaagden Kottisch, Müller, en Graupner ieder veroordeeld tot twee jaar en de beklaagde Wolnitza tot 1 jaar tucht huisstraf. Beklaagde Lachman werd als aanstichter ter dood veroordeeld, terwijl hem alle bur gerrechten werden ontnomen. De beklaagde Hoppe werd wegens mede plichtigheid tot twee jaar tuchthuisstraf veroordeeld. Tenslotte werden de beklaagden Nowak, Hadamik en Czaja vrijgesproken. De uitspraak werd als volgt gemotiveerd: Het was bewezen, dat de beklaagden den tocht naar Potempa hadden ondernomen, om den communist Konrad Pietrzuch te ver moorden. De beklaagde Lachmann is als de geestelijke dader te beschouwen. De beklaag den Wolnitza, Müller, Graupner en Kottisch zijn de kamer binnengedrongen en zijn de bei de broeders te lijf gegaan. De noodverordening van 9 Augustus dient in deze aangelegenheid ten volle uitgevoerd te worden, daar de daad om half 2 plaats vond en de noodverordening om 12 uur des nachts van kracht was ge worden. De beklaagden Nowak, Hadamik en Czaja moesten worden vrijgesproken, daar geen bewijs tegen hen kon worden aange voerd. Tijdens het voorlezen van het vonnis heerschte er in de zaal doodsche stilte. Ook tijdens de motiveering was het zeer rustig in de zaal. Toen de president de zitting geslo ten had, stond de groepleider, van de S. A. en S. S., Heines uit Breslau op en schreeuwde de zaal in: „Het Duitsche volk zal in de toe komst andere vonnissen vellen. Het vonnis van Beuthen zal het vuursignaal tot de Duitsche vrijheid, worden. Heil Hitier!" Dr. Goebbels. Door deze woorden ontstond een tumult in de rechtzaal. Een deel der aanwezigen op de tribune namen den kreet over. Voor het gerechtsgebouw waren duizen den menschen tezamen gestroomd in afwach ting van het vonnis. De politie moest gewa penderhand optreden tegen S. A.-leden in uniform. Inzake het vonnis te Beuthen verklaart men in kringen der Pruisische regeerinig, dat door de noodverordening inzake de instelling van spéciale rechtbanken de landen niet het recht van genade verloren hebben. Ook een termijn, waarbinnen het doodvonnis voltrok ken moet worden, is niet bekend. Dr. Goebbels publiceert in de „Angriff" reeds Zijn standpunt inzake het vonnis te Beuthen. I Hy schrijft a.m.: Wij vragen aan de re geering von Papen, en aan den Rijkspresi dent: Zullen deze vonnissen voltrokken wor den? Zal men inderdaad den moed hebben de hoofden van deze vijf jonge mannen op het blok te leggen? Wil men hier werkelijk een voorbeeld geven, hetwelk in zijn gevol gen zoo wreed en ondraaglijk is, dat men dit op het oogenblik zich eigenlijk "niet goed kan realiseeren? Wij wenschen niet geidentifi- ceerd te worden met een beweging van ge welddadigheden. Wij verheerlijken de ter reur niet, doch dit verklaren wij wel in het openbaar en voor de geheele wereld: Deze vonnissen mogen niet voltrokken worden. Deze veroordeelingen zijn een vuistslag in het gezicht van het nationale Duitschland. En tenslotte: 350 kameraden hebben wij begraven. In de meeste gevallen waren er geen politie en justitie, die de gerechtig heid deden zegevieren. Verbitterd en ver gramd zweren wij den rooden hetsers een latere wettige vergelding." De persafdeelihg van de N.S.D.A.P. neemt als volgt stelling tot het vonnis van Beuthen: „Een kreet van ontzetting en verontwaardi ging gaat door het geheele nationale Duitsch land. Vijf doodvonnissen zijn door het bijzon dere gerechtshof van een zich nationaal noe mende regeering met volledige miskenning van de vertwijfeling, die de aangeklaagden beheerschte over het falen van het staats apparaat tegenover de georganiseerde marxistische moordterreur, waaraan ruim 300 nationaal socialistische vrijheidsstrijders reeds ten offer zijn gevallen. Deze vijf dood vonnissen drijven ieder nationaal en recht vaardig voelenden Duitscher het bloed van schaamte en woede naar het gelaat. De ver ontwaardiging over dit onbegrijpelijke schrik vonnis wordt nog vergroot door het feit, dat ter zelfder tijd een ander Silezisch bijzonder gerechtshof rijksbannierleden, die op on- menschelijke wijze met voorbedachten rade twee SA-mannen afslachtten en vier anderen zwaar verwondden, slechts bestrafte met ten hoogste vier jaar tuchthuisstraf. Dat i's tweeërlei recht. Nationaal socialisten worden dus door het bijzondere gerechtshof van een „nationale regeering" met den dcod bestraft, terwijl het internationale moordmarxisnie er van mag afkomen met korte tuchthuisstraf fen en behouden blijft voor de mensehelijke maatschappij. Deze beide vonnissen zijn een slag in het gezicht van het nationale Duitsch land. Millioenen Duitschers verwachten van den heer von Papen als rijkscommissaris- Pruisisch ministerpresident de onmiddellijke opheffing van de ongehoorde doodsvonnis sen van Beuthen, welke onder geen omstan digheden mogen worden ten uitvoer gelegd. Er zal in Duitschland geen rust meer zijn, voor het vonnis van Beuthen opgeheven is. Laat de verantwoordelijke leiders van den staat den ernst van het oogenblik begrijpen, voor het te laat is. In buitenlandsche kringen doet het ge rucht de ronde, dat de rijkskanselier zou heb ben verklaard, dat de doodsvonnissen van Beuthen in ieder geval zouden worden vol trokken. Naar verluidt, is dit echter niet juist. De rijkskanselier heeft in zijn eigen schap van rijkscommissaris voor Pruisen nog geen beslissing genomen. De nadere bijzon derheden van het vonnis zulten nog nauw keurig moeten worden nagegaan om te zien of ook verzachtende omstandigheden zullen kunnen worden gevonden. In kringen der rijksregeering wordt er de nadruk op gelegd, "dat de regeerïng niet van zins is zich bij haar beslissingen op welke wijze dan ook onder een druk ie laten zetten. De leider van de rijksleiding ter N,S D.A.P.. advocaat Frank II heeft een protesttelegram gezonden aan von Papen en aan rijkspresi- dent von Hindenburg, waarin ten scherpste wordt geprotesteerd tegen de doodvonnissen van Beuthen. De N.S.D.A.P., aldus het tele gram, verwacht onmiddellijk begenadiging. Do opheffing van de vonnissen is een nood zakelijkheid voor de handhaving van de binnenlandsche rust. Van den kant van de verdediging wordt in zake de vonnissen van Beuthen medegedeeld, dat onmiddellijk alle maatregelen zullen wor den genomen en alle stappen bij het Pruisi sche staatsministerïe zullen worden gedaan, teneinde een ten uitvoer leggen van de dood vonnissen van Beuthen te verhinderen. Over het proces van Ohlau, dat gevoerd is voor de Rechtbank te Brieg, meldt V.D. het volgende: Van de hoofdverdachten werd de districts leider van de Rijksbanier Durnick tot drie jaar, en de plaatselijke leider van de rijks banier Blech tot vier jaar tuchthuisstraf veroordeeld. De veroordeeling geschiedde wegens landvredebreuk en wegens overtre ding der wapenwet. De verdachte Vanin Sr. werd wegens ern stige landvredebreuk en het toebrengen van ernstig lichamelijk letsel veroordeeld tot twee jaar tuchthuisstraf. De vakvereenigingssecretaris Strulik en de Sociaal-democratische wethouder Manche werden wegens landvredebreuk tot resp. anderhalf en 1 jaar gevangenisstraf veroor deeld. Van de beide vrouwelijke verdachten werd vrouw Kose veroordeeld tot zes maanden en vrouw Morawe tot drie maanden gevangenis straf veroordeeld. De overige straffen variee- ren van een jaar tot drie maanden gevan genisstraf. In het vonnis werd o.m. overwogen, dat de Rijksbanier niet uit was met de verontschul diging, dat zij door de nationaal-socialisten geprovoceerd zijn geworden. De rechtbank is verplicht terreur- én gewelddaden tegen te gaan en deze met alle mogelijke middelen te bestrijden. Bij het vonnis mag men niet al leen denken aan de verdachten, doch ook aan de slachtoffers, in dit geval aan de doo- den en de 20 zwaar gewonden. De Berlijnsche avondbladen wijdden nog kolommen aan het Ohlauproces. De ..Angriff" zegt. dat met betrekking op de zware straffen te Beuthen, het vonnis te Ohlau mild kan worden genoemd. De „Kreuzzeitung" spreekt er haar verwon dering over uit, dat hier niet een zwaar von nis is geveld, daar hier een voorbeeld gege ven had moeten worden. Het „Berliner Tage- blatt" spreekt echter van onbegrijpelijke zware straffen. Dit oordeel is niet in over eenstemming te brengen met het resultaat van het onderzoek. De sociaal-democratische ..Abend" schrijft in verband met de bedreigingen in de natio- naal-socialistische pers, dat het vonnis van Ohlau. als een vuursignaal door de rijen der Duitsche arbeiders' zal gaan. De veroordeel den, zelfs wanneer zij de grenzen van nood weer overschreden mochten hebben, genie ten algeheele sympathie van alle vrijheid lievende menschen. Aan deze speciale recht banken met baar vonissen tegen republikei nen zal spoedig een einde gemaakt worden. De „Vossische Zeltung" meent, dat het te hopen is dat door het strenge vonnis de toe stand beter zal worden. Het is een hooge prijs, welke betaald moet worden om den vrede in het Duitsche rijk te herstellen. DuitscMatmd. Pruisische Landdag op 30 Augustus bijeen. De agenda voor de eerste zitting van den Pruisischen Landdag op 30 Augustus a.s. is dezelfde als die welke bestemd was voor de zitting op 1 September. De Landdag zal zich dus bezig houden met de benoeming van een Rijkscommissaris in Pruisen en met de terreur in de verschillende streken van het land. Het Seniorenconvent, dat voor den aan vang der plenaire zitting bijeen komt, zal beslissen deze zitting zal duren en wanneer de Landdag opnieuw bijeen zal komen. Het is nog niet bekend, wanneer de verkiezing van een Pruisische Minister-President zal geschieden. De Landdag-voorzitter Kerrl heeft het Staatsgerechtshof op de hoogte gesteld van de bijeenroeping van den Landdag. Engeland. Gaat de textielstaking Zaterdag in? Het schijnt dat de textielstaking in Lan cashire Zaterdag a.s. zal worden afgekon digd. aldus meldt Reuter. De arbeiders wijzen er op, dat de aanvaarding van een loonsver laging, in welken vorm ook, geenerlei goed zal doen aan de industrie. Verder meenen zijn, dat de werkgevers binnen een jaar op nieuw zullen voorstellen de loonen te ver lagen. Woensdagochtend zal echter tusschen de vertegenwoordigers van beide partijen nog een bijeenkomst worden gehouden, waarop alsnog getracht zal worden de onderhande lingen tot bijleggïng van het conflict te her openen. Het oordeel van de Dominions en de Koloniën over de Imperiale Conferentie. De resultaten van de conferentie te Ot tawa, zijn voorzoover thans reeds te overzien in de Dominions en de koloniën met voldoe ning ontvangen. Het leidende Zuid-Afrikaansche blad „Cape Times" verklaart echter in een hoofdartikel., dat de conferentie de al te hoog gespannen verwachtingen teleurgesteld heeft. De resul taten van Ottawa zullen weliswaar moeilijk direct in klinkende munt omgezet kunnen worden, doch zij beteekenen zeer zeker ook een verderen stap in de richting van het te Lausanne aangevangen werk; het vertrou wen en de ondernemingsgeest te herstellen. De Australische minister-president Lyons verklaarde, dat de resultaten der conferen tie door het Australische volk met voldoe ning worden begroet. Het ministerie van handel rekent in verband met de aan Austra lië toegekende preferentïeele tarieven op een bedrag van 2 1:4 millioen p. st. De minister-president van Nieuw-Zeeland Forbes is eveneens tevreden. De overeenkom sten zijn veelbelovend voor een toekomstige nauwere samenwerking tusschen de deelen van het Britsche wereldrijk. In Birma is men Veurgesteld, dat men geen preferentieele tariwen heeft verkregen voor zijn hoofdproduct, de rijst. Tenslotte kan nog gemeld worden dat men te Ottawa zelf niet zoo optimistisch gestemd is. Men vreest dat Amerika tegenmaatrege- len zal gaan nemen in verband met- de over eenkomst tusschen Canada en Engeland. Handen en Oksels behandclc men met Furolpocder. Dit is het meest afdoende middel. Tn bussen van 45 en 60 cent. AUcen hij Apoth. cn Drogisten. Groote belangstelling voor het Bossche Hof. Maandagmorgen om 10 uur maakte het Gerechtshof te Den Bosch een aanvang met de behandeling in hooger beroep tegen den vader en den zoon die er van worden ver dacht de gebr. Willem en Matthias Kersten en Frans Wëhrens in den nacht van Vrijdag 27 op Zaterdag 28 November in een bosch bij Pu'tbroek te hebben neergeschoten en be graven. De 22-jarige zoon werd wegens po ging tot doodslag door de Roermondsohe Rechtbank tot 8 jaar gevangenisstraf ver oordeeld, terwijl de vader de 56-jarige jacht opziener wegens doodslag tot 15 jaar werd veroordeeld. Het Gerechtshof is als volgt samengesteld Mr. Baron de Bieberstein, president. mr. Vliegenthart en mr. van der Veen. raads- heeren, J-hr. mr. de Kuyper griffier. Het O.M. wordt waargenomen door de advocaat- generaal mr. C-ouvée. Evenals bij de behan deling te Roermond was ook hedenmorgen reeds ver voor het aanvangsuur een groote menigte verzameld voor het smalle poortje van het imposante Paleis van Justitie dat toegang geeft tot de publieke tribune. Een sterke politiemacht is samengetrokken om de orde te handhaven. Een leger persfotografen heeft zich opgesteld om de hoofdpersonen in dit drama te vereeuwigen. In de rechtzaal, rechts van het podium staat een tafeltje waarop de stille getuigen een plaats hebben gekregen. Daar liggen de jachtgeweren en parabellums, de doorschoten planken waarop de deskundigen hun schiet proeven hebben genomen de glazen buisjes met de gevonden patroonhulzen en de uit de lichamen verwijderde kogels. Verderop liggen de werkkleeren van de jachtopzieners Op een van de pakken werden bloedsporen gevonden. Ook in de zaal die weldra te klein zal blijken om den stroom van belangstellenden te bevatten, zijn de meest uitgebreide orde maatregelen genomen. Achter de bank waar de beide verdachte plaatsnemen, is de bank voor den commissaris van politie en den commandant der marechaussée. In de 3e bank nemen de deskundigen plaats terwijl ook de balie, die in grooten getale is opge komen hier een plaats vindt. Rechts van de verdachten is de bank van den verdedi ger mr. Paul Tripels. Voor den eersten dag zijn 30 en voor den tweeden dag 13 ge tuigen gedagvaard. Voor den aanvang der zitting staan de ge tuigen in de getuigenkamer bijeen en be spreken het drama zooals het zich in den donkeren Novembernacht onder de ruischen- de boomen van het bosch afspeelde. Ook het vinden van het lijk van Roebroeks wordt weer besproken. Hoe meer het aanvanigsuur nadert, hoe drukker het in de betrekkelijk kleine zaai wordt. Zoowel de banken voor de balie als die voor de pers zijn geheel bezet. De pu blieke tribune is stampvol. Er wordt met stentorstem door den deurwaarder tot stilte aangemaand, als bet Hof de zaal betreedt. Nadat nog eenige uitspraken zijn gedaan neemt de behandeling van de zaak Putbroek een aanvang. De vader, grijs geworden, doodsbleek, in grijs pak, wordt binnengeleid Achter hem volgt de zoon, eveneens door twee veldwachter begeleid. Zijn uiterlijk is weinig veranderd. Evienals in Roermond imaakt ook hier het binnenkomen weinig indruk op hem. De president, mr. baron de Bieberstein be tuigt zijn spijt, dat bij niet in staat is ge weest, alle verzoeken om plaatsen, ook niet voor de pers in te willigen. Aan den vader worden de gebruikelijke vragen gesteld, naar leeftijd, namen en beroep. Vervolgens stelt de president hem de vraag, wat de reden van zijn hooger beroep was. „Omdat ik onschuldig ben", luidt het antwoord. Hij doet zeer onverschillig. Hierna wordt ook den zoon gevraagd waarom hij in hooger beroep is gegaan. Ook hij ant woordt: ..Omdat ik onschuldig ben". De ochtendzitting wordt gevuld door het hooren der deskundigen. Volgens den mees ter-geweermaker A. Koenen, die ais deskun clige is gedagvaard, zijn de cp de plaats des misdrijfs gevonden patroonhulzen afgescho ten uit de wapens van de v. d. Elzens. Zoo wel dr. Hulst als dr. Waegenimgh blijven bij hun reeds voor de rechtbank te Roermond in gediende en toegelichte rapporten. Dr. Hulst geeft een uitvoerige uiteenzet ting van de verschillende wonden die de slachtoffers hebben gekregen en de verwoes tingen die de kogels in het lichaam hebben aangericht. Ook getuige deskundige v. Wage- ningh is er van overtuigd dat de scholen zijn gelost uit de wapens van de verdaenten. De gevonden hulzen waren volgens de kleur pas enkele dagen geleden afgeschoten. Uit on derzoek van de parabellum is gebleken dat hiermee uiterlijk vier dagen voor den moord nog is geschoten. De jongste verdachte ver klaart echter dat hij er voor het laatst 8 of 15 November mee heeft geschoten. Op de kleeran van den oudsten verdachte zijn bloedsporen gevonden, die volgens^ur. Hulst van menscbenbloed afkomstig zijn. Ook op een schop is menschenbloed aangetroffen Na het verhoor van de deskundigen wordt ge pauzeerd. Na de pauze leggen eenige getuigen ver klaringen over het onderzoek af. Vader van den Elzen antwoordt op een vraag van den advocaat-generaal, dat hij twee huizen in eigendom heeft, gebouwd van spaargeld en wat centen van zijn vrouw. Getuige Paulussen heeft wel vaak verno men, dat vader van den Elzen dronk en zijn zoon wel eens was gewaarschuwd, maar niet te veel met vader naar de herberg te trek ken. De verdediger merkt op, dat het niet zoo'n vaart liep met het drinken. Immers, in den avond voor het bewuste drama, zaten ver dachten in een café en vader van den Elzen dronk toch in dien geruimen tijd slechts 4 of 5 glazen bier! Getuige Paulussen zegt, dat vader van El zen vroeger nooit dronk. Getuige J. Straatman, marechaussee te Roermond, heeft het onderzoek mede geleid. Hij is wel tienmaal langs of over den kuil gekomen, alvorens die te bemerken. Zoo las tig was de speurtocht. Het. gevonden voet spoor lag zoo vreemd, dat het dadelijk opviel en het ging en kwam naar en van den weg en de indruk droeg het teeken van een hoefijzer, als welke zoon van den Elzen onder zijn schoenen droeg. Getuige is naar de woning van verdachten gegaan en nog vóór hem iets gevraagd werd, zeide vader van den Elzen niet te zullen mee gaan, want de dennetjes waren zoo nat. „Je woonde zóó dicht bijl" aldus de presi dent tot vader van den Elzen. „En jij alleen stelde geen belang in de zaak, die heel Neder land en ook het buitenland, in verontwaar diging en beroering heeft gebracht. Maar je i deed niet eens de moeite mee te gaan om naar de jongens te zoeken. Vreemd, heel vreemd!" We hadden- naar Roubroucks ook twee da gen gezocht en niets gevonden, antwoordt vader van den Elzen. „En Roubroucks is toch gevonden! Dus ie uitvlucht houdt geen steek!", zegt de presi dent. Getuige A. Kersten, 15 jaar, familielid van twee der vermoorden, te jong om den eed te doen, belooft de waarheid te zeggen. De knaap is lijkbleek. Getuige wist, dat er al vijf dagen strikken door zijn broers' waren uitgezet en in den nacht zijn beide broers en neef Frans Weh- rens uitgegaan om weer naar de strikken te gaan kijken. Niemand bad gewaarschuwd, dat ze niet in de bosschen. moesten gaan. Get. had een hunner een zilverdraadje ge- ÏNGEZONDEN MFDEDEELINGEN geven van papieren rozen. Toen get. den volgenden dag om tien uur mee naar zijn broers ging zoeken, vond hij het zilverdraad je. dat hij aan zijn broer Mathis gegeven had om patrijzen te vangen. Hij zag ook een bloedvlek en een dag later, op Zondag, vond hij een stuk broekriem van zijn broer en gaf het aan een politieman. Toen begon het gra ven. Maar de knaap kon het vreeselijke werk niet aanzien en verwijderde zich. Getuige Maria Mertens. 46 jaar, huisvrouw van H. Kersten te Echt-Putbroek. komt in roiuvkleeding in de rechtszaal. (Het publiek is ontroerd en er wordt stil gefluisterd). De beproefde moeder verhaalt van het kaartspel in den avond van 27 November. Kwart voor twaalf gingen ze weg en ze zei den voor half een terug te zullen zijn. Maar ze kwamen niet, en moeder werd ongerust en keek telkens op den wekker, hoe laat het al was. Ze had nog even gezegd, toen ze' gingen: .Ga niet het bosch in!" Zoo vaak was al ge- regd. dat haar zoon Willem er eens bij blij ven zou. Willem toch leed vaak aan hart- k ram pen. Ze wist. dat ze niet zouden gaan loopen, als ze een bekeuring kregen dan zou den ze blijven staan en betalen, want ze had den geld in den zak. Willem was bang voor Van den Elzen, en als er over Roubroecks ge sproken werd. dan zeide haar zoon Willem: dat Roubroecks wel in de hei zou liggen en dan doelde hij er op. dat R. zou zijn afge maakt. De moeder verhaalt, onder doodsche stilte, dat- het vandaag een jaar geleden is, dat van den Elzen met- een pistool op baar zoon Willem geschoten heeft. Zoon van den Elzen rijst op. en zegt, dat bij nooit op Willem Kersten heeft geschoten. De moeder drukt haar zakdoek tegen de be traande oogen. als zij den broekriem van baar jongen herkent. Wankelend gaat zij na bet verhoor de rechtzaal uit. Alleen verdachten blijven koud onder het komen en gaan der arme vrouw in rouw- kleeren. Getuige Emil Pernot. 29 jaar landbouwer te Posterholt. is met Theuwssse in gezelschap van verdachten in de herberg geweest, den avond voor den moord. Ze waren niet onder den invloed van sterken drank, en men is gewoon van elkaar gegaan. Niets deed ver moeden, dat verdachten den komenden nacht nog op surveillance zonden gaan. Getuige J. van Heel. 24 jaar, landbouwer te Echt-Putbroek, heeft een voetspoor bij een strik gezien, welke strik hij twee dagen te voren had zien liggen, terwijl toen echter daar geen voetspoor liep. Frans Hukkelhoven, zeide hem toen, dat kan wel een spoor van den ouden v. d. Elzen zijn. Hierop volgde het verhoor van getuige Ca- therina Mertens, 46 jaar, huisvrouw van Wehrens. de moeder van den vermoorden Frans Wehrens. Zij houdt zich flink en ver haalt in minder duidelijk Limburgsch dia lect, dat haar neef haar heeft gezegd: Het gaat mij nog als Roubroecks, want de oude van den Elzen heeft mij bedreigd. En toen neef Willem eens door den ouden v. d. E. was aangeschoten, zeide hij: „Zeg het maar niet aan moeder". Vader v. d. Elzen ontkent ooit op Willem. Kersten te hebben geschoten. De vrouw keert zich om naar verd.. vader van den Elze en zegt luide en herhaalde ma len: „Ja. ja, jawel, mijnheer! Ge hebt wel ge schoten Willem was naar den dokter gegaan. Ge tuige Rijksveldwachter Paulussen herinnert zich, dat een jaar geleden, op Willem Ker sten geschoten is. In den moordnacht heeft zij om half een een schot gehoord, doch haar man had toen al vijf schoten waargenomen. Getuige Joh. Beckers, 28 jaar, landbouwer te Echt-Putbroek, heeft vader v. d. E. in de maneschijn tegen een deur zien staan, al thans hij hield het er voor, dat de oude v. d. E. het moest zijn. De verdediger merkt op, dat de suggestie bij de getuige een rol speelt. .En ik ben daar 's nachts niet geweest!", zegt- vader v. d. Elzen luid. (Het publiek lacht zachtjes). Get-. Johannes H Linssen, dienaar van politie te St. Odiliënberg, beeft met zoon van den E. een gesprek gehad, toen Roe- broecks verdwenen was. Er moeten er hier nog meer verdwijnen, had de zoon van van den Elzen geantwoord. ,.Het zijn toch ook menschen", bad getuige toen weer opgemerkt (Hij bedoelde hiermede de stroopers). „Hij liegt, wat hij zegt", aldus verd. luid en boos. De verdediger maakt aanmerkingen op de verklaringen van get. tusschen wat deze in Roermond en hier voor het Gerechtshof ver klaarde. Vervolgens werd o.m. nog geohord jhr. A. M. A. E. van Aeffferden, burgemeester van Geullen. Deze begon met te protesteeren tegen hetgeen er in de dagbladen over hem was geschreven. De President wilde openlijk verklaren, dat getuige niet met hem gesproken had in Den Bosch en zoowel President als getuige stelden er prijs op te zeggen, dab zij elkaar in jaren niet gezien of gesproken hadden. Het liet den President koud wat er over deze kwestie was geschreven want alles was louter fantasie. De familie van Aefferden was over een en ander zeer verstoord. Ten aanzien van de zaak zelf vertelde get. dat de familie, vader van d. E.. achttien jaar in dienst beeft gehad en dat zij hem nooit bijzondere opdrachten had gegeven. Een instructie was voor hem niet noódig. omdat hij een bekwaam en betrouwbaar politiebeambte was, waarover de familie niet te klagen had. Getuige wist. dat vader v. d. E. den laatsten tijd dronk en daar was bij voor gewaarschuwd. Get. was in Duitschland en daarna in België en vertoef de dus in de dagen van het drama niet- in Posterholt of omgeving. Overigens was v. d. E. gedienstig en getuige gaf uitvoerige mede- deelingen over de wijze, waarop hij zijn plicht deed. De overige getuigenverklaringen brachten geen nieuwe lichtpunten. Vader v. d. E. bleef alles ontkennen, hij wist van niets en de getuigen logen. Om zeven uur werd de zitting gesloten. Heden ochtend om 10 uur zou de zitting worden voortgezet. DE OUD-KASSIER UIT OEGSTGEEST OPGESLOTEN. Zaterdag is in het huis van bewaring in Den Haag opgesloten de oud-kassier van de R.K. Boerenleenbank t.e Oegstgeest, die is gearresteerd als verdacht van verduistering' •van meer dan f 100.000.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 5