OPZIENBARENDE VONNISSEN
IN DUITSCHLAND.
HET DRAMA IN PUTBROEK.
Transpireerende Voeten,
1JMUIDER courant
DINSDAG 23 AUGUSTUS 1932
TWEEDE BLAD
Waf zal de Rijks-
regeering doen?
De Rechtbank te Beuthen spreekt het doodvonnis
uit over vijf S.A. mannen. Wegens moord op
een communist. Heftige protesten van de
N.S.D.A.P. Telegrammen aan Von Papen en
Von Hindenburg.
fwee Rijksbanierleden tot tuchthuisstraffen veroordeeld.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS.
DUITSCHLAND
Voor de speciale rechtbank te Beuthen
werd Maandag de behandeling gesloten van
het proces tegen een negental beklaagden,
verdacht van moord en het toebrengen van
zwaar lichamelijk letsel op de gebroeders
pietrzuch te Potempa in Duitsch Opper -
gjlezië.
Het Openbaar Ministerie eischte tegen de
beklaagden Kottisch, Graupner, Müller,
Lachmann en Wolnitza den doodstraf we
gens overtreding der noodverordening van
9 Augustus en wegens overtreding van de
wapenwet. Voorts eischte het Openbaar Mi
nisterie tegen ieder der beklaagden wegens
het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel
<je Communist Konrad Pietrzuch werd
vermoord en zijn broer Alfons zwaar gewond
twee jaar tuchthuisstraf.
Tegen de beklaagden Hoppe en Nowak
werd door het O. M. wegens medeplichtig
heid vijf jaar tuchthuisstraf geëischt.
Tenslotte vroeg het O. M. voor de beklaag
den Hadamik en Czaja vrijspraak.
De eerste verdediger pleitte vrijspraak
voor zijn cliënten Müller, Czaja, Hadamik,
Hoppe, Nowakk en Lachmann. Vervolgens
zeide pleiter, dat het misdrijf van de beklaag
den Kottisch, Wolnitza en Graupner niet on
der de terreur-noodverordening valt, doch
dat deze beklaagden veroordeeld moesten
worden volgens paragraaf 227 van het Wet
boek van Strafrecht. Voor deze laatste be
klaagden pleitte spreker clementie, daar zij
gehandeld hadden in militairen zin.
De tweede verdediger wees nog op de men
taliteit van de Opper-Silezische bevolking.
De vermoorde Pietrzuch was vroeger in gar
nizoen geweest, in verband hiermede haat
ten de Nafcionaal-Socialisten hem bijzonder.
Nog denzelfden, middag volgde de uit
spraak. De president van de speciale recht
bank las het volgende oordeel voor:
De beklaagden Kottisch, Wolnitza, Mül
ler en Graupner werden wegens politieken
doodslag en het toebrengen van zwaar licha
melijk letsel ter dood veroordeeld. Boven
dien werden de beklaagden Kottisch, Müller,
en Graupner ieder veroordeeld tot twee jaar
en de beklaagde Wolnitza tot 1 jaar tucht
huisstraf.
Beklaagde Lachman werd als aanstichter
ter dood veroordeeld, terwijl hem alle bur
gerrechten werden ontnomen.
De beklaagde Hoppe werd wegens mede
plichtigheid tot twee jaar tuchthuisstraf
veroordeeld.
Tenslotte werden de beklaagden Nowak,
Hadamik en Czaja vrijgesproken.
De uitspraak werd als volgt gemotiveerd:
Het was bewezen, dat de beklaagden den
tocht naar Potempa hadden ondernomen,
om den communist Konrad Pietrzuch te ver
moorden. De beklaagde Lachmann is als de
geestelijke dader te beschouwen. De beklaag
den Wolnitza, Müller, Graupner en Kottisch
zijn de kamer binnengedrongen en zijn de bei
de broeders te lijf gegaan. De noodverordening
van 9 Augustus dient in deze aangelegenheid
ten volle uitgevoerd te worden, daar de daad
om half 2 plaats vond en de noodverordening
om 12 uur des nachts van kracht was ge
worden. De beklaagden Nowak, Hadamik en
Czaja moesten worden vrijgesproken, daar
geen bewijs tegen hen kon worden aange
voerd.
Tijdens het voorlezen van het vonnis
heerschte er in de zaal doodsche stilte. Ook
tijdens de motiveering was het zeer rustig in
de zaal. Toen de president de zitting geslo
ten had, stond de groepleider, van de S. A.
en S. S., Heines uit Breslau op en schreeuwde
de zaal in: „Het Duitsche volk zal in de toe
komst andere vonnissen vellen. Het vonnis
van Beuthen zal het vuursignaal tot de
Duitsche vrijheid, worden. Heil Hitier!"
Dr. Goebbels.
Door deze woorden ontstond een tumult in
de rechtzaal. Een deel der aanwezigen op de
tribune namen den kreet over.
Voor het gerechtsgebouw waren duizen
den menschen tezamen gestroomd in afwach
ting van het vonnis. De politie moest gewa
penderhand optreden tegen S. A.-leden in
uniform.
Inzake het vonnis te Beuthen verklaart
men in kringen der Pruisische regeerinig, dat
door de noodverordening inzake de instelling
van spéciale rechtbanken de landen niet het
recht van genade verloren hebben. Ook een
termijn, waarbinnen het doodvonnis voltrok
ken moet worden, is niet bekend.
Dr. Goebbels publiceert in de „Angriff" reeds
Zijn standpunt inzake het vonnis te Beuthen.
I Hy schrijft a.m.: Wij vragen aan de re
geering von Papen, en aan den Rijkspresi
dent: Zullen deze vonnissen voltrokken wor
den? Zal men inderdaad den moed hebben
de hoofden van deze vijf jonge mannen op
het blok te leggen? Wil men hier werkelijk
een voorbeeld geven, hetwelk in zijn gevol
gen zoo wreed en ondraaglijk is, dat men dit
op het oogenblik zich eigenlijk "niet goed kan
realiseeren? Wij wenschen niet geidentifi-
ceerd te worden met een beweging van ge
welddadigheden. Wij verheerlijken de ter
reur niet, doch dit verklaren wij wel in het
openbaar en voor de geheele wereld: Deze
vonnissen mogen niet voltrokken worden.
Deze veroordeelingen zijn een vuistslag in
het gezicht van het nationale Duitschland.
En tenslotte: 350 kameraden hebben wij
begraven. In de meeste gevallen waren er
geen politie en justitie, die de gerechtig
heid deden zegevieren. Verbitterd en ver
gramd zweren wij den rooden hetsers een
latere wettige vergelding."
De persafdeelihg van de N.S.D.A.P. neemt
als volgt stelling tot het vonnis van Beuthen:
„Een kreet van ontzetting en verontwaardi
ging gaat door het geheele nationale Duitsch
land. Vijf doodvonnissen zijn door het bijzon
dere gerechtshof van een zich nationaal noe
mende regeering met volledige miskenning
van de vertwijfeling, die de aangeklaagden
beheerschte over het falen van het staats
apparaat tegenover de georganiseerde
marxistische moordterreur, waaraan ruim
300 nationaal socialistische vrijheidsstrijders
reeds ten offer zijn gevallen. Deze vijf dood
vonnissen drijven ieder nationaal en recht
vaardig voelenden Duitscher het bloed van
schaamte en woede naar het gelaat. De ver
ontwaardiging over dit onbegrijpelijke schrik
vonnis wordt nog vergroot door het feit, dat
ter zelfder tijd een ander Silezisch bijzonder
gerechtshof rijksbannierleden, die op on-
menschelijke wijze met voorbedachten rade
twee SA-mannen afslachtten en vier anderen
zwaar verwondden, slechts bestrafte met ten
hoogste vier jaar tuchthuisstraf. Dat i's
tweeërlei recht. Nationaal socialisten worden
dus door het bijzondere gerechtshof van een
„nationale regeering" met den dcod bestraft,
terwijl het internationale moordmarxisnie er
van mag afkomen met korte tuchthuisstraf
fen en behouden blijft voor de mensehelijke
maatschappij. Deze beide vonnissen zijn een
slag in het gezicht van het nationale Duitsch
land. Millioenen Duitschers verwachten van
den heer von Papen als rijkscommissaris-
Pruisisch ministerpresident de onmiddellijke
opheffing van de ongehoorde doodsvonnis
sen van Beuthen, welke onder geen omstan
digheden mogen worden ten uitvoer gelegd.
Er zal in Duitschland geen rust meer zijn,
voor het vonnis van Beuthen opgeheven is.
Laat de verantwoordelijke leiders van den
staat den ernst van het oogenblik begrijpen,
voor het te laat is.
In buitenlandsche kringen doet het ge
rucht de ronde, dat de rijkskanselier zou heb
ben verklaard, dat de doodsvonnissen van
Beuthen in ieder geval zouden worden vol
trokken. Naar verluidt, is dit echter niet
juist. De rijkskanselier heeft in zijn eigen
schap van rijkscommissaris voor Pruisen nog
geen beslissing genomen. De nadere bijzon
derheden van het vonnis zulten nog nauw
keurig moeten worden nagegaan om te zien of
ook verzachtende omstandigheden zullen
kunnen worden gevonden.
In kringen der rijksregeering wordt er de
nadruk op gelegd, "dat de regeerïng niet van
zins is zich bij haar beslissingen op welke
wijze dan ook onder een druk ie laten zetten.
De leider van de rijksleiding ter N,S D.A.P..
advocaat Frank II heeft een protesttelegram
gezonden aan von Papen en aan rijkspresi-
dent von Hindenburg, waarin ten scherpste
wordt geprotesteerd tegen de doodvonnissen
van Beuthen. De N.S.D.A.P., aldus het tele
gram, verwacht onmiddellijk begenadiging.
Do opheffing van de vonnissen is een nood
zakelijkheid voor de handhaving van de
binnenlandsche rust.
Van den kant van de verdediging wordt in
zake de vonnissen van Beuthen medegedeeld,
dat onmiddellijk alle maatregelen zullen wor
den genomen en alle stappen bij het Pruisi
sche staatsministerïe zullen worden gedaan,
teneinde een ten uitvoer leggen van de dood
vonnissen van Beuthen te verhinderen.
Over het proces van Ohlau, dat gevoerd is
voor de Rechtbank te Brieg, meldt V.D. het
volgende:
Van de hoofdverdachten werd de districts
leider van de Rijksbanier Durnick tot drie
jaar, en de plaatselijke leider van de rijks
banier Blech tot vier jaar tuchthuisstraf
veroordeeld. De veroordeeling geschiedde
wegens landvredebreuk en wegens overtre
ding der wapenwet.
De verdachte Vanin Sr. werd wegens ern
stige landvredebreuk en het toebrengen van
ernstig lichamelijk letsel veroordeeld tot
twee jaar tuchthuisstraf.
De vakvereenigingssecretaris Strulik en de
Sociaal-democratische wethouder Manche
werden wegens landvredebreuk tot resp.
anderhalf en 1 jaar gevangenisstraf veroor
deeld.
Van de beide vrouwelijke verdachten werd
vrouw Kose veroordeeld tot zes maanden en
vrouw Morawe tot drie maanden gevangenis
straf veroordeeld. De overige straffen variee-
ren van een jaar tot drie maanden gevan
genisstraf.
In het vonnis werd o.m. overwogen, dat de
Rijksbanier niet uit was met de verontschul
diging, dat zij door de nationaal-socialisten
geprovoceerd zijn geworden. De rechtbank is
verplicht terreur- én gewelddaden tegen te
gaan en deze met alle mogelijke middelen te
bestrijden. Bij het vonnis mag men niet al
leen denken aan de verdachten, doch ook
aan de slachtoffers, in dit geval aan de doo-
den en de 20 zwaar gewonden.
De Berlijnsche avondbladen wijdden nog
kolommen aan het Ohlauproces.
De ..Angriff" zegt. dat met betrekking op
de zware straffen te Beuthen, het vonnis te
Ohlau mild kan worden genoemd.
De „Kreuzzeitung" spreekt er haar verwon
dering over uit, dat hier niet een zwaar von
nis is geveld, daar hier een voorbeeld gege
ven had moeten worden. Het „Berliner Tage-
blatt" spreekt echter van onbegrijpelijke
zware straffen. Dit oordeel is niet in over
eenstemming te brengen met het resultaat
van het onderzoek.
De sociaal-democratische ..Abend" schrijft
in verband met de bedreigingen in de natio-
naal-socialistische pers, dat het vonnis van
Ohlau. als een vuursignaal door de rijen der
Duitsche arbeiders' zal gaan. De veroordeel
den, zelfs wanneer zij de grenzen van nood
weer overschreden mochten hebben, genie
ten algeheele sympathie van alle vrijheid
lievende menschen. Aan deze speciale recht
banken met baar vonissen tegen republikei
nen zal spoedig een einde gemaakt worden.
De „Vossische Zeltung" meent, dat het te
hopen is dat door het strenge vonnis de toe
stand beter zal worden. Het is een hooge
prijs, welke betaald moet worden om den
vrede in het Duitsche rijk te herstellen.
DuitscMatmd.
Pruisische Landdag op
30 Augustus bijeen.
De agenda voor de eerste zitting van den
Pruisischen Landdag op 30 Augustus a.s. is
dezelfde als die welke bestemd was voor de
zitting op 1 September. De Landdag zal zich
dus bezig houden met de benoeming van
een Rijkscommissaris in Pruisen en met de
terreur in de verschillende streken van het
land.
Het Seniorenconvent, dat voor den aan
vang der plenaire zitting bijeen komt, zal
beslissen deze zitting zal duren en wanneer
de Landdag opnieuw bijeen zal komen. Het
is nog niet bekend, wanneer de verkiezing
van een Pruisische Minister-President zal
geschieden.
De Landdag-voorzitter Kerrl heeft het
Staatsgerechtshof op de hoogte gesteld van
de bijeenroeping van den Landdag.
Engeland.
Gaat de textielstaking
Zaterdag in?
Het schijnt dat de textielstaking in Lan
cashire Zaterdag a.s. zal worden afgekon
digd. aldus meldt Reuter. De arbeiders wijzen
er op, dat de aanvaarding van een loonsver
laging, in welken vorm ook, geenerlei goed
zal doen aan de industrie. Verder meenen
zijn, dat de werkgevers binnen een jaar op
nieuw zullen voorstellen de loonen te ver
lagen.
Woensdagochtend zal echter tusschen de
vertegenwoordigers van beide partijen nog
een bijeenkomst worden gehouden, waarop
alsnog getracht zal worden de onderhande
lingen tot bijleggïng van het conflict te her
openen.
Het oordeel van de Dominions
en de Koloniën over de
Imperiale Conferentie.
De resultaten van de conferentie te Ot
tawa, zijn voorzoover thans reeds te overzien
in de Dominions en de koloniën met voldoe
ning ontvangen.
Het leidende Zuid-Afrikaansche blad „Cape
Times" verklaart echter in een hoofdartikel.,
dat de conferentie de al te hoog gespannen
verwachtingen teleurgesteld heeft. De resul
taten van Ottawa zullen weliswaar moeilijk
direct in klinkende munt omgezet kunnen
worden, doch zij beteekenen zeer zeker ook
een verderen stap in de richting van het te
Lausanne aangevangen werk; het vertrou
wen en de ondernemingsgeest te herstellen.
De Australische minister-president Lyons
verklaarde, dat de resultaten der conferen
tie door het Australische volk met voldoe
ning worden begroet. Het ministerie van
handel rekent in verband met de aan Austra
lië toegekende preferentïeele tarieven op een
bedrag van 2 1:4 millioen p. st.
De minister-president van Nieuw-Zeeland
Forbes is eveneens tevreden. De overeenkom
sten zijn veelbelovend voor een toekomstige
nauwere samenwerking tusschen de deelen
van het Britsche wereldrijk.
In Birma is men Veurgesteld, dat men
geen preferentieele tariwen heeft verkregen
voor zijn hoofdproduct, de rijst.
Tenslotte kan nog gemeld worden dat men
te Ottawa zelf niet zoo optimistisch gestemd
is. Men vreest dat Amerika tegenmaatrege-
len zal gaan nemen in verband met- de over
eenkomst tusschen Canada en Engeland.
Handen en Oksels behandclc men met
Furolpocder. Dit is het meest afdoende
middel. Tn bussen van 45 en 60 cent.
AUcen hij Apoth. cn Drogisten.
Groote belangstelling voor het Bossche Hof.
Maandagmorgen om 10 uur maakte het
Gerechtshof te Den Bosch een aanvang met
de behandeling in hooger beroep tegen den
vader en den zoon die er van worden ver
dacht de gebr. Willem en Matthias Kersten
en Frans Wëhrens in den nacht van Vrijdag
27 op Zaterdag 28 November in een bosch
bij Pu'tbroek te hebben neergeschoten en be
graven. De 22-jarige zoon werd wegens po
ging tot doodslag door de Roermondsohe
Rechtbank tot 8 jaar gevangenisstraf ver
oordeeld, terwijl de vader de 56-jarige jacht
opziener wegens doodslag tot 15 jaar werd
veroordeeld.
Het Gerechtshof is als volgt samengesteld
Mr. Baron de Bieberstein, president. mr.
Vliegenthart en mr. van der Veen. raads-
heeren, J-hr. mr. de Kuyper griffier. Het
O.M. wordt waargenomen door de advocaat-
generaal mr. C-ouvée. Evenals bij de behan
deling te Roermond was ook hedenmorgen
reeds ver voor het aanvangsuur een groote
menigte verzameld voor het smalle poortje
van het imposante Paleis van Justitie dat
toegang geeft tot de publieke tribune. Een
sterke politiemacht is samengetrokken om de
orde te handhaven. Een leger persfotografen
heeft zich opgesteld om de hoofdpersonen
in dit drama te vereeuwigen.
In de rechtzaal, rechts van het podium
staat een tafeltje waarop de stille getuigen
een plaats hebben gekregen. Daar liggen de
jachtgeweren en parabellums, de doorschoten
planken waarop de deskundigen hun schiet
proeven hebben genomen de glazen buisjes
met de gevonden patroonhulzen en de uit
de lichamen verwijderde kogels. Verderop
liggen de werkkleeren van de jachtopzieners
Op een van de pakken werden bloedsporen
gevonden.
Ook in de zaal die weldra te klein zal
blijken om den stroom van belangstellenden
te bevatten, zijn de meest uitgebreide orde
maatregelen genomen. Achter de bank waar
de beide verdachte plaatsnemen, is de bank
voor den commissaris van politie en den
commandant der marechaussée. In de 3e
bank nemen de deskundigen plaats terwijl
ook de balie, die in grooten getale is opge
komen hier een plaats vindt. Rechts van
de verdachten is de bank van den verdedi
ger mr. Paul Tripels. Voor den eersten dag
zijn 30 en voor den tweeden dag 13 ge
tuigen gedagvaard.
Voor den aanvang der zitting staan de ge
tuigen in de getuigenkamer bijeen en be
spreken het drama zooals het zich in den
donkeren Novembernacht onder de ruischen-
de boomen van het bosch afspeelde. Ook het
vinden van het lijk van Roebroeks wordt
weer besproken.
Hoe meer het aanvanigsuur nadert, hoe
drukker het in de betrekkelijk kleine zaai
wordt. Zoowel de banken voor de balie als
die voor de pers zijn geheel bezet. De pu
blieke tribune is stampvol. Er wordt met
stentorstem door den deurwaarder tot stilte
aangemaand, als bet Hof de zaal betreedt.
Nadat nog eenige uitspraken zijn gedaan
neemt de behandeling van de zaak Putbroek
een aanvang. De vader, grijs geworden,
doodsbleek, in grijs pak, wordt binnengeleid
Achter hem volgt de zoon, eveneens door
twee veldwachter begeleid. Zijn uiterlijk is
weinig veranderd. Evienals in Roermond
imaakt ook hier het binnenkomen weinig
indruk op hem.
De president, mr. baron de Bieberstein be
tuigt zijn spijt, dat bij niet in staat is ge
weest, alle verzoeken om plaatsen, ook niet
voor de pers in te willigen. Aan den vader
worden de gebruikelijke vragen gesteld, naar
leeftijd, namen en beroep. Vervolgens stelt
de president hem de vraag, wat de reden van
zijn hooger beroep was.
„Omdat ik onschuldig ben", luidt het
antwoord. Hij doet zeer onverschillig. Hierna
wordt ook den zoon gevraagd waarom hij
in hooger beroep is gegaan. Ook hij ant
woordt: ..Omdat ik onschuldig ben".
De ochtendzitting wordt gevuld door het
hooren der deskundigen. Volgens den mees
ter-geweermaker A. Koenen, die ais deskun
clige is gedagvaard, zijn de cp de plaats des
misdrijfs gevonden patroonhulzen afgescho
ten uit de wapens van de v. d. Elzens. Zoo
wel dr. Hulst als dr. Waegenimgh blijven bij
hun reeds voor de rechtbank te Roermond in
gediende en toegelichte rapporten.
Dr. Hulst geeft een uitvoerige uiteenzet
ting van de verschillende wonden die de
slachtoffers hebben gekregen en de verwoes
tingen die de kogels in het lichaam hebben
aangericht. Ook getuige deskundige v. Wage-
ningh is er van overtuigd dat de scholen zijn
gelost uit de wapens van de verdaenten. De
gevonden hulzen waren volgens de kleur pas
enkele dagen geleden afgeschoten. Uit on
derzoek van de parabellum is gebleken dat
hiermee uiterlijk vier dagen voor den moord
nog is geschoten. De jongste verdachte ver
klaart echter dat hij er voor het laatst 8 of
15 November mee heeft geschoten. Op de
kleeran van den oudsten verdachte zijn
bloedsporen gevonden, die volgens^ur. Hulst
van menscbenbloed afkomstig zijn. Ook op
een schop is menschenbloed aangetroffen Na
het verhoor van de deskundigen wordt ge
pauzeerd.
Na de pauze leggen eenige getuigen ver
klaringen over het onderzoek af.
Vader van den Elzen antwoordt op een
vraag van den advocaat-generaal, dat hij
twee huizen in eigendom heeft, gebouwd van
spaargeld en wat centen van zijn vrouw.
Getuige Paulussen heeft wel vaak verno
men, dat vader van den Elzen dronk en zijn
zoon wel eens was gewaarschuwd, maar niet
te veel met vader naar de herberg te trek
ken.
De verdediger merkt op, dat het niet zoo'n
vaart liep met het drinken. Immers, in den
avond voor het bewuste drama, zaten ver
dachten in een café en vader van den Elzen
dronk toch in dien geruimen tijd slechts 4 of
5 glazen bier!
Getuige Paulussen zegt, dat vader van El
zen vroeger nooit dronk.
Getuige J. Straatman, marechaussee te
Roermond, heeft het onderzoek mede geleid.
Hij is wel tienmaal langs of over den kuil
gekomen, alvorens die te bemerken. Zoo las
tig was de speurtocht. Het. gevonden voet
spoor lag zoo vreemd, dat het dadelijk opviel
en het ging en kwam naar en van den weg en
de indruk droeg het teeken van een hoefijzer,
als welke zoon van den Elzen onder zijn
schoenen droeg.
Getuige is naar de woning van verdachten
gegaan en nog vóór hem iets gevraagd werd,
zeide vader van den Elzen niet te zullen mee
gaan, want de dennetjes waren zoo nat.
„Je woonde zóó dicht bijl" aldus de presi
dent tot vader van den Elzen. „En jij alleen
stelde geen belang in de zaak, die heel Neder
land en ook het buitenland, in verontwaar
diging en beroering heeft gebracht. Maar je
i deed niet eens de moeite mee te gaan om
naar de jongens te zoeken. Vreemd, heel
vreemd!"
We hadden- naar Roubroucks ook twee da
gen gezocht en niets gevonden, antwoordt
vader van den Elzen.
„En Roubroucks is toch gevonden! Dus ie
uitvlucht houdt geen steek!", zegt de presi
dent.
Getuige A. Kersten, 15 jaar, familielid
van twee der vermoorden, te jong om den
eed te doen, belooft de waarheid te zeggen.
De knaap is lijkbleek.
Getuige wist, dat er al vijf dagen strikken
door zijn broers' waren uitgezet en in den
nacht zijn beide broers en neef Frans Weh-
rens uitgegaan om weer naar de strikken te
gaan kijken. Niemand bad gewaarschuwd,
dat ze niet in de bosschen. moesten gaan.
Get. had een hunner een zilverdraadje ge-
ÏNGEZONDEN MFDEDEELINGEN
geven van papieren rozen. Toen get. den
volgenden dag om tien uur mee naar zijn
broers ging zoeken, vond hij het zilverdraad
je. dat hij aan zijn broer Mathis gegeven had
om patrijzen te vangen. Hij zag ook een
bloedvlek en een dag later, op Zondag, vond
hij een stuk broekriem van zijn broer en gaf
het aan een politieman. Toen begon het gra
ven. Maar de knaap kon het vreeselijke werk
niet aanzien en verwijderde zich.
Getuige Maria Mertens. 46 jaar, huisvrouw
van H. Kersten te Echt-Putbroek. komt in
roiuvkleeding in de rechtszaal. (Het publiek
is ontroerd en er wordt stil gefluisterd).
De beproefde moeder verhaalt van het
kaartspel in den avond van 27 November.
Kwart voor twaalf gingen ze weg en ze zei
den voor half een terug te zullen zijn. Maar
ze kwamen niet, en moeder werd ongerust en
keek telkens op den wekker, hoe laat het al
was.
Ze had nog even gezegd, toen ze' gingen:
.Ga niet het bosch in!" Zoo vaak was al ge-
regd. dat haar zoon Willem er eens bij blij
ven zou. Willem toch leed vaak aan hart-
k ram pen. Ze wist. dat ze niet zouden gaan
loopen, als ze een bekeuring kregen dan zou
den ze blijven staan en betalen, want ze had
den geld in den zak. Willem was bang voor
Van den Elzen, en als er over Roubroecks ge
sproken werd. dan zeide haar zoon Willem:
dat Roubroecks wel in de hei zou liggen en
dan doelde hij er op. dat R. zou zijn afge
maakt. De moeder verhaalt, onder doodsche
stilte, dat- het vandaag een jaar geleden is,
dat van den Elzen met- een pistool op baar
zoon Willem geschoten heeft.
Zoon van den Elzen rijst op. en zegt, dat
bij nooit op Willem Kersten heeft geschoten.
De moeder drukt haar zakdoek tegen de be
traande oogen. als zij den broekriem van
baar jongen herkent. Wankelend gaat zij na
bet verhoor de rechtzaal uit.
Alleen verdachten blijven koud onder het
komen en gaan der arme vrouw in rouw-
kleeren.
Getuige Emil Pernot. 29 jaar landbouwer
te Posterholt. is met Theuwssse in gezelschap
van verdachten in de herberg geweest, den
avond voor den moord. Ze waren niet onder
den invloed van sterken drank, en men is
gewoon van elkaar gegaan. Niets deed ver
moeden, dat verdachten den komenden nacht
nog op surveillance zonden gaan.
Getuige J. van Heel. 24 jaar, landbouwer te
Echt-Putbroek, heeft een voetspoor bij een
strik gezien, welke strik hij twee dagen te
voren had zien liggen, terwijl toen echter
daar geen voetspoor liep. Frans Hukkelhoven,
zeide hem toen, dat kan wel een spoor van
den ouden v. d. Elzen zijn.
Hierop volgde het verhoor van getuige Ca-
therina Mertens, 46 jaar, huisvrouw van
Wehrens. de moeder van den vermoorden
Frans Wehrens. Zij houdt zich flink en ver
haalt in minder duidelijk Limburgsch dia
lect, dat haar neef haar heeft gezegd: Het
gaat mij nog als Roubroecks, want de oude
van den Elzen heeft mij bedreigd. En toen
neef Willem eens door den ouden v. d. E. was
aangeschoten, zeide hij: „Zeg het maar niet
aan moeder".
Vader v. d. Elzen ontkent ooit op Willem.
Kersten te hebben geschoten.
De vrouw keert zich om naar verd.. vader
van den Elze en zegt luide en herhaalde ma
len: „Ja. ja, jawel, mijnheer! Ge hebt wel ge
schoten
Willem was naar den dokter gegaan. Ge
tuige Rijksveldwachter Paulussen herinnert
zich, dat een jaar geleden, op Willem Ker
sten geschoten is. In den moordnacht heeft
zij om half een een schot gehoord, doch haar
man had toen al vijf schoten waargenomen.
Getuige Joh. Beckers, 28 jaar, landbouwer
te Echt-Putbroek, heeft vader v. d. E. in de
maneschijn tegen een deur zien staan, al
thans hij hield het er voor, dat de oude v. d.
E. het moest zijn.
De verdediger merkt op, dat de suggestie
bij de getuige een rol speelt. .En ik ben daar
's nachts niet geweest!", zegt- vader v. d.
Elzen luid. (Het publiek lacht zachtjes).
Get-. Johannes H Linssen, dienaar van
politie te St. Odiliënberg, beeft met zoon
van den E. een gesprek gehad, toen Roe-
broecks verdwenen was. Er moeten er hier
nog meer verdwijnen, had de zoon van van
den Elzen geantwoord. ,.Het zijn toch ook
menschen", bad getuige toen weer opgemerkt
(Hij bedoelde hiermede de stroopers).
„Hij liegt, wat hij zegt", aldus verd. luid
en boos.
De verdediger maakt aanmerkingen op de
verklaringen van get. tusschen wat deze in
Roermond en hier voor het Gerechtshof ver
klaarde.
Vervolgens werd o.m. nog geohord jhr. A.
M. A. E. van Aeffferden, burgemeester van
Geullen. Deze begon met te protesteeren
tegen hetgeen er in de dagbladen over hem
was geschreven.
De President wilde openlijk verklaren, dat
getuige niet met hem gesproken had in Den
Bosch en zoowel President als getuige stelden
er prijs op te zeggen, dab zij elkaar in jaren
niet gezien of gesproken hadden. Het liet den
President koud wat er over deze kwestie was
geschreven want alles was louter fantasie.
De familie van Aefferden was over een en
ander zeer verstoord. Ten aanzien van de
zaak zelf vertelde get. dat de familie, vader
van d. E.. achttien jaar in dienst beeft gehad
en dat zij hem nooit bijzondere opdrachten
had gegeven. Een instructie was voor hem
niet noódig. omdat hij een bekwaam en
betrouwbaar politiebeambte was, waarover de
familie niet te klagen had. Getuige wist. dat
vader v. d. E. den laatsten tijd dronk en daar
was bij voor gewaarschuwd. Get. was in
Duitschland en daarna in België en vertoef
de dus in de dagen van het drama niet- in
Posterholt of omgeving. Overigens was v. d.
E. gedienstig en getuige gaf uitvoerige mede-
deelingen over de wijze, waarop hij zijn
plicht deed.
De overige getuigenverklaringen brachten
geen nieuwe lichtpunten.
Vader v. d. E. bleef alles ontkennen, hij
wist van niets en de getuigen logen. Om
zeven uur werd de zitting gesloten. Heden
ochtend om 10 uur zou de zitting worden
voortgezet.
DE OUD-KASSIER UIT OEGSTGEEST
OPGESLOTEN.
Zaterdag is in het huis van bewaring in
Den Haag opgesloten de oud-kassier van de
R.K. Boerenleenbank t.e Oegstgeest, die is
gearresteerd als verdacht van verduistering'
•van meer dan f 100.000.