C'8
s
SCHAAKRUBRiEK
m m i
mm
DAMRUBRiEK
bs
(zeelaarzen
z
a
es
os
Z
a
o
ei
IjMUIDER COURANT
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1932
onder leiding van
A. j. C. TER HAAR EN J. ZOONTJES
Een buitengewoon interessante partij
gespeeld te Velsen. Bondswedstrijden 1932.
Wit: H. W.
Felderhof.
Zwart; 1
1.
e2—e4
e7-e5
2.
Pgl-f3
Pb8c6
3.
Lfl—b5
Pc6-d4
4.
Lb5 c4
b7—b5
5.
Lc4—fl
Pd4Xf3f
6.
DdlXf3
a7—a6
7.
a2 - a4
b5—b4
8.
Lil c4
Pg8-f6
9.
d2-d4
Lf8-d6
10.
0-0
0-0
11.
c2—c3
Lc8-b7
12
Pbl - d2
e5Xd4
13.
c3Xd4
Ld6 - e7
14
Lc4 - d3
Pf6-e8
15.
Df3 h3
f7-f5
16.
e4Xf5
Le7—f6
17.
Pd2—13
Ta8—C8
18.
P13e5
c7c5
19.
f2—f4
d7—d6
20.
Ld3c4f
d6—d5
21.
LC4d3
c5c4
22.
Ld3—c2
Pes d6
23.
g2-g4
Pd6e4
24.
g4-i5
Lf6 e7
25.
Tfl -f3
Tc8-c7
26.
Pe5—g6!
Lb7 c8!
27.
Pg6Xf8
Dd8XfS
28.
a4 - a5
LcSXi5
29.
Dh3-g2
Le7-d6
30.
b2—b3
Tc7e7
31.
Dg2—fl
Df8—c8
32.
h2-h3
Dc8—c7
33.
Lc2—dl
Pe4—c3
34.
b3Xc4
d5Xc4
35-
T f 3Xc3
b4Xc3
36.
LdlXe2
Te7-e4
37.
L«2Xc4f
Kg8 - h8
38.
Lc4— d5
Te4Xd4
39.
Dfl—e2
Dc7-e7
4U.
L)e2Xe7
Ld6Xe7
41.
Ld5—b7
Td4 -dlf
42,
Kgl g2
Le7—c5
43.
Kg2-f3
Lf5-d3
44.
Lel b2
e3Xb2
45.
TalXdl
b2-blD
46.
TdlXbl
Ld3Xbl
47.
Lb7Xa6
Lc5-b2
48.
Kf3-g4
Lb4Xa5
49.
f4f5
La5—b5
50.
f5 f6
51.
La5 C4
Lbl -f5f
52.
Kg4-g3
Lbg—c7f
53.
Kg3—g2
Lc7-f4
54.
h3h4
h7—h6
55.
göXhó
Kh8-h7
56.
Kg2-f3
Lf4-ë5
57.
f6—f7
Le5 - d6
58.
Kt3-e3
Kh7Xh6
59.
Lc4-e2
Lf5 - e6
60.
f7f8 D
Ld6Xf8
61.
Ke3-f4
Lf8—dóf
62.
Kf4-e4
Ld6-g3
63.
h4—h5
gó-g5
64.
Ke4-f3
Lg3-d6
Wit geeft op.
Probleem van C. Mansfeld.
Ie prijs Swiat Szachowy 1931.
Zwart.
abcdefgh
i m
müsli
ai m
i ji
mm 1
83 11
abc
d e f g h
Wit.
Wit begint en geeft in twee (2) zetten mat.
Wit: Kal, Df2, Ta4, TgS, Rd3, Pel, Pf3.
Zwart: Kf4, Te4, RbS, Pbl, a2, f5, h2 h3.
Eindspel-studie van A. Kubbel.
Ie prijs „Neue Leipziger Ztg." 1930.
Wit is aan den zet en maakt remise.
Wit; Kf2, Tb7 Pgl, Pg5, b5, h4.
Zwart: Kf3, Dc8, a4, b6, d5, d6. f6, h5.
CLUBNIEUWS SCHAAKCLUB „KIJK UIT".
Promotie-Degradatie le2e groep:
A. Lanser—J. stals afgebroken.
2e3e groep:
W. Schol teJ. Visser 01
J- Bilder—J. Visser 1—4)
Wij stellen ons voor uiterlijk 20 Septem-
JJ® a.s. de Promotie en Degradatiewedstrij
den te eindigen in verband waarmede wij
dhngend verzoeken de achterstallige partijen
W te spelen
Onder leiding van B. Dukel.
EEN OPLOSSERSWEDSTRIJD.
De redactie dezer rubriek heeft gemeend,
om, nu de zomer bijna voorbij is, een op
losserwedstrijd uit te schrijven voor al onze
trouwe oplossers. Deze wedstrijd zal dan als
volgt gehouden worden:
Er zullen in 't geheel 10 problemen ge
plaatst worden, d.w.z, elke week één. Voor
elk geplaatst probleem dat wordt opgelost
en ingezonden, zal één punt worden toege
kend. Zoo zullen er dus 10 punten te be
halen zijn. Hem of haar, die het eerst dit
aantal punten weet te veroveren zal een
prijs worden toegekend en wel twee gulden
en vijftig cents, zeggen 2.50. Komen er
echter meer dan één op de bovenste plaats
aan dan zal het lot moeten beslissen. Onmid
dellijk daarop vangt een tweede wedstrijd
aan en hij of zij die een prijs gewonnen
hebben vallen af en de anderen gaan ge
woon door met het behoud der punten. Zoo
zullen er twee wedstrijden worden gehouden,
en heeft men den eersten keer den prijs niet
gewonnen, dan heeft men evengoed 'n kans
behouden om den tweeden keer den prijs te
winnen. Mocht een eventueele prijswinnaar
den prijs in geld niet aannemen, dan zal
hem hiervoor een fraaie zilveren medaille
worden uitgereikt of iets üergeijlks op
verlangen.
De wedstrijd is voor een ieder opengesteld,
Wij zijn werkelijk benieuwd hoe onze op
lossers zich in den wedstrijd, dien wij de
volgende week hopen aan te vangen zullen
houden.
LOKZET.
In de volgende stelling lokte Dumont Fils
met Zwart een mooien lokzet uit. De stand
luidt:
ZWART
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
WIT
Zwart 15 schijven op: 3 6 8 11 12 13 15
16 17 18 19 21 23 24 25.
Wit 15 schijven op: 26 27 28 31 32 34 37
38 39 40 41 42 43 45 48.
Wit:
Zwart:
I.
3—9
2.
28—22?
17x28
3.
26 x 17 -
12x21
4.
34—30 of 34—29
24x33
5.
38x29
23x34
6.
32x23
21x32
7.
37x28
13—18
8.
23 x 12
11—17
9.
12x21
16x49
en
wint.
Een fraai stukje.
Dan volgt nog een leuke variant op de
type-zet.
Zwart: 3 6 8 11 12 13 14 15 17 18 19 23
en 24.
Wit: 27 28 31 32 33 35 36 38 39 42 45
45 48 en 49.
In deze stelling speelde Wit 2722 én 31 x
22 en verzuimde de winst door
Wit 27—22, 32x21, 45—40, 40x 16.
Zwart; 18x27, 23x34, 17x 16.
ui
ui
w
►"5
O
H
O
rmnutr.ri
TRAWLERKADE c3A
8 WERKSCHOENEN
H
EEN VALSTRIK.
Onderstaande stelling kwam voor in een
door ons vrienschappelijk vlug gespeeld
partijtje.
De stand luidt:
Wit: 22 25 26 28 32 35 38 39 42 43 en 45.
Zwart: 3 6 8 9 11 13 17 19 21 23 en 29.
In deze stelling staat Wit niet mooi en
kan een zetje nemen dat deze echter verlies
brengt door: Wit 38—33, 42—38, 38 x 7. 26 x 17.
17x28, 29x 18, 23x32, 17—21, 18—22 8—12
en 13x44.
De stelling voor Wit is zwak, omdat Wit
1924 van Zwart moet verhinderen. Doch op
42—37 kan Zwart 29—33, 11—16, 13x44
spelen.
HOE LEER IK DAMMEN?
Zooals wij reeds eenigen tijd geleden ver
meldden zal vanaf nu een klein hoekje ge
reserveerd worden voor hen die met het
mooie damspel eens kennis willen maken,
Door steeds dit hoekje grondig te bestudee-
ren is het mogelijk dat u in korten tijd het
spel al aardig kan spelen. Wij zullen een
aanvang maken met les één.
Het Damspel is een spel dat gespeeld wordt
door twee personen op een bord met .100
ruiten (50 wit en 50 zwart). De 50 zwarte
ruiten zijn genummerd van 1 tot en met 50
en het is voor een beginner een eerste ver-
eischte om deze nummers en de daaraan
verbonden notatie te leeren, waarna men in
staat wordt gesteld, om de damrubrieken in
dit hoekje voor beginners grondig te bestu
deeren. Thans allereerst de aanvangstelling
van het damspel en de wijze van noteering.
ZWART
WIT
Als men nu leest in de damrubriek Wit
speelt 32—28 dan beteekent dat, dat Wit van
ruit 32 naar 28 speelt en als Zwart nu 18
23 spelt mag Wit niet 37—32 spelen wegens
twee schijvenverlies doordat Zwart 2329 en
1722 speelt. Wit kan nog v/el naar 33 x 24
slaan doch dan komt Zwart toch weer met
20 x 29 en wint steeds twee stukken. Zooals
men ziet is Wit na twee zetten in de opening
reeds twee stukken ten achter, wat bij goed
spel van Zwart verlies beteekent.
Oplossingen en Correspondentie binnen
9 dagen aan den damredacteur.
ZELFBESTUUR ONDER
JAPANSCHE RAADGEVERS?
ADVIES DER MANDSJOERIJSCHE
COMMISSIE.
NEW YORK, 9 Sept. (Reuter). Volgens
de Japansche zaakgelastigde te Peking be
helst het rapport-Lytton de eisch, dat Japan
de souvereiniteit van China over Mandsjoe-
rije zal erkennen, doch in Mandsjoerije zal
een zelfbestuur worden geschapen onder Ja
pansche raadgevers.
Zoowel de Japansche als de Chineesche
regeering hebben afschriften van het rap
port ontvangen, doch dit mag niet behan
deld worden alvorens het in den Volken
bondsraad is behandeld.
TOKIO, 9 Sept. (Reuter). Van geloof
waardige zijde wordt vernomen, dat het rap
port-Lytton wordt erkend, dat een terugkeer
tot den ouden toestand in Mandsjoerije on
mogelijk is en dat derhalve wordt voorgesteld
Mandsjoerije te demilitariseer en, terwijl het
land zelfbestuur krijgt, met Japansche
raadslieden.
Ook wil men Japan. China en Mands.ioekwo
gezamenlijk laten onderhandelen onder toe
zicht van den Volkenbond.
In officieele kringen wordt geaegd, dat
hoewel Japan voornemens is binnenkort
Mandsjoekwo als zelfstandige staat te erken
nen, het daarom toch wel kan aanraden, dat
deze staat met China in onderhandeling
treedt.
De Japansche regeering heeft aan den Vol
kenbond verzocht, te wachten met de behan
deling van het rapport, totdat ook het Ja
pansche rapport over Mandsjoerije zal zijn
ontvangen, zoodat beide stukken na elkaar
kunnen worden voorgelezen.
RIJKSDAGPRESIDIUM BIJ VON
HINDENBURG
BERLIJN. 9 Sept. (Wolffbureau) In poli
tieke kringen alhier ziet men met spanning
de ontvangst tegemoet van het rijksdagpre
sidium door den rijkspresident. Zij zal zoo
verloopen, dat het presidium eerst aan Von
Hindenburg wordt voorgesteld, waarna Goe-
ring zijn opvatting over den huidigen poli-
tieken toestand zal ontwikkelen. Indien de
rijkspresident op dit betoog ingaat, zal hij
vermoedelijk zeggen, dat de noodzaak der
ongestoorde uitvoering van het economisch
program en de belangrijke onderhandelingen
met het buitenland over de ontwapenini
thans een regeeringswisseling onmogelijk
maken.
Maandag komt de Rijksdag bijeen voor
het aanhooren der regeeringsverklaring. De
debatten zullen vermoedelijk 2 dagen duren
zoodat de ontbinding in het midden der week
zou geschieden. Gistermiddag achtte men een
verdaging van weer een week nog mogelijk.
BERLIJN. 9 September, (Wolff.) Reeds
voor het aangekondigde uur kwam het Rijks
dagpresidium bij den Rijksdagpresident voor
de aangekondigde bespreking. President
Goering werd door de nieuwsgierigen buiten
het paleis van den Rijkspresident luide toe
gejuicht.
Bij de belangrijkste partijen in den Rijks
dag heerscht thans een stemming, waar
door de mogelijkheid van een verdaging van
weer een week wordt verminderd.
Mocht na Goering's bezoek aan von Hin
denburg morgen blijken, dat er geen kans
bestaat op een regeeringswisseling, dan zal
er van een verdaging wel geen sprake zijn en
wordt het lot van den Rijksdag Woensdag of
Donderdag bezegeld.
het noodig, dat hij gedurende een maand in
de tuchtschool zou leeren, hoe hij in het
maatschappelijk gareel zou loopen.
De overigen van het rijtje, die minder on
gunstig van zich hadden doen spreken, zou
den twee maanden voorwaardelijk kunnen
krijgen.
Mr. Hoog, de verdediger, zei, dat de jongens
zonder werk rondslenterden, wat oorzaak
was. dat ze dom zoo maar allerlei katte-
kwaad gaan doen, hetgeen hij natuurlijk ten
zeerste afkeurde, maar waarvoor een voor
waardelijke straf toch het beste is. De jon
gen met het ongunstige rapport was ntet
zoo brutaal en onverschillig als 't wel leek;
hij had niet erger misdreven dan de anderen
waarom kon hij geen voorwaardelijk
krijgen?
Hij wist den politierechter niet te overtui
gen; die vond ook, dat de jongen een maand
je naar de tuchtschool moest en daar zal
hij dan zoo maar heengaan; de anderen
kregen 2 maanden voorwaardelijk.
EEN ONEERBIEDIGE KERGANGER.
Een jongeling in Hillegom was in de kerk
;eweest. maar had daar niet alle aandacht
besteed- aan datgene, waarover men ter
kerke pleegt te gaan, want het oog door de
ruimte latende dwalen, had hij een paar
meisje ontdekt, die hem blijkbaar niet on
gevoelig waren, want hij was tegen die
meisjes gaan lachen. Een juffrouw, die daar
op de een of andere manier kennis van had
gekregen dat ze 't zelf gezien had mag ik
haast_ niet veronderstellen zei later naar
aanleiding van die lachpartij, dat de jongen
een schoft was, waarop deze antwoordde; ik
spreek je nog wel eens alleen. Dat kan men
op verschillende manieren uitleggen: de man
van de juffrouw, die gescholden had, zag
daarin een beleediging en werd er. naar
de officier vermoedde door zijn vrouw op
uit gestuurd om de jongeling ter verant
woording te roepen, wat hij dan ook deed.
De jongeling vatte het huwelijk niet als een
tweeëenheid op want hij zei. dat hij met
den man niets te maken had. als hij wat
met de vrouw had en toen gaf de man om
te toonen. dat hij die meening niet deelde,
den ander slagen en schoppen, wat die ander
niet zonder meer accepteerde, maar hij
kreeg dan toch wel zooveel, dat men kan
zeggen, dat hij de match verloor, wat voor
hem weer aanleiding was om bij den scheids
rechter te klagen. De officier had 't maar
liever zoo gelaten, maar de jongeling wou
zijn tegenpartij met alle geweld nog een
laatsten klap toedienen en zoodoende had
hij het genoegen te hooren, dat de man der
verontwaardigde kerkgangster tien gulden
boete kreeg, wat die nog al veel vond, maar
er ging geen centje af; als hij niet betalen
wil, mag hij er natuurlijk ook voor gaan
zitten; ze zijn aan 't gerechtshof zoo in
schikkelijk mogelijk.
Aan het jaarlijksche gondelfeest in Venetië deden dit jaar ook de Italiaansche kroon
prins en zijn echtgenoote mee. Men ziet hierboven het jonge echtpaar in den staats-
gondel".
Voor den Politierechter.
ZOO MAAR.
..Waarom heb je dat gedaan?" vroeg de
politierechter aan den rechtervleugelman
van het rijtje jongelieden, dat het beklaag
denbankje vulde en welk rijtje ervan be
schuldigd was langs ongewone wegen, via
ladders, platjes, goten en vlaggestokken in
het veilinggebouw te Zaandam te zijn binnen
gekomen om er met appelen en sinaas-appe
len beladen weer uit te gaan, welk feit door
het heele rijtje volmondig werd erkend.
„Waarom heb je dat gedaan?"
De roodharige jongeling keek naar boven
en toen naar beneden en antwoordde: zoo
maar!
En waarom, vroeg de politierechter aan
no. 2 van het rijtje, heb jij dat gedaan?
De 16-jarige blonde jongen antwoordde
zoo maar!
Dat was alles heel duidelijk, maar ver
borg toch wel eenigszins het ware motief.
De derde hielp ons eenigszins uit den
droom, want hij antwoordde dezelfde vraag
niet met zoo maar, doch zeker oordeelende,
dat die twee woorden te veel mogelijkheden
in zich sloten, zei hij en zijn uiterlijk van
,grooten dikken lummel klopte hiermee uit
baldadigheid. De linkervleugel vond dit mo
tief ook voldoende, maar de officier was met
deze verklaring gansch niet tevreden. Dat
was tever gedreven baldadigheid om via
ladders en vlaggestokken appelen te gaan be
machtigen; dat was volgens de strenge wet
diefstal in vereeniging onder verzwarende
omstandigheden.
Als twee hetzelfde doen is het nog niet
hetzelfde. Stel, de jongelui waren langs den
vermelden weg in een juwellerszaak geko
men en hadden daar voor eenige duizenden
guldens aan ringen en dergelijke onnoodige
artikelen weggenomen, dan was heel Zaan
dam in rep en roer geweest en dan had de
agent, die voor deze speciale gelegenheid
met een Schillerkraag om voor de rechtbank
verscheen, wat vrij mal stond voor zoo'n
ouden agent, allicht een eervolle vermelding
gekregen, als hij de daders had gepakt, nu
het een paar appeltjes betrof maakte de aan
houding geen indruk, doch: „zoo maar" en
„uit baldadigheid", neen, dat was de zaak
toch wat al te gering opgevat.
Nu is het gebruikelijk, dat voor de be
antwoording der vraag welke straf de over
treders moeten hebben, niet alleen wordt na
gegaan, wat ze gedaan hebben, maar ook
wat de medemenschen van hen vertellen en
om dat te weten te komen loopt een of
ander, die zich dergelijk werk tot levens
doel heeft gesteld, de buurt af en informeert
bij onderwijzers, patroons, buren en wie daar
voor meer in aanmerking komen, of die iets
weten wat twijfel kan doen rijzen aan de
volgzaamheid, eerlijkheid, onderdanigheid
en andere deugden, die den mensch moeten
sieren. De uitslag van dat onderzoek wordt
belichaamd in een rapport dat de justitie
wordt toegezonden. Dat rapport was den
roodharigen jongeling niet gunstig: op
school was hij wel eens lui en brutaal ge
weest; hij had al eens een appeltje van een
boom geplukt, hij was bij een baas wegge
stuurd, omdat hij gerookt had, waar zulks
met mocht en zelfs had hij, zooals de Schil
lerkraag zeide, op de Westzijde wel eens met
meisjes gestoeid. Dat alles wees er op, dat die
jongeling niet voldoende begrip had van
orde en tucht en daarom vond de officier
LANGS DE STRAAT.
Aanteekenen.
Door de draaideur draaide het jongmensch
't zengend heete zaaltje binnen van het
postkantoor in een onzer provincieplaatsjes.
Zeer zelfbewust, want hij wist dat de grijze
broek een vouw had waarmee je je kon
scheren. Even leek het alsof hij bevangen
zou worden door de stoofhitte van deze broei
kas en huppelde z'n oog verward van 't
eene loket naar 't andere, maar hij liet zich
niet overmeesteren en stapte resoluut naar
dat loket dat het bordje „Aangeteekende
Stukken" droeg. Dat moest-ie hebben; zijn
brief zou een aangeteekende worden! Dat
is heel wat anders dan die gewone brieven
van die gewone menschen die gewoon voor
het gewone zegelloket moeten staan. Zijn
minachting daarvoor was blijkbaar van z'n
gezicht af te lezen.
De man achter de tralies die op een hooge
kruk gezeteld was, cijferde en kauwde. Het
eerste is niets bijzonders voor een ambte
naar in functie, het laatste echter was, of
schoon het bruine brood met kaas er ver
leidelijk uitzag, iets buitensporigs en dit
zeer zeker in de oogen van de grijze broek
die zulks zelfs onbetamelijk scheen te vin
den. Hij wachtte althans tot de hap lek
kers door het keelgat verdwenen zou zijn.
Maar op dezen hap volgde een andere hap,
en oo deze hap was niet de laatste maar
had ook weer zijn opvolger en die werd
steeds afgewisseld door een slok lekkere
zwarte koffie. Kortom de man van wien het
initiatief tot het aanteekenen moest uit
gaan, was niet te storen in zijn smulpartij
en liet de grijze broek, ik zo-u bijna zeg
gen. in zijn hemd staan.
Eindelijk waagde deze een bescheiden
..ahem" waarop de smulpaap even duidelijk
met „hm?" antwoordde. De grijze broek
maakte hieraan een einde en zei in goed
Nederlandsch„Aanteekenen
„Dan moet je aan het zegelloket zijn",
aldus de ander met behaaglijk toegeknepen
oogjes.
„As-je-me-nou!" dacht de ander hardop,
in zijn waardigheid geraakt, en herhaalde
op een toon die geen tegenspraak duldt.
„Neen, aanteekenen!
,,Ja, hiernaast", werd hem nu glashelder
uitgelegd en de ander verslikte zich bijna bij
deze uitvoerige explicatie. „Daar moet je
zegels koopen".
„Die heb ik al", loog 'de ander.
„Dan moet je het nog laten wegen". En
daarmee was het onderhoud van des ambte
naars zijde afgeloopen. die gretig een stuk
komijnekaas vermorzelde en dat met een
flinken slok naar andere gebieden verstuur
de.
De grijze broek stond perplex, en terwijl
hij nijdig met zijn aan get eekenden brief in
spé op bet bordje „Aangeteekende Stukken"
frommelde, probeerde hij den ambtenaar te
vermurwen zich over dien brief te willen
ontfermen. Niets mocht echter (baten: 's
mans aandacht was louter en alleen geves
tigd op t broodje met kaas, fcoffie en de
cijfers.
Toen werd de grijze broek, op zijn zachtst
gezegd onvriendelijk en informeerde: „Is
het nou heusch te veel moeite om van die
kruk te komen en om dien mond leeg te
etenMaar onmiddellijk had hij
spijt den man in zijn dierbaarst bezit ge
krenkt te hebben en vergoelijkend liet hij
er op volgen: „Ik wou anders maar zeggen
dat ik van die apekool geen snars snap!"
Onze gastronoom had blijkbaar niet op
deze woorden gelet, want hij scheen er niet
al te erg door te zijn getroffen. Wel nam
hij het bordje met „Gesloten" en dat deed
letterlijk zoowel als figuurlijk de deur dicht
De kans om den brief nog tot een aange
teekende n te promoveeren was verkeken en
onze grijze broek zag zich gedwongen als een
gewoon mensch een gewonen zegel van zes
cent te koopen waardoor de brood-kaas en
koffie ambtenaar 15 cent minder te cijferen
had.
W. SCH.